25 oktober 2012
WARM EN HARTELIJK Een blog van Joke Bruinsmade Beer. Een collega van Metsje Joke is ook docent aan Windesheim bij de lerarenopleiding Theologie Joke bezocht Gambia College in oktober 2012 om colleges te geven.
Voor meer informatie over Joke kun je ook haar persoonlijke site bezoeken
De eerste indruk: vanuit het vliegtuig zie ik een groen land met veel water, Gambia River, mangrovebossen, moerassen en veel groen, omdat de regentijd op zijn eind loopt.
Ik zie gieren, wevervogels met hun wonderlijke nesten, palmbomen en baobab-bomen.
Vooral de koude douche.
In het begin vind ik het vreemd dat Mamadoe en Djaboe, de watchman en Langs de weg lopen huishoudster/cook kinderen in steeds bij ons in huis schooluniformen in de zitten. Ik kom zelfs Ik stap uit het brandende zon, er eens met vrij weinig vliegtuig en denk dat zitten kinderen en kleren aan de douche ik de hitte van de vrouwen met uitzetten en ontmoet motoren voel, maar zo handeltjes: meloen, Mamadoe op de gang. heet blijkt Gambia dus pinda’s, groenten en We schrikken er te zijn. fruit, lappen. beiden wat van. Veel mensen komen Metsje Onderweg naar Metsje woont in een gedag zeggen nu ze Metsje’s huis rijden mooie compound (een eindelijk weer terug is. we over nieuw bungalow) met een aangelegde douche en wc. Het valt me op hoe blij asfaltwegen (Ballast Heerlijk! ze zijn en hoe warm Nedam). en hartelijk.
1
The Gambia kent 80% moslims en 20% christenen. Er is grote tolerantie onderling. Mamadoe zegt het zo: “wij leven dichtbij elkaar, wij kennen elkaar goed, wij hebben relaties met elkaar, soms trouwen moslims met christenen, wij vieren samen elkaars feesten: dan is het goed samen”. Binnenkort (vrijdag 26-10) vieren de moslims Tobaski: het offerfeest ter nagedachtenis aan Ibrahim die zijn zoon moet offeren. Op dat feest delen ze aan al hun buren lamsvlees uit, ook aan de christenen. Een week later maak ik een ontmoeting mee tussen Father Gomez en de imam. Father Gomez heeft voor de gelegenheid zijn officiële priesterkleding aangetrokken en twee gemeenteleden meegenomen. De imam ontvangt ons met twee oudsten. Toen Father Gomez de nieuwe priester werd in Brikama, was het eerste wat hij deed, een bezoek brengen aan de imam. Hem vrede wensen en de hoop uitspreken dat moslims en christenen in vrede zouden leven en samen goed voor de community zouden zorgen. Dat is ook wat er gebeurt. Als er eens iets is, dan komen de imam en Father Gomez bij elkaar met hun oudsten, spreken erover en praten er vervolgens in hun kerk en moskee over. Vorig jaar met tobaski zond Father Gomez de imam een ram met de hartelijke groeten. Nu neemt hij afscheid met de woorden: I hope that God may accept your sacrifice. Dat zij elkaar erkennen in het feit dat zij beiden abrahamitsche geloven zijn is heel belangrijk.
Als je Metsje ziet, zie je ook een telefoon. Zij heeft altijd haar tasje om met geld en de telefoon: zij is heel veel aan het netwerken, contacten leggen, ze is achterwacht voor de studenten hier. Als er wat met hen is, regelt zij dat ze naar het ziekenhuis gaan, indien nodig. Zij maakt afspraken voor ons voor de komende week.
