Waar een wil is, is een weg Rapportage bewonersonderzoek Mobiliteit in het Land van Cuijk
Samen werken aan een sociaal en cultureel sterk Brabant. Daar is het beleid van de provincie op gericht. Dat vraagt ruimte en respect voor elkaar en oog voor degenen die de aansluiting dreigen te missen. Zij verdienen ondersteuning bij het zelf aanpakken van hun problemen en het beter benutten van hun capaciteiten. We willen onze samenleving bijeen houden door een leefomgeving te creëren waarin iedereen zich thuis kan voelen. Dat doen we bijvoorbeeld door zorg voor jong en oud, het leefbaar houden van kleine kernen en het op peil houden van sociale en culturele voorzieningen. Het realiseren van deze doelen is een zaak van alle Brabanders, voor alle Brabanders. Want als ieder z'n plek vindt in onze provincie, wordt het leven voor iedereen aangenamer. Brabant voor iedereen.
Colofon Waar een wil is, is een weg Rapportage bewonersonderzoek Mobiliteit in het Land van Cuijk is een uitgave van Stichting Zet (hierna te noemen Zet) Datum: april 2013 Auteur: Mevrouw K. van de Riet Referentie: kari-Z11.046-351t13 Zet Postbus 271 5000 AG Tilburg Telefoon: 013 54 41 440 E-mail:
[email protected] Website: www.zet-brabant.nl
© Zet - 2013 Overname van artikelen is toegestaan, mits voorzien van bronvermelding.
Inhoudsopgave Verantwoording ............................................................................................. 1 1.1 Doelstelling ....................................................................................... 1 1.2 Uitvoering ......................................................................................... 1 1.3 Leeswijzer ......................................................................................... 2 Resultaten ..................................................................................................... 3 1.4 Leefbaarheid ...................................................................................... 3 1.5 Ervaringen en knelpunten .................................................................... 4 1.5.1 Algemeen .......................................................................................... 4 1.5.2 Ervaringen en knelpunten per gemeente ............................................... 7 1.6 Vervoermiddelen .............................................................................. 11 1.6.1 Trein............................................................................................... 11 1.6.2 Lijnbus ............................................................................................ 11 1.6.3 Buurtbus ......................................................................................... 12 1.6.4 Regiotaxi ......................................................................................... 13 1.6.5 Valys .............................................................................................. 13 1.6.6 Reguliere taxi .................................................................................. 13 1.6.7 Vrijwillige vervoersdienst................................................................... 14 1.6.8 Andere vormen van vervoer .............................................................. 14 1.7 De toekomst .................................................................................... 14 1.7.1 Cuijk............................................................................................... 15 1.7.2 Grave ............................................................................................. 15 1.7.3 Sint Anthonis ................................................................................... 16 1.7.4 Mill en Sint Hubert ............................................................................ 17 1.7.5 Boxmeer ......................................................................................... 18 Conclusies ................................................................................................... 19 Bijlage 1
Gesprekspuntenlijst groepsdiscussies .............................................. 23
Bijlage 2
Overzicht respondenten ................................................................. 27
Verantwoording 1.1
Doelstelling
Het doel van het bewonersonderzoek is inzicht te krijgen in de ervaringen en wensen van de bewoners van het Land van Cuijk op het gebied van mobiliteit en leefbaarheid. Met het bewonersonderzoek worden de volgende onderzoeksvragen beantwoord: ▪ Op welke manier verplaatst men zich binnen/van/naar het Land van Cuijk? ▪ Ervaart men problemen op het gebied van mobiliteit? Zo ja, waardoor worden die veroorzaakt? ▪ Hoe is de bekendheid van de diverse beschikbare vervoersvormen? ▪ Welke motieven heeft men om wel of geen gebruik te maken van openbaar vervoer, regiotaxi, vrijwillige vervoersdienst et cetera? ▪ Welke houding (attitude) heeft men ten opzichte van de diverse vervoersvormen? Komt dit voort uit eigen ervaring? Hoe is dit beeld gevormd? ▪ Anticipeert men op wijzigingen op het gebied van mobiliteit en leefbaarheid in de toekomst en zo ja, hoe?
1.2
Uitvoering
In de periode eind januari tot eind februari 2013 zijn bewoners van het Land van Cuijk bevraagd over mobiliteit. Voor de doelgroep ouderen en mensen met een beperking is dat gebeurd via een groepsdiscussie in elk van de vijf gemeenten. Groepsdiscussies lenen zich goed om inzicht in een zo uitgebreid mogelijk pallet van aspecten te verkrijgen die met een onderwerp samenhangen. Voordeel is dat kan worden doorgevraagd op de inhoud van antwoorden en naar aanleiding van non-verbale communicatie. De groepsinteractie zorgt ervoor dat de deelnemers elkaar stimuleren over het onderwerp na te denken en het vanuit verschillende gezichtspunten te bekijken. Groepsdiscussies zijn een vorm van kwalitatief onderzoek. Dat wil zeggen dat er geen statistische uitspraken kunnen worden gedaan op basis de gegevens die het oplevert. Het onderzoek geeft inzicht in wat er leeft op het gebied van mobiliteit en leefbaarheid in het Land van Cuijk, maar dit kan niet cijfermatig worden uitgedrukt. Gedurende twee uur hebben bewoners gediscussieerd over ervaringen en knelpunten op het gebied van (openbaar) vervoer. Aan de bewoners is ter inleiding gevraagd wat men onder leefbaarheid verstaat en welke rol mobiliteit daarin speelt. Vervolgens is besproken hoe men zich verplaatst en welke ervaringen en knelpunten er zijn. De gebruiksmotieven van de verschillende vervoersmogelijkheden zijn bevraagd en tot slot is in gegaan op de toekomst en mogelijke oplossingen. In bijlage 1 is de gehanteerde gesprekspuntenlijst weergegeven.
Kari-Z11.046-351t13
1 ▪ 28
De werving voor de groepsdiscussies is gestart in december 2012. De volgende organisaties, deels aangedragen door de vijf gemeenten, zijn meermalen via e-mail aangeschreven en gebeld voor het werven van respondenten: ▪ Dorps- en wijkraden ▪ Stichting welzijn ouderen ▪ Burgerparticipatieraden/Wmo-raden ▪ Platforms gehandicapten ▪ Lokale KBO’s ▪ Vrouwenorganisaties ▪ Lokale afdelingen van de Zonnebloem ▪ Buurtverenigingen ▪ Lokale organisaties en verenigingen zoals parochies, zangkoren, sportverenigingen et cetera. Tijdens de werving bleek dat een groepsdiscussie niet de juiste methode was om jongeren te bereiken. Deze methode sluit niet aan bij hun belevingswereld en het concentratievermogen is vaak niet voldoende om twee uur lang te discussiëren. In overleg met de jongerenwerkers van Radius is besloten jongeren te bevragen in hun eigen omgeving op een meer beknopte manier die aansluit bij hun belevingswereld op school of in het jongerencentrum. In Mill is op het Merlet college een groepsgesprek gevoerd in een klaslokaal. Met jongeren uit Sint Anthonis is gesproken tijdens een vrijwilligersvergadering in jongerencentrum De Link. In Cuijk is door de jongerenwerker een groep jongeren bij elkaar gebracht waarmee is gesproken bij het Welzijnsplein. Met jongeren uit Grave en Boxmeer is gesproken tijdens de inloop van de jongerencentra Off Street in Grave en The Unit in Boxmeer. Gemiddeld is er per gemeente gesproken met 16 personen. Er is getracht de verschillende wijken en kernen van de vijf gemeenten zo veel mogelijk in het onderzoek te betrekken. In de praktijk waren niet alle wijken en kernen vertegenwoordigd. Wel waren steeds wijken en kernen van verschillende omvang aanwezig waardoor diverse problematieken aan bod kwamen. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van het aantal deelnemers per gemeente naar leeftijd, geslacht en woonplaats.
1.3
Leeswijzer
In hoofdstuk twee worden de resultaten besproken. Eerst worden de ervaringen en knelpunten die in de verschillende gemeenten overeenkomen besproken. Vervolgens worden per gemeente specifieke knelpunten weergegeven. In paragraaf 2.3 komen de gebruiksmotieven van de verschillende vervoersvormen aan bod. De laatste paragraaf van hoofdstuk twee gaat in op de toekomst en de mogelijke oplossingen voor mobiliteitsvraagstukken. In hoofdstuk 3 worden de conclusies weergegeven. Aanbevelingen maken geen onderdeel uit van deze rapportage omdat de aanbevelingen voor dit project worden gedaan op basis van meer bronnen dan alleen dit onderzoek (onder andere inventarisatie vervoersstomen).
