Workshop Gevaarlijke stoffen
Workshop Gevaarlijke stoffen Februari 2007
1
Workshop Gevaarlijke Stoffen Informatiemateriaal
Gevaarlijke stoffen in Nederland In Nederland zijn ongeveer 40.000 verschillende gevaarlijke stoffen in omloop. Uit een onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) blijkt dat in een derde van de bedrijven gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen. Eén op de vier werknemers werkt met gevaarlijke stoffen. Uit recent onderzoek van het RIVM blijkt dat ‘normale en regelmatige blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk’ leidt tot 1850 sterfgevallen per jaar. Hier vallen de ongevallen met gevaarlijke stoffen buiten. Er is geen compleet en goed beeld van andere effecten van blootstelling aan gevaarlijke stoffen, zoals ziekte, verminderde vruchtbaarheid en allergieën (die vaak leiden tot het wijzigen van beroep). Samengevat zijn er veel mensen die blootgesteld worden aan gevaarlijke stoffen. De consequenties van die blootstelling kunnen bovendien ingrijpend zijn. Reden om in het bedrijf aandacht te schenken aan gevaarlijke stoffen.
Voorbeelden van huidaandoeningen veroorzaakt door het werken met epoxy’s.
2
Het herkennen van gevaarlijke stoffen: verpakt Voor het herkennen van gevaarlijke stoffen, maken we onderscheid in verpakte en onverpakte producten.
Een leverancier is verplicht op het etiket van een product aan te geven of het gaat om een gevaarlijke stof. Dit gebeurt door middel van een gevaarssymbool op de verpakking. Als u wilt weten of een product gevaarlijk is, dan kunt u voor verpakte producten dus eenvoudigweg op het etiket kijken. Hieronder volgen de symbolen met hun betekenis:
•
Corrosief of bijtend (C)
•
Ontvlambaar (F) of licht ontvlambaar (F+)
•
Explosief (E)
3
•
Oxiderend (O)
•
Vergiftig (T) of Zeer vergiftig (T+)
•
Schadelijk (Xn) of Irriterend (Xi)
De betekenis van een gevaarssymbool is vrij algemeen (brandbaar, bijtend, explosief, etc.). Op het etiket kunt u daarom aanvullende informatie vinden in de zogenaamde R-zinnen. De R staat voor risico. De R-zinnen bestaan uit een nummer en worden gevolgd door een uitleg. Twee voorbeelden: • R20 betekent bijvoorbeeld: schadelijk bij inademing • R35: veroorzaakt ernstige brandwonden Overigens vermeldt het etiket naast R-zinnen ook S-zinnen (safety of veiligheidszinnen). De S-zinnen geven weer welke beschermende maatregelen genomen moeten worden bij het werken met het product. De leverancier heeft nog een verplichting: hij is verplicht een veiligheids informatie blad (bij sommigen misschien bekend als Material Safety Data Sheet, MSDS) te leveren als u daarom vraagt. In een veiligheidsinformatie blad vindt u nog meer gedetailleerde informatie over de samenstelling van het product, de risico’s en de maatregelen die u kunt nemen om schade aan de gezondheid te voorkomen. Soms worden producten uit de originele verpakking gehaald en overgegoten of overgedaan in bijvoorbeeld jerrycans, blikken, emmers. Dan is er geen etiket. In dat geval kunt u via de originele verpakking nog wel achterhalen wat de gevaren van het product zijn.
4
Samenvattend kunt u op verschillende manieren achterhalen of een verpakt product schadelijk is voor de gezondheid en om wat voor schade het gaat: 1. Het gevaarssymbool op het etiket; 2. De R-zinnen op het etiket; 3. De veiligheids informatie bladen; Bij opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen worden gedeeltelijk andere symbolen en uitdrukkingen gebruikt. Hierover is informatie opgenomen in de bijlage.
