Over ons: Stichting Radar Wmo diensten / Wmo Radar
2
Wij bieden Wmo diensten aan in verschillende deelgebieden van Rotterdam. Onze ambitie is een samenleving die voor elkaar zorgt en zo min mogelijk afhankelijk is van een overheid, professionals en loketten. De focus in onze werkzaamheden ligt op ondernemerschap en talentontwikkeling. De WIE focus is onze leidraad en staat voor Wederkerigheid, Informeel netwerk en Eigen kracht. Door talenten te zien en te gebruiken wakkeren we de ambitie aan om de regie over eigen leven te nemen.
Ineens We wandelen op een zomerse middag de Erasmusbrug over, vertelt Najat. De kinderen spelen en trekken zich op tegen de reling. Ik huiver. Stel je voor dat ze in het water vallen. Ineens bedenk ik me dat mijn kinderen niet kunnen zwemmen. De volgende ochtend heb ik mijn oudste zoon ingeschreven. Alle drie de kinderen laten zwemmen was te duur. Mijn dochter Amina zit op schoolzwemmen en als ik vraag waarom Amina nog steeds geen diploma heeft gehaald zegt de school dat het natte gym is en dat bewegen belangrijk is. Ik hoorde over Project Z en in oktober kwam ik naar de informatieavond in Oostervant. Amina heeft in juni haar diploma A gehaald. We hebben het gevierd. Amina koos het restaurant. Blij dat ze was! In alle negen maanden hebben we geen week gemist. We wonen in Cool en het is best een eind lopen naar het Oostervant, maar we zijn altijd ruim op tijd zodat ze alle tijd goed benut! Nu zwemt ze voor haar B diploma en Najat wijst naar Amina, die met een spijkerbroek en T-shirt in het bad springt! Oh ja, voor het B-diploma moet je met je kleren aan zwemmen!
3
Voorwoord
4
In juli 2013 verdrinkt een zesjarig jongetje in de Kralingse Plas... en eind 2013 rinkelt de telefoon bij Wmo Radar. In dit boekje neem ik u mee in onze zoektocht naar het betrekken van ouders om zoveel mogelijk kinderen te laten zwemmen. Zwemles organiseren is niet onze primaire taak, maar wij gaan EropAf! Dat is onderdeel van ons DNA. EropAf is het zoeken naar en aangaan van (nieuwe, spannende) samenwerkingsverbanden. Dit is een kans voor veel gezinnen uit ons gebied, voor wie zwemles niet vanzelfsprekend of gewoonweg niet betaalbaar is. Projectsubsidies zijn van tijdelijke aard. Daarom is het belangrijk om de verantwoordelijkheid bij ouders te houden en hen daarin sterk te maken. Nooit meer een verdrinkingsdood in de Kralingse Plas, niet als wij er iets aan kunnen doen! Dit boekje beschrijft ook onze sprong in het diepe.
Ik heb veel betrokken ouders gesproken, bevlogen vrijwilligers en professionals die zich met hun hart en ziel inzetten. Blije kinderen die samen met andere vriendjes uit de buurt wekelijks naar het zwembad gaan. Moeders die er een wekelijks uitje van maken, met zo veel enthousiasme en kracht. Ik wens u net zoveel plezier met het lezen, van dit boekje, als ik had bij het verzamelen van de verhalen en de gesprekken met alle betrokkenen. Fatima Lamkharrat, Buurtcoach Wmo Radar
5
Aanbieden of meedoen?
66
Na die zoveelste verdrinking geeft de toenmalige deelgemeente Centrum Wmo Radar de opdracht om zoveel mogelijk kinderen in het centrumgebied, die nog geen diploma hebben, naar zwemles te krijgen. “Elk kind een zwemdiploma” dat is het uitgangspunt van Project Z, maar hoe pak je dat aan? De zwemvaardigheid van Rotterdammers neemt af. Het is van levensbelang dat kinderen zwemvaardig worden. Voor ouders zijn er allerlei drempels. Bijvoorbeeld het wonen in de grote stad, waar veel meer sportieve mogelijkheden zijn. Verder is een zwemdiploma halen niet voor alle ouders een prioriteit. Daarnaast is er de angst voor water bij kinderen. Hiervoor is zwemgewenning essentieel en dat krijgt niet altijd de nodige aandacht bij reguliere lessen of bij het schoolzwemmen. En de belangrijkste drempel is dat zwemles duur is. Gemiddeld kost een diploma A ruim €400. Als je drie kinderen hebt is dat vaak moeilijk op te brengen. Project Z is bedoeld voor ouders die de weg naar de reguliere zwemlessen niet vinden. Ouders die zich niet bewust zijn van het belang van zwemvaardigheid, of die het niet kunnen betalen. Naast het overbruggen van deze drempels zijn betrokkenheid, wederkerigheid en duurzaamheid belangrijke uitgangspunten. Want wat gebeurt er als het tijdelijke geld op is? Om zoveel mogelijk kinderen aan het zwemmen te houden is ouderbetrokkenheid van essentieel belang. Dit zorgt voor duurzaamheid. Ouders actief betrekken en hen iets laten terugdoen zorgt voor commitment. In de praktijk betekent wederkerigheid mogelijkheden bieden in ruil voor inzet als vrijwilliger en daarbij vooral niet het eigenaarschap uit handen nemen. Uiteindelijk moeten zij het zelf willen doen.
“Gemiddeld kost een diploma A ruim 400 euro. Als je drie kinderen hebt is dat moeilijk op te brengen. Project Z is bedoeld voor ouders die de weg naar de reguliere zwemlessen niet vinden. Ouders die zich niet bewust zijn van het belang van zwemvaardigheid, of die het niet kunnen betalen.”
