Werkplan
dOnS 4
Werkplan DONS 4 versie september 2015
INHOUDSOPGAVE
1 2
3
Openingstijden Over DONS 4 Locatiemanager
DONS dagelijks
6
De groepen De ruimtes Dagritme
6 6 7
Werkwijze
8
Huisregels Werkinstructies Schoonmaakrooster Zomerbeleid Regels per ruimte EHBO en BHV Pestprotocol
8 9 11 12 13 16 17
Communicatie
19
Oudercommissie
19
6
Praktische zaken
20
Bijzondere dagen Achterwacht
20 20
3
4
Inleiding Locatie
4
4 5 5
5
Werkplan DONS 4
2
1
Inleiding Dit Werkplan is een aanvulling op het algemene Pedagogisch Didactisch Beleidsplan van DONS Opvang. In het Werkplan staat de locatie-‐specifieke praktische uitvoering van de opvang beschreven. Het is met name bedoeld voor de locatiemanager en de DONS-‐ medewerkers, als handvat voor hun werkzaamheden, maar is ook interessant en inzichtelijk voor ouders en andere belangstellenden. DONS Opvang streeft naar het bieden van kwalitatief goede opvang. Het vastleggen van zaken in een Pedagogisch Didactisch Beleidsplan en een locatie-‐ specifiek Werkplan, beschouwen wij als onderdeel van het leveren van kwaliteit. Daarnaast wordt de kwaliteit gewaarborgd door de hoge eisen die worden gesteld door de gemeente. Deze eisen zijn vastgelegd in de Wet Kinderopvang. De naleving van de Wet Kinderopvang wordt gecontroleerd door de GGD in opdracht van de gemeente Amsterdam. De locatie-‐ specifieke Werkplannen van DONS worden jaarlijks herzien en zo nodig aangepast. Tussendoor is het ook mogelijk een wijziging in het Werkplan door te voeren. Bijvoorbeeld wanneer een praktische oplossing niet volstaat, wanneer er een verbouwing of (interne) verhuizing plaatsvindt of de betreffende school veranderingen in het eigen beleid doorvoert, dienen Huisregels en Werkinstructies in het Werkplan aangepast te worden. Op deze wijze hopen we dat het Werkplan een stabiele basis blijft voor het reilen en zeilen op de betreffende DONS locatie. Na elke wijziging wordt het Werkplan ter advies voorgelegd aan de oudercommissie.
Werkplan DONS 4
3
2
Locatie
Openbare basisschool Olympia Stadionkade 113 1076 BN Amsterdam 020-‐4712265
[email protected]
DONS 4 DONS 4 mobiel: 06-‐48449748 www.donsopvang.nl DONS-‐kantoor: 020-‐7370903
[email protected]
Openingstijden DONS 4 Op woensdag is DONS 4 gesloten. Alle andere schooldagen is DONS 4 open van 15:00 uur tot 18:30 uur. Op studie-‐ en vakantiedagen is DONS 4 open van 08:00 uur tot 18:30 uur. Op nationale feestdagen is DONS 4 gesloten. Werkplan DONS 4
4
Over DONS 4
DONS begon in 2009 op de Dongeschool als een actieve opvangorganisatie met theater en onderwijs als speerpunten. Met twee gedreven en enthousiaste oprichters met idealistische ideeën en wilde plannen èn een handvol kinderen. Sindsdien is er veel veranderd. Heel veel. Ouders en kinderen omarmden DONS. DONS maakte meerdere groeispurts door, heeft op de bres gestaan om het DONS concept te verdedigen en te bewaken en heeft gevochten voor een vruchtbare samenwerking met de Dongeschool, het schoolbestuur Openbaar Onderwijs aan de Amstel en Stadsdeel Amsterdam Zuid. DONS weerlegde algauw de focus van toneel naar ook andere creatieve vakgebieden en stelde gediplomeerde beroepskrachten aan met disciplines als beeldende vorming, muziek, gymnastiek en dans. Er kwam een eigen DONS-‐kantoor met beleids-‐ en administratieve medewerkers en een Creatief Team. En er volgden meerdere DONS-‐ locaties in en om Amsterdam. DONS op de Olympiaschool is de vierde locatie en is open sinds februari 2014. DONS vangt enkel de kinderen op van de basisschool waar DONS Opvang gestationeerd is. De Olympiaschool telt zo’n 190 kinderen. DONS Opvang vangt daar momenteel per week ongeveer 25 kinderen op. We maken gebruik van de ruimtes binnen de school, zoals de speelzaal en het beeldende vorming – lokaal (bevo-‐ lokaal). Naast Buitenschoolse Opvang verzorgt DONS op de Olympiaschool ook Lessen Onder Schooltijd. Zo worden er door (d)ons muzieklessen en theaterlessen gegeven en helpen we met de musical van groep 8. Locatiemanager De locatiemanager leidt het DONS-‐ team dat op die dag op de Opvang aanwezig is en zorgt ervoor dat de visie en omgangsvormen (zoals beschreven in het Pedagogisch Didactisch Beleidsplan), als ook de Huisregels en Werkinstructies (zoals beschreven in het locatie specifieke Werkplan), op de betreffende DONS-‐ locatie, naar behoren worden nageleefd en uitgevoerd. Hij/ zij maakt de roosters, draagt zorg voor de absentielijsten, maakt de groepsindelingen, verzorgt dagelijks een briefing voor het DONS-‐ team en belegt vergaderingen met de werkgroep. De locatiemanager zorgt voor een goede samenwerking en een goed contact van DONS met de kinderen, de docenten, de ouders en de directie en groepsleerkrachten van de betreffende school. Bij afwezigheid wordt de locatiemanager vervangen en is de dagleiding bij het personeel bekend. De locatiemanager op DONS 4 is Bart Hanemaaijer. Na de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding (HALO) heeft hij de studie Bewegingswetenschappen afgerond aan de Vrije Universiteit. Volleybal is zijn favoriete sport en fotografie een van zijn hobby’s. Hij is ’s ochtends op het DONS kantoor te vinden om de administratie en organisatie van DONS 4 in goede banen te leiden. In de middagen vangt hij de kinderen op, op de Olympiaschool. Ook geeft hij gymlessen tijdens schooltijd op andere DONS-‐locaties.
