VRIJSTAANDE PELLETKACHELS (BEWAAR DEZE INSTRUCTIES VOOR LATER GEBRUIK)
Versie 2014-06 V7.1 Benelux Type:
8006
8009
8011
Comfortabele warmte met pelletkachels van K-Stove® * Lees voor installatie en voor het gebruik van deze pelletkachel deze hele gebruiksaanwijzing goed door. Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot schade aan eigendommen of persoonlijk letsel. * Bewaar deze instructies !
INSTALLATEUR: DEZE HANDLEIDING MOET ALTIJD IN DE BUURT VAN HET TOESTEL WORDEN BEWAARD!
1
Inhoudsopgave 1. Benodigde brandstof-------------------------------------------------3 2. Functies van de kachel----------------------------------------------5 3. Opbouw van het apparaat-------------------------------------------6 4. Installatie van de pelletkachel--------------------------------------8 5. Bediening---------------------------------------------------------------13 6. Schoonmaak en onderhoud----------------------------------------33 7. Probleemoplossing---------------------------------------------------38 8. Garantie-----------------------------------------------------------------46 9. Elektrisch schema----------------------------------------------------48 10. Informatie over verkopers en distributeurs-------------------49
2
1. Benodigde brandstof Pellets worden gemaakt van houtafval, afkomstig van zaagmolens en werkplaatsen, en van restanten uit de bosbouw. Deze “startproducten” zijn samengeperst, gedroogd en in een pelletvorm gedrukt zonder bindmiddel.
SPECIFICATIES VOOR PELLETS VAN HOGE KWALITEIT Verbrandingswaarde: 5,3 kWh/kg Dichtheid: 700 kg/m³ Watergehalte: max. 8% van het gewicht Asgehalte: max. 1% van het gewicht Diameter: 5 - 6,5 mm Lengte: max. 30 mm Ingrediënten: 100% hout, onbehandeld, en zonder toegevoegde bindmiddelen (schorsgehalte max. 5%) Verpakking: in zakken, gemaakt van klimaatneutraal of biologisch afbreekbaar plastic of van papier.
Vraag bij uw pelletkachel verkoper om goedgekeurde brandstof en om een lijst van brandstoffabrikanten die in de gaten worden gehouden. Het gebruik van slechte of verboden brandstof heeft een negatief effect op het functioneren van uw pelletkachel en kan er ook toe leiden dat de garantie komt te vervallen, evenals de bijbehorende aansprakelijkheid. Houd rekening met de afvalverwerkingsrichtlijnen. Gebruik alleen pellets die zijn getest conform EN-A1 plus. Controleer of op de zak het onderstaande logo vermeld staat.
OPSLAG VAN PELLETS Om een probleemloze verbranding van de houten pellets te kunnen garanderen is het nodig om de brandstof zo droog mogelijk en vrij van verontreinigingen te bewaren.
3
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysieke, motorieke of geestelijke vermogens, of met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij er toezicht wordt gehouden of instructies zijn gegeven door een persoon met kennis van het apparaat die de verantwoordelijkheid draagt voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden gehouden, zodat ze niet met het apparaat gaan spelen.
4
2. Functies van de kachel De pelletkachel heeft een geavanceerd ontwerp en een afzonderlijk systeem voor de invoer van frisse lucht en voor ventilatie. Er wordt gebruik gemaakt van een verbrandingstechnologie met een negatieve druk, die zorgt voor een hoge efficiëntie en weinig asrestanten tijdens het branden. Het apparaat zal automatisch worden uitgezet wanneer er een verkeerde brandstof wordt gebruikt of wanneer de brandstof op is. De voordelen van het apparaat: een hoog vermogen, een snelle opwarming en lage brandstofkosten. Belangrijkste eigenschappenModel
8011
8009
8006
Afmetingen (BxHxD)
MM
543x1072x 593
463x971x5 49
463x771x 549
Gewicht NETTO/BRUTO
KG
110/130
95/110
85/100
Luchtinlaatpijp
MM
50
50
30
Luchtuitlaatpijp
MM
80
80
80
Verwarmingsbereik
KW
3,8-11,5
3-9
3-6
Ruimteverwarmingscapacit eit (m³), afhankelijk van huisisolatie
M3
60-300
60-220
60-120
Pelletverbruik (min-max)
KG/H
0,6/2,5
0,5-1,75
0,4-1,15
Pelletcontainercapaciteit
KG
28
18
15
Automatische (min-max)
H
17/37
10,5/36
13/37
Stroomvoorziening
V/HZ
230/50
230/50
230/50
Gemiddeld stroomverbruik
W/H
80
80
80
ZEKERING
A
3
3
3
Efficiëntie
%
90%
88%
88%
CO2-GEHALTE
%
9,8
8
7,8
Mg/NM 3
74
84
85
Mg/NM 3
22
18
20
Vermindering 13% O2 Stofuitstoot
brandtijd
CO-uitstoot
Om te zorgen voor de hoogste kwaliteit en technische goedkeuring hebben we onze kachels getest bij TÜV-SÜD. Onze kachels voldeden hierbij aan de strengste eisen conform EN-14785-2015 en hebben een zeer geringe stofuitstoot.