2 ▪ 28
Kari-Z11.046-351t13
Resultaten 1.4
Leefbaarheid
Ter inleiding is gevraagd wat mensen verstaan onder leefbaarheid. Daarbij komen in alle gemeenten de volgende zaken terug: ▪ Prettig wonen ▪ Meedoen aan activiteiten ▪ Oud worden in je eigen dorp ▪ Voldoende voorzieningen zodat iemand zo lang mogelijk voor zichzelf kan zorgen ▪ Relatie van mensen onderling, voor elkaar zorgen, verantwoordelijkheid van gemeenschap ▪ Ontmoetingsplek ▪ Actief verenigingsleven ▪ Mogelijkheid om er op uit te gaan, voorkomen van sociaal isolement en eenzaamheid (staat onder druk door bezuinigingen en transitie Wmo) Bij verschillende onderwerpen komt mobiliteit naar voren. Men vindt het van belang dat voorzieningen in het eigen dorp aanwezig zijn of dat ze elders goed te bereiken zijn. Daarvoor is mobiliteit belangrijk. Om mee te kunnen doen aan activiteiten en niet in een sociaal isolement te komen ook. Voor mensen die altijd actief zijn geweest in verenigingen en een sterk sociaal netwerk hebben is dat niet zo’n probleem. Maar voor mensen die meer op zichzelf zijn, graag thuis zijn en een kleiner sociaal netwerk hebben, is het een probleem als er naasten wegvallen. Zij gaan er niet zelf op uit en vragen niet om hulp aan anderen. In kleine gemeenschappen is de sociale cohesie sterker en valt men gemakkelijker op elkaar terug dan in grotere dorpen en wijken van de hoofdkernen. In Cuijk en Boxmeer komt daarbij dat er voor een deel van de bevolking sprake is van een taalbarrière. Bijvoorbeeld in wijk De Valuwe in Cuijk wonen mensen met 35 verschillende nationaliteiten. Zij hebben vaak een beperkt sociaal netwerk. Sommigen hebben niemand om op terug te vallen en kunnen zich niet verplaatsen. Met name ouderen dreigen in een isolement te komen. Mensen ervaren de afstanden als te ver om te fietsen of te lopen. Oudere vrouwen in deze doelgroep hebben meestal geen rijbewijs en kunnen vaak ook niet fietsen. Van de wijk waar ze wonen naar het centrum lopen of fietsen is fysiek of mentaal een drempel. Zij participeren daardoor minder in de gemeenschap. Ze zijn niet op de hoogte van de mogelijkheden van regiotaxi en zien op tegen het uitzoekwerk, aanvraagprocedures et cetera. Dit beeld kwam zowel in de gesprekken met ouderen als met jongeren naar voren.
Kari-Z11.046-351t13
3 ▪ 28
1.5
Ervaringen en knelpunten
Vervolgens is aan de bewoners gevraagd naar ervaringen en knelpunten in de wijze waarop men zich verplaatst binnen het Land van Cuijk en daarbuiten. Een aantal zaken komt daarbij in de verschillende gemeenten hetzelfde naar voren. Daarnaast zijn er knelpunten die specifiek zijn per gemeenten. In deze paragraaf worden zaken benoemd die spontaan werden aangegeven. In het vervolg van het gesprek is per vervoermiddel doorgevraagd naar gebruiksmotieven. De bespreking van de verschillende vervoermiddelen komt in paragraaf 2.3 aan bod.
1.5.1 Algemeen De volgende zaken komen in de verschillende gemeenten naar voren als wordt gevraagd naar ervaringen met hoe men zich verplaatst: Auto en fiets De meest gebruikte middelen om zich te verplaatsen in het Land van Cuijk zijn de auto en de fiets. Als men niet (meer) kunt autorijden of fietsen heeft men een probleem, dan wordt zijn/haar mobiliteit sterk beperkt. Dit geldt met name voor ouderen en mensen met een beperking, maar ook voor allochtone vrouwen en mensen die geen auto bezitten. Op elkaar terugvallen In de kleinste kernen regelen ouderen onderling of met familie eigen vervoer, men rijdt met elkaar mee. Men is zich er wel van bewust dat dit in de toekomst kan veranderen als men niet meer in staat is om zelf te rijden. In de iets grotere kernen is er ook een groep ouderen die minder verweven is in de sociale structuur van het dorp / het verenigingsleven. Voor hen kan gebrek aan vervoer leiden tot een sociaal isolement. In de grote kernen is de sociale cohesie veel kleiner en valt men niet vanzelfsprekend op elkaar terug als men hulp nodig heeft. Dit geldt ook als je nieuw bent in een dorp. Een mevrouw die nog niet zo lang in een dorp woonde, gaf aan dat ze verwachtte dat mensen naar haar toe zouden komen toen ze in de situatie zat dat ze vanwege een operatie niet kon rijden voor haar man die in een rolstoel zit. Maar dat was niet zo. Ze moest zichzelf over een drempel zetten en om hulp te vragen. Dan was men altijd bereid om te helpen. Men heeft zelfstandigheid hoog in het vaandel en er is sprake van vraagverlegenheid: mensen vinden het niet prettig om hulp te vragen aan anderen. Ze willen graag hun eigen zaken regelen en doen niet graag een beroep op (klein)kinderen, buren of vrienden en kennissen. Mensen zijn vaak bereid om te helpen, maar bieden ook niet altijd spontaan hun hulp aan (handelingsverlegenheid).
4 ▪ 28
Kari-Z11.046-351t13
Beperkingen Voor mensen met een beperking en/of die slecht ter been zijn is regiotaxi de enige optie om zich te verplaatsen. Het is van de ene kant een prachtige voorziening, van deur tot deur. Maar de wachttijden en de lange reistijd door het omrijden zijn erg vermoeiend. Je moet een halve dag uittrekken voor een bezoek aan ziekenhuis of tandarts. Een mevrouw gebruikt de regiotaxi alleen voor noodzakelijke ritten. Niet voor haar vrije tijd. Ze zou best een keer willen gaan winkelen, maar wil geen misbruik maken van de voorziening. Dat doet ze dus maar niet, terwijl ze weet dat ze er wel recht op heeft. Een andere regiotaxigebruiker, die wel tevreden is omdat hij geen moeite heeft met wachten, gebruikt de regiotaxi wel voor een wekelijks ritje naar het café. Hij vindt het juist vervelend om daarvoor een beroep te doen op mensen zin zijn omgeving. Beperkingen in een andere zin van het woord zien we terug bij jongeren. Zij worden beperkt in de bijbaantjes die ze kunnen nemen vanwege het gebrek aan vervoer. Bijvoorbeeld in Gennep is Center Parcs waar genoeg baantjes zijn. Maar om daar te komen moet je vanuit Cuijk eerst met de trein naar Nijmegen, dan met bus lijn 83 weer het Land van Cuijk door (1 uur) en dan nog een half uur lopen langs een donkere weg. Een ander voorbeeld van iemand die in Den Bosch op school zit en werkt in Grave: ‘Als ik om half vier uit ben in Den Bosch en ik moet om 17 uur werken in Grave dan kan dat niet met het openbaar vervoer, dan moet ik de auto wel pakken.’ Ook ondervinden zij beperkingen in de mogelijke vrijetijdsbesteding. Uitgaan in een grotere plaats of naar bioscoop of theater is geen optie met het openbaar vervoer, zeker de terugweg niet. Als je dan geen auto kunt regelen (zelf rijden, meerijden, wegbrengen door ouders) kan je er niet heen gaan. Infrastructuur Mobiliteit wordt ook beïnvloed door de infrastructuur. Slechte kwaliteit van fietspaden beperken de mobiliteit voor ouderen en mensen met een beperking. Ook zijn er tegenwoordig veel verschillende voertuigen die gelijktijdig gebruik willen maken van fietspaden: (race)fietsen, scootmobielen, rolstoelen, elektrische fietsen et cetera. Onbekendheid met de mogelijkheden Er is gebrek aan kennis van de mogelijkheden van het openbaar vervoer: hoe vaak en wanneer rijdt het, wat kost het? De onbekendheid is groter bij ouderen dan bij jongeren. Berichten in de media zorgen voor meer verwarring en minder vertrouwen in het openbaar vervoer. De onbekendheid met de mogelijkheden geldt ook voor vrijwillige hulpdiensten; veel mensen weten niet van het bestaan af. OV-chipkaart De OV-chipkaart heeft veel lastige elementen die een drempel vormen om met het openbaar vervoer te reizen: ▪ Onbekendheid met de mogelijkheden: men heeft het beeld dat het heel ingewikkeld is. ▪ Er is angst voor techniek. ▪ Het feit dat je er geld op moet zetten vormt een drempel. Voor sommigen is 20 euro veel om te missen, vooral als je niet zo vaak met openbaar vervoer reist. Het geld is niet zichtbaar en kan niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Ook voor scholieren is het soms een probleem dat er een minimum bedrag op moet staan.
