vakblad voor schoolleiders
We zijn vandaag weer eens in arbeidsvreugde uitbetaald Er is iets met dat kind, maar wat… Spelregels voor vakantie HR-beleid en de actieplannen Schoolleider cruciaal in andere tijden
4
mei 2012, 6e jaargang
inhoud
08
rubrieken 04 Actueel 07
CNVStandpunt
13
Open Mind
16
Vraag & antwoord
23
Mijn school
27
Column Dirk van Boven
30
Column Chris Lindhout
31
Ledenactueel
2
mei 2012
08 11 14 19 20 24 28 29
We zijn vandaag in arbeidsvreugde uitbetaald Door Chris Lindhout Er is iets met dat kind…, maar wat? Door Chris Lindhout Rust door regie Door Annemieke Schoemaker 25 Bijbels en een Koran Door Wim Oostra HR-beleid en de actieplannen Door Myriam Lieskamp Andere tijden: rol schoolleider cruciaal Door Lucy Beker Een moeilijk gesprek Door Martin de Kock De complexiteit van verzuim Door Joke van Hardeveld
28 24 31
colofon
Direct is een uitgave van CNV Schoolleiders en is bestemd voor leidinggevenden in het primair en voortgezet onderwijs. Hoofdredactie: Rob Bovee (tijdelijk) Redactie: Martin de Kock, Fokke Rosier, Wim Oostra, Henk Andeweg, Chris Lindhout Eindredactie: Froukje Meerman, Sonia Piccirillo E-mail:
[email protected] Fotografie: Frans van Zijst Bureau CNV Schoolleiders Postbus 2510 3500 GM Utrecht E-mail:
[email protected] Directieadvies leden CNV Schoolleiders: Ed Weevers (030) 751 10 04 E-mail:
[email protected] Advertenties: Recent BV (020) 330 89 98
[email protected] CNV Schoolleiders Ledenadministratie
[email protected] (030) 751 10 03 Opmaak: FIZZ reclame + communicatie, Meppel Druk en afwerking: Ten Brink, Meppel (0522) 24 61 62 Direct is het officiële orgaan van CNV Schoolleiders. Sinds november 2010 is er de mogelijkheid om een los abonnement te nemen op Direct. De kosten zijn € 46,00 per jaar voor 8 nummers. Hiervoor is geen lidmaatschap van CNVS vereist. Bij een lidmaatschap van CNV Schoolleiders is toezending van het blad inbegrepen.
directief
De media staan de laatste weken bol van de politieke onrust. Europa roert zich meer dan ooit. Landelijke partijen zoeken nieuwe sturing, Kamerleden kondigen haastig aan afscheid te nemen. Het politieke gevecht wordt breed uitgemeten. Voelbaar is dat de achterkamertjes nog intensiever worden bemenst dan voorheen. Onzekerheid tegenover stabiliteit, kredietwaardigheid opgehangen aan schommelende beurskoersen en verkiezingen vormen het decor van de komende maanden. Kinderen zijn erg gevoelig voor onrust. Ouders laten daarbij meer en meer de zorg, of zo u wilt ondersteuning, graag over aan professionals. Ze zijn ondertussen zelf professionals op hele andere terreinen geworden, dan blijft er soms weinig tijd voor de kinderen over. Binnen dat krachtenveld opereert het onderwijs. Zelf voortdurend onder druk staand vanwege nieuwe ideeën uit de samenleving, nieuwe eisen en het opschroeven van prestaties. Cijfermatig verlekkerd bekeken door beleidsmakers en controleurs van de samenleving. Het mag een wonder heten dat zowel leerlingen als medewerkers vrijwel allemaal elke dag naar school komen en daar rust, stabiliteit, zekerheid en aandacht krijgen. Schoolleiders, directeuren en rectoren die elke dag opnieuw met niet aflatende inzet alle onrust buiten de deur weten te houden. Dat zijn geen hardwerkende Nederlanders, die hun vingers aflikken bij de mooie voorstellen uit Den Haag of waar dan ook vandaan. Dat zijn onderwijsmensen die niet aflatend alle schepen drijvende houden. Laten we dat wonder koesteren en uitdragen. We mogen er zijn en al die leerlingen met ons. De redactie
mei 2012
3
actueel Bezuinigingen passend onderwijs verleden tijd De bezuinigingen op passend onderwijs voor het jaar 2013 worden teruggedraaid en ook de bezuinigingen voor 2014 en 2015 zijn van tafel geveegd. Daarmee zijn de complete bezuinigingen op passend onderwijs verleden tijd. Patrick Banis, vicevoorzitter van CNV Onderwijs, laat weten enorm blij te zijn met dit besluit. “Veel banen zullen behouden blijven. De kwaliteit van het onderwijs gaat niet achteruit en bovendien behoudt elke leerling het recht op goed onderwijs. Elk kind telt! Er is geluisterd naar de samenleving en naar onze leden!”
Buddystage De buddystage is een idee om het voortijdig schoolverlaten in het mbo tegen te gaan. Bij een buddystage loopt een vmbo-leerling een snuffelstage binnen de stage van een mbo-stagiair. De mbostagiair begeleidt de vmbo-leerling tijdens de snuffelstage. Het achterliggende doel is dat vmbo’ers bewuster leren kiezen voor een vervolgopleiding,
waardoor ze niet voortijdig uitstromen op het mbo. In februari 2011 voerden het Alfa College en het Greijdanus vmbo in Hardenberg een pilot uit met studenten van de opleiding detailhandel. Nu wordt het project verder uitgerold naar andere mbo-opleidingen van het Alfa College in Hardenberg.
Het besluit om de bezuinigingen terug te draaien is onderdeel van het akkoord dat is gesloten door VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie. “Dit is de plek om al onze leden te bedanken, die samen met tienduizenden collega’s op 6 maart in de Amsterdam ArenA hun ongenoegen uitten over de bezuinigingen op passend onderwijs en daarmee zorgden voor de grootste onderwijsstaking ooit”, vervolgt Banis. “Zonder hen was dit niet gebeurd.”
Enquête bijeenkomst CNV Schoolleiders
Het ministerie laat weten dat schoolbesturen in het speciaal onderwijs en de Regionale Expertise Centra (REC) op korte termijn zullen worden geïnformeerd over de gevolgen van dit besluit. We houden u op de hoogte, zodra er meer nieuws is over de teruggedraaide bezuinigingen.
CNV Schoolleiders is van plan om op donderdag 1 november een landelijke bijeenkomst te organiseren. Wij willen dit graag laten aansluiten op wat u in uw werk als schoolleider belangrijk vindt, waarmee u bezig bent, waarover u meer wilt weten of waarover u met collega’s van gedachten wilt wisselen.
Daarom hebben we een enquête ontwikkeld, zodat wij u een dag kunnen aanbieden die bij u past. Vult u de vragen in? Ga hiervoor naar de website www.cnvs.nl en klik op ‘Onderzoek landelijke Bijeenkomst’. Alvast hartelijk bedankt voor uw mening!
Volgend jaar geen verplichte eindtoetsen Demissionair minister Marja van Bijsterveldt heeft er bij de Kamer op aangedrongen haast te maken: al volgend schooljaar zouden scholen de verplichte centrale eindtoets moeten afnemen. Maar de Tweede Kamer vindt de reactie van de minister op de gestelde vragen niet volstaan en behandelt het wetsvoorstel Centrale Eindtoets na het meireces. Hierdoor zal de eindtoets waarschijnlijk pas in 2014 verplicht worden.
4
mei 2012
Minder integriteit door bezuinigingen ‘Het meisje die’ bestaat al lang in kinderliedjes Veel mensen gebruiken tegenwoordig een verkeerd verwijswoord (bijvoorbeeld het meisje die, in plaats van het meisje dat). Maar Bas Jongenelen laat in zijn column op Neder-L zien dat dit niets nieuws is. In kinderliedjes gebeurt het al lang: bijvoorbeeld in ‘Slaap kindje slaap’ (‘een schaap met witte voetjes, die drinkt zijn melk zo zoetjes’) of in ‘Daar was
laatst een meisje loos’ (‘Daar was laatst een meisje loos, die wou gaan varen, die wou gaan varen’). Jongenelen: “‘Het meisje die’ is dus geen moderne straattaal van de jeugd van tegenwoordig, maar het is ingezongen in onze vroegste herinneringen door onze moeders. ‘Het meisje die’ is onze moedertaal en daarmee correct Nederlands.”
Verschijningsdata Direct De volgende Direct, nummer 5, verschijnt na de zomer op zaterdag 22 september, in plaats van op 23 juni. Deze editie zal geheel in het teken
staan van het jaarlijkse evenement van CNV Schoolleiders, dat op donderdag 1 november zal plaatsvinden.
‘Wet op de onderwijstijd voorlopig ongewijzigd’ wijstijd in het voortgezet onderwijs het komend schooljaar nog kunnen uitgaan van de huidige wettelijke situatie. Ook de vakantiedata blijven gelden volgens de bestaande schema’s.
Vertraging
Komend schooljaar 2012/2013 verandert er nog niets aan de Wet op de onderwijstijd en vakantiedagen. Dat meldt de VO-raad, die bij de minister op duidelijkheid heeft aangedrongen, omdat scholen hun planningen willen maken. Demissionair minister Marja van Bijsterveldt heeft volgens de VO-raad laten weten dat scholen voor de onder-
Het nieuwe wetsvoorstel over de invoering van de 1.040 urennorm kan niet meer per 1 augustus 2012 in werking treden. De Eerste Kamer moet het nog behandelen. Die behandeling stond gepland voor medio mei, maar heeft vertraging opgelopen doordat de Eerste Kamer een tweede schriftelijke ronde inlast.
Oorspronkelijke voorstel Overigens is de VO-raad nog steeds van mening dat de wet in de huidige vorm niet moet worden aangenomen, maar dat moet worden vastgehouden aan het oorspronkelijke voorstel van de commissie-Cornielje, dat is gebaseerd op duizend uur.
In een enquête over de effecten van bezuinigingen op integriteit(beleid) binnen de (semi-)overheid geeft 12 procent van de respondenten aan dat integer gedrag toeneemt. Ruim een kwart zegt echter dat integriteit naar collega’s en werkgevers verslechtert. De aandacht voor integriteitbeleid lijkt bij organisaties af te nemen. Dit blijkt uit de verkenning ‘Invloed van de bezuinigingen op integriteit(sbeleid). Een verkennend onderzoek binnen de (semi) publieke sector’ van het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector van het CAOP uit Den Haag. Het bureau krijgt signalen dat zorg en aandacht voor integriteit door huidige bezuinigingen mogelijk onder druk staan en dat de integriteitrisico’s toenemen. Integriteitexpert Alain Hoekstra van het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS): “Deze zorgwekkende signalen zijn aanleiding geweest voor het onderzoek. De zorg en aandacht voor integriteit moet binnen organisaties absoluut gegarandeerd zijn. Ook – en misschien wel vooral – tijdens ‘zwaar weer’. Dat vereist meer in plaats van minder alertheid. Integriteit is immers een voorwaarde voor het vertrouwen van de burger in de overheid.” In 2012 hebben 338 medewerkers uit de publieke sector de online enquête naar de mogelijke effecten van de bezuinigingen op integriteit en integriteitbeleid binnen de overheid ingevuld. De helft van de respondenten werkt bij het Rijk. Ongeveer tweederde werkt bij een (semi) publieke organisatie met meer dan vijfhonderd medewerkers. Een literatuurscan is uitgevoerd.
mei 2012
5
Starten met opbrengstgericht leidinggeven?
