Voor medewerkers in de diervoederindustrie
nummer 18
jaargang 6
november 2008
Werkvloer In dit nummer o.a.
De ondernemingsraad: vragen en adviezen
De OR
1
Schipper
5
Cursus
7
Column
8
I
eder bedrijf heeft in principe recht op een OR, maar vanaf 50 personeelsleden is een organisatie verplicht om er één te hebben. Een ondernemingsraad wordt door middel van verkiezingen onder personeelsleden gekozen en bestaat uit minimaal vijf leden. Deze raad voert namens het personeel overleg met de bestuurders van de onderneming. Dat overleg kan bijvoorbeeld over fusies, arbeidsomstandigheden, werktijden of een fietsenplan gaan. Maar ook over gedwongen ontslagen. Het management van een bedrijf kan naar de mening van de OR vragen en krijgt dan een niet bindend advies over hoe de ondernemingsraad vindt dat er gehandeld moet worden. (Vervolg op pagina 2)
OR en directie in overleg bij Vitelia
Werkvloer nummer 18 jaargang 6 november 2008
1
In andere situaties moet de OR instemmen met beslissingen van het management voordat deze doorgevoerd mogen worden. Een OR is dus eigenlijk een spreekbuis en toetssteen in één. Door de toegenomen medezeggenschap en inspraak van de werknemer vormt het een waardevolle toevoeging voor iedere onderneming. Het opzetten van een OR lijkt moeilijker dan het is. Hoewel het niet in een week gebeurd is, is het met wat hulp prima te doen. In dit artikel laten we de voorzitters van de lang bestaande OR van Agerland en de kakelverse OR van Vitelia aan het woord.
Wassenberg en Versteegen Jac Wassenberg is voorzitter van de OR van Agerland. Dit bedrijf verkoopt land- en tuinbouwartikelen zoals meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast vallen er acht Boerenbond-
trots zijn op haar ondernemingsraad. Lachend vertelt de verse voorzitter: “Het heeft heel wat telefoontjes gekost. De meest simpele vragen hebben we gesteld.” FNV-ers Ouwehand en Pollman wezen op wat moeilijke punten en artikelen waarop een OR moest letten. “We leerden zelfs zakelijke brieven schrijven, overleggen en hoe een rapportage eruit moet zien. Alles hebben we geleerd.” Wat is het voordeel van een OR? Versteegen: “In een OR gaat het niet om een individu, maar om het hele personeelsbestand. Iedereen profiteert ervan. Met onze fusie kreeg iedereen een nieuw contract, niemand mocht erop achteruitgaan. Een lastige situatie, want wie staat er te springen om een nieuw contract als het oude prima bevalt? Je weet immers wat je hebt en niet wat je krijgt. Toch is dat ook goed gegaan: Iedereen valt nu onder de CAO Graan en oude regelingen zijn opgenomen in
Wassenberg: "Een ondernemingsraad zorgt voor het bedrijf én het personeel." winkels onder de organisatie van Agerland. Samen hebben ze ongeveer 160 medewerkers. CeHaVe landbouwbelang is het moederbedrijf en telt ongeveer 5500 Nederlandse leden. Naast de OR is Wassenberg ook voorzitter van de Centrale Onderneming Raad (COR) van CeHaVe Landbouwbelang. Met zijn vijftien jaar ondernemingsraadervaring is hij natuurlijk de geknipte persoon om advies te vragen. Geert Versteegen is planner en werkt 23 jaar bij het bedrijf dat sinds kort Vitelia heet. Begin 2007 werd de ondernemingsraad opgezet, omdat er een fusie tussen Boerenbond Ysselsteyn en Jac Wassenberg SaWeCo aan zat te komen en het personeelsbestand flink toe zou nemen. De vijf verschillende afdelingen van het bedrijf moesten allemaal vertegenwoordigd worden in de raad. “Dat was even zoeken”, vertelt Versteeg. Goed zoeken naar mensen die weten wat zich in het bedrijf afspeelt en bereid zijn zich daarvoor in te zetten. Niet iedereen stond te popelen om in het bestuur te gaan, want wat hield zo’n functie eigenlijk in? “We hadden niet het flauwste idee”, herinnert Versteegen zich. Daarom kregen ze hulp van FNV Bondgenoten en dankzij hard werken kan Vitelia tegenwoordig
2
Werkvloer nummer 18 jaargang 6 november 2008