5
3. Opbouw van het apparaat De kachel bestaat hoofdzakelijk uit de volgende onderdelen:
1. Bovenkap 2. Deur 3. Pelletreservoir 4. Verbrandingskamer 5. Aslade 6. Boven- en onderkap voorkant 7. Zijpanelen 8. Isolatiekap kamer 9. Schouder 10. Luchtspoiler 11. Moederbord 12. Vuurpot 13. Vacuümschakelaar 14. Ontstekingsmechanisme 15. Verbrandingsluchtventilator 16. Convectieventilator 17. Achter paneel 18. Afdekplaat voor opening rookgas afvoer. 19. Opening voor rookgasafvoer 20. Display 21. Uitlaataansluiting 22. Stroomaansluiting (bevat de hoofdzekering) 23. Aansluiting kamertemperatuursensor 24. Deurhandel 25. Kachelpoten 26. Wand brandkamer 7. Veiligheidstemperatuursensor 28. Uitlaattemperatuursensor
6
Het verwarmingstoestel bestaat hoofdzakelijk uit de volgende onderdelen: 1. Verbrandingspot 2. Uitlaatventilator 3. Ruimtecirculatieventilator en schroefmotor Hieronder vindt u een lijst van de belangrijkste onderdelen en hun functies ONTSTEKINGSMECHANISME Het VERWARMINGSTOESTEL is uitgerust met een automatisch elektrisch ontstekingsmechanisme voor het aansteken van de brandstof; dit werkt alleen als het verwarmingstoestel in aansteekmodus staat. Het ontstekingsmechanisme blijft de eerste acht minuten van het aansteekproces aanstaan. VACUÜMSCHAKELAAR Het VERWARMINGSTOESTEL heeft een veiligheids-vacuümschakelaar. Deze bevindt zich achter de linkerdeur, vastgemaakt aan het apparaat. Als er een lage druk ontstaat in de vuurpot als gevolg van een lek, het openen van de voordeur, een geblokkeerde afvoer of een niet goed afgesloten aslade, zal de vacuümschakelaar dit herkennen en het verwarmingselement uitschakelen. SCHROEF EN SCHROEFMOTOR De 2 rpm-schroefmotor zorgt ervoor dat de schroef kan draaien en de pellets door de schroefbuis omhoog kan stuwen. De pellets vallen vervolgens door een buis heen en komen in de vuurpot terecht. De schroef wordt aangestuurd door het controleboard. OVERVERHITTINGSTHERMOSTAAT Deze veiligheidsschakelaar is geïnstalleerd aan de onderkant van het reservoir en zal het verwarmingselement uitzetten zodra er een te hoge temperatuur wordt gemeten (70 graden). CONVECTIEVENTILATOR THERMOSTAAT Deze schakelaar is geïnstalleerd op de luchtpijp en zet de convectieventilator aan wanneer het verwarmingselement warmer is dan 40 graden. 7
4. Installatie van de pelletkachel HOUD U BIJ HET INSTALLEREN VAN HET APPARAAT AAN ALLE NATIONALE, PLAATSELIJKE EN EUROPESE WETGEVING, STANDAARDEN EN RICHTLIJNEN Kies voordat u een kachel in een kamer gaat installeren eerst de juiste kachel. Controleer het verwarmingsgebied van de KACHEL in het hoofdstuk FUNCTIES VAN DE KACHEL.
MONTEER VOOR INSTALLATIE DE COMPLETE KACHEL
ALGEMENE INFORMATIE De kachel moet worden aangesloten op een schoorsteen die geschikt is voor vaste brandstoffen. De schoorsteen moet een diameter hebben van minimaal 80 mm. Het afvoersysteem is gebaseerd op negatieve druk in de verbrandingskamer en een lichte overdruk op de gasuitlaat. Het is daarom belangrijk dat de aansluiting op de gasuitlaat goed wordt vastgezet en luchtdicht is. Gebruik alleen warmtebestendige afdichtmaterialen en de benodigde afdichtbanden, warmtebestendige siliconen en minerale wol. Alleen bevoegd technisch personeel mag de montagewerkzaamheden uitvoeren. 8
Daarnaast moet u ervoor zorgen dat de afvoerpijp niet uitkomt in de vrije doorsnede van de schoorsteen. OPMERKING: volg de plaatselijke bouwrichtlijnen op. Neem hierover waar nodig contact op met uw verantwoordelijke schoorsteenveger. Zorg ervoor dat de afvoerroutes naar de schoorsteen niet te lang zijn. Zorg dat de uitlaatgassen niet te vaak van richting hoeven te veranderen op weg naar de schoorsteen (bijv. door teveel bochten en hoeken). Kunt u geen directe verbinding maken met de schoorsteen, gebruik dan een verbindingsstuk met een schoonmaakopening. Gebruik voor optimale efficiëntie het soort verbinding dat wij aanbevelen.
VERBINDING MAKEN MET DE SCHOORSTEEN
Horizontaal (Dit wordt niet aangeraden. Wanneer de elektriciteit uitvalt kan er rook vrijkomen wanneer de kachel aanstaat)
9
De meest voorkomende situatie is dat men inpandig ±2,8 meter stijgt en dan door de gevel uitmondt. De minimale noodzakelijke verticale lengte dient men met de installatuer te overleggen. Dit is afhankelijk van de situatie ter plekke. Horizontaal en naar boven, door de dakrand heen
Methode 1. Meet en teken de verbinding met de schoorsteen (met inachtneming van de dikte van vloerplaten). 2. Boor een gat in de muur. 10
3. Metsel het muurstuk in. 4. Verbind de kachel via de uitlaatpijp met de schoorsteen. VLOERBESCHERMING Voor brandbare vloerbekledingen (hout, tapijt etc.) is er een glazen, stalen of keramische onderlaag nodig. VEILIGE AFSTANDEN
(Gemeten vanaf de buitenkant van de kachel) Voor niet-brandbare voorwerpen A > 400 mm B > 100 mm C > 100 mm Voor brandbare voorwerpen en voor draagmuren van gewapend beton A > 800 mm B > 200 mm C > 200 mm
ELEKTRISCHE AANSLUITING (in het Verenigd Koninkrijk en Ierland is er misschien een andere stekker nodig) De kachel wordt geleverd met een circa 2 meter lange aansluitkabel en een stekker. De kabel moet worden aangesloten op een stroomvoorziening van 230 V en 50 Hz. Het gemiddelde stroomverbruik tijdens het verwarmen is circa 100 watt. Tijdens het automatische ontstekingsproces (van 10 minuten) is dat circa 350 watt. De stroomkabel moet zo worden neergelegd dat er geen contact kan worden gemaakt met hete of scherpe externe oppervlakken op de kachel. VERBRANDINGSLUCHT Voor elk verbrandingsproces is zuurstof of lucht nodig. Deze lucht moet door de kachel uit de ruimte worden gehaald waar de kachel zich bevindt. Deze lucht moet ook weer worden aangevuld. In moderne huizen betekenen nauw sluitende ramen en deuren dat er te weinig lucht binnenkomt. Deze situatie wordt problematisch bij extra 11