Penta Nova verzorgt erkende opleidingen voor (aankomend) onderwijsmanagement. • Oriëntatie op management • IMPULS trainingen • opleiding Middenmanagement • opleiding Schoolleider • opleiding Directeur Primair Onderwijs • Master Educational Leadership (NVAO geaccrediteerd) Kijk voor meer informatie en data van voorlichtingsavonden in mei op www.pentanova.nl
6
mei 2012
CNVStandpunt Professionaliseren en ontmoeten
Yvonne Vaes bestuurslid CNV Schoolleiders
Het zit schoolleiders in het bloed. Evalueren en bijstellen. We runnen onze scholen met de PDSA-cirkel of andere instrumenten om de kwaliteit te meten, te verbeteren en te borgen. Het bestuur van CNV Schoolleiders heeft het congres van 2011 geëvalueerd en geconstateerd dat het anders moet. Naast een aantal organisatorische onvolkomenheden bleken de onderwerpen niet altijd aan te sluiten bij de behoeften van de schoolleiders. Door de nieuwe naam ConZes, ontstaan uit de samenwerking met vijf andere partners, was het onvoldoende duidelijk dat CNV Schoolleiders voor een belangrijk deel deze bijeenkomst organiseerde. Dus we gaan bijstellen. Natuurlijk hebben we besproken of een congres nog wel van deze tijd is. In onze missie en visie staat beschreven dat we een eigentijdse, herkenbare, eigenstandige (eigenwijze) organisatie willen zijn voor en door schoolleiders die een aantal waarden hoog in het vaandel heeft staan. Sleutelbegrippen zijn betrokkenheid, professionalisering, bevlogenheid en dichtbij de leden. We hebben de boot bij het congres in 2011 gemist. Schoolleiders zijn mensen die denken in kansen. We willen in 2012 de boot opnieuw laten vertrekken. Op de eerste donderdag in november, organiseren we een Thema-
dag, Congresdag, Ontmoetingsdag, Professionaliseringsdag; what’s in a name. We hopen dat veel van onze leden (niet-leden zijn ook welkom) hierbij aanwezig zullen zijn. We willen onze visie op deze manier handen en voeten geven: het in positie brengen van schoolleiders/leidinggevenden om te kunnen bouwen aan een school waar iedereen met plezier leert en werkt. We hechten aan een jaarlijkse professionaliseringsdag en ontmoetingsdag, omdat we onze beroepsgroep zeer serieus nemen, denken dat we nog veel winst kunnen halen uit professionaliseren en het belangrijk vinden om met elkaar te delen. We hechten aan de meningen en de behoeftes van onze leden. U ontvangt per e-zine een enquête van CNV Schoolleiders. Hierin inventariseren we onderwerpen, waarover u meer wilt weten. Zo kunnen we met een aanbod op maat komen. Ook peilen we de behoefte van het delen van voorbeelden van good practise middels een soort praatcafé. We willen u vragen om deze lijst in te vullen. Ik weet dat u overspoeld wordt met enquêtes, maar ik hoop dat dit een van de vragenlijsten is die u niet delete. Het is belangrijk voor ons, maar ook voor uw eigen perspectief. Er staat veel te gebeuren, het lerarenregister is geopend, het schoolleiderregister krijgt waarschijnlijk een facelift. Het is een tijd waarin we elkaar kunnen inspireren en vasthouden om er samen beter van te worden. Volgens mij (en dit is niet evidence-based) is professionaliseren samen met gezond boerenverstand en empathisch vermogen een gouden combinatie voor effectief leiderschap. Ik hoop dat CNV Schoolleiders daaraan een steentje kan bijdragen. Dus vul met uw gezonde boerenverstand de enquête in, reserveer donderdag 1 november alvast professioneel in uw agenda en kom met enig empathisch vermogen naar onze bijeenkomst, dan maken we er samen een succesvol geheel van.
mei 2012
7
8
mei 2012
We zijn vandaag weer eens in arbeidsvreugde uitbetaald De instroom van vakkundig personeel in de metaalsector; het is een blijvend probleem. Vmbo-scholen, roc’s en het bedrijfsleven, ze werken maar al te vaak langs elkaar heen. En ook docenten zijn niet altijd even enthousiast met hun vak bezig of moeten aanstormende metaalarbeiders op een aftands en verouderd machinepark de kneepjes van het vak bijbrengen. Het is het dilemma waarvoor de BV Nederland staat. Zo anders gaat het in Rijssen.
V
mbo-docent Wim van de Merwe, verbonden aan de Christelijke Scholengemeenschap Reggesteyn te Rijssen, gaat de uitdaging aan. Van de Merwe geldt in den lande als een groot voorbeeld en voorvechter van gedegen metaalonderwijs. ‘Zijn’ klaslokaal in Rijssen is uitgerust met het nieuwste van het nieuwste aan machinerieën. Mede dankzij de plaatselijke metaalindustrie. Wim van de Merwe werkt vol passie.
‘Beroepstrots is hopelijk besmettelijk’ Mooie praatjes Apart is het volgende verhaal. Het gebeurde na een inleiding door FME-voorzitter Jan Kamminga. “Die mooie praatjes kennen we wel”, zeiden de leraren metaal tegen hem. “Gaat u maar eens een weekje bij dat tuig voor de klas staan. Ik moet nog vier jaar, vijf maanden, drie weken en twee dagen, voordat ik met pensioen ga.” En nu weet iedereen: docent zijn in Amsterdam-Oost is wat anders dan in Rijssen, waar Van de Merwe nog een leerling kan aanspreken op het feit dat hij met volle mond praatte... en die leerling luisterde gedwee! Probeer dat maar eens in Amsterdam, dan heb je meteen een grote bek of een stamp voor je kop te pakken...
Beroepstrots Wim van de Merwe is een bijzondere leraar techniek. Hij is no-nonsense en geeft al tientallen jaren les in metaaltechniek. Van de Merwe heeft het het beste naar zijn zin als een van zijn pupillen weer eens een klinkende prijs in de wacht heeft gesleept op de jaarlijkse Vakkanjers wedstrijden. “Leuk, hè? Ze hebben er zelfs mee op de voorpagina van de Telegraaf gestaan. Ze zijn er overal over geïnterviewd.” Op de vraag waarop hij het meest trots is, zegt van De Merwe: “Dat ik elk jaar weer iets uit een leerling haal van wie anderen denken ‘dat redt die jongen niet’. Als ik dat toch naar boven krijg, ben ik tevreden”. Beroepstrots is hopelijk besmettelijk. Van de Merwe heeft gelukkig niet doorgeleerd in de organisatiekunde, maar heeft wel haarscherp in de smiezen wat er op veel beroepsscholen (en andere organisaties) mis is: teveel managers en te weinig Wimmen. Wat schiet je immers op met die wildgroei aan adjuncten, teamleiders en unitmanagers? Wim van de Merwe en al zijn collega’s werken snoeihard, omdat ze apetrots zijn op wat ze doen. Niet vanwege al die bazen en baasjes. Hun beroepstrots drijft hen voort. En je moet maar hopen dat diezelfde baasjes daarvan af blijven met al hun geleerde prietpraat. Geven ze hem het vertrouwen? Of geven ze al die Wimmen meer regels en voorschriften? Hopelijk geven ze vooral vertrouwen.
mei 2012
9
Fotograaf: Frans van Zijst Van de Merwe geeft al tientallen jaren les in metaaltechniek.
Arbeidsvreugde Ik moet vaak denken aan een oud-collega van me die na een al weer veel te lange werkdag diep zuchtte, maar tegelijk innig tevreden uitriep: ‘we zijn vandaag weer eens in arbeidsvreugde uitbetaald’. Wie ‘s avonds met dat gevoel naar huis gaat, is een benijdenswaardig mens.
‘Een voorbeeld van iemand met passie voor zijn vak’ Waarom dit verhaal? Het is een voorbeeld van iemand die passie heeft voor zijn vak. Dat is niet de makkelijkste eigenschap in het onderwijs van vandaag. Maar wel een eigenschap die je fris en fruitig houdt en je leert vechten tegen alle rimram die ‘van bovenaf’ op je wordt losgelaten. Slapen al die Wimmen elke nacht lekker? Vast niet, maar zonder die Wimmen, die zien dat geldelijke beloning niet zo’n heel beste raadgever en motivatie is, zijn de leerlingen overgelaten
10
mei 2012
aan docenten zonder passie en zal de klaagcultuur alleen maar toenemen. En leraren die klagen, krijgen klagende (ongemotiveerde) leerlingen. Dus de nullijn zomaar accepteren? Nee, maar laat je arbeidsvreugde er niet door bederven. Fijn om zo’n Wim in je team te hebben? Ja, er gebeurt wat en je organiseert je eigen tegenstand en nee, want makkelijk zijn ze niet. Zonder hartstocht van de leraar leert een leerling niet wat hartstocht betekent. Pas als je de titel van dit verhaal begrijpt, begrijp je waar onderwijs om draait. Chris Lindhout
Er is iets met dat kind…, maar wat? Dit is het tweede artikel in de reeks over hoog sensitieve kinderen. In het eerste deel (Direct 2, red.) stond dat hoog sensitieve kinderen moeite hebben met het verwerken van prikkels. En prikkels, daarvan hebben we er in de school (en niet alleen daar) genoeg, toch? Hoog sensitieve kinderen zijn gevoelig op fysiek, emotioneel en mentaal gebied en op het gebied van zingeving en spiritueel besef. In de basisschoolleeftijd zijn zo’n twee van de tien leerlingen hoogsensitief.
H
et is heel simpel”, zegt juf Karin tegen Margot. “Je hoeft het alleen maar aan te vullen: het gras is ……” Margot kijkt haar met vragende ogen aan. “Nou,” moedigt juf Karin aan, “zo moeilijk kan het niet zijn.” Deze situatie kennen we allemaal: zo’n kind dat je wezenloos aankijkt bij een schijnbaar gemakkelijke opdracht.
Anders denken Een hoog sensitief kind (HSK) denkt anders en dieper. Daarvoor zijn klinische (en dus geen zwevende of geitenwollensokken) oorzaken. Zoals een rechtgeaarde leerkracht weet, bestaan onze hersenen uit twee delen. Die beide delen regelen verschillende zaken. In grote lijnen zit het volgorderlijke denken (eerst dit, dan dat) in de linkerhersenhelft. Daar zit ook het auditief (taalkundig) denken. Als we nu het schoolsysteem in Nederland (en daar niet alleen) bekijken, zien we dat het ‘eerst dit, dan dat’ en het ‘pratend uitleggen’ sterk in ons systeem aanwezig is. Het hoog sensitieve kind denkt anders. Het denkt via het beeld. Beelddenken genaamd. Dat is voornamelijk visueel, ruimtelijk gericht en het is denken in associaties. Zo’n vraag van juf Karin is uiterst ingewikkeld voor een HSK, want gras is niet per definitie altijd groen! Je hebt bruin gras door droogte, je hebt zwart gras als het verbrand is door vuur en je hebt geel gras als het dood gaat. Kortom,
wat wil de juf weten? Help! Dat is de reden waarom HSK’s langer over volgens ons simpele vraagstukken nadenken. De geïllustreerde verhaaltjessommen uit het rekenboek zijn typisch volgorderlijk en het zijn dus opdrachten gericht op de linkerhersenhelft. Ze geven aanleiding tot veel bespiegelingen bij een HSK. De
‘Gras is niet per definitie altijd groen’
Xx
mei 2012
11
plaatjes zijn interessanter, dan de som die erin verstopt zit. Overigens een probleem dat bij veel leerlingen voorkomt. Beelden omzetten in een auditieve vorm, kan het moeilijker? Het mooiste is het als de ontwikkeling van de hersenen gelijkmatig verloopt, maar dat gebeurt maar zelden. De mens
ontwikkelt een voorkeur en je bent in een auditief-volgorderlijk systeem wel aan de beurt als je een ruimtelijke beelddenker bent. Daarom is een leerprobleem niet altijd een probleem van het leren, maar ontstaat het ook door het aanbieden in één bepaalde vorm. En als dat jouw vorm niet is… Bij taalontwikkeling is het nog lastiger. Een eenmaal (door oma of door zichzelf) aangeleerde manier van schrijven van een woord is voor een beelddenker lastig te corrigeren. Veel dyslectici ontstaan door hun manier van associërend beelddenken. In je groep Op school hebben ze moeite met spelling en automatiseren, tijdsdruk is prestatierem, plannen en doelgericht werken is een probleem (vertaald als: ze zijn niet zelfstandig en niet geconcentreerd). Het komt voor dat HSK’s van huis uit makkelijke lerende kinderen zijn en door het systeem de kleutergroep een jaartje mogen overdoen. Of op school is taal makkelijk. Ze willen dat graag creatief toepassen. Nieuwe dingen leiden tot eigen experimenten, zoals thuis schrijven en lezen leren met opdrachten voor pa en ma. Schooltje spelen. Ze worden als slimme leerlingen betiteld, maar later zegt de school dat het allemaal niet zo makkelijk verloopt. Vreemd. Er is iets met dat kind, maar wat? Naast al het bovenstaande hebben veel HSK’s behoefte aan structuur en ordening. Tussen beiden is een wezenlijk verschil. Ze hebben meer tijd nodig en haten tijdsdruk.
