levend erfgoednota
verleden Rheden
2012-2016
Wat volgt staat altijd in verband met wat er voorafging Marcus Aurelius
inhoud 1
inleiding
3
2
ruimtelijke identiteit
7
3
visie
11
4
historisch landschap
15
5
archeologie
21
6
historische stedenbouw
25
7
levend erfgoed
31
8
instrumenten
33
9
samenvatting
37
Bijlagen
Rheden in vogelvlucht resultaten erfgoedbeleid Rheden tot 2011 overzicht relevante wet- en regelgeving en beleidskaders concept-uitvoeringsagenda 2012-2016
39 45 47 51
Het Herikhuizerveld, een panoramisch vergezicht: typisch Rheden
Een groen bedrijf als nieuwe economische drager voor een eeuwenoud landgoed: Domein Hof te Dieren, een biologische wijngaard die vanaf 2004 is gevestigd op de rijksbeschermde historische buitenplaats Hof te Dieren.
1
inleiding aanleiding, doel en leeswijzer
Erfgoed is het geheel van materiële en immateriële sporen uit het verleden zoals gebouwen, landschappen, archeologische vondsten en de daaraan verbonden gebruiken, verhalen en gewoonten die van generatie op generatie worden overgedragen. Erfgoed verleent een gemeenschap een eigen, onderscheidende identiteit en een fundament om op te bouwen. Aanvullend op het rijks- en provinciaal beleid dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw tot stand was gekomen, besloot de raad om gemeentelijke monumenten aan te wijzen en de betrokken eigenaren te ondersteunen bij de instandhouding van hun monument. Daarbij waren belangrijke uitgangspunten:
Het Rhedens erfgoed Rheden kent een rijke en lange, nagenoeg ononderbroken, bewoningsgeschiedenis. De bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente wordt ondanks alle veranderingen grotendeels nog bepaald door die historische ontwikkeling en het erfgoed dat daarvan getuigt. Ook het rijke bodemarchief is een direct gevolg van de lange historie. Dit maakt dat Rheden een zeer hoge ruimtelijke kwaliteit kent met een geheel eigen karakter. 1 De afwisseling van bos, heide en panoramische uitzichten vanaf de stuwwal is volstrekt uniek in Nederland. Zó uniek dat velen het -in een poging om het bijzondere te duiden- omschrijven als ‘onNederlands’. Op de bijzondere ondergrond van de hoge stuwwal naar het lage rivierdal zijn veel historische buitenplaatsen en landgoederen te vinden. Ook liggen hier de zeven dorpen van de gemeente, ieder met een eigen karakter. Er zijn uitgestrekte agrarische landerijen en er is veel bebouwing en kenmerkende bedrijvigheid die zich richt zich op de bijzondere infrastructuur zoals het Apeldoorns-Dierens Kanaal en de spoorweg. De bijzondere ligging en rijke historie leveren een bijzonder karakter op waarvan jaarlijks door ca. twee miljoen bezoekers wordt genoten en waar de Rhedenaren – terecht- trots op zijn.
Sindsdien is het monumentenbeleid in Rheden volgens deze nog steeds leidende principes uitgebouwd en tegelijkertijd vooral in praktische zin geëvolueerd tot integraal erfgoedbeleid. Daarin wordt niet alleen gewerkt aan de instandhouding van de gebouwde monumenten maar ook van het archeologisch erfgoed en het cultuurlandschap. Tot nu toe zijn nog geen gemeentelijke initiatieven ontwikkeld die zijn gericht op het behoud van het immateriële erfgoed. Het gemeentelijke erfgoedbeleid is inmiddels onderdeel van en voorwaardenscheppend voor andere beleidsterreinen zoals ruimtelijke ontwikkeling, toerisme en recreatie, infrastructuur en water en landschap. In veel projecten wordt op deze terreinen nauw samengewerkt aan een gezamenlijk resultaat zoals in de projecten Traverse en Stationsgebied Dieren.2
Van monumenten- naar erfgoedbeleid. Het erfgoedbeleid van de gemeente Rheden is in 1992 gestart met een raadsbesluit over de bescherming van monumenten.
1
de voorkeur voor een gebiedsgerichte aanpak de noodzaak om keuzes te maken (niet alles van waarde kan worden beschermd) het principe dat geen plichten aan eigenaren zouden worden opgelegd zonder daar ook rechten (subsidie) aan te verbinden.
Een beknopt overzicht van de geschiedenis is beschreven in bijlage 1, ‘Rheden in vogelvlucht’, onderdeel van de canon van Rheden.
2
3
Bijlage 3 bevat een overzicht van de belangrijkste acties die de afgelopen jaren vanuit het erfgoedbeleid zijn ondernomen om het erfgoed in stand te houden.
Belangrijker echter nog dan deze inbedding in het gemeentelijk beleid is het feit dat de zorg voor het eigen erfgoed een gedeelde verantwoordelijkheid is van alle inwoners van de gemeente. Veel Rhedenaren voelen deze verantwoordelijkheid en geven hier inhoud aan door dagelijks hard, enthousiast en vooral ook samen te werken aan de instandhouding van het eigen erfgoed. Het gaat dan om monumenteneigenaren, de vele vrijwilligers die zich inzetten voor één of meer monumenten of voor de Oudheidkundige Kring en Open Monumentendag Rheden-Rozendaal. Steeds meer mensen zijn ook bezig met een publicatie of website over een gebied of een specifiek monument. Het resultaat van al deze inspanningen is een gemeente die aantrekkelijk is om te wonen, werken en recreëren. Het verleden leeft in Rheden!
behouden wat Rheden een eigen identiteit verschaft erfgoedbeleid als inspiratiebron laten fungeren voor nieuwe ontwikkelingen erfgoed promoten en vermarkten zodat nieuwe economische bronnen worden aangeboord erfgoed verwerken in een integraal ruimtelijk beleid.
Ten slotte moet worden geconstateerd dat niet alle restanten uit het verleden kunnen worden behouden. Iedere generatie moet immers de ruimte krijgen om het zijne toe te voegen aan wat vorige generaties hebben opgebouwd. Belangrijk is daarom de bepaling van een kader waarbinnen de keuzes voor behoud of ontwikkeling weloverwogen kunnen worden gemaakt. Ook dat is immers erfgoedbeleid: niet alleen behouden wat moet, maar ook een basis bieden voor nieuwe ontwikkelingen die op een natuurlijke wijze de geschiedenis met de toekomst verbinden. Behoud én ontwikkeling.
Aanleiding erfgoednota De gemeente heeft een rol in het erfgoedbeleid als uitvoerder van wettelijke taken zoals vergunningverlening en toezicht. Die taken nemen toe.
Doel erfgoednota Hiermee is het doel van deze nota duidelijk:
Welke taken hebben de gemeenten erbij gekregen: Rijk en provincie adviseren alleen nog over wijzigingen van rijksmonumenten die zeer ingrijpend zijn. Nagenoeg alle archeologietaken zijn bij de gemeenten gelegd. Vanaf 1 januari 2012 geldt de verplichting om de zorg voor het cultuurhistorisch erfgoed in de bestemmingsplannen op te nemen op basis van een cultuurhistorische analyse van het plangebied.
Het vaststellen van een visie op de instandhouding van het cultuurhistorisch erfgoed van de gemeente Rheden en de wijze waarop dit erfgoed: op een goede wijze kan worden doorgegeven aan de volgende generaties en een inspiratiebron en motor kan zijn voor nieuwe ontwikkelingen. De nota geeft kaders waarbinnen de visie zal worden uitgevoerd en een ambitie op twee niveaus: allereerst de voortzetting van het beleid met de huidige ambtelijke en financiële capaciteit en vervolgens een ambitie waarbij de potentie van het erfgoed nog beter wordt benut, maar die alleen kan worden gerealiseerd met extra financiële en/of personele capaciteit.
Er is een kader nodig om invulling te geven aan dit groeiend aantal wettelijke taken. Hiermee wordt bovendien voldaan aan de eis van de rijksoverheid om het erfgoedbeleid vast te leggen. Het is echter niet alleen de noodzaak die van bovenaf wordt opgelegd: de gemeente heeft ook eigen ambities waar het gaat om erfgoed. Rheden wil:
Leeswijzer In deze nota wordt de ruimtelijke identiteit van Rheden samengevat (hoofdstuk 2) en de erfgoedvisie op hoofdlijnen geformuleerd (hoofdstuk 3). De visie wordt vervolgens aan de hand van een vijftal leidende thema’s uitgewerkt in beleidsvoornemens voor de periode 2012-2016 voor de drie dragende onderdelen van het materiële
4
cultuurhistorisch erfgoed immateriële erfgoed :
en
voor
het
hoofdstuk 9 en voor degene die juist meer verdieping en achtergrond zoekt, zijn aan het eind van ieder hoofdstuk verwijzingen opgenomen naar relevante websites bij het informatieteken (i). De nota kent ten slotte vier bijlagen:
het historisch landschap (hoofdstuk 4) de archeologie (hoofdstuk 5) de historische stedenbouw (hoofdstuk 6) het immateriële of levend erfgoed (hoofdstuk 7)
In hoofdstuk 8 wordt ingegaan op de instrumenten die nodig zijn voor het bereiken van de voornemens. De nota wordt ten slotte samengevat voor de snelle lezer in
Rheden in vogelvlucht Resultaten erfgoedbeleid tot nu toe Overzicht van de kaders Concept-uitvoeringsagenda 2012-2016 zoals vast te stellen door college B&W
De Petruskerk in Spankeren, de kerk met naar verluidt de oudste kerktoren (11e eeuw) van de Veluwe. In Spankeren is een groep inwoners actief bezig met onderzoek naar de geschiedenis van het dorp. Zo is een boek verschenen over de historie van de kerk en wordt onderzoek verricht naar de marken. Een goed voorbeeld van een particulier initiatief dat bijdraagt aan de kennis over de historie van de gemeente. “Zou Petrus tevreden zijn”, kroniek van de dorpskerk in Spankeren, door A.T.G. Elzenbroek en G.A.F. Hummelman, november 2008.
i Canon van Rheden Informatie over Rhedens erfgoed
www.mijngelderland.nl www.erfgoedrheden.nl
5
‘Denkend aan Holland zie ik breede rivieren …..’. Misschien had Marsman hierbij wel de IJssel in gedachten die van groot belang is voor de identiteit van Rheden. Van belang als een sturende structuur, maar ook als voorwaarde voor een prettig woon- en werkklimaat en aantrekkelijk voor toeristen. In combinatie met de hoge stuwwal was en is het immers een perfecte plek om te verblijven, met droge voeten aan het water. Een rijke geschiedenis met veel belangrijk erfgoed is het gevolg, zowel onder als boven de grond.
6
2
ruimtelijke identiteit Rheden: buitenplaats van Nederland
Om met respect voor de ruimtelijke identiteit goede besluiten te kunnen nemen over behoud en ontwikkeling moet duidelijk zijn welke elementen het eigen karakter van Rheden bepalen. In het Erfgoedplan Rheden wordt een overzicht gegeven van de cultuurhistorisch waardevolle elementen en structuren. Op de bij dit plan behorende identiteitskaart wordt op basis van algemeen erkende wetenschappelijke criteria (ouderdom, zeldzaamheid, samenhang, kenmerkendheid, gaafheid en herkenbaarheid) een geobjectiveerde waardering gegeven van het bestaande erfgoed. Op basis hiervan kan de ruimtelijke identiteit –bezien vanuit cultuurhistorisch perspectief- als volgt worden ontleed en samengevat. 2.1 Landschappelijke geleding Bij een eerste bezoek aan Rheden valt direct de landschappelijke geleding op: de hoge beboste stuwwal die via de bewoonde overgangszone overgaat in het grotendeels open rivierdal. Deze ondergrond maakt dat de gemeente van oudsher een aantrekkelijke vestigingsplek was: met droge voeten aan het water.
de betrokken overheden, zoals de Nota Belvedere van het rijk, het Streekplan en de nota’s Belvoir van de provincie en de Structuurvisie van de gemeente.4 De landschappelijke geleding van de gemeente volgend, kunnen de volgende identiteitsbepalende elementen en structuren –op hoofdlijnen- worden benoemd.
Uit een onderzoek dat in het kader van het Erfgoedplan is verricht door Wageningen Universiteit3, komt naar voren dat bewoners van de verschillende dorpen het karakter van de eigen gemeente in sterke mate in verband brengen met die landschappelijke geleding van het gebied. De driedeling in landschappelijke zones kan op basis van dit onderzoek ook in het perspectief van de eigen leefomgeving worden beschouwd als een belangrijke drager van de historischruimtelijke structuur van Rheden. In vrijwel alle gesprekken met de ondervraagde inwoners kwam verder het groene karakter van de gemeente Rheden als één van de belangrijkste kenmerken naar voren. Dit groene karakter wordt niet alleen bepaald door de verhouding bebouwd-onbebouwd, maar ook door de aanwezigheid van landgoederen, het groene karakter van veel woonwijken binnen de dorpen en fraaie lanen daarbinnen en daarbuiten. De beleving van de inwoners sluit naadloos aan op de ruimtelijke analyses en visies van
2.2 Structuren en elementen Stuwwallenlandschap Dit is het gebied waar sommige van de oudste archeologische resten kunnen worden gevonden omdat hier in de Steentijd jagende en verzamelende Neanderthalers rondtrokken. De vondst van een vuurstenen gebruiksvoorwerp bij de Posbank wijst hier ook op. In latere tijden lijkt het menselijk gebruik op de Veluwe sterk toe te nemen, en ontstaat zelfs een levendige ijzerindustrie, waar omstreeks 1200 na Chr. een einde aan komt, misschien door concurrentie van andere ijzerwinningscentra, misschien ook door een gebrek aan hout, veroorzaakt door de zich door overexploitatie uitbreidende stuifzanden en heidevelden. Duidelijk zichtbaar is nog dat de gronden van deze zone vanouds in handen waren van twee typen eigenaren: de grootgrondbezitters en de markenorganisaties. Tegenwoordig zijn er nog verschillende restanten die herinneren aan deze tweeledige bezitsstructuur. Er bevinden zich hier (grote delen van) de landgoederen, historische lanen, oude bossen
3
4
M.G.J. Pikkemaat, 12 januari 2006 Onderzoek naar richtinggevende cultureel-ruimtelijke identiteitsdragers van de gemeente Rheden
7
In bijlage 3 is een samenvatting van de wettelijke- en beleidskaders opgenomen.
en de jachtgebieden. Daarnaast zijn in het stuwwallenlandschap heidevelden, schaapsdriften en schaapskooien te vinden die herinneren aan de agrarische functie die het gebied in het verleden vervulde.
De nijverheid en het toerisme kregen als gevolg van de verbeterde bereikbaarheid van het gebied een enorme impuls. Ruimtelijk vertaalde dit zich onder meer in de bouw van fabrieksgebouwen, volkswoningcomplexen, villa’s en recreatieve voorzieningen (onder meer pensions en hotels). Uit het onderzoek naar de beleving van erfgoed onder de inwoners van Rheden blijkt dat bewoners elementen als oude boerderijen, kerken en villa’s als kenmerkend ervaren voor hun woonomgeving. Vooral de kastelen Biljoen en Middachten (met de Middachterallee) nemen een bijzondere positie in als het gaat om de historische beleving.
Overgangszone In deze zone bevinden zich de oude landbouwgronden (enken) en boerderijen, de nederzettingen, de kerken, kastelen en buitenplaatsen. Ondergronds bevinden zich hier de resten van nederzettingen die er niet meer zijn zoals de opgraving op de Elsweiden in Velp en het inventariserend onderzoek op de Spankerense Enk aantonen. Bijzonder is de vondst van twee goudschatten uit de Romeinse tijd in Velp, waarschijnlijk afkomstig van een Germaans stamhoofd dat hier woonde. De agrarische nederzettingen groeiden tijdens de Middeleeuwen uit tot de oude dorpskernen, die worden verbonden door de straatweg Arnhem-Zutphen. Hier bevinden zich eveneens elementen en structuren die herinneren aan de ingrijpende ruimtelijke veranderingen die de dorpen doormaakten als gevolg van de aanleg van het kanaal Apeldoorn-Dieren (1860), de aanleg van de spoorlijn ArnhemZutphen (1865) en de goederenspoorlijn Dieren-Apeldoorn (1887).
Rivierdal De identiteitsdragers die zich in deze zone bevinden zijn de strangen, dijken en op pollen gebouwde boerderijen en met de rivier verbonden industrie zoals de voormalige steenfabriek De Groot, waterwerken zoals het gemaal de Volharding en restanten van militair erfgoed als de kazematten. Belangrijke identiteitdrager voor deze zone is ook het open karakter ervan dat vooral vanaf de stuwwal panoramische vergezichten mogelijk maakt.
Voor wie denkt dat de monumentenstatus een spreekwoordelijke kaasstolp legt over een gebouw waarna niets meer mogelijk is, bewijst de Gazellefabriek in Dieren het tegendeel: een levend bedrijf in een gezichtsbepalend rijksmonument. Bij goed erfgoedbeleid gaat de bescherming van een monument hand in hand met de zorg dat het monument een blijvende economische functie kan hebben en dus moet meegroeien met zijn tijd. Die economische functie garandeert investeringen in de instandhouding en is daarmee de beste basis voor behoud.
