Watervallen op een rij.
Route Vanaf Naar Afstand Via Vertrek Aankomst Wind Beaufort Bewolking Reiziger Datum Bijzonderheden
Pagina 177
Queenstown Haast 218.8 Queenstown, Wanaka, Haast Pass, Haast. 14-11-2000 14-11-2000 n.v.t. n.v.t. Regen Henk Tenwolde 14/11/2000
Route
Stad / dorp
Arthurs Pass Arrowtown
SH 6 Crown road
Crown road Cadrona Wanaka
Intersection
Clutha road Makaroa Blue Pool Haast Pass Waterfall Bridge Haast Marks road
Pagina 178
Kilometerstand Opmerkingen 0.0 Garden Court Motel, Frankton road, direction city. 0.7 Pass petrol station roundabout: turn right sign direction ARTHUR’S POINT. 5.8 Shotover bridge. 20.2 Intersection: left into Arrowtown – church and petrol station. Right into Arrowtown (at the corner there is a nice bakery) park your car and have a look around. (museum – Chinese village). To get out of Arowtown drive straight through, past museum and tree lined road to SH 6. 25.7 Intersection: left – direction Cromwell – Wanaka SH 6. 26.5 Intersection left via Crown Range Cadrona) to Wanaka (because of roadworks the summit road over the Crown Range is not permitted for rental vehicles during winter (June to October). During this period please follow the alternative road via Cromwell Gorge to Wanaka. 37.7 Top of Crown Range. 52.1 Cadrona Hotel. Nice pub. 75.0 Turn right at the lake – direction Haast. We recommend a visit at the Maze or Wanaka Aircraft museum on SH 6. 80.3 SH 6 left – direction Haast Pass – Westcoast – Lake Hawea. 0.0 At above intersection. 2.4 Cltha river bridge. 60.0 Makaroa – Mt. Aspring National Park. 68.5 Blue Pool walk (40 minutes return). 78.3 Summit bridal track to Davis Flat (1h return). 82.2 Faintal waterfall. 92.4 Haast river, after bridge – toilet on the left. 110.3 Roaring Billy bush walk. 137.9 Easy to miss!! Slow down on intersection. Turn left to Haast township. 138.4 After about .5km – Heritage Park on the left.
Your are in one of the most unique areas in New Zealand. Mt. Aspring – Westland – Fiordland and Mt. Cook National Park are together now a World Heritage Park and cover 10% of New Zealand’s landmass. Take your time to explore – feel –smell and touch this pre-historic unique environment. Our tip today A jetboat ride on the Waiatoto river. The world first & only sea to mountain river safari exploring the South Westland Heritage Area. A truly remote area of staggering contrast extraordinary beauty. For further information, please refer to the brochure.
Pagina 179
Ja, dat is een mooie tocht over de Haast Pas. Puur natuur, puur Nieuw Zeeland. Een paar opmerkingen uit het begeleidende schrijven. Volgens het begeleidend schrijven moest vandaag zeer spectaculair worden. En het weer leek mee te werken, het was redelijk zonnig. Nog een voordeel was dat de afstand redelijk gering was vandaag. Om vijf uur werd ik wakker. Er ging een soort van belletje. Het bleek mijn telefoontje zijn. Een bericht, “wil je mij even terug bellen”, (18jr). Annette even gebeld. Kan jij even nagaan wat dat voor een nummer is. Ze vertelde dat er in Nederland net een uitzending was geweest waarin werd gewaarschuwd voor dit soort geintjes. Alles in Nederland heeft de griep. Bij Jan op het bedrijf is het een grote snotterboel. Annefleurtje was vorige week een beetje hangerig, misschien ook griep gehad. Ze zou mij zo terug bellen. Vijf minuten later ging de telefoon weer, Annette, sekslijn. Fijn, zulke geintjes kosten een vermogen. Ze vroeg mij waar ik naar toe zou gaan vandaag. Haast, over de pas heen. Maar eerst wilde ik nog een paar minuten slapen. Ik hing op en sliep nog een uurtje. Ik werd wakker van de boven buren. Die waren vroeg uit de veren. Ik ben nog even blijven liggen maar na twintig minuten was ik er toch uit. Ik moet altijd geluid op de achtergrond hebben als ik bezig ben. En dus zette ik de