Welke kleur heeft jouw parachute?

Welke kleur heeft jouw parachute? Een praktisch handboek voor werkzoekers en carrièreplanners

Editie 2007/2008 Richard N. Bolles

U ITGEVERIJ N I EUW E Z IJDS

Oorspronkelijke titel: What Colour Is Your Parachute? 2007. Published by arrangement with Writers House llc and Ten Speed Press, Berkeley California, 2007 Uitgegeven door: Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam Vertaling: Miebeth van Horn, Santpoort-Noord Omslagontwerp: Bos & co., Amsterdam Zetwerk: Holland Graphics, Amsterdam

Copyright © 2005, 2007, Richard N. Bolles Nederlandse vertaling © 2007, Uitgeverij Nieuwezijds Foto omslag: Dmitry Remesov (Shutterstock®) isbn 978 90 5712 238 5 nur 809 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfi lm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver(s) noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit boek.

Inhoud

Je volgende stap

vi

De vele wegen door banenland (kaart)

Dankbetuigingen

xii

Deel I De dingen die ze ons op school nooit hebben bijgebracht over 1 werk zoeken

1

Inleiding: de drie cruciale levensvaardigheden

3

De vijf beste manieren om naar werk te zoeken (en de vijf slechtste)

7

2 Hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit

23

Er zijn altijd veel meer banen dan je denkt, en wel hierom

3 Wat heb je aan internet?

35

Goed, slecht, afgrijselijk

4 Hoe met handicaps om te gaan

43

Informatief interviewen: passie of enthousiasme Een aantal adviezen voor verlegen mensen: Daniel Porots pie-methode

5

Cv’s: hoe krijg je een werkgever te spreken? Alternatieven voor een cv: begeleidende brief, portfolio

55

Inhoud

ix Wie of wat is een contact? Degene die bevoegd is om jou in dienst te nemen

6 Sollicitatiegesprekken

71

De geheimen van een geslaagd sollicitatiegesprek De enige vijf vragen die ertoe doen

7 Onderhandelen over salaris: betaald krijgen naar wat je waard bent 101 De zes geheimen van het onderhandelen over salaris

Deel II Wanneer het onverwachte gebeurt: hoe ga je om met verandering? 8 Hoe kies je in deze rusteloze, onvoorspelbare wereld een nieuwe plek om te wonen?

119

121

Wat doe je als er een ramp toeslaat Wat als je gewoon weg wilt

9 Hoe kies je op deze rusteloze, onvoorspelbare arbeidsmarkt een nieuwe carrière?

137

Hoe ontwikkel je het plaatje? Het ontwikkelen van een ‘carrièreplannerswoordenschat’

10 In jouw rusteloze, onvoorspelbare, altijd veranderende werkende leven: hoe je eigen bedrijf te beginnen 153 Het geheim: A min B is C De handigste websites Parttime, tijdelijk contract of uitzendwerk Als je een krap budget hebt

Deel III Verder op zoek naar je droom Inleiding 11 De drie geheimen die je moet kennen om die droombaan van je te vinden Met welk doel kwam je op de wereld? 177 Wat heb jij de wereld te bieden? 178 Waarom mensen hun droombaan niet vinden 178 Oefening: wie ben ik? 179 Wat hersenonderzoekers hebben ontdekt 181

175 176

177

Welke kleur heeft jouw parachute?

x

De oefening met de bloem 182 Wat zijn competenties? 186 Samenvatting: hoe stel je vast wat je droombaan is?

186 190

Stap een: welke vaardigheden gebruik je het liefst?