Werkplan DONS 4
5
3
DONS dagelijks
De groepen Groepssamenstelling In de wet-‐ en regelgeving staat dat een kind in de buitenschoolse opvang in één vaste groep, een ‘basisgroep’, geplaatst moet worden. Bij DONS heet een basisgroep een ‘kleurgroep’. De kleurgroepen worden samengesteld op basis van (mentale) leeftijd. Ook houden we waar mogelijk rekening met vriendschappen en de verhouding meisjes-‐jongens. Uiteraard krijgen kinderen bij DONS, buiten de gezamenlijke groepsactiviteiten, de vrijheid om zelf keuzes te maken in het opzoeken van vriendjes in een andere basisgroep. DONS 1 heeft momenteel 2 kleurgroepen. Deze zijn als volgt samengesteld: Geel (max. 20) groep 1-‐2 4 t/m 6 jaar Oranje (max. 20) groep 3+ 6 jaar en ouder Totale capaciteit bij 2 kleurgroepen: 40 kindplaatsen per dag Totale capaciteit a.d.h.v. aanvraag kindplaatsen: 58 kindplaatsen per dag
Momenteel zijn er op maandag 12 kinderen; dinsdag 20; woensdag 0; donderdag 16 en vrijdag 5 kinderen. Zo lang deze twee groepen samen onder de 20 kinderen blijven, worden deze twee groepen samengevoegd. Ouders zijn hiervan op de hoogte: het staat op de website van DONS en wordt uitgelegd tijdens het Wegwijsgesprek voor aanvang van de start op DONS 4. Bij groei wordt er een nieuwe kleurgroep gevormd. Iedere kleurgroep mag tot maximaal 20 kinderen groeien. Met drie kleurgroepen heeft DONS 4 een capaciteit van 58 kinderen: Geel Oranje Paars
(max. 20) (max. 20) (max. 20)
groep 1-‐2 groep 3+ groep 4+
4 t/m 6 jaar 6 jaar en ouder 7 jaar en ouder
De ruimtes DONS maakt gebruik van de ruimtes binnen de school. Dit wordt in goed overleg met de schooldirectie en gebouwbeheerders afgestemd. DONS 4 heeft enkele ruimtes per week vast tot beschikking. Beschikbare ruimtes Olympiaschool: GEEL ORANJE
DONS-‐lokaal
Speelzaal
BEVO-‐lokaal
Gang
Werkplan DONS 4
6
Op het moment zijn alle beschikbare ruimtes geschikt voor beide kleurgroepen. In de toekomst, en met de komst van een derde kleurgroep, verbinden wellicht de personeelsroosters een kleurgroep aan een ruimte, aan de hand van de leeftijd van de kinderen en het soort activiteit. Dagritme 15:00 uur Start DONS Wanneer de school uitgaat worden de kinderen van DONS opgevangen wanneer zij de school verlaten. De DONS medewerkers staan bij beide uitgangen om te zorgen dat ze in de stroom naar buiten de DONS kinderen kunnen meenemen, na een kort overdracht momentje met de betreffende docent. 15:00-‐ 15:45 uur Buiten spelen De DONS docenten inventariseren en controleren de aanwezigheid. Daarna gaan we onder begeleiding buiten spelen. Mocht het weer te slecht zijn, dan spelen we binnen in de daarvoor beschikbare ruimtes. 15:45-‐ 16:15 uur Eten en drinken Na het buiten spelen is het tijd voor eten en drinken. Tijdens het eten en drinken bieden we een hapje en een drankje (zie Protocol Voeding) aan en nemen we de tijd om de dag door te nemen en/ of om een verhaal te vertellen. De kinderen kunnen na een lange schooldag even tot rust komen. 16:15-‐ 17:15 uur Tijd voor een activiteit! Tussen 16:15 en 17:15 uur vinden de activiteiten plaats. Een activiteit duurt een half uur tot drie kwartier. In de resterende tijd wordt er (binnen of buiten) vrij gespeeld. 17:15-‐17:30 uur Dagsluiting! De dag wordt gezamenlijk afgesloten in de speelzaal. Tijdens de dagsluiting kunnen de kinderen aan elkaar laten zien wat zij die dag gedaan hebben. We stellen het op prijs als ouders hun kind niet eerder dan 17:30u ophalen i.v.m. ons activiteitenprogramma. Ouders zijn natuurlijk wel van harte welkom de Dagsluiting bij te wonen. 17:30-‐ 18:30 uur Na de Dagsluiting mogen de kinderen vrij kiezen.
