Vragen en antwoorden ‘nachtdiensten en borstkanker’ Dat nachtdienst draaien risico’s geeft voor de gezondheid, daarvoor waren toch al aanwijzingen? Daar bestaan inderdaad al langer aanwijzingen voor. Maar een oorzakelijk verband tussen het draaien van nachtdiensten en het ontstaan van borstkanker bij mensen is niet eerder door onderzoekers vastgesteld. Het wetenschappelijke bewijs is nu een stap dichterbij gekomen doordat bij borstkankergevoelige muizen is aangetoond dat zij sneller tumoren ontwikkelen als hun dag/nachtritme langdurig wordt verstoord. Let wel: bij de mens is het oorzakelijk verband nog altijd niet bewezen. Een muis is immers geen mens. Waarom kan het effect van verstoring in dag/nachtritme op de groei van tumoren nu wel worden bewezen? Een van de voordelen van muizenonderzoek is dat factoren die mensenstudies vertekenen, uitgesloten worden. Zo spelen leefstijlfactoren die bij nachtwerkers aanwezig zijn in deze muizenstudie geen rol. Dan moet je denken aan roken, ongezond/onregelmatig eten, minder sporten, meer alcohol drinken of later kinderen krijgen. Het is een belangrijke bevinding dat er zonder deze leefstijlfactoren toch een verhoogd risico op borstkanker is vastgesteld. Waarom verhogen die nachtdiensten eigenlijk de kans op borstkanker? Het is nog niet goed bekend welke mechanismen precies ten grondslag liggen aan dat verhoogde risico. Onderzoekers hebben al wel verschillende mogelijke mechanismen gevonden en bestudeerd, namelijk: verstoring van de biologische klok, onderdrukking van het melatonineniveau door nachtelijk licht, verstoorde slaap, veranderde lifestyle en verlaagde vitamine D-productie. De huidige studie van het Erasmus MC en het RIVM, met nagebootst nachtwerk in muizen, geeft aan dat veranderingen in melatonineniveaus en vitamine D-niveaus géén rol spelen. Mechanismes die mogelijk wel ten grondslag liggen aan gevonden effect zijn een chronische verstoring van de biologische klok, en veranderingen in slaap- en eetpatroon. De muizen in het onderzoek zijn genetisch gevoelig voor borstkanker gemaakt. Geldt het verhoogde risico dan ook alleen voor vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker? Of voor alle vrouwen? Het is alleszins redelijk te stellen dat dit voor alle vrouwen geldt. Maar het al aanwezig zijn van kankerbevorderende mutaties (zoals de BRCA-1 en -2 mutaties) maakt het risico alleen maar groter.
Hoeveel groter is de kans dat vrouwen die nachtdiensten draaien borstkanker krijgen? In de huidige studie met borstkankergevoelige muizen wordt het ontstaan van borstkanker met ongeveer 10% versneld ten opzichte van de borstkankergevoelige controlemuizen die niet bloot stonden aan een verstoord dag/nachtritme. Het is niet mogelijk deze gegevens direct te vertalen naar de situatie van de menselijke nachtwerker. De huidige studie geeft wel aanvullend bewijs voor de relatie tussen chronisch verstoring van de biologische klok en borstkankerrisico, alsmede ongewenste gewichtstoename bij de mens. De epidemiologische studies bij mensen die tot nu toe beschikbaar zijn, noemen een factor 1.5. Dat betekent dat het risico bij werken in ploegendienst toeneemt van 1 op 8 naar 1 op 5,2. Er zijn echter nog veel tegenstrijdige uitkomsten van deze epidemiologische studies. Langetermijn epidemiologische studies die inmiddels zijn gestart zullen hier beter inzicht in geven. Het duurt echter nog 3 tot 5 jaar voordat de uitkomsten daarvan duidelijk zijn. Hoeveel vrouwen lopen risico? In Nederland krijgt ongeveer 1 op de 8 vrouwen en 1 op de 100.000 mannen borstkanker. Vijf procent hiervan is erfelijk, dat wil zeggen dat zij een mutatie hebben in het BRCA1- of BRCA2-gen. In totaal is bij ongeveer tien procent sprake van familiaire borstkanker, al heeft van die groep dus niet iedereen het BRCA1 of BRCA2-gen. In totaal werken 