Week 8. Wetenschappelijke Revolutie Cursus vroegmoderne tijd 2011|
[email protected] | http://vanderlinden.weebly.com
Inhoud college Bespreking opdracht 1 Pauze Bespreking opdracht 2
Opdracht 1 Studenten kunnen uitleggen welke veranderingen in wetenschappelijk denken ten grondslag lagen aan de Wetenschappelijke Revolutie in vroegmodern Europa. Studenten kennen de betekenis van de volgende kernbegrippen: wetenschappelijke revolutie, scepticisme.
Opdracht 1 Welke wereldbeeld hadden de volgende Figuren? 1. Aristoteles (de Kerk) 2. Nicolaus Copernicus 3. Johannes Kepler 4. Galileo Galilei 5. René Descartes 6. Isaac Newton Waarin verschilde dat wereldbeeld van hun voorgangers? Zagen ze een conFlict tussen religie en wetenschap?
Aristotelisch wereldbeeld Illustratie uit Hartmann Schedel, Liber Chronicarum (Neurenberg, 1493)
Aristotelisch wereldbeeld Ordening: geocentrisch (aarde middelpunt heelal); aarde corrupt, daaromheen onzuivere sferen van water en vuur; hemelsferen zuiver, gevuld met ether en hemellichamen Elementen-‐ en bewegingsleer: materie opgebouwd uit aarde, water, lucht, vuur; aarde en water bewegen lineair naar middelpunt heelal, lucht en vuur lineair er vanaf; in hemelsferen zuivere ether, beweging perfect en cirkelvormig; beweging altijd doelmatig, vervult inherent plan In Middeleeuwen inpassen in christelijke leer: aarde onzuiver want domein zondige mens; hemel zuiver want domein God; beweging toeschrijven aan wil God
Nicolaus Copernicus (1473-‐1543) Portret door anonieme schilder, 16e eeuw. Muzeum Okregowe, Torún (Polen)
Nicolaus Copernicus Kanunnik uit Polen; ideeën gepubliceerd vlak voor zijn dood: De Revolutionibus Orbium Caelestium (1543), basis voor hervorming kalender olv. paus Gregorius Universum heliocentrisch (zon middelpunt sterrenstelsel); aarde planeet als alle andere, draait in etmaal om eigen as; alle planeten draaien om de zon in cirkelvormige banen Wiskundig model op basis berekeningen, niet op eigen waarneming; theorie ipv. werkelijkheid beschrijven; De Revolutionibus ingewikkeld, en in Latijn, slechts voor ingewijden
Copernicus’ heliocentrische model Tekening in Copernicus’ manuscript voor De Revolutionibus orbium coelestium (1541). Jagiellonski Universiteit, Krakau
Johannes Kepler (1571-‐1630) Portret door onbekende schilder, 1610. Benedictijner klooster Krems, Oostenrijk
Johannes Kepler Mathematisch model op basis waarnemingen Tycho Brahe; ideeën Kepler uiteengezet in Astronomia Nova (1609) Belangrijkste vondsten Kepler: 1) Planeten volgen een elliptische baan ipv. cirkelvormige baan om de zon 2) Snelheid planeten neemt af naarmate ze verder van de zon staan, en toe naarmate ze dichter bij de zon staan Kepler diep religieus: geloofde in wereldharmonie, mathematisch doorgronden perfecte schepping Gods
Galileo Galilei (1564-‐1642) Portret door Giusto Sustermans, 1636. National Maritime Museum, Londen
Galileo Galilei Ideeën in sleutelpublicatie Dialogo sopra i due massimi sistemi del mondo (1632) Bewegingsleer: bewegend voorwerp zal in ideale toestand oneindig met zelfde snelheid voortbewegen, door belemmeringen gebeurt dit in praktijk niet Observaties met telescoop bewijzen heliocentrisme: maan bevat kraters; Jupiter manen zoals aarde; zon heeft vlekken: hemellichamen dus niet volmaakt, maar gelijk aan ‘onzuivere’ aarde, draaien allemaal om zon, en aarde om eigen as
Galilei’s Dialogo (1632) Titelpagina van Galileo Galilei, Dialogo sopra i due massimi sistemi del mondo (Florence, 1632)
Maanfases en maankraters Tekeningen door Galilei in Sidereus Nuncius (Venetië, 1610)