Een spoedcursus over ‘multifunctionele vaardigheden’ 191 Voorbeeld van een verhaal: de stationcar 197 Oefening: mijn verhalen 198 Het analyseren van je verhaal: drie stel sleutels

202

Oefening: het prioriteitenschema 206 De bouwblokkenpiramide 209 Oefening: je meest uitgesproken karaktereigenschappen Cursus: de vijf meest voorkomende problemen 213

210

217

Stap twee: waar wil je je vaardigheden gebruiken? Bloemblad 1: je favoriete interessegebieden 217 De intuïtieve manier om dit te benaderen 218 De stapsgewijze aanpak 222

Oefening: velden waarin je je intellectuele vaardigheden gebruikt De onderwerpentabel 225 Oefening: velden die te maken hebben met problemen of behoeften van mensen 226 De mensenlijst 227

229

Oefening: velden die te maken hebben met dingen Het dingentelefoonboek 231 Bloemblad 2: de plekken waar je het liefst woont Tabel: mijn geografische voorkeuren 236

232

Bloemblad 3: de mensen met wie je het liefst werkt 239 ‘Het feestje’ oefening: John Hollands systeem 241 Bloemblad 4: je favoriete waarden 242 Oefening: het diner ter ere van jou 243 Bloemblad 5: je favoriete arbeidsomstandigheden 245 Oefening: onaangename arbeidsomstandigheden 246 Bloemblad 6: verantwoordelijkheidsniveau en salaris Oefening: schatting maandelijkse uitgaven 248 Ideale salaris: maximum en minimum 2 49 Andere beloningen 250 Stap drie: hoe krijg je het allemaal voor elkaar? Er gaat een lampje branden 252 Er gaat geen lampje branden 253

251

247

223

Inhoud

xi Oefening: de vijf vrienden 253 Tabel beroepssectoren 255 Je bloem een naam geven 256 Het gebied inperken 261 Het zoekgebied vergroten 262 Informatief interviewen 264 Hoe maak je als werkzoeker gebruik van je contacten? 266 Onderzoek doen naar organisaties voordat je ze benadert 269 Hoe vind je degene die bevoegd is om jou in dienst te nemen? 270 Altijd een bedankbriefje sturen 272

12 Hoe je je levensroeping vindt Appendix A: hoe kies je een loopbaanbegeleider of -adviseur? Index

277 299 309

hoofdstuk 1

De dingen die ze ons op school nooit hebben bijgebracht over werk zoeken:

de vijf beste manieren om naar werk te zoeken (en de vijf slechtste)

I

n de loop der tijd heb ik mezelf heel wat etiketten opgeplakt: wetenschapper, adviseur, schrijver, dichter, minnaar, mysticus en man. Op school kwam ik erachter dat ik bovenal wetenschapper was: ik hield ervan om dingen uit te zoeken, mijn nieuwsgierigheid te bevredigen en te achterhalen wat waar en wat niet waar was. Ik heb van alles onderzocht. En ergens onderweg kwam ik tot mijn verbazing tot de ontdekking dat een van de meest onderzochte aspecten van menselijke activiteit nu juist werk zoeken is. Wie had dat gedacht? Ik geef een voorbeeld: er zijn blijkbaar zestien manieren om werk te zoeken. Die noemen we de ‘zestien verschillende methodes om werk te zoeken’. Kort gezegd zijn het: 1. Cv’s rondsturen. 2. Op advertenties in de krant reageren. 3. Naar het Centrum voor Werk en Inkomen of de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding gaan. 4. Je inschrijven bij een werving- en selectiebureau. 5. Op internet je cv plaatsen, op zoek gaan naar werkgevers die hun vacatures op hun eigen website zetten en kijken op sites als Monsterboard, StepStone, JobNews, enzovoort. 6. Bij vrienden, familie of anderen in je omgeving informeren. 7. Bij iemand van wie je vroeger les hebt gehad informeren. 8. Bij bedrijven of instellingen aankloppen die je aanspreken, of ze nu een vacature hebben of niet.