t.v. aan voordat ik onder de douche stapte. C.N.N., nog een beetje informatieve herrie ook. De informatie was minder prettig. Tunnelbrand in Kaprun. Annette had er al iets over verteld. Vreselijk, de tunnel had als een soort van schoorsteen gewerkt. Eventjes gaan skiën, vroeg in het seizoen. Er waren ook Nederlanders onder de slachtoffers. Maar de hoofdmoot werd gevormd door de verkiezingen in Amerika. Het is echt te belachelijk voor worden aan het worden hoe man daar met een verkiezingsuitslag aan het omgaan is. En de Nieuw Zeelandse bokser. Hij heeft het gevecht voor het kampioenschap bij de zwaargewichten verloren vannacht. Voor het ontbijt zette ik eerst nog een aantal spullen in mijn auto. En daarna het ontbijt zelf. De klusjesman leidde mij rond langs het buffet. Al flatuerend liep hij weer weg. God zij dank stond er een van de ramen open. Toen ik al een tijdje aan mijn ontbijt zat kwam hij nog even terug om een beker sinasappelsap in te schenken. Vervolgens vulde hij de kan weer bij met een pak dat onder het buffet in een kastje stond. Aan het ontbijt had ik het programma voor vandaag naast mij liggen. Zo kon ik even een blik werpen op dat wat mij vandaag te wachten stond. Na het ontbijt liep ik even langs mijn kamer. Alles wat er nog lag, ik was dus bijna mijn toilettas vergeten, nam ik mee en legde ik in mijn auto. Iemand had zijn auto zo vlak naast de mijne gezet dat ik niet anders als rechtdoor uit het parkeervak rijden. Nadeel daarvan was weer dat ik mijn antenne moest vasthouden om deze niet te laten afbreken. De antenne kan ik niet laten inschuiven, het is gewoon een metalen stang die naast de motorkap staat. Slimme constructie van Budget. Houdt tevens in dat ik de auto niet door een wasstraat kan rijden. Schoonmaken mogen ze deze auto dus zelf als ik hem gaan inleveren. Gisteren heb ik wel nog een poging gedaan om hem schoon te krijgen. Het is wel voor een groot gedeelte gelukt maar er zit nog wel behoorlijk veel bagger op. Terug liep ik naar de balie.even twee ontbijtjes betalen en mijn sleutel in leveren. Een dame achter de balie bleek een nieuwe medewerkster te zijn. Ze moest nog worden ingewerkt. Met een hele hoop heen en weer geflipper op de computer kwam er dan uiteindelijk toch een rekening uit. Ze moest er zelf om lachten. “Tegen de tijd dat het kerstmis is weet ik wel hoe het een beetje werkt”, grapte ze. Ze kreeg uitleg van de eigenaar. Nadat ik afgerekend had kon ik weg. Met een hand aan het stuur en met de andere uit het raam en aan de antenne reed ik weg. Eenmaal op de weg leek het erop dat de ruitenwissers een eigen leven gingen leidden. Schoonmaken zonder dat het regende, nieuw. Vast een Amerikaanse vinding. Ik Queenstown reed ik eerst even een tankstation binnen. Er hoefde niet veel in maar je weet maar nooit wat er onderweg gebeurd.
Pagina 180
En toen op weg naar Arrowtown. Via een mooie omgeving naar een klein oud stadje. Leuk, eindelijk iets wat lijkt op echte geschiedenis. Maar onmiddellijk stonden er weer huizen die absoluut niet in de sfeer van het dorp pasten. Echt weer Engels, stijlloos. Wat hebben ze hier toch met die verkeerde bouwwijze uit de zestigerjaren? Het lijkt absoluut helemaal nergens op. En dan die kleuren combinaties. Ik heb al met een Kiwi staan praten en die vond het ook niets. Maar er zijn hier geen regels. Ze mogen hier neer zetten wat ze willen, zoals ze het willen. Verder, naar Crown road. En zoals ik al vermoedde was dit een gravel road. Gelukkig was de weg niet al te lang, ze was lekker breed, en ze waren aan het werk. De weg liep wel een hele lange tijd omhoog. De afdaling was heel speciaal, althans voor mij. Het leek net alsof ik door een spleet reed. Heel smal werd de weg, soms net voldoende ruimte voor twee auto’s. en dus paste de weg soms net tussen de bergwanden door.