Aanpakken Ze gaat er voor zitten, kijkt even omhoog en lacht: ‘Ik dacht leuk! Een zwemproject, we gaan effe zwembaden bellen voor een afspraak.’ Hanan Maazouzi is buurtcoach bij Wmo Radar en krijgt deze opdracht. ‘Zo makkelijk ging het niet! Allereerst hebben we in het centrum geen zwembaden, die zijn allemaal aan de rand van ons werkgebied. De zwembaden hebben wachtlijsten. In Noord werd zwembad Schuttersveld gesloten. Het Van Maanenbad is voor veel ouders gevoelsmatig te ver.’ Het belangrijkste uitgangspunt vertelt, Han Paulides, directeur Wmo Radar, is dat we ‘niet een bus huren en de kinderen naar het zwembad rijden, maar ouders uitdagen zelf als vrijwilliger het bad in te duiken om ook de kinderen van een ander te helpen bij het overwinnen van watervrees.’ ‘Het doel van Project Z,’ gaat Hanan verder, ‘is extra betaalbare zwemlessen in het centrumgebied aanbieden. Het gaat om betrokken ouders die als rolmodel dienen. Daarom was het ook belangrijk zwemlessen voor ouders te realiseren, zodat zij ervaren hoe zwemles werkt en hoe het is om zelf te kunnen zwemmen. We vinden ouders zo belangrijk dat we investeren in opleidingen tot zweminstructeur, zodat als het project stopt, er bekwame mensen beschikbaar zijn die vrijwilligers in het bad kunnen begeleiden.’
Wist . er t. je da ijks in l r r a ja d vie rlan rdrine d Ne en ve ev met tot z en zijn op? king ijke aflo el dod
Samen met Rotterdam Sportsupport wordt in een vroeg stadium samengewerkt aan een visie waar alle uitgangspunten concreet worden. Met allerlei organisaties wordt contact gelegd; Stichting Meedoen, Recreatiecentrum Oostervant, het Oostelijk zwembad en de Rotterdamse Reddingsbrigade. In het wijknetwerk van Wmo Radar wordt gesproken met actieve bewoners, scholen, ouders en vrijwilligers om te werken aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De inventarisatie van vraag en aanbod maakt duidelijk waar kansen en uitdagingen liggen. Martijn Blok, gebiedscoördinator bij Rotterdam Sportsupport: ‘Wij zetten ons in om zoveel mogelijk Rotterdammers in beweging te krijgen. Leren zwemmen zien we als een mooie start!’
Met twee zwembaden zijn er uiteindelijk afspraken gemaakt. Het Oostelijk zwembad in combinatie met de Rotterdamse Reddingsbrigade en Recreatiecentrum Oostervant. Beide baden zijn sportfondsenbaden. Oostervant speelde al met het idee om iets te gaan doen met budgetzwemmen. Gijs de Kock, als Hoofd Zwemzaken verantwoordelijk voor het zwembad van Recreatiecentrum Oostervant, beaamt dat: ‘Ik was al een tijd op zoek
7
8
Douaa Rahlane, 10 jaar oud
naar partners die kunnen zien of een gezin financieel in aanmerking komt. Project Z sluit precies aan bij onze ambitie. De screening van deelnemers, dat is een belangrijk item. In onze visie kan niet iedereen hieraan deelnemen. Als ouders de reguliere zwemles kunnen betalen dan zijn er mogelijkheden te over. Juist voor deze groep, die het financieel moeilijk heeft, is er niet veel keus.’ Ook Martijn Blok benadrukt het verschil tussen de reguliere zwemlessen en Project Z. ‘De vraag is hoe maak je verschil? Er is een financieel verschil, maar het is raar als je voor een lager tarief hetzelfde krijgt. Hier zijn meer vrijwilligers actief en minder betaalde krachten. Daarmee wordt het zelfwerkzaam. Bij de reguliere weg betaal je en geef je het uit handen en hier wordt medewerking en betrokkenheid gevraagd. Zo houdt je het tarief laag. Dat onderscheid hebben we wel willen maken.’ ‘Inderdaad’ zegt ook Gijs de Kock, ‘in dit traject zetten we minder zwemonderwijzers in. Zo wordt het goedkoper maar blijft het veilig. We leiden zo vrijwilligers op die ondersteunen en genoeg aandacht hebben voor kinderen.’ ‘Het diploma dat je uiteindelijk krijgt is hetzelfde, misschien duurt het alleen iets langer om het te halen. Die kwaliteit en veiligheid willen we waarborgen.’ Gezinnen die minder draagkrachtig zijn hebben minder toegang tot informatie over allerlei voorzieningen en mogelijkheden in hun buurt. Vooral als hun eigen sociale netwerken klein of niet aanwezig zijn. Naast de financiële drempel zijn ze zich niet
altijd bewust van het belang van sport voor hun kinderen. Zij vinden hun weg naar het zwembad niet. Martijn Blok: ‘Dat fenomeen is met dit project doorbroken. Dat is het mooie. Het gaat om communicatie, de financiële drempel weghalen en ouders zelf het zwemmen laten ervaren. Dat zijn belangrijke onderdelen. Deze elementen zijn allemaal meegenomen en daardoor werpt het zijn vruchten af.’
“Wij zetten ons in om zoveel mogelijk Rotterdammers in beweging te krijgen. Leren zwemmen zien we als een mooie start!” Voor het slagen van Project Z is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen belangrijk. Martijn Blok: ‘Dat deze opdracht naar een welzijnsorganisatie ging, vond ik verassend maar ik werd er enthousiast van. Onze eigen doelstelling is om meer kinderen naar sport te bewegen. Zwemmen is ook een sport en zwemles is de basis. Als je wilt waterpoloën of een andere watersport wilt beoefenen dan begin je met een zwemdiploma. Wij zijn blij met de betrokkenheid van de Rotterdamse Reddingsbrigade. Zij laten als sportvereniging zien dat zwemles door vrijwilligers een prima aanvulling is op het aanbod dat door betaalde krachten wordt gebo-
9
den.’ Kevin van Hengel is al bijna tien jaar vrijwilliger bij de Rotterdamse Reddingsbrigade. Voor dit gesprek zoek ik hem op, op zijn werkplek bij Humanitas. Daar werkt hij fulltime. In zijn vrije tijd staat hij drie avonden per week in verschillende zwembaden in Rotterdam. ‘In het algemeen lijkt het alsof het in de sportwereld alleen telt als je resultaat haalt. Bij sportevenementen zie je vaak dat het over tennis en voetbal gaat en niet over zwemmen, terwijl we veel zwemwater in Nederland hebben. Door onze samenwerking komt hier aandacht voor. Het moet van ons allemaal zijn. Binnen dit project zijn Wmo Radar en de Rotterdamse Reddingsbrigade samen sterk. Ieder op zijn eigen terrein en wij willen dit voortzetten.’ 10
‘We hebben allen hetzelfde doel en dat maakt samenwerken gemakkelijker,’ vindt ook Gijs de Kock. ‘Wat lastig blijft, is dat we afhankelijk zijn van tijdelijk geld. Daarom is de zwemopleiding belangrijk. Om nieuwe vrijwilligers op te leiden. Wij bieden stageplaatsen aan zodat zij de opgedane kennis bij ons in praktijk brengen. Zonder deze vrijwilligers kunnen we het niet.’ ‘Naast de inventarisatie van zwemmogelijkheden hebben we een inventarisatie gemaakt van hoeveel kinderen er in ons werkgebied geen diploma hebben,’ vertelt Hanan. ‘In 2014 verlieten 70 kinderen in ons werkgebied de basisschool zonder zwemdiploma.