12
mei 2012
“Onbegrijpelijk dat Peter in de test zo slecht scoort, terwijl hij in de les bijna alles goed doet”, verzucht meester Jan. “Hoe doe je dat dan met die toetstijd?”, vraag ik. “O, heel leuk. Ik laat een klok aflopen op het digibord. Weten ze direct hoeveel tijd ze nog hebben.” Ik glimlach naar hem en zeg: “Hoe zou jij dat vinden?” Jan kijkt me verbaasd aan. “Een levensgrote klok voor je neus of een tikkende eierwekker die jou aangeeft hoeveel tijd je nog hebt”, verduidelijk ik. “Dat moet je weglaten, dan zal het met Peter vast beter gaan.” Samenvatting en tips In twee korte artikelen zijn nauwelijks de aspecten van een HSK te behandelen. Mijn drive is om hoge sensitiviteit te accepteren als een eigenschap van een kind. Ik ken scholen die speciale krachten hebben ingezet om HSK’s die vastlopen weer op gang te helpen. De kindercoach. Geruststellend is, ik schreef het eerder, dat veel HSK’s hun eigen weg wel vinden. Ze worstelen zich door het (school)leven heen. Maar wat zou het geweldig zijn als we die anderen, die er moeite mee hebben, konden helpen. Vermoed je HSK’s in je groep? Dan heb ik de volgende tips. Let op je…. • communicatie (80 procent is non-verbaal). Wees eerlijk en oprecht = authentiek. Een HSK kijkt door je heen; • emotie (boos worden/straffen). Ook als het een ander kind betreft, betrekt een HSK het op zichzelf; • gevoel voor eigenwaarde. Bespreek de HSK-eigenschap met het kind. Je hebt een gewoon… bijzonder kind voor je; •h et toepassen van goedbedoelde hulp. Geef ruimte voor fouten. Door fouten leert een kind. Hulp moet je uitstellen, totdat het kind erom vraagt. •E rkennen en herkennen van deze eigenschappen is de basis voor hulp. Er is veel meer over te zeggen en te vertellen. Reageer dus naar
[email protected] of
[email protected] Chris Lindhout
Open mind Op Twitter verschijnen de laatste tijd veel berichten over scholen die bezig zijn met opbrengstgericht werken (OGW). Het lijkt erop dat het eindelijk aanslaat. Eindelijk, want de Onderwijsinspectie constateerde over de laatste jaren eerder een vermindering dan een toename van het aantal scholen dat OGW een prominente plaats geeft in de teams. Er leven veel misverstanden rond OGW, terwijl het een mooie methode van werken is en in het belang is van veel partijen.
gogiek aan. Het ging immers om het gelukkige kind? OGW gaat over didactiek, niet over pedagogiek. De pedagogiek is op veel scholen in orde, dus zie een impuls in didactiek niet als kritiek op het goede pedagogische klimaat. Dat laatste wordt juist en zelfs voorondersteld bij succesvol OGW. Sterker: OGW draagt eerder bij aan het gelukkige kind. Collega Martine Fuite en ik leidden de workshop voor onderwijsadviseurs ‘Succesvol adviseren over OGW en goed onderwijsbestuur’ (de ketenbenadering uit onze boeken ‘Weten en Verbeteren’) en bespraken onze ervaringen met concullega’s. Over en weer herkenden we vaak onnodige misverstanden en weerstanden.
Opbrengstgericht werken is een methode van kijken naar je vak als docent. OGW is dus een methode en niet het resultaat ervan. Wie OGW opvat als koste wat kost streven naar hoge onderwijsopbrengsten, maakt een gevolg tot doel op zich. Politiek wordt er vaak zo naar gekeken, maar dat is nog geen reden om dat zelf ook te doen als docent, directeur of bestuurder.
Belang Je kunt OGW gemakkelijk omschrijven als een aantrekkelijk belang voor alle partijen. Kinderen worden er beter van als ze beter les krijgen op een manier die aansluit bij hun leerontwikkeling. Kinderen vinden het fijn om te leren en te merken dat ze wat opsteken. OGW appelleert aan de passie van veel docenten om leerlingen ver te brengen. OGW appelleert rechtstreeks
Methode De methode is simpel en hoeft niet te worden opgeblazen tot iets nieuws, groots of ingewikkelds. Je hebt er geen goeroes voor nodig het te begrijpen. OGW als methode laat de docent slechts enkele vragen aan zichzelf stellen: • tegenover wie sta ik (wat tref ik aan)? • wat wil ik met hen bereiken (welk doel heb ik)? • hoe ga ik dat realiseren (welke middelen zet ik in)? • welk effect merk ik van mijn handelen (wat levert het op)? • wat vind ik van dat effect (ben ik tevreden of kan ik beter)? • welke conclusie verbind ik hieraan (hoe ga ik het de volgende keer beter doen)? Zo simpel is het, meer is het niet. Door de vragen zo te stellen, door OGW zo te omschrijven, gaat het over het vakmanschap van de docent en niets anders. De docent staat centraal in de methode en de leerling is de blije ontvanger van de gevolgen. Hogere onderwijsopbrengsten zijn zo bezien de gunstige gevolgen van het vakmanschap van de docent. Didactiek of pedagogiek? Nog een misverstand: OGW tast de peda-
Opbrengstgericht werken als methode aan het vakmanschap van docenten, aan de ambitie om beter te worden in hun vak. Het gaat bij OGW weer ergens over, namelijk over goed onderwijs. Het resultaat is van belang voor de samenleving. Cijfers OGW bedient zich van inzicht in de effecten van het handelen van docenten. Die effecten zijn zichtbaar in bijvoorbeeld toetsresultaten of examenuitslagen. Inderdaad, cijfers zijn nodig. En voor cijfers gelden altijd twee dingen. Het eerste is: cijfers staan voor iets anders, zijn daarvan een indicatie zonder ermee samen te vallen. Zoals een landkaart staat voor een gebied. Iedereen die de kaart bestudeert, weet dat hij daarop geen levend wild of vergezichten aantreft. Het tweede: wil nooit meer weten dan nodig is en verzamel geen cijfers over leerlingen als je niet weet wat je ermee gaat doen. Anders verhef je het middel tot doel en dat kan niet de bedoeling zijn. Er zo naar kijken voorkomt bovendien onnodige spanningen tussen docenten en leidinggevenden/bestuurders. OGW heeft potentie om te perverteren. Bijvoorbeeld zodra aantoonbare onderwijsprestaties worden vertaald in meer geld, zoals in de situatie van outputbekostiging. Ervaringen leren tot welk ongewenst gedrag dat leidt. Maar moet je daarom bang zijn voor OGW? Lijkt me niet. Bovendien, waarom zou je er bang voor zijn – je bent er zelf als docent of leidinggevende immers bij?
U kunt reageren op deze column via harm.
[email protected].
Harm Klifman
maand mei 2012 2011
13
Rust door regie
CNV Onderwijs merkt al jaren dat veel werknemers in het onderwijs kampen met een hoge werkdruk. Ook het recente onderzoek van Duo Onderwijs komt met soortgelijke conclusies. Uit dit onderzoek blijkt dat 78 procent van de leerkrachten in het voortgezet onderwijs en 84 procent van de leerkrachten in het primair onderwijs de werkdruk als hoog tot zeer hoog ervaart. Vanaf dit schooljaar organiseert CNV Onderwijs de leergang ‘Rust door Regie’ om leerkrachten te helpen met werkdruk te leren omgaan.
D
e oorzaken van hoge werkdruk liggen vaak buiten de leerkracht zelf, zoals vergaderen, overleggen, de stijl van leidinggeven of de samenwerking binnen de school, het niet goed zelf kunnen indelen van de eigen werkuren en de hoge belasting van het werk (Duo Onderwijs onderzoek, 2012). Tegelijkertijd is bekend dat de werkdrukbeleving tussen personen
14
mei 2012
kan verschillen, evenals de capaciteit om met werkdruk te kunnen omgaan. Het maakt bijvoorbeeld uit of een leerkracht perfectionistisch is of juist niet. Sommige leerkrachten kunnen na een dag werken het werk beter loslaten en van hun vrije tijd genieten, terwijl anderen blijven twijfelen of ze iets zullen afmaken of niet en het niet kunnen loslaten. De een trekt gemakkelijk grenzen en maakt ze aan anderen duidelijk, terwijl een ander deze grenzen eindeloos laat oprekken, soms ten koste van zichzelf. Aanpak op niveau CNV Onderwijs vindt dat de werkdruk op verschillende niveaus moet worden aange-
pakt: op landelijk (politiek) niveau, op werkgeversniveau (cao, personeelsbeleid), op schoolniveau (stijl van leidinggeven, keuzes maken en dergelijke) en op persoonlijk niveau (hoe de leerkracht ermee omgaat). Tijdens het project ‘Slimmer organiseren’ werden bijvoorbeeld veel praktische oplossingen gevonden die schoolleiders gebruiken in de strijd tegen de werkdruk. Het boekje met deze tips en oplossingen is nog verkrijgbaar via www.shop.cnvo.nl. Op het niveau van de individuele leerkracht geeft CNV Onderwijs al enkele jaren cursussen aan individuele leerkrachten. Hier krijgen deelnemers hulp om de rust terug te vinden, af en toe letterlijk een pauze in te lassen, er anders tegenaan te kijken of zonodig grenzen te stellen. De deelnemers waarderen de cursussen en geven vaak positieve commentaren als ‘praktisch’ en ‘direct toepasbaar’. Leergang Vanaf dit schooljaar is de cursus omgezet in de leergang ‘Rust door Regie’. De leergang is in een aantal opzichten uniek. CNV Onderwijs heeft de cursus ontwikkeld in samenwerking met de business organizers van Slim geregeld op school. De organizers ondersteunen werknemers bij het slim organiseren en plannen van hun werk. Zij zijn specialisten op het gebied van taakbeheer, planning, (digitale) informatiestromen en archivering. Door deze samenwerking wordt het thema werkdruk van zowel de persoonlijke als de praktische invalshoek belicht. De leergang loopt over langere tijd, zodat er ruimschoots gelegenheid is om inzichten naar de praktijk te vertalen. Door de kleine groep is er veel individuele aandacht voor de deelnemers. Tussen de lesdagen zijn er verdiepingsopdrachten en is er interactie via een besloten groep op LinkedIn. Ze kunnen met elkaar en met de trainers succeservaringen delen, vragen stellen en tips geven. Zo blijven deelne-
mers gedurende de hele periode actief met het thema bezig. Het rendement van de leergang is op deze manier nog groter. Omdat iedere deelnemer weer eigen aandachtspunten heeft, kunnen deelnemers gebruik maken van individuele coaching. Dit kan zijn op het gebied van georganiseerd werken, waarbij een van de organizers samen met de deelnemers gaat kijken waar de tijdverspillers zitten en hoe ze efficiënter kunnen werken. De deelnemer kan coaching ook inzetten op het gebied van persoonlijke doelstellingen, zoals assertiviteit, het omgaan met perfectionisme en schuldgevoelens. De thema’s die in de leergang aan bod komen: • stresssymptomen herkennen; • grenzen en prioriteiten stellen; • assertiviteit en communicatie; •o mgaan met stressvolle gedachten; • goed georganiseerd werken; • optimaal digitaal (e-mail en digitaal archief). De leergang loopt over een periode van een aantal maanden tot een half jaar. De cursisten krijgen eerst een schriftelijke intake,
‘Van het thema werkdruk wordt de persoonlijke en praktische invalshoek belicht’ waarmee het leren al direct begint. Een cursist: “door het invullen van de intake zag ik opeens al heel duidelijk de oorzaken, best confronterend.” De leergang vindt in het nieuwe schooljaar weer plaats als open inschrijving in Utrecht. De kosten zijn 705 euro voor leden en 1.410 euro voor niet-leden voor drie cursusdagen in Utrecht. Voor de invulling van de individuele begeleiding wordt een offerte op maat gegeven. Elke cursist van de open inschrijving krijgt in elk geval gratis twee uur telefonisch of per e-mail coaching tussen de lesdagen door, of na het volgen van de leergang. Het is ook mogelijk om de leergang op locatie te verzorgen en in overleg het programma aan uw wensen aan te passen. Hiervoor kunnen we een offerte op maat maken. Meer informatie Voor meer informatie over de leergang ‘Rust door Regie’ of om u aan te melden, kijkt u op www.cnvo.nl onder Academie of neemt u contact op via
[email protected] of 030 – 751 1747. Annemieke Schoemaker, trainer/adviseur CNV Onderwijs Academy.
mei 2012
15
vraag & antwoord
Spelregels voor vakantie De zomervakantie staat bijna voor de deur. Nog enkele weken en dan gaan leerlingen en iedereen die op de school werkt genieten van een welverdiende vakantie. De vakantieregeling in het primair onderwijs lijkt eenvoudig, maar de schijn bedriegt misschien een beetje. Zeker gezien de laatste ontwikkelingen rond het recht op vakantiedagen over een periode waarin een werknemer ziek is geweest, is het een goed moment om de vakantieregeling onder de loep te nemen.