Toen er even ruimte was zette ik mijn auto aan de kant en maakte ik een paar foto’s. Op het speciale toestel zaten nog een aantal foto’s en dus gebruikte ik het toestel daarvoor. Het volgende dorp was Corodona. Daar stond een hotel en dat stond ook vermeld in de reispapieren. Ook in de folder van de reisorganisatie stond dit hotel maar ik miste het. Ook hier waren ze bezig met weg werkzaamheden en was mijn aandacht daar volledig op gericht. Toen ik een aantal kilometers verder was kwam ik er achter dat ik dit gemist had. Jammer maar helaas, terug rijden deed ik maar niet. Misschien maak ik er wel een foto van als ik hier nog eens terug kom. De weg eindigde bij een meer. Dwars door een dorp reed ik de weg op naar die naar de Haastpas leidde. In het begin was de weg niet echt mooi. Maar na een aantal kilometers kwam er een meer in zicht. En het zal de pest krijgen, weer was er nergens een mogelijkheid om even te stoppen om een foto te maken. Misschien moeten ze maar eens een kritische reiziger uitnodigen, in een auto zetten en door het hele land heen slepen. En overal waar de reiziger een uitzichtpunt verwacht of wil hebben, een markering op een kaart maken. Met een G.P.S. moet dat tegenwoordig heel makkelijk mogelijk zijn. De beste punten eruit halen, kijken of er ook een mogelijkheid is en dan ook realiseren.
Pagina 181
Daar waar ik dacht dat het uitzicht fantastisch was zette ik mijn auto aan de kant. Aan de andere kant waar ik reed was net een plaatsje om mijn auto neer te zetten. De plaats was niet echt gunstig, een uitrit van een weiland en een weinig plaats. Maar het uitzicht was de moeite waard, een groot meer met op de voorgrond een weiland dat neer beneden liep en dat vol met schapen stond.
Op de achtergrond bergen, een beetje vaag van wegen de mist. Maar wel vreselijk mooi. En dus bleef ik een tijdje genieten van het uitzicht. Het land heeft geen, of nauwelijks, geschiedenis maar alles wordt gecompenseerd door de overweldigende natuur. Wegrijden van de parkeerplaats was een beetje tricky. Met een dot gas en wat wielspin verliet ik de parkeerplaats. De weg leidde nog even langs het meer maar boog daarna naar links af en vormde zo een pad tussen twee bergketens heen. En daar lag het volgende meer. Heel anders als het eerste maar daarom niet minder mooi. En parkeerplaatsen waren hier wel. De eerste de beste parkeerplaats stopte ik dan ook, bang dat ik nergens anders meer kon stilstaan. En weer was het uitzicht fantastisch. Hier lag geen weiland op de voorgrond maar op de achtergrond wel een enorme bergrug. En dus maakte ik een soort van panoramafoto. Het was hier wel behoorlijk koud en dus vertrok ik weer rap. Het kwam ineens in mij op dat ik wel eens een tekort aan fotorolletjes zou kunnen krijgen. En dus besloot ik bij de eerste de best gelegenheid waarvan ik dacht dat ze wel rolletjes zouden
Pagina 182
verkopen. En dat bleek een benzine station te zijn. En ik had pech, er was net een bus gestopt met toeristen. Ik reed er bijna eentje plat. Heel langzaam reed ik langs de bus toen er plotseling een oude man langs de achterkant van de bus vandaan kwam. Hij schrok en ik schrok ook. Maar gelukkig stond ik in een ruk stil. Ik liet de man oversteken en parkeerde mijn auto achter de bus. Maar het winkeltje dat aan het benzinestation zat, stond vol met toeristen. Met slechts twee mensen in de bediening schoot het niet op. Even stond ik met een aantal van de toeristen te praten. Het meeste sprak ik met de reisleiding, een dame. Ze kwamen uit Amerika, uit de staat Washington, en waren onder de indruk toen ik vertelde dat ik alleen op reis was. Het waren allemaal boeren, gepensioneerd en nu eindelijk eens ver weg van huis. Maar nog steeds typisch Amerikaans aan het reizen, in twee weken tijd Nieuw Zeeland zien om vervolgens in drie weken tijd Australië te bekijken. Natuurlijk wilde ze weten waar ik vandaan kwam en wat ik deed. Of ze weten waar Nederland ligt vraag ik mij af. Sommige denken dat Kopenhagen de hoofdstad is. En iedere keer als ik antwoordde dat ik computer programmeur was kreeg ik te horen “Ik had het kunnen raden”. Het wachten duurde mij veel te lang, de rit die voor mij lag was veel te mooi om te laten verpesten door te wachten in een rij. En dus liep ik weg, terug naar mijn auto. “Stop zeker even bij de Faiten Falls”, riep de reisleidster mij nog na. Dan maar geen extra filmrolletjes, dacht ik. Maar