8


9. Aan de hand van de Gouden Gids uitzoeken welke bedrijven in de plaats waar je woont of wilt wonen je belangstelling wekken. 10. Lid van een ‘banenclub’ worden of er een oprichten. 11. Een inventaris opmaken van alle multifunctionele vaardigheden en interesses waar jij het meeste plezier in hebt, zodat je precies kunt beschrijven wat voor soort baan je zou willen hebben. 12. Naar plekken gaan waar werkgevers werknemers vinden, zoals banenbeurzen. 13. Solliciteren bij de overheid. 14. Reageren op vacatures in vaktijdschriften. 15. Via een uitzendbureau gaan werken totdat ze ergens waar je wordt geplaatst vragen of je wilt blijven of via een uitzendbureau ergens geplaatst worden waar ze een vaste medewerker zoeken. 16. Aanbieden om voor niets te komen werken bij een bedrijf dat jou interesseert, of ze daar nu wel of geen vacature hebben. Een paar jaar terug bleek uit onderzoek dat eenderde tot de helft van alle werkzoekers het al in de tweede maand opgeeft. Ze stoppen er gewoon mee, al zullen ze er op een gegeven moment uiteraard wel weer mee moeten beginnen. Maar waarom geven ze het dan zo snel op? Dat opgeven bleek samen te hangen met het aantal methodes dat een werkzoeker gebruikte. Bij een onderzoek naar 100 werkzoekers die maar één enkele methode gebruikten bleek dat 51% het tegen de tweede maand had opgegeven. Dat is meer dan de helft. Daar stond tegenover dat van de 100 werkzoekers die verschillende methodes toepasten, er maar 31 het tegen de tweede maand opgaven. Dat is minder dan eenderde. Daaruit zou je kunnen afleiden dat je meer kans van slagen hebt naarmate je meer methodes gebruikt om naar een baan te zoeken. Maar dan vergis je je. Uit nader onderzoek bleek dat je kans op het vinden van een baan wel toeneemt naarmate je meer methodes gebruikt, maar dat geldt maar tot een aantal van vier. Als je meer dan vier methodes toepast, begint je kans van slagen juist weer af te nemen, en met elke methode die je na die vier toevoegt, wordt die kans kleiner. Uiteraard heb ik zo mijn ideeën over de redenen daarvoor; maar voorlopig wil ik me alleen bezighouden met het feit dat het zoeken naar werk tot in de details is onderzocht. En kennis van die onderzoeksresultaten zou je wel eens kunnen helpen om uit de werkloosheidsstatistieken te blijven. Wil je meer weten?

1 · De vijf beste manieren om naar werk te zoeken

9

Goed. Ze hebben ook ontdekt dat je de meeste kans maakt om aangenomen te worden als jij de helft van de tijd praat en degene met wie je het gesprek voert de andere helft. Maar als een van jullie beiden negentig procent van de tijd aan het woord is, loopt het waarschijnlijk niet gunstig af. En als je tijdens een gesprek vragen beantwoordt, maak je meer kans om aangenomen te worden als die antwoorden minstens twintig seconden maar niet langer dan twee minuten duren. En als je je antwoord niet in die twee minuten kunt persen, is er niets mis mee om die twee minuten af te ronden met: ‘En ik kan daar nog wel dieper op ingaan als u dat ooit eens wilt horen.’ Als ze je dan vragen om door te gaan, praat dan niet langer dan nog eens twee minuten, maar dan moet het ook echt afgelopen zijn. En dan nog een resultaat: je blijkt ook veel meer kans te maken om aangenomen te worden als je onmiddellijk na het sollicitatiegesprek twee bedankjes stuurt: één per e-mail en één per slakkenpost, zoals sommige computerfreaks de gewone post noemen. Zo’n e-mail is mooi vanwege de snelheid en met een handgeschreven boodschap voeg je een persoonlijke toets toe. En als je echt een afgrijselijk handschrift hebt, typ je het, als het maar op mooi, dik papier is.

