Workshop Vakgericht Taalonderwijs ‘lees hoofdstuk 2.2 en maak de vragen’
Vecon studiedag 31 maart 2011 Lenie Kneppers
Opdracht leesstrategie: Het maken van een begrippennetwerk. Het maken van een conceptmap bij het lezen van een tekst helpt de lezer om de tekst te begrijpen of om erachter te komen op welke punten de tekst niet begrepen wordt. De leerling wordt gedwongen zorgvuldig te lezen en zich steeds af te vragen of de tekst begrepen wordt. Belangrijk is, dit te (laten) doen in samenwerking met ten minste twee leerlingen. Daardoor gaat er een gesprek ontstaan. Leerlingen moeten elkaar uitleg geven, elkaar vragen stellen, elkaar corrigeren, met elkaar tot overeenstemming komen. Dit actief leren leidt tot begripsvorming en leert leerlingen economische taal te gebruiken.
Maak van de bijgaande tekst – Collectieve goederen en het gevangenenprobleem - een begrippennetwerk. Ga als volgt te werk: 1. Schrijf de woorden die in de tekst belangrijk zijn, elk afzonderlijk op een post-it. 2. Plak de post-it’s die veel met elkaar te maken hebben, dicht bij elkaar op het vel papier. De post-it’s, die minder met elkaar te maken hebben, plak je verder van elkaar af. 3. Teken een lijn (of een pijl) tussen de post-it’s en schrijf daarbij wat de woorden met elkaar te maken hebben. 4. Overleg steeds met elkaar. Jullie moeten het eens zijn over hetbegrippennetwerk dat uiteindelijk ontstaat. 5. Maak het begrippennetwerk op de poster. Opdracht vergelijken Vergelijk jullie begrippennetwerk met het begrippennetwerk van een andere groep. Vraag en geef uitleg, verklaringen, toelichting. Zoek samen uit welk begrippennetwerk het beste is en waarom.
1
Workshop Vakgericht Taalonderwijs ‘lees hoofdstuk 2.2 en maak de vragen’
Vecon studiedag 31 maart 2011 Lenie Kneppers
Opdracht leesstrategie: Herschrijf de tekst in eigen woorden Het herschrijven van een tekst in eigen woorden helpt de lezer om de tekst te begrijpen of om erachter te komen op welke punten de tekst niet begrepen wordt. De leerling wordt gedwongen zorgvuldig te lezen en zich steeds af te vragen of de tekst begrepen wordt. Belangrijk is, dit te (laten) doen in samenwerking met ten minste twee leerlingen. Daardoor gaat er een gesprek ontstaan. Leerlingen moeten elkaar uitleg geven, elkaar (kritische) vragen stellen, elkaar corrigeren, met elkaar tot overeenstemming komen. Dit actief leren leidt tot begripsvorming en leert leerlingen economische taal te gebruiken.
Herschrijf bijgaande tekst – Collectieve goederen en het gevangenenprobleem – in eigen woorden. Ga als volgt te werk: 1. Lees beide de eerste alinea. 2. Leerling 1 vertelt wat hij heeft gelezen in eigen woorden aan leerling 2. 3. Leerling 2 stelt vragen, heeft opmerkingen. 4. Als beide jullie het eens zijn, wordt de alinea op schrift gesteld. 5. Op dezelfde wijze wordt de rest van de tekst verwerkt. Als jullie de alinea’s te lang vinden, mag je ze zelf verdelen in meerdere stukjes. Als je vindt dat er stukken kunnen worden weggelaten, omdat ze niet nodig zijn om het stuk te begrijpen, mag dat. Wissel steeds van leerling. 6. Als het hele stuk klaar is wordt het gehele stuk herlezen en worden eventuele wijzigingen aangebracht. 7. Schrijf jullie tekst op de poster. Opdracht vergelijken Vergelijk jullie tekst met de tekst van een andere groep. Vraag en geef uitleg, verklaringen, toelichting. Zoek samen uit welke tekst het beste is en waarom.
2
Workshop Vakgericht Taalonderwijs ‘lees hoofdstuk 2.2 en maak de vragen’
Vecon studiedag 31 maart 2011 Lenie Kneppers
Opdracht leesstrategie: Vragen maken bij de tekst Het maken van vragen bij een tekst helpt de lezer om de tekst te begrijpen of om erachter te komen op welke punten de tekst niet begrepen wordt. De leerling wordt gedwongen zorgvuldig te lezen en zich steeds af te vragen of de tekst begrepen wordt. Belangrijk is, dit te (laten) uitvoeren door ten minste twee samenwerkende leerlingen. Daardoor gaat er een gesprek ontstaan. Leerlingen moeten elkaar uitleg geven, elkaar (kritische) vragen stellen, elkaar corrigeren, met elkaar tot overeenstemming komen. Dit actief leren leidt tot begripsvorming en leert leerlingen economische taal te gebruiken.