De vakantieregeling maakt onderscheid tussen enerzijds directie, leraren en onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden taken en anderzijds het overige onderwijs ondersteunend personeel. Voor de leesbaarheid is de eerste categorie aangeduid als ‘leraren’ en de tweede categorie als ‘OOP’. De vermelde aantallen zijn gebaseerd op fulltime betrekkingen. Tenzij nadrukkelijk anders vermeld, geldt voor parttimers dat naar
16
mei 2012
rato van de werktijdfactor moet worden gerekend. Vakantie voor leraren Hoofdregel is dat de categorie leraren vakantie geniet tijdens de schoolvakanties, dan wel tijdens de periode dat de instelling geen onderwijs verzorgt. Met name de specifieke toevoeging ‘dan wel de periode dat de instelling geen onderwijs verzorgt’ leidt tot discussie over de
mogelijkheid om leerlingen een of enkele dagen vrijaf te geven om vervolgens bijvoorbeeld een collectieve scholing te organiseren. Puur formeel kan dat niet, want als er geen onderwijs wordt gegeven, hebben de leraren vrij. De school kan bepalen dat een werknemer uit de categorie leraren gedurende maximaal drie dagen beschikbaar moet zijn voor werkzaamheden van onderwijskundige of organisatorische aard. Deze drie dagen mag de school alleen plannen tijdens (een combinatie van) de eerste en de laatste drie dagen van de zomervakantie. Het meest aansprekende voorbeeld is de teamvergadering in de laatste week van de zomervakantie als voorbereiding op het nieuwe schooljaar. Als de school gebruik maakt van deze mogelijkheid, moet dat in overleg met de werknemer(s) tijdig worden vastgelegd.
Zo worden problemen met bijvoorbeeld geboekte vakanties voorkomen. Deze extra werkdagen in de zomervakantie tellen mee voor de normjaartaak, maar hoeven niet specifiek in de vorm van extra vakantiedagen te worden gecompenseerd. Specifiek voor directeuren en adjunctdirecteuren is bepaald dat de werkgever op verzoek van deze functionarissen de vakantie kan verzetten naar een ander tijdstip. Belangrijk daarbij is dat dit dus alleen kan op verzoek van de werknemer. De cao regelt niet dat over het tijdstip waarop het verschoven verlof opgenomen moet worden, de instemming van de werknemer nodig is. Vakantie voor OOP Hoeveel vakantieverlof het OOP heeft, hangt af van de gekozen jaartaak. Werknemers uit deze categorie kunnen kiezen uit een weektaak van veertig, 38, 36.86 of 36 uur. Hoe hoger het gewerkte aantal uren per week, hoe hoger het totale aantal vakantie-uren. Feitelijk gaat het om het verschil tussen het aantal ingeroosterde uren bij de gekozen weektaak en de normjaartaak van 1.659 uur. De conciërge die kiest voor een veertigurige werkweek wordt theoretisch ingeroosterd voor 52,14 weken van veertig uur = 2.086 uur. Omdat de normjaartaak 1.659 uur bedraagt, heeft deze werknemer 427 uur verlof per jaar. Bij de opname wordt met dezelfde weektaak gerekend als bij de inroostering. De conciërge in dit voorbeeld heeft dus ongeveer 10,5 weken vakantie.
schoolvakanties. Komen zij er in overleg niet uit, dan bepaalt de werkgever wanneer de vakantie wordt opgenomen. De toelichting van de cao geeft aan dat deze bepaling expliciet ook is bedoeld om het mogelijk te maken een deel van het vakantieverlof buiten de schoolvakantie op te nemen. Zeker voor werknemers met een lagere salarisschaal kan dat van belang zijn, omdat zij dan bijvoorbeeld goedkoper op vakantie kunnen. De werknemer heeft voorts het recht om tenminste de helft van het vakantieverlof aaneengesloten op te nemen. Voor deze categorie geldt verder dat het verlof wordt opgeschort als het samenvalt met andere vormen van verlof, alsmede in andere situaties waarin dat redelijk is. Bekendste voorbeeld daarbij is natuurlijk ziekte, maar ook als bijvoorbeeld sprake is van recht op verlof vanwege het overlijden van een familielid in de eerste of tweede graad, wordt voor de duur van het daarbij behorende verlofrecht de vakantie opgeschort. Zwangerschapsverlof Voor vrouwelijke werknemers geldt dat als zwangerschaps- en/of bevallingsverlof samenvalt met de zomervakantie voor maximaal drie weken wordt gecompenseerd. Deze compensatie moet direct na afloop van het bevallingsverlof plaatsvinden. In de situatie waarin na afloop van het bevallingsverlof de zomervakantie nog niet is afgelopen, moet de compensatie plaatsvinden aansluitend aan die zomervakantie. Werkgever en werkne-
‘Extra werkdagen in de zomervakantie tellen mee voor de normjaartaak’ OOP met salarissen in het maximum van schaal acht of met salarissen in schaal negen of hoger krijgen acht uur extra verlof. Daarnaast bestaat, afhankelijk van de leeftijd, recht op leeftijdsuren. Van belang is dat een werknemer die gebruikmaakt van de BAPO-regeling voor de toepassing van de vakantieregeling wordt beschouwd als parttimer en dus minder vakantie heeft. Werkgever en werknemer maken afspraken over de opname van de vakantie, die bij voorkeur plaatsvindt tijdens de
mer kunnen ook een andere afspraak maken over deze compensatie. Deze compensatie leidt dus tot een verlaging van de jaartaak. Voor de vrouwelijke werknemer die behoort tot de categorie OOP (zonder lesgebonden taken) geldt uiteraard ook de bepaling dat bij samenloop met andere vormen van verlof het vakantieverlof wordt opgeschort. Dat kan theoretisch betekenen dat meer dan drie weken van het zwangerschaps- en/of bevallingsverlof samenvalt met de vakantie en dat dus een
langere compensatie plaatsvindt. In de praktijk komt dat echter nauwelijks voor. Meerdere betrekkingen Het kan voorkomen dat een werknemer twee banen heeft en dat als gevolg van de vakantiespreiding de zomervakantie op beide scholen niet samenvalt. Als dat zich voordoet, dan heeft deze werknemer in elk geval recht op drie volledige weken vakantie, waarbij hij op geen van beide scholen hoeft te werken. Als de vakantiespreiding zodanig is dat dit niet automatisch het geval is, dan krijgt de werknemer op de school waar de zomervakantie het laatst begint, genoeg extra vakantieverlof om de aaneengesloten periode van drie weken verlof te kunnen realiseren. Omdat dan sprake is van extra verlof, leidt dat tot een lagere jaartaak voor het schooljaar voorafgaande aan de periode waarin de compensatie plaatsvindt. Het is dus voor de werknemer en werkgever belangrijk dit tijdig te regelen. Voor de hand ligt om dit bij de vaststelling van de jaartaak te doen. Het is overigens formeel de verplichting van de werknemer om dit bij de betrokken werkgever aanhangig te maken. Compensatie na ziekte Tot voor kort werd bij langdurige ziekte het vakantieverlof uitsluitend toegekend over de laatste zes maanden van de periode waarin de werknemer ziek was. Was iemand acht maanden ziek, dan bouwde hij alleen vakantiedagen op over de laatste zes maanden en niet over de andere twee maanden waarin hij ziek was. Dit blijkt echter in strijd met het Europees Recht. Het niet genoten verlof moet volledig worden gecompenseerd. Die compensatie moet plaatsvinden in de vorm van verlofdagen. Alleen als het ziekteverlof leidt tot ontslag, vooral vanwege arbeidsongeschiktheid, kan het niet genoten vakantieverlof ook worden uitbetaald. Deze regeling geldt in ieder geval voor de (twintig) wettelijke vakantiedagen. In hoeverre het eveneens geldt voor de bovenwettelijke vakantiedagen, zal de komende tijd in juridische procedures duidelijk worden. De regeling is van toepassing op alle werknemers, dus ook op de categorie leraren en andere werknemers met lesgebonden taken. Jan Damen, CNV Onderwijs
mei 2012
17
Gedichtenbundel Gewoon… bijzonder Binnenkort loopt uw schoolseizoen af. Er zijn wellicht mensen die u een kleine geste van waardering wilt geven. Afscheidnemende OR- en MR-leden, hulpouders, vertrekkende collega’s of invallers, ondersteunend personeel of stagiaires. Als u naast een blijk van waardering ook een stukje van uw visie op
UNIEKE MOGELIJKHEID Uw directievacature niet alleen in Schooljournaal maar ook in DIRECT, hét vakblad voor schoolleiders in het primair onderwijs, maar ook in het voortgezet onderwijs
het kind en onderwijs wilt meegeven, kies dan voor de eerste CNVSbundel Gewoon... bijzonder. De gedichten en columns zijn gericht op relaties die mensen en kinderen onderling hebben. De relaties die, volgens schrijver Chris Lindhout, de basis zijn voor elk echt contact. Daarbij gaat het om grotere zaken in de opvoeding en school dan toetscijfers. De laatste strofe van het titelgedicht geeft de inhoud goed weer: ‘en wie in het kleine het grote niet ziet,
EXTRA VERMELDING IN DIRECT
Voor slechts € 40 is dit mogelijk Bij opgave van uw volledige personeelsadvertentie voor Schooljournaal geeft u aan gebruik te willen maken van een extra vermelding in DIRECT. Wij zorgen er dan voor dat de belangrijkste gegevens uit de advertentie worden opgenomen in de vaste rubriek Directievacatures.
en in het gewone het bijzondere niet, die mist het wonder dat rond hem geschiedt’. Bent u op zoek naar een goed afscheidscadeau, een startpunt voor bijeenkomsten of wilt u uw team een geschenk geven? Dan bent u met deze bundel zonder meer goed uit. De kosten voor de bundel bedragen 12,95 euro. Wie meer dan tien exemplaren bestelt, krijgt 2,95 euro korting per exemplaar. De andere bundels van Chris Lindhout zijn nog beschikbaar: Momentje, In verwondering verder gaan en Goud in handen. Een set van vier bundels kost 32 euro. U kunt de
OPGAVE
De gegevens van uw advertentie voor de extra vermelding moeten uiterlijk een week voor het verschijnen van Direct bekend zijn bij Bureau Van Vliet B.V., Jenny Duindam of Mariëlle Groot, e-mail:
[email protected], tel.: (023) 571 4745, fax: (023) 571 76 80. VACATURESITE
Vanzelfsprekend wordt uw volledige personeelsadvertentie gratis doorgeplaatst naar onze vacaturesite www.cnvo.nl/vacatures
bundels bestellen via
[email protected].
t?
s m o k n e e ij b m a te f o g a d ie Stud
CNV Onderwijs Academie verzorgt workshops of cursussen voor u en uw team. Maatwerk gebaseerd op de onderwijspraktijk! Meer weten? Kijk op www.cnvo.nl/academie, stuur een email naar
[email protected] of bel met 030 751 17 47. Schoolleiders Academie
Uw partner in training en advies
25 Bijbels en een Koran Winegums, frikadelbroodjes en gevulde koeken. Dat was de lijst die tevoorschijn kwam toen ik de streepjescode van de bonuskaart van mijn vrouw invulde in de app *Appie* van Albert Heijn, die alle broodnodige inkopen voor ons gezin bijhoudt. Althans, dat dacht ik. Nader onderzoek leerde dat het de bonuskaart van mijn zoon betrof, wat weer eens bevestigde dat identiteit en de daarmee verbonden beeldvorming van wezenlijk belang is.