ventilatie in huis (bijv. in de keuken of het toilet). Het aanzuigen van verbrandingslucht vindt plaats via de rookgasventilator. De resulterende verbrandingslucht en de aanzuigende geluiden zijn normale geluiden tijdens het gebruik. Deze kunnen hard of zacht zijn, afhankelijk van de schoorsteentrek, het uitlaatniveau of een verontreinigde verbrandingsbak. DIT IS GEEN GELDIGE REDEN VOOR KLACHTEN! Aanvoer van externe verbrandingslucht ● Hiervoor moeten stalen, HT of flexibele aluminium pijpen worden gebruikt. ● Minimale diameter 3 cm voor type 8006 en 5 cm voor type 8009 en 8011.● Voor langere verbindingen moet de diameter vanaf een lengte van ca. 1 m worden vergroot tot ca. 10 cm. ● De pijp mag in totaal niet langer zijn dan ca. 4 meter, om te zorgen voor een goede luchttoevoer en om te zorgen dat er niet teveel bochten in de pijp zitten. ● Wanneer de pijp uitkomt in de open lucht, moet deze eindigen met een verticale neerwaartse hoek van 90 graden of met een windscherm. Wanneer aan een of meerdere voorwaarden hierboven NIET wordt voldaan, zal dit in de kachel leiden tot slechte verbranding en tot lucht-onderdruk in de ruimte. We raden aan om in een raam in de buurt van de kachel een ventilatierooster in te bouwen voor permanente ventilatie. Ook kan de verbrandingslucht direct van buiten komen of vanuit een andere kamer die goed geventileerd is (bijv. de kelder). Let op: Uw pelletkachel werkt onafhankelijk van de lucht in de ruimte. Negatieve druk in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd is niet toegestaan. Daarom wordt er als voorwaarde gesteld dat u een veiligheidsapparaat (bijv. een drukverschilregelaar) gebruikt in combinatie met faciliteiten voor de lucht in de ruimte (bijv. ventilatiesysteem, uitlaatgasafzuiging etc.)
12
5. Bediening HOUD U BIJ HET GEBRUIK VAN HET APPARAAT AAN ALLE NATIONALE, PLAATSELIJKE EN EUROPESE WETGEVING, STANDAARDEN EN RICHTLIJNEN. Let op: als de kachel in gebruik is, raak de voorkant van het apparaat dan niet aan. Deze is extreem heet! *Opmerking: bij het eerste gebruik kan er wat verf verbranden. Dit kan leiden tot een wat onprettige geur. Zet ramen en deuren open om deze geur te laten verdwijnen.
*Opmerking: bij het aanzetten van een nieuwe kachel moet u vooraf een handjevol houtpellets in de vuurpot leggen.
*Opmerking: houd de vuurpot en alles eronder goed schoon, bij elk gebruik van de kachel! Doe de houtpellets in het reservoir en zet de stroom op het apparaat. Het aan/uit-lampje licht nu op (dit betekent dat het apparaat is ingeschakeld). Ga te werk volgens de instructies onder “Starten en gebruik”.
13
Handleiding Starten en gebruik Bedien de kachel als volgt (kijk voor meer informatie ook op de afbeelding met de opbouw van de kachel en op het elektrisch schema.) Controleer de bak, de roosterstaaf voor de pellets en de aslade en zet deze in de goede positie. Zorg dat de vuurpot goed in de kachel is gepositioneerd!
14
Bedieningsinstructies - snelle naslaggids
15
Druk op start/stop Display gaat aan, zodat u instellingen kunt aanpassen via andere knoppen 3 seconden ingedrukt houden Display gaat uit na 10 seconden inactiviteit 3 seconden ingedrukt houden Afsluitprocedure begint Automatische planning Druk om te schakelen tussen automatisch en handmatig Sla procedure voor stabilisatie over 3 seconden ingedrukt houden Aanvoer Druk op knop om aanvoersnelheid te bepalen: P1, P2, P3 of P4 Thermostaat Druk om temperatuur hoger of lager in te stellen Temperatuur controleren Druk voor weergave huidige kamertemperatuur (R) Druk voor weergave huidige rooktemperatuur (S) Druk voor weergave huidige beveiligingstemperatuur (P) Start/Stop Automatisch/Handmatig Aanvoer Thermostaat
16
Inschakelen / uitschakelen U kunt het verwarmingstoestel aanzetten
via de ON/OFF-toets. Na het inschakelen wordt eerst de melding “CLEANING” weergegeven voor het schoonmaken van de vuurpot.
→
Het opstartproces duurt ongeveer 5 à 15 minuten en is nodig om de pellets op inschakelingstemperatuur te krijgen (afhankelijk van het verwarmingselement). De opstartprocedure wordt weergegeven op het display via de vorige melding en vervolgens via:
→ Op dezelfde manier kunt u ook op
drukken. Bij het uitschakelen wordt vervolgens de weergegeven:
volgende
melding
← Wanneer de temperatuur in de kachel uiteindelijk laag genoeg is, wordt de melding 'GOODBYE' weergegeven.
→
→
17
Vervolgens wordt na de tweede fase de melding 'FEEDING' weergegeven. In deze fase worden de verificatie-activiteiten voor de schoorsteen uitgevoerd en worden de pellets in de vuurpot gelegd. Vervolgens wordt op het scherm “Lighting” weergegeven. Deze status blijft actief tot de rooktemperatuur niet meer boven de vastgestelde drempel uitkomt.
→ → Als de “Lighting”-fase afgelopen is, moet het vuur zich nog een paar minuten stabiliseren. Dit wordt weergegeven via de melding 'STABILIZATION'. Deze verdwijnt na een paar minuten en het toestel gaat dan over in de werkfase.