Werkplan DONS 4
7
4
Werkwijze Duidelijke huisregels en werkinstructies zijn essentieel om veiligheidsrisico’s te verkleinen en zodoende te zorgen voor een veiliger klimaat. Omdat de kinderen van DONS zowel tijdens als na schooltijd gebruik maakt van dezelfde ruimtes, hanteert DONS zoveel mogelijk dezelfde (gedrags)regels die gelden in de klassen en op school. Waar nodig past of scherpt DONS bestaande regels aan. Huisregels voor de kinderen van DONS
Algemeen: ● We luisteren goed naar de DONS -‐juf of meester; ● Als we naar het toilet, naar binnen of buiten willen, vragen we dat aan de DONS-‐docent; ● Mobieltjes en (digitaal) speelgoed leveren we vóór aanvang van de opvang bij de docent in; ● Snoepen van eigen snoep is niet toegestaan tijdens DONS-‐ tijd (trakteren mag in overleg); ● Waardevolle spullen laten we zoveel mogelijk thuis; ● We pesten andere kinderen niet, we doen anderen niet opzettelijk pijn; ● We hebben respect voor elkaars spullen; ● Wat we gebruiken ruimen we ook weer op. Eten en drinken: ● We wassen de handen voor het eten, bij de wasbakken bij de wc’s; ● We zitten rustig tijdens het eten en drinken; ● We eten en drinken netjes. Binnenruimtes: ● We lopen rustig; ● We doen zachtjes op de gang; ● We lopen rechts de trap op of af en houden de leuning vast; ● We spelen niet op de trap; ● We glijden niet van de balustrade; ● We wippen niet op stoel of kruk; ● Jassen aan de kapstok, tassen in de tassenbakken, of op de kapstok; ● We gooien niet met voorwerpen; ● We ballen of voetballen niet zonder toestemming; ● We klimmen nergens op zonder toestemming; ● We ruimen het speelgoed waarmee we hebben gespeeld weer op; ● We kijken uit bij het spelen in de buurt van ramen; ● De keuken en de docentenkast ernaast zijn alleen voor docenten. Buitenruimtes: ● We klimmen alleen in de bomen met een lintje, niet hoger dan het lintje; ● We spelen niet met (speel)materiaal op, of met fietsen in de buurt van speeltoestellen; ● Uitsluitend fietsen/skaten met toestemming op de door de docent aangewezen plek ; ● Fietsen mogen enkel buiten het hek geplaatst worden. ● Balspelen vinden alleen plaats op de door de docent aangewezen plek, op het middelste gedeelte van het plein; ● We spelen of lopen niet in de plantenbakken en we blijven van planten en bloemen af; ● We treden niet buiten het hek, vraag een juf of meester als een voorwerp zoals een bal voorbij het hek gaat; ● Ren niet op de rand van de zandbak, kom niet in de zandbak als er een net overheen zit; Speel niet in het toestelhok. Werkplan DONS 4
8
Werkinstructies voor DONS-‐personeel
Algemeen: ● Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van de DONS-‐huisregels en pas deze actief toe; ● Schuif jezelf / DONS op aanwezig bij het aanwezigheidsbord bij de hoofdingang; ● Geef het goede voorbeeld. Schreeuw/rook/scheld niet en gebruik je privé-‐mobiel niet voor een ander doeleinde dan bereikbaar zijn voor je collega; ● Ren niet door de gangen of de lokalen; ● Zorg dat je tas met waardevolle spullen, medicijnen/sigaretten/aanstekers o.i.d. op een veilige plek wordt opgeborgen, op de bovenste plank van de afgesloten docentenkast; ● Zorg ervoor dat je bij het klaarzetten van spullen rekening houdt met de veiligheid van de kinderen; ● Ga respectvol met elkaar en met kinderen om, laat je niet negatief uit over elkaar; ● Raak elkaar en kinderen nooit ongewenst aan; ● Pas op met hete thee of koffie. Laat afkoelen, scheut koud water erbij en zet het altijd op een plek waar kinderen er niet bij kunnen; ● Volg altijd de afspraken over het veilig ophalen van kinderen; ● Verwijder altijd afval als je dit tegenkomt. Samenwerken: ● Zorg dat je op tijd bent; ● Zorg dat je je lessen goed hebt voorbereid, doe dit vóór en niet tijdens werktijd; ● Check de presentielijst nauwkeurig, zodat er geen kinderen achterblijven; ● Geef door aan de Locatiemanager welke kinderen er ontbreken na het uitgaan van de school; ● Bepaal wie welke taken heeft tijdens het eten en drinken: zorgen, entertainen; ● Spreek onderling duidelijk af wie er aan het eind van de dag alvast gaat opruimen en wie er bij de laatste kinderen (buiten) blijft; ● Zorg voor een goede overdracht naar ouders aan het eind van de dag; ● Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van de relevante lopende zaken binnen DONS, zodat je antwoord kunt geven op de vragen. Een specifiekere uitwerking hiervan is te vinden in de Inwerkmap DONS-‐docenten, intern document. Protocollen: DONS heeft een aantal werkinstructies en afspraken in Protocollen vastgelegd wat betreft: Hygiëne, Huiselijk geweld en kindermishandeling, Ziekte en medicijngebruik, Vermissing van een kind, (on)Zindelijkheid, Voeding, Uitstapjes en vervoer, Ventileren en luchten en Hoofdluis. ● Wees op de hoogte van de Protocollen en houd je aan de afspraken en werkinstructies zoals hierin beschreven. Binnenruimten: ● Attendeer de kinderen op de Huisregels die gelden voor de binnenruimtes; ● Zet elektrische apparaten zo mogelijk vast en buiten bereik van kinderen. ● Gebruik bij het openen van ramen altijd een raambeveiliger of kiepstand.
