DE EUROPESE UNIE IN HET KORT
Investeren in werk gelegenheid, inclusie en sociaal beleid is investeren in de toekomst
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
So c i a le i n v es t er i n g en zi j n o n m i s ba a r o m s t er ker en m et m eer c o h es i e en c o n c u r r en t i ev er m o g en u i t d e c r i s i s t e ko m en .
INHOUD Waarom houdt de EU zich hiermee bezig? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Hoe voert de EU haar beleid uit? . . . . 6
DE EUROPESE UNIE IN HET KORT Deze publicatie maakt deel uit van een reeks brochures waarin wordt uitgelegd wat de EU doet op verschillende beleidsterreinen, waarom de EU daar een rol speelt, en wat de resultaten zijn.
Wat doet de EU? . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 De koers voor de toekomst . . . . . . . . 15 Meer informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
U vindt deze brochures op de volgende website:
http://europa.eu/pol/index_nl.htm http://europa.eu/!Pr64nF Hoe werkt de Europese Unie? Europa in 12 lessen Europa 2020: Europa’s groeistrategie De grondleggers van de EU Landbouw Grenzen en veiligheid Bankwezen en financiën Begroting Klimaatbescherming Concurrentie Consumenten Cultuur en audiovisuele media Douane Digitale agenda De Economische en Monetaire Unie (EMU) en de euro Onderwijs, opleiding, jeugd en sport Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie Energie Uitbreiding Ondernemingen Milieu Fraudebestrijding Voedselveiligheid Buitenlands en veiligheidsbeleid Humanitaire hulp en civiele bescherming Internationale samenwerking en ontwikkeling Interne markt Justitie, grondrechten en gelijkheid Maritieme zaken en visserij Migratie en asiel Volksgezondheid Regionaal beleid Onderzoek en innovatie Belastingen Handel Vervoer
De Europese Unie in het kort: Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie Europese Commissie Directoraat-generaal Communicatie Publieksvoorlichting 1049 Brussel BELGIË Manuscript voltooid in november 2014 Foto’s op de omslag en bladzijde 2: © Glowimages/ F1online 16 blz. — 21 × 29,7 cm ISBN 978-92-79-42156-3 doi:10.2775/57711 Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2014 © Europese Unie, 2014 Reproductie toegestaan. Voor overname of reproductie van afzonderlijke foto’s hebt u toestemming van de rechthebbenden nodig.
W E R K G E L E G E N H E I D ,
S O C I A L E
Z A K E N
E N
I N C L U S I E
3
Waarom houdt de EU zich hiermee bezig?
De Europese Unie (EU) is gebaseerd op het concept van de sociale markteconomie. Volledige werkgelegenheid, sociale vooruitgang, sociale inclusie, sociale bescherming, solidariteit en sociale cohesie worden daarom in het EU‑Verdrag vermeld als prioriteiten. Bij de ontwikkeling en uitvoering van EU‑beleid moet daarmee altijd rekening worden gehouden. Het Verdrag bevat ook een Handvest van de grond rechten van de EU, dat bindend is. Dat Handvest garandeert de sociale rechten van alle inwoners van de EU, zoals: • het recht van werknemers om ingelicht en geraadpleegd te worden door hun werkgevers; • het recht om te onderhandelen en te staken; • het recht op toegang tot arbeidsbemiddeling; • het recht op bescherming bij onterecht ontslag; • het recht op behoorlijke en waardige arbeids omstandigheden;
• de bescherming van jonge werknemers; • de combineerbaarheid van werk en gezin door bescherming tegen ontslag bij zwangerschap en het recht op ouderschaps- en betaald zwangerschapsverlof; • het recht op sociale zekerheid, bijstand voor huisvesting en gezondheidszorg. In 2010 kwam de Europese Unie met Europa 2020, een tienjarenstrategie voor groei om de crisis te overwinnen die vele EU‑landen nog altijd treft (zie ook europa.eu/ pol/index_nl.htm). Die strategie moet de voorwaarden scheppen voor een slimmere, duurzamere en meer inclusieve groei. Daartoe zijn doelstellingen bepaald die de EU tegen 2020 moet halen op vijf gebieden: werk gelegenheid, onderwijs, onderzoek en innovatie, sociale inclusie en armoedebestrijding, en klimaat/energie. Deze brochure gaat over werkgelegenheid, sociale bescherming en sociale inclusie.
Werkgelegenheid
• het verbod op kinderarbeid; In november 2013 waren 26,5 miljoen inwoners van de EU werkloos. Daar moet dringend meer tegen worden gedaan. Een van de doelstellingen van Europa 2020 is ervoor te zorgen dat 75 % van de actieve bevolking (20 tot 64 jaar oud) vóór 2020 een baan heeft.