!! LET OP !! Tijdens de fase waarin het vuur dooft en de wisselaar afkoelt is het niet toegestaan om het verwarmingstoestel opnieuw aan te zetten, totdat het toestel uit staat. Deze status is te herkennen aan de melding 'SWITCHING OFF'.
In alle werkfasen is het echter WEL mogelijk om het verwarmingstoestel uit te zetten. U zet het
apparaat uit door ON/OFF
twee seconden in te drukken. Zorg dat u de kachel in de
gaten houdt totdat deze is 'gestabiliseerd'. Na drukken op de knop verschijnt de melding "Cooling”.
Wanneer de kachel is afgekoeld, begint de kachel opnieuw met 'Cleaning', 'Feeding', 'Lighting' en 'Stabilization'.
!! LET OP !! Als het verwarmingstoestel is uitgeschakeld, zal het vuur actief blijven tot de brandstof in de vuurpot op is. In deze fase worden de beide ventilatoren automatisch aangestuurd; dit zal nog 5 tot 8 minuten duren.
Aan het eind van de fase wordt via 'SWITCHING OFF' aangegeven dat het toestel wordt uitgeschakeld. Of het verwarmingstoestel is ingeschakeld of niet, het display zal altijd de tijd, de stroom en de ingestelde temperatuur weergeven.
Opmerking: bij het aanzetten van een nieuwe kachel moet u vooraf een handjevol houtpellets in de vuurpot leggen.
18
Let op: als het ontstekingselement niet werkt, zal de thermische controle de kachel automatisch uitzetten. Intussen wordt op het display E2 (de foutmelding voor een storing in het ontstekingselement) weergegeven. Als u het apparaat opnieuw wilt opstarten, moet u de kachel op de gebruikelijke manier
controleren en de vuurpot schoonmaken. Vervolgens drukt u op
om de melding E2 te laten
verdwijnen. Volg de bovenstaande stappen op om het apparaat weer te ontsteken en begin opnieuw.
VARIATIES IN VLAMHOOGTE Afhankelijk van de gewenste temperatuur kunt u via de brandstofknop de hoeveelheid
brandstof instellen die wordt verbruikt, van weinig tot veel. Zo kunt u via de knop
de
aanvoerhoeveelheid aanpassen. Op het display wordt weergegeven hoeveel er wordt verbruikt.
MINIMALE INVOER: P4
WEINIG INVOER: P3
GEMIDDELDE INVOER: P2
MAXIMALE INVOER: P1
ECO-MODUS Als de kamertemperatuur boven de ingestelde temperatuur uitkomt, wordt de kachel automatisch uitgezet (Eco1) of in de minimale invoerstand gezet om energie te besparen (Eco2). Het display geeft dan het volgende weer:
Als de kamertemperatuur daalt en weer onder de ingestelde temperatuur uitkomt wordt deze automatisch weer ingeschakeld of teruggezet op het vorige invoerniveau. We zullen later laten zien hoe u deze twee functies kunt instellen. 19
Automatische en handmatige SELECTIE
Via de knoppen
zal het licht op
worden in- of uitgeschakeld.
Als het licht is ingeschakeld, betekent dit dat het automatische programma is geselecteerd. Anders staat het apparaat op handmatige bediening.
INSTELLEN VAN DE GEWENSTE TEMPERATUUR
Druk op de knoppen
op het display om de temperatuur in te stellen.
U kunt de kamertemperatuur, de uitlaattemperatuur (rooktemperatuur), de veiligheidstemperatuur (beveiligingstemperatuur) onder het reservoir instellen via de knop Het getal met de “R” (voor 'room') is de kamertemperatuur. Het getal met de “S” (voor 'smoke') is de rooktemperatuur. Het getal met de “P” (voor 'protection') is de beveiligingstemperatuur. Voorbeeld:
Dit betekent dat de kamertemperatuur 13 graden is.
20
Gedetailleerde instellingen Configuratie - snelle naslaggids
21
P1 Snelheid verbrandingsventilator omhoog/omlaag Volgende Snelheid ventilator omhoog/omlaag (P1) Herhalen P2, P3, P4 Snelheid verbrandingsventilator omhoog/omlaag (P3) Snelheid ventilator omhoog/omlaag (P3) P5, P6 Snelheid verbrandingsventilator omhoog/omlaag (P5, P6) FTF Eerste aanvoer meer/minder Schoonmaakschema Frequentie schoonmaken omhoog/omlaag Duur schoonmaak omhoog/omlaag ECO-modus Kies ECO-modus ECO1 of ECO2 Taal Kies taal Schema maandag Uur maandag vooruit/terug Kies AAN of UIT Schema zondag Uur zondag vooruit/terug Klok Dag voor klok vooruit/terug Indrukken Uur vooruit/terug Minuut vooruit/terug Dag vooruit/terug Maand vooruit/terug Jaar vooruit/terug Standaardinstellingen Standaardinstellingen terugzetten Indrukken voor beëindigen setup (altijd mogelijk) 22
De snelheid van de ventilator en de verbrandingsventilator instellen Houd de knop
2 seconden ingedrukt. Op het display verschijnt vervolgens:
S = SMOKE(ROOKVENTILATOR)
Druk op
F=FAN(V ENTILATOR)
om te schakelen tussen “S 0” en “F 0”. Druk op
om de snelheid ervan aan
te passen. De beide ventilatoren kunnen worden versteld van 20 tot -20. Normaal gesproken is de fabrieksinstelling 0. 20 is het maximum en -20 het minimum.
