Identificatie gevaarlijke stoffen
2 3 4 5 6 7 8 9
Inhoud
Gas Brandbare vloeistof Brandbare vaste stof Oxiderende werkende stof of Organische peroxide Giftige stof Radioactieve stof Bijtende stof Diverse gevaarlijke stoffen
Mede bepalend voor de mate van gevaar is de aggregatietoestand van een stof. Er zijn 3 aggregatietoestanden te weten: Vast Vloeibaar Gas Ook de wijze van opslag of transport bepaalt met welke gevaren we rekening moeten houden. Onder atmosferische druk Onder druk Gekoeld Verwarmd In een andere stof opgelost
jan-09
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek
Identificatie gevaarlijk stoffen
Inhoud
GEVI = 1 Bij brand houd afstand; voorkom brand of ontsteking.
Ontplofbare stoffen of voorwerpen
Warmtebeeldcamera.
GEVI = 2 Vrijkomen van gas als gevolg van druk of een chemische reactie.
2.1 Brandbare gassen
2.2 niet brandbare niet giftige gassen
E. Ontplofbaar
2.3 giftig gas
Explosiemeter, zuurstofmeter,meetbuisjes (stofafhankelijk).
GEVI = 3 Brandbaarheid van vloeistoffen (dampen) en gassen of voor zelfverhitting vatbare vloeistof.
3 brandbare Vloeistoffen
F+ zeer licht ontvlambaar
F (licht) ontvlambaar
Explosiemeter, warmtebeeldcamera.
jan-09
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek
Identificatie gevaarlijke stoffen
Inhoud
GEVI = 4 Brandbaarheid van vaste stoffen of voor zelfverhitting vatbare vaste stof. Voorkom branduitbreiding.
4.1 brandbare vaste, zelfontledende en gedesensibiliseerde ontplofbare stoffen
4.2 voor zelfontbranding vatbare stoffen
F+ zeer licht Ontvlambaar
4.3 stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen
F (licht) ontvlambaar
Explosiemeter, warmtebeeldcamera, meetbuisjes (stofafhankelijk).
GEVI = 5 Oxiderende (verbranding bevorderde) werking. Voorkom druk, slag, wrijving of opwarming.
5.1 oxiderende Stoffen
5.2 organische peroxiden
O. Oxiderend
Explosiemeter, warmtebeeldcamera, meetbuisje (stofafhankelijk).
jan-09
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek
Identificatie gevaarlijke stoffen
GEVI = 6 Giftigheid of besmettingsgevaar. Vermijd alle contact. Draag ademlucht en beschermende kleding.
6.1 giftige stoffen
T giftig
6.2. infectueuze stoffen
T+ zeer giftig
Meetbuisjes (stofafhankelijk), CO meter.
GEVI = 7 Radioactiviteit. Houd afstand.
7A radioactieve stoffen Cat I – wit
Inhoud
7B radioactieve stoffen Cat II – geel
Xn schadelijk
7C radioactieve stoffen Cat III – geel
Ados Dosis (tempo) meter, Automess. jan-09
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek
Identificatie gevaarlijke stoffen
GEVI = 8 Bijtende werking. Vermijd contact. Draag beschermende kleding.
8 bijtende stoffen
C Bijtend
pH-papier of –meter, meetbuisjes (stofafhankelijk).
GEVI = 9 Gevaar voor spontane heftige reactie. Milieu gevaarlijke stoffen.
9 diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen
Inhoud
vloeistoffen of vaste stoffen in verwarmde toestand
Xi Irriterend
N Milieu gevaarlijk
Explosiemeter, pH- papier of –meter, meetbuisjes (stofafhankelijk).
jan-09
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek
Identificatie gevaarlijke stoffen
Inhoud
Nieuwe etikettering die nu al toepasbaar is maar in 2010-2015 verplicht wordt.
