Samengestelde woorden Knip het woord “in je hoofd” in losse woorden of stukjes. Bedenk bij elk stukje hoe je het schrijven moet. - Hoe schrijf ik het? - Hak het woord in twee - Denk na hoe je de woorden moet schrijven. Luister er naar. - Een d of een t ? maak het woord langer om dit te horen - Schrijf het eerste woord op en plak het tweede er aan vast.
WP 1
WP 2
de blokfluit
de busrit
de boomhut
het haarlint
de brandweer
ijskoud
het buurthuis
de jachthond
de feestmuts
de kerstboom
de handdoek
de marktkraam
de handtas
het schepnet
de puntmuts
de schildpad
het straatfeest
de schoenmaat
de strandbal
de sportschoen
de vetvlek
het vliegveld
het vloerkleed
de voetstap
de voorkant
het zakgeld
de voorruit
de zeehond
de washand
de zeilboot
WP 3
WP 4
blauwe
bonte
de deksel
dwarse
de keizer
de fietser
kleine
flauwe
korte
de hamster
het meisje
de leider
mooie
de mantel
de spijker
het plaksel
Hoe schrijf je het?
stoute
de pleister
Hoor je een /u/ in het woord
de twijfel
de polder
zonder klemtoon, schrijf dan ‘e’.
vuile
rijpe
de vijver
schuine
de winkel
trieste
zoete
wilde
zwarte
wijde
e
Ook-zo woorden Schrijf dit stukje altijd zo, ook al klinkt het anders
WP 5
WP 6
het boompje
het brokje
het fluitje
het dwergje
het gangetje
het dingetje
het hokje
het helmpje
het laarsje
het kersje
het lijntje
het klompje
het muisje
het klusje
het muurtje
het lichtje
het plaatje
het mopje
het poesje
het schermpje
het rijtje
het slangetje
het ringetje
het smaakje
/utje/ en is het een
het tonnetje
het steeltje
verkleinwoord? Schrijf je
het traantje
het strikje
je, tje, pje of etje
het vorkje
het tangetje
je tje pje etje
Ook-zo woorden Schrijf dit stukje altijd zo, ook al klinkt het anders
Hoe schrijf je het? 1. Luister naar het woord in je hoofd, 2. Hoor je /ju/, /tju/, /pju/ of
Hoe schrijf je het? 1. Knip het verkleinwoordje eraf. 2. maak het woord langer in je hoofd. 3. Hoor je dan een t of een d?
WP7
WP 8
bedenk
het bedrijf
het bedrag
het bewijs
het gebouw
het gebaar
het geheim
het gemak
het geluk
het gevolg
de verkoop
vergaan
het verzoek
het vervoer
het eendje
het beeldje
het hartje
het beestje
het hoedje
het maatje
het kaartje
het mondje
het katje
het randje
het paardje
het sliertje
het rondje
het toetje
het veldje
het wondje
WP 9
WP 10
alles
botte
de appel
de elleboog
Hoe schrijf je het?
binnen
de ellende
Hoor je aan het einde van een
dikke
de komkommer
klankgroep een korte klank?
frisse
laffe
de herrie
lekke
jammer
maffe
de knikker
de mossel
lekker
nette
losse
de pudding
de middag
de spanning
natte
stomme
de schommel
tamme
de schutting
vette
tussen
vlakke
WP 11
WP 12
droge
de beloning
gele
brede
grote
gare
de hamer
hele
kapot
het kabaal
Schrijf dit stukje altijd zo, ook al klinkt het anders
lege
kale
nare
lage
Hoe schrijf je het ?
het probleem
de opening
rare
de schade
Denk aan de regels voor de korte
rode
schele
en lange klank.
samen
de tekenaar
schone
het teken
de tekening
trage
Om dit te kunnen horen moet je
zaterdag
vage
het woord in stukken hakken.
zeker
zware
e
Ook-zo woorden
WP 13
e
Ook-zo woorden Schrijf dit stukje altijd zo, ook al klinkt het anders
WP 14
het avontuur
beloven
blazen
beven
boven
de bever
boze
blozen
duizend
brave
geven
gave
graven
grazen
grijze
kever
de heuvel
de oever
kiezen
de overkant
lezen
razen
niezen
scheve
de rover
verbazing
vieze
wijze
de wijzer
wijzen
WP 15
WP 16
beginnen
bedekken
beleven
begraven
beplakken
bekennen
beslissen
belonen
bevallen
beroven
bewegen
bevelen
het eind van een
geloven
bezetten
klankgroep?