8
2.3 Ruimtelijke identiteit van Rheden Op basis van de analyse zoals gemaakt voor het Erfgoedplan en hierboven weergegeven, waarin niet alleen wetenschappelijke gegevens maar ook de belevingswaarde van inwoners is betrokken, kan de ruimtelijke identiteit van de gemeente als volgt worden samengevat:
eigen karakter en zijn in hun ontwikkeling sterk beïnvloed door de structuur van de stuwwal, de IJssel, de oude verbindingsweg, de spoorlijn van Arnhem naar Zutphen en het Apeldoorns-Dierens kanaal. Rheden is van oudsher aantrekkelijk geweest als woonplaats voor edelen en welgestelden en als verblijfplaats voor toeristen, met een rijke schakering aan villabebouwing tot gevolg. De stuwwal heeft zich ontwikkeld tot een rijk en panoramisch bos- en heidegebied, grotendeels vrij van bebouwing tot aan de overgangszone. Het rivierdal wordt gekenmerkt door de strangen, dijken en op pollen gebouwde boerderijen; de bebouwing is voornamelijk functioneel (agrarisch en industrieel) van karakter.
De ruimtelijke identiteit van Rheden wordt bepaald door de unieke en kenmerkende geleding van het landschap, van de hoge stuwwal via de overgangszone naar het rivierdal van de IJssel. Op deze historisch-geografische ondergrond hebben zich veel landgoederen en buitenplaatsen ontwikkeld die voor een belangrijk deel het karakter van de gemeente bepalen. Binnen die groene omlijsting hebben zich zeven dorpen ontwikkeld. Deze dorpen hebben ieder een
Erfgoed bestaat uit veel bouwstenen die samen de ruimtelijke identiteit bepalen. Iedere bouwsteen is belangrijk voor het geheel en zo is ook een simpel hekwerk langs de Buitensingel in Ellecom, (vermoedelijk in de jaren 1875-1900 geplaatst door de eigenaar van de verdwenen buitenplaats Groot Bergstein) een beschermd gemeentelijk monument. Het hek staat langs de overgang van het dorp naar de uiterwaarden en markeert op simpele maar doeltreffende wijze het historisch dorpsbeeld aan de oostzijde van de dorpskern van Ellecom. Eén van die elementen die zo vanzelfsprekend zijn dat ze bijna niet opvallen, maar die gemist worden als ze er niet meer zouden zijn.
i Erfgoedplan Rheden Canon van Rheden Archeologienota Uitgediept Nota Belvedere Nota Belvoir
www.erfgoedrheden.nl www.mijngelderland.nl www.erfgoedrheden.nl www.belvedere.nu www.gelderland.nl
9
Rhederoord, een oud landgoed dat een nieuw gebruik heeft gekregen als conferentiehotel met een keuken waarin innovatief wordt gekookt met streekeigen, biologische producten. Het park is voor een belangrijk deel ontworpen door de beroemde tuinarchitect Petzold. Natuurmonumenten heeft als eigenaar van een groot deel van het park het initiatief genomen voor een herstelplan, waarin gebruik, cultuurhistorie en natuur elkaar niet in de weg zitten maar juist versterken. Deze aanpak, die ook wordt gevolgd op de landgoederen Beekhuizen en Heuven, bewijst dat op het oog tegenstrijdige belangen goed kunnen samengaan als alle betrokken partijen maar vroegtijdig met elkaar om de tafel gaan zitten.
10
3
visie de toekomst van Rhedens verleden
Rheden wil het cultuurhistorisch erfgoed in stand houden zodat dit op een goede wijze kan worden doorgegeven aan de volgende generaties en een inspiratiebron en motor kan zijn voor nieuwe ontwikkelingen. De visie hoe dit te doen, is mede gebaseerd op de structuurvisie 2006 ‘Een droom om in te wonen’, de raadsvisie ‘Rheden 2020’ en het beleidsplan van het college 2010-2014 ‘Innovatief met minder’. De visie is getoetst aan het erfgoed- en ruimtelijk beleid van provincie en rijk en sluit daar op aan. 3.1 Gemeentelijk kader Structuurvisie 2006 In de structuurvisie worden landschap en cultuurhistorie als de twee pijlers genoemd waarop de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente is gebaseerd. De landgoederen en buitenplaatsen worden gezien als de verbinding van natuur en cultuurhistorie en beschouwd als belangrijke identiteitsdragers van de gemeente.
verordening waar het gaat om de aanwijzing van nieuwe monumenten in de Erfgoednota worden heroverwogen en dat het uitgangspunt – waar mogelijk – is: meer vrijheid voor burgers. Aandacht moet verder worden geschonken aan de bijdrage die het erfgoed kan leveren aan de Groene Vallei Veluwezoom en aan het opnemen van cultuurlandschap in het erfgoedbeleid. 3.2 Kaders en beleid rijk en provincie Uit het rijks- en provinciaal beleid zoals weergegeven in bijlage 3 kunnen de volgende uitgangspunten worden afgeleid waaraan de Rhedense visie moet voldoen om aansluiting te hebben op het beleid en de regelgeving van rijk en provincie. Algemene uitgangspunten en kaders zijn: Het erfgoedbeleid wordt geïntegreerd in het ruimtelijk ontwikkelingsbeleid. De noodzakelijke regelgeving is eenvoudig vormgegeven en wordt tot een minimum beperkt. De eigenaar van het cultureel erfgoed staat centraal. Bij leegstand wordt herbestemming onderzocht voordat mogelijke sloop wordt overwogen. En gebiedsspecifiek: De Veluwezoom blijft herkenbaar door het parkachtige en landgoedachtige karakter. Het draagvlak voor de instandhouding van landgoederen wordt vergroot en het herstel van landgoederen bevorderd. De overgang naar de stuwwal wordt opengehouden. De relatie tussen wonen, werken en recreatie wordt versterkt c.q. ontwikkeld. Er wordt gestreefd naar duurzame instandhouding van cultuurhistorische waarden.
Rheden 2020 De Raad heeft in 2010 als vergezicht geschetst dat Rheden in 2020 een groene, duurzame, veilige en leefbare gemeente is. Gekozen wordt voor het behoud van natuur en landschap en het authentieke karakter van de dorpen. Ingezet wordt op groene en duurzame recreatie en werkgelegenheid. Verantwoordelijkheden worden meer dan in het verleden bij de mensen zelf gelegd en waar mogelijk wordt samengewerkt met andere gemeenten en organisaties. De ambtelijke dienst wordt hierop ingericht en onnodige regels worden geschrapt. Innovatief met minder, beleidsplan college 2010-2014 Het college zet in het beleidsplan in op kwaliteit boven kwantiteit: ‘Rheden blijft een aantrekkelijke gemeente, waarbij het karakter van de dorpen en wijken behouden blijft. Op sommige plaatsen is een verbetering van de ruimtelijke structuur nodig. Nieuwbouw vindt alleen plaats binnen de bestaande bebouwing.’ Voor monumenten wordt daaraan toegevoegd dat verdere integratie van het cultuurhistoriebeleid in het ruimtelijk ontwikkelingsbeleid wordt nagestreefd, dat het monumentenbeleid en de subsidie-
11
De instandhouding en ontwikkeling van beekstructuren met bijbehorende cultuurhistorische objecten is een ambitie.
3.3 Autonome ontwikkelingen Behalve wettelijke- en beleidskaders moet bij de vaststelling van beleid ook rekening worden gehouden met autonome ontwikkelingen zoals de ontkerkelijking, het internetwinkelen5 en de schaalvergroting in de agrarische sector. Dit zijn ontwikkelingen die gevolgen hebben voor het erfgoed (in de gemeente worden alleen in 2012 al twee kerken onttrokken aan de eredienst bijvoorbeeld). Er moet met zorg worden gekeken hoe erfgoed kan worden herbestemd en bovendien kan dienen als middel om het eigen karakter van de gemeente ondanks deze ontwikkelingen te behouden.
3.5 Thema’s uitwerking visie De visie is uitgewerkt in beleidsvoornemens voor de drie dragende onderdelen van het materiële erfgoedbeleid en voor het immateriële erfgoedbeleid: historisch landschap archeologie historische stedenbouw levend verleden (immaterieel erfgoed)
3.4 Visie Rheden Op basis van de algemene en specifieke kaders zoals hierboven weergegeven, kan de Rhedense visie als volgt worden samengevat: Het cultuurhistorisch erfgoed is van cruciaal belang voor de ruimtelijke en sociale identiteit van de gemeente Rheden. In het verleden wordt de basis gezocht voor de toekomst. Het doel van het erfgoedbeleid is het in goede staat doorgeven van het cultuurhistorisch erfgoed aan volgende generaties. Dit doel wordt nagestreefd door:
gemeente de hoogste prioriteit te geven aan instandhouding erfgoed in ieder geval niet ongekend verloren laten gaan waar instandhouding ervan niet mogelijk of om zwaarwegende redenen niet wenselijk blijkt een platform te bieden voor het verzamelen van verhalen en legendes, het immateriële erfgoed het beleid praktisch en gemakkelijk hanteerbaar vorm te geven met een minimum aan regels en binnen de al aanwezige wettelijke kaders bij de uitvoering van het beleid het belang van het erfgoed en de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaar daarvan centraal te stellen waar mogelijk de samenwerking te zoeken met andere partners en beleidsvelden.
De voornemens zijn geformuleerd aan de hand van vijf leidende thema’s die hieronder worden toegelicht: behoud en ontwikkeling kennis vermeerderen kennis delen samenwerken uitdragen en vermarkten
het behoud van het erfgoed als onlosmakelijk onderdeel in het ruimtelijk beleid te integreren erfgoed als inspiratiebron, motor en toetssteen in een vroegtijdig stadium te betrekken bij het ruimtelijke beleid en andere relevante beleidsvelden in te zetten op functieverandering en herbestemming met behoud van de belangrijkste historische karakteristieken, waar nieuwe ontwikkelingen daarom vragen voor erfgoed dat volgens het Erfgoedplan essentieel is voor de ruimtelijke identiteit van de
De voornemens zijn ten slotte uitgewerkt op twee ambitieniveaus: passend binnen de huidige capaciteit en met een ambitieniveau dat alleen met extra inzet kan worden uitgevoerd. De thema’s toegelicht: Thema 1 Behoud en ontwikkeling Het hoofddoel van goed erfgoedbeleid is zoals omschreven het behouden van dat erfgoed dat behouden moet worden. Dat is een kwestie van goed rentmeesterschap: geschiedenis en de resten ervan kun je niet maken. Vernietiging betekent een onherroepelijk verlies. Iedere volgende
5
Uit de Multichannel Monitor 2011 van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) en Thuiswinkel.org, (uitgevoerd door Blauw Research) blijkt dat in 2011bijna een op de drie aankopen via internet is gedaan tegen 23% in 2009.
12
generatie moet zich daarvan bewust zijn. Goed nadenken over een besluit over het al dan niet voortbestaan van erfgoed en ervoor zorgen dat een dergelijk besluit op grond van de juiste informatie gebeurt, is dan ook van wezenlijk historisch belang. Het belang van het behoud van erfgoed gaat echter verder dan rentmeesterschap alleen: het is van belang voor het behoud van de ruimtelijke kwaliteiten die de gemeente onderscheidt van andere gemeenten en die de gemeenschap die er leeft een eigen, unieke en verbindende identiteit verschaft. Tenslotte blijkt uit meerdere studies dat erfgoed een economische factor van belang is: behoud en ontwikkeling ervan draagt daarom bij aan een gezond economisch klimaat van de gemeente en de inkomsten van de gemeenschap. Behoud kan echter niet zonder ontwikkeling: alleen als erfgoed mee kan groeien met zijn tijd behoudt het zijn bestaansrecht. Als daarvoor de voorwaarden worden geschapen, kan erfgoed inspireren en informatie voor nieuwe ontwikkelingen leveren: erfgoed als aanjager. Door te kijken naar en leren van het verleden kan op een natuurlijke, organische wijze verder worden gebouwd aan de gemeente die gedurende eeuwen zorgvuldig is opgebouwd.
wordt weergegeven welk erfgoed waar ligt, hoe dat erfgoed moet worden gewaardeerd en welke kansen het biedt voor toekomstige ontwikkelingen. De gemeente wil met het Erfgoedplan en Uitgediept de beschikbare informatie voor de eigen organisatie en een groter publiek ontsluiten. Ook wil de gemeente hiermee inzichtelijk maken welke kennis nog ontbreekt, want inzicht in de kennisleemten is even belangrijk als inzicht in de kennis zelf. Door de informatie telkens te actualiseren en uit te breiden, zal de kennis over het erfgoed steeds vollediger en accurater worden. Daarmee zal de beschikbare informatie een steeds betrouwbaardere basis voor beleid vormen. Thema 3 Kennis delen Kennis vergaren is noodzakelijk maar niet voldoende. Het is minstens zo belangrijk om die kennis te delen met iedereen die hierbij een belang heeft of hiervoor interesse heeft. Zo kan er rekening mee worden gehouden bij het eigen handelen en kan het draagvlak voor het behoud van het erfgoed worden vergroot. Aantasting van cultuurhistorisch erfgoed heeft –althans in Rheden- slechts zelden te maken met onverschilligheid van de direct betrokkenen, maar is bijna altijd het gevolg van het ontbreken van kennis. Het delen van kennis is tweezijdig:
Thema 2 Kennis vermeerderen Om rekening te kunnen houden met, en voort te kunnen bouwen op de geschiedenis, is het noodzakelijk dat die geschiedenis en het erfgoed dat daarover vertelt goed in kaart wordt gebracht. Alleen door de kennis over het cultuurhistorisch erfgoed te verzamelen en te waarderen kan hiermee immers rekening worden gehouden met het opzetten van het cultuurhistorisch, ruimtelijk en toeristisch beleid. Zo kan worden voorkomen dat erfgoed ongekend verloren gaat simpelweg omdat de wetenschap ontbrak dat het aanwezig was. Er is heel veel geschreven over Rheden. De gemeente heeft getracht al deze informatie tot praktisch hanteerbare proporties terug te brengen om hiermee in het eigen beleid rekening te kunnen houden. In 2008 is daarom op grond van een uitvoerig bureauonderzoek alle beschikbare cultuurhistorische informatie bijeengebracht in het Erfgoedplan en in de archeologische beleidsnota Uitgediept. In deze documenten
13
De gemeente zorgt er voor dat de eigen kennis voor een breed publiek wordt ontsloten. De gemeentelijke erfgoeddeskundigen geven verder informatie aan direct betrokkenen van (ruimtelijke) ontwikkelingen zodat hiermee rekening kan worden gehouden. Minstens zo belangrijk is echter de informatievoorziening van betrokken burgers naar de gemeente: er is veel enthousiasme voor en kennis over het erfgoed aanwezig onder inwoners (soms al van generatie op generatie overgedragen). Het is belangrijk dat deze kennis beschikbaar komt voor zoveel mogelijk mensen. Belangrijk is in dit verband het bijeen brengen van alle verhalen die het erfgoed kleur geven: herinneringen aan bijzondere bewoners of gebruiken worden vaak doorgegeven. Het erfgoedbeleid zal zich er ook op richten om die verhalen bijeen te
brengen zodat ze behouden blijven en voor een groter publiek ontsloten kunnen worden. Waar over kennisoverdracht wordt gesproken vormen de onderwijsinstellingen ten slotte een natuurlijke partner. Met hen en andere partners kan worden gekeken naar de mogelijkheden van erfgoededucatie in het basis- en voortgezet onderwijs.
Rheden-Rozendaal, Ambt en Heerlijkheid gepubliceerd. Een goed voorbeeld is ook Open Monumentendag Rheden-Rozendaal, een evenement dat jaarlijks veel bezoekers trekt en op een informele wijze veel draagvlak voor erfgoed oplevert en kennis overdraagt. Het betreft een evenement dat volledig door vrijwilligers en eigenaren wordt georganiseerd, met alleen een -bescheiden- subsidie van de twee gemeenten om de noodzakelijke kosten te dekken. Nieuw is de klassendag die het comité in 2011 voor het eerst organiseerde. In 2012 zullen 1.000 leerlingen uit het basisonderwijs in alle dorpen de vrijdag voorafgaande aan Open Monumentendag een bezoek brengen aan een monument en daar kennis opdoen over de eigen omgeving.