BEVOLKINGSOPBOUW IN DE EU, 2000-2035
600
De EU neemt daartoe allerlei initiatieven. Zo geeft zij de werkgelegenheid een impuls door sociaal ondernemen te stimuleren. Daarnaast herstelt zij de dynamiek op de arbeidsmarkten door met een Europees kader te komen dat anticipeert op economische herstructureringen. En zij verbetert de sturing van de economie in de EU door elk jaar benchmarks te publiceren waarmee de prestaties van de EU‑landen kunnen worden vergeleken op basis van een aantal werkgelegenheidsindicatoren.
Bevolking in miljoenen mensen
500
400
300
200
100
0
2000
2005 0-19
2010
2015 20-64
2020
2025 65-79
2030
2035 80+
Bron: Eurostat, EU-arbeidskrachtenenquête.
De Europese bevolking vergrijst en de EU neemt stappen om zich daaraan aan te passen.
4
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
© European Union
De EU heeft voorstellen gedaan om de werkloosheid in Europa aan te pakken.
De EU werkt er hard aan om de jeugdwerkloosheid te verminderen. Die is meer dan twee keer zo hoog als onder volwassenen (23,6 % in vergelijking met 9,5 % in november 2013). Zij promoot ook een meer gerichte totaalaanpak in de strijd tegen de jeugdwerkloosheid: directe steun voor jongeren die daar het meest behoefte aan hebben, gecombineerd met structurele hervormingen gericht op een hechter partnerschap tussen overheden, formeel onderwijs, beroepsonderwijs, uitzendbureaus, bedrijfsleven, sociale partners en het maatschappelijk middenveld in alle EU‑landen.
Integratie van de Roma‑gemeenschap Een van de grootste en meest achtergestelde bevolkingsgroepen in Europa is de Romagemeenschap: 10 tot 12 miljoen mensen, waarvan 80 % op of onder de armoedegrens leeft. Meer dan 70 % van hen heeft niet eens de lagere school afgemaakt. Daardoor komen zij voor veel banen niet in aanmerking en ontstaat er een negatief beeld over hun geschiktheid voor werk, wat tot nog meer uitsluiting leidt. Alle problemen van de Roma — te lage opleiding, werkloosheid, slechte huisvesting, sociale uitsluiting en discriminatie — liggen op gebieden die de EU wil aanpakken met haar Europa 2020-strategie. De EU wil alle maatregelen die de lidstaten hebben genomen voor de integratie van de Roma op elkaar afstemmen en zowel regionale en lokale overheden als Roma- en andere ngo’s daarbij betrekken. De Europese Commissie gaat na of de aanpak van de lidstaten tot concrete programma’s en maatregelen leidt. Op 9 december 2013 heeft de Raad van ministers van de EU voor het eerst een wettelijk instrument voor de integratie van de Roma vastgesteld. Het ging om een aanbeveling om de economische en maatschappelijke integratie van de Roma-gemeenschappen te verbeteren.
S O C I A L E
Z A K E N
E N
5
I N C L U S I E
© Monty Rakusen/cultura/Corbis
W E R K G E L E G E N H E I D ,
Geharmoniseerde werkmethoden hebben geleid tot betere arbeidsomstandigheden in de hele EU.
Sociale inclusie
Sociale bescherming
In 2012 leefden 124,5 miljoen mensen in de EU (24,8 % van de bevolking) in armoede of sociale uitsluiting, of op de rand daarvan. Veelal ging het om vrouwen en kinderen.
De sociale zekerheid in de EU‑landen moet mensen helpen die met werkloosheid, gezondheidsproblemen, invaliditeit, gezinsproblemen, ouderdom enz. kampen. Ieder land organiseert en financiert zijn eigen sociale zekerheid, maar de EU coördineert deze stelsels, in het bijzonder met het oog op mensen die in een ander EU‑land willen gaan wonen of werken.
Iets meer dan een op de zes mensen (18,5 %) leefde in 2011 in armoede. Bijna de helft daarvan (8,9 % van de totale bevolking) is zelfs niet in staat te betalen wat velen van ons als essentieel beschouwen voor een waardig leven, zoals verwarming, onverwachte uit gaven, een wasmachine, een telefoon of een auto. In de armste landen van de EU gaat het zelfs om ruim 45 % van de bevolking. Ongeveer 10 % van de Europeanen in de actieve leeftijd leeft in een gezin waar niemand werkt. Door de economische crisis is de situatie ongetwijfeld nog erger geworden. In de 21e eeuw is deze toestand onaanvaardbaar. Een van de belangrijkste doelstellingen van Europa 2020 is daarom om nog vóór het einde van het decennium minstens 20 miljoen mensen uit de armoede te halen.
6
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
Hoe voert de EU haar beleid uit? Beleidsinstrumenten
Wetgeving
In 2010 werd het „Europees semester” ingevoerd, dat ieder jaar van januari tot juli loopt. In die periode analyseert de Europese Commissie het economisch beleid van de EU‑landen en geeft zij elk land aanbevelingen, nog vóór de regering de begroting opstelt en bij het nationale parlement indient. Die aanbevelingen gaan vaak over werkgelegenheid, sociale bescherming en inclusie (arbeidsmarkt, armoede, kansarmen, pensioenen enz.).