“Bij sportevenementen zie je vaak dat het over tennis en voetbal gaat en niet over zwemmen, terwijl we veel zwemwater in Nederland hebben.”
11
Effe tellen: Project Z in cijfertjes Recreatiecentrum Oostervant: 100 zwemplaatsen 200 zwemmende kinderen 64 diploma’s 40 volwassenen 10 diploma’s
12
Oostelijk zwembad: 30 extra zwemplaatsen 60 zwemmende kinderen 6 diploma’s Algemene cijfers: 5 deelnemers opleiding zweminstructeur 10 deelnemers oudercommissie 2 ambassadeurs Abdelkader Benali en Alia Azzouzi, die net gestart is met zwemles. 30 actieve vrijwilligers 70 vrijwilligers in de buurt
Doorverwijzingen: 7 naar financiële ondersteuning 40 naar Vraagwijzer 10 naar taalles 15 naar huiswerklas Oude Westen / Nieuwe Gaffel 10 naar huiswerkklas stadsdriehoek 6 naar jeugdnetwerk 4 naar WWB-tegen prestatie 100 naar Jeugdsport- en Jeugdcultuur Fonds 20 naar vrouwennetwerken
Leergierig Maribel Mega Cardenas is helemaal van slag als ik haar vraag voor het boekje. ‘Het gaat niet over mij. Het gaat om de kinderen.’ Toch wil ik Maribel graag spreken. Zij vervult al een jaar lang een hele belangrijke taak, als vrijwilliger in het bad, in Oostervant. ‘In het begin keek ik eerst naar wat er allemaal kon. Na een tijdje raakte ik gefrustreerd omdat ik niet meer verder ontwikkelde. Wekelijks sta ik in het bad met beginnende kinderen. En mijn kennis is onvoldoende, ik wil kinderen meer technieken bijbrengen. Maribel is leergierig en met vragen stapt ze gewoon op een zweminstructeur af. Ik heb zelf geen zwemdiploma, maar kan goed zwemmen. Op eigen initiatief verbetert Maribel haar technieken door wekelijks bij de lessen van de badmeesters te kijken. Zo leert ze in de praktijk en past ze alles toe in haar groep. Ze wil graag meer leren om in de toekomst zelfstandig zwemlessen te geven. ‘Nieuwe kinderen moeten nog wennen en vragen veel tijd en aandacht. Ik probeer ze te motiveren, sommigen zijn bang, of ze luisteren niet goed. Andere kinderen worden te veel afgeleid door ouders op het terras, of door hun zusje of broertje in het andere bad. Ik heb zelfs ouders die zich vanaf het terras bemoeien met hoe we in het water bezig zijn. Ik ben daar heel duidelijk in. Als ouder ben je natuurlijk verantwoordelijk voor je kinderen, maar je moet ons de ruimte geven om ons werk te doen. Ik zie de kinderen vooruit gaan, naar de volgende badjes en uiteindelijk ook hun diploma halen. Daar ben ik blij mee, dat ik dat kan bieden. Waarom ze het doet? ‘Ik hou van water, ik hou van zwemmen, van kinderen en van zelfstandigheid. Daarom is dit de perfecte plek voor mij!’
13
Schoolzwemmen in Nederland
14
In Nederland is het schoolzwemmen al tientallen jaren niet meer verplicht, waardoor steeds meer jonge kinderen in Nederland niet kunnen zwemmen. Het schoolzwemmen in Nederland werd ingevoerd rond het einde van de jaren ’60. In 1985 besluit de overheid dat zwemonderwijs niet meer een afzonderlijk vak is. Hierdoor wordt het schoolzwemmen volledig van de financiële mogelijkheden en politieke goodwill van de gemeente- en schoolbesturen afhankelijk. Daarom is de laatste jaren het percentage basisscholen in Nederland dat aan schoolzwemmen doet flink gedaald. In de jaren ’90 gaf ongeveer 90 procent van de scholen zwemles. In 2005 was dit percentage gedaald tot onder de 60 procent. In 2012 lag het percentage scholen dat zwemonderwijs geeft op 42 procent. Scholen die nog wel schoolzwemmen geven stellen tegenwoordig andere eisen aan de zwemlessen en zijn steeds meer gericht op ‘zwemveiligheid’ en niet meer op het behalen van een zwemdiploma.
“In de jaren ’90 gaf ongeveer 90 procent van de scholen zwemles. In 2005 was dit percentage gedaald tot onder de 60 procent.” In het diepe Het plan ligt er en de partners zijn benaderd. Wat is de volgende stap? ‘In het begin was mijn rol vooral het zoeken naar verbanden en mensen en organisaties samenbrengen.’ legt Hanan uit. ‘Uitzoeken wat mogelijkheden zijn. Waar is er betaalbaar zwembadwater? Daarna begon de werving van ouders en vrijwilligers, informeren en voorlichten. Ik sta in contact met collega’s, ouders, scholen, zwembaden en netwerken in ons werkgebied. Ik zorg voor de informatie en communicatie, ook naar samenwerkingspartners. Ik wilde alle partijen die iets met zwemmen doen betrekken en hen de gelegenheid geven om ouders ruimte te bieden om iets te doen in het bad. Dat ging moeizaam. Zwembaden moeten ook beleid hebben, vrijwilligersbeleid. Hoe wil je als zwembad je zaken regelen en welke voorwaarden zijn er om mee te doen?’ In oktober is in Oostervant de eerste informatieavond voor alle ouders die interesse hebben in project Z.