Werkplan DONS 4
9
Buitenruimten: ● Attendeer de kinderen op de Huisregels die gelden voor de buitenruimtes; ● Houd altijd toezicht tijdens het (buiten)spelen; ● Houd kinderen uit de bergruimte/ fietsenhok; ● Ruim los speelmateriaal rond speeltoestellen direct op; ● Controleer regelmatig speeltoestellen en buitenspeelgoed op gebreken; ● Gooi kapot speelgoed en speelgoed met scherpe randen weg; ● Na zonsondergang of bij slecht zicht wordt er niet buiten gespeeld; ● Wees extra alert bij kinderen die koorden aan hun kleding hebben. Knoop de koorden zo dat ze niet te lang zijn; ● Controleer de zandbak en de speelplaats voor gebruik op zwerfvuil (zie schoonmaakrooster); ● Kinderen mogen alleen met toestemming naar binnen; ● Kauwgom, mobieltjes, mp3 spelers en sigaretten niet toegestaan; ● Bij sneeuw/ijs controleren op gladheid, communiceren met de school. Afsluiten: ● Speelzaal/ gang bg/ gebruikte lokalen opgeruimd, tafels afgenomen; ● In gebruikte lokalen stoelen/ krukken op tafels; ● Afwas gedaan; ● Koek & Limo tassen gereed voor de volgende dag; ● Fietsen/ buitenspeelgoed opgeruimd, sleutel terug bij de administratie; ● Mappen/ klappers/ telefoon/ portemonnee in DONS-‐kast; ● Gevonden voorwerpen in gevonden-‐voorwerpen-‐kast; ● Deuren van de Wodanvleugel/ deur naar de wodanvleugel/ achterdeur op slot; ● Lichten uit en zonneschermen omhoog bij het centrale paneel bij de administratie; ● Afmelden bij het aanwezigheidsbord bij de ingang; ● Alarm aan (tenzij er anderen in het gebouw zijn).
Werkplan DONS 4
10
Schoonmaakrooster
Schoonmaakrooster Dons Verantwoordelijk voor:
MA
DI
WOE
DO
VRIJ
datum:
paraaf:
datum:
paraaf:
Plein en buiten speel materialen controleren (tussen 14:30 en 15:00 en herhalen) Stof afnemen met vochtige doek (tussen 14:30 -‐ 15:00) De vloer vegen / extra dweilen (wanneer nodig) De afwas/ koek en limo aanvullen
Sanitair controleren (tussen 14:30 -‐ 15:00 en blijven herhalen) namen: Linten wassen (elke maand/ zo nodig) Verkleedkleding, overig textiel naar wasserette/ wassen (elke maand/zo nodig) (Plastic) Speelgoed controleren en reinigen Donslades,-‐ kasten, -‐bakken, -‐ruimtes schoonmaken en opruimen (knustelwerkjes na blok weggooien) EHBO-‐ voorraad inventariseren, aanvullen Controleer elektrische apparaten en stopcontacten
Werkplan DONS 4
11
Zomerbeleid ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Kinderen worden van begin mei tot eind september op alle dagen dat het zonnig of half bewolkt is ingesmeerd, ook als ze in de schaduw spelen; Er wordt voor kinderen anti-‐zonnebrandmiddel met een factor (SPF) van ten minste 20 gebruikt en het middel beschermt zowel tegen uv-‐a-‐straling als tegen uv-‐b-‐straling; Kinderen worden regelmatig opnieuw ingesmeerd; Er wordt op toegezien dat kinderen zoveel mogelijk een T-‐shirtje en hoofdbedekking dragen als ze buitenspelen; Er wordt gezorgd voor voldoende schaduwplekken en genoeg te drinken; Bij volle zon wordt de duur van het buitenspelen beperkt (niet tussen 12 uur en 15 uur niet in de volle zon) en spel aangepast; Planten die bijen of wespen aantrekken zijn afwezig of worden verwijderd; Bij limonade drinken buiten worden rietjes gebruikt om te voorkomen dat een bij of wesp in de mond of keel terecht komt, zoet eten wordt beperkt; Plakkerige handen en monden worden bij buiten spelende kinderen direct schoongemaakt; Bij overlast wordt een hor voor raam of deur geplaatst om insecten te weren.