Druk op
om de instellingen op te slaan en naar P2, P3 en P4 te gaan. Doe dit als
volgt:
Na P4 verschijnt P5. Deze instelling heeft te maken met de snelheid van de rookventilator in de “Cleaning”-fase. Ook deze kan worden versteld van 20 tot -20. Vervolgens verschijnt P6; deze gegevens hebben te maken met de snelheid van de rookventilator in de “Feeding”- en “Lighting”-fase en een paar minuten van de “Stabilization”-fase. Ook deze kan worden versteld van 20 tot -20. 23
Instellen van de invoerhoeveelheid bij het eerste gebruik Drukt u vervolgens op:
, dan verschijnt:
FTF = FIRST TIME FEEDING (eerste keer vullen) 75*2 S BETEKENT EEN VULTIJD VAN 150 SECONDEN. U kunt deze tijd aanpassen via
de knoppen
DE TIJD INSTELLEN Via de knop
kunt u de tijd aanpassen:
U kunt de week of de tijd aanpassen via de knop
en via
,
kunt u de dag of de tijd aanpassen. Sla de juiste gegevens op door te
24
drukken op en door te gaan naar de volgende fase.
DE REINIGING INSTELLEN U kunt de schoonmaaktijd instellen tijdens het gebruik. Bij “Every X M Last Y” vult u respectievelijk het aantal minuten in tussen elke reiniging en het aantal seconden dat er dan
moet worden schoongemaakt. U doet dit via de knoppen
Voorbeeld: elke 30 minuten moet er 15 seconden worden schoongemaakt:
25
DE TIMER INSTELLEN Via de knop
gaat u naar de volgende stap. Op het display verschijnt het
volgende:
Met deze functie kunt u voor het verwarmingstoestel een wekelijks programma instellen, inclusief het in- en uitschakelen op vooraf vastgelegde tijden. U kunt voor elke dag van de week het in- en uitschakelen instellen.
Vervolgens kunt u op
Druk op
drukken om de weekdagen in te stellen.
om de uren te selecteren en vervolgens op
om te bepalen of het
apparaat op dat uur wordt in- of uitgeschakeld. Op de bovenste regel wordt weergegeven voor welke dag er wordt geprogrammeerd, om welk uur het gaat en of het toestel dan wel of niet wordt ingeschakeld. Op de onderste regel staan de ingeprogrammeerde uren weergegeven. Een korte balk betekent 'uit', een lange balk betekent 'aan'; dit wordt ook weergegeven op de bovenste regel.
26
DE TAAL INSTELLEN Drukt u vervolgens op:
, dan verschijnt:
Met deze functie kunt u de taal instellen via de knoppen
.
DE ECO-modus INSTELLEN Drukt u vervolgens op:
Druk op de knop
, dan verschijnt:
om modus 1 of modus 2 te selecteren. Modus 2 is bedoeld voor het
terugschakelen naar minimaal verbruik, terwijl met modus 1 de kachel wordt uitgezet.
27
Instellingen terugzetten Drukt u vervolgens op:
Via
, dan verschijnt:
kunt u Yes of No selecteren. Met “Yes” gaat u terug naar de fabrieksinstellingen, met
“No” blijft u de huidige instellingen gebruiken.
Via de knop
sluit u de instellingen af. !! LET OP !!
*******************************************************
Wanneer de rookgastemperatuur onder
Dit betekent dat er aan het begin al een
de 40 tot 45 graden komt, betekent dat
storing aan het ontstekingsmechanisme is.
dat
Mogelijke oorzaken:
het
vuur
tijdens
het
gebruik
automatisch is uitgezet.
1. Er ligt afval in de vuurpot.
Mogelijke oorzaken: 1. Er is geen
2. De vuurpot staat niet goed.
brandstof in het reservoir. 2. Er is een storing in de schroefmotor en deze is gestopt met brandstof aanvoeren.
3.
De
schakelaar
naast
de
verbrandingsventilator, die bedoeld is voor het testen van de temperatuursensor voor rookgassen, is kapot. 4. Het ontstekingsmechanisme is kapot.
28
Dit betekent dat er een aardbeving plaatsvindt tijdens het gebruik of dat u de kachel optilt. Alleen voor de Japanse versie.
Probleem met de temperatuursensor. De temperatuursensor is losgekoppeld of kapot, of de watertemperatuur is te hoog (alleen van toepassing bij de pelletkachel met heet water).
Dit betekent dat er problemen zijn met de vacuümschakelaar. Mogelijke oorzaken: de deur is niet goed gesloten, de snelheid van de verbrandingsventilator kan niet omhoog, er is lekkage in de kachel, de uitlaatpijp is geblokkeerd enzovoort.
Dit betekent dat er een probleem is in de oververhittingssensor,die zich onder het reservoir bevindt. Mogelijke oorzaken: 1. De schakelaar is kapot. 2. De temperatuur is zo hoog dat de kachel niet goed kan werken.
Tijdens het gebruik wordt de kachel onderbroken door een stroomstoring.
Dit betekent dat u de kachel moet schoonmaken.
Als u alles heeft gecontroleerd en alles in orde is, kunt u op om de foutmelding te laten verdwijnen.
29
drukken
!! LET OP !! Bij het opstarten van de kachel kunnen er meldingen worden weergegeven als:
Dit betekent dat er kortsluiting is in Dit betekent een open stroomkring bij temperatuursensor 1 (de temperatuursensor 1. temperatuursensor voor de rookgassen).
Dit betekent dat er kortsluiting is in Dit betekent een open stroomkring bij temperatuursensor 2 (de temperatuursensor 2. veiligheidstemperatuursensor onder het reservoir).
Dit betekent dat er kortsluiting is in Dit betekent een open stroomkring bij temperatuursensor 3 (de sensor op het temperatuursensor 3. achterpaneel voor het controleren van de kamertemperatuur).
30
Veiligheid STROOMSTORING Bij stroomstoringen verschijnt er E7 op het display. Bij een korte stroomstoring kunt u handmatig teruggaan naar “Stabilization”. Verwijder hiervoor melding E7 via de knop “OK”, herstart de kachel en houd de “brandknop” 3 seconden ingedrukt. Bij stroomstoringen kan er een kleine hoeveelheid rook vrijkomen. Dit duurt niet langer dan 3 à 5 minuten en brengt geen veiligheidsrisico's met zich mee. STROOMAANSLUITING (bevat de hoofdzekering)
UITSCHAKELING BIJ OVERSTROOM Het apparaat is beveiligd tegen overstroom via de hoofdzekering (aan de achterkant van het apparaat). Hieronder vindt u een lijst van de belangrijkste onderdelen en hun functies:
ONTSTEKINGSMECHANISME
De KACHEL is uitgerust met een automatisch ontstekingsmechanisme voor het ontsteken van de brandstof wanneer de kachel in aanvoer- en ontstekingsmodus is.