Hanan: ‘Mensen hadden er een hard hoofd in. “Die doelgroep gaat echt niet betalen hoor. Ze komen niet en je krijgt ze echt niet in een commissie voor ouders. Anders zouden ze nu toch al deelnemen aan de lessen?” Niets is minder waar. De opkomst bij de informatieavond is overweldigend. Meer dan 50 ouders willen dat hun kinderen leren zwemmen. Eigen verantwoordelijkheid nemen vinden ze niet vies.’ ‘Ze willen niet,’ ze komen niet maakt plaats voor: waar laten we ze allemaal?’ Vijftig kinderen worden meteen ingeschreven. De eerste zwemavond, aanvankelijk de enige avond in Oostervant die beschikbaar is gesteld, zit meteen vol. Er komt een tweede avond. Ouders staan te popelen om hun kinderen op te geven.
“Anders kunnen we deze zwemuren gewoonweg niet aanbieden.” Om al deze extra zwemlessen aan te kunnen bieden zijn vrijwilligers nodig, vooral in het bad. ‘Daar stuitten we op een probleem,’ lacht Hanan. ’Je bent ouders aan het betrekken om mee te helpen en vooral in het water. En je komt er achter dat ze zelf niet kunnen zwemmen.’ ‘Dan moet je improviseren. Moeders worden ingezet om andere moeders te informeren, met flyers langs scholen te gaan. Zo zijn ouders toch betrokken, niet in het water, maar naar eigen kunnen.’ ‘We dachten één zwemavond
te vullen. Binnen een korte tijd was Wist t .. de tweede avond ook vol,’ vertelt Gijs je da s ter de Kock. ‘Door zoveel enthousiasen l nerg zo vee d l me van ouders en kinderen liep het ijn e z r we baden d? n als een tierelier. We hebben daarbij m a l e zw Neder ! 4 n 1 i hulp gehad van vrijwilligers die Wmo 0 s al in 2 1537 Radar werft.’ Bettie Hiwat is een betrokken vrijwilliger en levert een grote bijdrage in de werving van deze ouders. Deze betrokkenheid vanuit de wijk is een belangrijke succesfactor. Door de contacten die Wmo Radar heeft met actieve buurtbewoners in de wijken zijn ouders snel geïnformeerd. Ouders worden meteen uitgedaagd om mee te denken en mee te doen. ‘Een aantal van deze vrijwilligers heeft ook interesse in de opleiding en zij lopen stage bij ons in het bad. Maribel Mega Cardenas is er één die ik ook echt bij naam genoemd wil hebben,’ lacht Gijs de Kock. ‘Zij is zo belangrijk voor ons en om dit te kunnen doen. Anders kunnen we deze zwemuren gewoonweg niet aanbieden. We hebben meer vrijwilligers nodig en deze ouders kunnen zelf niet zwemmen. Hoe kunnen ze zich dan inzetten? In de kleedkamer? Dit heeft minder prioriteit, we hebben mensen nodig in het water. Gelukkig leren nu veel meer ouders zwemmen. Er is zelfs een wachtlijst.’
15
16
‘Met de logistieke organisatie zijn we nog steeds bezig.’ Hanan somt op: ‘Iedereen registreren, niveaus bepalen, wachtlijst opstellen, de betalingen, het uitzoeken of mensen voldoen aan de criteria. En dat voor twee zwembaden met drie zwemavonden voor kinderen en drie dagdelen voor ouders. De inschrijvingen verliepen vlot en we zijn gewoon gestart. En nu zien we pas goed welke zaken we nodig hebben. Gelukkig werken we hierin goed met Oostervant en de Reddingsbrigade samen. Dat vraagt flexibiliteit en steeds improviseren. We hebben al doende geleerd.’ ‘Onze rol,’ stelt Gijs de Kock, ’is voornamelijk het verzorgen van de zwemles, de bezoekers ontvangen en alle mensen bijhouden die zich komen registreren. We houden de wachtlijsten bij en roepen nieuwe deelnemers als er plek is in het bad.’ Kevin van Hengel weet het nog goed: ‘Op een avond stonden er ineens bijna twintig ouders met hun kinderen bij onze kassa in het Oostelijk zwembad. Een schoolmaatschappelijk werkster had gehoord dat er gratis zwemles is. De ouders, sommigen zonder zwemkleding mee te nemen, wilden hun kinderen opgeven. Zij dachten dat de kinderen diezelfde avond het water in konden. Het brak mijn hart om al die kinderen te moeten teleurstellen. Het is niet gratis en je moet je eerst opgeven,’ riep ik. ‘De kinderen staarden alleen naar het water. Uiteindelijk zijn ze snel ingeschreven en de week daarna startten de kinderen met zwemles.’
Nee, het is niet gratis! ‘Tante Bettie!’ roept een meisje met een bos dreadlocks. Tante Bettie zit met een grote stapel mappen en papieren aan een van de tafels op het terras van het zwembad. Ze pakt een van de mappen en bladert deze heftig door. ‘Huiswerkklas!! Roept ze. Wie wil zijn kind opgeven?’ Bettie is gedreven en enthousiast. ‘Ik kan ook hard zijn hoor, zegt ze. ‘Bijvoorbeeld als ouders die zich opgegeven hebben niet komen opdagen. We hebben een wachtlijst! Als je je kind opgeeft en je bent te lui om te komen dan haal ik na drie keer gewoon van de lijst. Dan kan een ander kind deze kans benutten’. Bettie heeft zelf een aantal jaar geleden drie diploma’s gehaald. Ze is wat dat betreft echt een rolmodel. Ze was 46 en wilde leren zwemmen. Ze heeft het allemaal zelf betaald.’ De zwemles is niet GRATIS.’ Ik zie het Bettie nog roepen. ‘Mensen willen alles gratis,’ zegt ze. ‘Maar als je iets belangrijk vindt maak je het vanzelf een prioriteit’ Ze snapt niet dat ouders hun kinderen wel op een andere sport zetten en niet gaan zwemmen. ‘Nederland is een waterland. Leer je kind eerst zwemmen daarna heeft hij nog alle tijd om profvoetballer te worden. Maar eerst zwemmen!’