Werkplan DONS 4
12
Regels per ruimte
DONS maakt na schooltijd gebruik van verschillende ruimtes van het schoolgebouw. Naast lokalen vinden er ook activiteiten plaats in ruimtes waarvoor andere regels gelden of waar gebruikt gemaakt wordt van instrumenten, apparaten en toestellen. Speelzaal De volgende afspraken zijn gemaakt voor veiliger gebruik van de speelzaal, om het risico op ongelukken en verwondingen te verkleinen: Algemene afspraken: ● De speelzaal voldoet aan alle wettelijke eisen; ● Er is altijd een DONS-‐docent aanwezig in de ruimte, deze houdt toezicht, ziet toe op veiligheid en correct gebruik van de materialen in de ruimte; ● De docent zorgt bij oefeningen en spellen voor genoeg ruimte hiervoor; ● De docent zorgt dat hij/zij altijd overzicht houdt in de zaal, waarbij hij/zij zich zo positioneert dat alle leerlingen in de speelzaal in beeld zijn; ● Kinderen dragen geen sieraden of zicht beperkende hoofddeksels, denk aan petjes en mutsen; ● Kinderen doen geen oefeningen anders dan de les vraagt, vrij spelen is 'begeleid' spelen; ● In de gymzaal bewegen kinderen zich altijd op gymschoeisel (/antislipsokken) of blote voeten, zodat ze geen gladde, maar een stroeve afzet en grip hebben; ● Bij tikspelen en balspelen etc. altijd minimaal 3m2 per kind; ● De docent controleert of de vloer droog en schoon is om ongelukken en infecties te voorkomen; ● De docent zorgt ervoor dat punaises, spijkers of schroeven (onder 1.35m hoogte) verwijderd worden; ● De docent is altijd op de hoogte van waar EHBO-‐spullen en ice packs liggen, als dit er niet is zorgt de docent ervoor dat het er is; ● De docent heeft altijd een telefoon in de buurt voor een onverwacht ongeluk waarbij 112 moet worden gebeld of een arts met spoed; ● Kinderen mogen nooit in het opberghok spelen. Gebruik materialen: ● Alle toestellen voldoen aan de wettelijke eisen, Een erkende firma voert de jaarlijkse inventariskeuring uit, de eigenaar van het pand is hiervoor verantwoordelijk. Alle afgekeurde materialen worden niet meer gebruikt (bron: Arbo besluit hoofdstuk 7, warenbesluit speeltoestellen); ● In alle gevallen moeten de deuren vrijgehouden worden voor noodsituaties; ● Toestellen worden alleen opgesteld door een bevoegd docent bewegingsonderwijs; ● Kinderen tot en met 6 jaar spelen nooit op hoogtes van boven 1 meter van de grond, ondanks gebruik van matjes is dit onverantwoord; ● Bij hoogtes altijd preventief gebruik van matjes om een eventuele val op te vangen. Denk hierbij aan klimmen in rekken, op kasten of zwaaien aan touwen; ● Geen renspelletjes over materialen zoals ballen, hoepels en balanceermaterialen. Hierover kunnen kinderen wegglijden; ● Op balanceer-‐, klim-‐ en klautermateriaal wordt niet gerend, zodat kinderen de focus houden op balanceren, klimmen of klauteren om ongelukken te voorkomen; ● Al het klim-‐ en klautermateriaal wordt altijd veilig opgehangen of aan elkaar verbonden middels de daarvoor bestemde klemmen/ linten; ● Al het materiaal wordt opgeborgen na gebruik.
Werkplan DONS 4
13
Veiligheidsafspraken speeltoestellen/ sportmaterialen: ● Banken: de banken staan alleen rechtop opgesteld, banken met een evenwichtslat mogen ook ondersteboven opgesteld worden. Op de banken mag nooit worden gerend of er over heen gesprongen worden. ● Wandrek: de kinderen mogen met hun voeten niet hoger dan het geplaatste lintje, bij kinderen tot 6 jaar is het lintje geplaatst op 1 meter. Als kinderen hoger dan 1 meter mogen klimmen, worden er altijd matjes bij het wandrek gelegd. Er mogen max. 3 kinderen tegelijk klimmen op het wandrek. Kinderen mogen nooit boven een ander kind klimmen. Het wandrek wordt altijd bevestigd met het daarvoor bestemde bevestigingssysteem of klem. Er worden op het wandrek geen activiteiten gedaan waarbij snelheid een rol speelt, de aandacht ligt altijd op correct en veilig klimmen. ● Klim-‐, klauter-‐ en balanceermateriaal dat aan het wandrek, een kast of klim-‐toren kan worden bevestigd (kippentrappetjes, glijbaan en ladders): maximaal 1 kind per voorwerp. Er worden geen activiteiten gedaan waarbij snelheid een rol speelt. ● Hoepels: houten hoepels worden vooraf gecontroleerd op splinters en loszittende stukken. Er worden geen hoepels op de grond neergelegd bij ren of tikspellen waar kinderen kunnen uitglijden over wegglijdende hoepels. ● Ballen: alleen zachte ballen van schuim kunnen worden gebruikt voor afgooispellen. ● Rubberen werpringen: mikken op voorwerpen niet op andere kinderen. Er wordt altijd voor een vrije ruimte om het werpgebied gezorgd. ● Kleine matten: kleine matten worden gebruikt op plekken waar een risico op vallen is en liggen altijd op de grond. ● Houten blokken: met houten blokken kan worden gebouwd of ze kunnen als doel worden gebruikt. Er mag nooit mee gegooid worden. Bevo-‐ lokaal Regels voor gebruik van het BEVO lokaal tijdens DONS-‐lessen: ● Voor aanvang van de DONS-‐les checkt de DONS-‐docent het lokaal op rondslingerende materialen en resten (van gevaarlijke gereedschappen tot hoopjes houtsplinters); ● De ruimte wordt zo ingedeeld, dat er geen loopruimte ontstaat langs de radiatoren; ● Materiaal wordt enkel door de DONS-‐ docent gepakt. ● Werk in kleine groepjes met gevaarlijke materialen en gereedschappen.