het nieuwe contract. Iedereen is nu tevreden.” Wassenberg: “Een ondernemingsraad zorgt voor het bedrijf én het personeel. Een OR is er niet op gericht om het bedrijfsproces te frustreren, integendeel. Soms moeten er dikke, pijnlijke knopen doorgehakt worden. Gedwongen ontslagen bijvoorbeeld. Dat hoort er soms bij en is verre van leuk voor de werknemers. Maar als dat nodig is om het bedrijf weer gezond te maken, dan moet dat gebeuren. Pleisters plakken heeft geen zin. Ik besef dat het nemen van zulke grote beslissingen pas kan als er meer ervaring in huis is. Toen ik jaren geleden begon, keek ik anders tegen dit soort zware beslissingen aan. Het is ook ons belang dat iedereen tevreden aan het werk is en dat dat zo blijft.” Aan welke kwaliteiten moet een OR-lid voldoen? Als lid heb je volgens Wassenberg geen specifieke kwaliteiten nodig, al is gezond verstand natuurlijk handig en komt mondigheid ook goed van pas. Toch is een heel bestuur met mondige mensen niet nodig, de raad moet immers een afspiegeling van het bedrijf
zijn. Wat volgens Wassenberg wel van belang is, is dat je bereid bent om je in te zetten. “Ik verwacht van een lid dat hij de stukken gelezen heeft voor de vergadering, zodat hij weet waarover hij praat.” Wassenberg is van mening dat je alleen zo goed kunt functioneren, je bent tenslotte aanspreekpunt voor collega’s. “Dat lezen van de stukken valt mee, het komt neer op zo’n twintig pagina’s per maand”, voegt hij er aan toe. Lijdt het ‘gewone’ werk niet onder de werkzaamheden voor de raad? Als het goed is, vermindert door toetreding in de OR de werklast of het aantal uren dat aan het ‘gewone’ werk besteed wordt. Wassenberg: “Het is soms best een drukke baan, maar mijn werkgever geeft mij het aantal uren dat ik nodig heb voor de OR. Hij vindt het belangrijk dat de functie vervuld wordt en is daarom
Gouden tips en adviezen? Versteegen: “Neem contact op met mensen die verstand hebben van het opzetten van een OR. Het wiel opnieuw uitvinden is niet nodig, er is zoveel expertise en ervaring te vinden. Wij hebben zoals gezegd veel hulp van de vakbond gekregen. Wat ook hielp is, de grote inzet vanuit ons eigen bedrijf. Ik heb alleen Mavo gedaan en nu ben ik voorzitter van de OR. Het was daarom voor mij best lastig, ik wist niet hoe ik nette brieven moest schrijven, laat staan onderhandelen of zakelijk communiceren. Dankzij de hulp gaat dat nu stukken beter”. Wassenberg: “Een beginnende OR heeft het soms moeilijk, het is een kwestie van doorzetten. De directie moet meewerken en je moet werknemers vinden die zich verkiesbaar stellen. Het vestigen van de OR gaat gestaag en na een paar jaar word je mondiger. Bedenk dat een OR nooit mag worden afgerekend op wat zij zegt,
Versteegen: "In een OR gaat het niet om een individu, maar om het hele personeelsbestand. Iedereen profiteert ervan." bereid te investeren”. De wet schrijft dat ieder OR-lid per jaar in ieder geval zestig uur aan de medezeggenschapsfunctie mag besteden. Daaronder vallen vergaderingen, voorbereiding en scholing. Versteegen was in het eerste jaar veel meer uren kwijt, maar in overleg met de directie van Vitelia kreeg hij alle uren vergoed. Valkuilen? Versteegen: “Wij hadden zo weinig ervaring, dat we nog niet volwaardig konden functioneren als OR. Wij hadden voor het overleg voor de contracten bijvoorbeeld best meer tijd willen nemen. Geert Verstegen Doordat we zo onervaren waren, hebben we onze adviezen binnen een paar weken uitgebracht. Veel te snel, we hadden er achteraf gezien liever een paar maanden voor gehad. Ervaring is wat mij betreft het sleutelwoord voor een goed lopende medezeggenschap”. Wassenberg: “Routine is gevaarlijk, want je kunt je scherpte verliezen. Daarom streven wij ernaar om eenderde van de OR elke vier jaar te wisselen, vers bloed werkt verrijkend en stimulerend.”