17
Rotterdamse situatie
18
Het College van B&W heeft het zwembeleid voor de periode 2015-2025 vastgesteld. In alle gemeentelijke zwembaden gaan dezelfde tarieven gelden en er komt één gecertificeerde methode voor zwemlessen in de openbare baden. Met de opheffing van deelgemeenten is het zwembeleid een verantwoordelijkheid van het stadsbestuur geworden. Het uitgangspunt van het nieuwe beleid is om alle verschillende doelgroepen beter te bedienen. De gemeente streeft verder naar een hoger aantal kinderen dat via schoolzwemmen een zwemdiploma haalt en dat de doorstroom van school- en leszwemmen naar verenigingen verbetert. Uit een inventarisatie van wethouder De Jonge blijkt dat een kwart van de Rotterdamse scholieren na groep zes nog geen zwemdiploma heeft. De helft van de scholieren heeft al een diploma voordat schoolzwemmen in groep 5 en 6 begint. De helft van de deelnemers aan het
schoolzwemmen haalt tijdens dat schoolzwemmen ook het diploma. Naar aanleiding van vragen in de Rotterdamse gemeenteraad informeert wethouder De Jonge, zijn raad op 3 februari 2015 in een brief: ‘Alle leerlingen uit de groepen vijf en zes van het (speciaal) basisonderwijs krijgen wekelijks schoolzwemmen aangeboden (circa 14.000 leerlingen). Gemiddeld is hiervoor over twee schooljaren circa 36 uur zwemtijd beschikbaar, dat wil zeggen gemiddeld 18 uur per schooljaar.’ Om een vergelijk te maken: voor het halen van diploma A is gemiddeld 60 uur zwemtijd nodig.
De rode muts Joey zwemt met een muts, een knalrode, opvallende muts. Veel meer kinderen zwemmen wel eens met een mutsje, maar bij Joey is het anders. Joey kan niet zonder dit mutsje. Deze muts is van levensbelang. Het was een idee van zijn moeder. Ook hij wil leren zwemmen en dat kon niet via het schoolzwemmen. In Oostervant kon hij gelukkig wel terecht. Joey heeft namelijk een slaapziekte en kan dus elk moment op elke plek zomaar ineens in slaap vallen. De knalrode muts zorgt ervoor dat hij met alle kinderen kan meezwemmen en de zwemjuf kan hem goed blijven volgen met zijn muts op! Joey heeft zijn zwem-ABC gehaald! Met zijn knalrode muts op!
“Zwemles is niet hip. Dat zeggen de kinderen,’ giechelt Hanan. ‘Wie kent er hier nou Inge de Bruin? De voetballers kennen ze allemaal! Maar nu gaat dat stoffige eraf. Mensen zijn enthousiast om mee te doen. We kríjgen ze enthousiast.”
Ik schaam me niet meer ‘Toen ik hoorde dat ik op zwemmen mocht was ik eerst opgelucht. Want altijd als ik met vrienden ging zwemmen moest ik in het ondiepe en dat was niet fijn. En dat was nog niet alles, ik was bang om te gaan zwemmen want ik dacht dat ik te dik was. Dat kinderen naar me zouden kijken en me daarmee zouden pesten. Daar was ik het meest bang voor. Daarom wilde ik geen zwempak aantrekken. Ik zwom altijd met een lange broek. Maar hier voelde ik me fijn en schaamde ik me niet meer. Ik ben gaan zwemmen en heb mijn diploma A ! IR, 12 jaar
19
Zwemcultuur Als ouders zelf ook op zwemles zijn geweest, weten ze de verschillende aanbieders gemakkelijk te vinden. Echter, voor mensen die niet zijn opgegroeid met de zwemtraditie is het minder vanzelfsprekend. Uit onderzoek blijkt dat veel van deze ouders de weg naar het zwembad niet vinden, ook al vinden zij zwemvaardigheid belangrijk. Bij deze discussie wordt ook de vraag gesteld waar de verantwoordelijk ligt. Ligt de verantwoordelijkheid voor de zwemvaardigheid van kinderen bij de overheid, de school of bij ouders zelf? De wet is hierover duidelijk. 20
De overheid heeft voor wat betreft de zwemvaardigheid van kinderen geen wettelijke taak, dus de verantwoordelijkheid ligt bij de ouders. Ook scholen zetten schoolzwemmen in als een vorm van ‘natte gymnastiek’, met nadruk op bewegen en niet per se om een diploma te halen. Vanaf het begin is de opzet van project Z duidelijk. Ouders blijven verantwoordelijk voor hun kinderen en dat zij zwemles krijgen.
“Uit onderzoek blijkt dat veel van deze ouders de weg naar het zwembad niet vinden, al vinden zij zwemvaardigheid belangrijk.”
Zwemmen is geen moetje Het is september 2015 en in de grote zaal van de Nieuwe Gaffel zitten drie vaders en 27 moeders. Steeds komen er meer ouders binnen. Dit is een tussenevaluatie om met ouders in gesprek te gaan over Project Z. Welke ervaringen zijn er? Welke rol hebben ouders in de toekomst? Zij zijn heel blij met dit project. Soraya is moeder van een tweeling. ‘Ze zijn 10 en beiden echt bang voor water. En het schoolzwemmen wordt steeds minder. Eerst was het wekelijks, nu om de week. En dan realiseer je je dat je zelf moet investeren in je kind.’ ‘Mijn zoon wilde voetballen en niet zwemmen,’ zegt Gulden. ‘Maar in Nederland moet je gewoon kunnen zwemmen. Als hij zijn diploma’s heeft mag hij gaan voetballen.’ Gijs de Kock vertelde dat ‘zwemmen een moetje is en daar moeten we vanaf. Zwemmen is gewoon leuk. Vaak wordt er geredeneerd dat als je zwemles hebt gevolgd je daarna iets anders mag doen. Het zou mooi zijn als je leert zwemmen en je de kinderen ook aan het zwemmen kunt houden. Zwemmen heeft een heleboel facetten en de zwemles is een leuke basis voor andere dingen; bijvoorbeeld wedstrijd zwemmen of een andere watersport. Vaak moeten kinderen eerst het zwem ABC halen voor ze op een andere sport mogen. Ouders werken dat op deze manier in de hand.’ ‘Wie kent er nou Inge de Bruin?