Kari-Z11.046-351t13
5 ▪ 28
▪
▪
▪
Mensen zijn door mediaberichten angstig om hun persoonlijke gegevens en rekeningnummer door te geven voor een persoonlijke OV-chipkaart en automatisch opwaarderen. Zelfs na een voorlichtingsmiddag bij de KBO zien mensen het nog als een enorme drempel. Het merendeel van de aanwezigen bleek het na afloop niet te snappen. Zolang mensen niet op het openbaar vervoer zijn aangewezen, interesseert de informatie hen niet. Als het wel nodig is, weet men het niet meer, is er het beeld dat het te ingewikkeld is en ziet men er tegen op.
Doordat in de buurtbussen straks ook alleen met OV-chipkaart kan worden betaald zullen minder mensen er gebruik van gaan maken. Voor sommigen betekent dit dat ze de deur nauwelijks meer uit zullen komen. Knelpunten in het bestaande OV De volgende knelpunten worden steeds genoemd als wordt gevraagd naar ervaringen met het openbaar vervoer: ▪ Slechte aansluitingen bus-trein, door vertraging vaak aansluiting missen en lang moeten wachten. ▪ Vaak overstappen maakt het reizen vervelend. ▪ Door lange reisduur is openbaar vervoer geen goed alternatief voor de auto. ▪ Afstand tot bushalte is een probleem, met name voor ouderen, maar ook voor jongeren. ▪ Tijdens avonden en weekenden vormt het gebrek aan openbaar vervoer een probleem. Vooral voor ouderen is dit een nadeel omdat er voor hen ook minder activiteiten zijn in het weekend. ▪ Treinen zijn erg druk in ochtendspits. Jongeren geven aan dit vies te vinden, dicht op elkaar staan, vooral in de zomer. Soms ook vieze lucht uit de wc als de deur open staat. ▪ Bussen komen soms helemaal niet opdagen 1(met name genoemd door jongeren, bussen van en naar Nijmegen). ▪ Bustijden sluiten niet aan op schooltijden. Je bent te vroeg op school of net te laat. Als de school op internet kan zien dat er vertraging is, hoef je niet na te blijven, anders wel. Maar de vertraging staat niet altijd op internet. Als je ’s middags uit bent moet je soms wel drie kwartier wachten voordat je de bus kunt pakken. ▪ Jongeren geven aan dat bussen vies zijn. Veel troep op de grond en tussen de stoelen. Ramen heel vies. Ook treinen zijn vaak smerig en kapot. ▪ Het valt mensen op dat er overdag buiten de spits bijna niemand in de grote bussen zit. Alleen ’s morgens en ’s avonds zitten de grote bussen vol. Ze geven aan dat kleine busjes buiten de spits voldoende zouden zijn. ▪ Ziekenhuizen in Beugen en Nijmegen zijn veelgenoemde bestemmingen. Deze zijn vanuit de diverse plaatsen binnen het Land van Cuijk moeilijk te bereiken met het openbaar vervoer.
1
Mogelijk is de bus dan te vroeg de halte gepasseerd. De reden waarom er op het tijdstip van de dienstregeling geen bus verschijnt is voor de reiziger echter onbekend.
6 ▪ 28
Kari-Z11.046-351t13
1.5.2 Ervaringen en knelpunten per gemeente Tijdens de gesprekken kwamen naast algemene knelpunten ook zaken naar voren die specifiek zijn voor de betreffende gemeente. Ze worden hieronder puntsgewijs weergegeven.
Cuijk ▪
▪
▪
▪
▪ ▪
▪ ▪
▪
▪
▪ ▪
▪
Bushaltes liggen aan de randen van de wijken Heeswijkse kampen, Valuwe en Padbroek. Dit vormt een drempel voor mensen die slecht ter been zijn. Waarom geen route door de wijk? Dit punt is zowel door ouderen als jongeren in Cuijk aangedragen. Voor de wijk Padbroek werd ook genoemd dat er maar één doorgaande weg is, veelal zonder trottoir, waarlangs iedereen de wijk uit moet. Combinatie van auto’s (brom)fietsen, scootmobielen en voetgangers, soms met rollator of kinderwagen, levert gevaarlijke situaties op. In Vianen komt geen openbaar vervoer. Er is onderzocht of de buurtbus er door kon rijden maar dat was niet mogelijk in verband met de dienstregeling. De ronde werd dan langer dan een uur. De haltes liggen via de kortste route 500 meter uit het centrum. Om vanuit Vianen naar Cuijk te fietsen moet je een tunnel door. Dat is voor sommige ouderen fysiek een probleem en ook qua veiligheidsgevoel. Verder is daar een gevaarlijke kruising met een bocht die voor met name ouderen een probleem vormt. Van Cuijk naar Helmond is niet te doen met OV. Als alles goed gaat, doe je er 2 uur en 20 minuten over. Dat is voor jongeren een reden om op kamers te gaan en dus weg te gaan uit het Land van Cuijk. Van Cuijk naar Malden duurt 1,5 uur. Van Cuijk naar Den Bosch duurt erg lang: fietsen naar station, trein van Cuijk naar Nijmegen en dan overstappen naar Den Bosch. Als je auto hebt, kan je naar Wijchen rijden en daar de stoptrein naar Den Bosch nemen. Lijn 93 via Gennep naar Boxmeer duurt lang. Van Cuijk naar Uden met de bus duurt drie kwartier. Dat is te lang. De bus rijdt over allerlei dorpen. Hij gaat maar 1 keer per uur dus je moet soms lang wachten. Enkele jongeren geven aan dat lopen van het station in Cuijk naar het Merletcollege lang duurt (15-20 minuten). Andere jongeren geven aan dat het geen probleem is om van de ene kant van Cuijk naar de andere kant lopen of te fietsen naar Grave of Boxmeer. Op station Cuijk staat de paal om in te checken aan de andere kant. Als je laat bent, moet je omlopen en mis je daardoor de trein. Of je checkt niet in en hebt kans op een boete. In de trein inchecken zou prettiger zijn. Vaak werkt het inchecken niet goed. Soms krijg je wel boete en soms niet. Bij de NS kan je snel inchecken, hoef je de pas maar eventjes voor de paal te houden. Bij Veolia duurt het veel langer voordat hij de pas registreert. Je kunt daar dus niet snel inchecken. Treinen zijn overvol. Nu er extra treinen worden ingezet in Cuijk is het wel druk, maar niet meer overvol. Maar als je bij station Mook wilt instappen, kan je er vaak niet meer bij. Je moet dan soms een paar treinen voorbij laten gaan voordat je er in kunt.
Kari-Z11.046-351t13
7 ▪ 28
Grave ▪ ▪ ▪ ▪
▪ ▪
Bus van Grave naar Den Bosch duurt veel te lang. In de weekenden zijn de mogelijkheden met de bus heel beperkt. Maar één keer per uur en op zondag pas vanaf 9.30 uur. Provinciegrens is vervelend. Je moet uitchecken bij de ene maatschappij en weer inchecken bij de andere. Veel overstappen is vervelend. Naar school in Boxmeer is lastig door overstappen. Van Grave naar Cuijk met lijnbus, dan overstappen op buurtbus naar Boxmeer. Niet met de trein omdat je dan een bus- én een treinabonnement moet hebben. Alleen een busabonnement kost al 81 euro per maand als je nog geen 16 bent en nog geen recht hebt op ov-studentenkaart. Bus vanuit Uden is vaak te laat. Een man gaf aan door de aanschaf van een elektrische fiets 1.000 km per jaar minder met de auto rijden. Dat kan ook oplossing voor mobiliteit zijn: wel bewegingsvrijheid en minder belasting voor het milieu.