379.000 vrouwen in nachtdiensten. Op basis van deze gegevens gaat het om ruim 4.500 vrouwen in nachtdienst met een verhoogd risico op borstkanker. (379.000 vrouwen in nachtdienst, 1:8 krijgt borstkanker, 10 procent van hen heeft familiaire aanleg = 4737 vrouwen met verhoogd risico). Ik draai onregelmatige diensten. Wat moet ik nu doen? Er wordt op dit moment door de Gezondheidsraad gewerkt aan een overzicht van bestaande preventieve maatregelen. Dit wordt binnen enkele maanden verwacht. Het wetenschappelijk bewijs voor het effect van bestaande maatregelen op lange termijn gezondheidseffecten is echter beperkt. Het RIVM en het Erasmus MC zijn, in samenwerking met het LUMC en de Universiteit van München, gestart met een nieuw muizenonderzoek om het effect van een aantal preventieve maatregelen te onderzoeken. Voorbeelden van deze maatregelen zijn andere typen roosters en voedingsadviezen. Moet ik regelmatig een mammogram laten maken als ik vaak nachtdiensten draai? In Nederland worden vrouwen tussen de 50 en 75 jaar iedere twee jaar uitgenodigd om deel te nemen aan een bevolkingsonderzoek. Bij vrouwen met een erfelijk verhoogd risico op borstkanker, vindt controle al op eerdere leeftijd en vaker plaats.
De werknemer heeft bovendien recht op een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) volgens artikel 18 in de Arbowet en artikel 2.43 in het Arbobesluit, voorafgaand aan de eerste keer dat de werknemer ’s nachts gaat werken. Ik heb al borstkanker gehad en draai onregelmatige diensten. Wat moet ik doen? De Gezondheidsraad werkt op dit moment aan een advies over mogelijke (preventieve) maatregelen in opdracht van het ministerie van SZW. Persoonlijk zijn de onderzoekers van mening dat werken in ploegendienst voor ex-borstkankerpatiënten niet verstandig is. Deze werkneemsters kunnen het gesprek aangaan met hun werkgever. Er zijn dierstudies uitgevoerd die laten zien dat tumoren tevens sneller groeien wanneer het dier wordt blootgesteld aan verstoringen in het dag/nachtritme. Het is denkbaar dat na de behandeling van borstkanker nog minuscule uitzaaiingen aanwezig zijn. Het lijkt, in het licht van deze dierstudies, de onderzoekers niet verstandig om ploegendienst arbeid te verrichten omdat die resterende haardjes dan waarschijnlijk sneller zullen groeien. Een officieel advies is er echter nog niet. Hoe zit het met mannen die in ploegendiensten werken? Lopen zij ook risico? Werken en ploegendienst als risicofactor voor het krijgen van kanker is waarschijnlijk niet beperkt tot borstkanker. Er zijn aanwijzingen dat arbeid in ploegendienst mannen gevoeliger maakt voor prostaatkanker. Dit moet nog verder onderzocht worden. Geeft het verstoorde dag/nachtritme ook risico’s op andere ziekten? Er zijn aanwijzingen dat nachtwerk naast een verhoogd risico op kanker andere gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Zoals overgewicht, diabetes type 2, hoge bloeddruk en hart- en vaataandoeningen en psychiatrische aandoeningen, zoals een depressie. De huidige studie van het RIVM en het Erasmus MC laat zien dat er een toename plaatsvindt in het lichaamsgewicht in borstkankergevoelige muizen die worden blootgesteld aan nagebootst nachtwerk. Er is echter nog meer onderzoek nodig voor beter inzicht in de andere gezondheidsrisico’s. Moeten alle nachtdiensten nu worden afgeschaft? Met de huidige 24-uurseconomie in gedachten en het feit dat er nu eenmaal beroepen zijn waarin 24 uur per dag moet worden gewerkt (zorg, politie, brandweer, andere noodhulpverleners) lijkt dat niet haalbaar. Er wordt op dit moment door de Gezondheidsraad gewerkt aan een overzicht van bestaande preventieve maatregelen. Dit wordt binnen enkele maanden verwacht. Het wetenschappelijk bewijs