2
De tweede dag, zaterdag. Wat indruk op me maakt is dat de mensen zo aardig zijn. En dat mensen hier kansen krijgen, enkel doordat Metsje hier is en hier woont, een watchman nodig heeft, een cook, een taxichauffeur. Ik merk ook hoe belangrijk stroom is: voor waterdruk, licht, internet, koeling (!!!), opladen van laptop en mobiel. De koelkast draait overuren in de keuken: je kunt op de buitenkant een eitje bakken om het binnen koel te houden. Verschil op straat: in Nederland ben je doelgericht op straat, je moet ergens naar toe, je haast je. In Gambia leven mensen op straat, ze zitten er de hele dag. En ze wachten, op klanten, op vrienden, op business, in hun taxi’s.
We ontmoeten vandaag op Gambia college Mr. Abubacarr Jallow, de acting Registrar van heel Gambia College en Mme Ndow op Gambia college: zij is Head of the Educational Department. We maken de nodige afspraken om lessen bij te wonen en te geven voor de komende week. We maken kennis met Nederlandse studenten, die hier een minor doen. Te gek als je die kans neemt!
3
De derde dag, zondag We gaan naar de Winners’ Church, een Evangelical Church, dat is een enorme happening hier. Een zeer hard schreeuwende dominee, die het goede nieuws er zo ongeveer in wil hameren. Maar wel twee vrij volle diensten achter elkaar! De christenen lijken wat welvarender te zijn dan veel moslims hier. We gaan naar Bini’s even chillen en skypen met thuis. De vierde dag. Maandag. Vroeg op, we gaan naar college. Ik ga hier even uitweiden over het openbaar vervoer hier. Vanaf Metsje’s huis loop ik eerst naar de turntable (rotonde), dat is zo’n 400 meter over een halfverharde weg. Ondertussen kom ik langs de minimarket, waar we ’s avonds boodschappen kunnen doen, en rechts is een groente/fruitmarkt waar vrouwen zitten te wachten en kletsen. Op de hoek bij de rotonde staan gele taxi’s. Die kosten per stuk 40 Dalasi (ong. 0,90 euro). Als je met zijn vieren bent deel je die prijs. Dan kan ik dus voor 10D pp. naar de airport junction (ong 4 km). Daar moet ik uitstappen want deze taxi’s gaan niet verder. Ik neem dan een Bushbus. Dat is een Mercedes of VW busje (je weet wel, voor negen personen). Ik steek mijn hand op en er stopt een busje. Daar zitten ongeveer 16 personen in en ik kan er nog best bij. Ik zeg dat ik naar Gambia college moet. Dat kost 7D. Onderweg wordt het busje helemaal volgestouwd met mensen (ik heb er een keer met 26 personen in gezeten), op het busje wordt bagage gelegd, maar worden ook schapen gebonden.
Op College maken we een les mee van Father John. De les is voor studenten godsdienstleraar: Christian Religious Studies. De les is erg top-down en valt ook op doordat het sterk Bijbelgericht is: het gaat om kennis van de Bijbel. Er wordt geen moeite gedaan om een voorbeeld te zijn in studentgericht lesgeven. De inhoud staat voorop. Father John vraagt steeds: “is that clear, are you sure?” Een soort drillsergeant lijkt het, maar hij is wel vriendelijk. De les van Metsje is dan een verademing. Zij doet activerende werkvormen, is studentgericht en de studenten vinden dat heel prettig.