D
at duizend jaren als een dag zijn, is in dit verband wat overtrokken, maar toch voelde ik mij een maand of twee geleden geraffineerd teruggezet in de tijd, toen ik (laten we zeggen) te gast was in een les van een geweldige invalster. Ter ondersteuning van het offerverhaal van Kaïn en Abel (wat uiteindelijk zou uitmonden in een slot met een hoog Crime Scene Investigation-gehalte) prijkte op het digibord het beeld van de stijgende en neerslaande rook. Met de snelheid van een hemelse bliksemschicht bevond ik mij weer in de eerste godsdienstles op de pabo. Nadat de godsdienstleraar elk tweetal in de klas had uitgerust met een Bijbel (terwijl een diaprojector dezelfde foute afbeelding tevoorschijn toverde) kondigde hij aan dat hij ‘even koffie ging halen en bij terugkomst iemand zou vragen,
‘Identiteit en de daarmee verbonden beeldvorming is van wezenlijk belang’ het offerverhaal te vertellen’. Dat ook verkéérde afbeeldingen in een kinderbijbel meer bleven hangen dan duizend woorden, bevestigde de afloop die zich laat raden. Niet zo lang geleden stond ik na een coachingsgesprek op Windesheim langs de kant van de weg tussen Zwolle en Dalfsen. Dit beeld moest ik eerst rechtzetten. Louter uit bewondering voor zijn bewonderenswaardige bereidheid zijn eigen identiteit te verbinden met die van onze christelijke sbo-school, had mijn integere collega oprecht gemeend voor zijn islamitische leerling in plaats van een Bijbel een Koran als schoolverlatercadeau te bestellen. Geen rubberen oranje armbandje met de tekst
‘respect’, maar simpelweg respect uit de grond van zijn hart. Mijn laatste beltegoed van die maand verdween als Elia achter de wolken om mijn allerminst geamuseerde bestuursdirecteur uit te leggen dat dit alles behalve een grap was en dat ik zeker in deze tijd kippenvel kreeg van de broederlijke gedachte die hieraan ten grondslag had gelegen, ondanks de overduidelijk aanwezige verschillen tussen beide geloofsovertuigingen. Maar mijn directeur hield (en dat sierde hem) voet bij stuk; dit afscheidscadeau namens de vereniging was niet te rijmen met het christelijke uitgangspunt. Hij had gelijk. Wie? Of beiden? Nee, echt verrast werd ik een paar dagen later in een al veel te lang uitgesteld gesprek met een personeelslid, dat zich uiteindelijk zelf maar in mijn kamertje had uitgenodigd, want (zo stelde hij) ‘als de berg niet naar Mohammed kwam, moest Mohammed maar naar de berg komen’). Hem attenderend op het feit dat wij dat vanuit onze christelijke achtergrond de berg met Mozes in verband brachten, besefte ik dat deze opmerking een veelbedenkelijker karakter had dan het voorgaande voorval. 25 Bijbels en 1 Koran: zag ik God heel even knipogen? Wim Oostra
mei 2012
19
HR-beleid en de actieplannen Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft plannen gelanceerd om het onderwijs naar een hoog, kwalitatief niveau te brengen. Voor het basisonderwijs geldt het actieplan ‘Basis voor presteren’, voor het voortgezet onderwijs ‘De basis omhoog’ en voor het mbo ‘Focus op vakmanschap’. Ook heeft het ministerie het actieplan ‘Leraar 2020’ gelanceerd met de focus op het professionaliseren van schoolleiders en docenten.
E
r zijn bestuursakkoorden gesloten met de PO-raad, de VO-raad en de mbo-raad over de actieplannen en ‘Leraar 2020’. De raden hebben afspraken gemaakt met het ministerie over de resultaten die zij gaan realiseren. Via de prestatiebox ontvangen de raden budget om de afspraken te realiseren. Wat staat er in de plannen en welke gevolgen hebben ze voor het HR-beleid?
Plannen In ‘Basis voor presteren’ staat opbrengstgericht werken centraal. In ‘De basis omhoog’ wil het ministerie dat scholen zich ontwikkelen tot lerende organisaties. In ‘Focus op vakmanschap’ staat beter beroepsonderwijs centraal, waar jongeren met een waardevol diploma vandaan komen. Om de doelen te kunnen bereiken, heb je goede leraren nodig. Daarom heeft het ministerie ‘Leraar 2020’ gelanceerd. Dit actieplan kent vier hoofdlijnen. 1. W erken in het onderwijs is gewild. Er is sprake van een sterk HRM- en kwaliteitsbeleid, van professionele ruimte voor leraren en ruime carrièremogelijkheden.
‘Goed HR-beleid is cruciaal om een ambitieuze, opbrengstgerichte werksituatie te realiseren’ 2. H et opleidingsniveau van leraren is substantieel verhoogd, bij voorkeur tot masterniveau. Dit kunnen professionele en vakinhoudelijke masters zijn, gericht op meesterschap en/of vakmanschap. 3. W erknemers registreren zich als bekwame leraar. Ze ondernemen activiteiten om de registratie te behouden. Werkgevers nemen hun verantwoordelijkheid om werknemers in staat te stellen hun bekwaamheid te onderhouden. 4. S cholen maken structureel gebruik van peer review, waarbij
20
mei 2012
professionals van verschillende scholen bij elkaar kijken en elkaar aanspreken op kwaliteit en de verbetering daarvan. Een docent wordt niet vanzelf een topdocent. In ‘Leraar 2020 - een krachtig beroep’ staat de doelstelling dat alle scholen in 2016 goed en effectief HR-beleid voeren. Dit is cruciaal om een ambitieuze, opbrengstgerichte werksituatie te realiseren. Goed HR-beleid De start van een goed HR-beleid ligt bij uw visie: wat wilt u bereiken met uw HR-beleid? De visie staat in relatie met uw onderwijskundige visie. Als u de komende jaren opbrengstgericht werken centraal stelt, welke kennis, vaardigheden en houding heeft u dan nodig van uw medewerkers? De personele instrumenten van HR-beleid zijn middelen die u ondersteunen medewerkers het beste uit zichzelf te laten halen. Essentieel is dat de instrumenten die u inzet, een samenhangend geheel vormen en samen een gerichte bijdrage leveren aan de onderwijskundige doelen die u en uw team willen bereiken. In ‘Leraar 2020’ ontbreekt een visie op HR-beleid. Er staan maatregelen in die u zelf zo moet inzetten dat er een samenhangend HRbeleid ontstaat. Maatregelen Welke maatregelen wil de overheid nemen om de kwaliteit van leraren en schoolleiders te verbeteren? ‘Leraar 2020’ noemt middelen die iedere school voor 2015 moet invoeren, die allemaal een relatie hebben met elkaar. Allereerst moet u goed HR-beleid realiseren. Wat dat precies inhoudt, daarover doet het ministerie geen uitspraak. Schoolleiders vervullen een belangrijke rol bij het vormgeven van goed onderwijskundig beleid en HR-beleid. Daarom worden
er in 2012 competenties geformuleerd, waaraan iedere schoolleider/teamleider moet voldoen. Er komt een register voor schoolleiders, waarmee ingeschreven schoolleiders en teamleiders kunnen laten zien dat zij hun beroep serieus nemen en dat zij hun bekwaamheid onderhouden. Bekwaamheid Voor docenten komen er nieuwe bekwaamheidseisen. Het voorstel hiervoor wordt in het voorjaar waarschijnlijk voorgelegd aan de Tweede Kamer. Ook moeten docenten minimaal één formeel gesprek hebben per jaar, waarin ontwikkel- en loopbaanafspraken worden gemaakt. Leraren moeten hun bekwaamheid onderhouden. De afspraken en de resultaten worden vastgelegd in een bekwaamheidsdossier, een verplichting vanuit de wet Beroepen in het Onderwijs (2005). Het bekwaamheidsdossier is een geordende set van gegevens, waarmee de werkgever laat zien dat de docent bekwaam is en dat de werkgever ervoor zorgt dat de leraar zijn bekwaamheid onderhoudt. In 2015 moet het grootste deel van de leraren in het PO, VO en mbo een bekwaamheidsdossier hebben. Het dossier is de verantwoordelijkheid van de werkgever. Hiermee kan de werkgever een uitspraak doen of een leraar bekwaam is. Het bekwaamheidsdossier is direct gekoppeld aan het functioneringsgesprek en het persoonlijk ontwikkelingsplan. Het blijkt dat in alle sectoren gemiddeld 10 tot 20 procent van de leraren een bekwaamheidsdossier heeft. Hier valt een forse inhaalslag te maken. CNV Schoolleiders heeft meegewerkt aan een ontwikkelingsgericht bekwaamheidsdossier ‘COSMO’ (www.sikon.nl). Lerarenregister Leraren kunnen zich inschrijven in het lerarenregister: www.registerleraar.nl. De Onderwijscoöperatie, een samenwerkingsverband van CNV Onderwijs en vier andere lidorganisaties, ontwikkelen dit register. Inschrijving is gratis en vrijwillig. De leraar verbindt zich aan de afspraak om minimaal veertig uur per jaar, honderdzestig uur in een periode van vier jaar te werken aan professionaliserings-
activiteiten. De activiteiten kunnen worden ondergebracht in vier categorieën: cursus en opleiding, congressen en studiedagen, persoonlijke professionalisering en overige activiteiten (intervisie, formeel coachingstrajecten). Het lerarenregister is de verantwoordelijkheid van de leraar. Hij laat zo zien dat hij zijn beroep serieus neemt, zijn bekwaamheid onderhoudt en zijn vakkennis actueel wil houden. Functiemix Een punt in ‘Leraar 2020’ is het afronden van de functiemix. Om de functiemix adequaat in te voeren, was een actueel bekwaamheidsdossier een voorwaarde. CNV Schoolleiders heeft een draaiboek ontwikkeld, dat u kunt bestellen. Het beschrijft alle stappen om de functiemix zorgvuldig in te voeren. Verschillende scholen moeten flinke stappen zetten om de doelen te behalen. Professionele ruimte Een speerpunt in het actieplan is dat de leraar handelingsruimte nodig heeft om kwalitatief, goed onderwijs te verzorgen. Een leraar moet zeggenschap hebben bij het vormgeven van het onderwijskundig beleid van de school: professionele ruimte. CNV Onderwijs definieert de professionele ruimte van de leraar: “het zodanig creëren van voorwaarden dat de kwalitatieve en hoogwaardige uitoefening van het beroep gegarandeerd wordt”. In het mbo is een professioneel statuut afgesproken dat iedere instelling moet implementeren. In het VO geeft www.professioneleruimteinhetvo.nl informatie en kunt u de ruimtemeter invullen. In het PO start een vergelijkbaar traject. Iedere school maakt keuzes hoe zij organiseert dat leraren daadwerkelijk inspraak hebben om samen goed onderwijs te realiseren. De Onderwijsinspectie controleert dit met behulp van twee kernvragen: geeft u als schoolleider voldoende professionele ruimte en gebruikt u, als leraar, de uw geboden professionele ruimte goed? Professionaliseren Uit alle onderzoeken blijkt dat de kwaliteit van de leraar grote invloed heeft op leerresultaten. Een goede leraar kan echt verschil maken. Er zijn drie speerpunten voor ‘Leraar 2020’: leraren werken opbrengstgericht, bieden onderwijs op maat en kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen. Een ander belangrijk doel is het structureel inzetten van peer review of intercollegiale visitatie. Intercollegiale visitatie heeft een kwaliteitsbevorderend effect als het zorgvuldig wordt ingevoerd, waarbij gelijkwaardigheid en veiligheid voorwaarden zijn. De leraar heeft de laatste decennia het gevoel gehad dat er sprake is van minachting van zijn vakmanschap en dat hij door van bovenaf opgelegde vernieuwingen is gedegradeerd tot enkel uitvoerder. En dat terwijl waardering en beroepstrots belangrijk zijn, blijkt uit onderzoek van CNV Onderwijs (2010). Professionalisering gecombineerd met professionele ruimte vormt de hefboom naar een beroep met aanzien. Goed en effectief HRM-beleid gebaseerd op onderwijskundige doelen van de school en de daaruit voortvloeiende visie op goed leraarschap draagt hieraan bij. Het is wenselijk dat scholen zich ontwikkelen naar professionele leergemeenschappen, waar het voeren van een professionele dialoog centraal staat. HR-beleid
mei 2012
21
faciliteert het voeren van een professionele dialoog. Daarbij gelden de veronderstellingen: • het leren van leraren is verbonden met het leren van leerlingen; • een professionele leergemeenschap wordt ook bepaald door de fysieke omstandigheid van de leeromgeving; • reflectie op professionele kwaliteit is stimulans voor professionele ontwikkeling; • persoonlijke betrokkenheid bij het definiëren van professionele kwaliteit stimuleert eigenaarschap; • eigenaarschap is een cruciale voorwaarde voor leren en veranderen. De maatregelen ‘Leraar 2020’ behoren tot HR-beleid. U moet ze zo implementeren in uw organisatie dat er een samenhangend HR-beleid ontstaat, dat een gerichte bijdrage levert aan het verhogen van de kwaliteit van uw onderwijs en uw medewerkers. HR-beleid omvat negen werkterreinen, waarin interventies en gebruikte instrumenten een samenhangend geheel vormen. Essentie Wat is de essentie van een goed, effectief HRM-beleid? Het is belangrijk om medewerkers een werkomgeving te bieden, waarin ze goed kunnen functioneren en ontwikkelen en zich gewaardeerd voelen. Kern van uw HR-beleid vormt de vraag: ‘wat vinden wij in onze organisatie een goede leraar?’. Of: ‘wat vinden wij in onze organisatie een goede school/teamleider?’. Of: ‘wat vinden wij nu een goede instructeur?’. Vervolgens komt de vraag: ‘kunnen, mogen en willen onze medewerkers onze onderwijskundige doelen realiseren?’. Tot slot: ‘wat moeten we ondernemen om onze doelen daadwerkelijk te bereiken?’. De antwoorden worden vertaald naar de negen HRM-werkvelden. Bij deze werkvelden is het centrale veld: de stijl van leidinggeven en staan de andere velden rond dit veld.