Thema 4 Samenwerken De gemeente is op basis van de nationale wetgeving aangewezen als eerstverantwoordelijke overheid voor de instandhouding van het cultuurhistorisch erfgoed. Dit betekent echter nog niet dat de gemeente het dan maar allemaal alleen moet doen, integendeel: erfgoed is door de gemeenschap opgebouwd en moet door diezelfde gemeenschap in stand worden gehouden. De gemeente moet de wettelijke taken uitvoeren en toezicht houden op het algemeen belang dat met erfgoed is gediend. De gemeente kan verder enthousiasmeren en ondersteunen waar gewenst en nodig, maar kan nooit alleen het erfgoed in stand houden. Vanuit de gedachte dat Rheden streeft naar een rol als regiegemeente, zal worden voortgegaan op de al ingeslagen weg van samenwerking, uiteraard met de eigenaren, maar ook met andere overheden zoals op het terrein van archeologie en landgoederen al gebeurt. Ook in financieel opzicht wordt al nauw samengewerkt, vooral met de provincie Gelderland die de subsidies van de gemeente voor gemeentelijke monumenten en landgoederen verdubbelt. Eén belangrijke partner kent een veelzijdig gezicht: de inwoners van de gemeente die zich op allerlei manieren inzetten voor het behoud van het Rhedense erfgoed. Zo zijn er de belangenverenigingen die waken over de identiteit en belangen van het eigen dorp. Verder is een groeiend aantal mensen bezig met onderzoek naar erfgoed. Daarover wordt vaak via een eigen website, boek of het tijdschrift van de Oudheidkundige Kring
Thema 5 Uitdragen en vermarkten Er wordt al veel gedaan om de unieke kwaliteiten van de gemeente onder de aandacht van een groter publiek te brengen en erfgoed levert hieraan al een bijdrage maar het kan beter. Een simpele blik op de bezoekerscijfers van evenementen waarin erfgoed een centrale rol speelt leert dat hier een markt is die (beter) benut kan worden. Enkele bezoekerscijfers (op jaarbasis): Open Monumentendagen (gemiddeld ruim 5.000 per jaar) Middachten: Kerstmarkt (8.000), Outdoor Gelderland (40.000) en gewone openstelling (8.000) Schaapscheerdersfeest (30.000) Het is zaak om niet alleen goed voor het cultuurhistorisch erfgoed te zorgen zodat dit een blijvende kwaliteit is, maar deze kwaliteit ook actief over het voetlicht te brengen om het erfgoed zo ook als economische drager en motor te laten functioneren voor nieuwe ontwikkelingen.
i www.rheden.nl www.rheden.nl www.rheden.nl www.erfgoedrheden.nl
Structuurvisie Rheden Innovatief met minder Rheden 2020 Erfgoedplan Rheden
14
4
historisch landschap Gelders Arcadië
Rheden maakt deel uit van het gebied langs de Veluwezoom dat inmiddels bekendheid heeft gekregen als Gelders Arcadië. Dit gebied is wat betreft het grote aantal landgoederen en buitenplaatsen te vergelijken met de zones in de Vechtstreek en de duinzoom bij Den Haag. De gemeente telde van oudsher 33 landgoederen en historische buitenplaatsen waarvan tegenwoordig nog achttien als zodanig herkenbaar zijn. Deze historische landgoederen en buitenplaatsen vormen ieder een sterke kwaliteit op zichzelf, maar ontlenen een belangrijk deel van hun zeggingskracht vooral ook aan de aanwezigheid van de andere buitenplaatsen in de zone. In die zin moeten de landgoederen en buitenplaatsen dan ook worden beschouwd als een voor de ruimtelijke kwaliteit van Rheden ongedeelde en ondeelbare intrinsieke waarde, die uiteraard wel is gedifferentieerd in verschijningsvorm, gaafheid, gebruik en eigendom. Eveneens van groot belang voor het eigen karakter van de gemeente zijn de grotendeels groen gebleven stuwwal en rivierdal. Het agrarisch gebleven rivierdal levert niet alleen een grote bijdrage aan de bijzondere panorama’s vanaf de stuwwal, maar versterkt ook het gevoel van weidsheid dat wordt ervaren als men door de gemeente loopt of rijdt. 4.1 Stand van zaken Landgoederen en historische buitenplaatsen Van de historische landgoederen en buitenplaatsen die de gemeente nog kent hebben Middachten, Biljoen-Beekhuizen, De Gelderse Toren, Hof te Dieren, De Valkenberg en Rhederoord als complex een rijksbeschermde status. Dat betekent dat het gehele landgoed (dus ook het groen) binnen de aangegeven contouren onder de beschermende werking van de Monumentenwet valt. In twee gevallen wordt een landgoed of buitenplaats op basis van de Erfgoedverordening door de gemeente beschermd (Carolinapark en het park van het voormalig Huis Laag-Soeren).
Een aparte categorie vormen de ‘verborgen buitens’ zoals Dalstein, de Rouwenberg en IJsselsteijn, plaatsen in de gemeente waaraan nog valt af te lezen dat er een bijzondere geschiedenis aan is verbonden, maar zonder dat direct duidelijk is dat het hier om een oude buitenplaats gaat. De rijksoverheid kent een subsidieregeling voor de instandhouding van rijksmonumenten (het BRIM) die sinds 2010 ook is opengesteld voor de instandhouding van groene monumenten. Tot dat moment kende het groen van een beschermde buitenplaats wel een beschermde status maar was de eigenaar volledig op zichzelf aangewezen voor de instandhouding ervan. Het overleg tussen de eigenaar van Middachten, rijk, provincie en gemeente heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de inrichting van dit BRIM voor de groene monumenten. Hiermee is een belangrijke eerste stap gezet naar een integraal instandhoudingsbeleid voor de historische buitenplaatsen.
Voor nagenoeg alle landgoederen en buitenplaatsen geldt dat de waarden worden beschermd doordat een bestemming ‘buitenplaats’ in het bestemmingsplan Landelijk Gebied is opgenomen. Bij deze bestemming zijn de cultuurhistorische waarden medebepalend. Functieveranderingen die nodig of wenselijk zijn kunnen via een wijzigingsbevoegdheid worden gerealiseerd mits hieraan een integrale visie op de buitenplaats of het landgoed ten grondslag ligt. In die visie moet inzichtelijk worden gemaakt dat de functiewijziging een bijdrage levert aan een duurzame instandhouding van de buitenplaats of het landgoed.
Historische buitenplaatsen blijken de gemeenschap veel op te leveren. Op 31 mei 2012 werd het symposium ‘Buitenplaatsen in bedrijf’ op Middachten georganiseerd door de Stichting themajaar historische buitenplaatsen 2012, provincie en gemeente Rheden. Tijdens dit symposium werd door dr. Elisabeth Ruighrok van Witteveen en Bos
15
een onderzoek gepresenteerd naar de economische betekenis van buitenplaatsen. Daaruit bleek dat de baten-kostenratio van investeringen in historische buitenplaatsen ligt tussen 3 en 4. Dat betekent dat de inkomsten voor historische buitenplaatsen veel hoger zijn dan de uitgaven.6
vijver of de aanleg van een beregeningsinstallatie. Met de provincie Gelderland wordt gesproken over de mogelijkheid om de jaarlijkse cyclus van het programma te veranderen in een meerjarencyclus. Door een meerjarenprogramma kunnen de eigenaren in staat worden gesteld planmatiger aan de instandhouding van de landgoederen te werken en geeft dit meer financiële zekerheid aan hen en aan de gemeente. Bovendien kan efficiënter worden gewerkt doordat niet ieder jaar capaciteit van gemeente, provincie en eigenaren hoeft te worden vrijgemaakt voor de jaarlijkse actualisatie. Rheden heeft daarom het eigen programma al voor de periode 2012-2015 vastgesteld.
Alhoewel dus is aangetoond dat historische landgoederen en buitenplaatsen veel geld opleveren, kan tegelijkertijd worden geconstateerd dat de inkomsten veelal niet daar terecht komen waar de uitgaven worden gedaan. De gemeenschap heeft dus baat bij de uitgaven die de eigenaren van buitenplaatsen doen. Om als gemeenschap ook een deel van de kosten te dragen kent Rheden sinds 2007 een eigen ‘Actieprogramma Kwaliteitsimpuls Landgoederenzone Rheden’. Voor dit programma is structureel geld uitgetrokken dat door de provincie Gelderland wordt verdubbeld. Met dit geld worden landgoedeigenaren geholpen bij het uitvoeren van werkzaamheden die nodig zijn voor de instandhouding. Voorwaarden voor deelname zijn:
Gelders Arcadië De landgoederenzone van Rheden staat dus niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van de zone die zich langs de Veluwezoom uitstrekt van Wageningen via Renkum, Arnhem en Rozendaal tot Rheden, het Gelders Arcadië. Op 7 oktober 2011 is de historische atlas over deze landgoederenzone verschenen evenals een kansenboek. Tevens is het Convenant Gelders Arcadië ondertekend. Dit convenant is een vervolg op de eerder al in 2009 door de gemeenten ondertekende intentieverklaring. Het gemeenschappelijk doel is samen te werken aan de instandhouding van de zone. Door die samenwerking kunnen de gemeenten kennis uitwisselen, beleid op elkaar afstemmen en samen zoeken naar geld voor projecten die de hele zone ten goede komen. De provincie heeft bij de ondertekening van het convenant aangegeven het project te willen blijven ondersteunen. Ook partners als Geldersch Landschap, Geldersch Particulier Grondbezit en Natuurmonumenten staan achter dit initiatief en zijn hierbij nauw betrokken.
het landgoed of de buitenplaats moet zijn opgenomen in het actieprogramma de werkzaamheden moeten worden onderbouwd door een historisch onderzoek de eigenaar geeft zelf invulling aan de wens van de gemeente om de maatschappij iets terug te geven in ruil voor de financiële steun (voorbeelden zijn gehele of gedeeltelijke openstelling of medewerking aan een educatieproject).
Inmiddels doen negen landgoedeigenaren op deze voorwaarden mee aan het programma en heeft een aantal anderen interesse getoond om mee te gaan doen. Op basis van de gemaakte visies zijn inmiddels veel werkzaamheden verricht die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van Rheden. Te denken valt hierbij aan het herstel van oude lanen en zichtassen, het belemen van tuinpaden of een
Agrarisch landschap Een groot deel van de gemeente dankt de hoge ruimtelijke kwaliteit aan het eeuwenlange agrarisch beheer door opeenvolgende boerengeneraties. Mede op grond daarvan wordt het buitengebied van Laag-Soeren zelfs door het rijk beschermd. Het is voor de instandhouding van de historische kwaliteiten van die gebieden van groot belang dat de oorspronkelijke functie behouden blijft en
6
Voor een samenvatting van de onderzoeksresultaten zie www.gelderland.nl
16
Ruim 100 vrijwilligers zetten zich in voor de instandhouding van Landgoed Middachten, een internationaal topmonument waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1190. Een organisch gegroeid geheel van kasteel, interieur, tuinen, gebouwen, bossen en agrarische gronden en na 800 jaar dankzij de onvermoeibare inzet van alle opeenvolgende eigenaren nog steeds een bedrijvige buitenplaats. Samen met rijk, provincie en gemeente werkt Middachten al tien jaar met succes aan de verbetering en vereenvoudiging van de regelgeving voor historische buitenplaatsen en landgoederen in het kader van het project ‘Proeftuin Middachten’.
een eeuwenlange traditie kan worden voortgezet. De agrarische bedrijfsvoering is echter de afgelopen decennia ingrijpend veranderd en dit heeft geleid tot schaalvergroting en de daarmee gepaard gaande wijzigingen van het agrarisch landschap. Op veel plaatsen zijn daarbij bovendien belangrijke natuurdoelen en -eisen in het geding. Al deze ontwikkelingen stellen de eigenaren van het landschap en de gemeente samen voor de opgave om tot een evenwichtige ontwikkeling te komen waarin bedrijfsvoering, natuur en cultuurhistorie op een goede manier samengaan. Een eerste en succesvol begin is hiermee in het kader van het Landschapsontwikkelingsplan gemaakt met het subsidiëren van erfinrichtingsplannen waarin functie, natuur en cultuurhistorie met elkaar samengaan. Hiervoor wordt geld gebruikt dat in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied op basis van een meerjarencontract door de provincie aan de gemeente is toegekend. Een ander belangrijk initiatief dat inspeelt op deze ontwikkelingen is het functieveranderingbeleid waaraan wordt gewerkt. Dit beleid moet de noodzakelijke veranderingen in goede banen leiden en ervoor zorgen dat het oude agrarische
karakter van het landelijk gebied blijft bestaan. Natuurlandschap Rheden heeft een uniek natuurlandschap binnen de gebiedsgrenzen. Dit is zeer bepalend voor de ruimtelijke identiteit. De instandhouding ervan geeft echter ook beperkingen. Om de natuurlandschappen van stuwwal en rivierdal te beschermen, ontstaat meer druk op de overgangszone als ruimte moet worden gevonden voor nieuwe ontwikkelingen. Daar komt bij dat ook natuur niet ophoudt bij de gemeentegrenzen en dat ruimte gevonden moet worden voor ecologische verbindingszones als de Soerense Poort, Havikerpoort en de Velper waarden. Een belangrijke cultuurhistorische waarde ligt ook verscholen in de vele landschapselementen die veel informatie verschaffen over oude verkavelingspatronen, de vroegere marken, de jachtgebieden en het militaire verleden. Vanuit het Landschapsontwikkelingsplan zijn deze landschapselementen voor de overgangszone in kaart gebracht. Groene Vallei Veluwezoom In het coalitieakkoord wordt de ‘Groene Vallei Veluwezoom’ geïntroduceerd. Het college streeft er naar dat in 2016 de Groene
17
Vallei Veluwezoom is uitgegroeid tot een regio in Gelderland, waar groene kennis, groene (economische) activiteiten, natuur en cultuurhistorie het fundament vormen voor een duurzame leef- en werkomgeving.
Kennis delen Er is veel groene kennis aanwezig binnen de Rhedense gemeenschap die kan worden ingezet voor de instandhouding van het groene erfgoed van de gemeente. De kennis van gemeente, rijk, provincie en samenwerkingsverbanden (zoals Gelders Arcadië) zal via www.erfgoedrheden.nl worden ontsloten. Via de link naar Gelders Arcadië kunnen eigenaren, deskundigen en geïnteresseerden zich via het Gelders Genootschap aansluiten bij het landgoederennetwerk waarbij zich imiddels meer dan 400 mensen en organisaties hebben aangesloten. Ook in het kader van de Groene Vallei Veluwezoom treffen mensen elkaar. Dat heeft onder meer al geleid tot het opzetten van een speciale hoveniersopleiding voor mensen die op een historische buitenplaats (willen) werken. De gemeente wil voor dergelijke initiatieven vooral als intermediair blijven optreden zodat mensen bij elkaar worden gebracht die samen tot goede ideeën kunnen komen.
4.2 Voornemens Behoud en ontwikkeling Het Actieprogramma Kwaliteitsimpuls Landgoederenzone Rheden blijkt in de praktijk een zeer effectief middel om samen met de provincie bij te dragen aan de instandhouding van landgoederen en buitenplaatsen in Rheden. Het programma zal dan ook samen met de provincie worden voortgezet. De provincie heeft de instandhouding van de historische buitenplaatsen als één van haar doelstellingen benoemd voor de lopende collegeperiode. Het Rhedense actieprogramma wordt gezien als een goed middel om dit provinciale beleid uit te voeren. Waar nodig en mogelijk zal het actieprogramma ook worden ingezet om verborgen of verwaarloosde buitens (zoals Laag-Soeren, beter bekend als Hotel Dullemond) een nieuwe impuls te geven. De in het kader van het LOP in kaart gebrachte landschapselementen in de overgangszone zullen worden vertaald in de bestemmingsplannen om zo onnodige vernietiging van deze elementen te voorkomen. Voor het landschap zal beleid worden opgesteld hoe kan worden omgegaan met vrijkomende bebouwing en functieverandering in het buitengebied als aanvulling op het bestemmingsplan Landelijk gebied.
Samenwerken De samenwerking met de provincie, Arnhem, Rozendaal, Renkum en Wageningen in het project Gelders Arcadië zal worden voortgezet en waar mogelijk uitgebouwd op basis van het Convenant Gelders Arcadië. Inmiddels hebben de vijf gemeenten een gezamenlijk projectvoorstel ingediend bij de provincie. De landgoederen zullen meer dan nu nog het geval is als partners en gebiedsdragers gaan fungeren. Een voorbeeld daarvan dat navolging verdient, is de wijze waarop Natuurmonumenten de zorg voor cultuurhistorie, natuur en toeristisch en recreatief gebruik laat samengaan in integrale beheersplannen voor Beekhuizen, Heuven en Rhederoord. Bij de totstandkoming van deze plannen zijn alle partners zoals omwonenden, overheden en andere eigenaren betrokken. De eerste ervaringen met het plan voor Beekhuizen leren dat dit leidt tot een inhoudelijk goed plan dat kan rekenen op veel draagvlak.
Kennis vermeerderen Met het actieprogramma landgoederen wordt gestimuleerd dat cultuurhistorische analyses worden gemaakt door de eigenaren. Het doel is dat uiteindelijk voor alle landgoederen en buitenplaatsen een dergelijke analyse is gemaakt die als onderlegger dient voor ruimtelijke plannen en subsidie- en vergunningbesluiten. Dit bevordert een cultuurhistorisch verantwoord beheer van het landgoed. Het bevordert bovendien een doelmatige aanpak van vergunningprocedures doordat zoveel mogelijk activiteiten in één procedure kunnen samengaan. Dat heeft ook het voordeel dat omwonenden en belanghebbenden zicht krijgen op het totaalplan van de eigenaar en daar ook op kunnen reageren.
Uitdragen en vermarkten Cultuurtoerisme is al als doel opgenomen in het in 2008 vastgestelde Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsprogramma. Het groene erfgoed zal op grond hiervan een
18
wezenlijk onderdeel van het toeristisch en recreatief beleid van de gemeente blijven. Een goed voorbeeld van een project waarin groen erfgoed en toerisme samengaan is de ontwikkeling van de buitenplaatsestafette die de gemeente samen met de provincie en RBT-KAN heeft opgezet in het kader van het themajaar historische buitenplaatsen. In het toeristisch beleid wordt samengewerkt met de toeristische partners, zoals de toeristische ondernemers, de landgoedeigenaren en RBT-KAN. Al deze partners vinden elkaar ook terug onder de paraplu van
de Groene Vallei Veluwezoom, wat kan leiden tot nieuwe samenwerkingsvormen. Daarbij zal ook het groene onderwijs in de gemeente een belangrijke(re) rol kunnen gaan spelen. Via www.erfgoedrheden.nl zal ook de kennis van landgoedeigenaren, groene opleidingen en bedrijven en betrokken burgers worden ontsloten.