4
’s Middags ontmoet ik Father Gomez: hij geeft les aan Gambia College. Hij geeft een module Christian religious studie. Deze module is een soort onderdeel van het minorgedeelte van de opleiding. Net als bij Zingeving voor Professionals zitten er allerlei soorten studenten. Rechten, landbouw, English, political science. Zij zijn geïnteresseerd in Christian religion, vaak omdat zij zelf christelijk zijn. Father Gomez geeft mij de kans om meteen aan de slag te gaan als docent: ik geef een les over Ricoeur: wat gebeurt er met de tekst (van de bijbel). Daarna laat ik de studenten heel precies het verhaal van Sara, Abraham en Hager (die de woestijn in gestuurd wordt) lezen en analyseren aan de hand van de methode van Mieke Bal. De studenten zijn enthousiast en kijken nauwkeurig. Fijne les. ’s Avonds heeft Lamin voor ons Tsjuragèrtè gekookt, een soort rijstepap met pinda’s die als een baksteen valt. De vijfde dag, dinsdag John, Maikel en ik bezoeken drie upperbasic schools. De Methodist School midden in een zeer arme wijk van Brikama maakt het meest indruk. Mrs. Ndeai geeft daar Christian religious study in het minibibliotheekje waar soms 20 leerlingen in moeten zitten. Geen bord, geen materialen, geen bijbels. Geen steun van het hoofd van de school. Zij is echter een kanjer. Het valt me op met hoeveel passie en inzet mensen, vooral leraren, hier hun werk doen. Tegen de klippen op soms. Ze werken keihard. Zijn afhankelijk van de stroom, wanneer zij examens kunnen kopiëren. Dat moet soms dus midden in de nacht gebeuren. Op deze dinsdag geeft Maikel les. Hij krijgt de kinderen mee, hij wil persoonlijk contact. Dat vinden de kinderen niet altijd makkelijk, ze zijn soms verlegen, maar ze hebben ook plezier in de les.
De les van Mrs Ndeani is meer inhoud-gericht. Bijbelse feiten moeten worden geleerd. Nieuwe namen en feiten worden gevolgd door een clap. We maken afspraken voor John volgende week. Mrs Ndeani is blij dat we komen.
5
Deze school heeft 700 leerlingen en ongeveer 20 leraren. De klassen zitten overvol, er zijn te weinig tafels en stoelen. De school heeft een muur rondom. Het plein is zand met hier en daar een boom. In pauzes staan alle kinderen te dringen om schaduw. Op het plein mogen ook een paar vrouwen zitten met zakjes water en vruchten. Er staat een kraan die werkt op het plein. Ik heb geen toiletten gezien en het toilet voor de leraren (1) is smerig, de flush werkt niet, er is geen toiletpapier, de kraan doet het niet… Er is zoveel kapot hier. En er is zoveel hoop, optimistische mensen, vriendelijk en warm. Mrs Ndeani heeft zoveel hart voor de kinderen. Ze is ook streng, maar vanuit veel liefde, dat merk je. We bezoeken nog twee scholen en op de laatste school ontmoeten we Nicholas, die het eerste half uur leerling gecentreerd lesgeeft en vervolgens drie kwartier lang ongeveer 3 hele schoolborden volschrijft uit het boek. De kinderen moeten dat overnemen (want ze hebben geen boek). En dit gebeurt in volkomen stilte! Getalenteerde kinderen hebben ook nog eens veel geld nodig en dan kunnen ze hun 12th degree halen. Als ze vier credits (behaalde vakken, waaronder minstens Engels en wiskunde) hebben gehaald kunnen ze naar College. De examens kosten geld. Als ze naar college gaan, krijgen ze deels subsidie van de overheid (weinig), maar ze moeten reizen en leven. Dan uiteindelijk zijn ze gekwalificeerd verpleegkundige of leraar, maar dan moeten ze nog een baan vinden. Ik hoor verhalen van mensen die gediplomeerd zijn en poolboy worden. (iemand die het zwembad schoonhoudt). Niet omdat er geen banen zijn in deze sectoren maar omdat het zeer slecht betaald en je ergens geplaats wordt. Soms ver van gezin en familie. Metsje en ik hebben ’s avonds veel te bespreken. We eten en gaan vroeg naar bed. Ik heb hier veel meer rust nodig dan thuis. Lig er elke avond om 10.00 uur in en sta dan om 07.00 uur weer op. Hopelijk is er stroom en doet de ventilator het, dan kan ik lekker slapen. Zonder ventilator slaap ik slecht, heel licht en heel warm. De zesde dag, woensdag Vandaag ga ik naar de universiteit aan de andere kant van de stad om een les bij te wonen van Father Gomez. Een klein lokaal, 26 studenten waaronder een moslim. Geen stroom en dus heet. Father Gomez geeft zeer frontaal les. Hij vraagt steeds terug. Dan wil hij een bepaald antwoord horen. Gesloten vragen dus. Bijvoorbeeld: we heard about the gospels, what is the name of the three Gospels: antwoord Synoptic. Which gospels are synoptic: Antwoord: Mark, Mathew and John. Zelfstandig nadenken of vragen wordt niet aangemoedigd en vaak zelfs geïrriteerd aan de kant geschoven. Een discussie of gesprek in de klas komt nauwelijks voor. Toen ik mij later voorstelde vroegen zij mij naar mijn opvattingen over de Bijbel als Gods Woord. Ik heb geprobeerd te onderscheiden in de academische benadering van de Bijbel en de wijze waarop ik als gelovige naar de Bijbel keek, maar ik weet niet zeker of Father Gomez dat kon waarderen.