Onderzoek en meer Ik kan nog uren met voorbeelden doorgaan. Maar waar het om gaat is dit: als we op school niets anders leren dan hoe je een cv opstelt en een sollicitatiegesprek voert, dan hebben ze je daar nog niets over werk zoeken bijgebracht. Er is nog zoveel meer dat we moeten en kunnen weten, want het is een van de best onderzochte menselijke bezigheden. Nu is dat onderzoek niet altijd even zuiver. Maar wat is dat wel? Heel vaak is het een mengsel van wetenschappelijk onderzoek en wat je deskundige vermoedens zou kunnen noemen op basis van langdurige waarnemingen door mensen die zich daarop hebben toegelegd. Nu moet je zulke vermoedens niet onderschatten, want als deskundigen maar lang genoeg op een bepaald terrein bezig zijn en hun ogen openhouden, leren ze heel goed onderscheid te maken tussen wat waar en wat niet waar is. Hun bijdragen zijn vaak uitermate betrouwbaar en accuraat. Vergelijk het maar met Wikipedia, de internetencyclopedie waaraan iedereen kan bijdragen of correcties op kan aanbrengen, die toch net zo betrouwbaar blijkt als de Encyclopedia Britannica, en soms zelfs betrouwbaarder. Een mengsel van onderzoek en vermoedens. Op die manier komen we tot een lijstje waaruit de effectiviteit van de diverse methodes om werk te zoeken valt af te lezen, dus een lijst die van cruciaal belang is voor elke werkzoeker en iedereen die het roer wil omgooien.

10


Maar eerst iets over die lijst. Je zult zien dat de ene methode minder effectief is dan de andere, en soms is het verschil wel heel erg groot. Het zal je ook opvallen dat een paar van je lievelingsstrategieën op dit gebied nu juist op het lijstje minst effectieve methodes staan. Ai! Dat hadden ze ons op school wel eens mogen vertellen. Hieronder volgen de percentages van de werkzoekers die met behulp van die bepaalde methode erin geslaagd zijn werk te vinden.

De vijf slechtste manieren om een baan te zoeken 4 tot 10% 1. Gebruikmaken van internet In de 21e eeuw lijkt het een vanzelfsprekende zaak dat mensen bij het zoeken naar een baan gebruikmaken van internet. Werkzoekers en werkgevers lijken er zo gemakkelijk toegankelijk mee en lijken zeer beschikbaar te zijn! Natuurlijk werkt het niet altijd. Maar misschien heb je wel geluk en vind je binnen 24 uur een baan! Sommigen is dat gelukt! (Sommige mensen hebben ook de loterij gewonnen!) Helaas blijkt de successcore van pogingen een baan via internet te vinden maar 4% te zijn (jasses!). Ja, volgens Forrester Research, in een sinds 2002 vaak aangehaald onderzoeksresultaat, zijn er van iedere 100 werkzoekers die internet als enige zoekmethode gebruiken om een baan te vinden, 4 zo gelukkig een baan te vinden (nou ja, 4,1 om precies te zijn), terwijl 96 van de 100 werkzoekers dat niet zijn – als ze alleen internet gebruiken om naar een baan te zoeken. Uitzondering: als je een baan zoekt in de informatica, of werk op het gebied van computers, techniek, financiën of de gezondheidszorg, stijgt de successcore tot onge-


11

veer 10%. Maar voor de overige 20.000 soorten banen die er op de arbeidsmarkt zijn, blijft de successcore op zo’n 4% hangen.

7% 2. Willekeurig grote aantallen cv’s versturen Deze zoekmethode heeft een successcore van ongeveer 7%. Dat wil zeggen, 7 van de 100 werkzoekenden die deze zoekmethode gebruiken, vinden op die manier een baan. Dus 93 van de 100 werkzoekenden zullen de banen die er zijn niet vinden – als ze er alleen op deze manier naar zoeken. Dit percentage is zelfs nog aan de zeer optimistische kant. Uit één onderzoek bleek dat buiten internet maar 1 op de 1470 cv’s een werkzoekende een baan opleverde. Een ander onderzoek komt tot een zelfs nog pessimistischere conclusie: maar 1 op de 1700 cv’s leidt tot het aanbod van een baan. We weten niet wat het percentage is als je je cv op internet zet. Er schijnen zo’n 40 miljoen cv’s op internet te vinden te zijn.1 Niemand doet ook maar enige moeite om te tellen hoeveel van deze cv’s uiteindelijk een baan voor de werkzoekende opleveren.

7% 3. Reageren op advertenties in vakbladen Ook deze methode heeft een successcore van 7%. Dat wil zeggen, 7 van de 100 werkzoekenden die deze zoekmethode gebruiken, vinden op die manier een baan. Dus 93 van de 100 werkzoekenden zullen de banen die er zijn niet vinden – als ze er alleen op deze manier naar zoeken.