Sint Anthonis ▪
▪
▪
▪
▪ ▪
▪
▪
▪ ▪
8 ▪ 28
Ongeveer de helft van de KBO-leden (80+) kan niet overweg met internet. Dat is een drempel voor aanvragen van OV-chipkaart en opzoeken info over bustijden. Er worden wel computerlessen gegeven door de KBO. Maar zonder eigen vervoer kan men daar weer niet komen. Mensen ondernemen minder, bijvoorbeeld winkelen, visite, deelname activiteiten. Met één persoon rijden vier anderen mee. Maar als de chauffeur ziek is, gaan de andere vier ook niet. Het is hier te klein voor initiatieven die je wel ergens anders ziet zoals een boodschappenbus of iets dergelijks. Met openbaar vervoer naar ziekenhuis is lastig. Eerst lopen naar dorp, buurtbus naar Boxmeer station, overstappen op buurtbus naar ziekenhuis. Je bent een uur onderweg terwijl het met de auto 10 minuten is. Aansluiting trein Boxmeer – bus Sint Anthonis slecht. 1 minuut overstaptijd. Als de trein te laat is, rijdt de bus gewoon weg. De buurtbus wacht over het algemeen wel tot de trein binnen is. Bij de verhoogde bushaltes kunnen de deuren van de buurtbus niet open. Naar school in Helmond is duur met de bus (7 euro retour) en je doet er lang over. Als je om 12.30 uur uit bent, ben je om 14.00 uur thuis, terwijl je er met de auto 20/30 minuten over doet. Eerst bus van school naar station Helmond, dan half uur wachten en daarna 40 minuten in bus van Helmond naar Sint Anthonis. Tegenwoordig is er een buslijn die direct naar school rijdt. Dat is beter. Voorbeeld van jongeren die naar school gaat in Nijmegen en daar heel lang over doet: met de brommer naar oma in Boxmeer, fietsen naar station, 20 minuten in de trein, 10 minuten wachten op de bus, 10 minuten in de bus. Terugweg duurt nog langer omdat het dan niet aansluit. Als je op kamers zit in Den Bosch en je wilt in het weekend naar je ouders dan doe je daar met de trein van Den Bosch – Boxmeer 2 uur over en dan moet je in Boxmeer nog worden opgehaald door je ouders uit Sint Anthonis. Met de auto naar station Deurne en dan rechtstreeks naar Den Haag, prachtige verbinding. In de ochtendspits heel druk in de trein. Er worden pas extra treinen ingezet vanaf Cuijk, dus daar heb je in Boxmeer niks aan.
Kari-Z11.046-351t13
▪
▪
Uitgaan: je kunt zelf een bus huren, kost voor 43 personen 500 euro naar Duitsland (uitgaansbus.nl). Discobus van Time out is te veel geregel. Dan moet je vooraf reserveren en een minimaal aantal mensen hebben om in te kunnen stappen. Taxi naar Boxmeer kost 10-15 euro per persoon. Dat is te veel voor jongeren. Om die reden blijven ze vaak in het café in Sint Anthonis. In Landhorst komen 180 busjes per dag langs (instellingsvervoer Bronlaak, regiotaxi en buurtbus), waarvan 40 keer per dag een buurtbus. Kan dit niet efficiënter?
Mill en Sint Hubert ▪
▪
▪
▪
▪
▪
▪ ▪ ▪ ▪ ▪
▪
▪
Mensen zijn van oudsher gewend om met de auto te rijden. In dit landelijke gebied is men aangewezen op eigen vervoer en heeft men over het algemeen geen ervaring opgedaan met het openbaar vervoer. Jongeren zijn hier aangewezen op de fiets. Enkelen gaan bij slecht weer met de bus, maar merendeel fietst gewoon. Sommigen halen zo snel mogelijk als ze 16 jaar zijn scooterrijbewijs. De meesten willen zo spoedig mogelijk als ze 18 jaar zijn rijbewijs halen. Beginnen daarvoor al met theorie. In dit gebied zijn veel mensen laaggeletterd. ‘Ze zien door de bomen het bos niet meer’. Mensen zijn niet gewend op zoek te gaan naar informatie, het is ingewikkeld. In Langenboom is nu nog een dagbestedingslocatie. Gezien de ontwikkelingen in de gezondheidszorg zet men zich in om die te behouden voor het dorp. Dit doet men onder andere door het vervoer van en naar de dagbesteding uit te voeren met vrijwilligers die met hun eigen auto mensen ophalen en thuisbrengen. Vrienden van Madeleine: dit is een stichting waarin vrijwilligers met rolstoelauto/bus mensen uit verpleeghuis van Pantein vervoeren naar visite, winkelen andere uitstapjes voor vrijetijdsbesteding. Deur tot deur op afgesproken tijdstip. De voertuigen en vrijwilligers zouden beter benut kunnen worden als ook andere doelgroepen vervoerd mogen worden die niet in het verpleeghuis wonen. Daarvoor is afstemming nodig met andere organisaties. Een respondent zegt dat er in Mill geen bussen rijden waar een rolstoel in mag. Rolstoelen moeten worden vastgezet en dat kan niet in de lijnbussen die door Mill rijden want daar is geen rolstoelplek. Rolstoelers kunnen dus alleen met de regiotaxi. Voorbeeld alternatieve vorm van vervoer: Van Mill met de scootmobiel naar de moestuin in Vianen is geen probleem. Mill is 15 km van het station vandaan. Overdag kan je er wel komen, maar ’s avonds kan je niet meer terug met het openbaar vervoer. De bus van Mill naar Cuijk is in de ochtend erg druk. Zo erg zelfs dat er een keer iemand moest overgeven door de drukte. Bus naar Uden duurt lang, grote omweg. Eerst vanuit Wilbertoord met fiets naar Mill. Duurt te lang en kan maar een keer per uur. Met buurtbus naar Wanroij gaat goed. Overstappen in Sint Anthonis, daar staat de bus al klaar. In de ochtend wordt er grote bus ingezet. Eén keer gebeurd dat buurtbus vol zat. Toen opgehaald door ouders. Bus vanuit Uden rijdt soms helemaal niet. Voorbeeld van jongeren die feestje had gehad in Uden. Laatste bus zou om 23.00 uur komen. Op tijd bij halte, maar hij kwam niet. Anderhalf uur staan wachten en uiteindelijk naar huis gebeld en opgehaald. Nare ervaring met buschauffeur. Hij kwam aanrijden bij het busstation en het schermpje veranderde in ‘geen dienst’. De chauffeur stak z’n middelvinger op en ze moesten half uur wachten.
Kari-Z11.046-351t13
9 ▪ 28
▪ ▪
▪
De discobus naar Time out is geen optie. Die zit in Cuijk al vol. Eigen busje huren of auto met bob. Tijdens feestdagen of festiviteiten zoals Koninginnedag is de trein van Cuijk naar Nijmegen ook superdruk. Perron helemaal vol, lange rij bij kaartjesautomaat, inkt op. Soms wel drie treinen vol langsrijden voordat je er in kunt. Soms met feestdagen agressie in trein door alcohol- en drugsgebruik. Normaal gesproken niet.
Boxmeer ▪
▪
▪ ▪ ▪
▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
▪
In dorpen als Beugen en Oeffelt moeten mensen echt over een drempel worden geholpen om gebruik te gaan maken van het openbaar vervoer. Ze hebben altijd zelf gereden en 30 jaar niet in de bus of trein gezeten. Het openbaar vervoer is te ingewikkeld. In Beugen komt geen openbaar vervoer, alleen er langs. De afstand tot de halte is voor ouderen een probleem. Ze moeten dan door een klein, stil straatje en durven dat ‘s avonds niet. De weg waaraan de halte ligt is gevaarlijk, er wordt hard gereden. Fietspaden vanuit Rijkevoort zijn heel slecht, heb daar problemen met m’n driewielfiets. Dat belemmert ook de mobiliteit. Nadeel dat je vanuit Rijkevoort niet rechtstreeks met de bus naar het ziekenhuis kunt, maar dat je in Boxmeer moet overstappen. Als je met de bus naar Nijmegen wil, moet je twee kaartjes kopen vanwege verschillende maatschappijen. Provinciegrenzen moeten wat openbaar vervoer betreft verdwijnen. Onzin dat het gescheiden is. Provincie Noord-Brabant denkt dat Boxmeer georiënteerd is op Den Bosch. Dat is niet zo, het is Nijmegen, Venlo, Eindhoven. Overloon is georiënteerd op Eindhoven, maar je kunt er met de bus eigenlijk niet komen. Er is geen enkele Oost-Westverbinding. Buurtbus naar Mill is soms vol, bij slecht weer. Buurtbus naar Gennep of Grave is goedkoop. Bij station Boxmeer pakken scholieren soms de bus naar ROC Maasvallei terwijl dat maar een paar minuten lopen is. Dat vinden de jongeren onzin. Er is wel een goede treinverbinding, maar de bussen naar de dorpen sluiten er niet op aan. Een deel van de jongeren reist altijd zwart met de trein. Behoefte aan nachttrein Nijmegen – Boxmeer. Nu is naar een concert of voorstelling in Utrecht/Amsterdam of Rotterdam onmogelijk met de trein Fietsenstalling station zou overzichtelijker moeten. Genummerde vakken zodat je je fiets beter kunt terugvinden. Ook voor mensen met een beperking, die minder mobiel zijn Prijs treinkaartje Boxmeer-Cuijk is duur in verhouding tot de korte afstand. Voor mensen die het niet breed hebben is dit een belemmering. Ze zijn genoodzaakt om thuis te zitten.