Op EU‑niveau worden minimumeisen wettelijk vast gelegd. De EU‑landen moeten deze EU‑wetten dan in hun eigen nationale wetgeving opnemen en uitvoeren, waardoor de rechten en plichten van werknemers in de hele EU op een vergelijkbaar niveau worden beschermd. Nationale autoriteiten, waaronder rechtbanken, zijn verantwoordelijk voor de handhaving van de nationale wetgeving. De Europese Commissie controleert of de EU‑wetgeving correct wordt omgezet en uitgevoerd. Het Hof van Justitie van de Europese Unie speelt een belangrijke rol bij geschillen door nationale rechtbanken juridisch advies te geven over de interpretatie van de wetgeving.
Omdat de EU‑landen het beleid op deze gebieden het best zelf kunnen uitvoeren, speelt de EU alleen een ondersteunende en aanvullende rol. Dat gaat via de „open coördinatiemethode”. Dat is een kader voor samenwerking waarbij elk EU‑land het nationale beleid op dit gebied op gemeenschappelijke doelstellingen afstemt en dit vervolgens door de EU wordt gemonitord.
Het EU‑Verdrag heeft het beginsel van het vrije verkeer vastgesteld. Dat houdt in dat u als EU‑burger: • een baan mag zoeken in een ander EU‑land;
Op grond van het EU‑Verdrag kunnen vakbonden en werkgeversorganisaties akkoorden sluiten op EU-niveau. Op bepaalde gebieden (bijv. arbeidsomstandigheden of gezondheid en veiligheid op het werk) kunnen die akkoorden Europese wetgeving worden. Dat is al gebeurd voor onderwerpen als ouderschapsverlof, arbeidscontracten voor bepaalde duur en deeltijdwerk.
• nergens in de EU een werkvergunning nodig hebt; • in een ander EU‑land mag wonen terwijl u daar werk zoekt; • in dat land mag blijven, ook als u er niet meer werkt; • dezelfde rechten hebt als burgers van dat land op het gebied van werk, arbeidsomstandigheden en sociale en fiscale voordelen.
De Europese zorgpas geeft recht op gezondheidszorg als u tijdelijk in het buitenland bent.
U kunt sommige vormen van ziekteverzekering en sociale zekerheid overdragen naar het land waar u werk gaat zoeken. U kunt ook uw beroepskwalificaties laten erkennen in het buitenland. Uw rechten zijn misschien niet helemaal gelijk als u een eigen onderneming wilt beginnen, student of gepensioneerde bent, of in andere zin niet economisch actief bent. Er gelden ook beper kingen in verband met de openbare veiligheid, het overheidsbeleid, de volksgezondheid en werkgelegenheid in de overheidssector. Over het algemeen geldt de EU‑wetgeving voor het vrij verkeer van werknemers ook voor IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die deel uitmaken van de EER (Europese Economische Ruimte), en voor Zwitserland.
W E R K G E L E G E N H E I D ,
S O C I A L E
Z A K E N
E N
I N C L U S I E
7
Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. De EU‑arbeidswetgeving gaat vooral over twee gebieden: • arbeidsomstandigheden (o.a. arbeidstijd, deeltijdwerk, contractarbeid en detachering van werknemers);
Korte video over het Europees Sociaal Fonds.
Al sinds 1959 is er EU‑wetgeving over de coördinatie van de sociale zekerheid. Die moet ervoor zorgen dat u uw sociale zekerheid niet verliest als u naar een ander EU‑land verhuist en dat u er recht hebt op gelijke behandeling. Zo kunt u als EU‑burger uw pensioen blijven ontvangen als u naar het buitenland verhuist. De EU‑regels beschermen uw socialezekerheidsrechten als u binnen de EU of in IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland gaat wonen. De EU stelt wettelijke minimumeisen voor gezondheid en veiligheid op het werk in alle sectoren, particuliere bedrijven en overheidsdiensten. Die duidelijke regels hebben de situatie in de hele EU verbeterd. De EU doet bovendien veel aan voorlichting en begeleiding, en dringt aan op veilige en gezonde werkplekken. Zij werkt daarbij nauw samen met het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk en de Europese
Financiële instrumenten Het Europees Sociaal Fonds (ESF), een van de structuurfondsen van de EU, is in 1957 opgericht om de verschillen in welvaart en levensstandaard tussen verschillende landen en regio’s te verminderen. Ongeveer 10 % van de EU‑begroting gaat naar het ESF. Dat financiert daarmee tienduizenden projecten in alle EU‑landen en -regio’s, maar vooral daar waar de economie minder goed ontwikkeld is. Van 2007 tot 2013 hebben elk jaar bijna 10 miljoen mensen van het ESF kunnen profiteren. Het ESF betaalde in die periode in totaal 76 miljard € aan de EU‑landen en -regio’s ter aanvulling van ongeveer 36 miljard € van de nationale overheden.
© Stockphoto.com/Mark Ballantyne
De EU heeft gezorgd voor strenge wetten op het gebied van gezondheid en veiligheid.