VACUÜMSCHAKELAAR
De KACHEL heeft een veiligheids-vacuümschakelaar. Deze bevindt zich achter de linkerdeur, vastgemaakt aan het apparaat. Als er een lage druk ontstaat in de vuurpot als gevolg van een lek, het openen van de voordeur, een geblokkeerde afvoer of een niet goed afgesloten aslade (bij sommige modellen), zal de vacuümschakelaar dit herkennen en de kachel in afsluitmodus zetten (met de melding E5).
SCHROEF EN SCHROEFMOTOR
De 2 rpm-schroefmotor zorgt ervoor dat de schroef kan draaien en de pellets door de schroefbuis omhoog kan stuwen. De pellets vallen vervolgens door een buis heen en komen in de vuurpot terecht. De schroefmotor wordt aangestuurd door het controleboard. 31
VEILIGHEIDSTEMPERATUURSENSOR TER PREVENTIE VAN OVERVERHITTING
Bij oververhitting zorgt een veiligheidstemperatuurschakelaar ervoor dat de kachel automatisch wordt uitgezet. Terwijl de kachel afkoelt, wordt de melding E6 weergegeven. Of het verwarmen doorgaat of niet, hangt af van de kooltjes die nog zijn overgebleven in de vuurpot. U kunt de foutmelding verwijderen via de knop “OK”. Als het apparaat vervolgens bij nieuwe brandstoftoevoer niet opnieuw wordt ontstoken, wordt het afsluitende programma (schoonmaak, vertragingsfase) uitgevoerd. Afhankelijk van de vooraf ingestelde modus moet de kachel dan opnieuw worden opgestart. WAARSCHUWING: Als er sprake is geweest van oververhitting, moeten er onderhouds- of schoonmaakwerkzaamheden worden uitgevoerd. ROOKTEMPERATUURSENSOR FUNCTIONEERT ALS UITSCHAKELFUNCTIE BIJ
LAGE TEMPERATUREN Als de kachel afkoelt tot onder een bepaalde minimumtemperatuur, zal de kachel worden uitgeschakeld. Dit uitschakelen kan ook plaatsvinden als het voorverwarmen te langzaam verloopt.
32
6. Schoonmaak en onderhoud WAARSCHUWING: Voer alleen werkzaamheden uit aan de kachel wanneer de stroom van het apparaat is gehaald. Laat bij de montage geen voorwerpen (schroefjes etc.) in de brandstofhouder vallen. Deze kunnen de transportschroef blokkeren en de kachel beschadigen. Uw kachel moet uit staan en afgekoeld zijn voor u er werkzaamheden aan kunt uitvoeren.
Wanneer u uw pelletkachel niet goed schoonmaakt, zal deze slecht functioneren en vervalt de garantie.
Hoe vaak uw kachel moet worden schoongemaakt en onderhouden hangt af van de brandstof die u gebruikt. Bij vochtigere brandstof, as, stof en rookchips kan er tot twee keer zoveel onderhoud nodig zijn. We willen nogmaals benadrukken dat u alleen houten pellets mag gebruiken die worden aanbevolen en die zijn getest conform de EN-A plus 1-standaard. Handvat Uw nieuwe pelletkachel wordt geleverd met een handvat dat kan worden gebruikt voor het openen en sluiten van de roosterdeur. Gebruik dit handvat voor het schoonmaken van de vuurpot en het losmaken van pellets in de pelletcontainer, wanneer deze aan de zijwanden blijven plakken. Hout als kunstmest Een klein deel van de minerale houtresten (ca. 1-2%) blijft achter in de verbrandingskamer in de vorm van as. Dit as is een natuurlijk product en een uitstekend kunstmest voor alle planten in de tuin. Deze as moet wel eerst even rijpen en worden “geblust” met water. WAARSCHUWING: er kunnen kooltjes achterblijven in de as. Leeg de lade alleen in metalen containers.
33
DE VUURPOT SCHOONMAKEN
WAARSCHUWING: maak de vuurpot dagelijks schoon. Zorg er te allen tijde voor dat de luchttoevoer niet wordt geblokkeerd door as of brandstof. De vuurpot kan eenvoudig in de kachel zelf worden schoongemaakt. Na het verwijderen van de pan kan het gebied eronder worden gestofzuigd. Als de kachel altijd brandt, moet deze binnen 24 uur twee keer worden uitgezet om de pot te kunnen schoonmaken (risico op herontsteking). Waarschuwing: doe dit alleen wanneer het apparaat afgekoeld is en de kooltjes zijn uitgedoofd! Controleer of de pot goed is gemonteerd.
HET GLAS VAN DE ROOSTERDEUR SCHOONMAKEN De beste manier om het glas van de roosterdeur schoon te maken is via een vochtige doek met een kleine hoeveelheid as uit de vuurpot. U kunt hardnekkig vuil verwijderen met een speciale reiniger, “Window Clean”, van K-Stove. Deze is verkrijgbaar via uw K-Stove-vakhandel.