Explosiegevaar
Houder onder druk
Schadelijk (minder giftig)
Brandgevaarlijk
Brandbevorderend
Bijtend
Lange termijn gezondheidsschadelijk
Giftig
Milieugevaarlijk
jan-09
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek
Identificatie gevaarlijke stoffen
versie 2
12-08-08
Inhoud
Etiketten en symbolen Transport: Klasse-indeling en etiketten
Opslag:
(een cijfer in de punt van een gevaarsetiket geeft het primaire gevaar aan)
Categoriën en symbolen
1.1-1.2-1.3 Vatbaar voor explosie
2.1 brandbaar gas
- Bij brand: houd afstand - Voorkom brand of ontsteking
1.4-1.5-1.6 Ontplofbare stoffen of voorwerpen
2.2 Niet brandbaar niet giftig gas
Aandachtspunten
E. Ontplofbaar
2.3 giftig gas
Worden op basis van eigenschappen van een symbool voorzien
- Gebruik explosiegevaarmet er - Denk om bevriezingsverschijnselen en verstikkingsgevaar - Let op extra gevaarsetiket - Gebruik explosiemeter - Denk aan Bleve
3. brand-gevaarlijke vloeistoffen en gassen
4.1 Brandbare vaste, zelfontledende en gedesensibiliserend e ontplofbare stoffen
5.1 Oxiderende stoffen
6.1 Giftige stoffen
4.2 Voor zelfontbranding vatbare stoffen
5.2 Organische peroxide (nieuw)
4.3 Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen
5.2 Organische peroxide (oud)
F+ Zeer licht ontvlambaar
- Kies juiste blusmiddel - Voorkom branduitbreiding
F. (Licht) ontvlambaar
- Voorkom druk, slag, wrijving of opwarming
O. Oxiderend
6.2 Infectueuze stoffen
T. Giftig
T+. Zeer giftig
Xn. Schadelijk
7C. 7A. Radioactieve stoffen Cat.I wit
7B. Radioactieve stoffen Cat.II geel
Radioactieve stoffen Cat.III geel
- Vermijd contact - Draag beschermende kleding
8. Bijtende stoffen
C. Bijtend
9. Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen
- Vermijd alle contact - Draag ademluchtbeschermi ng - Draag beschermende kleding - Houd afstand - Gebruik dosistempometer
Vloeistoffen of vaste stoffen in verwarmde toestand
Xi. Irriterend
N. Milieu gevaarlijk
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek
*) Op een verpakking moeten duidelijk en onuitwisbaar vermeld zijn: a. de chemische naam van de stof; b. de naam en het adres van de persoon die de stof vervaardigt, aan een ander ter beschikking stelt of invoert; c. de benaming van het gevaar van de stof met het bijbehorende symbool; d. een verwijzing naar de bijzondere, aan het gebruik van de stof verbonden gevaren (R-zinnen); e. veiligheidsaanbevelingen (S-zinnen) ter vermijding van de belangrijkste, aan het gebruik van de stof verbonden gevaren.
Gevarendiamant (NFPA code)
0
Zonder speciaal gevaar
1
Gering gevaar, afhankelijk ademhalingsmasker aanbevolen
2
3
4
0 Gewen ontvlammingsgevaar in normale omstandigheden 1 Ontvlammingsgevaar bij verhitting
0 Geen gevaar bij normale omstandigheden
W
Lees dit symbool in samenhang met de reactiviteitcijfers (geel) Stof kan explosief met water reageren. Beveiliging tegen explosie met water is noodzakelijk wanneer er met waterhoudende (blus)stoffen wordt gewerkt Stoffen kunnen heftig reageren met water of er potentieel explosieve verbindingen mee vormen Stoffen kunnen fel maar niet heftig met water reageren
1 Onstabiel bij verhitting. Beschermingsmiddelen aanbevolen
R=3
Gevaarlijk, onafhankelijk ademhalingsmasker noodzakelijk en eenvoudige beschermende kleding
2 Ontvlammingsgevaar bij verwarming
2 Hevige chemische reacties mogelijk.Beschermingsmaatre gelen treffen
R=2
Zeer gevaarlijk, volledige beschermingskleding en ademhalingsmasker noodzakelijk Uiterst gevaarlijk, ieder contact zonder speciale voorzieningen vermijden
3 Ontvlammingsgevaar bij normale temperatuur
3 Explosiegevaar, veiligheidszone afbakenen
R=1
4 Zeer snel ontvlambaar bij alle temperaturen
4 Groot explosiegevaar. Veiligheidszone afbakenen, gevarenzone ontruimen.
P
Kans op polymerisatie
OXY
Brand bevorderend. (Sterk oxidatiemiddel
Hazchem-code Geeft informatie over het stabiliseren van een incident in de beginfase en is te vinden op borden op transportvoertuigen en gebouwen. De code bestaat uit een cijfer en één of twee letters.