• informatie en raadpleging van werknemers (o.a. in het geval van collectief ontslag en verplaatsing van het bedrijf).
© iStockphoto.com/Chris Schmidt
8
Op 1 januari 2014 is de rol van het ESF als belangrijkste EU‑instrument voor het investeren in mensen nog verder versterkt. Het ESF helpt de EU‑landen hun beleid ten aanzien van de arbeidsmarkt, sociale inclusie en werkgelegenheid, institutionele capaciteit en openbaar bestuur bij te stellen op basis van de EU‑prioriteiten en -aanbevelingen. Zij moeten 20 % van de ESF‑bijdrage in sociale‑integratieprojecten steken. Het fonds moet daarnaast zorgen voor 23,1 % van de totale financiering van het cohesiebeleid op EU‑niveau, wat uiteindelijk bepalend is voor de totale omvang van de ESF‑financiering in de lidstaten. Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globali sering (EFG) verleent steun op maat aan werknemers die het slachtoffer worden van massaontslagen op Europese schaal. Sinds 1 januari 2014 is dit fonds er ook voor werknemers die hun baan verliezen door een onverwachte crisis en voor werknemers die vroeger niet voor EFG‑steun in aanmerking kwamen, zoals tijdelijke krachten en zelfstandigen. In regio’s met een hoge jeugdwerkloosheid kan het EFG nu ook maatregelen financieren voor jongeren die werkloos zijn en geen onderwijs of opleiding volgen.
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering helpt werk nemers in de EU die hun baan zijn kwijtgeraakt, om nieuw werk te vinden of een opleiding te volgen.
Het nieuwe Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) beschikt voor de periode 20142020 over een budget van 3,5 miljard € (op basis van de prijzen van 2011). In reële termen gaat het om een lichte verhoging ten opzichte van het oude programma voor voedselverstrekking. Daarnaast zullen de EU‑landen zelf nog eens 15 % bijdragen. Voor de periode 2014-2020 zijn de drie direct door de Europese Commissie beheerde financiële instrumenten, namelijk het programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit Progress, het Europese netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening Eures en de Europese Progress‑microfinancieringsfaciliteit, verruimd en geïntegreerd tot één enkel nieuw programma EaSI: het EU‑programma voor werkgele genheid en sociale innovatie.
W E R K G E L E G E N H E I D ,
S O C I A L E
Z A K E N
E N
I N C L U S I E
9
Wat doet de EU? De Europese Commissie neemt concrete maatregelen om verschillende categorieën mensen (zoals werklozen) te helpen en om nationale, regionale en lokale overheden aan te zetten nieuwe problemen aan te pakken (zoals jeugdwerkloosheid en vergrijzing). Hier volgen een paar voorbeelden van lopende initiatieven.
Banen voor jongeren De EU-landen hebben in april 2013 de Jeugdgarantie goedgekeurd, een pakket maatregelen om jongeren aan de slag te helpen. Binnen vier maanden nadat zij van school gaan of werkloos worden, moeten jongeren onder de 25 jaar een aanbod krijgen voor een passende baan, aanvullende studie, leercontract of stage.
© Heide Benser/Corbis
Het gaat om een nieuwe totaalaanpak van de jeugdwerkloosheid: elk EU‑land vormt nieuwe partnerschappen tussen centrale en lokale overheden enerzijds en de onderwijswereld, het bedrijfsleven, jongerenorganisaties, arbeidsbureaus, en sociale en gezondheidsdiensten anderzijds met het oog op structurele hervormingen:
een brede hervorming van het onderwijs zodat jongeren de vaardigheden leren die de arbeidsmarkt nodig heeft, de invoering van tweedekansonderwijs met veel meer mogelijkheden voor drop‑outs, en een veel nauwere samenwerking tussen arbeidsbureaus en andere betrokkenen. In 2013 is een Europese Alliantie voor leerlingplaat sen van start gegaan om organisaties uit de publieke en particuliere sector die het aantal, de kwaliteit en het imago van leerlingplaatsen willen verbeteren met elkaar in contact te brengen. De Europese Commissie heeft een voorstel gedaan voor een kwaliteitskader voor stages dat moet zorgen dat stages een echte springplank worden voor jongeren op de arbeidsmarkt. Momenteel is een op de drie stages ondermaats als het gaat om arbeidsvoorwaarden of leerinhoud. De Commissie stelt onder meer voor dat er voor stages een schriftelijke stageovereenkomst moet worden afgesloten waarin afspraken worden gemaakt over leerdoelstellingen, stagebegeleiding, duur, arbeidstijd, een eventuele stagevergoeding of andere compensatie, sociale zekerheid enz.
EU-initiatieven zoals „Jeugd in beweging” helpen jongeren een baan te vinden in een ander EU-land.