Ambitie Voorafgaande aan de volgende actualisering van het bestemmingsplan Landelijk Gebied zal worden onderzocht of een landgoedbiotoop kan worden opgenomen, om zo de grenzen tussen beschermde buitenplaatsen en hun omgeving geleidelijker te laten verlopen. In het samenwerkingsverband Gelders Arcadië zal worden onderzocht hoe gezamenlijk met de provincie grens- en gebiedsoverschrijdende kennis kan worden verkregen zoals over lanen en zichtlijnen, zodat hiermee rekening kan worden gehouden in het ruimtelijk beleid. Voor kennisvermeerdering zal worden gekeken naar de mogelijkheden die samenwerking met de partners in de Groene Vallei Veluwezoom kan brengen. Gedacht kan worden aan initiatieven als een ‘marktplaats’ voor stages en studieopdrachten en op maat gesneden groene opleidingen die tevens kunnen leiden tot meer groene werkgelegenheid. In het Erfgoedplan is een aantal kennislacunes benoemd dat hiervoor een basis kan vormen. De landschapselementenkaart zal uitgebreid worden zodat deze gebiedsdekkend is, uiterlijk voorafgaande aan de volgende actualisatie van het bestemmingsplan Landelijk Gebied. De mogelijkheden van Euregionale samenwerking zullen worden onderzocht.
i Actieprogramma landgoederenzone Rheden Gelders Arcadië Toeristisch Recreatief OntwikkelingsProgramma (TROP) Groene Vallei Veluwezoom Themajaar historische buitenplaats 2012
www.erfgoedrheden.nl www.nieuwgeldersarcadie.nl www.rheden.nl www.rheden.nl www.buitenplaatsen2012.nl
Larenstein: groen onderwijs op een oud landgoed. Rheden streeft ernaar dat alle groene kennis, groene (economische) activiteiten, natuur en cultuurhistorie samen het fundament gaan vormen voor een duurzame leef- en werkomgeving in een Groene Vallei Veluwezoom.
19
Schweer bey der Beckehof in Dieren, ooit bedoeld voor predikanten met emeritaat uit Amsterdam. Tegenwoordig is het eigendom van Vivare waardoor het als één geheel kan worden onderhouden zodat de karakteristieken goed bewaard blijven. Het complex is in 2011 gerestaureerd en voor de bewoners aangepast aan de eisen van de moderne tijd, uiteraard met behoud van de historisch waardevolle elementen.
20
5
archeologie gouden tijden
De toenmalige Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek heeft tien jaar geleden becijferd dat in de laatste vijftig jaar van de vorige eeuw bijna een derde van alle archeologische vindplaatsen in Nederland door bodemingrepen is verdwenen. Slechts 2 % hiervan is archeologisch onderzocht. De rest van dit bodemarchief is ongekend verloren gegaan en daarmee is de kennis die het had kunnen opleveren ook definitief weg. In amper twee generaties is daarmee vernietigd wat in de duizenden jaren daarvoor was opgebouwd. Om een einde te maken aan deze ondergrondse en voor het ongeoefende oog vaak onzichtbare kaalslag is in 1992 het Verdrag van Malta vastgesteld en is in 2007 de Wet de op archeologische monumentenzorg in werking getreden. Op grond hiervan zijn gemeenten verplicht om het archeologisch erfgoed via het ruimtelijk beleid te beschermen. Rheden kent dankzij de ligging (met droge voeten wonen aan het water) een lange, wellicht ononderbroken gebruikssgeschiedenis en kent daardoor veel gebieden met een middelhoge tot hoge archeologische verwachting. Dat wil zeggen dat de kans groot is dat archeologische resten in situ (op de oorspronkelijke plaats) kunnen worden aangetroffen. Via de gemeentelijke archeologienota Uitgediept wordt geregeld dat bij bodemingrepen altijd tijdig en vooraf de vraag zal worden gesteld wat die activiteit zal betekenen voor dit bodemarchief. Waar mogelijk zullen de archeologische resten moeten worden behouden. Waar behoud niet mogelijk is, zullen de vondsten goed moeten worden gedocumenteerd en -indien mogelijk- worden bewaard, zodat aan het boeiende en lange verhaal over Rheden steeds meer hoofdstukken kunnen worden toegevoegd. 5.1 Stand van zaken Op de archeologische verwachtingskaart van Rheden zijn 139 bekende archeologische vindplaatsen aangegeven. Er zijn diverse vondsten uit de steentijd die wijzen op de aanwezigheid van jagers/verzamelaars op de hoger gelegen gebieden. Uit bronstijd en ijzertijd stammen vondsten die wijzen op boerderijen en akkercomplexen in het uiterwaardengebied en de overgangszone. Ronduit spectaculair is de vondst van de twee Velpse goudschatten uit de Romeinse tijd: een medaillon van Gala Placida en acht gouden hals- en armbanden. Vondsten wijzen verder op de aanwezigheid van nederzettingen in Velp, Worth-Rheden en Laag-Soeren in deze tijd. In de Middeleeuwen heeft een levendige ijzerindustrie plaatsgevonden op de stuwwal waar de restanten van ijzerkuilen van getuigen.
zorg te dragen voor het archeologisch erfgoed via het ruimtelijk beleid. In 2004 heeft de gemeenteraad van Rheden hierop geanticipeerd door de startnota Zand erover vast te stellen waarna in 2008 de beleidsnota Uitgediept volgde, in welke nota de beleidsvoornemens uit de startnota worden uitgewerkt. Met Uitgediept wordt voldaan aan de wettelijke eis om de voorwaarden te scheppen om het archeologisch erfgoed te beschermen. In de nota is onder meer besloten tot:
De bescherming van het archeologisch erfgoed is geregeld via de Wet op de archeologische monumentenzorg, een invoeringswet die wijziging van andere wetten zoals de Monumentenwet regelt. Op grond hiervan zijn gemeenten verplicht om
21
een verwachtings- en beleidskaart aan de hand waarvan kan worden bekeken bij welke voorgenomen verstoringen archeologisch onderzoek nodig is voordat de bodem verstoord mag worden een selectieagenda aan de hand waarvan de regioarcheoloog adviezen verstrekt aan B&W over de besluiten wat met de resultaten van onderzoek moet worden gedaan; in de selectieagenda heeft de gemeenteraad keuzes gemaakt voor de periodes en thema’s waar Rheden op inzet intergemeentelijke samenwerking
Het verleden komt tot leven: onderwijzer en amateurarcheoloog Wim Schennink ging enthousiast aan de slag met het gemeentelijke verzoek om de illustraties te verzorgen voor de archeologienota Uitgediept. Hier de tekening van Maurits (destijds groep 5/6 , De Lappendeken). Aan de hand van een enkele scherf tekent hij zijn verbeelding van de schaal waarvan de scherf afkomstig zou kunnen zijn. Door kinderen te vertellen over het verleden, zullen zij er in de rest van hun leven met meer kennis en zorg mee omgaan.
aandacht besteed aan het erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog.
Er wordt inmiddels gewerkt op basis van de beleids- en verwachtingskaart en besluiten worden genomen aan de hand van de selectieagenda. Ook de samenwerking met acht andere gemeenten en een eigen regioarcheoloog is – met start subsidie van de provincie- een feit. In de structuurvisie uit 2006 was archeologie al opgenomen en alle bestemmingsplannen kennen voorschriften inzake archeologie. Alleen de opname van de archeologische aandachts- en onderzoeksgebieden op de bestemmingsplankaarten van de komplannen kon nog niet worden voltooid door een omissie in de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening, waardoor de enkele opname van dergelijke gebieden al tot mogelijke planschadeclaims zou kunnen leiden. Deze omissie is inmiddels gerepareerd, zodat de aanpassing van de betreffende bestemmingsplankaarten alsnog kan plaatsvinden. Op de Rhedense website www.erfgoeddepot.nl staat het gros van de bekende archeologische vindplaatsen vermeld. Deze website is tot stand gekomen als onderdeel van het Interregproject uit 2008 dat aan grensoverschrijdend cultuurtoerisme was gewijd. In 2012 worden de verwachtings- en beleidskaart geactualiseerd en in één kaart geïntegreerd. Het schaalniveau van de nieuwe kaart is zodanig aangepast dat advisering op perceels-niveau en door digitale raadpleging kan plaatsvinden. In de kaart is –mede door subsidie van de provincie- voor het eerst
5.2 Voornemens Behoud en ontwikkeling Sinds de vaststelling van het archeologisch beleid in 2008 is sprake geweest van een relatief bescheiden aantal bodemingrepen waarbij archeologische resten in het geding waren. Dit betekent dat nog te weinig data bekend zijn op grond waarvan het beleid goed kan worden geëvalueerd. Er is vooralsnog dan ook geen aanleiding om wijzigingen aan te brengen in het vastgestelde beleid om de archeologische waarden te beschermen via structuurvisies en bestemmingsplannen. Het beleid zoals vastgelegd in Uitgediept zal daarom worden voortgezet. De opname van archeologie in de bestemmingsplannen zal worden afgerond en archeologie zal ook volwaardig worden meegenomen in de vanaf 2012 op te stellen structuurvisies voor de dorpen. Leidraad blijft dat grotere bodemingrepen zullen worden voorafgegaan door archeologisch onderzoek terwijl de kleinere ‘huis-tuin-en-keuken verstoringen’ zoveel mogelijk ongemoeid worden gelaten. Het beleid dat -waar mogelijk- wordt ingezet op behoud in situ zal eveneens worden gecontinueerd. Waar noodgedwongen sprake zal zijn van verstoringen zal geen archeologisch erfgoed ongekend verloren gaan en zal de besluitvorming over het al dan niet behouden van de op te graven resten aan de hand van het in 2008 vastgelegde
22
selectiebeleid plaatsvinden. Degene die baat heeft bij de voorgenomen bodemverstoring zal –in lijn met de internationale en nationale wetgeving daarover- hiervoor de kosten moeten dragen, tenzij sprake is van kosten waarvan de hoogte niet meer in een redelijke verhouding staan tot de ingreep. In geval van dergelijke excessieve kosten zal in overleg met rijk en provincie worden getreden om te komen tot een redelijke kostenverdeling.
uiteindelijk ook moeten aansluiten op het provinciale beleid. De provincie heeft eind 2008 zogeheten parelgebieden aangewezen die slechts deels overeenkomen met de gemeentelijke aandachts- en onderzoeksgebieden. Provinciaal is echter bepaald dat gemeenten die al een eigen archeologiebeleid hadden op het moment van vaststelling van het provinciale beleid, het eigen beleid mochten continueren. Dit geldt ook voor Rheden. Bij een enkel project zoals de opgraving op de Elsweiden is al nauw en goed samengewerkt met de vrijwilligers van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland. Deze samenwerking zal onder leiding van de regioarcheoloog verder gestalte moeten krijgen.
Kennis vermeerderen Door de archeologische onderzoeken die moeten worden verricht, zal de kennis van het archeologisch erfgoed worden vergroot. Kennis delen Het erfgoeddepot is inmiddels ook te ontsluiten via www.erfgoedrheden.nl. Met de Oudheidkundige Kring en de Archeologische Werkgemeenschap Nederland zal worden overlegd hoe het digitale depot kan worden aangevuld met beeldmateriaal en andere relevante informatie.
Uitdragen en vermarkten Archeologie is minder ‘aaibaar’ dan het erfgoed boven de grond, simpelweg omdat het meestal onzichtbaar is en vaak ook enige deskundige uitleg vraagt voordat men een idee heeft van de betekenis en waarde. Om het draagvlak voor dit erfgoed te vergroten, heeft de gemeente in het kader van het Interregproject Grensoverschrijdend Cultuurtoerisme al een drietal filmpjes laten maken over het verste verleden. Met de Archeologische Werkgemeenschap zal worden overlegd of zij vergelijkbaar met de werkwijze van het comité Open Monumentendag initiatieven kunnen en willen nemen voor draagvlakverbreding.
Samenwerken De in 2010 gestarte regionale samenwerking zal bij een positieve evaluatie in 2012 daarna worden voortgezet. Daarbij zal de inzet zijn om het archeologisch beleid van de betrokken gemeenten zoveel mogelijk op elkaar te laten aansluiten. Archeologie houdt immers niet op bij de gemeentegrenzen en datzelfde zou op termijn moeten gelden voor het beleid. Het beleid voor de regio zal
Ambitie De archeologische beleidskaart zal (zo nodig) iedere vijf jaar worden geactualiseerd. Bij de volgende actualisatie zal een verstoringslaag aan de archeologische beleidskaart worden toegevoegd zodat de informatievoorziening kan worden verbeterd en onnodige onderzoeken kunnen worden voorkomen in gebieden die al aantoonbaar verstoord zijn. Het draagvlak voor het archeologische beleid zal worden vergroot door het publiek via publicaties te infomeren over het verste verleden van de gemeente en de archeologische vindplaatsen die daarvan getuigen. Samen met de provincie en het rijk –die daarvoor subsidiemogelijkheden kennen- zal de mogelijkheid van het opzetten van een archeologisch leerpad worden onderzocht. Onderzocht zal worden of grondgebonden bedrijven subsidie kunnen krijgen voor het verrichten van het op basis van het beleid verplichte inventariserend archeologisch onderzoek.
i Erfgoeddepot Rheden Uitgediept
www.erfgoedrheden.nl www.erfgoedrheden.nl
23
Het oude kuuroord “Bethesda” (1870) in Laag-Soeren, het eerste koudwaterkuuroord in Nederland. De voorgenomen sloop kon in 2001 gelukkig bijtijds worden afgewend doordat de Oudheidkundige Kring Rheden-Rozendaal een verzoek indiende om het complex te plaatsen op de rijksmonumentenlijst. Het gebouw werd gekocht door een projectontwikkelaar die samen met de omwonenden en de gemeente heeft gewerkt aan de herbestemming. Het complex heet tegenwoordig “Landgoed Laag-Soeren” . Er zijn 37 appartementen in het oude deel en 14 in een nieuw gebouwd deel gevestigd. De eigenaren hebben de krachten gebundeld in een vereniging die zich actief inzet voor de instandhouding van het gebouw en het omliggende gebied..
24
6 historische stedenbouw bouwstenen voor de toekomst
Het DNA van een gemeenschap wordt in belangrijke mate bepaald door het gebouwde erfgoed. De Dorpskerk in Rheden of de Oude Jan in Velp, het Torentje van Priesnitz in Laag-Soeren, het voormalige postkantoor in De Steeg of de Burgershoeve in Spankeren: het zijn deze monumenten die mensen een gevoel van herkenning geven en ze vertellen dat ze thuis zijn. Het bijzondere van Rheden is de grote variëteit aan historische bebouwing: of het nu eeuwenoude kerken of kastelen zijn, de vele markante villa’s of het eenvoudige “Rhedense huisje’, met elkaar vertellen deze monumenten de geschiedenis van de gemeente en de mensen die er woonden en wonen. Belangrijk is dat monumenten niet op zichzelf staan maar hun waarde vooral ontlenen aan de onderlinge samenhang: het verhaal van het kasteel kan niet worden verteld zonder tegelijkertijd het verhaal van de smidse of de pachtboerderij te vertellen. Typisch Rheden is ook de geheel eigen ruimtelijke identiteit van de zeven dorpen. Die dorpen maken samen de gemeente Rheden, maar toch is Velp niet te vergelijken met Spankeren. Allebei Rhedens maar toch zo verschillend en zo wordt het door de inwoners ook ervaren. Ze voelen zich verbonden met de gemeente maar vooral ook met hun eigen dorp. Die verscheidenheid in verbondenheid maakt de gemeente bijzonder. Om de ruimtelijke identiteit goed te bewaren, is niet alleen nodig dat wordt gekeken naar de overkoepelende waarden maar vooral ook naar de waarden op dorpsniveau. Bij het maken van keuzes over de instandhouding van het gebouwde erfgoed zal de dorpse, menselijke maat daarom altijd een belangrijke afwegingsfactor moeten zijn. menten aangewezen uit de periode 18501940. Uitgezonderd een kleine hoeveelheid architectuur uit de Wederopbouwperiode (1945-1960) zal het rijk de komende jaren een restrictief aanwijzingsbeleid voeren. De rijksmonumentenlijst telt 168 objecten in Rheden. De gemeente heeft de wettelijke taak om vergunningen te verlenen voor de wijziging van rijksmonumenten. Ook moet de gemeente restauraties begeleiden en adviseren over de aanwijzing van rijksmonumenten en rijksbeschermde dorpsgezichten. De eigenaren van de rijksmonumenten hebben recht op fiscale aftrek van de onderhoudskosten of subsidie van de rijksoverheid op grond van de rijkssubsidieregeling, het BRIM. Daarnaast heeft men de mogelijkheid om via het Nationaal Restauratiefonds een laagrentende lening af te sluiten.
6.1 Stand van zaken De gemeente Rheden kent zeer veel historische bebouwing. Het betreft een grote diversiteit aan gebouwde objecten. Zo telde de gemeente van oudsher 33 kastelen en buitenplaatsen waarvan nu nog veertien historische hoofdhuizen resteren zoals Middachten, Biljoen en de Gelderse Toren. De gemeente telt zeventien historische kerkgebouwen, van de Oude Jan tot de Dierense Sjoel. Typerend voor Rheden is het grote aantal villa’s dat stamt uit het eind 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw, zoals in het beschermde dorpsgezicht in Overbeek in Velp. Uit het begin van de 20e eeuw stamt ook een aantal fraaie woningbouwcomplexen zoals het Strooien Dorp in De Steeg en de Amsterdamse schoolwijk in Velp. Ten slotte zijn er enkele bijzondere voorbeelden van industrieel erfgoed, zoals de Gazelle en het gemaal De Volharding en bijzondere infrastructuur zoals het Apeldoorns Kanaal.