Het eerste cijfer 1. water geeft het (blus)middel aan voor de brandbestrijding, of voor de dispersie van de 2. verneveld water/sproeistraal lekkage. 3. schuim (Blus)middelen met een hoger nummer mogen ook gebruikt worden, maar niet met 4. bluspoeder, CO2 en halonen een lager nummer. De eerste letter: Geeft informatie over de heftigheid van de reactie, het gebruik van beschermingsmiddelen en maatregelen bij een lekkage. Als de letter S, T, Y of Z oranje van kleur is op een zwarte achtergrond is alleen ademlucht nodig bij brand of ontleding letter gevaar beschermingsmiddelen lekkage P Heftige of explosieve reactie gaspak R -gaspak S Heftige of explosieve reactie persluchttoestel en handschoenen persluchttoestel en handschoenen uitsluitend bij met veel water wegspoelen in riool S Heftige of explosieve reactie brand of ontleding T -persluchttoestel en handschoenen persluchttoestel en handschoenen uitsluitend bij T -brand of ontleding W Heftige of explosieve reactie gaspak voorkomen dat lekkage in riool of sloten en dergelijke terechtkomt X -gaspak
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek
Y
Heftige of explosieve reactie
Y
Heftige of explosieve reactie
Z
--
Z
--
persluchttoestel en handschoenen persluchttoestel en handschoenen uitsluitend bij brand of ontleding persluchttoestel en handschoenen persluchttoestel en handschoenen uitsluitend bij brand of ontleding
De tweede letter ‘E” wordt toegevoegd als evacuatie in de buurt van het incident moet worden overwogen. Bij de beslissing hierover worden vanzelfsprekend meerder factoren meegenomen, inclusief de locatie en de schaal van het incident
Oranje bord Primair gevaar
Gevaarsidentificatienummer geeft nadere aanwijzingen over de gevaren van de betreffende stof. bestaat uit 2 of 3 cijfers. - het eerste cijfer geeft het primaire gevaar aan, - het tweede en derde de bijkomende gevaren. - verdubbeling van een cijfer wijst op versterking van het betreffende primaire gevaar. - als het nummer vooraf wordt gegaan door een 'X', is het absoluut verboden om de stof met water in aanraking te brengen
Bijkomend gevaar
2
Gas
0
3 4
1 2
6
Brandbare vloeistof Brandbare vaste stof Oxiderende werkende stof of organische peroxide Giftige stof
7
Radioactieve stof
6
8
Bijtende stof
7
5
3
5
8 9
Geen bijkomend gevaar Explosie gevaar Er kan gas vrij komen Gevaar voor ontbranding Gevaar voor oxiderende werking Gevaar voor vergiftiging Gevaar voor radioactiviteit Gevaar voor corrosie Gevaar voor heftige reactie
Kenmerken binnenvaart De aanwezigheid van gevaarlijke stoffen is te herkennen aan het voeren van één of meer blauwe kegels of één of meer blauwe lichten. Aantal Betekenis 1 Product is brandbaar en het gevaar is in principe beperkt tot het schip Product is brandbaar en giftig en het gevaar is niet beperkt tot het schip 2 Product is ontplofbaar en het gevaar is niet beperkt tot het schip 3 Cas-nummer Een internationaal gebruikt uniek max. 9 cijferig stofidentificatienummer en staat geregistreerd in het CAS register. De GMK heeft geen inzicht in dit register. UN-nummer Is een stofeigennummer of een groepsnummer Nummers lager dan 1000 is gevarenklasse 1 De afkorting n.o.s (not otherwise specified) of n.e.g. (niet elders genoemd) heeft betrekking op stoffen waaraan geen specifiek stofidentificatienummer is toegekend. Schriftelijke instructie (TREM-card) Iedere chauffeur die gevaarlijke stoffen vervoerd beschikt over schriftelijke instructie, de zgn. Transport Emergency Card (TREM-card), die aangeeft: De benaming van de stof of het voorwerp of groep van goederen, de klasse en het UN-nummer of voor a) een groep van goederen de UN-nummers van de goederen;
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek
De aard van het gevaar verbonden aan deze goederen en de door de bestuurder te nemen maatregelen en persoonlijke beschermingsuitrusting; De te nemen algemene maatregelen, bijv. het waarschuwen van de weggebruikers en voorbijgangers en c) het bellen van de politie/brandweer; De aanvullende maatregelen die, om erger te voorkomen, genomen moeten worden om iets te doen aan d) een kleine lekkage of het morsen van stoffen, indien dit zonder persoonlijk risico kan worden gedaan; e) De voor bepaalde goederen te nemen bijzondere maatregelen, indien van toepassing; De noodzakelijke uitrusting voor de algemene en, indien van toepassing, aanvullende en/of bijzondere f) maatregelen. b)
Vervoersdocument Een vervoersdocument moet de volgende informatie bevatten a) Het UN-nummer; b) De juiste vervoersnaam aangevuld met de technische, chemische of biologische benaming; De klasse van de goederen, of waar het stoffen en voorwerpen van klasse 1 betreft, de subklasse, c) onmiddellijk gevolgd door de letter van de compatibiliteitsgroep; d) Indien toegewezen, de verpakkingsgroep voor de stof of het voorwerp; De hoofdletters ADR of RID e) RID Reglement betreffende het internationaal spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen ADR Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route". f) Het aantal en een omschrijving van de verpakkingen; g) De totale hoeveelheid van de gevaarlijke goederen aangeduid door de omschrijving; h) De naam en het adres van de afzender; i) De naam en het adres van de geadresseerde; j) Een verklaring zoals onder de voorwaarden van een eventuele bijzondere overeenkomst vereist wordt. De plaats en de volgorde waarin de vereiste informatie in het vervoerdocument voorkomt, is vrij, uitgezonderd a), b), c), d) en e), die in die volgorde moeten voorkomen, bijv. 1098 ALLYLALCOHOL, 6.1, I, ADR
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek
BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT repressief handboek