maar zij kan wel goed nadenken voordat ze iets zegt. We zitten natuurlijk niet in de kroeg. Daarmee wil ik overigens niet zeggen dat er niets spontaans gezegd kan worden, maar er moet beslist een zekere mate van professionaliteit zijn”. Nog een advies van de ervaren Wassenberg: “Zorg dat je kennis hebt van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Die kennis krijg je via de vakbonden, maar staat ook op Internet. Wat een beter idee is: ga met zijn allen op cursus. Je hebt vijf dagen per jaar recht op scholing, maak daar gebruik van. Wellicht is het zelfs nodig om een vergadering door een cursusleider te laten voorzitten als je nog niet weet hoe het werkt. Het is reuze praktisch als je kunt oordelen of iets met instemmingrecht of adviesrecht moet gaan. Zorg daarom dat je de basiskennis hebt, zodat je een bestuurder kunt aanspreken op wat hij zegt. Een beginnende OR geeft daarmee een signaal af: wij weten waar we het over hebben. Schaam je niet als je iets niet weet. Je hoeft echt niet alles uit je hoofd te weten. Maar bijt door, je wordt er zoveel wijzer van!”
Werkvloer nummer 18 jaargang 6 november 2008
3
Wetens(W)aardig Ondernemingsraden: wat & hoe? Wat is een ondernemingsraad nou precies? Een ondernemingsraad (afgekort OR) bestaat uit een paar werknemers die door middel van verkiezingen gekozen zijn. Zij voeren namens alle werknemers van het bedrijf overleg met het bestuur van de organisatie. Om goed mee te kunnen praten, volgt de OR het beleid van de onderneming op de voet. Alleen zo blijft de raad op de hoogte. Als het nodig is, kan de OR het beleid van de werkgever beïnvloeden. Om dat te kunnen doen, heeft de OR vier verschillende ‘gereedschappen’.
winnen bij de OR. De ondernemer moet het advies serieus meewegen in de besluitvorming.
Het instemmingrecht Nog een belangrijk recht: Voor besluiten die bijvoorbeeld over werktijden of arbeidsomstandigheden gaan (de zogenaamde personele regelingen) heeft de ondernemer instemming van de OR nodig. Als de OR niet instemt met het voorstel en de ondernemer wil toch zijn besluit uitvoeren, wordt er een gerechtelijke procedure gestart.
Het initiatiefrecht Het overlegrecht De OR heeft het recht overleg te voeren met de werkgever over 'aangelegenheden betreffende de onderneming'. De werkgever is verplicht hieraan mee te werken.
Het adviesrecht Een heel krachtig recht voor iedere ondernemingsraad. Want voor besluiten die belangrijke gevolgen hebben voor de onderneming (bijvoorbeeld over de financiën) is de ondernemer verplicht om advies in te
De OR kan de ondernemer voorstellen doen over zaken die de onderneming betreffen. Dit recht wordt minder vaak gebruik dan de eerste drie.
werknemers, is verplicht een OR te hebben. Maar ook bij bedrijven met minder personeelsleden is het mogelijk om een raad op te zetten. Voorwaarde is dat de directie met de oprichting akkoord gaat. Meestal heeft een bedrijf met minder dan 50 werknemers een personeelsvertegenwoordiging. Deze vertegenwoordiging zorgt dan voor de medezeggenschap.
En hoe start je een OR? Volgens de Wet op de Ondernemingsraden ligt de verplichting voor de oprichting van een OR bij de directie van het bedrijf. Stap daarom eerst naar de directie, of neem met andere werknemers de eerste stappen voor het opzetten van een OR. De vakbonden hebben bruikbare adviezen.
Hoe krijg ik hulp van een vakbond? Deze rechten staan uitgebreid beschreven in de WOR (Wet op de ondernemingsraden). OR-leden hoeven deze wet niet uit hun hoofd te kennen!