Gemeentelijke monumenten Ook de gemeente heeft gedurende de afgelopen twintig jaar veel tijd en energie besteed aan de aanwijzing van beschermde gemeentelijke monumenten. Daarbij is om financiële redenen een drempel ingevoerd aan de hand van de objectieve criteria uit de Erfgoedverordening. Niet alle 1400 potentiële monumenten kennen tegenwoordig daarom dan ook daadwerkelijk
Rijksmonumenten De rijksoverheid heeft naast de monumenten die al in de jaren zeventig waren aangewezen (voornamelijk kerken en kastelen) op basis van de Monumentenwet veel ‘nieuwe’ monu-
25
Een geslaagd voorbeeld van herbestemming: een jonge makelaar heeft zich gevestigd in een oude groentewinkel aan de Hertogstraat, een gemeentelijk monument in de Amsterdamse Schoolwijk in Velp. Met veel gevoel voor detail wordt het pand beetje bij beetje door de enthousiaste eigenaren gerestaureerd. Een nieuwe economische functie voor een oud pand: de beste garantie voor een gezonde toekomst.
een beschermde status; de gemeentelijke lijst telt 477 beschermde monumenten. De eigenaren van gemeentelijke monumenten hebben recht op subsidie als ondersteuning voor de meerkosten waarvoor zij zich gesteld kunnen zien. Deze gemeentelijke subsidie is gekoppeld aan een provinciale subsidie. Eigenaren kunnen verder aanspraak maken op een laagrentende lening van provincie en gemeente. Erfgoed moet meegroeien met zijn tijd en dat betekent dat regelmatig gezocht moet worden naar de herbestemmingsmogelijkheden van vrijkomende gebouwen. De gemeente stelt zich actief op in dat proces omdat een goede economische functie de beste garantie is voor behoud. Bij verkoop van een monument wordt desgewenst aan potentiële kopers voorlichting gegeven over de (on-) mogelijkheden van hun plannen. Door voorafgaande aan de verkoop potentiële kopers goed te informeren, worden teleurstellingen en daarmee nodeloze (en voor alle partijen vervelende) procedures achteraf voorkomen.
aangewezen en het buitengebied van LaagSoeren zal in 2012 volgen. Voor deze beschermde gezichten geldt vooral de opdracht om bestemmingsplannen op te stellen die de beschreven historische waarden beschermen. Ook de gemeente heeft op grond van de Erfgoedverordening beschermde dorpsgezichten aangewezen. Het doel van de aanwijzing is ook hier om met de beschreven waarden rekening te houden in het bestemmingsplan. 6.2 Voornemens Behoud en ontwikkeling Voor de periode tot 1940 zullen alleen nog monumenten worden aangewezen die op basis van de huidige inzichten ten onrechte niet zijn aangewezen omdat ze zijn vergeten of omdat gewijzigde feiten of omstandigheden tot een ander inzicht leiden. In de wederopbouwperiode na 1940 zijn vooral grotere woningbouwcomplexen en belangrijke stedenbouwkundige structuren gebouwd en aangelegd. Voor zover bescherming hiervan nodig is, zal dit via de bestemmingsplannen gebeuren. Alleen waar sprake is van beschermenswaardige enkelvoudige objecten zal bescherming nog via de Erfgoedverordening plaatsvinden.
Beschermde dorpsgezichten Een bijzondere categorie wordt ten slotte gevormd door de beschermde dorpsgezichten: de rijksoverheid heeft in 2011 Villapark Overbeek in Velp en Dieren-Zuid
26
In de wettelijk verplichte cultuurhistorische analyses zal vooral aandacht worden besteed aan de stedenbouwkundige structuur en de karakteristieken van de bebouwing daarbinnen. Deze analyses zullen per dorp worden uitgevoerd. Daarin zal ook aandacht worden besteed aan de verhouding tussen de bebouwde en onbebouwde omgeving en aan oude rooilijnen en verkavelingen. Op deze wijze zullen de voorwaarden worden geschapen om het authentieke karakter van ieder dorp –dat immers niet aan de tekentafel is ontworpen- te bewaren. De resultaten van de analyses zullen worden verwerkt in de structuurvisies, bestemmingplannen en Welstandsnota. Bij functieverlies zal worden getracht karakteristieke gebouwen te behouden door te stimuleren dat eigenaren via een haalbaarheids- en bouwhistorisch onderzoek de mogelijkheden van herbestemming onderzoeken. Dat zal vooral aan de orde zijn bij de herbestemming van industriële complexen en gebouwen met een openbare nutsfunctie en van kerkgebouwen die aan de eredienst worden onttrokken. Op basis van goed vooronderzoek kan de besluitvorming over de herbestemming en de daarvoor benodigde bestemmingsplanwijziging en vergunningverlening sneller, efficiënter en beter gefundeerd worden afgehandeld. Waar herbestemming van een monument als katalysator kan fungeren voor een gewenste gebiedsontwikkeling, zal de gemeente een actieve rol op zich nemen. Dit kan bijvoorbeeld door te zoeken naar een geschikte marktpartij of financiers. In een enkel geval zou dit zelfs kunnen betekenen dat de gemeente –onder strikte voorwaarden vooraf- zelf tot aankoop overgaat. In de Erfgoedverordening zal een bepaling worden opgenomen die voorziet in voorbescherming tijdens de aanwijzingsprocedure. Het ontbreken van een dergelijke –in veel andere gemeenten gebruikelijkeregel heeft tot de onwenselijke situatie geleid dat hangende de aanwijzingsprocedure een sloopvergunning afgegeven moest worden voor een belangrijk potentieel gemeentelijk monument.
worden beschreven en aan de hand van objectieve criteria worden getoetst. De beschrijvingen voor gemeentelijke monumenten en ‘nieuwe’ rijksmonumenten zijn over het algemeen goed en uitvoerig. Een aantal van de beschrijvingen voor oude rijksmonumenten is echter zo summier dat ze als basis voor besluitvorming onvoldoende zijn. Aan het rijk zal –ook via het VNGworden verzocht deze beschrijvingen aan te passen. Hoewel in het monumentenbeleid veel aandacht uitgaat naar het exterieur, moet duidelijk zijn dat monumentenzorg niet alleen gaat om een mooi plaatje. Er is sprake van een intrinsieke historische waarde die in stand wordt gehouden. Rheden heeft een aantal monumenten dat over een dusdanig bijzonder interieur beschikt, dat met de instandhouding ervan een gemeenschapsbelang is gediend. Een bekend voorbeeld daarvan is kasteel Middachten. Dit betreft een lastige materie omdat privéen publiek belang hier meer dan bij het exterieur kunnen conflicteren. Dat enkele feit mag echter nog geen reden zijn om het onderwerp dan maar uit de weg te gaan. Het rijk onderzoekt hoe hiermee moet worden omgegaan en zal er in 2013 een publicatie aan wijden. In het kader van het overleg Proeftuin Middachten wordt hiervoor input geleverd. Afhankelijk van de resultaten daarvan zal worden bezien of hier gemeentelijk beleid voor moet en kan worden geformuleerd. Kennis delen Voor een duurzame monumentenzorg zal aansluiting worden gezocht bij de ‘Toolkit duurzaamheid’ die door tien grote monumentengemeenten wordt ontwikkeld. Het streven is erop gericht om de eisen die worden gesteld aan de instandhouding van monumenten waar mogelijk af te stemmen op het streven naar duurzaamheid. Waar nodig en mogelijk zullen de uitvoeringsvoorschriften voor vergunningverlening en subsidie hierop worden aangepast. Om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden heeft de gemeente verder opdracht gegeven aan een plaatselijke architect om duurzaamheidsmaatregelen voor tien verschillende monumenten in kaart te brengen. De staalkaart die dit oplevert kan voor eigenaren een goede manier zijn om aan de hand van
Kennis vermeerderen Monumenten worden beschermd op basis van een zogeheten redengevende beschrijving, waarin de bijzondere waarden
27
Kasteel Biljoen in Velp, gebouwd in 1530 met naar verluidt de stenen van het nabijgelegen kasteel Overhagen. Ooit eigendom van Baron van Spaen en later de familie Lüps, tegenwoordig is Geldersch Landschap/ Geldersche Kasteelen de eigenaar. Huis en tuin worden met veel zorg en oog voor detail gerestaureerd.
praktijkvoorbeelden een keuze voor duurzaamheidsmaatregelen te maken. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is hier nauw bij betrokken. Het college heeft verder al interim-beleid vastgesteld op grond waarvan zonnepanelen op daken van monumenten zijn toegestaan mits de panelen zonder noemenswaardige schade weer kunnen worden verwijderd en de panelen niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Dit beleid zal worden voortgezet. Duurzaamheidsmaatregelen worden echter niet toegestaan indien dit leidt tot onherstelbare aantasting van de cultuurhistorische waarden. Het wordt –mede gelet op de genoemde onderzoeken- van groot belang geacht dat de technische monumentenambtenaar zoveel mogelijk ter plaatse (‘op de steiger’) samen met de eigenaar en uitvoerder de juiste koers kan uitzetten voor de instandhouding.
onderzoek dat het Nationaal Restauratiefonds onlangs heeft uitgevoerd. Samenwerken Er wordt veel en steeds meer van gemeenten gevraagd waar het gaat om het samengaan van monumentenzorg en ruimtelijke ontwikkeling, de positie van de monumenteneigenaar, veranderende vergunningregels voor monumenten en de wens om actief in te spelen op mogelijkheden tot herbestemming. De Federatie grote monumentengemeenten (gemeenten met meer dan 200 rijksmonumenten) werkt samen met het VNG om aan deze veranderingen het hoofd te bieden. Helaas bestaat een dergelijk samenwerkingsverband niet voor gemeenten met minder dan 200 rijksmonumenten. Rheden is ambtelijk wel vertegenwoordigd in de klankbordgroep Monumenten en Archeologie van de VNG. Via deze klankbordgroep wordt aandacht gevraagd bij het VNG voor de positie van kleinere monumentengemeenten. Waar mogelijk zal de ervaring van andere gemeenten worden gebruikt om in te zetten voor het eigen beleid.
Uit een enquête die de gemeente in 2001 heeft gehouden, is gebleken dat eigenaren vooral prijs stellen op onafhankelijk en deskundig advies van de gemeente. Deze uitkomst wordt bevestigd door het onderzoek dat de Erfgoedinspectie in 2010 heeft uitgevoerd naar het functioneren van 16 monumentengemeenten en door het
28
Uitdragen en vermarkten De redengevende beschrijvingen van alle rijksmonumenten zijn beschikbaar via www.monumenten.nl. Met de rijksoverheid en het Nationaal Restauratiefonds wordt gekeken of ook de beschrijvingen van de gemeentelijke monumenten via deze site digitaal beschikbaar kunnen komen voor een breder publiek. Deze en andere informatie
zal zoveel mogelijk via www.erfgoedrheden.nl worden ontsloten. Initiatieven die gericht zijn op de verspreiding van kennis over het Rhedense erfgoed zullen waar mogelijk binnen de bestaande begroting worden ondersteund. Open Monumentendag ten slotte zal bij voldoende belangstelling van organisatie en publiek op ondersteuning mogen blijven rekenen.
Ambitie
Al ontwikkelde handreikingen van rijk, provincies en gemeenten inzake onderhoud, restauratie, en herbestemming zullen worden toegesneden op de Rhedense situatie en via de website en/of folders beschikbaar worden gesteld aan de eigenaren van monumenten. Voor de dorpsgezichten zullen de cultuurhistorische analyses worden uitgewerkt in beeldkwaliteitsplannen. De gemeente zal de unieke waarden van Rheden uitdragen door samen met RBT-KAN toeristische ondernemers te ondersteunen met kennis bij het ontwikkelen van toeristische producten, in aanvulling op de al bestaande wandelingen, fietstochten, arrangementen etc. De opening van ‘Amsterda’ in 1947, met het personeel voor het gebouw. De verhalen van mensen brengen de stenen tot leven. Meer verhalen over het voormalige kuuroord in LaagSoeren in het boek dat hierover in 2012 verschijnt. Foto: Familiearchief Versteege-De Boer, Amsterdam.
i Informatie over rijksmonumenten Informatie over gemeentelijke monumenten Algemene informatie over monumenten Investeren in Monumenten Case studie Tieler en Culemborger waard Onderzoek naar restauratiebehoefte Monumenten in Rheden Gelders Genootschap Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Provincie Gelderland Op weg naar een professionele monumentenzorg Oudheidkundige Kring Rheden-Rozendaal
29
www.cultureelerfgoed.nl www.erfgoedrheden.nl www.monumenten.nl www.restauratiefonds.nl www.belvedere.nu www.restauratiefonds.nl www.erfgoedrheden.nl www.geldersgenootschap.nl www.cultureelerfgoed.nl www.gelderland.nl www.erfgoedinspectie.nl www.oudheidkundigekring.nl
Levend en levendig verleden: met een speciaal voor deze dag vervaardigd keppeltje op kregen deze leerlingen uit het basisonderwijs tijdens de klassendag van Open Monumentendag in 2011 het verhaal over de joodse gemeenschap in de gemeente verteld. Erfgoed als aanleiding om de verhalen uit het verleden door te geven aan de jongste generatie. Foto: Peter-Paul Geelen, Comité Open Monumentendag
30
7
levend erfgoed van oude menschen….
…de dingen, die voorbijgaan, schreef Louis Couperus begin vorige eeuw. Hij overleed op 16 juli 1923 in zijn huis ’t Sunneke in Rheden. Wie zou nog over Couperus in ’t Sunneke kunnen vertellen? Veel mensen kennen verhalen die ze hebben gehoord van hun (groot-)ouders maar hoe zorgen we er nu voor dat de verhalen ‘van oude menschen, de dingen die voorbijgaan’ worden vastgehouden zodat ook komende generaties er kennis van kunnen nemen. 2012 is door Unesco uitgeroepen tot het jaar van het immateriële erfgoed. Daarbij wordt vooral gedacht aan tradities en rituelen (Sinterklaas!), maar in het kader van deze nota wordt dit begrip verbreed. Niet alleen tradities en rituelen zijn belangrijk, maar ook de verhalen over het gewone leven van gewone mensen geven een gemeenschap en het materiële erfgoed kleur en wekken het tot leven: levend erfgoed dus. Deze nota heeft definitief vorm gekregen nadat in ieder dorp is gesproken over het erfgoed en als één ding duidelijk werd in deze erfgoedbijeenkomsten: er is grote behoefte aan het vasthouden en –leggen van de verhalen en legenden. De populariteit van een boek als ‘De eerste koetsier van Middachten’ toont de belangstelling voor dit erfgoed ook overtuigend aan. Het gemeentelijk erfgoedbeleid zal zich de komende jaren daarom ook gaan richten op de instandhouding van dit immateriële erfgoed zodat ook de komende generaties de verhalen kunnen blijven vertellen over Philemon en Baucis, de Holtbanck, de Duivelssteen, Mata Hari, het onderduikershol, Mooi-Ann of één van die vele, vele andere verhalen. 7.1 Stand van zaken Rheden heeft nog geen beleid ontwikkeld voor de instandhouding van het levend erfgoed. Een deel van de verhalen wordt verteld in het Erfgoedplan, allerlei boeken (zoals de canon), Ambt en Heerlijkheid (het blad van de Oudheidkundige Kring RhedenRozendaal) en de redengevende beschrijvingen op grond waarvan monumenten een beschermde status krijgen. Er wordt echter nog niet doelmatig en systematisch gezocht naar de verhalen die mensen te vertellen hebben en er is geen centrale plaats waar die verhalen worden verzameld en kunnen worden verteld. Voor zover het levend erfgoed is gedocumenteerd is dit dan ook sterk verspreid over allerlei verschillende bronnen. De erfgoedbijeenkomsten hebben duidelijk uitgewezen dat er grote behoefte is om ook dit erfgoed in stand te houden. Aan de hand van de volgende voornemens zal getracht worden aan die wens te voldoen.
teloorgang dreigt. Het behoud moet zich dan vooral ook richten op het verzamelen en bijeen brengen van de verhalen zodat ze voor komende generaties vast komen te liggen. In het kader van de totstandkoming van deze nota is een tijdelijke website ingericht om betrokkenen ook digitaal te kunnen laten meepraten: www.erfgoedrheden.nl. Besloten is om deze tijdelijke site een permanent karakter te geven en inwoners zo de mogelijkheid te geven om hun verhaal of foto over Rhedens erfgoed op de site te zetten. Kennis vermeerderen Via www.erfgoedrheden.nl zullen de verhalen worden verzameld en bijeen gebracht. Bij voldoende budget worden boekuitgaven van particulieren over het erfgoed via een garantafname ondersteund. Kennis delen Door de verhalen bijeen te brengen op een erfgoedsite kunnen mensen aanvullen, op elkaar reageren of elkaar corrigeren.
7.2 Voornemens Behoud en ontwikkeling Het instandhouden van het levend erfgoed vergt een andere benadering dan de reguliere zorg voor het erfgoed: er is immers geen fysiek erfgoed en er kan dan ook niets fysiek worden beschermd of worden ingegrepen als
Samenwerken Met de Oudheidkundige Kring zullen afspraken worden gemaakt over het bijeen brengen van al bekende informatie en de wijze waarop deze informatie voor een
31
breder publiek kan worden ontsloten en kan worden uitgewisseld.
kleine schaal door de dorpswandelingen die de Oudheidkundige Kring organiseert en de natuurwandelingen van IVN. In het kader van het TROP zal het delen van de verhalen verder worden uitgewerkt, indien mogelijk ook met de inzet van nieuwe mediatechnieken als QR en Layar.