5-24% 4. Reageren op personeelsadvertenties in de krant Deze zoekmethode heeft een successcore van 5% tot 24%. Met andere woorden, 5 tot 24 van de 100 werkzoekenden die deze zoekmethode gebruiken, vinden op die manier een baan. Ongeveer 76 tot 95 van de 100 werkzoekenden zullen de banen die er zijn niet vinden – als ze er alleen op deze manier naar zoeken. De precieze waarde van de successcore, ergens tussen 5% en 24%, hangt af van het verlangde salaris; hoe hoger het verlangde salaris, des te lager het percentage werkzoekenden dat met deze zoekmethode een baan weet te vinden – als ze alleen deze zoekmethode gebruiken.

¹

Volgens sommige schattingen zijn het er nog veel meer.


12

5-28% 5. Arbeidsbemiddelings- of werving- en selectiebureaus in de arm nemen De successcore van deze methode ligt tussen de 5% en 28%, en is ook hier weer afhankelijk van het verlangde salaris. Dat wil zeggen, 5 tot 28 van de 100 werkzoekenden die deze methode gebruiken, vinden op die manier een baan. Ongeveer 72 tot 95 van de 100 werkzoekenden zullen de banen die er zijn dus niet vinden – als ze er alleen op deze manier naar zoeken. De precieze waarde van de successcore varieert, om dezelfde reden als bij punt 4. Bovendien moet hierbij worden aangetekend dat de successcore de afgelopen jaren iets gestegen is voor vrouwen, maar niet voor mannen: uit een betrekkelijk recent onderzoek bleek dat 27,8% van de werkzoekende vrouwen die particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus inschakelden op die manier binnen twee maanden een baan vond. Andere methoden in de categorie minst effectief: om de zaak compleet te maken, moet worden opgemerkt dat er ten minste twee andere manieren zijn om een baan te vinden die technisch gezien in de categorie minst effectief vallen. Deze zijn: Een voormalige docent of hoogleraar vragen of zij een vacature weten. Deze methode heeft een successcore van 12%. Een bezoek brengen aan een arbeidsbemiddelingsbureau van de overheid. Deze methode heeft een successcore van 14%. Oké, tot zover de slechtste manieren om naar een baan te zoeken, als je weinig tijd en energie hebt om aan je zoektocht naar een baan te besteden, doe je er waarschijnlijk goed aan zo min mogelijk tijd te besteden aan deze methoden. Laten we nu de andere kant van de medaille bekijken. Welke methoden om naar een baan te zoeken leveren meer op, gezien de tijd en energie die je in je zoektocht naar een baan moet investeren?

De vijf beste manieren om een baan te zoeken Waar staat ‘beste manieren’ voor? Een zinnig uitgangspunt in dit opzicht is je persoonlijke energie. Tijdens je zoektocht naar een baan is je hoeveelheid energie beperkt (vooral als deze zoektocht weken of zelfs maanden duurt); het is daarom belangrijk om te weten wat de beste strategieën zijn waarmee je zou moeten beginnen, voor het geval je uitgeput raakt voordat je alle mogelijkheden hebt gebruikt.


13

33% 1. Vragen of iemand een vacature weet: familieleden, vrienden, buren, medewerkers van het loopbaancentrum van de opleiding die je gedaan hebt. Je stelt hen één eenvoudige vraag: weet je misschien of er vacatures zijn bij de instelling waar je werkt – of ergens anders? Deze zoekmethode heeft een successcore van 33%. Met andere woorden, 33 van de 100 mensen die dit proberen, vinden op deze manier een baan; 67 van de 100 werkzoekenden zullen de banen die er zijn niet vinden – als ze er alleen op deze manier naar zoeken. Dit is een van de vijf beste methoden om een baan te zoeken, maar het blijft natuurlijk betrekkelijk. De ‘vijf beste’ van degenen die er zijn, hoeft niet zo heel veel te betekenen: 67 werkzoekenden van de 100 vinden nog steeds niet de baan die er ergens voor hen moet zijn – als ze deze zogenaamde ‘een van de beste’ methoden gebruiken.