10
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
Het werkgelegenheidspakket „Naar een banenrijk herstel” Met dit pakket van maatregelen en voorstellen uit 2012 wil de Commissie de EU‑landen aanzetten de werk gelegenheid te bevorderen door lagere belastingen op arbeid of meer steun voor nieuwe bedrijven. Zij noemt ook de sectoren met het grootste potentieel voor nieuwe banen: gezondheidszorg, ICT en de groene economie. Het jeugdgarantieplan zorgt ervoor dat alle jongeren tot 25 jaar binnen vier maanden na het afronden van hun opleiding of nadat zij werkloos zijn geraakt, een passende baan of stageplaats aangeboden krijgen.
Het „Green Skills”-partnerschap in het Verenigd Koninkrijk „Green Skills” is een door Unionlearn, de scholings organisatie van de Britse vakbonden (TUC), gecoördineerd partnerschap van uiteenlopende organisaties voor opleiding en re‑integratie van werklozen en laaggeschoolden via leertrajecten die opleiden voor banen in de groene economie. Aangesloten hierbij zijn vakbonden, vakopleidingen en brancheverenigingen, maar ook een aantal Londense deelgemeenten, particuliere bedrijven, gemeenschapsgroepen en vrijwilligersorganisaties. De partnerschappen, die rond projecten zijn georganiseerd waarbij Unionlearn als tussenpersoon of bemiddelaar optreedt, bieden erkende mogelijkheden voor permanent leren. Om werknemers te betrekken bij het „vergroenen” van activiteiten kunnen vakbondsvertegenwoordigers via een begeleidingssysteem en onlinecursussen worden opgeleid tot „pioniers” of „ambassadeurs”. Het „Green Skills”-partnerschap is vooral actief in de tuinbouw, de bouw en de sector afvalbeheer. Er zijn voor- en begeleidingstrajecten ontwikkeld voor werklozen, laaggeschoolden en andere kansarmen (zoals mensen met een strafblad) om hun terugkeer op de arbeidsmarkt te bevorderen via programma’s voor de renovatie van sociale woningen.
In de energiesector zullen steeds meer mensen hun brood verdienen met hernieuwbare energie. Hun aandeel zal naar verwachting groeien van 19 % in 2010 tot 32 % in 2020 (ongeveer 3 miljoen mensen). Europa kan een leidende rol gaan spelen bij de exploi tatie van hernieuwbare energiebronnen en zo zijn exportmogelijkheden vergroten. Dat kan weer extra banen opleveren. De aanpassing van bestaande woningen kan bovendien 280 000 tot 450 000 nieuwe arbeidsplaatsen opleveren voor energieauditoren, certificeerders, inspecteurs van verwarmingssystemen, installateurs van hernieuwbare technologie en producenten van energie‑efficiënte materialen voor de bouw. Onderhoud, reparatie, modernisering en hergebruik over de gehele levensduur van 70 % van de belangrijkste materialen van het product leveren nog eens 560 000 banen extra op in 2025, terwijl er door een beter afvalbeheer tot 2020 nog eens 400 000 arbeids plaatsen bijkomen. Ongeveer 21 miljoen banen in Europa staan op de een of andere manier in verband met milieubescherming, en dat aantal zal nog stijgen. Uit een Eurobarometeronderzoek van 2011 bleek dat 78 % van de Europeanen denkt dat klimaatbescherming goed is voor de economie en de werkgelegenheid. De EU gaat 105 miljard € investeren om een aantal economische sectoren te „vergroenen” en te zorgen voor nieuwe werkgelegenheid in een duurzame, CO2-arme economie.
W E R K G E L E G E N H E I D ,
S O C I A L E
Z A K E N
E N
„Je eerste Eures-baan” moet jongeren meer kans op werk in Europa geven en werkgevers aanmoedigen moeilijke vacatures in te vullen met jonge mensen uit andere EU-landen.
Eures Eures is een Europees netwerk voor beroepsmobiliteit waarbij alle EU‑landen en IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland zijn aangesloten. Het biedt informatie, richtsnoeren en arbeidsbemiddelingsdiensten aan voor werkzoekenden, werkgevers en iedereen die wil profiteren van het vrije verkeer van werknemers. Er zijn 900 Eures‑adviseurs die hun diensten in het veld aanbieden. In november 2013 stonden er op het Euresinternetportaal ongeveer 1,9 miljoen vacatures, ruim 1,2 miljoen cv’s en 32 000 ingeschreven werkgevers. Elk jaar vinden ongeveer 150 000 werkzoekenden via Eures een baan. In de periode 2014-2020 zullen specifieke diensten zoals „Je eerste Eures‑baan”, die bemiddelt tussen jongeren van 18 tot 30 jaar op zoek naar werk in een ander EU‑land en kleine en middelgrote bedrijven die hen in dienst willen nemen, nog verder worden ontwikkeld. Het Eures‑portaal met zijn selfservice‑instrumenten zoals de online Europese banendagen in de hele EU, wordt momenteel gemoderniseerd. Begin 2014 heeft de Europese Commissie nieuwe hervormingen gepresenteerd om Eures nog efficiënter te maken. Het internetportaal moet meer vacatures gaan aanbieden, de kans op succes moet omhoog, en werkgevers moeten worden geholpen om hun vacatures sneller en beter op te vullen. Het voorstel van de Commissie moet werkzoekenden ook helpen een geïnformeerde keuze te maken wanneer zij van plan zijn om een baan in het buitenland te zoeken.