Uitdragen en vermarkten Behalve digitaal kunnen de verhalen ook actief worden uitgedragen. Dit gebeurt al op
Harry Grotenhuis, 83 jarige inwoner van Dieren, vertelt over zijn herinneringen aan Dieren. Hij staat bij het doopvont waar zijn vader in 1894 de eerste dopeling was en weet nog erg veel te vertellen over Dieren in vroeger tijden. De erfgoedbijeenkomsten in de dorpen van de gemeente hebben uitgewezen dat de inwoners er veel behoefte aan hebben dat juist deze verhalen bewaard blijven. De Gelderlander, 18 juli 2012
i Jaar van het immaterieel erfgoed Historie van Dieren Historie van Velp Historie van Velp-Daalhuizen Monumenten in Rheden Oudheidkundige Kring Rheden-Rozendaal
www.jaarvanhetimmaterieelerfgoed.nl www.diereninbeeld.nl www.velpschecourant.nl www.historievandaalhuizen.nl www.erfgoedrheden.nl www.oudheidkundigekring.nl
32
8
Instrumenten tussen droom en daad….
Visie en ambitie blijven niet meer dan een wenkend perspectief als niet tegelijkertijd wordt gekeken naar de haalbaarheid van de uitvoering ervan. Het uitvoeren van het erfgoedbeleid gaat uiteraard niet vanzelf, daarvoor is geld en zijn mensen en partners nodig. en waar mogelijk ook enige invloed uit te oefenen op de besluitvorming erover, maar overigens worden deze regelingen binnen het kader van deze nota als vaststaand gegeven beschouwd waar de gemeenteraad van Rheden geen invloed op heeft en waarover dan ook geen besluitvorming hoeft plaats te vinden. Anders ligt het voor de eigen gemeentelijke budgetten. Naast de financiële middelen die nodig zijn voor wettelijke taken zoals personeelslasten en de Commissie Cultuurhistorie, geeft de gemeente ook geld aan niet-wettelijke taken. Het gaat daarbij om:
8.1 Ambtelijke organisatie Vanaf 1 januari 2012 kwam de 1,6 fte formatie voor erfgoed onder de afdeling Ruimte te vallen. De formatie is verdeeld over een technische ambtenaar monumentenzorg en een beleidsambtenaar cultuurhistorie. De formatie was geringer dan bij de start van het monumentenbeleid, terwijl de (grotendeels wettelijke) taken sindsdien fors zijn toegenomen. Door efficiencyslagen kon dit echter worden opgevangen. Door de uitbreiding van de wettelijke taken per 1 januari 2012 was een beperkte formatie-uitbreiding echter onontkoombaar. Met de vaststelling van de Kadernota heeft de raad inmiddels met die benodigde formatie-uitbreiding van 0,4 fte ingestemd. Voor de wettelijke taken wordt overigens deels een bestuurslastenvergoeding van het rijk ontvangen.
subsidies voor monumenten subsidies voor landgoederen subsidie voor Open Monumentendag
Bezuinigen op deze posten is niet verstandig omdat dit –naast de inhoudelijke bezwarengeld zou kosten in plaats van opleveren. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de provincie de subsidies voor monumenten en landgoederen verdubbelt. Gevoegd bij de investeringen die de eigenaren zelf doen, staat vast dat deze subsidies een belangrijke bijdrage leveren aan de Rhedense economie. Zo is over de jaren 2007-2009 met 2 ton gemeentelijke subsidie voor de gemeentelijke monumenten in totaal 2 ton provinciale subsidie verkregen en is met dit geld voor 2,3 miljoen euro aan werkzaamheden uitgevoerd, voor een belangrijk deel door lokale en regionale bedrijven.
In het verleden heeft de voorloper van de huidige Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed berekend dat voor een goede uitvoering van de monumententaken 1 fte beschikbaar zou moeten zijn per 200 (rijks-) monumenten. In een rapport van de Erfgoedinspectie over het functioneren van monumentenzorg in 16 monumentengemeenten is geconstateerd dat de rijksoverheid bij de overdracht van taken de gemeenten te weinig heeft gefaciliteerd wat betreft kaders en kennis. Ook is de inspectie van mening dat capaciteitsramingen over benodigde fte’s zouden hebben geholpen om op gemeentelijk niveau de kwaliteit te borgen.
Dat investeren in erfgoed loont blijkt onder meer uit de volgende onderzoeksresultaten: De omzet van de restauratiesector in Nederland bedraagt 500 miljoen euro. De werkgelegenheid in de restauratiesector is berekend op ca. 4.500 manjaren. De multiplier op subsidies is 3,2. De aanwezigheid van historische karakteristieken leidt tot 15% meer-
8.2 Financiële capaciteit In de hoofdstukken 4, 5 en 6 is al het nodige gezegd over de subsidieregelingen en fondsen die rijk en provincie beschikbaar stellen voor de uitvoering van het erfgoedbeleid. Er wordt ambtelijk en bestuurlijk uiteraard getracht hier optimaal gebruik van te maken
33
waarde van een woning, zodat de instandhouding bijdraagt aan een hogere waarde van de bestaande woningmarkt en daarmee de OZB-opbrengst. Open Monumentendag trekt jaarlijks bijna 1 miljoen bezoekers. De baten-kostenratio voor investeringen in historische buitenplaatsen ligt tussen 3 en 4, hetgeen wil zeggen dat de baten van historische buitenplaatsen de kosten verre overtreffen. 7
worden bevorderd en vooraf strikte randvoorwaarden worden gesteld. Waar eigenaren en inwoners een initiatief nemen, zal de gemeente vanuit de eigen rol ondersteunen waar dit maar kan door bijvoorbeeld bestuurlijke en ambtelijke contacten aan te spreken of door partijen met elkaar in contact te brengen. Wie het goede voor heeft met het Rhedense erfgoed treft in de gemeente een welwillende partner. Dat dit tot goede resultaten kan leiden, wordt bewezen door het welslagen van herbestemmingen die door sommigen op voorhand kansloos werden geacht. Te denken valt aan de herbestemming van de Dierense Sjoel, het kuuroord Bethesda en de Oranjerie van het Carolinapark. Voorbeelden van samenwerking waarbij iedereen vanuit een eigen rol naar een gemeenschappelijk doel heeft toegewerkt. Waar geen sprake is van particulier initiatief, zal de gemeente in principe een terughoudende opstelling kiezen waar het althans andere dan de wettelijk taken betreft. Dit heeft niet alleen te maken met de financiële beperkingen die de begroting nu eenmaal kent, maar heeft ook te maken met de vraag hoe kansrijk een initiatief is als dit alleen door de gemeente moet worden gedragen. De vraag stellen is hem beantwoorden. De ruimtelijke identiteit van de gemeente is een optelsom van particuliere initiatieven, mensen die samen de gemeente hebben gebouwd tot wat ze nu is. Zo is erfgoed tot stand gekomen en alleen zo kan het in stand worden gehouden.
Investeren in erfgoed loont dus, niet alleen in ruimtelijke en cultuurhistorische, maar ook in economische zin. 8.3 Partners Eerder werd al duidelijk dat samenwerking een absolute voorwaarde is om erfgoedbeleid te laten slagen. Veel partners zijn daarom al genoemd in deze nota:
eigenaren betrokken inwoners andere overheden Commissie Cultuurhistorie Comité Open Monumentendag Oudheidkundige Kring Rheden-Rozendaal Archeologische Werkgemeenschap Nederland belangengroeperingen Gelders Genootschap deskundigen onderwijsinstellingen
Iedereen vervult in dit krachtenspel een eigen, onmisbare rol. De gemeente heeft een wettelijke taak ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast kan de gemeente functioneren als intermediair tussen eigenaren en andere overheden en adviseren en enthousiasmeren. Rheden zal echter in principe geen privaatrechtelijke positie innemen waar het gaat om het behoud van erfgoed. Daarvoor zal alleen een uitzondering kunnen worden gemaakt wanneer met de instandhouding van erfgoed een gewenste gebiedsontwikkeling in belangrijke mate kan 7
Bronnen: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Nationaal Restauratiefonds, Provincie Gelderland
34
De stichting De Dierense Sjoel mobiliseerde in 2008 iedereen in de gemeente (en daarbuiten) om te kijken naar en stemmen op de Dierense Sjoel om zo in het kader van het programma Restauratie 1 miljoen euro te winnen om de restauratie en noodzakelijke uitbreiding moge-lijk te maken. En gekeken en gestemd werd er! Uiteindelijk werd het miljoen net niet gewonnen maar werd door de tomeloze inzet van de initiatief-nemers, veel particuliere giften, een goede samenwerking met de gemeente en een royale provin-ciale subsidie de restauratie toch mogelijk gemaakt. Het resultaat mag er zijn: een synagoge die zijn oorspronkelijke functie weer terug kreeg en nu een levend monument is als huis voor de joodse gemeenschap en als centrum voor lezingen, voorstellingen en debat voor de Dierense gemeenschap.
De stichting De Dierense Sjoel mobiliseerde in 2008 iedereen in de gemeente (en daarbuiten) om te kijken naar en stemmen op de Dierense Sjoel om zo in het kader van het programma Restauratie 1 miljoen euro te winnen om de restauratie en noodzakelijke uitbreiding mogelijk te maken. En gekeken en gestemd werd er! Uiteindelijk werd het miljoen net niet gewonnen maar werd door de tomeloze inzet van de initiatiefnemers, veel particuliere giften, een goede samenwerking met de gemeente en een royale provinciale subsidie de restauratie toch mogelijk gemaakt. Het resultaat mag er zijn: een synagoge die zijn oorspronkelijke functie weer terug kreeg en nu een levend monument is als huis voor de liberaal-joodse gemeenschap in Gelderland en als centrum voor lezingen, voorstellingen en debat voor de Dierense gemeenschap.
35
Niet alleen de kerken en kastelen vertellen het verhaal van Rheden, maar juist al het erfgoed samen laat het echte beeld zien. Daarom zijn ook woningen zoals het Strooien Dorp in De Steeg van groot belang voor de identiteit van de gemeente.
36
9 Samenvatting Aanleiding en doel nota Het in 1992 gestarte monumentenbeleid is in de loop der jaren uitgegroeid tot integraal erfgoedbeleid waarin niet alleen de zorg voor monumenten maar ook de zorg voor archeologie en het historisch landschap centraal staat, alles in nadrukkelijke relatie tot het ruimtelijk beleid van de gemeente. In verband met het verder terugtreden van de rijksoverheid en de daarmee gepaard gaande uitbreiding van taken van de gemeente, is een erfgoednota waarin visie en kaders worden vastgesteld noodzakelijk. Ruimtelijke identiteit De ruimtelijke identiteit van de gemeente Rheden wordt bepaald door de unieke en kenmerkende geleding van het landschap, van de hoge stuwwal via de overgangszone naar het rivierdal van de IJssel. Op deze historisch-geografische ondergrond hebben zich veel landgoederen en buitenplaatsen ontwikkeld die het karakter van de gemeente bepalen. Binnen die groene omlijsting hebben zich zeven dorpen ontwikkeld die ieder een eigen karakter hebben, in hun ontwikkeling sterk beïnvloed door de structurerende werking van de IJssel, de oude verbindingsweg, de spoorlijn van Arnhem naar Zutphen en het Apeldoorns-Dierens kanaal. Rheden is van oudsher aantrekkelijk geweest als woonplaats voor adel en welgestelden en als verblijfplaats voor toeristen, met een rijke schakering aan villabebouwing tot gevolg. De stuwwal heeft zich ontwikkeld tot een rijk en panoramisch bos- en heidegebied, grotendeels vrij van bebouwing tot aan de overgangszone. Het rivierdal wordt gekenmerkt door de strangen, dijken en op pollen gebouwde boerderijen; de bebouwing is voornamelijk functioneel (agrarisch en industrieel) van karakter. Visie op het erfgoedbeleid Om de bijzondere identiteit van Rheden te behouden is de volgende visie geformuleerd: Het cultuurhistorisch erfgoed is van cruciaal belang voor de ruimtelijke en sociale karakteristiek van de gemeente Rheden. In het verleden wordt de basis gezocht voor de toekomst. Het doel van het erfgoedbeleid is dan ook het in goede staat doorgeven van het cultuurhistorisch erfgoed aan volgende generaties. Dit doel wordt nagestreefd door het behoud van het erfgoed als onlosmakelijk onderdeel in het ruimtelijk beleid te integreren en door erfgoed als inspiratiebron, motor en toetssteen in een vroegtijdig stadium te betrekken bij het ruimtelijke beleid en andere relevante beleidsvelden. Waar nieuwe ontwikkelingen daarom vragen, zal worden ingezet op functieverandering en herbestemming met behoud van de belangrijkste historische karakteristieken. Voor erfgoed dat volgens het Erfgoedplan essentieel is voor de ruimtelijke identiteit van de gemeente wordt de hoogste prioriteit gegeven aan instandhouding. Waar instandhouding van erfgoed niet mogelijk of om zwaarwegende redenen niet wenselijk blijkt, zal dit in ieder geval niet ongekend verloren gaan. De gemeente zal een platform bieden voor het verzamelen van het immateriële erfgoed. Het beleid wordt praktisch en gemakkelijk hanteerbaar vormgegeven met een minimum aan regels en binnen de al aanwezige wettelijke kaders. Bij de uitvoering van het beleid staat het belang van het erfgoed en de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaar daarvan centraal en wordt waar mogelijk de samenwerking gezocht met andere partners en beleidsvelden. Beleidsvoornemens De visie is voor de drie dragende delen van het erfgoed n.l. het historisch landschap, de archeologie en de historische stedenbouw én voor het immateriële erfgoed aan de hand van vijf thema’s nader uitgewerkt in beleidsvoornemens voor de periode 2012-2016. Nagestreefd wordt voor ieder van deze onderdelen:
behoud en ontwikkeling van het erfgoed de vermeerdering van kennis het delen van kennis samenwerking door alle betrokkenen de wens om erfgoed uit te dragen en te vermarkten
Een overzicht van de voornemens is opgenomen in de als bijlage 4 bij deze nota opgenomen uitvoeringsagenda. Het betreft de voornemens binnen de huidige personele en financiële capaciteit en een aantal voornemens dat extra capaciteit zal vragen.
37
De Brasserie van Bezoekerscentrum de Veluwezoom van Natuurmonumenten. Gevestigd in de oude boerderij De Heurne, onderdeel van het Landgoed Heuven in Rheden, is dit centrum voor veel van de twee miljoen toeristen per jaar hét vertrekpunt voor een dag genieten in een prachtig natuurgebied .