DE DOORGANGEN VOOR HET ROOKGAS SCHOONMAKEN De doorgangen voor het rookgas moeten minimaal één keer per jaar worden 34
schoongemaakt. Als u pellets met een hoog asgehalte gebruikt, moet dit vaker worden gedaan. Maak deze doorgangen alleen schoon als de kachel en de as zijn afgekoeld. Zuig geen warme as op met de stofzuiger; dit kan leiden tot een stofzuigerbrand. Aan beide zijkanten van de kachel zijn er twee toegangskappen (zie de onderstaande afbeelding) die kunnen worden verwijderd door het losschroeven van de 5/32”- sterkop parker schroeven. Steek een schoonmaakborstel in de openingen om opgehoopt as los te wrikken en gebruik een stofzuiger om de losgemaakte as op te zuigen. Zet na het schoonmaken de kappen weer terug op hun plek. Achter de aslade bevinden zich nog twee toegangsgaten. Verwijder de aslade (zie volgende pagina) en maak de twee 5/32”- sterkop parker schroeven los zoals in de tekening hieronder staat weergegeven. Draai de kappen over de toegangsgaten heen en verwijder de as met een borstel en een stofzuiger. Draai de kappen weer terug op de gaten en zet de schroeven weer vast. Vooraanzicht van het gat voor de aslade, met verwijderde aslade.
35
DE KACHEL SCHOONMAKEN
DE VERBRANDINGSVENTILATOR SCHOONMAKEN Om de verbrandingsventilator schoon te maken haalt u eerst de stroom van de kachel af. Verwijder de zijpanelen (voor alle modellen) en eventueel de onderste kap aan de voorkant (voor de modellen NB-PI, NB-PS, NB-P01 en NB-PE09). U kunt met een stofzuiger opgehoopt stof verwijderen van de schoepen van de ventilator of in de 36
ventilatorbuis. Pas op dat u de schoepen tijdens het schoonmaken niet beschadigt. DE VENTILATIEPIJP SCHOONMAKEN Roet en vliegas: vorming en noodzaak tot verwijdering De verbrandingsproducten bestaan onder meer uit kleine vliegasdeeltjes, die zich kunnen ophopen in het afvoersysteem en de uitstroom van rookgassen kunnen belemmeren. Bij onvolledige verbranding, bijvoorbeeld tijdens het opstarten, het uitschakelen of het onjuist gebruiken van de kachel, kan er roet worden gevormd die zich kan ophopen in het afvoersysteem. Controleer minimaal één keer per jaar het afvoersysteem om te bepalen of er schoonmaak nodig is. Veeg de pijp waar nodig schoon. Het schoonmaken wordt vergemakkelijkt door een hulpstuk en het reinigingsmechanisme in het ventilatiesysteem dat is aangesloten op het rookkanaal van de kachel.
Benodigde schoonmaak, afhankelijk van het aantal gebruikte zakken *Eén zak is 10 kilo Vuurpot
=
10 zakken
Aslade
=
50 zakken
Rookventilator =
100 zakken
Ventilator
100 zakken
=
*OPMERKING: het schoonmaakschema hangt af van de kwaliteit van de gebruikte pellets. Bij gebruik van pellets met een hoge asproductie moet er vaker worden schoongemaakt
37
7. Probleemoplossing DE ONTSTEKINGSBALK EN HET SCHROEFSYSTEEM VERVANGEN
38
DE VENTILATOR VERVANGEN
DE VERBRANDINGSVENTILATOR VERVANGEN
39
Algemene problemen, mogelijke oorzaken en oplossingen. Start na het oplossen de kachel opnieuw op. Probleem
Oorzaak
Oplossing
1. De startlamp of het
Geen stroom op de kachel
Controleer de stroom en de
display gaat niet aan
of op het
bekabeling.
wanneer het apparaat
bedieningspaneel.
wordt ingeschakeld.
De zekering is kapot. Een
Vervang de
reserve zekering zit naast
zekering.
de aan en uit knop.
2. De ventilator werkt
Dit is normaal.
Even wachten.
niet na het drukken op
De ventilator start
de startknop.
automatisch als de temperatuur in de ventilatiepijp boven de 30 graden komt.
Als deze na stabilisatie
Geen stroom op de kachel
nog niet werkt, is er iets of op het mis.
Controleer de stroom en de bekabeling.
bedieningspaneel. Of: de aansluiting op het
Sluit deze weer aan.
moederbord zit los. Of: de
Vervang de sensor.
minimumtemperatuursens 40
or is kapot.
3. 20 seconden na het starten geen aanvoer. Het aanvoerproces bestaat uit drie fasen. De eerste fase duurt enkele minuten. Hierin wordt er constant brandstof aangevoerd. Op het LCD-display staat dan “Feeding”. De tweede fase komt hierna en duurt ook een paar minuten. Het aanvoerlampje is uit. Op het display staat “Light”. De laatste fase komt na deze twee fasen. Hierin wordt er om de zoveel seconden aangevoerd, maar dit blijft wel doorgaan. A. In de eerste fase
Het
Controleer of de schroef
(gedurende de eerste
aanvoermechanisme is
geblokkeerd is.
paar minuten)
geblokkeerd. Er is een probleem met
Controleer of de transportschroef
de verbinding tussen
goed is vastgezet op de motor, of
motor en
dat het vastzetschroefje hiervoor
transportschroef.
misschien los zit. Anders zou de transportschroef los kunnen schieten.
Geen brandstof in het
Vul het reservoir aan met
reservoir.
brandstof.
B. In de tweede fase
Dit is normaal.
Even wachten.
C. In de laatste fase
Het
Controleer of de schroef
aanvoermechanisme is
geblokkeerd is.
geblokkeerd. Er is een probleem met
Controleer of de transportschroef
de verbinding tussen
goed is vastgezet op de motor, of
motor en
dat het vastzetschroefje hiervoor 41
transportschroef.
misschien los zit. Anders zou de transportschroef los kunnen schieten.
Geen brandstof in het
Vul het reservoir aan met
reservoir.
brandstof.
De aanvoersnelheid is
Stel de snelheid van de
4. Aanvoer verloopt niet goed. A. Teveel houtpellets,
deze kunnen niet op tijd te hoog.
verbrandingsventilator naar
worden verbrand.
boven bij of pas de aanvoerhoeveelheid aan.
B. Het vuur is uit,
De aanvoersnelheid is
Stel de snelheid van de
omdat er te weinig
te laag.
verbrandingsventilator naar
houtpellets kunnen
beneden bij of pas de
worden verbrand.
aanvoerhoeveelheid aan.