Wanneer start je een OR? Elk Nederlands bedrijf met meer dan vijftig
Leden van FNV of CNV hebben recht op ondersteuning bij het opzetten van een OR. Maar ook als er al een OR is, kunt u met uw vragen aankloppen. Zo organiseert FNV Bondgenoten cursussen waar de OR kennis kan worden bijgespijkerd. Maar je kunt ook leren vergaderen of leren hoe je goed communiceert met de ‘achterban’: de werknemers die niet in de OR zitten. Als de nood hoog is, is er een vakbondsbestuurder die hulp kan bieden bij lastige adviezen en juist vernieuwende initiatieven. Zij hebben immers een jarenlange OR ervaring. Ook brengen zij ondernemingsraden samen zodat de valkuilen maar ook de beste tips op OR gebied gedeeld worden. Websites: http://www.fnvbondgenoeten.nl/mz http://www.cnvbedrijvenbond.nl"
4
Werkvloer nummer 18 jaargang 6 november 2008
Werkvloer beroep: schipper
Pieter Lagerweij:
“De vrijheid: dat is het mooist” om je hoofd, niemand die op je vingers kijkt en het feit “D edatwind je voor alles zelf verantwoordelijk bent. Je eigen schip en
je eigen agenda. Heerlijk vind ik dat.” Pieter Lagerweij is schipper op zijn 80 meter lange droge ladingschip dat ‘De Passage’ heet. Vanuit de zeehavens in Rotterdam, Amsterdam en Gent vaart hij wekelijks naar Duitsland of het Nederlandse achterland. Een enkele reis duurt gemiddeld anderhalve dag. Met de terugreis, het laden en lossen en de wachttijden erbij is de werkweek van Lagerweij meer dan gevuld. Op die manier kan hij in de weekenden thuis zijn bij zijn vrouw en drie kinderen, in Maasbracht in Limburg. Dat hij vaak thuis is betekent veel voor hem. “Ik vaar daarom meestal naar bestemmingen die op slechts anderhalf uur rijden van Maasbracht af liggen. Dat betekent dat, als ik lang moet wachten, gewoon even naar huis kan. De auto staat achterop het dek, die takel ik er zo vanaf en dan ben ik al bijna thuis. En door de opkomst van internet en goedkope mobiele telefonie ben ik tijdens mijn werk goed bereikbaar. Prima geregeld dus”, verklaart hij tevreden in zijn stuurhut in een haventje bij Zaltbommel. Omdat er op zo’n groot schip met minstens twee personen gevaren moet worden, neemt Lagerweij een matroos mee. Hij werkt nu met Nelu die zeven dagen per week beschikbaar is en hem helpt met alle klusjes. “Ik kan niet zonder hem en hij kan niet zonder mij” verklaart de schipper nuchter. “Dankzij hem heb ik veel vrijheid. Er is veel onderhoud aan zo’n schip, dat kun je niet alleen. Schuren en schilderen is eindeloos werk. Als je vooraan klaar bent, kun je achteraan alweer overnieuw beginnen.” De Passage (“mijn vrouw en ik hebben samen de VOF. Zij is gek van de paardensport, vandaar de naam”) vervoert grondstoffen voor de mengvoederindustrie. Met name soja-achtige producten als sojaschroten en sojapellets. Producten die niet snel vergaan, want scheepvaart is niet de snelste vorm van vervoer: met zo’n
15 kilometer per uur vaart Lagerweij de binnenwateren door. “Dat gaat inderdaad niet snel. Het is daardoor veel minder intensief dan autorijden. Maar toch moet ik me houden aan de vaartijdenwet. Die schrijft voor dat je na 14 uur varen verplicht acht uur rust moet houden. Zijn schip (“Zeg nooit boot. Een boot is een klein dingetje dus dit is overduidelijk een schip”) heeft twee enorme laadruimen die samen goed zijn voor het vervoer van 1500 ton grondstoffen. Dat staat gelijk aan 50 volgeladen vrachtauto’s. “Dat lijkt veel, maar dit is eigenlijk nog een redelijk klein schip” verklaart Lagerweij nuchter terwijl hij wijst op een langsvarend kolenschip op de Waal: “Die reus kan wel zes keer zoveel vervoeren”. Lagerweij staat onder contract bij De Schuttergroep, een bedrijf dat voor hem de vaarklussen regelt. “Dat is prettig, want je bent verzekerd van werk. Op die manier hoeven we ons over de inkomsten geen zorgen te maken. Daardoor creëer ik wat vastigheid voor mijn gezin.” Hij is heel tevreden met het werk dat hij nu heeft, maar het liefst zou hij zelf alle opdrachten binnenslepen. Bellen, regelen en onderhandelen over de prijs; als hij geen gezin zou hebben zou hij kiezen voor nog meer vrijheid: langere reizen naar verre bestemmingen. Zolang de kinderen klein zijn doet hij dat niet, want het is een harde wereld. Als je concurrent voor een dubbeltje per ton minder vaart, is de opdracht voor hem. “Met de opkomst van de Oostbloklanden hebben we er veel goedkope schippers bij gekregen, het is echt een prijsvechterswereld geworden.” Toch is Lagerweij blij dat hij vijftien jaar geleden de overstap maakte van de architectenwereld naar de scheepvaart. “Ik heb altijd iets met grote schepen gehad. Daarom besloot ik mijn vaarbewijs te halen en een mooi schip te kopen. Het is prachtig werk.” Wat het mooiste stuk is om te varen? “De omgeving van Maasbracht. Het gevoel dat je bijna weer thuis bent.”