38
Bijlage 1 Rheden in vogelvlucht door Henk Duringhof Een ijzig begin Rheden is een randgemeente, gelegen op de grens van hoog en laag, van droog en nat, van zand en klei. We maken een reis door de tijd en beginnen in de periode waarin dat zo kenmerkende overgangsgebied ontstaat, in de voorlaatste ijstijd. Een barre tijd, een ijzig klimaat. De uitlopers van een enorme ijskap duwen de grond voor zich uit. Zand en klei dat hier in miljoenen jaren is afgezet door de rivieren. Zo ontstaan de stuwwallen. Later, als het klimaat warmer wordt vormen zich riviertjes en beken. Die slijpen de dalen uit op weg naar de Rijn en zijn vertakkingen. Die heuvels en dalen noemen wij nu de Veluwezoom. De heuvels zijn in de loop van de honderden eeuwen wat afgesleten en aan de zuidwest zijde met fijn stof (löss) bedekt. Dat werd door de wind gebracht die over de vlakte woei van wat nu het westen van ons land en de Noordzee is. In het overgangsgebied van de uitlopers van de stuwwal en de vlakte waarin de riviertjes en de beken uitstromen, liggen de zeven dorpen van de gemeente. Want in zo’n overgangsgebied gingen de mensen ook heel lang geleden al graag wonen. Die gebieden zijn rijk aan dier- en plantensoorten en je kunt tegelijk gebruik maken van de voordelen die de hoge droge heuvels én de lage en soms natte vlakte te bieden hebben. Op de grens van een wereldrijk Zo’n tienduizend jaar geleden verandert het klimaat. Er begint bos te groeien en ook eetbare planten en vruchten. De oeros en het wilde zwijn vertonen zich hier en met hen verschijnen de mensen die leven van de jacht, van het vissen en het verzamelen van eetbare vruchten en knollen. De oudste vondsten die daarop duiden komen uit het Rozendaalse Zand en het Soerense Broek. Hoe en wanneer precies in onze streek de overgang naar landbouw plaats vindt en er vaste nederzettingen ontstaan is niet echt bekend. Men vermoedt dat het een langdurig overgangsproces is geweest. Vondsten in deze gemeente uit de laatste duizend jaar voor onze jaartelling ( brons- en ijzertijd), duiden in ieder geval op bewoning in het overgangsgebied van stuwwal naar rivierbedding. Vlak voor het begin van onze jaartelling rukken de Romeinse legioenen op. De legeraanvoerders besluiten dat de Rijn een mooie noordgrens van het wereldrijk is. En dat betekent dat de bewoners op het grondgebied van de huidige gemeente Rheden net buiten de grenzen van dit wereldrijk vallen. Vrijheid blijheid of juist de boot gemist? We weten niet hoe die oudste bewoners van onze streek dat hebben ervaren. Maar uit archeologische vondsten in Velp, Worth-Rheden en Laag Soeren van typisch Romeinse voorwerpen blijkt wel, dat er contacten zijn geweest met de andere kant van de grens. Dorpen en kastelen Na de ineenstorting van het Romeinse rijk in de vijfde eeuw van onze jaartelling is er een periode van zo’n vijfhonderd jaar, de vroege middeleeuwen, waarover weinig bekend is als het gaat om de ontwikkeling van de omgeving waar nu de gemeente Rheden ligt. Maar tijdens en na het bewind van Karel de Grote, die omstreeks het jaar 800 een groot deel van het huidige Europa bestuurt, worden de contouren van dit woongebied een beetje zichtbaar. Uit vondsten weten we dat op de stuwwal en elders op de Veluwe ijzer gewonnen wordt en dat er grond ontgonnen wordt voor de landbouw. Dat betekent economische vooruitgang, met als gevolg verdichting van de bewoning tot nederzettingen van enige omvang. Het is dan ook vanaf deze periode dat een paar van de latere dorpsnamen voor het eerst schriftelijk vermeld zijn. Uit deze zelfde periode stammen ook de oudste kerken van deze gemeente, de dorpskerken van Velp, Rheden, Ellecom en Spankeren. Vaak begonnen als een kleine houten kapel, door de eeuwen heen vergroot en aangepast aan de smaak van de tijd en nog altijd te bewonderen. Ook voor de toenmalige adel is dit overgangsgebied tussen de hellingen van de Veluwe en het stroomgebied van de rivier de IJssel een interessante vestigingsplaats. Vaak begint het met een wat grotere boerenhoeve, bewoond of aangekocht en
39
versterkt door een ridderlijk heer. Op die plaats wordt in de volgende eeuwen, vaak in fasen het kasteel gebouwd: Biljoen, Middachten en de Gelderse Toren zijn er voorbeelden van. Die kastelen vallen nog al eens ten prooi aan oorlogshandelingen, of er ontstaat brand. Overhagen en Nederhagen in Velp zijn daardoor voorgoed verdwenen, evenals het Hof te Dieren. Als gevolg van verwoestingen of nieuwe eigenaren met nieuwe wensen, zijn de kastelen zoals we ze nu kennen, geheel of gedeeltelijk niet ouder dan een paar eeuwen. Het bijzondere van het landgoed Middachten is, dat het sinds het begin van de 14e eeuw door vererving in stand wordt gehouden. Wel verandert de familienaam een paar keer als gevolg van vererving via de vrouwelijke lijn. Het Hof te Dieren wordt gebouwd en bewoond door meerdere heren en wel door leden van de ridderlijke broederschap van de Duitse Orde, een gemeenschap van adellijke monniken die stamt uit de tijd van de kruistochten. Ruim 400 jaar speelt deze zo geheten Commanderij een belangrijke rol in het toenmalige Dieren en omgeving. In 1647 wordt de na brand herbouwde Commanderij aan stadhouder prins Willem II verkocht en spreken we van het Hof te Dieren. Bestuurlijke eenheid Daar waar mensen in wat grotere aantallen bij elkaar wonen, worden beslissingen genomen en ruzies beslecht. In grote delen van Europa gebeurt dat door de heersende prins, hertog of graaf, dan wel direct namens hem. Maar in deze omgeving kennen we daarnaast al sinds de middeleeuwen het systeem van de marken, het gezamenlijk beheer door de boeren/landeigenaren van de hoger gelegen gronden (bos, heide, akkers). Ook de lage broekgronden langs de rivier worden oorspronkelijk op een vergelijkbare manier beheerd. De drie marken op het grondgebied van de gemeente Rheden hebben tot in het begin van de twintigste eeuw bestaan. De ”voorzitter” is meestal de belangrijkste grondbezitter, dat weer wel. De gecombineerde marke van Dieren, Spankeren en Laag-Soeren bij voorbeeld, wordt geleid door de Commandeur van de commanderij van de Duitse Orde ofwel van het Duitse Huis te Dieren. Als dit Huis in handen komt van de prins van Oranje en het Hof te Dieren wordt, dan is de stadhouder van de Republiek tevens markerichter of holtrichter in het oostelijk deel van de latere gemeente Rheden. Het schoutambt ontstaat ook in die periode. De schout is belast met ordehandhaving, maar organiseert ook de rechtspraak en draagt zorg voor de administratie door het opstellen van contracten en de inning van eventuele belastingen. De schouten worden in die tijd niet democratisch gekozen, maar aangesteld door een bestuur van lokale edelen, de zo geheten ambtsjonkers. Maar toch, al met al een geordende samenleving. In 1573 worden de schoutambten Velp en Rheden samengevoegd en ontstaat er een bestuurlijke eenheid, die ongeveer overeenkomt met het grondgebied van de huidige zeven dorpen van de gemeente Rheden. Woelige tijden Een geordende maatschappij, maar geen rustige tijd als we kijken naar de zestiende en zeventiende eeuw. Het is de periode van het ontstaan en de bloei van de Republiek van de Zeven Verenigde Provinciën. Het schoutambt Rheden is onderdeel van die opstandige Republiek tegen de Spaanse overheersing, maar heeft toch ook nog veel relaties met personen en bezittingen aan de andere kant van het front of de bestandslijn. In de eerste helft van de tachtigjarige oorlog die dan woedt, worden de steden en vooral de dorpen in het grensgebied waarin Rheden ligt een paar keer overlopen. De ene keer door de Staatse troepen en dan weer door Spaanse huurlingen. En die soldaten roven en plunderen, want ze moeten hun eigen kost bij elkaar scharrelen. De StatenGeneraal dringen het Gelderse gewest in 1578 een stadhouder op om hier de boel een beetje in de gaten te houden. In Arnhem zetelt ruim twee jaar Jan van Nassau, de broer van Willem van Oranje. Het wordt geen succes, want hij heeft het permanent aan de stok met de plaatselijke edelen en de stedelijke regenten. En dat gaat niet alleen om de verdediging van de grenzen, maar vooral ook om de harde wijze waarop hij hier de reformatie wil opdringen. En religie is politiek, ook toen al. Prins Willem van Oranje is echter een voorstander van “de boel bij elkaar houden” en hij zorgt er voor dat zijn broer weer naar Nassau (in Duitsland) terug gaat. Maar wel met een stevige gouden handdruk. De kerken van het schoutambt Rheden zijn inmiddels formeel tot het protestantisme overgegaan, maar de politiek/religieuze conflicten sudderen op lokaal niveau nog lang door. Na het twaalfjarig bestand ligt het ambt Rheden in 1629 nog één keer in de vuurlinie. Kerken, kastelen, boerderijen en molens worden zwaar beschadigd of branden af. In 1647 neemt stadhouder Prins
40
Willem II zijn intrek in de Commanderij, vanaf dat moment het Hof te Dieren. Daar wacht hij de resultaten af van de onderhandelingen in Munster. Orde, vrijheid en voorspoed Na het sluiten van het vredesverdrag van Münster ontplooit de Republiek zich tot een wereldmacht. Ongekende rijkdom wordt vooral in de Hollandse havensteden aangetroffen, maar landbouw en ambachten in de Gelderse kwartieren zullen zeker een graantje meegepikt hebben. Vooral buitenlandse waarnemers verbazen zich over de orde èn de vrijheid die er heerst in de Republiek. Zeker de vrijheid voor vrouwen, jong en oud en van alle rangen en standen. Tegelijkertijd heerst er een strenge burgerlijke ethiek, die leidt tot een voor die tijd ongekende maatschappelijke orde en tucht. Een sleutelrol wordt daarbij vervuld door de gereformeerde kerkenraden. ” Geruggesteund door buurtwachten, en voorzien van extra informatie die de predikanten en hun assistenten bij hun huisbezoek inwonnen, voerden de kerkenraden een onophoudelijke kruistocht op alle niveaus tegen zedeloosheid, overspel, losbandigheid, dronkenschap, oneerlijke faillissementen en, niet in de laatste plaats, tegen de laag uitgesneden jurken die in kringen aan het Hof door enkele elegante dames gedragen werden” ( uit: “De Republiek”, J.I.Israël, Oxford 1995). En aangezien het Hof zich af en toe naar Dieren verplaatst, zal die ergernis in de kerkenraden van Dieren en Ellecom zeker ook gespeeld hebben. Toch zijn de beschreven vrijheid enerzijds en tucht anderzijds vooral een stedelijke aangelegenheid. Uit statistieken die uit die tijd bewaard zijn gebleven blijkt, dat aanranding en andere geweldsmisdrijven op het platteland aanzienlijk vaker voorkomen dan in de grote steden. En het schoutambt Rheden is het platteland. Een fraai platteland, dat wel. Een arcadisch landschap. Vandaar dat de vaak met handel over zee rijk geworden regenten en adel nog al eens hun oog op deze regio laten vallen. Naast hun kapitale pand in de stad zijn ze op zoek naar een goede plaats voor een zomerverblijf in een landelijke omgeving. Zo ontstaan vanaf de zeventiende tot in de negentiende eeuw de buitenplaatsen in onze gemeente. Veel daarvan is in de moderne tijd verdwenen. Maar een paar van die buitenplaatsen zoals Daalhuizen (Velp), Rhederoord (De Steeg) en Avegoor (Ellecom) zijn nog grotendeels in tact. Dat het grondgebied van Rheden in de twee eeuwen na de tachtigjarige oorlog een geliefde pleisterplaats voor de leidinggevende bovenklasse is geworden, blijkt uit een gemeentelijke telling van 1851. Rheden heeft dan ruim 7000 inwoners, waarvan er zo’n 200 het kiesrecht voor het Parlement en de Provinciale Staten bezitten. Dat wil zeggen 1 op de 35. En dat voorrecht had je toen alleen bij een bepaald (hoog) niveau van welstand of een hoge afkomst. Naar verhouding is dit heel veel, want er zijn bij dat soort tellingen ook gemeenten waar nog niet 1 op de 1000 inwoners actief kiesrecht heeft. Terug nu naar de Republiek in redelijk goede doen en in rustig vaarwater. Want zo wordt de achttiende eeuw vaak gekenschetst. Revolutie en restauratie Maar in die schijnbaar stille achttiende eeuw neemt de onvrede toe. Vooral de betere burgerij in de steden begint zich te roeren, wil meer zeggenschap en krijgt genoeg van het regentenbestuur. Het door de Franse revolutie aangestoken vuur doet ook hier de patriottische beweging, die vooral in Velp actief is vlam vatten. Begin 1795 trekken Franse troepen onder bevel van generaal Pichegru de Republiek binnen en vlucht stadhouder Willem V naar Engeland. Ook de ambtsjonkers van het schoutambt Rheden verliezen hun positie en privileges. Een opstandje van boeren in het ambt Rheden die werken op het landgoed van de Oranjes of daarvan afhankelijk zijn, wordt vanuit Arnhem snel de kop ingedrukt. De eerste Bataafse staatsregeling van 1798 verordineert een nieuwe bestuurlijke indeling. Het betekent in ieder geval dat een jaar later het schoutambt Rheden niet meer bestaat. Het wordt in de Franse tijd een paar keer opgedeeld en toegedeeld, de ene reorganisatie na de andere. Als de Fransen weer verdreven zijn, waarbij ook hier veel strijd geleverd is en veel doden en gewonden vallen, wordt in 1818 het ambtsgebied van Rheden weer in de oude omvang hersteld. In het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden heet het voormalige schoutambt voortaan gemeente Rheden. En zo is het tot op de dag van vandaag, ondanks verscheidene pogingen tot gemeentelijke herindeling. Als gemeente begint Rheden aan de moderne tijd, waarbij ontsluiting en industrialisatie een belangrijke rol spelen.
41
Ontwikkeling en groei De ontsluiting van de zeven dorpen bestaat na de Franse tijd nog grotendeels uit middeleeuwse karrensporen en voetpaden. Die zijn ook nu soms nog als recreatieve wandelpaden of landbouwwegen in gebruik. Maar gestimuleerd door koning Willem I wordt er in ons land een verhard rijkswegennet aangelegd. Met de verharding van de verbinding Arnhem-Zutphen, deels over bestaand tracé wordt in 1820 begonnen. Niet lang daarna rijdt de eerste stoomtrein in ons land, waarna ook het spoorwegnet snel uitbreidt. In 1865 wordt de verbinding Arnhem-Zutphen aangetakt. Laag Soeren kan 1887 instappen wanneer de spoorlijn Dieren-Apeldoorn is aangelegd. Later komen er ook tramverbindingen op regionale schaal. Door die nieuwe goede en snelle verbindingen met vooral het westen van het land, ontstaat er opnieuw een trek van welgestelden naar de fraaie Veluwezoom. Er worden schitterende villa’s gebouwd, vooral langs de nieuwe doorgaande wegen in elk dorp. Deze koopkrachtige nieuwe inwoners van de gemeente besteden hun geld bij een toenemend aantal winkels en ambachtelijke dienstverleners. Tussen 1870 en 1890 groeit de bevolking in de gemeente Rheden dan ook met ruim vierduizend personen, ofwel met zo’n 45%. Dat gaat hard, zeker als er in het begin van de twintigste eeuw nieuwe en grotere industrieën bij komen. Tot dan zijn de belangrijkste werkgevers in de gemeente de steenfabrieken, een paar sigaren- en papierfabriekjes en de traditionele watermolens. En uiteraard de landbouw. De meeste arbeiders worden, ook voor die tijd slecht betaald, lijden armoede en zijn slecht gehuisvest. Al die lyrische beschrijvingen die zijn opgetekend door wandelaars in goeden doen die in de negentiende eeuw deze streek bezoeken, betreffen vooral natuur, landschap, oude kerken en buitenplaatsen. Voor de leefomstandigheden van de gewone man is geen belangstelling. Crisis en oorlog De woningwet van 1902 zorgt op den duur ook voor betere sociale woningbouw in de gemeente Rheden en hoogwaardige industrie zorgt voor goede werkgelegenheid. De gemeente telt tegen de dertigduizend inwoners als de grote economische crisis zich in 1929 aandient. De door de regering gesubsidieerde werkverschaffing biedt op het hoogtepunt aan een paar honderd inwoners van de gemeente Rheden een zeer bescheiden inkomen. Het levert de gemeenschap nieuwe voorzieningen op zoals riolering, fietspaden, een begraafplaats, sportvelden en zelfs het openluchttheater in Velp. Alles in handkracht en met de schop. Op deze crisisjaren volgen de jaren van de bezetting door Nazi-Duitsland, de Tweede Wereldoorlog. Die tijd verloopt hier niet veel anders dan in de rest van ons land: met de jaren neemt de repressie toe. Als een van de eersten wordt Rhedens burgemeester Zimmerman opgesloten. Zo’n 1100 jonge mannen worden gedurende de oorlog opgepakt en gedwongen elders, vooral in Duitsland te werken. De kleine joodse gemeenschap van Dieren e.o. wordt, voor zover niet ondergedoken, afgevoerd naar de vernietigingskampen. Dat lot treft ook de gevangen genomen joodse mannen uit het westen van ons land, nadat ze een paar maanden op Avegoor bij Ellecom zijn afgebeuld. Daar is de opleiding voor de Nederlandse SS gevestigd. In de eerste helft van april 1945 komt met name Velp in de vuurlinie terecht. Dagenlang bombarderen de geallieerden Arnhem vanuit de Liemers aan de overzijde van de IJssel. Velp-Zuid wordt geëvacueerd. Maar ook aan de noordkant van het dorp worden huizen getroffen. De oude watermolen, een korenmolen gelegen aan de kruising van de Ringallee met de Rozendaalse beek, wordt op een van de laatste dagen getroffen door een fosforbom en brandt volledig uit. Een monument minder in Rozendaal, want de molen lag precies aan de andere kant van de gemeentegrens. Spankeren wordt op 15 april door Canadezen bevrijd. De volgende dag bevrijden Engelse en Canadese troepen de andere dorpen van de gemeente. Behoud van kwaliteit Al spoedig na de Tweede Wereldoorlog stort Nederland zich op de wederopbouw. Mede gesteund door Amerikaanse hulp draaien handel en industrie in 1950 al weer ruimschoots op vooroorlogs niveau. Maar de woningnood is groot. Ook de gemeente Rheden draagt behoorlijk wat stenen bij om die nood te lenigen. In Dieren-noord, Rheden-west en Velp-zuid verrijzen in hoog tempo de nieuwe woonwijken met een aanzienlijk aandeel sociale woningbouw. Sociaal-culturele voorzieningen als clubhuizen en speeltuinen, maar ook nieuwe sportaccommodaties en openluchtzwembaden volgen spoedig. Begin jaren zeventig van de vorige eeuw telt de gemeente ruim vijftigduizend inwoners. En ook hier worden door steeds groeiende bedrijven arbeidskrachten