47% 2. Bij een bedrijf of instelling aankloppen waarvoor je interesse hebt, ongeacht of daar een vacature is of niet. Deze zoekmethode heeft een successcore van 47%. Dat wil zeggen, 47 van de 100 mensen die dit proberen, vinden op deze manier een baan; 53 van de 100 werkzoekenden zullen de banen die er zijn niet vinden – als ze er alleen op deze manier naar zoeken. Dit is een van de vijf beste methoden om een baan te zoeken, maar toch…

69% 3. In je eentje de Gouden Gids doorspitten om in je omgeving naar branches of vakgebieden te zoeken die je interesseren, en dan de organisaties die in de desbetreffende rubrieken staan opgesomd, opbellen met de vraag of ze vacatures hebben waarvoor je geschikt bent. Deze methode heeft een successcore van 69%. Dat wil zeggen, 69 van de 100 werkzoekenden of loopbaanveranderaars die dit proberen, vinden op deze manier een baan; 31 van de 100 werkzoekenden zullen de banen die er zijn niet vinden – als ze alleen op deze manier zoeken. Dit is een van de vijf beste methoden om een baan te zoeken, maar toch…

84% 4. Samen met een groep andere werkzoekenden, een soort ‘banenclub’, de Gouden Gids doorspitten om in je omgeving naar branches of vakgebieden


14

te zoeken die je interesseren, en dan de werkgevers die in de desbetreffende rubrieken staan opgesomd, opbellen met de vraag of ze vacatures hebben waarvoor je geschikt bent. Deze methode heeft een successcore van 84%. Dat wil zeggen, 84 van de 100 werkzoekenden die dit proberen, vinden op deze manier een baan. Dit is een van de vijf beste manieren om een baan te vinden, maar toch… vinden 16 van de 100 werkzoekenden geen baan – als zij alleen deze methode gebruiken om een baan te vinden.

86% 5. Een zoektocht naar werk die je leven verandert. Bij deze methode doe je zelf al een hele hoop huiswerk voordat je op pad gaat. Dat huiswerk bestaat altijd uit drie onderdelen: 1. WAT? Dat heeft met je vaardigheden te maken. Je moet in kaart brengen aan welke van je vaardigheden je het meeste plezier beleeft. Dat noemen we multifunctionele vaardigheden, omdat ze op elk gebied dat je kiest inzetbaar zijn, ongeacht waar je ze onder de knie hebt gekregen.


15

2. WAAR? Dit heeft betrekking op de omgeving waar je wilt werken. Bekijk jezelf eens als een bloem. Je weet dat een bloem die in de woestijn tot bloei komt, het op drieduizend meter hoogte niet al te best zal doen, en omgekeerd. Elke bloem heeft een omgeving waarin hij het beste gedijt. Datzelfde geldt voor jou. Jij bent ook een soort bloem. Je moet beslissen waar je je vaardigheden wilt inzetten, waar je het best zult gedijen, en waar je het best werkt. 3. HOE? Je moet bedenken hoe je terecht wilt komen waar je wilt zijn. Dus moet je achterhalen hoe de banen heten waar je in geïnteresseerd bent, en de namen van de organisaties (in de buurt waar je wilt zitten) die dat soort banen te bieden hebben, en de namen van de persoon of personen die de bevoegdheid hebben om je in dienst te nemen. En hoe je het beste die persoon kunt benaderen om hem of haar te laten zien op wat voor manier jouw vaardigheden van pas komen om hen bij hun problemen te helpen. En dat je, als je wordt aangenomen, geen deel van het probleem maar deel van de oplossing wordt. Deze methode heeft een successcore van 86%. Dat wil zeggen, 86 van de 100 werkzoekenden of loopbaanveranderaars die alleen deze methode proberen, vinden op deze manier een baan. Een dergelijke successcore is vele malen hoger dan die van de meest traditionele methoden om naar een baan te zoeken. Daarom is dit de methode die je moet gebruiken wanneer niets anders voor je werkt. Zoals gewoonlijk werkt de methode niet voor iedereen. Dus 14 van de 100 werkzoekenden zullen de banen die er zijn niet vinden – ondanks het feit dat ze er op deze manier naar zoeken.