Wist t.. je da 120 al het gelijk is mo and jaar Nederl te a’s in om diplom m ? e n zw hale
‘Zwemles is niet hip. Dat zeggen de kinderen,’ giechelt Hanan. ‘De voetballers kennen ze allemaal! Nu gaat dat stoffige eraf. Mensen zijn enthousiast om mee te doen. We kríjgen ze enthousiast. Ik krijg zoveel reacties dat het meer oplevert dan alleen een diploma. Blije kinderen, ouders als rolmodellen. En nieuwe dingen ontdekken. Zoals bijvoorbeeld de Reddingsbrigade. Die bestaat dit jaar 90 jaar! Heel veel ouders kenden de Reddingsbrigade niet. Nu ze kennis hebben gemaakt krijgen ze complimenten. Zelfs de kinderen die het niet leuk vinden of bang zijn gaan toch omdat iedereen uit de buurt nu gaat zwemmen.’
Alamina Etahlali wordt begin 2015 bij het project betrokken. Zij is werkzaam voor Rotterdam Sportsupport en vindt de meerwaarde ‘dat ouders de mogelijkheid krijgen om kennis te maken met oude, vaak blanke structuren van zwemverenigingen. De kinderen die nu op zwemles zitten in Rotterdam zijn allang niet meer alleen blank. Daarnaast halen juist de kinderen een zwemdiploma, die dat anders misschien niet zouden halen. En dit stimuleert ouders om vrijwilligerswerk te doen, betrokken te zijn en te participeren. Zo is er representativiteit en zien de kinderen rolmodellen in het water.’
21
22
De zwemgewenning voor ouders is cruciaal. Het Vrouwennetwerk Centrum startte begin 2013 ‘zwemgewenning voor vrouwen’. In het zwembad van Antonius Binnenweg leren tien vrouwen om te gaan met de angst voor water. ‘Door de zwemgewenning in dit project zag ik dat vrouwen contact kregen met water.’ zegt Hanan. ‘Ze zagen de essentie en daarmee is het taboe doorbroken dat ouders machteloos zijn als het over zwemmen gaat. Project Z startte hierna en deze vrouwen zijn uitgegroeid tot ambassadeurs voor zwemlessen. De angst bij kinderen kunnen ze nu beter begrijpen. Je kunt elke ouder raken als het gaat om de veiligheid van zijn kind. Ouders zien zichzelf aan de kant staan en kunnen niets doen. Dat raakt ouders om in beweging te komen. Naast de wachtlijst voor kinderen ontstaat er een wachtlijst voor ouders, want al die moeders moeten natuurlijk ook gaan leren zwemmen.’ Zo vertelt ook Rabia: ‘Ik krijg zoveel stress als de kinderen zeggen dat ze willen zwemmen. Ik kan het zelf niet en kan niet op hen letten. Soms vragen ze ook: Mama, mag ik met jou zwemmen? Dan breekt je hart. Echt. Of als je aan de kant van het zwembad of strand zit en alleen kan bidden en hopen dat het goed gaat. Dat is zo een naar gevoel.’ ‘We verwachten inzet van de ouders,’ zegt Hanan, ‘en dat is ook in het begin meegedeeld. Het is niet zo dat je je kind dropt en verder niets. We verwachten dat ouders iets terug doen, iets wat haalbaar is. In het bad of in de
buurt. Bedenken dat je ouders wilt betrekken is één ding,’ zegt Hanan met haar handen in het haar. ‘Waar vind je ze en hoe plaats je ze op de juiste plek? Welke ouders willen echt meedoen?’ Na de eerste informatieavond in Oostervant zijn er vijftig ouders die mee willen doen. Vinden was toen geen vraag meer. ‘Wat zijn de verwachtingen over en weer en hoe zorg je voor goede begeleiding als je die niet zelf doet. De begeleiding gebeurt in de zwembaden en bij de Reddingsbrigade of in de buurt.’ Ook ouders waarderen de inzet van alle vrijwilligers in het bad. ’Ik kan nog niet goed zwemmen, maar ik ben zo blij dat deze mensen in hun vrije tijd, naast hun gewone baan, mijn kind leren zwemmen. Ik wilde dat ik iets terug kon geven,’ zegt Farida El Mahtouchi, bestuurslid van Vrouwennetwerk Centrum.
“Ze zagen de essentie en daarmee is het taboe doorbroken dat ouders machteloos zijn als het over zwemmen gaat.”
23
Zwemmen, een kans voor ons hele gezin
24
Delfim is een goedlachse papa van in de dertig. Als een van de weinige mannen zit hij op het zwemterras van Oostervant. Hij volgt zijn tweeling nauwlettend in het water. ‘Ik zie ze groeien, ze maken nieuwe vriendjes en ze zijn trots dat ze naar het grote bad mogen.’ Zijn vrouw zit sinds kort ook op zwemles. Heel lang durfde ze niet. Hijzelf heeft leren zwemmen in Portugal. ‘Dat was bijzonder in die tijd. Niet iedereen kon zwemles volgen. Nu kunnen we als gezin in de zomer zwemmen, dat vinden we leuk om te doen. We zwemmen zondags altijd in Bad West. ‘Zwemmen is niet alleen belangrijk voor gezondheid en veiligheid. Ook geestelijk en sociaal is het goed voor mijn kinderen en ook voor mij. Je doet sociale contacten op, netwerkt en hoort allerlei nieuwe informatie. Ik hoorde hier over de huiswerkklas voor basisschoolkinderen in het Oude Westen. Ik heb meteen mijn tweeling ingeschreven. Als ik hier niet was zou ik dat niet geweten hebben.’ Delfim en zijn vrouw hebben al eerder geprobeerd hun tweeling te laten zwemmen. ‘Maar het was niet betaalbaar. Ongeveer twee maanden les heeft ons 200 euro gekost.’ Hij is ‘in between jobs’ en vertelt dat het nu lastig is om zwemlessen te betalen. ‘Ik ben blij dat onze kinderen de mogelijkheid krijgen om zich te ontwikkelen. En het levert ons als gezin ook wat op!’