een klein eindje verder bleek nog een restaurant te zijn. En daar verkochten ze ook fotorolletjes. Toen ik naar binnen liep was er geen verkoopster te bekennen. Fotorolletjes in overvloed en na een paar minuten rondhangen kwam er een meisje aan lopen. Drie rolletjes van 36 opnames en 100 ASA nam ik mee. En dus reed ik met voldoende rolletjes op zak weg en kon ik het laatste stuk van mijn trip over de Haastpas beginnen. Alleen wilde het weer niet echt meer meewerken. Het was intussen stijf bewolkt geworden en regen was iets wat elk moment naar beneden kon komen. En dat deed het dus ook. Maar daar waar ik stopte was het gelukkig droog. De eerste plaats waar ik stopte was midden in het bos. Langs de weg was een grote parkeerplaats gemaakt en daar zette ik mijn auto neer. Met de bekende spullen in mijn rugzak stak ik de weg over en liep ik het bos in. Over een bospad, dat geplaveid was met houtsnippers, ging het ligt naar beneden. Het bos was niet echt dicht, lange dunne stammen met heel hoog een bladerdek. En op de grond stonden ook geen varens, dat in tegenstelling tot de andere bossen waar ik door heb gelopen. Aan het einde van het bos lag een pad van vlonders. Over de vlonders was kippengaas gespannen. Ook dat had ik al vaker gezien, makkelijk want uitglijden is dan minder makkelijk. Het pad eindigde bij een hangbrug. Ik moest even wachten op twee mensen die van de andere kant kwamen terug lopen. Alleen deden ze er erg lang over. De tijd die ze nodig hadden om de oversteek te maken gebruikte ik om foto’s van de omgeving te maken. Toen ze eindelijk van de brug af waren kon ik overlopen. De brug wiebelde uiteraard maar niet zo erg als dat ik gedacht had. Onder de burg door liep een riviertje, staal blauw water. En de brug hing toch veel hoger boven het water als dat ik gedacht had. Langs de oevers van het riviertje lagen stranden en daar zaten een paar mensen op en genoten van de omgeving. Het leek mij ook wel leuk om even naar beneden te lopen. Maar eerst moest ik nog langs een rotswand lopen naar een soort van houten terras vanwaar een heel mooi uitzicht over de omgeving was. Alleen vlogen hier ook van die nare sandflies rond. En het werden er meer en meer. En daarom leek het mij niet wijs om naar beneden naar het strand te gaan. De watervallen waar ik eigenlijk voor gekomen was waren moeilijk te zien.
Pagina 183
Ik liep weer terug naar mijn auto. Koud zat ik er weer in of de regen kwam weer naar beneden. Bij elke volgende stop was het weer droog. Bij een stop, die niet op het programma stond, moest ik door een kiezelbed lopen om bij een riviertje te komen. Makkelijk was dat niet, keer op keer zakte mijn voeten weg en was het moeilijk vooruit komen. Toen ik weer terug liep begon te regenen en probeerde ik tegen een muur van steentjes op te klauteren. Omlopen was waarschijnlijk makkelijker geweest maar ik dacht dat dit sneller zou zijn. Aan de andere kant lag een bergwand. Langs die bergwand lag een oude spoorburg waaronder een waterval doorliep. Om er echt wat van te zien moest ik de weg oversteken en langs de vangrail blijven. Een foto maken van deze, zeer smalle, waterval was niet makkelijk, het stuk spoorbrug hing behoorlijk in de weg.
Pagina 184
Vlak voor de laatste stop regende het vreselijk. En eigenlijk verpeste deze regen de hele dag. Alle uitstapjes werden verpest door de regen of de dreiging van regen. Vlak voordat ik bij de laatste stop aankwam werd het weer droog. En dus kon ik in droog weer in twintig minuten tijd heen en weer lopen naar weer een waterval. Door een bos van loofbomen en varens heen kwam ik weer bij een zeer brede rivierbedding. En de bedding bestond weer uit louter steentjes. Van de waterval was in eerste instantie niet zo gek veel te zien en dus moest ik over de hele bedding heen lopen. Ik had niet de moeite genomen om mijn bergschoenen aan te doen en dat was wel behoorlijk dom. Want nu zwikte ik van tijd tot tijd door mijn enkels heen. Mede ook omdat ik hier te gehaast te werk ging, bang om kletsnat te worden door een overtrekkende regenbui. Toen ik eenmaal aan de rand van het riviertje stond zag ik een groot betonnen rotsblok liggen. Mooi leek mij dat nou echt niet voor een foto en dus liep ik zover naar links dat het rotsblok uit beeld viel. Het riviertje was apart van kleur en dus zocht ik een plaats waar ik, laag over het water hangend, een leuke foto kon maken. Een man die ook de