genezen
gebaren
verbazen
gehoorzamen
het einde van een
vergeten
verdunnen
klankgroep?
verkopen
verklaren
verlaten
verraden
verpakken
verzakken
verslikken
verzetten
vertrekken
verzwikken
1. hak het woord, in je hoofd, in klankgroepen; 2. hoor je een korte klank aan
3. hoor je een lange klank aan
WP 17
WP 18
horen
beweren
keren
boren
leren
opsporen
het einde van een
kamperen
repareren
klankgroep?
trakteren
storen
de brandweer
de doorgang
eerder
de eer
eerste
het meervoud
het kantoor
de oorsprong
de koorts
het paspoort
de leerling
het spoor
ongeveer
teer
de oorzaak
de voorwaarde
het woord
het weerbericht
zeer
de zeemeermin
1. hak het woord, in je hoofd, in klankgroepen; 2. hoor je een lange klank aan
WP 19 i
Afrika
y
de baby de familie juli
Onthoudwoorden
de kilometer
Kijk goed, onthoud hoe je het
de limonade
schrijven moet.
de liter de minuut de olifant
voor i / y: - zeg het woord zachtjes voor jezelf; - hoor je /ie/? Denk na of je dit moet schrijven met i of y. - lees het woord nog een keer en kijk of je het goed geschreven hebt.
de pagina prima de pyjama de rivier sorry de televisie
WP 20
het artikel de gitaar de horizon januari de kritiek lila de minister de muzikant de piloot de piramide de pony de sigaar Suriname de titel de visite
tje pje etje
Ook-zo woorden Schrijf dit stukje altijd zo, ook al klinkt het anders
- Zeg het woord zachtjes voor jezelf - Hoor je /tju/, /pju/ of /utje/ en het is het verkleinwoord - Schrijf tje, pje of etje
WP 21
WP 22
het bezempje
het albumpje
het boerinnetje
het behangetje
het dekentje
het bolletje
het holletje
het drempeltje
het kammetje
het gilletje
het lammetje
het gummetje
het lepeltje
het hengeltje
het mannetje
het karretje
het pennetje
het kikkertje
het plannetje
het kommetje
het schoteltje
het pilletje
het spinnetje
het tonnetje
het sterretje
het velletje
het tekeningetje
het vissertje
het vingertje
het wekkertje
WP 23 de appelmoes de dobbelsteen de fluitketel het fototoestel Samengestelde woorden
de hotelkamer
Knip het woord “in je hoofd” in losse woorden of stukjes. Bedenk bij elk stukje hoe je het schrijven moet.
de kerktoren de kralenketting de melkbeker het middageten de regendruppel
1. Zeg het woord zachtjes voor jezelf
het stapelbed de supermarkt
2. Herken je twee woorden?
het vogelnest
Schrijf het eerste, dan het
de waterkant
tweede woord. Schrijf de
de zomerjurk
woorden aan elkaar.
WP 24
de deuropening het feestnummer het hemelbed de hoofdletter de kanariekooi de koektrommel de luchtballen de postbode het stekelvarken de tennissokken de vloertegel de vuurtoren de wereldbol de windmolen de woonwagen
WP 25
WP 26
aanbellen
aankomen
achterblijven
aanstaren
afknippen
afblijven
bijpraten
bijknippen
bovenkomen
bovendrijven
doorlezen
doorzoeken
instappen
inbreken
opblazen
openduwen
openmaken
openzetten
het einde van een
opgeven
opkomen
klankgroepje? En begint de
oplossen
overnemen
volgende klankgroep met
oversteken
tegenspreken
/v/ of /z/? Let dan op! Schrijf
tegenkomen
terugkeren
v of z.
teruggeven
uitlaten
Regelwoorden Let op! Pas de regel toe.