Galileo Galilei ConFlict met Kerk: Galilei wijst letterlijke interpretatie bijbel af, bepleit eigen waarneming als bron van kennis:
“I think that in discussions of physical problems we ought to begin not from the authority of scriptural passages, but from sense experience and necessary demonstrations.” (1615)
Dialogo geen lastig abstract theoretisch model, maar toegankelijke uiteenzetting in Italiaans, presenteert heliocentrisme als beschrijving werkelijkheid Galilei schond afspraak om heliocentrisme niet als realiteit te verkondigen; dwong Kerk positie in te nemen; paus bezorgd om reputatie als katholiek leider, Galilei betwist gezag Kerk
René Descartes (1596-‐1650) Portret door Frans Hals, 1648. Musée du Louvre, Parijs
René Descartes Ideeën in Discours de la méthode (1637), gedrukt in Republiek Atomische theorie: alles opgebouwd uit deeltjes (corpuscules); en mechanistisch wereldbeeld: wereld als een machine, niets kent doelmatige beweging, geen hoger doel of sturende God Scepticisme: hoe komen we tot betrouwbare kennis? Twijfel aan waarneming zintuigen, alleen vertrouwen op de rede (ik denk, dus ik besta) – Cartesiaans dualisme: scheiding lichaam en geest, geest kan wereld om ons heen rationeel analyseren God gaf mens geen rede als deze ons zou misleiden; rede tevens bewijs God: ik kan God denken, dus Hij bestaat
Isaac Newton (1642-‐1727) Portret door Godfrey Kneller, 1702. National Portrait Gallery, Londen
Isaac Newton Kern van zijn ideeën in Philosophia Naturalis Principa Mathematica (1687): wiskundige verklaring beweging Gravitatiewet: ieder lichaam in universum oefent kracht uit op ieder ander lichaam, aFhankelijk van massa en afstand tussen beide lichamen; verklaart zowel beweging op aarde als in universum (baan planeten) Diep religieus man: cartesianisme neigt naar atheïsme, alsof God geen invloed heeft op wereld; Newton wil Book of Nature lezen, mathematisch schepping Gods begrijpen, wetenschap in dienst religie
Opdracht 2 Studenten kunnen uitleggen welke veranderingen in wetenschappelijk denken ten grondslag lagen aan de Wetenschappelijke Revolutie in vroegmodern Europa. Studenten zijn in staat eenvoudig primair bronnenmateriaal te lezen en te interpreteren in hun historische context.
Samuel Pepys (1633-‐1703) Portret door John Hayls, 1666. National Portrait Gallery, Londen
Karel II en de Royal Society Titelpagina van Thomas Sprat, History of the Royal Society of London (Londen, 1667)
Luchtpomp van Boyle Royal Society, Londen
Experiment met injecteren hond Gravure in Johann Sigismund Elsholtz, Clysmatica Nova (Berlijn, 1667)
Hooke’s tekening van een vlo Gravure in Hooke, Micrographia (Londen, 1665)
Wetenschappelijke Revolutie Natural philosophy (natuur]iloso]ie): optimisme, moderne methode om kennis te verwerven over de gehele natuurlijke wereld Empirisme: betrouwbare kennis op basis eigen observatie en experimenten; vervolgens extrapoleren om wetmatigheden in natuur te vinden (inductie); program vervat in Francis Bacon, New Atlantis (1620), Robert Boyle past toe met luchtpomp (Experiments Physico-Mechanical, 1660) Kennis moet veriFieerbaar zijn: ooggetuigen, nauwkeurig beschrijven zodat valt te controleren, consensus nodig
Wetenschappelijke Revolutie Praktische wetenschap: nauwkeurige instrumenten nodig, oa. telescoop, microscoop, luchtpomp; omgekeerd wetenschappelijke kennis toepassen in praktijk, bv. klokken, vuurwapens, scheepvaart en cartograFie Sociale context kennis: patronage adel en hof (Galilei & Medici, Huygens & Lodewijk XIV); discussie en uitwisseling van ideeën, oa. wetenschappelijk genootschap, laboratorium en kofFiehuis; Royal Society in Engeland, Académie des Sciences in Frankrijk