bedding was overgestoken, vroeg mij waarom ik zo ver en laag over het water hing. Toen ik hem vertelde wat mijn beweegredenen waren trok hij zijn wenkbrauwen op en keek weer naar de waterval. Hij liep weer eerder terug als ik. Veel rustiger als dat ik heen was komen lopen liep ik terug over de steentjes. Vlak voordat ik weer de walkant op stapte kwam er een stel aanlopen. Vroegen mij of er wat te zien viel. Ik vertelde ze dat het wel een eindje wandelen was maar wel de moeite waard. En weer zat ik koud in mijn auto toen het weer begon te regenen. Het stukje van de laatste stop naar het dorp waar ik zou overnachten was het niet zo ver meer. Het was ondertussen al half vijf en werd het wel tijd om eens te zien waar mijn hotel zou zijn. Het dorp bleek heel vreemd te zijn. Van de weg af bleek ik op een hele grote cirkel terecht te zijn gekomen. Ik stopte even om in de reispapieren te zien waar ik moest zijn. Ik zette de motor uit en keek in de papieren en na een aantal minuten wist ik het. Toen ik mijn auto wilde starten ging dat niet meer. Te veel regen dacht ik in eerste instantie. Maar het bleek dat ik mijn versnelling niet in de juiste stand had staan. Het hotel bleek een paar honderd meter Pagina 185
verder te zijn. in een heel klein kantoortje moest ik mijn sleutel op halen. De kamer bleek aan de achterkant van het gebouw te zijn. ik moest om een deel van het gebouw heen rijden en mijn auto kon ik dan voor de deur plaatsen. Alles was laagbouw en via een grote schuifwand stond ik ineens in mijn kamer. Slaapkamer wel te verstaan, met alleen nog een badkamer vormde dit het onderkomen. Er bleek nog een deur te zijn die leidde naar een gang die tussen de kamers heen liep. Een soort van brandgang dus, alleen stond de deur nog open. Die maakte ik dicht en ging aan de tafel zitten om nog iets te schrijven. Er was in het hele dorp absoluut niets te beleven dan wel te zien. Het eerste dat enigszins de moeite waard was lag op meer dan een uur rijden. En daar had ik nou net geen zin meer in. Wel wilde ik eigenlijk nog iets eten. En daarvoor liep ik even naar het aangrenzende restaurantje. Daar verkochten ze complete broodjes en daar koos ik twee van uit. Op een van de broodjes zat zo verschrikkelijk veel boter dat het gewoon smerig was. De salami die erop zat proefde ik helemaal niet meer. Nu wordt mij ook duidelijk waarom hier zoveel dikke mensen rond lopen. Voor het diner had ik de keuze uit drie restaurants. Een heel dicht bij, eentje op vijf kilometer en eentje op vijftig kilometer. De keuze was eigenlijk niet zo moeilijk. Het rijden was ik zat en dus liep ik het kleine eindje naar het dichts bijzijnde restaurant. En dit werd een hele vreemde ervaring. Het kwam mij voor alsof ik in een grote feesttent terecht was gekomen alleen dan van hout. Door de hele tent heen moest ik lopen naar het achterste gedeelte. Daar was een restaurant gedeelte en dat was behoorlijk bevolkt. Boven een uitgifte loket hing een bord met daarop het complete menu, althans wat daarvoor moest door gaan. Bij een dame aan een klein soort toonbank moest doorgeven wat ik wilde en ik kon er direct afrekenen. Ik kreeg van haar een nummertje mee samen met het bier dat ik besteld had. Erg vriendelijk was ze niet, ze klepte liever met de gasten die aan de andere kant van de wand aan de bar hingen. En dan ook nog ik een onverstaanbaar dialect. Er was nog een tafeltje vrij en daar nam ik aan plaats. Een heel wiebelig tafeltje zo ondervond ik. Een deel van mijn bier lag binnen de korste keren over het tafeltje heen. Sterren zullen ze hier nooit krijgen, het eten was niet geweldig, wel veel. Terug in mijn onderkomen bleek ik nieuwe buren te hebben. Slimme buren. Beide, een jonge en een behoorlijk dikke meid (wat is hier vreemd aan) bleken behoorlijk te kuchen. En dan toch buiten op een bankje gaan zitten en een sigaret roken, ja dat helpt. Later op de avond dacht ik dan ook dat ze haar longen er aan het uitgooien was zo ging ze te keer. Het deed mij het ergste vermoedden voor vannacht. Ik heb nog een hele tijd zitten schrijven, ik was toch behoorlijk achterop geraakt. En nog even gebeld met de dame waar ik vrijdag avond of middag naar toe moet om foto’s van Annefleurtje af te geven. Als ik bij mijn hotel ben moet ik nog maar een keertje bellen. Niet al te laat lag ik plat. Nog heel even documentaire over bodyguards gezien. Daarna ben ik gaan maffen.
Pagina 186