getoetst door te kijken of dit bijdraagt aan uw visie op HR-beleid. Professionaliteit als basis In een professionele leergemeenschap nemen docenten actief deel aan besluitvormingsprocessen, is er een cultuur van samenwerken en dragen zij samen verantwoordelijk voor de resultaten van het werk (Onderwijsraad 2012). De opbrengst hiervan is de ontwikkeling van gedeelde visie op ‘goed onderwijs’ en een cultuur, waarin gezamenlijke reflectie en feedback op het eigen handelen mogelijk is. Samen verantwoordelijk voor goed onderwijs. Dat is de boodschap voor de komende jaren. Myriam Lieskamp, beleidsmedewerker CNV Onderwijs Bronnen • Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, Den Haag www.rijksoverheid.nl • Actieplan: Basis voor presteren (2010) • Actieplan: De basis omhoog (2010) • Actieplan: Focus op vakmanschap (2010) • Actieplan: Leraar2020 (2010) • PO-raad ‘Bestuursakkoord PO-raad & OCW’ • www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/ rapporten/2012/01/17/bestuursakkoord-primaironderwijs-2012-2015.html • VO-raad ‘Bestuursakkoord VO-raad & OCW’ • www.rijksoverheid.nl/documentenenpublicaties/ kamerstukken/2011/12/15/kamerbrief-overbestuursakkoord-voortgezet-onderwijs-2012-2015. html • MBO-raad ‘Bestuursakkoord MBO raad & OCW’ • www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/ convenanten/2011/11/23/bestuursakkoord-mboraad-en-ministerie-ocw-2011-2015.html • Dijkstra, J, Handboek Human resources management, (2008), Koninklijke van Gorcum BV, Assen • Projectgroep Strategisch Personeelsbeleid in de scholen, “professionals sturen samen”, (2006) • Lieskamp, M, Schoemaker A, (2011), Beroepstrots in het primair onderwijs, Utrecht, CNV Onderwijs, www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/ convenanten/2011/11/23/bestuursakkoordmboraad-en-ministerie-ocw-2011-2015.html • Nauta, e.a., Kwaliteit van Human Resource Management, op weg naar excellerende medewerkers, INK Zaltbommel (zonder jaartal)
De kunst is of de doelen die u wilt bereiken ‘vertaald kunnen worden naar het effectief inzetten van HR-instrumenten in alle of enkele van de negen HRM-werkvelden’. Het beleid wordt steeds
22
mei 2012
• Onderwijsraad, (2012) Advies geregelde ruimte, Den Haag
mijn school Over de schouder meekijken met ….. Eva Eva is teamleider in een middelgrote stad. Dit jaar kijken we met Eva mee in het derde jaar van haar leiderschap. Ze is betrokken bij haar leerlingen, een bezig baasje en draagt veel idealen met zich mee.
“Wat heb jij ingevuld?” “93,4. Ik heb gewoon even gerekend en ik denk dat ik er daarom niet ver naast zit”, laat ik weten. We hebben in onze school een eenvoudige fles wijn klaar staan voor degene die het dichtst bij het slagingspercentage zit van onze vmbo-t afdeling.
Ik heb goed gekeken naar verschillende uitslagen van de schoolexamens. Zo’n uitslag doet er zeker toe, maar nog belangrijker is dat we een zo klein mogelijk verschil hebben tussen de school- en centrale examens. De discussie daarover is al op gang gekomen. Dat krijg je als het een paar jaar anders is geweest en het verschil naar de mening van de inspectie te groot werd. Nu doet die inspectie er in dit geval minder toe, vind ik. We zijn bezig voor onze leerlingen en niet voor die man of vrouw die zo af en toe eens binnenloopt. Ik denk dat jullie nu nog nieuwsgieriger worden naar mijn berekening. Ik heb veel naar de leerlingen gekeken en hun resultaten vergeleken met wat ze in de loop van het jaar hebben gedaan. Dan zie je vanzelf
of een leerling gelijkmatig scoort of dat hij onvoorspelbaar is in zijn resultaten. Wij doen op school ook aan examentraining, ik vind dat een goed systeem. De jongelui beseffen in dit examenjaar dat het een belangrijke manier is om in het mbo op niveau 3 of 4 te komen.
We hebben kort geleden in school nog eens het privacyreglement doorgelopen. Niet dat het niet klopt, integendeel, maar doen we ook wat er staat? Alle scholen hebben zo’n reglement, maar je vraagt je wel eens af of het nu echt werkt. Er zijn de simpele dingen als ‘dossiers achter slot en grendel’. Maar ook, hoe zorg je ervoor dat beide ouders indien gescheiden, voldoende op de hoogte blijven van het welzijn van hun kind? Dan heb ik nog niet eens over de verschillende wijzen van interpreteren van de gegevens door de beide ouders. Of zoals laatst de visie van de nieuwe vriendin van de stiefvader van een leerling op de opvoeding door zijn eigen moeder. Dan moet je echt goed bij de les blijven. Tegelijkertijd was er toen de vraag, hoe zit
het met onze eigen privacy? Is het verstandig je mobiele nummer te geven aan ouders van een ernstig zieke leerling? Moet je wel alle mobiele nummers van de mentorleerlingen in je telefoon hebben staan? Vooral de jongere collega’s doen er soms luchtig over. Ik heb hen verteld hoe ik twee jaar geleden gestalkt ben door een van de ouders, nadat ik met de beste bedoelingen mijn vaste telefoonnummer had gegeven. Dan is je adres gemakkelijk te vinden, nou dan weet je het wel. Gelukkig duurde het maar kort. Een nieuw telefoonnummer, een ander 06-nummer en een toevallig snel daarop volgende verhuizing bevrijdden me van het ongemak. Is dit een waarschuwing naar jullie? Nou, eigenlijk wel. Ik wil niet teveel bemoederen, maar heb het er eens over in jullie school. Je komt vast en zeker tot bijzondere ontdekkingen met elkaar. En… ik kan het niet laten: wat een gedoe zeg met Passend Onderwijs. Eerst bezuinigen, duizenden collega’s op de kast jagen, toen niet bezuinigen, maar toch eigenlijk wel. Nu weer niet-controversieel verklaard. Ik wist eerst niet eens van het betekende, maar gelukkig stond het in dat dikke woordenboek. Ik word er af en toe toch een beetje ‘onpassendlijk’ van. Ik hoop dat het er nu maar snel van komt, want het plan op zich is zo gek nog niet. Vragen jullie je ook wel eens af wat dat tot nu toe allemaal gekost heeft? Als we dat niet hadden uitgegeven aan al die brochures, vergaderingen, bijeenkomsten, brieven en conferenties, hadden ze volgens mij al heel wat geld binnengehaald. Ik las ook al zoiets in de vorige Directief. De gedachte van mij daarover is zo gek nog niet, zou je zeggen. Oh ja, je gelooft het of niet, er is na de vorige keer naar aanleiding van mijn antirookactie een collega met roken gestopt! Groet Eva
mei 2012
23
Andere tijden: rol schoo De opkomst van nieuwe schooltijden is een ontwikkeling die doorzet in het basisonderwijs. Op termijn zal de hierdoor ontstane samenwerking tussen onderwijs en opvang zelfs kunnen leiden tot de inrichting van kindcentra in allerlei vormen. “Overal worden oplossingen op maat gezocht en de rol van de schoolleider is daarbij cruciaal”, stelt Joop Vlaanderen. Namens VOS/ABB zit hij in het project ‘Andere Tijden in onderwijs en opvang’, dat de afgelopen vier jaar veel scholen heeft ondersteund bij de overstap naar andere tijden.
D
e boodschap van het project ‘Andere Tijden in onderwijs en opvang’ dat schooltijden anders kunnen, heeft het onderwijs opgepikt, constateert Joop Vlaanderen. “Het staat als een paal boven water dat deze ontwikkeling doorzet. Ik verwacht dat de buitenschoolse opvang steeds meer op schoolniveau wordt georganiseerd. Dan krijg je twee organisaties in één gebouw, die vervolgens steeds meer zullen gaan samenwerken. In de meest vergaande vorm van samenwerking kan er dan een echt kindcentrum ontstaan, waarbinnen onderwijs en opvang als een team samenwerken.” Het project ‘Andere Tijden in onderwijs en opvang’ is succesvol geweest in het versterken van het maatschappelijk draagvlak voor andere schooltijden en vooral ook met de kennisdeling. De masterclasses en leergangen zitten nog steeds vol en zullen dan ook doorgaan, nu het project wordt afgesloten. Daarnaast
Oproep schoolleiders De ontwikkeling van nieuwe schooltijden is een van de cruciale veranderingen in het primair onderwijs de komende jaren, zegt Patrick Banis, dagelijks bestuurder van CNV Onderwijs. “CNV Onderwijs zit er dan ook bovenop. Zelf ben ik daarom bijvoorbeeld lid van de Adviesraad van het project ‘Andere Tijden in onderwijs en opvang’. We hebben de steun gekregen van de Algemene Vergadering van mei 2011 om initiatief te nemen in deze ontwikkelingen. Het is pedagogisch goed voor kinderen, omdat het meer rust creëert, maar het is uiteraard geen verplichting. Elke school moet zijn eigen afweging maken met ouders en het team. De rol van de schoolleider is hierin cruciaal. Hij initieert richting ouders, bestuur en personeel als het goed is. Daarom is het belangrijk dat CNV Schoolleiders meer leidend wordt in deze discussie. Wij zoeken schoolleiders die hiermee goede ervaringen hebben opgedaan of die hiermee aan de gang willen gaan.” U kunt uw reactie mailen naar
[email protected].