6
De inhoud van deze module verbaast mij. Ik zou eerder verwacht hebben dat hij een meer algemene inleiding op het christendom zou doen, i.p.v. deze inleiding op de Bijbel. Ik begreep dat er een studie theologie gegeven zou worden. Deze studie was vooral geïnitieerd vanuit een Canadese (sterk christelijke) universiteit. In dit Islamitische land vond men het curriculum te binnen christelijk en te weinig academisch en de opleiding is niet doorgegaan. De zevende dag, donderdag. Nadat ik gisteren heb gezien hoe Father Gomez lesgeeft moet ik diep nadenken en beslissen of ik met deze studenten bibliodrama wil doen. Het zijn geen theologiestudenten, zij zijn vaak wel christelijk. Dit is een heel andere manier van met de Bijbel omgaan dat men hier gewend is. Na lang wikken en wegen, besluit ik dat ik het toch ga doen. Wat een schot in de roos! De studenten doen actief mee, ze nemen een rol aan, ze vertellen over zichzelf. Sommigen geven sociaal wenselijke antwoorden, maar sommigen zijn heel openhartig. Een mooie les. Aan het slot vraag ik wat deze les bijdraagt aan hun (academische) skills. En dan komen er wat mij betreft wel wat pareltjes: - Ik heb geleerd dat ik het beter onthoudt als ik het zie gebeuren, als ik bijvoorbeeld zo’n verhaal in scènes voor me zie. Ik denk dat dat ook helpt als ik kinderen dingen wil leren. - Ik kan deze methode, aangepast, gebruiken. Want ik ontwikkel een malaria programma samen met het leger, voor de Soedan. Ik kan dan ook rollen laten spelen. - Ik vond dit awesome: ik heb veel geleerd over mijn eigen relatie met God. - Ik vind dit leerzaam omdat ik met respect naar anderen luister en daar van leer. Een goede les. Father Gomez zat te glimlachen en te schrijven achterin de klas. De achtste dag: vrijdag Ik breng Maikel naar het vliegveld en we zwaaien hem uit. Lamin wordt heel ziek als we thuiskomen: malaria. O wat is hij beroerd. Hij moet naar het ziekenhuis voor injecties en vocht. ’s Middags gaan Metsje en ik zwemmen. Heerlijk. Ik laat helaas daar mijn pet liggen. Jammer.