Realiseer je dat de successcore van deze methode twaalfmaal hoger is dan de successcore voor cv’s. Met andere woorden, door veel tijd te steken in deze tijdrovende methode, heb je 1200% meer kans een baan te vinden dan wanneer je alleen maar cv’s verstuurt! Denk daar maar eens over na!

Dat was de lijst van de vijf beste (en de vijf slechtste) manieren om naar werk te zoeken. Het ziet er allemaal keurig uit, maar het probleem is dat het dat in werkelijkheid nooit is. Deze lijst wordt namelijk doorkruist door de acht grote waarheden over werk zoeken, namelijk: 1. Werk zoeken is iets wat de meeste mensen in hun leven diverse keren moeten doen. Je boft als dat niet zo is, maar de kans is ontzettend groot dat het wel zo gaat. Volgens de deskundigen zal de gemiddelde werknemer van onder

16

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

Welke kleur heeft jouw parachute? de vijfendertig eens in de een à drie jaar op zoek gaan naar werk. En de gemiddelde werknemer van boven de vijfendertig doet dat eens in de vijf à acht jaar. Dat wil volgens diezelfde deskundigen zeggen dat we in de loop van ons werkzame leven drie à vijf keer van baan veranderen. Werk zoeken is geen wetenschap maar een kunst. Sommige werkzoekers weten instinctief hoe ze het moeten aanpakken; sommige zijn met die kennis geboren. Andere hebben het wel eens wat moeilijker, maar je kunt gelukkig op allerlei manieren hulp en advies krijgen, online en offl ine. Om werk zoeken onder de knie te krijgen, zul je hard moeten werken en je hersens moeten gebruiken. Hoe harder je werkt, hoe beter je je hersens gebruikt, en hoe meer tijd je aan je huiswerk besteedt, hoe meer kans je maakt om een baan te vinden. Opgepast: ben je erg lui? Ai. De meeste mensen pakken dat werk zoeken of carrière plannen net zo aan als ze hun leven aanpakken. Werk zoeken is een geheimzinnige bezigheid. Soms zelfs volslagen verbijsterend. Je zult misschien nooit begrijpen waarom bepaalde dingen soms wel en dan weer niet werken. Er bestaat geen manier die altijd verkeerd is om naar werk te zoeken of je carrière te plannen. Iets kan onder bepaalde omstandigheden, op bepaalde momenten, of bij bepaalde werkgevers wel succes hebben. De kansen dat bepaalde technieken werken of niet werken, zijn alleen verschillend. Maar het is van groot belang om die kans te kennen, zoals we zojuist hebben gezien. Er is ook geen manier die altijd goed is om naar werk te zoeken of je carrière te plannen. Iets kan onder bepaalde omstandigheden, op bepaalde momenten of bij bepaalde wekgevers niet werken. De kansen dat bepaalde technieken werken of niet werken zijn alleen verschillend. Maar het is van groot belang om die kans te kennen, zoals we zojuist hebben gezien. Bij het zoeken naar werk speelt het geluk ook altijd een zekere rol. Als je de technieken onder de knie hebt, wil dat nog niet zeggen dat je altijd een baan vindt. Het betekent alleen dat je er goed in kunt worden om de rol die geluk speelt zo klein mogelijk te maken. Een geslaagde zoektocht is ook af hankelijk van je inzicht in de verschillende houdingen waarmee werkzoeker en werkgever het aannemen van personeel benaderen. Laten we eens twee lijstjes bekijken: jouw lijst van favoriete manieren om een werkgever te vinden, en de lijst van de werkgever met favoriete manieren om jou te vinden. Op het eerste gezicht lijken die lijstjes hetzelfde:

Welke kleur heeft jouw parachute?

Recommend Documents