5. 15 minuten na
Het mechanisme voor
Controleer het
ontsteking wordt het
pelletaanvoer staat uit
aanvoermechanisme en start de
apparaat
of er zijn te weinig
kachel opnieuw op.
uitgeschakeld.
pellets. De
Controleer de bekabeling of
30˚C-temperatuurscha
vervang de
kelaar is kapot of de
30˚C-temperatuurschakelaar.
kabels van de schakelaar zitten los. De drukschakelaar in de kachel is kapot.
Vervang of repareer het apparaat.
42
6. Oranje en aarzelend
Te weinig luchtaanvoer
Maak het blok in de toegangsbuis
vuur,
voor verbranding.
schoon.
ophoping van pellets,
Controleer of de deur en het
koolstof op het
venster goed zijn afgedicht.
venster
Controleer de luchtaanvoerpijp en de ventilatiepijp op blokkeringen en maak deze schoon. Gebruik pijpen met een grotere diameter als deze pijpen te lang zijn voor een goede verbranding. Stel de snelheid van de verbrandingsventilator naar boven bij. Bel met uw verkoper om het programma opnieuw in te stellen.
7. Het vuur wordt
Het reservoir is leeg.
Vul het reservoir aan met
automatisch
Geen
brandstof (zie 2).
uitgemaakt en het
brandstoftoevoer.
apparaat automatisch uitgeschakeld.
Stel de snelheid van de Te weinig
verbrandingsventilator naar
brandstoftoevoer.
beneden bij. Laat de kachel minimaal een uur
De
afkoelen en zet deze vervolgens
temperatuurschakelaar
weer aan, of vervang de
(30˚C) werkt niet goed.
30˚C-temperatuurschakelaar.
De ingestelde
“ECO” is normaal. Wacht even af.
temperatuur is bereikt.
Als de ingestelde temperatuur is bereikt, zal het apparaat weer
43
aangaan. 8. De ventilator blijft
De
Vervang de schakelaar.
draaien als de kachel is temperatuurschakelaar afgekoeld en de
(30˚C) is kapot.
brandstoftoevoer is gestopt. 9. Niet genoeg
Brandstof ongeschikt.
Gebruik de speciale
verwarmingslucht.
De ventilator werkt niet
standaardpellets.
of te langzaam.
Repareer de ventilator (als deze kapot is), of het moederbord is
De
kapot.
warmtewisselaarbuizen
Maak de warmtewisselaarbuizen
of de rookkanalen zijn
of de rookkanalen schoon.
vuil. 10. Het display geeft de De luchtpijp is
Sluit de kachel af en controleer
melding “E5” weer.
geblokkeerd.
de luchtpijp.
De deur staat open of
Sluit de deur of vervang de
de afdichting moet
afdichting.
worden vervangen.
Er is lekkage.
Controleer of dit het geval is en verhelp de lekkage. Stel de snelheid van de verbrandingsventilator naar boven bij voor meer druk in de kachel.
44
DE ELEKTRISCHE GENERATOR GEBRUIKEN Uw kachel kan worden aangesloten op een elektrische generator op gas. De elektrische regelaar van de generator zou echter wel incompatibel kunnen zijn met de elektronica in de kachel. Hoe hoger de kwaliteit van de generator is, des te groter is de kans dat deze compatibel is met de kachel. Vraag uw verkoper om advies. K-Stove biedt zelf ook een generator aan die geschikt is voor de kachel.
45
8. Garantie Deze garantie is van toepassing op alle landen van Europa waarin een officiële K-Stove-distributeur gevestigd is. Om tijdig de schade te kunnen beperken, moet de garantieclaim aan de zijde van de eiser schriftelijk worden ingediend bij de K-STOVE-verkoper of -distributeur, inclusief de factuur en vermelding van de aankoopdatum, de modelnaam, het serienummer en de reden voor de klacht. We adviseren u om uw kachel te registreren via www.kstove.com GARANTIE U heeft 5 jaar garantie op het gelaste kacheltoestel. De garantie dekt alleen defecten in materialen en afwerking, evenals de kosteloze levering van reserveonderdelen. Werkzaamheden en reistijden vallen niet onder de fabrieksgarantie. Maak alleen gebruik van reserveonderdelen die worden aanbevolen of aangeleverd door de fabrikant. Doet u dit niet, dan vervalt de garantie! De voorwaarde voor de garantie is dat de kachel op juiste wijze is geïnstalleerd en opgeleverd, conform de gebruiksinstructies die gelden op het moment van aankoop. De aansluitingen moeten worden geïnstalleerd door een specialist voor dergelijke kachels. De garantie dekt geen SLIJTAGE AAN ONDERDELEN, zoals glas, coating, oppervlaktecoatings (bijv. handvaten of panelen), afdichtingen, vuurpotten, roosters, trekplaten, afbuigplaten, bekleding van de verbrandingskamer (bijv. vuurklei), keramiek, natuursteen, ontstekingselementen, sensoren, sensoren in de verbrandingskamer en de temperatuurcontroller. Ook schade die voortvloeit uit het niet naleven van de instructies van de fabrikant valt niet onder de garantie (bijv. oververhitting, gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen, onjuist ingrijpen in de kachel, overspanning, een onjuiste schoorsteentrek voor de kachel, geen of onvoldoende onderhoud en schoonmaak, 46
onjuist gebruik door de gebruiker of door derden etc.). Alle kosten die voor de fabrikant ontstaan als gevolg van een ongeldige garantieclaim worden doorberekend naar de klant. DE GARANTIE HEEFT GEEN INVLOED OP DE WETTELIJKE GARANTIEBEPALINGEN.
We adviseren u om een onderhoudscontract af te sluiten. Uw verkoper kan u meer informatie geven over de voorwaarden.
Kijk op www.kstove.com voor meer informatie over onderhoudscontracten.
47
9. Elektrisch schema
48
10. Informatie over verkopers en distributeur in Nederland en BelgIië Uw K-Stove-dealer is:
Kijk voor meer informatie op www.kstove.com
49