42
aangetrokken van ver buiten de landsgrenzen. Eerst uit Zuid-Europa en later ook uit Marokko en vooral Turkije. Maar voor het einde van de twintigste eeuw neemt de bouwwoede af. De Beemd, gelegen in het Velper Broek naast de snelweg A348 is de laatste grote uitbreiding voor bedrijven. Nieuwe mogelijkheden voor woningen en bedrijven worden nu vooral gezocht binnen de bebouwde kom door middel van sanering en “inbreiding”. Het inwonertal loopt langzaam weer terug. De gemeente Rheden moet het nu vooral hebben van het behoud van kwaliteit. Want het is goed wonen in die zeven zo verschillende dorpen, in die gemeente aan de rand van Nederlands grootste natuurgebied, de Veluwe. Dit stuk is geschreven door Henk Duringhof voor de “Canon van Rheden’. Uitgegeven door Boekhandel Janssen en De Feijter in Velp en de Oudheidkundige Kring Rheden-Rozendaal. ISBN 978-90-804188-0-6
43
44
Bijlage 2 Beleidsresultaten Sinds 1992 is het monumentenbeleid in Rheden tot stand gekomen en uitgebouwd en tegelijkertijd vooral in praktische zin geëvolueerd tot integraal erfgoedbeleid. De afgelopen twintig jaar heeft het beleid o.a. de volgende resultaten opgeleverd:
Gemeentelijke Erfgoedverordening op grond waarvan 477 gemeentelijke monumenten en tien dorpsgezichten werden aangewezen. Subsidieverordening monumenten en Monumentenfonds Rheden voor subsidie en laagrentende leningen voor eigenaren van een gemeentelijk monument. Jaarlijks vergunningverlening voor gemiddeld 40 monumenten (rijks- en gemeentelijk), subsidieverlening voor gemiddeld 30 gemeentelijke monumenten en 10 landgoederen en begeleiding van ca. 20 restauraties. Begeleiding herstelplannen landgoederen zoals Beekhuizen, Middachten, Rhederoord en Heuven. Begeleiding herbestemmingstrajecten zoals Bethesda, Dierense Sjoel, Oranjerie Carolinapark en Postkantoor Velp. Inspraak en advisering voor het aanwijzen van 168 rijksmonumenten, 5 historische beschermde buitenplaatsen en drie rijksbeschermde gezichten. Input voor de structuurvisie en bestemmingsplannen. Input voor (ruimtelijke) projecten zoals Traverse en Stationsgebied Dieren en andere beleidsvelden. Zand erover (startnota archeologie) en Uitgediept (beleidsnota archeologie) Erfgoedplan Rheden, een samenvattend (e) overzicht en waardering van het cultuurhistorisch erfgoed van de gemeente Jaarlijks Actieprogramma Kwaliteitsimpuls Landgoederenzone Rheden. Regionale samenwerkingsovereenkomst archeologie met een eigen regioarcheoloog. Samenwerking –ook in financiële- zin met rijk en provincie aan de instandhouding van het Rhedens erfgoed. Proeftuin Middachten: samenwerking met rijk, provincie en Middachten aan een op groene monumenten toegesneden samenhangend beleid op de verschillende overheidsniveaus. In verband hiermee ook deelname aan de expertmeetings groen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Samenwerking met Comité Open Monumentendag Rheden-Rozendaal. Voor de organisatie van de open monumentendagen mocht het comité twee keer een eervolle vermelding ontvangen (wat betekent dat het Rhedense programma tot de vier beste van Nederland hoorde) en eenmaal werd de landelijke hoofdprijs (Bouwfondstrofee) ontvangen. Publieksinformatie in de vorm van een Monumentengids, filmpjes over het verste verleden van de gemeente, een landgoederenfietstocht etc. Ondersteuning van diverse publicaties over het verleden van Rheden zoals de Canon van Rheden en Rheden op de kaart. Samenwerking met Arnhem, Wageningen, Rozendaal, Renkum en provincie Gelderland aan de instandhouding en vermarkting van (nieuw) Gelders Arcadië. Deze samenwerking heeft onder meer de Historische atlas en het Kansenboek Gelders Arcadië opgeleverd. Onderscheiding van het Rhedense erfgoedbeleid met de Gelders Genootschapsprijs. Vertegenwoordiging in: o Klankbordgroep monumenten en archeologie VNG o Namens VNG in programmacommissie Erfgoed in de praktijk o Raad van Advies Nationaal Restauratiecentrum o Bestuur Nederlandse Vereniging van Monumentenzorgers
45
46
Bijlage 3 Overzicht wettelijke kaders en beleidskaders Rijksoverheid Monumentenwet 1988. Deze wet vormt de basis voor de monumentenzorg. Voor de gemeentelijke monumentenzorg is hierin bepaald dat gemeenten met rijksmonumenten een monumentencommissie moeten hebben om te kunnen besluiten op vergunningaanvragen. Voor archeologie is in de Monumentenwet vastgelegd dat de gemeenteraad bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening moet houden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Per 1 oktober 2010 is een aantal sectorale vergunningen gebundeld en samengegaan in de zogeheten omgevingsvergunning. Op grond van deze wet moet een omgevingsvergunning worden afgegeven voor het wijzigen of slopen van een monument. Besluit omgevingsrecht Per 1 januari 2012 is een aantal werkzaamheden aan monumenten en in beschermde stads- en dorps gezichten vergunningvrij. Kort samengevat betekent dit dat gewoon onderhoud vergunningvrij wordt evenals inpandige wijzigingen van onderdelen zonder monumentale waarde. In beschermde stads- en dorpsgezichten wordt het in bepaalde situaties mogelijk om vergunningvrij te bouwen. Besluit Ruimtelijke Ordening Per 1 januari 2012 treedt een wijziging van dit besluit in werking. Op grond daarvan zijn gemeenten straks wettelijk verplicht om cultuurhistorie in bestemmingsplannen op te nemen en als afwegingsfactor mee te nemen op de wijze zoals dat sinds 2007 ook verplicht is voor archeologie. Modernisering Monumentenzorg In 2011 stemde de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel Modernisering monumentenzorg dat is gebaseerd op drie peilers: Cultuurhistorische belangen worden meegewogen in de ruimtelijke ordening. Krachtiger en eenvoudiger regelgeving. Inzetten op herbestemmen van monumenten die hun functie verliezen. Kiezen voor karakter Eveneens in 2011 zag ‘Kiezen voor karakter’ het licht, de visie op erfgoed en ruimte. Het rijk kiest hierin voor de komende jaren vijf prioriteiten in een gebiedsgericht erfgoedbeleid: 1 Werelderfgoed: samenhang borgen, uitstraling vergroten 2 Eigenheid en veiligheid: zee, kust en rivieren 3 Herbestemming als (stedelijke) gebiedsopgave: focus op groei en krimp 4 Levend landschap: synergie tussen erfgoed, economie, ecologie 5 Wederopbouw: tonen van een tijdperk Het ministerie van OCW stelt binnen zijn begroting financiële middelen beschikbaar ten behoeve van een samenwerkingsprogramma erfgoed en ruimte dat zich richt op de vijf speerpunten uit deze visie. Met provincies, gemeenten en waterschappen worden zo nodig afspraken gemaakt over de gezamenlijke inzet van middelen. De beschikbare middelen zijn 0,5 mln. voor het jaar 2012 (opstartjaar) en 8 mln. per jaar voor de jaren 2013 t/m 2015 De inzet van middelen zal plaatsvinden in de vorm van toevoegingen aan provincie- en/of gemeentefonds op basis van nadere bestuurlijke afspraken, en via het subsidie-instrumentarium.
47
Provincie Gelderland
Streekplan In het Streekplan 2005 heeft de provincie Gelderland aangegeven welke gebieden bescherming behoeven en in welke gebieden stedelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Verordening Cultuurhistorie Gelderland Op grond van deze verordening kent de provincie Gelderland zogeheten koppelsubsidies toe voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Belvoir: Investeren in het verleden is werken aan de toekomst In de nota’s Belvoir 1-3 heeft de provincie geformuleerd hoe moet worden voorkomen dat veel typisch Gelderse cultuurhistorische waarden versnipperen of verdwijnen. Daartoe is de Gelderse identiteit vastgesteld, verdeeld over de zogeheten DNA-gebieden. Rheden ligt in het DNA-gebied Veluwezoom waarvoor de volgende identiteit en ambitie is opgenomen: Identiteit: parklandschap - rijke bewoningsgeschiedenis - strategische ligging. Ambitie voor 2016: de provincie wil realiseren dat de Veluwezoom herkenbaar blijft door het parkachtige en landgoedachtige karakter; de overgang naar de stuwwal moet worden opengehouden en de relatie tussen wonen, werken en recreatie moet worden versterkt c.q. ontwikkeld. Er wordt gestreefd naar duurzame instandhouding van cultuurhistorische waarden en het verbeteren van het draagvlak voor landgoederen en het herstel. Tenslotte is de instandhouding en ontwikkeling van beekstructuren met bijbehorende cultuurhistorische objecten een ambitie. Voor de lopende collegeperiode wordt deze ambitie ingevuld door te werken aan een drietal thema’s waarin vooral zal worden ingezet op herbestemming in de steden en dorpen, de mogelijkheden van innovatie en een vitaal platteland. In het kader van dit laatste thema zal een programmalijn worden uitgezet voor de instandhouding van historische buitenplaatsen.
Gemeente Rheden
Erfgoedverordening In deze verordening is geregeld op basis van welke criteria monumenten (boven en onder de grond) en beschermde dorpsgezichten kunnen worden aangewezen en welke voorwaarden worden verbonden aan vergunningverlening. Subsidieverordening monumenten Op grond van deze verordening kunnen eigenaren van gemeentelijke monumenten aanspraak maken op subsidie voor het onderhoud en de restauratie van hun monument. Verordening op de Commissie Cultuurhistorie Deze verordening regelt het functioneren van de wettelijk verplichte Commissie Cultuurhistorie, een onafhankelijk en deskundig adviesorgaan dat college en raad gevraagd en ongevraagd kan adviseren. Kredietvoorwaarden Monumentenfonds Eigenaren van een gemeentelijk monument kunnen een laagrentende lening vragen bij het Monumentenfonds Rheden. In de kredietvoorwaarden wordt geregeld aan welke eisen een leningverzoek moet voldoen en onder welke voorwaarden een lening kan worden verleend. Erfgoedplan Het erfgoedplan geeft weer welk erfgoed in de gemeente aanwezig is, waar dit ligt en hoe dit gewaardeerd moet worden. Notitie Monumentenbeleid Rheden 1992 Aanvullend op het rijks- en provinciaal beleid dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw tot stand was gekomen, besloot de raad om gemeentelijke monumenten aan te wijzen en de betrokken
48
eigenaren te ondersteunen bij de instandhouding van hun monument. Daarbij waren belangrijke uitgangspunten: de voorkeur voor een gebiedsgerichte aanpak de noodzaak om keuzes te maken (niet alles van waarde kan worden beschermd) het principe dat geen plichten aan eigenaren zouden worden opgelegd zonder daar ook rechten (subsidie) aan te verbinden Structuurvisie 2006 In de structuurvisie worden landschap en cultuurhistorie als twee peilers genoemd waarop de ruimtelijke kwaliteit is gebaseerd. De landgoederen en buitenplaatsen worden gezien als de verbinding van natuur en cultuurhistorie en als belangrijke identiteitsdragers van de gemeente. Rheden 2020 De Raad heeft in 2010 als vergezicht geschetst dat Rheden in 2020 een groene, duurzame, veilige en leefbare gemeente is. Gekozen wordt voor het behoud van natuur en landschap en het authentieke karakter van de dorpen. Ingezet wordt op groene en duurzame recreatie en werkgelegenheid. Verantwoordelijkheden worden meer dan in het verleden bij de mensen zelf gelegd en waar mogelijk wordt samengewerkt met andere gemeenten en organisaties. De ambtelijke dienst wordt beter ingericht en onnodige regels worden geschrapt. Innovatief met minder, beleidsplan college 2010-2014 Het college heeft als doelstelling van het ruimtelijk beleid geformuleerd dat wordt ingezet op kwaliteit boven kwantiteit. “Rheden blijft een aantrekkelijke gemeente, waarbij het karakter van de dorpen en wijken behouden blijft. Op sommige plaatsen is een verbetering van de ruimtelijke structuur nodig. Nieuwbouw vindt alleen plaats binnen de bestaande bebouwing.” Voor monumenten wordt daaraan toegevoegd dat verdere integratie van het cultuurhistoriebeleid in het ruimtelijk ontwikkelingsbeleid wordt nagestreefd, dat het monumentenbeleid en de subsidieverordening waar het gaat om de aanwijzing van nieuwe monumenten in de Erfgoednota worden heroverwogen en dat het uitgangspunt – waar mogelijk – is: meer vrijheid voor burgers. Aandacht moet verder worden geschonken aan de bijdrage die cultuurhistorie kan leveren aan de Groene Vallei en aan het opnemen van cultuurlandschap in het erfgoedbeleid.
49
50
Bijlage 4 concept-uitvoeringsagenda 2012-2016 vast te stellen door college van burgemeester en wethouders
thema
actie
jaar
capaciteit
budget
partners8
behoud en ontwikkeling
uitvoeren Actieprogramma Kwaliteitsimpuls Landgoederenzone Rheden
doorlopend
regulier
regulier
Oudheidkundige Kring rijksdienst provincie Larenstein
uitvoering wettelijke doortaken archeologie lopend
regulier
regulier
Gelders Genootschap rijksdienst provincie Archeologische werkgemeenschap regioarcheologie gemeenten
uitvoeren wettelijke doortaken lopend monumentenzorg 9
regulier
regulier
Gelders Genootschap rijksdienst provincie regioarcheologie gemeenten
uitvoeren subsidieregelingen
doorlopend
regulier
regulier
rijksdienst provincie SVN
opstellen parapluplan archeologie komplannen
2012
regulier
regulier
rijksdienst provincie Archeologische werkgemeenschap regioarcheologie gemeenten
opstellen functieverandering in het buitengebied
2012
regulier
regulier
rijksdienst provincie LTO
8
Eigenaren en Commissie Cultuurhistorie zijn hier niet apart vermeld omdat zijn direct of indirect bij alle initiatieven zijn betrokken. 9 Indien de taken zich beperken tot de advies- en uitvoeringstaken die alleen zijn gericht op een goede uitvoering van de monumentenzorg.
51
voorbeschermingsartikel in Erfgoedverordening
kennis vermeerderen
2012
regulier
regulier
rijksdienst provincie
opnemen 2012 e.v. landgoedbiotoop in bestemmingsplannen (meenemen in actualisatie)
0,1 fte incident.
6.000,incident.
Gelders Genootschap rijksdienst provincie Larenstein GA-gemeenten
onderzoek bescherming interieurs
regulier
regulier
onderzoek naar 2013 subsidie archeologisch onderzoek grondgebonden bedrijven
0,1 fte incident.
6.000,incident.
provincie Archeologische werkgemeenschap LTO regioarcheologie gemeenten
beeldkwaliteitsplannen voor beschermde gezichten
2013
0,2 fte incident.
12.000,incident.
rijksdienst provincie
vertaling landschapselementen in bestemmingsplan Landelijk Gebied
2015 e.v.
regulier
regulier
rijksdienst provincie Larenstein LTO
initiatieven in het kader van Groene Vallei Veluwezoom
20122016
pm
pm
uitbreiden landschapselementenkaart
2013
regulier
20.000,incident.
vijfjaarlijks actualiseren erfgoedplan
2013
0,1 fte incident. in act. jaar
14.000,incident. (fte en prod. kosten)
Oudheidkundige Kring
periodieke actualisatie archeologische verwachtingskaart
2016
regulier
20.000,incident.
rijksdienst provincie Archeologische werkgemeenschap
2013 van
52
kennis delen
samenwerken
toevoegen verstoringslaag aan de archeologische verwachtingskaart
2016
regulier
10.000,incident.
input leveren andere beleidsvelden
doorlopend
regulier
regulier
ontsluiten informatie website (basisniveau)
2012 e.v.
regulier
regulier
Oudheidkundige Kring
ontsluiten informatie via website (ambitieniveau)
2012 e.v.
0,1 fte struct.
6.000,struct.
Oudheidkundige Kring
opnemen Toolkit duurzaamheid in beleid en digitale ontsluiting
2012 e.v.
regulier
regulier
digitale nieuwsbrief
2012 e.v.
0,1 fte struct.
6.000,struct.
uitbreiding archeologiesite www.erfgoeddepot.nl
2013 e.v.
0,1 fte struct.
6.000,struct.
Oudheidkundige Kring Archeologische werkgemeenschap regioarcheologie gemeenten
digitaal ontsluiten 2013 e.v. monumentenregister via www.monumenten.nl
0,1 fte incident.
6.000,incident.
Oudheidkundige Kring
ontsluiten handreikingen voor eigenaren
2013 e.v.
0,1 fte struct.
.000,struct.
rijksdienst
onafhankelijk en deskundig advies bij onderhoud en restauratie
doorlopend
regulier
regulier
rijksdienst provincie Gelders Genootschap
input organisatie Open Monumentendag
doorlopend
regulier
regulier
Oudheidkundige Kring Comité Open Monumentendag
via
53
rijksdienst provincie Archeologische werkgemeenschap
uitdragen en vermarkten
participeren in Gelders Arcadië (basisniveau)
doorlopend
regulier
regulier
Gelders Genootschap rijksdienst provincie GA-gemeenten
participeren in Gelders Arcadië (ambitieniveau)
doorlopend
0,1 fte struct.
6.000,struct.
Gelders Genootschap rijksdienst provincie GA-gemeenten
onderzoek naar euregionale samenwerking
2013
0,1 fte incident.
6.000,incident.
erfgoed opnemen in doortoeristisch beleid lopend
regulier
regulier
Oudheidkundige Kring Comité Open Monumentendag RBT KAN toeristische ondernemers
publieksinformatie over het archeologisch verleden
2013 e.v.
0,1 fte struct.
6.000,struct.
Oudheidkundige Kring rijksdienst provincie Archeologische werkgemeenschap Comité Open Monumentendag
opzetten archeologisch leerpad
2014
0,1 fte incident.
14.000,incident. (fte en prod. Kosten)
Oudheidkundige Kring rijksdienst provincie Archeologische werkgemeenschap regioarcheologie gemeenten
Totalen Extra capaciteit structureel ambitie
0,6 fte
Additionele kosten structureel ambitie
-
Extra capaciteit incidenteel ambitie Additionele kosten incidenteel ambitie
54
€ 36.000,-
0,8 fte
€ 48.000,-
-
€ 66.000,-
1,4 fte
€ 150.000,-
Colofon Tekst: Foto’s: Rheden in vogelvlucht:
afdeling Ruimte, team regie, Cultuurhistorie afdeling Ruimte, team regie, Toerisme en Recreatie Henk Duringhof, Canon van Rheden, uitgegeven door Boekhandel Janssen en De Feijter & Oudheidkundige Kring Rheden-Rozendaal