24
mei 2012
is er een reeks praktische publicaties gemaakt, die scholen kunnen inspireren en ondersteunen. Een voorbeeld daarvan is het blad ‘Wij werken aan kindcentra’, dat gratis bij dit nummer van Direct is bijgesloten. Hierin staan interviews met duo’s uit onderwijs en opvang, die ‘pionieren’ in de eerste kindcentra. “Dat zijn de voorlopers”, volgens Vlaanderen.
olleider cruciaal
“Het zijn inspirerende verhalen, waaruit blijkt welke belangrijke rol schoolleiders spelen in het veranderingsproces van een school. Dat geldt ook bij de invoering van andere schooltijden: welk model een school ook kiest, het is een ingrijpende wijziging die veel mensen aangaat, en het is van belang om daarmee zorgvuldig om te gaan.”
Vijf gelijke dagenmodel Vooralsnog kiezen de meeste basisscholen voor het vijf gelijke dagenmodel. Er zijn dan geen overblijfmedewerkers meer nodig: in een korte lunchpauze eten de leerkrachten met de kinderen in de klas. Elke dag gaat de school rond 14.00 uur uit. “Dit vergt een goede organisatie en voorbereiding”, zegt Vlaanderen. “Er zijn altijd voor- en tegenstanders. Ik raad schoolleiders die eraan willen beginnen altijd aan om goed te investeren in de discussie met ouders en leerkrachten. Soms zijn het trouwens
mei 2012
25
ouders die met het initiatief komen. Ook dan geldt: neem de tijd ervoor, luister goed naar alle argumenten en reik zelf argumenten aan. Het komt in deze processen echt aan op goed leiderschap.” Het project heeft speciaal voor het overleg met de verschillende groepen betrokkenen een argumentenkaart ontworpen. “Probeer zoveel mogelijk ouders te bereiken, beperk het niet tot overleg met de MR”, aldus Vlaanderen. Daarnaast is natuurlijk overleg nodig met de betrokken buitenschoolse opvang. Immers als de schooltijden veranderen, komen de kinderen eerder op de dag bij de buitenschoolse opvang binnen. De ervaring leert dat kinderopvangorganisaties hieraan graag meewerken, omdat zij dan meer tijd hebben om een goed programma aan de kinderen aan te bieden.
‘Het komt in deze processen echt aan op goed leiderschap’ Masterclasses Voor schoolleiders die in dit traject zitten, heeft het project ‘Andere Tijden’ een masterclass over het vijf gelijke dagenmodel. Op de website www.anderetijdeninonderwijsenopvang.nl, die is ingericht als een servicecenter, zijn steeds de actuele data van masterclasses te vinden. Ook de leergang ‘Samen werken aan een kindcentrum’ wordt na de zomer op veler verzoek herhaald. Het project ‘Andere Tijden in onderwijs en opvang’ heeft de opbrengsten en materialen gepresenteerd op 23 mei op het congres ‘Nieuwe Tijden’ in de Jaarbeurs in Utrecht. Publicaties Het magazine ‘Wij werken aan kindcentra’ dat u bij dit nummer van Direct vindt, is onderdeel van een serie nieuwe publicaties van het project ‘Andere Tijden in onderwijs en opvang’ met als titel: ‘Werk maken van kindcentra’. Deze serie omvat verder
nog de uitgave ‘Opgroeien doe je maar één keer, pedagogisch ontwerp voor het kindcentrum’ van Jeannette Doornenbal, lector jeugdbeleid in Groningen, de film ‘De toekomst uitvinden. Kindcentra in beeld’, geproduceerd in samenwerking met APS en de Praktisch Adviesgids ‘Slim personeelsbeleid op weg naar een kindcentrum’. Ook de leergang ‘Samen werken aan een kindcentrum’ voor managementduo’s uit onderwijs en opvang is onderdeel van de serie. Andere schooltijden Eerder al produceerde het project een reeks publicaties over de invoering van andere schooltijden. Die serie omvat onder meer de Argumentenkaart Schooltijden, het blad ‘Tijd voor nieuwe schooltijden’ gericht op leerkrachten en ouders, drie Praktische Adviesgidsen, waaronder één speciaal voor de MR en de film ‘Ouders over schooltijden’, geschikt voor ouderavonden. Al het materiaal is te bestellen en/of te downloaden via de website www.anderetijdeninonderwijsenopvang.nl. Het project ‘Andere Tijden in onderwijs en opvang’ is een samenwerkingsverband van Het Kinderopvangfonds, VOS/ABB, de Brancheorganisatie Kinderopvang, de PO-raad en BOinK (Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang). Het is gefinancierd door Het Kinderopvangfonds. Lucy Beker
Slimmer organiseren Hoe lager de werkdruk, des te lager het ziekteverzuim. Dit was het uitgangspunt van het project ‘Slimmer Organiseren’ dat CNV Schoolleiders heeft uitgevoerd. Een actueel onderwerp, omdat schoolbesturen – gezien de financiële ontwikkelingen van de laatste tijd – steeds meer moeten doen, maar wel met minder middelen. Als je slim kunt organiseren, heeft dat ook in financieel opzicht een meerwaarde. In potentie kan iedereen dat, door binnen
26
mei 2012
de kaders van zijn functie een optimale werksituatie creëren. CNV Schoolleiders is voortdurend bezig met de vraag: ‘Hoe kunnen we het onderwijsveld in zijn geheel verder helpen?’ CNV Schoolleiders heeft het onderzoek en de resultaten in een boekje gebundeld. Niet alleen leuk om te lezen, maar zeker ook interessant om op uw eigen school of stichting toe te passen. U kunt dit boekje voor 15 euro bestellen via
[email protected]
column Onderwijsverslag: inspiratiebron De eerste dag van mijn meivakantie heb ik besteed aan het schrijven van mijn nieuwe schoolplan. Er zijn al weken van denkwerk aan vooraf gegaan en diverse onderwerpen zijn in teamvergaderingen en studiemiddagen aan bod gekomen. Een dagje alleen achter mijn computer zonder gestoord te worden door de telefoon, collega’s of jarige kinderen doet wonderen. Er ligt een mooi concept. Nu mag iedereen erop schieten. De collega’s hebben de hele vakantie de tijd om alles door te lezen. Voor mij rest er nog wat achterstallige post bij te werken. In de grote stapel
De brief met het scholingsaanbod stoort mij al net zo veel. Alle negatieve zaken uit het Onderwijsverslag meteen omzetten in financieel gewin. Mij krijgen ze niet mee. En zeker niet nadat ik de hoofdlijnen uit het Onderwijsverslag 2010/2011 gelezen heb. Daarin lees ik namelijk een positief verhaal. En de vormgever van deze uitgave heeft ook zijn best gedaan om de lezer in goede stemming te brengen. Tekst en beeld worden samengevoegd tot een aantrekkelijk en leesbaar verslag. De inleiding begint al goed door te beginnen met ‘gunstige ontwikkelingen’ en
‘Ik heb me enorm gestoord aan de negatieve berichtgeving in de media’ minder belangrijke post kom ik twee stuks tegen die ik toch ineens belangrijk vind. Een brief van een aanbieder van scholing die een cursus op maat aanbiedt, naar aanleiding van het inspectierapport en het boekwerkje van de inspectie zelf ‘De staat van het onderwijs’. Ik heb me enorm gestoord aan de negatieve berichtgeving in de media over het onderwijs. Wederom moeten we via radio en tv horen dat we het niet goed doen. Om mij heen zie ik keihard werkende mensen die ondanks alle sluipende bezuinigingen elke dag weer kinderen enthousiast maken om iets te leren. Soms vraag ik me af of die mediamensen ook op school hebben gezeten en wie hun leraren waren.
daarna ‘wat kan beter’. Ik lees niet dat het slecht gaat. Vooral als ik me concentreer op het primair onderwijs ben ik een trots man. Het aantal (zeer) zwakke scholen is verminderd. De meeste leraren hebben de basisvaardigheden en tot bijna de helft van de leraren toont complexere vaardigheden. Niet zo gek dan dat 40 procent met LB beloond mag worden. Passend bij de medewerkers in het primair onderwijs is dat zij willen professionaliseren. Dat de inspectie benoemt dat schoolleiders daarin moeten investeren, klinkt dan ook niet vreemd. Typerend vind ik de uitspraak in de brochure dat Nederland Europees koploper is in het percentage jongeren met een diploma hoger onderwijs. Een deel daarvan werkt op onze
scholen. Helaas hebben we te maken met krimp en dreigen die hoog opgeleide jongeren verloren te gaan voor het onderwijs. In mijn schoolplan heb ik beschreven welke ontwikkelingen ik de komende vier jaar wil doormaken met mijn team, mijn leerlingen en de ouders van de school. Als speerpunten heb ik geformuleerd de vaardigheden die nodig zijn voor de 21ste eeuw: communicatie, samenwerken, ICT-geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, probleem oplossen en sociale en culturele vaardigheden. We moeten leerlingen die vaardigheden bijbrengen, omdat zij problemen moeten kunnen oplossen die wij nog niet kunnen verzinnen. Daarnaast vind ik het belangrijk naar de toekomst te kijken zonder te vergeten de dag van vandaag te leven. Als ik mijn in het schoolplan beschreven visie loslaat op het Onderwijsverslag, kom ik tot de conclusie dat we een omslag in denken moeten maken. Leer de leerlingen, ouders en leerkrachten positief te kijken en vooral door te gaan met wat goed gaat. Dan zal uiteindelijk de media ook het onderwijs weer positief in het nieuws brengen. Daarmee komt er meer vertrouwen, wordt het vak van leraar en schoolleider aantrekkelijk, levert het betere leerlingen, enzovoorts. Ik overweeg om in mijn schoolplan beeldmateriaal te verwerken. Ik denk dat het helpt, vooral voor de eerste indruk. Helaas ben ik daarvoor net te laat. Dirk van Boven
mei 2012
27
Een moeilijk gesprek A
an het einde van het jaarlijkse functioneringsgesprek, waarin veel tranen hadden gevloeid, stelde ik de vraag waarmee ik al dagen in mijn maag zat: “Heb jij tegen dit gesprek opgezien?” Haar ogen die nog rood waren, keken me verbaasd aan. “Nee hoor, natuurlijk niet, iedereen weet nu eenmaal dat ik snel huil als het moeilijk is, maar ook bij leuke dingen. Dat doe ik thuis en bij vrienden ook.” “Ik heb wel tegen dit gesprek opgezien”, gaf ik aan. Daar kon de kleuterjuf niet bij: dat een leidinggevende had opgezien tegen het gesprek dat haar zoveel tranen kostte. Ik legde uit dat ik een aantal zaken binnen haar functioneren wilde bespreken en me hier terdege op had voorbereid. Het was een lijstje van vijf punten. Wat ik niet erbij vermeldde, maar wel dacht, was dat ik het gesprek in mijn hoofd al tien keer had gevoerd en dat in alle versies waterlanders een rol speelden. Telkens weer stelde ik mezelf de vraag wat in mijn spreken en handelen de overhand zou moeten hebben: compassie of duidelijkheid. Natuurlijk wil ik de invoelende leider zijn, vol begrip en medeleven. Maar ook begrip kent een grens. Klip en klaar de waarheid zeggen laat immers geen enkele ruimte voor verwarring.