5
Herkennen van gevaarlijke stoffen: Onverpakt
Niet alle gevaarlijke stoffen zijn voorzien van een etiket. Soms komen stoffen vrij tijdens het werk, dan hebben ze geen verpakking en dus geen etiket. Enkele voorbeelden zijn: - Houtstof dat vrijkomt bij het bewerken van hout - (Kwarts)stof dat vrijkomt bij het bewerken van beton, natuursteen, etc. - Dieseluitlaatgassen van generatoren, vrachtwagens, andere transportmiddelen - Dampen die vrijkomen bij het solderen of lassen Stoffen die vrijkomen tijdens het werk kunnen slecht zijn voor de gezondheid. Hoe kunt u nu achterhalen of u te maken heeft met een gevaarlijke stof? Dat kan onder andere door informatie in te winnen bij uw arbodienst, de branche vereniging, op internet en in de risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). N.B. Bij het herkennen van gevaarlijke stoffen gebruiken mensen vaak hun neus. Helaas is dat meestal geen goede richtlijn. Sommige stoffen stinken, maar zijn niet schadelijk voor de gezondheid. Andersom geldt dat sommige stoffen schadelijk zijn lang voordat je ze kunt ruiken (bijvoorbeeld koolmonoxide). Hoogte van blootstelling Bij het werken met gevaarlijke stoffen kan er schade optreden aan de gezondheid. Wat voor soort schade en hoeveel schade optreedt, is afhankelijk van de gevaarscategorie, maar ook van de hoogte van de blootstelling. Met andere woorden: niet alleen het gevaar van de stof is van belang, maar ook de hoeveelheid van de stof die het lichaam binnen komt. Sommige stoffen hebben geen drempelwaarde. Dit wil zeggen dat ook heel lage blootstelling kan leiden tot een gezondheidsschade. U kunt hierbij denken aan asbest: één vezel is voldoende om later kanker te ontwikkelen. Grenswaarden De twee elementen, gevaar en dosis, zijn verwerkt in grenswaarden. Voor een aantal stoffen zijn er grenswaarden vastgesteld, de zogenaamde MAC-waarden (Maximaal Aanvaarde Concentratie). Deze geven aan wat de concentratie van de stof in de in te ademen lucht maximaal mag zijn. Er zijn twee eenheden: milligram per m3 en parts per million (PPM). Sommige grenswaarden gelden voor 8 uur. Er wordt geen gezondheidsschade verwacht als iemand een arbeidsleven lang (40 jaar lang, 8 uur per dag, 5 dagen in de week) bloot gesteld wordt aan concentraties onder de grenswaarde.
6
Andere grenswaarden gelden voor kortere perioden: gemiddeld mag de concentratie stof in de in te ademen lucht niet boven de 8 uurs-waarde uitkomen, én kortstondig mag het niet boven de 15 minuten grenswaarde of (in sommige gevallen) de piekwaarden (MAC-Ceiling) uitkomen. Let op: 1. Er zijn veel grenswaarden geschrapt. Het is de bedoeling dat het bedrijfsleven zelf nieuwe grenswaarden maakt. 2. MAC-waarden zijn gedeeltelijk gebaseerd op gezondheidskundige waarden, maar ook op wat technisch haalbaar is. Het is soms een compromis. 3. Grenswaarden gelden voor de doorsnee gezonde mens. Er wordt geen rekening gehouden met bijzondere groepen (bijvoorbeeld kinderen en zwangeren) of bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld zwaar werk en warmte). 4. Grenswaarden gelden voor opname in het lichaam door ademhaling. Voor huidblootstelling zijn geen (nauwelijks) grenswaarden. Opmerkingen: • Sommige stoffen worden opgenomen door de huid; • Bij warme werkomstandigheden kan de opname door de huid groter zijn (door betere doorbloeding en het openstaan van de poriën); • Bij fysiek zwaar werk is de opname door de huid groter (zie hierboven), maar ook door inademing (hoger ademminuutvolume; hijgen); • Bij zwangerschap kan de opname via de huid (door een betere doorbloeding) en door inademen (hoger ademminuutvolume) groter zijn dan normaal.
Maatregelen De blootstelling aan gevaarlijke stoffen kunt u verlagen door beheersmaatregelen te nemen. In de Arbowet wordt aangegeven dat u in principe moet streven naar een maatregel zo dicht mogelijk bij de bron (de arbeidshygiënische strategie). Alleen als dat niet mogelijk is, kunt u door het aanpassen van de werkplek (bijvoorbeeld ventilatie en afzuiging) de blootstelling proberen te verminderen. Is ook dit niet mogelijk, dan kunt u proberen het werk anders te organiseren. Als al het andere niet mogelijk is, kunt u gebruik maken van persoonlijke beschermingsmiddelen. Samenvattend in volgorde van voorkeur: 1. Bronmaatregelen; 2. Werkplek aanpassen; 3. Werk anders organiseren; 4. Persoonlijke beschermingsmiddelen. Met een bronmaatregel wordt bedoeld dat technische of organisatorische maatregelen genomen worden, waardoor geen of minder gevaarlijke stoffen gebruikt worden. Voorbeelden: - Oplosmiddelhoudende verf (lijm, inkt) vervangen door oplosmiddelvrije verf (lijm, inkt); - Gipsblokken knippen in plaats van zagen, waardoor minder stof vrij komt; - Gesloten systemen voor afwasmiddel, inkten etc, zodat niet wordt overgeheveld.