Meerwaarde en Toekomst Het is november 2015 en ruim een jaar geleden zijn de zwemlessen gestart. We maken de balans op. De keuze van Wmo Radar als uitvoerder van dit project is niet vanzelfsprekend. ‘Het is soms zelfs verwarrend,’ zegt Caroline van Laar, coördinator bij Stichting Meedoen. ‘Is er nu nóg een partij die zwemmen aanbiedt? Hoe zit dat dan?’ Nu het project loopt en de opzet vorm krijgt vooral met nadruk op voorlichting, ouderbetrokkenheid en duurzaamheid wordt het duidelijk. ‘Dat nemen wij als Stichting Meedoen, dat hele traject met ouders en ouderbetrokkenheid, niet over. Daar hebben wij helemaal de mankracht niet voor.’ De reguliere wegen naar zwemles blijven belangrijk. Project Z maakt ouders nieuwsgierig, boeit en daagt hen uit zelf actief te worden. Uiteindelijk is deze inzet tijdelijk en ouders zijn zelf verantwoordelijk om het door te zetten in de commissie en in het bad. ‘Ik vind het mooi dat dit er nu is, zegt Caroline van Laar. ‘Gegevens worden uitgewisseld om te voorkomen dat ouders zich én bij Stichting Meedoen én bij Wmo Radar inschrijven.’ Ouders kunnen voor hun kind bij Stichting Meedoen één sport kiezen. Als zij al zwemles krijgen via Project Z kunnen ze niet nog een sport aanvragen. En voor het komende jaar wordt gezamenlijk gezocht naar overbrugging. ‘Daar
is goed contact over. Gezinnen die al bekend zijn bij Stichting Meedoen en waar al een huisbezoek is gedaan, dienen een aanvraag in voor 2016 en kunnen doorzwemmen. Zij die bij ons nog niet bekend zijn, daar moet nog een huisbezoek worden afgelegd.’
st Wi at.. e je d ngst do j or de ldrec 0m e 10 ar r we dster t 12 ja i u o ho ag o as? w sl rug oud
‘Stel dat ons de opdracht was gegeven, dan hadden we het ook zo georganiseerd,’ zegt Martijn Blok, ‘maar voor ons zou het moeilijk zijn geweest om de doelgroep te benaderen. Het contact met de doelgroep is essentieel en dat hebben wij als organisatie niet en dat is een enorme meerwaarde. Ik zie in de toekomst een mooie mogelijkheid voor verdere samenwerking. Want vanuit Rotterdam Sportsupport was juist de verbinding maken met het welzijnswerk een belangrijke drijfveer. Naast het in de kracht zetten van de zwemverenigingen, ze in positie brengen en kijken waarin ze ondersteuning nodig hebben.’ Gijs de Kock: ‘Een heleboel kinderen die niet naar zwemles gaan, ervaren nu wat water met ze doet. En dat was het doel, iedereen de mogelijkheid geven een diploma te halen. Zo krijgen we ook oog voor talenten die anders misschien onopgemerkt zouden blijven.’
25
We zien hoeveel armoede er is. Financiële en sociale armoede. Mensen die niet weten welke mogelijkheden en perspectieven er zijn.
26
Binnen Project Z zijn er ouders die hun kind opgeven en uiteindelijk niet het hele traject afmaken. Terwijl er voor deze kinderen wel geld is betaald voor een heel jaar. Ze worden hierop aangesproken en uitgeschreven zodat er ruimte komt voor andere kinderen. ‘Voor 2016 is er een borg,’ zegt Hanan. ‘Die vijftig euro is behoorlijk. Belangrijker, ze komen terug en zo houd je contact.’ ‘Inderdaad,’ zegt Caroline van Laar, ‘ouders moeten zich goed beseffen dat wanneer ze een aanvraag indienen voor hun kind om te gaan sporten of zwemmen, ze er ook daadwerkelijk voor zorgen dat hun kind blijft gaan. Daarom is het belangrijk dat ze een weloverwogen keuze maken. We adviseren ook altijd om eerst een aantal proeflessen te volgen. We kunnen het geld éénmaal uitgeven en als een kind dan niet meer gaat, dan gaat dit ten koste van een ander kind. Dit benadrukken we steeds weer in ons contact met de gezinnen.’ Een ander punt is dat er via Project Z extra zwemcapaciteit is gecreëerd. Ouders die daar financieel voor in aanmerking komen, kunnen via Stichting Meedoen éénmalig een vaste bijdrage van €225 krijgen om een sport, bijvoorbeeld zwemmen, voor
hun kind te kunnen betalen. De tarieven van de verschillende baden variëren. Dus hoe lang een kind uiteindelijk kan zwemmen met de bijdrage van Stichting Meedoen is afhankelijk van die tarieven. Door de extra capaciteit, gecreëerd in Project Z met vrijwilligers in Oostervant, kunnen deze gezinnen ook een jaar lang zwemmen. ‘De meerwaarde? Waar moet ik beginnen,’ roept Hanan. ‘Deze ouders hebben een imagoprobleem; dat ze niet willen en niet te porren zijn. Ik geef toe, natuurlijk heb ik ook mijn blinde vlekken. Tijdens de informatieavonden zag ik juist heel veel kracht. Ouders zijn bereid om van alles te doen, als ze kúnnen. Ze snappen dat het belangrijk is voor hun kinderen. Project Z is zo veel meer dan diploma’s halen. Het brengt dingen samen: veiligheid, gezondheid, participatie, talentontwikkeling, ouderbetrokkenheid, de wijk in beweging krijgen. We zien hoeveel armoede er is. Financiële en sociale armoede. Mensen die niet weten welke mogelijkheden en perspectieven er zijn.’ ‘Door de rolmodellen in de wijk is er een opleving. Uit één wijk zwemmen er honderd kinderen.’ ‘Meer mensen kunnen ons vinden en verstaan ons verhaal. Ze voelen zich aangesproken. Juist de doelgroepen die moeilijk te bereiken zijn, bereiken we. Die toegankelijkheid en wisselwerking is van zoveel waarde.’
Hanan: ‘Ik zie ook dat tijdens de informatieavonden mensen elkaar aanspreken op verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld ouders die zich opgeven en niet komen. Dat is veel sterker dan als ik ze aanspreek. Er ontstaan contacten over wat er allemaal in de wijk is aan voorzieningen. We verwijzen door naar taalles, financiële ondersteuning, de Vraagwijzer, naar de verschillende vrouwennetwerken. Voor de huiswerkklassen zijn er 25 nieuwe aanmeldingen. Door deze beweging zie je andere groepen. De Pakistaanse doelgroep heeft eigen, specifieke vragen. Of juist het kleine aantal vaders, die sterk is en ondanks zoveel vrouwen toch komen, omdat ze het belangrijk vinden. Bijvoorbeeld Aarab, hij is zo’n vader’, zegt Hanan enthousiast. ‘Hij had van buurtgenoten over de informatieavond gehoord en hij is op zoek gegaan. Ik heb zijn kinderen ingeschreven en hij bedankte me voor de waardevolle informatie.