Werkvloer nummer 18 jaargang 6 november 2008
5
Reach wetgeving voor diervoederbedrijven met technische hulpstoffen of grondstoffen voor toevoegingsmiddelen. Op 1 juni 2007 trad een nieuwe Europese verordening in werking, genaamd REACH. REACH staat voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemi caliën. De verordening wil mens en milieu beschermen door stoffen te be oordelen en toe te laten. Diervoeder en levensmiddelen vallen niet onder de reikwijdte van de verordening. Maar bedrijven die grondstoffen importeren of produceren voor toevoegingsmiddelen of technische hulpstoffen krijgen toch te maken met de verplichting tot (pre)registratie van deze stoffen.
R
EACH is een nieuwe Europese verordening die eerdere regels, zoals de Nederlandse Wet milieugevaarlijke stoffen, vervangt. Bijna alle bedrijven die met stoffen omgaan, krijgen met REACH te maken. Het begrip stoffen gaat daarbij verder dan alleen chemicaliën. Het gaat daarbij om stoffen, preparaten en stoffen in voorwerpen. De bedrijven krijgen de verantwoordelijkheid om de risico’s van deze producten in kaart te brengen en zo nodig maatregelen te nemen om mens en milieu te beschermen. Dit geldt dus voor fabrikanten van stoffen en preparaten als verf en reinigingsmiddelen, maar ook voor importeurs, distributeurs en professionele gebruikers. Denk aan schildersbedrijven, houtindustrie en producenten van producten als inktcartridges. Diervoederbedrijven die technische hulpstoffen gebruiken of grondstoffen voor toevoegingsmiddelen verwerken, kunnen ook met REACH te maken krijgen.
6
Werkvloer nummer 18 jaargang 6 november 2008
Registratie en informatieverplichting De belangrijkste verplichting uit de REACHverordening is de (pre)registratie van stoffen door producenten/importeurs in de tweede helft van 2008. Daarnaast moeten gebruikers ook hun leveranciers informeren over de bedrijfsspecifieke toepassingen. Voor stoffen die onder REACH vallen geldt een informatieverplichting. Dit houdt in dat leveranciers van stoffen verplicht zijn om informatie te verstrekken over het nemen van beheersmaatregelen ten aanzien van de (chemische) veiligheid. Voor zover aan een stof helemaal geen chemische risico’s zijn verbonden, zal gemakkelijk aan deze verplichting kunnen worden voldaan. Voor stoffen, die in het kader van REACH gevaarlijk zijn, is het verplicht om een veiligheidsinformatieblad te verstrekken. Concreet betekent dit dat bedrijven, die technische hulpstoffen en grondstoffen voor toevoegingsmiddelen in de handel brengen (import of productie), moeten voldoen aan de informatieverplichting en
de registratieverplichting van REACH. Die importeur of producent is (mede)verantwoordelijk voor het registreren van de stof bij het nog op te richten Europees agentschap voor chemische stoffen in Helsinki. Bestaande stoffen moeten tussen 1 juni 2008 en 1 december 2008 worden geregistreerd. Stoffen die in deze periode niet worden aangemeld, mogen daarna in principe niet meer worden gebruikt. Gevolgen REACH voor de diervoeder sector De gevolgen van REACH zijn voor de diervoedersector gering. Dit komt doordat chemische stoffen, voorzover deze in diervoeders worden toegepast, uitgesloten zijn van de registratieverplichting. Veel grondstoffen zijn bovendien niet als chemische stof aangemerkt en zijn dus helemaal uitgesloten. De enige uitzondering hierop kunnen bepaalde technische hulpstoffen en grondstoffen voor toevoegingsmiddelen zijn. Het is van belang dat diervoederbedrijven, die technische hulpstoffen gebruiken of grondstoffen voor toevoegingsmiddelen afnemen, bij hun toeleveranciers informeren of deze stoffen worden geregistreerd. Wanneer dit niet tijdig gebeurd, kunnen deze niet meer beschikbaar zijn op de Europese markt. Meer informatie over REACH vindt u op www.reach-helpdesk.nl . De volledige tekst van de verordening vindt u onder http://www.pdv.nl/lmbinaries/ 3.10-2_reach_wetgeving.pdf