I N C L U S I E
11
„IK HEB GEWELDIG VEEL STEUN GEKREGEN VAN EURES” Toen de Britse Karina Stephenson van de universiteit kwam en het Britse arbeidsbureau haar haar eerste baan in Spanje bezorgde, had zij dringend informatie nodig over wonen en werken in Spanje. Zij kreeg de raad contact op te nemen met Eures. „Ik heb geweldig veel steun gekregen van Eures. Ik kon maar geen plek vinden om te wonen in Madrid en maakte me echt zorgen voor mijn vertrek. Maar met de hulp van Eures heb ik snel iets gevonden.” ZWEEDSE WERKZOEKENDEN VINDEN EEN BAAN BIJ EEN NIEUW HOTEL IN NOORWEGEN De opening van een nieuw hotel in het Noorse Trondheim was een mooie gelegenheid voor heel wat Zweden die in het buitenland wilden gaan werken. Eures heeft hen geholpen hun plannen waar te maken. „De werk gever was erg tevreden met de diensten van Eures en we rekenen op een blijvende samenwerking”, aldus Leif, een van de Eures‑medewerkers.
Vooruitlopen op herstructureringen Tussen 2002 en 2013 heeft het EMCC (Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces) meer dan 16 000 herstructureringen opgetekend, waarbij meer dan 2 miljoen banen verloren gingen. Alleen al in het derde kwartaal van 2013 waren er 250 herstructureringsoperaties, waarbij 57 081 arbeidsplaatsen verloren gingen, terwijl er slechts 27 792 nieuwe banen voor in de plaats kwamen. Dat staat in schril contrast met de situatie in hetzelfde kwartaal van 2007, toen er per saldo 23 537 nieuwe banen bijkwamen. Maar het weerspiegelt wel de trend van de afgelopen jaren. Geen enkel land in Europa ontsnapt aan herstructureringen en gezien de crisis maakt dat investeren in menselijk kapitaal en een goede begeleiding bij herstructureringsactiviteiten des te noodzakelijker. Eind 2013 is de Europese Commissie daarom met een kwaliteitskader voor herstructurering gekomen. Daarin staan adviezen voor ondernemingen, werknemers, vakbonden, werkgeversorganisaties en overheden om het herstructureringsproces voor bedrijven en werk nemers acceptabeler te maken. Bedrijven moeten enerzijds beter anticiperen en meer investeren in menselijk kapitaal en anderzijds de sociale gevolgen zo veel mogelijk beperken. De Commissie dringt er bij de EU‑landen op aan dit kwaliteitskader te steunen en te promoten, en ook toe te passen bij reorganisaties bij de overheid. Zij roept ook alle belanghebbenden op om samen te werken op basis van deze richtsnoeren.
© Stockphoto.com/Jacob Wackerhausen
12
Sociaal investeren In 2013 kwam de Europese Commissie met een pakket sociale investeringen voor groei en cohesie dat de EU moet helpen inclusieve groei te bereiken tegen 2020. Zij stelt concrete maatregelen op EU‑niveau en in de EU‑landen voor en wil de EU‑fondsen gebruiken om de hervormingen te ondersteunen. Prioriteiten zijn o.a. de bestrijding van de armoedeval voor kinderen, de vergrijzing, de actieve inclusie van werklozen, dakloosheid, sociale dienstverlening, langdurige zorg en gezondheid. Sociaal investeren is maar één aspect van het sociaal beleid, dat daarnaast ook gericht is op sociale bescherming en stabilisatie van de economie.
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
In de gezondheidszorg zal er in de toekomst veel werk zijn.
Europees platform voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting Via dit platform voert de EU een gestructureerde dialoog met ngo’s, vakbonden, werkgeversorganisaties, universiteiten, nationale en regionale overheden, internationale organisaties, denktanks en andere betrokken instanties. Het platform heeft de taak gekregen om 64 maatregelen op EU‑niveau uit te voeren om de vele gedaanten van armoede en sociale uitsluiting aan te pakken. Zo is het de bedoeling het aantal voortijdige schoolverlaters te verminderen, iedereen toegang te geven tot bankdiensten, sociaal ondernemen te promoten, kinderarmoede te bestrijden en de Roma volledig te integreren in de samenleving. Ieder jaar organiseert de Commissie samen met het land dat dan voorzitter van de Raad van de EU is, een bijeenkomst met deelnemers uit meer dan 40 landen, die zich allen inzetten om armoede en sociale uitsluiting te bestrijden. Bij die gelegenheid wordt besproken wat er al bereikt is op Europees en nationaal niveau en welke nieuwe initiatieven nodig zijn. Inmiddels zijn het platform en de jaarlijkse bijeenkomst uitgegroeid tot belangrijke instrumenten om mensen op EU-, nationaal, regionaal en lokaal niveau tot sociaal investeren te bewegen.