Maak bij bijgaande tekst – Collectieve goederen en het gevangenenprobleem – vragen. Ga als volgt te werk: 1. Lees de tekst en bedenk elke alinea - eerst apart van elkaar - een of meerdere vragen. 2. Bespreek die vragen en maak een keuze, zodat de beste vragen eruit komen. 3. Als jullie het eens zijn worden deze vragen genoteerd. 4. Op dezelfde wijze wordt de rest van de tekst verwerkt. Als jullie de alinea’s te lang vinden, mag je ze zelf verdelen in meerdere stukjes. Als je vindt dat er stukken kunnen worden weggelaten, omdat ze niet nodig zijn om het stuk te begrijpen, mag dat. 5. Aan het eind lezen jullie nog eens alle vragen kritisch door en kunnen wijzigingen worden aangebracht. 6. Schrijf de vragen op de poster. Opdracht vergelijken Laat de groep, die ook vragen heeft gemaakt jullie vragen beantwoorden (en andersom). Bepaal tenslotte samen wat goede vragen zijn en waarom.
3
Workshop Vakgericht Taalonderwijs ‘lees hoofdstuk 2.2 en maak de vragen’
Vecon studiedag 31 maart 2011 Lenie Kneppers
Opdracht leesstrategie: maak een hypertekst Het maken van een hypertekst helpt de lezer om de tekst te begrijpen of om erachter te komen op welke punten de tekst niet begrepen wordt. De leerling wordt gedwongen zorgvuldig te lezen en zich steeds af te vragen of de tekst begrepen wordt. Belangrijk is, dit te (laten) uitvoeren door ten minste twee samenwerkende leerlingen. Daardoor gaat er een gesprek ontstaan. Leerlingen moeten elkaar uitleg geven, elkaar (kritische) vragen stellen, elkaar corrigeren, met elkaar tot overeenstemming komen. Dit actief leren leidt tot begripsvorming en leert leerlingen economische taal te gebruiken.
Maak van bijgaande tekst – Collectieve goederen en het gevangenenprobleem – een Wikepedia in hypertekst. “Wikipedia is een encyclopedie. We proberen zoveel mogelijk bestaande kennis zo nauwkeurig mogelijk te beschrijven: een encyclopedie is een naslagwerk. Probeer je zo goed mogelijk in te lezen voordat je over dingen schrijft”. Hypertekst is tekst met direct activeerbare hyperlinks (verwijzingen). De lezer hoeft voor het volgen van een verwijzing geen bladzijden, hoofdstukken of andere teksten op te zoeken en open te slaan, maar kan direct naar een specifieke tekst of een specifieke plek in de tekst doorspringen.
Ga als volgt te werk: 1. Lees beide de eerste alinea. 2. Leerling 1 vertelt wat hij heeft gelezen in eigen woorden aan leerling 2. 3. Overleg hoe je deze tekst in een tekst voor de Wikipedia - in eigen woorden en korter- zou willen omzetten en bepaal samen welke woorden jullie in een hyperlink willen zetten. 4. Op dezelfde wijze wordt de rest van de tekst verwerkt. Als jullie de alinea’s te lang vinden, mag je ze zelf verdelen in meerdere stukjes. Als je vindt dat er stukken kunnen worden weggelaten, omdat ze niet nodig zijn om het stuk te begrijpen, mag dat. Wissel steeds van leerling. 5. Maak de beschrijving van een of meerdere hyperlinks (hangt van de tijd af) 7. Aan het eind lezen jullie nog de Wikipedia kritisch door en kun je wijzigingen aanbrengen. 8. Schrijf de Wikipedia op de poster. Schrijf de hyperlink in een andere kleur. Opdracht vergelijken Vergelijk jullie hypertekst met de hypertekst van een andere groep. Vraag en geef uitleg, verklaringen, toelichting. Zoek samen uit welke hypertekst het beste is en waarom.
4
Workshop Vakgericht Taalonderwijs ‘lees hoofdstuk 2.2 en maak de vragen’
Vecon studiedag 31 maart 2011 Lenie Kneppers
14.15 – 14.25 uur
Ontvangst en inleiding op opdracht
14.25 – 15.50 uur
Werken aan de opdracht
15.50 – 15.05 uur
Vergelijken van opdrachten
15.05 – 15.15 uur
Nabespreking
5
6
e
Bron: Praktische Economie, Handboek HAVO, Economie voor de 2 fase, Malmberg
7