7
Tumani Tenda. Dat is ongeveer drie kwartier rijden vanaf Brusubi. Tumani Tenda is een ‘gewoon’ dorp dat heel veel geluk heeft omdat Henriette Brümmer er woont. Zij is getrouwd met een Gambiaan en heeft twee kinderen. Ze heeft Wageningen University gedaan en kent Afrika vanuit haar jeugd (ze is geboren in Zuid-Afrika). Met veel inzet heeft ze van haar dorp een soort paradijsje gemaakt. Het dorp ligt aan een zilte zijarm van de Gambia. Het dorp heeft er een soort bar/restaurant met lodges gebouwd, want je kunt er lekker chillen en zwemmen. Er is een waterpomp aangelegd die het diepe grondwater oppompt, daarvan profiteren in elk geval twee dorpen. Er is een mooie school, met een bibliotheekje en een computerruimte. Henriette wil heel graag een kraamhuis bouwen, waar een vrouw in alle rust en reinheid kan bevallen en bijkomen. Een mooie dorp met toekomst. Het is te hopen dat er wat toeristen dit dorp zullen ontdekken.
Maandag 22 oktober gaat John lesgeven. Wat hij wil is de studenten laten ervaren wat activerend en leerlinggericht lesgeven is. Dat doet hij door zo’n les te geven, aansluitend op het thema van father John. Hij doet het heel goed, actieve studenten en een zeer geïnteresseerd father John. Die zit druk mee te schrijven. John geeft ook nog les op de Methodist school. Daar krijgt hij alle leerlingen en Mrs Ndeani mee in het spel Ik ga op reis en ik neem mee…. Grote hilariteit en applaus als het lukt. Leuk om te zien.
Nog twee dagen en dan gaan we naar huis: je leest veel van mijn ervaringen. Nog een laatste paar opmerkingen. Ik heb enorm genoten, mijn vensters op de wereld zijn verruimd. Ik zie hoeveel kan met weinig: er wordt heel veel gedaan en er lukt heel veel, met weinig middelen, overbelaste docenten. Wat is er dan soms in Nederland veel geneuzel, veel geklaag, veel controle (daar gaat een boel tijd in zitten). Hier wordt meer gewerkt vanuit vertrouwen, bij ons meer vanuit wantrouwen. Wat is er veel nodig: stroom en dan continu als het kan, internet, geld voor educatie. Ik schrik als ik hoor het geld van ontwikkelingssamenwerking niet meer naar educatie gaat, maar alleen nog naar business en de agrarische sector. Alsof het een zonder het ander kan! Ik ben onder de indruk van de mannen maar vooral ook de vrouwen: hun kracht, zij willen dit land vooruit (Mrs Ndow, Mrs Ndeani, Hullay, Henriette, Metsje). Zij stoppen hun energie, kennis, kunde, passie, enthousiasme in de mensen van dit land.
8
Ik zie ook de kansen: dit is een land rijk aan grond en water: op het gebied van landbouw zou er nog veel te winnen zijn. Ik ben dankbaar omdat ik bij hun in hun keuken (soms letterlijk) heb gekeken. In het begin voelde ik mijzelf erg de toebab tussen de gekleurde mensen. Aan het eind verdwijnt dat. Mensen vallen je niet lastig als ze weten dat jij hier ook werkt. In het begin moest ik wennen aan het feit dat ik een minderheid was, als christen, witte, vrouw. Nu niet langer. De Gambiaanse mensen zijn heel gastvrij, zij zijn tolerant, er zijn geen spanningen islamchristendom. Ik zie de waarde van ons onderwijssysteem, maar ook de tekorten. Leerlingen zijn niet gedisciplineerd en hebben geen respect in Nederland. Hier wel. Hier hoort iedereen respect te hebben voor iemand die ouder is. Dat heeft goede kanten. Het familieverband is veel hechter. Daar zitten voordelen aan: je verdeelt de taken, ouders en gezinnen wonen bij elkaar. Ook meerdere gezinnen op een compound.
Moet ik het hebben over de dingen die mislukken? Over de half-afgemaakte bouwprojecten? Over de verkeerde mensen op de verkeerde plaatsen? Over corruptie? Over een regering die maar ten dele werkt? Ach nee, want dat hebben we in Nederland ook. Daar is niets nieuws onder de zon. Donderdag 25-10-2012 Joke Bruinsma-de Beer
9