10 ▪ 28
Kari-Z11.046-3
1.6
Vervoermiddelen
In deze paragraaf worden de bekendheid en de gebruiksmotieven van de verschillende vervoersvormen beschreven.
1.6.1 Trein Alle respondenten zijn op de hoogte van het bestaan van de treinverbindingen in het Land van Cuijk en over het algemeen ook over de frequentie. De mate van gebruik varieert. Met name jongeren gebruiken de trein om naar school/studie te gaan. Ouderen gebruiken de trein meer voor vrijetijdsbesteding (winkelen, wandelen in een andere omgeving, stedenbezoek). Motieven gebruik: ▪ Prijs: als je alleen reist, is de trein goedkoper, bij meer personen is de auto goedkoper. Actiekaarten van bijvoorbeeld Kruidvat of Hema verlagen drempel. Ook de gratis reisdagen bij 60+ abonnement zijn voor sommigen een reden om een treinabonnement te nemen. ▪ Snelheid. ▪ Gemak: je stapt uit in het centrum, hoeft niet te parkeren, geen files, geen bob nodig, werken/lezen onderweg. Ouderen durven vaak geen auto meer te rijden in de stad. ▪ Plezier: ontspannen, sociaal (praatje maken), naar buiten kijken, landschap/ natuur. Motieven niet-gebruik: ▪ Vrijheid: je bent niet vrij om te gaan wanneer je wilt, met de auto wel. ▪ Onzekerheid reisduur door vertraging. ▪ Slechte aansluiting op andere trein en bus. ▪ Erg druk in de trein in de spits, staan, soms kan je er zelfs niet meer bij. Onprettig en gevaarlijk. ▪ Onduidelijkheid abonnementsvormen, tariefsystemen, OV-chipkaart. ▪ Ouderen die niet gewend zijn om met trein te reizen zijn angstig om met de trein te gaan. Druk station, bang voor verkeerd overstappen, weten niet waarheen, welke uitgang. ▪ Kwaliteit stations, gebrek aan comfortabele wachtruimte. ▪ Als je toch met de auto naar het station moet, kan je net zo goed doorrijden. ▪ Negatieve connotatie vanwege ervaringen in diensttijd. Toen moest je met de trein op zondagavond weer terug terwijl je eigenlijk liever thuis wilde blijven of zoals een andere respondent aangaf: je deed er drie keer zo lang over als met de auto, maar de trein was verplicht.
1.6.2 Lijnbus Niet iedereen is goed op de hoogte van de routes en dienstregelingen van de lijnbussen. Er wordt over het algemeen weinig gebruik van gemaakt door de respondenten. Uitzondering zijn de scholieren.
Kari-Z11.046-351t13
11 ▪ 28
Motieven gebruik: ▪ Als je geen auto hebt, is dit een mogelijkheid om ergens te komen, om actief te blijven. ▪ Directe lijnen gaan goed, zijn prettig. ▪ Goedkoop. ▪ Sociaal aspect: er zijn mensen die afspreken met een groepje met de bus ergens naartoe te gaan om koffie te drinken en dan weer terug. ▪ Toen er een buskaartje te koop was voor 30 cent gebruikten ouderen de bus vaker. Motieven niet-gebruik: ▪ Onbekend met de mogelijkheden. ▪ Reistijd lang in verhouding tot auto, grote omweg/onlogische route. ▪ Niet betrouwbaar qua vertrektijden. ▪ Geen handige stopplekken, afstand tot de halte is een probleem. ▪ Overstappen is een nadeel. ▪ Aansluiting op (buurt)bus, trein slecht. ▪ OV-chipkaart is een drempel. ▪ Frequentie, ontbreken verbinding in de avond, in het weekend. ▪ Slechte oost-westverbinding (Helmond, Eindhoven). ▪ Er is plaats voor één rolstoel, als er een kinderwagen staat kan er geen rolstoel in.
1.6.3 Buurtbus Het merendeel van de respondenten is op de hoogte van het bestaan van de buurtbus, maar details over dienstregeling, route et cetera zijn bij veel mensen onbekend. Enkele respondenten maken weleens gebruik van de buurtbus, zowel ouderen als jongeren. Het merendeel maakt er geen gebruik van. Motieven gebruik: ▪ Laagdrempelig en klantvriendelijk door vrijwillige chauffeurs. ▪ Sociaal: persoonlijk, gezellig, je leert mensen kennen. ▪ Chauffeur stopt op verzoek ook tussen de haltes in. ▪ Chauffeur wachten doorgaans op aansluiting trein/bus. ▪ Relatief goedkoop. Motieven niet-gebruik: ▪ Onbekendheid met de mogelijkheden ▪ Beperkt aantal zitplaatsen, vol = vol. Geen garantie dat je mee kunt. Mensen die mobiel zijn, gaan hier slim mee om. Als het druk is bij een halte fiets je een halte terug. Dan heb je wel plek. ▪ Rit duurt soms te lang. Naar ziekenhuis, bijvoorbeeld bij bestraling, is dat te vermoeiend. ▪ Voor een kleine afstand is de buurtbus duur. ▪ OV-chipkaart vormt een drempel. ▪ Niet beschikbaar tijdens avond, weekend. ▪ Rijdt in een deel van de kernen niet door het dorp/de wijk, maar alleen er langs. Afstand tot de halte is dan een probleem.
12 ▪ 28
Kari-Z11.046-3
1.6.4 Regiotaxi De bekendheid van de regiotaxi is laag bij mensen die er niet van afhankelijk zijn. Voor mensen met een beperking is dit vaak de enige manier om zich te verplaatsen. Het feit dat de regiotaxi ook beschikbaar is voor mensen zonder Wmo-indicatie is op een enkeling na, niet bij de respondenten bekend. Motieven gebruik: ▪ Als je in een rolstoel zit, is dit de enige optie om je te verplaatsen. ▪ Thuis opgehaald worden en op plaats van bestemming voor de deur worden afgezet, is prettig. ▪ De kosten zijn behapbaar. Motieven niet-gebruik: ▪ Onbekendheid mogelijkheden. ▪ Lang wachten, marge rond gewenste tijdstip. ▪ Lange rit door omweg (bij korte afstanden minder groot probleem). ▪ Hierdoor vermoeiend als je slechte gezondheid hebt. ▪ Moeilijk om deel te nemen aan activiteiten omdat je later binnenkomt of eerder wordt opgehaald. ▪ Niet vooraf reserveren voor terugweg als je een afspraak hebt waarvan je niet weet hoe lang die duurt. ▪ Je weet vooraf niet of je een taxi of een busje krijgt. Taxi is comfortabel, busje niet (je zit los). ▪ Wachten op bijvoorbeeld een station kan onveilig voelen. Alleen, buiten in het donker, je bent kwetsbaar.
1.6.5 Valys De respondenten hebben zelf geen ervaring met Valys, maar enkelen kennen wel verhalen van andere mensen hierover. Die verhalen zijn vergelijkbaar met regiotaxi (wachten en omrijden). Door de lange afstand ritten zijn mensen vaak een halve dag onderweg voor een enkele reis. Er is ook een respondent die van een ander heeft gehoord dat het een prettige manier van reizen is. Deze persoon prefereert Valys boven de bus omdat je met Valys van deur tot deur reist.
1.6.6 Reguliere taxi Reguliere taxi’s worden nauwelijks door de respondenten gebruikt. Alleen een respondent zonder rijbewijs met jonge kinderen gebruikt regelmatig een reguliere taxi en is daar tevreden over. Voor andere respondenten is een reguliere taxi geen overweging vanwege de kosten en de mogelijkheid tot gebruik van de eigen auto. Jongeren gebruiken af en toe een taxi(busje) om uit te gaan, maar klagen ook over hoge kosten.
Kari-Z11.046-351t13
13 ▪ 28
1.6.7 Vrijwillige vervoersdienst Bij de groepsdiscussies was een aantal chauffeurs van vrijwillige hulpdiensten aanwezig. In elke gemeente rijden vrijwilligers in hun eigen auto tegen een vergoeding voor mensen die geen andere mogelijkheden hebben om zich te verplaatsen. De vrijwillige chauffeurs gaven aan dat de vervoersdienst het meest wordt gebruikt voor medische afspraken, met name in het ziekenhuis. Geen van de respondenten maakt gebruik van deze dienst en veelal was men niet op de hoogte van het bestaan ervan. Het idee sprak de meeste respondenten wel aan. Enkelen gaven aan dat dit initiatief tot protest van commerciële taxibedrijven kon leiden. Maar vrijwilligers begeleiden op verzoek mensen mee naar de afdeling in het ziekenhuis en/of wachten tot ze weer klaar zijn. Dat kan bij een commercieel taxibedrijf niet. Steeds was de conclusie dat deze diensten meer gepromoot moeten worden omdat een groot deel van de doelgroep niet op de hoogte is, ondanks publicaties in lokale bladen et cetera.