W E R K G E L E G E N H E I D ,
S O C I A L E
Z A K E N
E N
Financiering Tussen 2014 en 2020 investeert het Europees Sociaal Fonds (ESF) meer dan 80 miljoen € in de verbetering van de vaardigheden van de Europese bevolking en in werkgelegenheid (boven op wat de EU‑landen zelf al doen). Het ESF cofinanciert het Jongerenwerkgelegenheids initiatief, dat financiële steun verleent voor initiatieven om jongeren die werkloos zijn en geen opleiding volgen, zo nauw mogelijk in contact te brengen met de arbeidsmarkt in regio’s die het hardst worden getroffen door werkloosheid. Het fonds speelt ook een cruciale rol bij de uitvoering van het EU‑jeugdgarantieplan, dat alle jongeren tot 25 jaar een baan, voortgezette opleiding, leerlingplaats of stage moet aanbieden binnen vier maanden nadat zij werkloos geworden zijn of het formele onderwijs hebben verlaten. Zo kunnen EUlanden een beroep doen op het ESF in het kader van hun strategie om jongeren te bereiken en contactpunten voor hen op te zetten. Het ESF kan ook financieel bijdragen om voortijdige schoolverlaters en laag geschoolde jongeren opnieuw een opleiding te laten volgen, bij te scholen of met computers te leren omgaan.
13
© Image Source/Corbis
De EU geeft voorlichting over discriminatie van bepaalde bevolkingsgroepen, zoals gehandicapten.
I N C L U S I E
Maar sommigen staan gewoon te ver van de samen leving om te kunnen profiteren van de mogelijkheden die het ESF biedt. Om de kloof te dichten kan het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) voor hen in hun basisbehoeften voorzien, zoals voedsel, kleding, schoeisel en verzorgingsproducten. Behalve materiële hulp biedt dat fonds mensen ook mogelijk heden voor sociale integratie om zo uit de armoede te raken. Elk EU‑land is zelf verantwoordelijk voor zijn nationale programma en moet in elke fase daarvan de belanghebbenden raadplegen. Tussen 2007 en augustus 2013 heeft de Europese Commissie 110 aanvragen uit 20 landen ontvangen voor steun van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG). Het ging in totaal om 471,2 miljoen €. De EFG‑steun was bestemd voor meer dan 100 000 ontslagen werknemers. In 2012 heeft het EFG 15 700 werknemers die in verband met de crisis en de gevolgen van de globalisering ontslagen waren, aan een nieuwe baan geholpen. Dankzij het EFG kunnen de EU‑landen de door ontslagen getroffen regio’s beter ondersteunen, zowel wat het aantal geholpen werk nemers als wat de duur en de kwaliteit van de verleende hulp betreft. Voor de periode 2014-2020 is het jaarlijks maximum voor EFG‑steun verlaagd van 500 miljoen tot 150 miljoen €, maar dat is nog steeds meer dan wat er tot nu toe per jaar is gevraagd (135 miljoen €).
14
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
© carlos
De EU heeft strenge wetten tegen discriminatie op grond van geslacht.
Van het budget voor het programma voor werkgele genheid en sociale innovatie (EaSI) gaat 61 % (550 miljoen €) naar Progress. Dat geld is bestemd voor activiteiten met een sterke Europese dimensie zoals vergelijkende analyses, wederzijds leren en de uitwisseling van goede praktijken op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid. Een bedrag van ongeveer 100 miljoen € gaat naar het uittesten van nieuwe oplossingen in de sfeer van werkgelegenheid en sociaal beleid op kritieke terreinen zoals jeugdwerkgelegenheid en sociale inclusie. De beste daarvan kunnen op grotere schaal worden uitgevoerd met steun van het ESF. Ongeveer 160 miljoen € (18 % van het EaSI‑budget) is bestemd voor het Eures‑netwerk, dat informatie en advies geeft aan werkzoekenden die in een ander EU‑land aan de slag willen. EaSI financiert kernactiviteiten op EU‑niveau, terwijl nationale activiteiten op het ESF zijn aangewezen.
Ongeveer 200 miljoen € (21 % van het EaSI‑budget) gaat naar microkredietverstrekkers en -instellingen zodat die meer leningen kunnen geven. Dat stimuleert de markt voor sociale investeringen en verbetert de toegang tot krediet voor sociale ondernemingen. Sinds de start van de Progress‑microfinancieringsfaciliteit in 2010 hebben al bijna 9 000 ondernemers geprofiteerd van leningen voor een totaalbedrag van meer dan 80 miljoen €.