Het moet geen project meer zijn maar een structurele plaats krijgen. Hoe gaan we dat doen? Ik heb hem aangesproken op zijn verantwoordelijkheid en het belang dat zijn kinderen dit traject ook af moeten maken. Hij voelde zich niet bedreigd. Hij werd juist gesterkt. Ik legde het belang uit en bood het perspectief. Ik heb geleerd dat je in contact moet blijven.
Niet informatie droppen en terugkomen maar strak houden, commitment vragen, streng en duidelijk zijn. Anders gaat het een eigen leven leiden. Daarvoor zijn goede afspraken met vrijwilligers heel belangrijk. Bijvoorbeeld dat mensen toch iets willen krijgen terwijl ze niet aan de voorwaarden voldoen. Shoppen, daar moet je voor waken en dat kan alleen als je alles strak en duidelijk houdt.’ Hanan denkt even na. ‘Voor de vraag hoe nu verder, is het antwoord het verduurzamen van Project Z. Het moet geen project meer zijn maar een structurele plaats krijgen. Hoe gaan we dat doen? Door het opleiden van mensen. Ouders klaarstomen om als vrijwilligers in het zwembad aan de slag te gaan. Dat is heel belangrijk, ook om commitment van de zwembaden te krijgen. Zij investeren op hun beurt in de begeleiding van deze vrijwilligers. Ja duurzaamheid.’ herhaalt Hanan, ‘daar gaat het om. Dat ouders het afmaken en dat het door blijft gaan óók als ik er niet ben. Daar is een commissie van betrokken vrijwilligers voor nodig die dat gaan trekken. Ik ben erg blij met de tien deelnemers die zich daarover gaan buigen. Uiteindelijk gaat het over hun kinderen. En dat beseffen ze al te goed. Dat is winst. En vanuit Wmo Radar blijven wij investeren in deze groep.’
27
Douchen is nu een feest! Mijn dochter is 5 en zwemt nu ook, zegt Charifa opgewekt. Ze schuift een stoel aan en ploft erin. Douchen is bij ons thuis nu een heerlijke activiteit. Dat zwemdiploma? Dat komt wel, wuift ze. Douchen was een drama voor ons. Totale paniek. Youssra huilde, schopte en klom uit het bad. Soms moest ze zelfs braken. Ze was zo bang voor water. Ik heb toen een tijdje veel minder haar haar gewassen. Het was zo’n stress. Daarna heb ik een douchekap gekregen van de buurvrouw. Dat hielp wel een beetje maar de angst voor water bleef. Vorig jaar heb ik mijn dochter ingeschreven bij project Z. Ik kan wel iemand zoenen, zo blij ben ik nu. Ze is veel zekerder in het water. Laatst haalde ze zelf de douchekap van haar hoofd en zei heel rustig; deze hoeft niet meer mama. Alsof het nooit anders is geweest! 28
Praktisch Mijn zoon zwemt ook zegt Denise. Belangrijk, en gewoon heel praktisch. Soms heb ik geen zin om te zwemmen en hij wel. Zijn diploma heeft hij via dit project gehaald. Als ik hem zelf niet kan brengen zorg ik altijd dat iemand hem brengt. Geld is belangrijk, maar een goed, betrouwbaar netwerk om je heen waar mensen je kunnen helpen is ook belangrijk. Soms kan je niet mee, want ik heb meer kinderen. Dan is het fijn als iemand mij daarbij helpt. En los van een diploma zijn de kinderen nu bezig met bewegen en met veiligheid. Ondanks dat mijn andere zoon al zijn zwem-ABC heeft maak ik me nog steeds zorgen. Open water is echt anders dan bijvoorbeeld hier in het zwembad. Ik heb mijn oudste zoon bewust op zwemmen gezet. Hij was drie en spong altijd in het water. Ondanks dat hij niet kon zwemmen. Toen dacht ik: jij gaat op zwemmen! Alle ouders die ik spreek vinden dat schoolzwemmen weer verplicht moet worden. Of het betaalbaar maken. Zodat ik het zelf kan regelen. Zo kán ik tenminste mijn verantwoordelijkheid nemen.
29
30
Colofon Dit boekje is geschreven in opdracht van Wmo Radar en is gefinancierd door de gemeente Rotterdam. Tekst: Fatima Lamkharrat (Wmo Radar) Fotografie: Aafke Holwerda Visuele identiteit: Studio Narrative Drukwerk: PBA van Dommelen Met dank aan: • Bettie Hiwat en Maribel Mega Cardenas (supervrijwilligers) • Farida, Gulden, Rabia, Delfim, Aarab, Denise, Najat, Soraya, Saadia, Charifa, Mariam (ouders) • Christy, Jelle, Douaa, Ibtissam, Joey, Iclal, Safae, Fabricricio, Imrane, Kiran, Amina, Walid, Hajar, Berfu, Johar, Youssra, Maroua (kinderen) • Han Paulides (directeur Wmo Radar) • Hanan Maazouzi (buurtcoach Wmo Radar)
• Kevin van Hengel (Rotterdamse Reddingsbrigade Oostelijk zwembad) • Gijs de Kock (Hoofd Zwemzaken Recreatiecentrum Oostervant) • Martijn Blok (gebiedscoördinator Rotterdam SportSupport) • Alamina Etahlali (Rotterdam SportSupport) • Caroline van Laar (Stichting Meedoen in Rotterdam) Gebruikte bronnen: • Zwemmen in Nederland; brancherapport sport. ISBN 978-90-5472-254-0 • Rijnmond.nl - ‘Kwart kinderen heeft in groep 6 geen zwemdiploma’ 05-02-2015 • www.persberichtenrotterdam.nl Eén-beleid-voor-alle-zwembaden-in-Rotterdam • www.isgeschiedenis.nl Invoering-van-het-schoolzwemmen
31