1.6.8 Andere vormen van vervoer Autodelen In Cuijk gaf iemand aan een autodeelsysteem zoals Greenweels te missen in wijk de Valuwe. Dit zou voor mensen zonder auto de mobiliteit vergroten. Treintaxi In Boxmeer werd de voormalige treintaxi genoemd. Dat was een prettige dienst waarmee je altijd thuis kon komen als je ’s avonds op het station aankwam. Er was een wachttijd van maximaal 20 minuten en soms reed je een stukje om om iemand anders thuis af te zetten. Voor de prijs was het een prima dienst (circa 5 euro), jammer dat die verdwenen is. Veerpont In Boxmeer werd de veerpont (Vierlingsbeek–Bergen en Sambeek-Afferden) genoemd als een belangrijke voorziening voor de mobiliteit, met name voor toeristen en schoolverkeer. Leerlingvervoer Sinds de nieuwe aanbesteding gaat leerlingvervoer in Cuijk niet goed. Er zijn steeds andere chauffeurs wat vervelend is voor kinderen met beperking als autisme et cetera. De rit duurt heel lang omdat er veel kinderen opgehaald moeten worden. Je moet om 7 uur klaarstaan om om 8.45 uur op school te zijn.
1.7
De toekomst
Nadat ervaringen, knelpunten en gebruiksmotieven zijn besproken, is gekeken wat in de toekomst beter of slimmer zou kunnen op het gebied van mobiliteit. De aanwezige ouderen waren doordrongen van ontwikkelingen als vergrijzing, wegtrekkende voorzieningen, transities en decentralisatie, wijzigingen in het zorgstelsel met als gevolg langer thuis blijven wonen et cetera. Men was zich ervan bewust dat mobiliteit in de toekomst daardoor belangrijker wordt. Wijzigingen in de openbaar vervoer concessie werden niet spontaan genoemd als reden om na te denken over oplossingen. 14 ▪ 28
Kari-Z11.046-3
De aangedragen verbeterpunten/oplossingen worden in de volgende paragrafen per gemeente weergegeven. De aangedragen oplossingen kunnen met de volgende kernwoorden worden samengevat:
Betere PR, voorlichting Inzet van vrijwilligers, zorg voor elkaar Coöperatie Snelle verbindingen waar vrijwilligers op aansluiten Shuttle vanuit wijk/kern Bestaande voertuigen beter gebruiken Slimme aanpassingen buurtbus Laagdrempelig pasjessysteem ICT-oplossingen/slimme zorg Verbeteren infrastructuur
1.7.1 Cuijk Als het aanbod openbaar vervoer minder wordt, ga je andere keuzes maken. Bijvoorbeeld niet meer winkelen in Uden. In Linden denkt men aan het oprichten van coöperaties om oud worden in het eigen dorp mogelijk te maken. Dat zou ook op het gebied van vervoer kunnen. Als leden onderling geen vervoer kunnen regelen, zou het kunnen worden ingekocht bij een taxibedrijf. In de wijken van Cuijk ziet men een shuttle vanuit de wijk naar haltes of station (overstappunten) als een oplossing, bijvoorbeeld met vrijwilligers uit de wijk/kern. Men denkt aan: auto’s met een hoge instap, auto’s laten sponsoren door bedrijfsleven en nadruk op duurzaamheid met bijvoorbeeld elektrische auto’s. Men denkt dat er veel winst is te behalen met het vergroten van de bekendheid van de diverse mogelijkheden door meer PR en voorlichting, bijvoorbeeld in het wijkcentrum/dorpshuis. Ook door de jongeren wordt aangegeven graag vervoersmogelijkheden binnen de wijk te willen, met name voor allochtone bewoners die nu min of meer geïsoleerd zijn. Zij verwachten dat de participatie van vrouwen zal toenemen als er een eenvoudig vervoerssysteem is met duidelijke tijden, bijvoorbeeld in de ochtend, middag en avond. Betere voorlichting over de mogelijkheden vinden zij ook belangrijk. Dat zou dan wel in meer talen moeten. Voor scholieren is een betere aansluiting van het openbaar vervoer op schooltijden belangrijk en snellere verbindingen naar grote plaatsen in de omgeving (Den Bosch, Gennep, Helmond, Nijmegen, Malden, Uden).
1.7.2 Grave Respondenten vragen zich af of een en ander niet efficiënter kan. Bijvoorbeeld buiten de spits, in plaats van grote bussen, kleine busjes laten rijden. Of samenwerken met
Kari-Z11.046-351t13
15 ▪ 28
voorzieningen als Tafeltje Dekje: daar is op zondag weinig animo voor. Die bus staat dan stil. Zou je die niet op een andere manier kunnen inzetten op zondag? Vervoer door verschillende maatschappijen vanwege de provinciegrens gemakkelijker maken vindt men belangrijk voor de toekomst. Men zou meer rechtstreekse verbindingen willen: grote maatschappijen die de grote lijnen doen met snelle verbindingen. Met buurtbussen zou je daar op kunnen aansluiten: vervoer door vrijwilligers dat aansluit op de hoofdader. In Gassel gaat het project ‘Vitaliteit ontmoet kwetsbaarheid’ starten. Een vrijwilliger haalt een aantal dorpsgenoten op om te gaan winkelen/iets te drinken, zodat mensen even van huis zijn. Op die manier proberen ze eenzaamheid te voorkomen. Als dit werkt, zou je het ook op andere plaatsen kunnen proberen. De buurtbus start nu om 7.11 uur in Gassel. Kinderen uit Grave en Escharen worden naar Gassel gebracht om daar op de buurtbus te stappen naar Boxmeer. Een buurtbuschauffeur stelt het volgende voor: als de buurtbus om 7.00 uur zou starten in Grave kan hij via Escharen om 7.11 uur weer in Gassel zijn. Dat is een kleine moeite voor de chauffeur en een groot plezier voor de bewoners. Zo zouden er ook met een half uurtje langer doorrijden in de avond veel mensen geholpen kunnen worden. Een andere suggestie die de mobiliteit ten goed zou komen is het verbeteren van de infrastructuur (wegen en fietspaden) zodat verschillende gebruikers naast elkaar kunnen rijden: fietsen (elektrisch, driewielfiets, bakfiets, racefiets), scootmobiel, rolstoel et cetera. Ook wil men een oplossing voor bolle wegen want daar moet een scootmobiel of driewielfiets altijd in het midden rijden om te voorkomen dat men kantelt. Het gevolg is dat men een hele rij auto’s stapvoets achter zich aan heeft rijden. Een respondent noemt dat het promoten van de elektrische fiets ook veel zou kunnen betekenen voor de mobiliteit. Dat zou voor ouderen, maar ook voor de jeugd een alternatief zijn voor het openbaar vervoer. Mogelijk gaan ze dan ook later auto rijden. Veel 50-70-jarigen kunnen dan de tweede auto de deur uit doen. Meer bewegen is gezond en het heeft milieuvoordelen. Voor scholieren is betrouwbaarheid van bussen en betere aansluiting op schooltijden belangrijk.
1.7.3 Sint Anthonis In Duitsland worden schoolkinderen opgehaald met bussen. Misschien is dat hier in de toekomst ook iets. Als er scholen worden gesloten/samengevoegd, moet er ook een oplossing voor het vervoer worden gevonden. Een respondent ziet een relatie met de ontwikkelingen van ICT in de zorg (slimme zorg): straks heb je een beeldscherm in huis met een paar knoppen (voor noodgevallen, huisarts et cetera). Daar zou ook een knop bij kunnen zitten ‘ik heb vervoer nodig’. Er zijn creatieve oplossingen nodig, samen met maatschappelijke partners. Gemeenten moeten leren mee te denken met oplossingen die door burgers worden aangedragen. 16 ▪ 28
Kari-Z11.046-3
In Hongarije is er gratis openbaar vervoer omdat elke burger één euro belasting daarvoor betaalt. Dat zou volgens een respondent in Nederland ook kunnen. Je zou ook de groep die bedrijfsmatig gebruik maakt van het openbaar vervoer meer kunnen laten betalen. Daarmee kosten en opbrengsten in balans brengen. De groep die het kan betalen, laten betalen ten gunste van mensen die het niet kunnen betalen, maar voor wie vervoer wel essentieel is om sociaal isolement te voorkomen. Men denkt aan laagdrempelig openbaar vervoer door een eenduidig pasjessysteem voor ouderen. Soort ‘museumjaarkaart’. Je betaalt een vast prijs, die kan afhankelijk zijn van je inkomen (staffels). Je hoeft dan niet op te laden et cetera en neemt daarmee een drempel voor veel ouderen weg. Voor scholieren zijn snellere verbindingen, betrouwbaarheid en betere aansluiting op schooltijden belangrijk. Ook willen zij een goedkoper alternatief voor taxi’s als ze uitgaan.