‘Lief iets kritisch neerleggen klopt voor mijn gevoel gewoonweg niet’ Zelfreflectie naar aanleiding van eigen functioneringsgesprekken en een assessment in het verleden leerde me dat ik me soms meer van mijn invoelende kant moet laten zien, maar ik krijg dat soms niet voor elkaar. Lief iets kritisch neerleggen klopt voor mijn gevoel gewoonweg niet. “Wat ik graag had gehoord, was dat je eerst dingen noemt die
28
mei 2012
ik wel goed doe”, zei de juf, toen we samen het gesprek reflecteerden. Ik dacht hierover na. “Als mensen dit bij mij doen, vind ik de eerst positief geduide zaken niet meer ter zake doen als daarna punten van kritiek volgen.” Toen ik dat zei, besefte ik me dat dit ook weer meer over mij zegt, dan over het brengen van slecht nieuws in het algemeen. Ook al leert alle theorie over slecht nieuws, dat je dit maar het best zo snel mogelijk onomwonden kunt brengen. Voor deze juf was het eerst noemen van iets positiefs waardevol geweest. Ik bleef hierbij in gebreke. Tegen het einde van het gesprek gaf de juf zelf aan dat het haar met oog op de gebrachte kritiek, niet verstandig leek een heel jaar te wachten tot het volgende functioneringsgesprek. We maakten meteen een afspraak voor over drie maanden om te spreken over de manier, waarop ze aan de aandachtspunten werkt. Ik heb haar een compliment gegeven voor het feit dat ze dit zelf aanvoelde en hiertoe bereid was. Nadat de juf was vertrokken en ik naar het halflege pakje zakdoeken keek, besefte ik me dat je vaak het meeste leert in de gesprekken, waar je zelf het meeste tegenop ziet. Martin de Kock
De complexiteit van verzuim ‘s Morgens vroeg om zeven uur gaat de telefoon. En ja hoor… Maria meldt zich ziek, ze kan echt niet komen, ze voelt zich zo beroerd, spugen, diarree, koorts. Nee hoor, het gaat echt niet. En daar zit je dan. Er waren al twee andere collega’s ziek en hoe moet dat nu weer vandaag. De klas naar huis sturen? Nee, dat gaat niet. Zelf voor de klas gaan staan? Ja, daar zal het wel op neer komen. Je ziet de berg werk al hoger worden…
K
omt deze situatie u bekend voor? Ik zie schoolleiders regelmatig worstelen met de gevolgen van verzuim. Ik herken het ook. Veel jaren heb ik leiding gegeven aan mensen in teams. Ik heb relaties opgebouwd, gefaald, geleerd hoe ik het niet moet aanpakken, hoe ik uit een zwart gat omhoog kan krabbelen, hoe ik word geleefd door onzekerheid en vroegere overtuigingen. En ik heb ervan geleerd. Ik geloof in doorzetten, en daarmee bedoel ik: wandelen naar datgene wat u als leider roept.
Blik op verzuim En wat roept u dan als schoolleider, en wilt u dat alleen of met uw team bereiken? Dat klinkt cru, maar is wel bepalend. Vraag uzelf eens af hoe u naar verzuim kijkt: alleen vanuit kostenperspectief, alleen vanuit last ervan hebben of staat u ook wel eens in de schoenen van uw leerkrachten? Het is belangrijk om verzuim vanuit verschillende kanten te bekijken. Na een auto-ongeluk ben ik me daarvan bewust geworden. Ik werd onder druk gezet om weer aan de slag te gaan, terwijl ik tegelijkertijd worstelde met mijn beperkingen, waarvoor geen echte aandacht was. Mijn ervaring vanuit die positie is dat echte aandacht wonderen doet. Ik merk ook dat veel leiders die echte aandacht wel willen geven, maar dat er angst is voor de consequenties. Want wat moet ik nu als ik Maria in haar kracht zet en ik laat haar werken met haar talenten? Als Piet dan komt, of Klaas heb ik weer een ander probleem. Door uit te spreken wat u beweegt en samen met de mensen in uw team te kijken waar u naar toe wilt en wat de mogelijkheden zijn, ontstaat er creativiteit. En niet alleen dat, u hoort ook wat een ander beweegt en kan over het realisme daarvan spreken. En zo ontstaat er weer flow binnen een afdeling.
Praktijk Dus ga aan de slag, praat écht met degene die verzuimt. Over zijn zorgen, over waar hij tegenop ziet, over zijn thuissituatie. Alleen vanuit het doen, ontstaat wijsheid en inzicht in de oplossing. De kennis heeft u, maar het gaat om het toepassen van die kennis in de praktijk. Succes daarmee.
‘Door uit te spreken wat u beweegt, ontstaat er creativiteit’ Heeft u behoefte aan een praktische insteek hoe u het verzuim met werknemers kunt bespreken, dan kunt u me mailen. Ik heb een schematisch model ontwikkeld met een toegepaste vragenlijst en biedt deze gratis aan leden van CNV Schoolleiders. Joke van Hardeveld, directeur Coaching en Caring
[email protected] Tel. 06-17 99 40 21
mei 2012
29
column door Chris Lindhout
Hier sta ik dan. Zaterdagmorgen. In een leeg lokaal. Geen joelende kinderen. Geen kinderen die ik corrigerend moet wijzen op de regel-van-de-week die op het bord staat: ‘We gaan na binnenkomst onmiddellijk zitten op onze plaats’. Stilte. Het digibord zwijgt. De tafels en stoelen staan netjes in groepjes te wachten. Straks is het maandag. Veel van wat ik niet leuk vond, is versmolten met de toekomst. Ik wou dat ik ze allemaal op maandagmorgen weer mocht begroeten. Zelfs het vermanen tot stilte lijkt me nu een opdracht vol vreugde. Net als een teamvergadering of studiemoment. Of oudergesprek. Of nakijken.
Vo or het laats t
De dokter is onverbiddelijk. “Meneer, ik zal er geen doekjes omwinden, maar uw gezondheidstoestand is zorgelijk. Uiterst zorgelijk.” Hij zwijgt en kijkt me aan wachtend op een reactie. Ik loop naar de prikborden en zie dat er tekeningen zijn ophangen. Opgehangen door mijn vervangster. Vast een goeie meid. Maar
30
mei 2012
wel… een vervangster. Mijn bureau kijkt me wat verbaasd aan. ‘Hallo, ben je er weer?’, roept het vanaf zijn plek. Ik leg zachtjes mijn hand op de plek waar zoveel sommen en spellingsregels door mij zijn uitgelegd. Vol passie, tenminste… mijn passie. Misschien niet op de meest moderne manier, maar vol passie, … mijn passie. Ik ga achter in de klas staan en kijk naar het bord. Daar stond ik vol vuur te vertellen, uit te leggen, te vermanen, te ontroeren, te doceren, te luisteren, te kijken. Zaterdagmorgen. In een leeg lokaal. Ouders gaan met hun kroost naar het sportveld of het zwembad. Op het bureau liggen aantekeningen op gele blaadjes. Voor de duopartner die maandag komt. Ziek ben ik, doodziek, vertrokken en vervangen. Dat is het leven. Mijn verstand weet het, mijn gevoel nog niet. Ik lees de gele mededelingen. Ze zeggen wat ik het hele jaar al heb gezegd: “Let op Elly, pas op voor Petra, hou een oog op Willem”. Het is stil in de klas. Alles wat geluid gaf, is stil. Ik neem afscheid van mijn stoel, mijn vaste plekje. Met tranen in de ogen zie ik voor het laatst de hele groep. Een groep zonder kinderen. Hier sta ik dan. Zaterdagmorgen. Een leeg hoofd. In een leeg lokaal. Voor het laatst, denk ik. Zeggen ze.
leden actueel Gedicht
Help Help. Die ouderen weten veel meer. Hebben veel meer meegemaakt. Wie ben ik? Help. Die jonkies zijn beter opgeleid. Weten veel meer. Hebben meer passie. Wie ben ik? Help. Die oudjes kunnen alles beter. Snappen veel meer van kinderen. Lopen al jaren mee. Wie ben ik? Help. Die jonkies zijn op de hoogte. Kennen de laatste inzichten. Snappen de jeugd beter. Wie ben ik? Ik help je. Oud of jong. Ervaren of beginnend. Jullie gaan me allen aan het hart. Zegt Hij. Vertrouw maar op mij. Chris Lindhout
Een heel kleine geschiedenis van bijna alles Waar komt de wereld vandaan? Hoe lang is de mens al op de aarde? Hoe groot is het heelal? Kinderen zijn enorm nieuwsgierig als het op de grote levensvragen aankomt. Na de ‘volwassen’ editie ‘Een heel kleine geschiedenis van bijna alles’ verschijnt nu een geïllustreerde versie speciaal voor de jeugd. Met hetzelfde enthousiasme, waarmee Bill Bryson zijn volwassen lezers meeneemt op een avontuurlijke reis door het leven, kunnen nu ook jonge lezers met de wereld kennismaken. Op een heldere en spannende manier behandelt Bryson essentiële onderwerpen uit de bètawetenschappen. Aan de hand van een grote verzameling foto’s, cartoons, schilderijen en computerbeelden maakt hij de wereld van de wetenschap op een speelse wijze inzichtelijk. Daarnaast brengt Bryson de meest geniale, obsessieve en excentrieke wetenschappers uit de geschiedenis in beeld. U kunt dit boek bestellen via www.uitgeverijatlas.nl
Passend onderwijs voor begaafde leerlingen in het basisonderwijs ‘Passend onderwijs voor begaafde leerlingen in het basisonderwijs’ is de opvolger van het boek ‘Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs’. In het boek gaan auteurs Sylvia Drent en Eleonoor van Gerven uit van de alledaagse onderwijspraktijk in het reguliere basisonderwijs, waarin leraren gedifferentieerd onderwijs bieden, maar ook grenzen ervaren van wat redelijkerwijs haalbaar is in hun groep. De auteurs benaderen onderwijs aan begaafde leerlingen vanuit een oplossingsgericht perspectief en zien begaafde leerlingen niet als zorgenkinderen, maar als kansleerlingen. Het boek biedt pedagogiek- en didactiekdocenten een breed kennisraamwerk om aan hun studenten over te dragen. Het haakt aan bij moderne onderwijsontwikkelingen en is praktijkgericht. Het boek is geschikt als cursusboek voor een module begaafdheidsonderwijs in het pabo-programma en kan gebruikt worden voor nascholingsprojecten over begaafdheid in korte trainingen. Passend onderwijs voor begaafde leerlingen in het basisonderwijs Sylvia Drent, Eleonoor van Gerven, ISBN 9789023249665, € 37,50, www.vangorcum.nl
mei 2012
31
Kort samengevat: De helpdesk voor schoolleiders Voor al uw vragen over uw school, maar ook voor individuele belangenbehartiging en juridisch advies kunt u contact opnemen met de helpdesk: 030-7511004 of
[email protected].
Commissionair in opleidingen van hoge kwaliteit CNV Schoolleiders heeft samenwerkingsrelaties met o.a. Magistrum, Penta Nova, NDO Interstudie, CNV Onderwijs- academie, Besturenraad Academie en SBO. Als lid krijgt u verschillende kortingen op hun aanbod.
Altijd goed geïnformeerd Via onze website www.cnvs.nl blijft u op de hoogte van actuele zaken en treft u een schat aan informatie aan. Zo heeft u toegang tot de beleidsmatrix, een uitgebreide database met onmisbare documentatie omtrent zaken als inspectie, CITO, functiemix, etc. Als lid ontvangt u gratis ons blad DIRECT, een magazine vol interessante en leerzame artikelen specifiek voor schoolleiders. Ook ontvangt u onze digitale nieuwsbrief E-zine.
Een scala aan bijeenkomsten Wij organiseren doorlopend flitsbijeenkomsten, praatcafés en ons jaarlijkse congres, hèt evenement voor schoolleiders in PO en VO. Zo blijft u op de hoogte van actuele ontwikkelingen. Als lid krijgt u een flinke korting op bijeenkomsten.
Lid van een invloedrijke bond in het onderwijs CNV Schoolleiders maakt zich sterk voor u, de schoolleider. Wij hebben direct contact met de politiek en laten onze stem horen aan diverse onderhandelingstafels.
Bent u nog geen lid van CNV Schoolleiders, maar wilt u dit wel graag worden? Of kent u iemand die graag lid zou willen worden? Meldt u zich dan aan via www.cnvs.nl of mail uw gegevens naar
[email protected]
Adres: Tiberdreef 4 3561 GG Utrecht Postadres: Postbus 2510 3500 GM Utrecht
Telefoon: 030-751 1004 Fax:030-751 1739 Email:
[email protected] Website: www.cnvs.nl