Werkplan DONS 4
14
Gebruik BEVO-‐materialen ● Binnen het lokaal wordt alleen gewerkt met ‘kindvriendelijke materialen’. Dit betekent dat er niet met bijtende en giftige materialen wordt gewerkt zoals: wasbenzine, terpentine en andere chemicaliën; ● Er wordt geschilderd met verf op waterbasis, er wordt gewerkt met lijm op waterbasis. Scharen ● Scharen worden pas uitgedeeld op het moment dat de kinderen deze dienen te gebruiken en als er direct een docent bij staat die begeleiding biedt; ● Wij wijzen de kinderen er regelmatig op dat ze vanaf het moment dat ze met een schaar gaan werken niets anders doen dan knippen en dat ze zich niet laten afleiden; ● Er wordt zo min mogelijk gelopen met scharen. Als dit toch nodig is, wijzen wij de kinderen erop dat ze de schaar gesloten en met de punt in hun vuist moeten dragen; ● We geven instructies over hoe de kinderen moeten knippen; altijd van je af met de niet knippende hand zo dat je niet in je vingers kan knippen. Figuurzaagjes en stanleymessen ● Gereedschap zoals figuurzaagjes en stanleymessen zijn opgeborgen achter slot en grendel; ● Deze materialen zullen uitsluitend samen met een docent Beeldende Vorming gebruikt worden die van te voren instructies geeft en demonstreert hoe hiermee gewerkt wordt; ● Dit soort gereedschap wordt alleen door kinderen vanaf 9 jaar gebruikt. Spuitverf en haarlak ● Deze materialen worden niet in het lokaal gebruikt. Hiervoor moet buiten een geschikte plek worden gevonden, waar onder toezicht en begeleiding van een docent de verf/haarlak wordt gebruikt; ● Er wordt altijd met de windrichting mee gespoten; ● De kinderen die spuiten hebben een mond-‐/neuskapje voor; ● De andere kinderen staan op minstens één meter afstand. Niettangen, perforators e.d. ● Deze materialen worden alleen door de DONS-‐docent gebruikt.
Werkplan DONS 4
15
EHBO en BHV
DONS personeel wordt jaarlijks bijgeschoold in EHBO (Eerste Hulp Bij Ongelukken) en BHV (Bedrijfs Hulp Verlening). Deze trainingen worden toegespitst op de locaties en doelgroep. Ook participeren we in ontruimingsoefeningen op de locaties. Een EHBO-‐ trommel is te vinden in de docentenkast in het DONS-‐ lokaal. Het controleren en aanvullen van de voorraad is meegenomen in het Schoonmaakrooster. In geval van een calamiteit, volgen we de volgende stappen: 1. Locatie calamiteit bepalen. 2. Mondelinge/ telefonische melding: vragen: wat is er gebeurd, waar, zijn er slachtoffers, bijzonderheden? 3. Leerlingenmap + dit lijstje meenemen. 4. Telefoon en sleutels meenemen. 5. Inschatten gevaar en beslissen blussen/ ontruimen. Ontruiming 1. Bij uitblijven intern alarm, extern alarmeren (handbrandmelder). 2. HoofdBHV belt 112> meld: DONS Kinderopvang, Stadionkade 113b, aard calamiteit, bijzonderheden. 3. Kinderen rustig verzamelen bij de deur. 4. Kinderen tellen. 5. Toiletten en andere ruimtes bij eigen lokaal (eigen verdieping) ontruimen. 6. Ramen en (klap)deuren sluiten. 7. HoofdBHV: fluo-‐ hesje aantrekken. 8. Via de kortste route naar de uitgang. Er moet bij het kiezen rekening gehouden worden met de brandhaard. Neem geen lift. Loop rustig. 9. Buiten op de afgesproken plek* verzamelen, tellen/ registreren van ontruimde personen. 10. Vermissing kind? Acties bespreken met (BHV)collega’s aldaar. 11. Opvang hulpverleningsdiensten. *Schoolplein zijde Stadionkade Rooster BHV Hoofd BHV coördineert de ontruiming voor DONS-‐kinderen en –personeel. Dat betekent NIET dat deze terug gaat het gebouw in. Denk altijd eerst aan je eigen veiligheid en die van de kinderen. Elke docent dient te weten wat de vluchtroute is bij een alarm vanuit de ruimte waar die zich bevindt. Per dag zijn er BHV-‐ers bij DONS aanwezig. Als de Hoofd BHV-‐er afwezig is, neemt de eerstvolgende in het rooster de bedrijfshulpverlening over. Maandag
Hoofd BHV Bart
BHV-‐er 2 Wies
BHV-‐er 3
Dinsdag
Bart
Evita
Woensdag
Donderdag
Bart
Dorien
Vrijdag
Elfi
Op lange DONS-‐ dagen, zoals studie-‐ en vakantiedagen, is de dagleiding die dag Hoofd BHV of wordt er iemand voor aanvang van de DONS-‐dag aangewezen als Hoofd BHV.