1.7.4 Mill en Sint Hubert Het initiatief Vrienden van Madeleine2 zou uitgebreid kunnen worden voor andere doelgroepen, ook voor mensen die niet rolstoelafhankelijk zijn. Daarvoor is overleg nodig tussen gemeente (Wmo), Pantein, SWOM en Regiotaxi. Er zijn voldoende vrijwilligers die zich willen inzetten. Nu mogen de bussen van Pantein niet door anderen gebruikt worden omdat zij het financieren. Je zou moeten nadenken over een oplossing door bijvoorbeeld een vergoeding daarvoor te betalen. Het moet integraal worden aangepakt maar iemand moet die kar gaan trekken en dat gebeurt nu niet. Auto’s en vrijwilligers moeten beter worden benut. De gemeente zou het voortouw moeten nemen om behoeften te onderzoeken. Bij een goed onderzoek naar behoeften en een goed plan van aanpak zou een coöperatie ook kans van slagen hebben. Het gaat dan om een nieuwe vorm van vrijwilligerswerk om laagdrempelig vervoer te regelen: ▪ Geen kaartjes ▪ Van deur tot deur ▪ Geen wachttijden ▪ Herkenbaar en vertrouwd ▪ Geen onveilig gevoel ▪ Bekendheid met de mogelijkheden omdat het zich “rond spreekt” Vrijwilligers zouden het merendeel van de vervoersvragen kunnen oplossen zodat er een kleinere groep overblijft voor regiotaxi. Bussen van leerlingenvervoer staan het grootste deel van de dag stil. Een respondent vraagt zich af of je die niet beter zou kunnen benutten. Een jongere komt met het idee van een app die aangeeft of er vertraging is voor de haltes waar een digitaal bord ontbreekt. Anderen geven aan dat dat al bestaat.
2
Zie pagina 9
Kari-Z11.046-351t13
17 ▪ 28
1.7.5 Boxmeer In Boxmeer wil men voor de toekomst een betere verbinding met de dorpen met haltes in de kern. Er zou een duidelijker aanbod openbaar vervoer moeten zijn zodat je er van op aan kunt dat je op vaste momenten vervoer hebt, bijvoorbeeld in de ochtend, middag en avond. Je moet er van op aan kunnen dat er ergens naartoe kunt en ook weer terug naar huis. Het is belangrijk om te weten waar je aan toe bent: frequent vervoer, met regelmaat. Men heeft behoefte aan een betere Oost-Westverbinding naar Helmond-Eindhoven. Er is behoefte aan een duidelijk tariefsysteem en gemakkelijker kunnen inchecken. Nu verandert het steeds en kan het in het ene vervoermiddel wel en in het andere niet. Men wil een simpele en doeltreffende techniek. Een respondent geeft aan dat de mobiliteit sterk zou verbeteren door het verbeteren van de infrastructuur, met name van de fietspaden. Respondenten geven aan dat een oplossing zou liggen in snellere verbindingen die een echt alternatief vormen voor de auto. De respondenten constateren dat er in de toekomst behoefte is aan maatwerkoplossingen waarbij je gebruik maakt van kracht in de gemeenschap (vrijwilligers). Als voorzieningen weg zijn, moet je in elk geval zorgen dat je er wel kunt komen in een ander dorp.
18 ▪ 28
Kari-Z11.046-3
Conclusies In het Land van Cuijk is men van oudsher gewend om mobiliteit zelf in de hand te hebben door zichzelf te verplaatsen met auto, (brom)fiets of te voet. Openbaar vervoer is voor veel mensen geen onderwerp. Op het moment dat men niet meer zelf mobiel is, is men niet op de hoogte van de vervoersmogelijkheden. De onbekendheid met de mogelijkheden heeft betrekking op: ▪ Van welke vervoermiddelen men gebruik kan maken (lijnbus, buurtbus, regiotaxi, vrijwillige vervoersdienst). ▪ Op welke momenten vervoer beschikbaar is (de dienstregeling). ▪ Wat de kosten zijn. Leefbaarheid en sociale cohesie Bewoners die zich verdiepen in de toekomst van hun dorp/wijk, zijn zich er van bewust dat mobiliteit nodig is om voorzieningen te kunnen gebruiken, om deel te kunnen nemen aan het sociale leven en om oud te kunnen worden in het eigen dorp. Nu verhuizen mensen met beperkingen uit de kleine kernen naar een verzorgingsof verpleeghuis in de grotere kern. Door de recente wijzigingen in het regeringsbeleid en de bezuinigingen in de gezondheidszorg, moeten mensen langer thuis blijven wonen als ze beperkingen hebben. Daarbij komt dat voorzieningen verdwijnen uit kleine kernen en wijken en mensen daarvoor zijn aangewezen op de centra van grotere kernen. In de kleine kernen is er meer sociale cohesie en voelt men zich meer verantwoordelijk voor de gemeenschap dan in de wijken van de grotere kernen. Mensen vinden het niet prettig om afhankelijk te zijn van anderen. Ze willen graag zelf hun zaken regelen en willen anderen (familie, vrienden, buren) niet lastig vallen met vragen om hen te halen of brengen. Daar staat tegenover dat veel mensen wel bereid zijn om iets voor een ander te doen, maar het niet uit zichzelf aanbieden. Infrastructuur Infrastructuur is ook een belangrijk aspect van mobiliteit: ▪ Kwaliteit van wegen en fietspaden laat soms te wensen over waardoor mensen niet durven fietsen of rijden met de scootmobiel. Met name voor mensen met een beperking vormt dit een belemmering om zich zelfstandig te kunnen verplaatsen. In de winterperiode is sneeuw die niet wordt geruimd ook een belemmering, met name voor ouderen. ▪ Er komen steeds meer verschillende voertuigen die tegelijkertijd gebruik willen maken van fietspaden (elektrische fietsen, scootmobielen, rolstoelen). Daar zijn de huidige fietspaden niet op ingericht en dat levert gevaarlijke situaties op. Bovengenoemde vervoermiddelen als elektrische fiets en scootmobiel zouden een grotere rol kunnen spelen in het versterken van mobiliteit. Vrijwilligers Bewoners zijn zich er over het algemeen van bewust dat eigen verantwoordelijkheid in de toekomst belangrijker wordt en dat de inzet van vrijwilligers een nog belangrijkere rol gaat spelen voor de leefbaarheid in het dorp en daarmee ook voor mobiliteit.
Kari-Z11.046-351t13
19 ▪ 28
Er zijn lokale initiatieven die in het kader van mobiliteit beter kunnen worden benut: ▪ Coöperatiegedachte in Linden: kunnen we door het vormen van coöperaties op diverse gebieden (waaronder vervoer) zorgen dat mensen in Linden oud kunnen worden. ▪ Stichting Vrienden van Madeleine die met vrijwilligers in rolstoelbussen vervoer regelen voor bewoners van verpleeghuizen. Deze bussen en de vrijwilligersinzet zouden breder kunnen worden benut, maar dan moet iemand die kar gaan trekken. ▪ Project Vitaal ontmoet kwetsbaar in Gassel: vrijwilliger neemt twee mensen met een beperking mee voor uitstapje (winkelen, koffie drinken et cetera). Dit project is nu in de opstartfase. Openbaar vervoer Gebruikers van openbaar vervoer ervaren veel knelpunten in het huidige openbaar vervoer: ▪ Slechte aansluiting trein, bus, buurtbus. ▪ Lange reisduur (geen reëel alternatief voor de auto). ▪ Overstappen maakt reizen vervelend. ▪ De afstand tot de halte is voor veel mensen te groot. ▪ In het weekend en in de avonden is er weinig OV-aanbod. ▪ Bustijden sluiten slecht aan op schooltijden. ▪ Capaciteit buurtbus in spits bij slecht weer onvoldoende (scholieren). Bij gebruikers van Regiotaxi is er ontevredenheid over lange wachttijden en lange reistijden (veel omrijden). Dit is zeer vermoeiend als je gezondheid niet optimaal is. Bewoners zien dat er meer efficiency te realiseren is: ▪ Veel lijnbussen zijn overdag buiten de spits leeg. ▪ In sommige gebieden rijden er veel busjes, met name van en naar Bronlaak en andere instellingen. Bewoners merken op dat bij de organisatie van openbaar vervoer weinig wordt gekeken vanuit het perspectief van gebruikers, maar meer vanuit bedrijfsvoering /dienstregeling. OV-chipkaart De OV-chipkaart vormt een grote drempel om gebruik te maken van het openbaar, met name voor ouderen. Hierbij zijn verschillende aspecten van belang: ▪ Onbekendheid met de mogelijkheden: mensen zien er tegen op om het uit te zoeken omdat ze hebben gehoord dat het ingewikkeld is. Daar komt bij dat relatief veel mensen in het Land van Cuijk laaggeletterd zijn (moeite hebben met schriftelijke informatie). ▪ Angst voor techniek: een deel van de ouderen gebruikt geen internet en is bang voor het aanvragen en gebruiken van de OV-chipkaart ▪ Het feit dat je er geld op moet zetten: voor sommigen is 20 euro veel om te missen, je kunt dit geld niet meer voor andere doelen gebruiken. Ook voor scholieren is het een probleem dat er een minimumbedrag op moet staan. ▪ Mensen zijn door mediaberichten angstig om hun persoonlijke gegevens en rekeningnummer door te geven voor het aanvragen van een persoonlijke OV-chipkaart en automatisch opwaarderen.