7
Voorbeelden werkplek aanpassen - Gereedschap en machines die aangesloten zijn op stofzuigers of afzuiginstallaties o afzuiging op uitlaatpijpen in garages; o slijptol met afzuiging; - Puntafzuiging bij laswerkzaamheden; - Werken in een zuurkast. Werk anders organiseren - Niet vegen, maar stofzuigen; - Dit kan door de werkzaamheden zo af te stemmen dat mensen niet aanwezig zijn bij stoffige werkzaamheden van collega’s; - Werkroulatie. Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn de kapjes, filterbussen, veiligheidsbrillen, gelaatsmaskers, handschoenen die blootstelling moeten beperken. Het kiezen van het juiste type middel is belangrijk. Stofkapjes houden geen damp tegen en katoenen handschoenen beschermen niet tegen oplosmiddelen. Wet- en regelgeving Welke verplichtingen zijn er vanuit de Arbowet als het gaat om gevaarlijke stoffen: • Een gevaarlijke stoffen register. Alle producten met een gevaarssymbool moeten opgenomen worden in een register (verplichting vanuit de wet milieugevaarlijke stoffen). • De verdiepende inventarisatie gevaarlijke stoffen. Wanneer gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen moet in de RI&E een verdiepende inventarisatie gevaarlijke stoffen worden uitgevoerd. Hierin moet informatie opgenomen worden over de aard, mate en duur van de blootstelling. • Voorlichting over gevaarlijke stoffen. • Het beperken van blootstelling volgens de arbeidshygiënische strategie. • Niet overschrijden van grenswaarden. • Een Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO). Voor bepaalde stoffen is het verplicht om regelmatig een gezondheidskundige check te ondergaan (asbest, lood). Voor andere stoffen kan het zo zijn dat op basis van de RI&E wordt besloten dat er een risico is dat door middel van een PAGO gecontroleerd kan worden (longonderzoek, huidonderzoek). In dat geval moet het onderzoek aangeboden worden aan de werknemer. De werknemer is niet verplicht het te ondergaan. In de wet Milieubeheer is de opslag van gevaarlijke stoffen geregeld. Vroeger waren de richtlijnen vastgelegd in CPR 15. Tegenwoordig is dit PGS 15. In de praktijk wordt er geleidelijk overgegaan van CPR naar PGS. Het besluit externe veiligheid (BEVI) richt zich op de invloed die de opslag van en het werken met gevaarlijke stoffen kan hebben op de omgeving.
8
Hulp- en informatiemiddelen Er zijn diverse informatiebronnen en hulpmiddelen beschikbaar die kunnen helpen om te voldoen aan de wet- en regelgeving. Binnen VASt zijn diverse informatiebladen gemaakt en producten ontwikkeld (www.vast.szw.nl): Eén van de onder VASt ontwikkelde instrumenten is De Stoffenmanager. Dit is een instrument waarmee de ondernemer een aantal wettelijke verplichtingen op het gebied van gevaarlijke stoffen kan invullen. Er is één generieke versie ontwikkeld die bruikbaar is voor alle branches. Daarnaast zijn een aantal branches bezig met een branchespecifieke versie. De ‘Stoffenmanager’ kan gebruikt worden voor: • De verdiepende inventarisatie gevaarlijke stoffen (ook wel RI&E gevaarlijke stoffen genoemd). Hierin wordt de blootstelling aan gevaarlijke stof beoordeeld en vertaald in een score ‘groen’, ‘oranje’ of ‘rood’. • Een register gevaarlijke stoffen. • Het maken van instructiekaarten voor werknemers. • Het controleren van de opslag gevaarlijke stoffen (voldoet het aan de regelgeving). Voor meer informatie zie: www.stoffenmanager.nl PIMEX (Picture Mix Exposure) is een instrument voor visualisatie van blootstelling aan gevaarlijke stoffen (en geluid). Het software-instrument koppelt video-opnames van werksituaties aan een visuele weergave van meetgegevens. Een bedrijf zou met PIMEX opnames kunnen maken in het bedrijf, zodat bedrijfsspecifieke videofilmpjes ontstaan. Een andere mogelijkheid is dat een bedrijf bij de voorlichting aan werknemers gebruik maakt van de videofilmpjes die onder VASt ontwikkeld zijn en (gratis) beschikbaar zijn op de website van SZW (www.vast.szw.nl). Overige interessante websites: www.arbobondgenoten.nl www.postbus51.nl. www.szw.nl www.arbo.nl (wordt arboportaal.nl met stoffenportaal) Ook op andere sites op internet is informatie te krijgen over arbeidsomstandigheden en specifiek het werken met gevaarlijke stoffen. Als u informatie zoekt, kunt u het beste beginnen bij de website van de branchevereniging. Ook kunt u via zoekmachines, zoals google soms informatie verkrijgen. Leveranciers van stoffen en van beheersmaatregelen kunnen ook informatie geven over risico’s en beheersmaatregelen. Vraag ook collega bedrijven!
9