Cursus preventiemedewerker E
lke organisatie met personeel (meer dan 1 fte) moet sinds 1 januari 2007 een preventiemedewerker in dienst hebben. Dit is in naleving van de verplichtingen uit de Arbeidsomstandighedenwet. De preventiemedewerker heeft onder andere als taak ondersteuning te verlenen bij de uitvoering van de Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E). Daarnaast is hij/zij binnen de organisatie hét aanspreekpunt voor vragen en onduidelijkheden rondom de arbeidsomstandigheden in een organisatie. Bij organisaties met minder dan 26 werknemers in dienst, mag de werkgever zelf de
Goed gereedschap draagt bij aan een veilige werkomgeving
functie van preventiemedewerker op zich nemen. Voorwaarde hierbij is dat de werkgever dan over voldoende deskundigheid, middelen en ervaring beschikt om de functie van preventiemedewerker goed te kunnen uitvoeren. Het Productschap Diervoeder organiseert samen met de vakbonden, speciaal voor bedrijven die nog geen preventiemedewerker hebben aangesteld of een preventiemedewerker in dienst hebben die nog over onvoldoende kennis beschikt, een branchespecifieke cursus. Aangezien de cursus zich niet alleen maar tot preventiemedewerkers richt, is hij ook uitermate geschikt voor bijvoorbeeld OR-leden. Tijdens de cursus word je op een eenvoudige wijze wegwijs gemaakt in de Arbowetgeving, het herkennen van gevaren, het beoordelen van risico’s, het planmatig werken aan verbeteringen en het zorgen voor een veilige en gezonde werkplek. Na de afronding van deze training ben je in staat zelfstandig een RI&E uit te voeren en de belangrijkste risico’s binnen jouw eigen organisatie te herkennen. Na afloop van de cursus ontvang je het certificaat Preventiemedewerker. De cursusdag is gepland voor 17 november 2008. Heb je interesse in deze cursus meld je dan aan via de website www.pdv.nl. Voor vragen kun je contact opnemen met Manou van der Meulen van het Productschap Diervoeder. Telefoon: 070-3708532. E-mail:
[email protected].
PDV lanceert grondstoffenbank I
n Nederland kennen we de Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet). Deze zorgt ervoor dat de arbeidsomstandigheden bij alle werkgevers in Nederland, ongeacht het aantal werknemers, gelijkwaardig en veilig zijn. In deze Arbo-wet staan de EU-richtlijnen ATEX-95 en ATEX137. De ATEX-95 richt zich op apparaten en beveiligingssystemen. Het is de bedoeling deze te gebruiken op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen. ATEX-137 richt zich op de verbetering van de gezondheidsbescherming en de veiligheid van werknemers.
In het kader van ATEX-137 lanceert het Productschap Diervoeder binnenkort de grondstoffendatabank. Hierin staan de fysische eigenschappen van de meest voorkomende grondstoffen en producten. Tevens is een methodiek ontwikkeld om de explosieklasse van een mengsel te berekenen. Met name de inventarisatie van de fysische eigenschappen van de betrokken grondstoffen, bijproducten, tussenproducten, eindproducten en reststromen was niet goed uitvoerbaar omdat toeleveranciers
onvoldoende in staat zijn om de benodigde gegevens aan te leveren. Deze grondstoffendatabank biedt nu hulp in deze. De Productschappen Diervoeder en Akkerbouw hebben gezamenlijk de databank in één keer voor iedereen ontwikkeld, zodat niet ieder bedrijf het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. Deze grondstoffendatabank levert bedrijven dan ook tijd- en kostenbesparing op. De databank is tot en met januari 2009 gratis te raadplegen via www.pdv.nl onder 'Arbeid/arbeidsomstandigheden'.