W E R K G E L E G E N H E I D ,
S O C I A L E
Z A K E N
E N
I N C L U S I E
15
De koers voor de toekomst De economische en financiële crisis heeft een grote impact op de samenleving gehad. De werkloosheid heeft in veel delen van Europa een onaanvaardbaar hoog peil bereikt, met name onder jongeren. Het risico op armoede en sociale uitsluiting is ook toegenomen. Deze trends komen bovenop de structurele problemen die van vóór de crisis dateren. De Europese bevolking vergrijst: een hogere levensverwachting is een duidelijk teken van vooruitgang, maar heeft gevolgen voor de arbeidsmarkt en we moeten de kosten ervan zien op te vangen. De ongelijkheid is toegenomen en dat doet vragen rijzen over de rechtvaardigheid en doeltreffendheid van onze sociale markteconomie. We moeten ervoor zorgen dat iedereen in Europa volwaardig lid van de samenleving is en voorbereid is op het beroepsleven van vandaag, niet alleen om sociale redenen, maar ook omwille van onze productiviteit en ons concurrentievermogen op de wereldmarkt. Duurzame sociale zekerheid, arbeidsmobiliteit en een grotere convergentie van de arbeidsmarkt zijn ook van cruciaal belang voor de goede werking van de eurozone en voor een diepere en rechtvaardigere Economische en Monetaire Unie. Dat is voor een groot deel de verantwoordelijkheid van de lidstaten, maar de Commissie kan helpen het verschil te maken. Zo moet het EU-jeugdgarantieplan de bestrijding van de werkloosheid een extra impuls geven. In Finland bijvoorbeeld gaat inmiddels 83,5 % van de jonge werkzoekenden in op een aanbod voor een baan of studie binnen drie maanden nadat zij zich als werkloos hebben gemeld. De totale werkloosheid zal namelijk nauwelijks dalen zonder een goede aanpak van de jeugdwerkloosheid, die op EU-niveau dubbel zo hoog is als de totale werkloosheid. De Europese Commissie zal nieuwe plannen voor banen, groei en investeringen presenteren. De bedoeling is projecten te financieren die jongeren weer aan een fatsoenlijke baan kunnen helpen, ter aanvulling van de inspanningen die al zijn geleverd met het jeugdgarantieplan. Het sociaal investeringspakket van de Commissie bevordert en ontwikkelt beleid om de vaardigheden
van mensen te verbeteren en hen volwaardig te laten deelnemen aan het sociale en beroepsleven. Bovendien wordt sociale innovatie verder gestimuleerd en zal bij alle voorstellen en activiteiten van de Commissie rekening worden gehouden met werkgelegenheid en sociale aspecten, zoals vergrijzing en vaardigheden. Er wordt een nieuw Europees beleid voor legale migratie naar Europa ontwikkeld om tekorten aan vaardigheden op te vullen en het talent aan te trekken dat Europa nodig heeft. De Europese Commissie blijft het vrije verkeer van werknemers bevorderen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten om ervoor te zorgen dat de bestaande regels goed worden geïnterpreteerd en toegepast, en om misbruik en fraude tegen te gaan. Dit houdt onder meer in dat de richtlijn over detachering van werknemers strikt wordt toegepast en wordt herzien om sociale dumping te voorkomen. De Commissie breidt ook de mogelijkheden voor geografische en beroepsmobiliteit in Europa uit, en verbetert de voorwaarden daarvoor via initiatieven zoals de Europese portaalsite voor mobiliteit. Het Europees semester voor de coördinatie van het economisch beleid wordt gestroomlijnd en versterkt. Dit moet zorgen voor de modernisering van de arbeidsmarkt en de sociale bescherming. Nieuwe indicatoren zijn opgenomen in de procedure van het Europees semester om rekening te houden met belangrijke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de samenleving: werkloosheidspercentage; percentage jongeren zonder werk; onderwijs of opleiding; jeugdwerkloosheid; reëel bruto beschikbaar inkomen van de huishoudens; percentage van de beroepsbevolking in armoede of op de rand daarvan; ongelijkheid. Met die nieuwe indicatoren kunnen ongunstige sociaaleconomische ontwikkelingen al in een vroeg stadium worden ontdekt, worden gevolgd en in EU-verband worden aangepakt. Ten slotte wordt de Economische en Monetaire Unie verdiept en zullen sociale overwegingen er een grotere rol in spelen. De dialoog met werkgevers- en werk nemersorganisaties wordt bevorderd op alle bestuursniveaus, en steunprogramma’s voor de stabiliteit van landen van de eurozone worden voortaan beoordeeld op hun sociale effecten.
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
Meer informatie XX Directoraat-generaal voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie: http://goo.gl/ivMsRd XX Europa 2020-strategie: http://goo.gl/vdm9sg XX Social Europe Guide 1 — Employment Policy: http://goo.gl/WraA2T XX Social Europe Guide 2 — Social Dialogue: http://goo.gl/flf32f XX Social Europe Guide 3 — Demography, Active Ageing and Pensions: http://goo.gl/ZuOlwH XX Social Europe Guide 4 — Social economy and social entrepreneurship: http://goo.gl/lx3hGC XX Social Europe Guide 5 — Social policies: http://goo.gl/bJjMZn XX EaSI: Nieuw overkoepelend EU-programma voor werkgelegenheid en sociaal beleid: http://goo.gl/4n9ASN
ISBN 978-92-79-42156-3 doi:10.2775/57711
NA-06-14-042-NL-C
16