20 ▪ 28
Kari-Z11.046-3
▪
Zelfs na een voorlichtingsmiddag bij de KBO zien mensen de OV-chipkaart nog als een enorme drempel en snapt het merendeel van de mensen niet hoe het werkt. Informatie wordt alleen geïnternaliseerd als het direct gebruikt kan worden. Zolang het niet direct van toepassing is, onthouden mensen het niet. Op het moment dat men het wel nodig heeft, is het te ingewikkeld, heeft men allerlei verontrustende geluiden gehoord en ziet men er tegen op.
Kari-Z11.046-351t13
21 ▪ 28
22 ▪ 28
Kari-Z11.046-3
Bijlage 1 Gesprekspuntenlijst groepsdiscussies 28 januari – 19 februari 2013
Onderwerp
Tijdsduur
Ontvangst Koffie/thee Naambordjes schrijven
15 minuten
Introductie Uitleg groepsdiscussie: belang van ervaringen van de bewoners zelf, geen goede en foute antwoorden, niet door elkaar praten. Uitleg camera, toestemming vragen. Korte introductie van de deelnemers (leeftijd, gezinssituatie, beroep).
10 minuten
Leefbaarheid Wat zegt het begrip leefbaarheid u? Wat verstaat u er onder? Wat is nodig voor goede leefbaarheid? Is het jezelf kunnen verplaatsen belangrijk voor leefbaarheid? Waarom wel/niet?
10 minuten
Mobiliteit Op welke manier verplaatst u zich binnen het Land van Cuijk en daarbuiten? En Hoe vaak? Wat indien geen vervoer? - Voor (vrijwilligers)werk - Voor school/studie - Voor boodschappen, tandarts, ziekenhuis etc. - Voor vrije tijd: visite (familie/vrienden), winkelen, uitstapjes (uitgaan, bioscoop, theater, concert etc.) Ervaart u hier problemen bij? Zo ja, waardoor worden die veroorzaakt? (niet sturen, spontaan laten noemen). Als er weinig komt, vragen een rit te beschrijven: hoe gaat het in z’n werk van huis tot bestemming? Daarop doorvragen. Indien niet spontaan genoemd: zijn er beperkingen die invloed hebben op de keuze van een vervoermiddel? (bijvoorbeeld lichamelijk, geestelijk of financieel) Heeft u hulp nodig bij bepaalde vervoermiddelen? Is dit een reden om bepaalde activiteiten minder vaak of niet te doen? Welke activiteiten? Waarom? Wat zou er voor u nodig zijn om deze problemen op te lossen?
30 minuten
Pauze Toilet, roken etc. Frisdrank of koffie/thee
10 minuten
Kari-Z11.046-351t13
13.45 – 14.00
14.00 – 14.10
14.10 – 14.20
14.20 – 14.50
14.50 – 15.00
23 ▪ 28
Vervoersvormen: bekendheid en gebruiksmotieven Er is al een aantal verschillende vervoersvormen genoemd in het deel voor de pauze. Daar wil ik het graag verder over hebben en ook over eventuele andere vormen. Herhalen genoemde vervoersvorm. Kent iedereen die? Wie heeft er weleens gebruik van gemaakt? Hoe vaak? Waarom wel/niet? Wat vindt u er van of welk idee heeft u erbij? Doorvragen achterliggende motieven/vooroordelen. - Info over tarieven, kaartsysteem duidelijk? - Vertrektijden duidelijk? Rijdt het op tijd? Aansluiting? - Reserveren rit (Regiotaxi, vrijwillige hulpdienst) - Welke vormen combineer je? - Gevoel van veiligheid in vervoermiddel en bij halte? - Afstand tot halte: lopen, fietsen, anders? Dezelfde vragen voor volgende genoemde vervoersvorm. Vervolgens zelf vervoersvormen noemen die nog niet spontaan genoemd zijn. Kent u deze vervoersvorm? Heeft u het weleens gebruikt? Zo ja, wat vindt u er van/welk beeld heeft u erbij? Zo nee, kent u mensen die het gebruiken? Welke ervaringen hebben zij? Net zo lang tot alle vervoersvormen zijn besproken: - Trein - Bus - Buurtbus - Regiotaxi (Wmo, regulier, kleine kernen regeling) - Gewone taxi - Vrijwillige vervoersdienst - Combinatie met auto, brommer, fiets, scootmobiel Kent u nog andere vervoersvormen?
30 minuten
Veranderingen in de toekomst Wat denkt u dat er gaat veranderen in de toekomst op het gebied van mobiliteit en leefbaarheid? Indien niet spontaan genoemd: wat zal er gebeuren als: - er minder mensen in het Land van Cuijk wonen? - voorzieningen weg gaan uit de kleine dorpen? - er steeds meer ouderen komen en minder jongeren? - mensen langer thuis moeten blijven wonen als ze ouder worden? - er steeds meer verantwoordelijkheid bij bewoners wordt gelegd door de gemeente?
20 minuten
15.00 – 15.30
15.30 – 15.50
Provincie is bezig met nieuwe aanbesteding voor openbaar vervoer. Vanaf eind 2014 nieuwe dienstregeling. Dit zou kunnen betekenen dat er minder bussen gaan rijden (avond/weekend). Denkt u dat dit voor u/mensen in uw omgeving gevolgen zou hebben? Hoe los je het op als er geen vervoer is?
24 ▪ 28
Kari-Z11.046-3
Zo terugkijkend op wat er besproken is, wat vindt u het meest belangrijk bij mobiliteit/vervoer? Wat kan beter/slimmer?
Afsluiting Zijn er nog dingen die u kwijt wilt die nog niet besproken zijn? Uitleg vervolg. Wilt u op de hoogte worden gehouden van de resultaten? Aangeven op presentielijst. Bedanken en uitdelen 1/5 staatsloten.
Kari-Z11.046-351t13
10 minuten 15.50 – 16.00
25 ▪ 28
26 ▪ 28
Kari-Z11.046-3
Bijlage 2 Overzicht respondenten Leeftijdsklasse
Aantal respondenten
15-25 jaar
43
26-55 jaar
8
56-65 jaar
10
66-70 jaar
10
71-75 jaar
8
75+
3
Totaal
82
Tabel 1. Respondenten naar leeftijdsklasse
Geslacht
Aantal respondenten
Man
48
Vrouw
34
Totaal
82
Tabel 2. Respondenten naar geslacht
Gemeente
Woonplaats
Boxmeer
Beugen
2
Boxmeer
10
Holthees
1
Overloon
1
Rijkevoort
1
Totaal
15
Cuijk
13
Linden
1
Sint Agatha
1
Vianen
2
Totaal3
21
Cuijk
Aantal respondenten
3
In Cuijk hebben we ook gesproken met vier jongeren uit Helmond, Malden, Nijmegen en Uden die in Cuijk op school zaten of stage liepen. Kari-Z11.046-351t13
27 ▪ 28
Grave
Gassel
2
Grave
12
Velp
1
Totaal
15
Tabel 3. Respondenten naar woonplaats
Gemeente
Woonplaats
Mill en Sint Hubert
Langenboom
2
Mill
4
Sint Hubert
3
Wilbertoord
1
4
Sint Anthonis
Aantal respondenten
Totaal
15
Landhorst
2
Ledeacker
2
Oploo
2
Sint Anthonis
8
Stevensbeek
1
Westerbeek
1
Totaal
16
Totaal
82
Vervolg tabel 3. Respondenten naar woonplaats
4
In Mill hebben we ook gesproken met vijf jongeren uit Vianen, Wanroij en Zeeland die in Mill op school zaten of stage liepen.
28 ▪ 28
Kari-Z11.046-3