Werkvloer nummer 18 jaargang 6 november 2008
7
Colofon
Duurzame kansen
Werkvloer is een gezamenlijke uitgave van CNV BedrijvenBond, FNV Bondgenoten en het Productschap Diervoeder. Deze uitgave verschijnt vier keer per jaar. Redactie Manou van der Meulen, Hilde Harren, Erica de Bruin (PDV),
D
Aranka Ouwehand (FNV Bondgenoten),
ten op met onverwachte organisaties. En de bijdrage van een bedrijf aan het oplossen van actuele problemen wordt steeds belangrijker voor de motivatie van werknemers. Iedereen wil op verjaardagpartijtjes trots kunnen vertellen over zijn werk. Met name bij hoger opgeleiden die zoeken naar een baan wordt steeds vaker rekening gehouden met de maatschappelijke verantwoordelijkheid die een bedrijf neemt. Dat zijn de redenen waarom steeds meer bedrijven serieus werken aan hun MVObeleid. Niet enkel vanuit idealisme maar vooral om hun positie in samenleving en de markt te versterken en te verankeren.
Oli4
Kortom: het is koffiedik kijken hoe de wereld er over een paar decennia uit zal zien. Eén ding staat vast: grote en ingrijpende veranderingen zullen elkaar steeds sneller opvolgen. Als verbindingschakel tussen de plantaardige en dierlijke voedselketens krijgen diervoederbedrijven volop met deze revoluties te maken. Met een gestructureerd beleid op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) kunnen bedrijven in deze hectische tijd hun verankering in de samenleving versterken. Door potentiële knelpunten in de productieketen vroegtijdig te signaleren en proactief op te lossen hoeven overheden niet in te grijpen. Ondernemers blijven vrij om te ondernemen. Wetten, met in beton gegoten regels en bijbehorende administratieve lasten, worden zo voorkomen.
Kees-Jaap Hin Schuttelaar & Partners
Redactieadres
Column
e wereld schut op zijn grondvesten. De wereldbevolking groeit van 6 miljard mensen nu naar 9 miljard mensen in 2050. Al deze mensen willen eten, wonen en recreëren. Wetenschappers waarschuwen dat we met onze uitstoot van broeikasgassen en het gebruik van zoet water de grenzen van de ecologische buffers van de aarde benaderen. De keerzijde is dat we nog nooit zoveel geïnvesteerd hebben in research & development. Wereldwijd werken onderzoekers aan revolutionaire innovaties om efficiënter en duurzamer te produceren en aangenamer te kunnen leven. Nieuwe producten en productieprocessen worden, mede door het internet, razendsnel verspreid en geïmplementeerd.
Daarnaast biedt maatschappelijk verantwoord ondernemen ook kansen. Door als bedrijf actief meerwaarde te willen creëren, buiten de activiteiten die onmiddellijk zichtbaar zijn op jaarrekening, ontwikkel je een antenne voor nieuwe trends en ontwikkelingen. Bij veel grote spelers in de levensmiddelensector en de retail staan duurzaamheid en gezondheid hoog op de agenda. Kennis, ontwikkeld vanuit het MVO-beleid, die leidt tot inzichten voor praktische oplossingen voor duurzame ketens kan op termijn de positie in de markt versterken. En tot slot werkt een goed ingevuld MVObeleid inspirerend. Het levert nieuwe contac8
Werkvloer nummer 18 jaargang 6 november 2008
Frans van de Veen (CNV BedrijvenBond), Sanne Blankena Teksten Sanne Blankena, Paulien van de Graaff (PDV) Column Kees-Jaap Hin (Schuttelaar & Partners) Foto’s Fons van Bindsbergen Strip
Vormgeving Fons van Bindsbergen Drukwerk Deckers Snoeck N.V.
Productschap Diervoeder T.a.v. Redactie Werkvloer Postbus 29739 2502 LS Den Haag
Adreswijzigingen: 070-3708432 Reageren op Werkvloer? Wilt u reageren op Werkvloer? Dat kan. U kunt bellen, schrijven of mailen met commentaar, vragen en suggesties naar: Redactie Werkvloer e-mail:
[email protected] of FNV Bondgenoten: 0495-43 31 75 (Aranka Ouwehand) e-mail:
[email protected] CNV BedrijvenBond: 030-751 15 00 (Frans van de Veen) e-mail:
[email protected] U kunt Werkvloer ook in digitale vorm ontvangen. Stuur een mail naar de redactie van Werkvloer en de volgende editie wordt digitaal verstuurd.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Productschap Diervoeder. Suggesties en ideeën voor Werkvloer zijn van harte welkom. Neem dan wel tijdig contact op met de redactie.
ISSN 1572-5251