Werkplan DONS 4
16
Sta op tegen pesten Op de scholen waar DONS locaties heeft, wordt gewerkt met verschillende programma’s. De lijn van pedagogiek van de betreffende locatie willen wij zoveel mogelijk volgen, om zo een doorlopende leerlijn te bieden, ook op het gebied van sociale vaardigheden en interactie tussen kinderen. Op de Olympiaschool werken ze met de Sta op benadering van pesten, De No Blame benadering van pesten (niet beschuldigend). Pesten heeft meestal de volgende vijf verschijningsvormen: ● Het gaat om opzettelijk kwetsend gedrag ● Het wordt vaak herhaald over een bepaalde periode ● Meestal zijn er meer dan twee personen bij betrokken (slachtoffer, pester, omstanders) ● De pester oefent ongepast macht uit over het slachtoffer ● Het is moeilijk voor de persoon die gepest wordt, om zichzelf te verdedigen Drie hoofdvormen van pesten ● Fysiek: slaan, schoppen, eigendommen afpakken, chantage ● Verbaal: naam-‐noemen, beledigen, racistische opmerkingen ● Indirect / emotioneel: nare verhalen verspreiden, uitsluiting van de groep of van activiteiten, chantage De Sta op benadering van pesten – De focus ligt op: ● Het is belangrijker het probleem op te lossen dan de pester te bestraffen ● Promoten van zorgende vaardigheden ● Reductie van agressie ● Verandering van het gedrag van de pester ● Beschuldig de pesters niet. Het idee is dat wanneer de pesters niet verweten wordt wat ze hebben gedaan, ze zich niet langer bedreigd en vernederd voelen en deel kunnen nemen aan het vinden van een oplossing. Van de omstanders wordt verwacht dat zij in staat zijn te zien dat zij, door niets te doen, het pesten toestonden. De zeven stappen van de Sta op benadering van pesten: Stap één – praat met het slachtoffer Wanneer de begeleider ontdekt dat er gepest wordt, begint hij een gesprek met het slachtoffer. Gedurende dit gesprek moedigt de luisteraar het slachtoffer aan te omschrijven hoe hij zich voelt en geeft reflectief commentaar. De opzet is niet om feiten te achterhalen; als het slachtoffer met bewijzen wil komen dan wordt dit altijd omgebogen in termen van veroorzaakt leed. De docent spreekt zijn vertrouwen uit over de procedure (het opzetten van een supportgroep voor de leerling) en het verwachte resultaat. Het is belangrijk dat het slachtoffer dit begrijpt en toestemming geeft voor het proces. Soms kan er de angst zijn dat het hem nog meer tot slachtoffer zal maken, maar wanneer het niet-‐straffende aspect voldoende wordt uitgelegd voelt het slachtoffer zich meestal veilig en opgelucht dat er iets aan gedaan gaat worden. De begeleider kan vervolgens het slachtoffer vragen naar namen van de betrokkenen, van bijstanders, personen die meedoen of toekijken en enkele vrienden die samen de supportgroep zullen vormen. De docent kan het slachtoffer uitnodigen iets op te schrijven of te tekenen wat zijn rotgevoel kan illustreren. De begeleider zal moeten checken of er iets in vertrouwen is gezegd wat niet mag worden verteld in de groep. Het slachtoffer wordt niet uitgenodigd om bij de groep te zijn, aangezien het mogelijk is dat hij door beschuldigingen te uiten, ontkenning of rechtvaardiging zal uitlokken en daarmee de probleemoplossende aanpak zal ondermijnen. Maak een afspraak om de leerling over een week terug te zien, om te horen hoe de zaken gaan. Bied het slachtoffer de mogelijkheid om opnieuw met je te spreken wanneer hij maar wil gedurende het proces, wanneer zaken niet goed gaan. Eindig met de geruststelling dat dingen zich zullen ontwikkelen en vraag de leerling om je de volgende week te vertellen wat hij aan verandering heeft waargenomen. Dit creëert een positieve verwachting en we weten dat verwachtingen een krachtige invloed hebben op hetgeen we waarnemen.
Werkplan DONS 4
17
Stap twee – beleg een bijeenkomst met de betrokkenen (supportgroep) De begeleider spreekt af met de groep leerlingen die betrokken zijn en genoemd werden door het slachtoffer. Een groep van vijf tot acht werkt goed. Dit geeft de begeleider de mogelijkheid om naar eigen inzicht de groep zo in balans te krijgen, dat er hulpvaardige en betrouwbare jongeren bij zijn, naast degenen wiens gedrag ellende veroorzaakt heeft. De bedoeling is om de kracht van de groepsleden te gebruiken om tot het beste resultaat te komen.
Stap drie – leg het probleem uit en kweek empathie
De begeleider begint met de groep te vertellen dat hij een probleem heeft – hij maakt zich zorgen over“X” die het erg moeilijk heeft op dit moment. Hij vertelt uitvoerig het verhaal over het ongelukkig voelen van het slachtoffer en gebruikt hetgeen deze geschreven of getekend heeft om nadruk te leggen op zijn ellende. Op geen enkel moment bespreekt hij details over de voorvallen of uit hij beschuldigingen aan de groep.