Specifiek voor de v/z na een open klank 1. zeg het woord zachtjes voor jezelf 2. hoor je een open klank aan
uitkiezen
heid ig lijk
Ook-zo woorden Schrijf dit stukje altijd zo, ook al klinkt het anders
WP 27
WP28
aardig
behoorlijk
de beleefdheid
de eenheid
bezig
gelukkig
de boosheid
gewoonlijk
de goedheid
de gezondheid
jarig
giftig
kwalijk
de hoeveelheid
lelijk
letterlijk
moeilijk
natuurlijk
schuldig
nuttig
de snelheid
sappig
stevig
de vrijheid
twintig
wanhopig
vrolijk
de zekerheid
de waarheid
zonnig
WP 29 bibberen e
fluisteren gisteren klauteren knikkeren
Ook-zo woorden Schrijf dit stukje altijd zo, ook al klinkt het anders
knutselen kriebelen luisteren
1. zeg het woord zachtjes voor jezelf 2. hoor je /u/ in een ook-zostukje zonder klemtoon? Schrijf dan e
openen regenen schateren schilderen schommelen tekenen wandelen
WP 30 babbelen berekenen kletteren knipperen kronkelen mompelen naderen ratelen scharrelen slenteren slingeren smikkelen snuffelen stamelen wikkelen
WP 31
WP 32
belachelijk
het applaus
giechelen
benauwd
houden
de chaos
de huisvrouw
de echo
Onthoudwoorden
keihard
het feit
Kijk goed, onthoud hoe je het
kuchen
goochelen
schrijven moet.
lachen
het jochie
het lichaam
de juffrouw
lauw
de pauw
Geen regels deze keer. Het zijn
de regenpijp
de reiziger
woorden waarvan je moet leren
strijken
de richel
hoe je ze hoort te schrijven
het tapijt
de teil
voorbij
de toeschouwer
vouwen
verwijderen
de wenkbrauw
de zijde
WP 33
WP 34
behalve
bederven
dansen
bonzen
durven
flitsen
de halzen
de ganzen
Onthoudwoorden
de heksen
glazen
Kijk goed, onthoud hoe je het
de kansen
gonzen
schrijven moet.
kletsen
de grenzen
de mensen
grijnzen
omhelzen
de koetsen
Geen regels. Het zijn woorden
plotseling
morsen
waarvan je moet leren hoe je ze
poetsen
het penseel
hoort te schrijven
de prinses
peinzen
de rupsen
de plaatsen
verven
sterven
de wensen
het voedsel
WP 35 beledigen igen achtig elijk
duidelijk eindelijk feestelijk hongerig
Ook-zo woorden Schrijf dit stukje altijd zo, ook al klinkt het anders
huwelijk kinderachtig modderig
specifiek voor ig, achtig en elijk: 1. zeg het woord zachtjes voor jezelf 2. Hoor je / ugun / , / agtug / of / uluk / ?
Schrijf dan ig, achtig en elijk.
reusachtig slaperig uitnodigen verdedigen vreselijk vriendelijk zenuwachtig
WP 36
aankondigen beschadigen dadelijk dromerig hartelijk ijverig koortsachtig leugenachtig misselijk redelijk regenachtig uiteindelijk verantwoordelijk vergiftigen vermenigvuldigen
WP 37
WP 38
aardiger
benauwder
drukste
beroemdste
dunner
breedste
eerlijkste
deftigste
gevaarlijkste
duidelijker
Ook-zo woorden
goedkoper
fraaiste
Schrijf dit stukje altijd zo, ook al klinkt het anders
harder
heerlijkste
hoger
kalmer
kouder
lafste
moeilijkste
ondeugendste
nieuwer
rustiger
oudste
ruwer
schoonste
smaller
sterkste
trager
vrolijk
vlugger
er ster
specifiek voor het stukje er en ste 1. zeg het woord zachtjes voor jezelf 2. hoor je aan het einde een /ur/ of /stu/ schrijf dan er of ste.
WP 39
WP 40
het autootje
het afbeeldinkje
het baby’tje
het agendaatje
het buiginkje
het beloninkje
het fotootje
het kassaatje
het kettinkje
het lolly’tje
verkleinwoordje? En schrijf
het koninkje
het menuutje
je de vorige klankgroep met
het laatje
het omaatje
‘ng’ aan het eind? Schrijf
het leuninkje
het opaatje
dan kje.
het paginaatje
het pony’tje
Let op. De g schrijf je niet
het parapluutje
het puddinkje
het pindaatje
het schemaatje
het schuttinkje
het stallinkje
het slaatje
het strootje
het sluitinkje
het versierinkje
het verrassinkje
het zebraatje
specifiek voor kje 1. zeg het woord zachtjes voor jezelf 2. hoor je /kju/ en is het een
op.