Stap vier – deel verantwoordelijkheid Wanneer het voorgaande is afgesloten kan het zijn dat de luisteraars teneergeslagen zijn of zich ongemakkelijk voelen en onzeker zijn over de reden van de bijeenkomst. Enkelen kunnen bang zijn voor mogelijke straf. De begeleider verandert de sfeer door expliciet te vermelden dat: ● Niemand in de problemen komt of gestraft zal worden. ● Er een gezamenlijke verantwoordelijkheid is om “X” te helpen zich prettig en veilig te voelen. ● De groep bijeengeroepen is om te helpen het probleem op te lossen.
Stap vijf – vraag de groepsleden naar hun ideeën Groepsleden zijn meestal oprecht geraakt door het verhaal van “X’s” ellende en opgelucht dat ze niet in de problemen zitten. Niemand is in een defensieve hoek gedrukt door beschuldigingen, en de kracht van de groep is gewijzigd van de“pest-‐leider” naar de groep als geheel, wier leden niet langer willen dat het gedrag doorgaat. Elke deelnemer wordt vervolgens aangemoedigd om ideeën in te brengen waardoor het slachtoffer geholpen kan worden zich prettiger te voelen. Deze ideeën worden in de ik-‐vorm geformuleerd. “Ik zal met hem naar school lopen”. “Ik kan hem vragen naast mij te komen zitten tijdens het eten”. Ideeën worden ingebracht door de leden van de groep en niet door de docent. Hij geeft positieve reacties maar probeert geen belofte af te dwingen voor beter gedrag.
Stap zes -‐ geef verantwoordelijkheid over en spreek af elkaar opnieuw te treffen De begeleider sluit de bijeenkomst af met het geven van verantwoordelijkheid aan de groep om het probleem op te lossen. Er wordt geen geschreven contract gemaakt – het gaat om een kwestie van vertrouwen. Hij bedankt hen, toont vertrouwen in een positieve uitkomst en spreekt af elkaar opnieuw te treffen om te zien hoe de zaken gaan.
Stap zeven -‐ kijk terug met het slachtoffer en met de leden van de supportgroep Ongeveer een week later, bespreekt de docent met elke leerling, inclusief het slachtoffer, hoe de dingen zijn gegaan. Dit geeft de docent de mogelijkheid de pester te volgen en houdt de jongeren betrokken bij het proces. Deze bijeenkomsten zijn steeds met één groepslid tegelijk zodat ieder iets kan zeggen over zijn eigen bijdrage, zonder een competitieve sfeer te creëren. Het is niet erg als niet iedereen zijn plan is nagekomen, zolang het pesten maar gestopt is. Het slachtoffer hoeft niet de meest populaire persoon van de school te worden, als hij zich maar veilig en prettig kan voelen.
Werkplan DONS 4
18
5
Communicatie
Oudercommissie DONS 4
Bij DONS zorgen we ervoor dat de twee opvoedomgevingen, thuis en de opvang, goed op elkaar zijn afgestemd. Ouders worden actief en informeel betrokken bij het kwaliteits-‐ en pedagogisch beleid van de organisatie. Elke DONS-‐locatie heeft een eigen oudercommissie. Deze OC’s hebben de taak om: ● De belangen van de kinderen en ouders van DONS zo goed mogelijk te behartigen en de ouders te vertegenwoordigen; ● Te adviseren over de kwaliteit van de opvang bij DONS; ● Ontwikkelingen rond de kinderopvang kritisch te volgen; ● Te adviseren bij wijzigingen in beleid en kosten (bijvoorbeeld uitbreiding kindplaatsen en verhoging tarief); ● Bij de jaarlijkse GGD-‐Inspectie de gevraagde (onafhankelijke) informatie te geven over DONS. De oudercommissie op DONS 4 bestaat uit: Linda van der Weg – voorzitter, moeder van Kasper Anna Dal Maschio, moeder van Sofia Femke Stevens, moeder van Julius
[email protected]
Werkplan DONS 4
19
6
Praktische zaken
Bijzondere dagen
Woensdagen DONS 4 is vooralsnog dicht op de woensdagen. De opkomst is te laag en de aanvragen voor deze dag nihil. Bij uitzondering kunnen kinderen worden opgevangen op de DONS 1 locatie, op de Dongeschool. Tijdens vakanties zal DONS 4 op woensdag wel opvang verzorgen. Wanneer ook dan de opkomst laag is, kan er gekozen worden om de opvang op DONS 3, de Notenkraker plaats te laten vinden.
Achterwacht Personeel van DONS wordt geacht op alle locaties inzetbaar te zijn. Per blok worden er per locatie nieuwe personeelsroosters gemaakt. Deze worden wekelijks bijgesteld aan de hand van ziekteverzuim of afwezigheid. De office-‐ manager zorgt voor de nodige vervanging. Er is altijd iemand van kantoor bereikbaar. Dit kan de directeur zijn, de office-‐ manager of beleidscoördinator. Zij gelden voor DONS 4 ook als Achterwacht en zijn oproepbaar bij calamiteiten. Deze leden van de achterwacht zijn in bezit van het juiste diploma en een VOG en kunnen binnen 15 minuten op DONS 4 aanwezig zijn.
Werkplan DONS 4
20