voor het effect van bestaande maatregelen op langetermijn gezondheidseffecten is echter beperkt. Het RIVM en het Erasmus MC zijn, in samenwerking met het LUMC en de Universiteit van München, gestart om met muizen het effect van een aantal preventieve maatregelen te onderzoeken. Voorbeelden van deze maatregelen zijn andere typen roosters en voedingsadviezen. Wie is er verantwoordelijk, mocht ik ziek worden? Daar moeten werknemer en werkgever samen uit zien te komen. Hoeveel mensen in Nederland werken er in ploegendiensten? 55 procent van de Nederlandse beroepsbevolking werkt op onregelmatige tijden. 16 procent (1,2 miljoen mensen) werkt wel eens in de nacht. Dat zijn 838.000 mannen en 379.000 vrouwen. (bron: CBS 2013) Zijn er bepaalde leeftijdsgroepen die meer risico lopen? Kanker is het gevolg is van een opeenstapeling van mutaties in genen die de celgroei reguleren. Hoe ouder je bent, des te meer mutaties er zijn opgestapeld en hoe dichter je bij het moment komt dat een cel ontspoort en ongebreideld gaat groeien. Dus hoe ouder je bent, hoe groter de kans dat je (ouderdoms)kanker krijgt. De vraag is in hoeverre het werken in ploegendienst de mutatiesnelheid beïnvloedt en of werken in ploegendienst op jeugdige leeftijd schadelijker is dan op oudere leeftijd. Deze vraag kan met de huidige beschikbare kennis nog niet beantwoord worden. Wanneer treden de effecten door nachtwerk op? Bij één nacht in de week, of pas bij drie nachten werken? Ook dat is nog niet bekend. Hiervoor is verder onderzoek noodzakelijk. Uitzoeken wat de gezondheidseffecten zijn van verschillende vormen van onregelmatige diensten, kan met dierstudies sneller worden onderzocht dan met studies bij mensen. Het is ook belangrijk om goede biomarkers* te vinden voor het niveau van de verstoring van de biologische klok die uiteindelijk voorspellend is voor het risico dat iemand loopt. Op basis van deze studies zal verder onderzoek in epidemiologische studies bij mensen gedaan kunnen worden. *biomarkers zijn lichaamseigen moleculen (eiwitten, metabolieten, RNA-moleculen, etc.) die, wanneer ze in hogere of lagere concentraties dan normaal aanwezig zijn, voorspellend zijn voor een verhoogd risico.
Je hoort tegenwoordig ook over de risico’s van langdurig werken met blauw licht, afkomstig van computers, mobiele telefoons en iPads. Hoe moeten wij die risico’s inschatten? Onze economie wordt steeds meer een 24-uurseconomie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de steeds snellere levering van online aankopen, maar ook ‘het nieuwe werken’, waardoor steeds meer mensen op onregelmatige tijden (inclusief de avond en nacht) aan het werk zijn. Bij dit werk worden zij vaak ook blootgesteld aan apparaten die relatief veel (blauw) licht uitzenden, zoals laptops, tablets en smartphones. Dit heeft invloed op onze biologische klok. Blauw licht is namelijk het belangrijkste signaal voor het dagelijks gelijkzetten van de klok met de aardse dag-nachtcyclus. Blauw licht op het verkeerde moment van de dag kan de biologische klok verschuiven. Gezien de verwachting dat de 24/7-economie nog steeds meer zal toenemen, is het belangrijk dat er meer inzicht komt in mogelijke gezondheidseffecten en goede preventieve maatregelen. Hoe moet het nu verder? Er wordt op dit moment door de Gezondheidsraad gewerkt aan een overzicht van reeds bestaande preventieve maatregelen. Dit wordt binnen enkele maanden verwacht. Het wetenschappelijk bewijs voor het effect van bestaande maatregelen op langetermijn gezondheidseffecten is echter beperkt. Het RIVM en het Erasmus MC zijn, in samenwerking met het LUMC en de Universiteit van München, gestart om met muizen het effect van een aantal preventieve maatregelen te onderzoeken. Voorbeelden van deze maatregelen zijn andere typen roosters en voedingsadviezen. Hoe ging de studie in zijn werk? Alle muizen hadden de borstkanker bevorderende mutatie en kregen dus borstkanker. De dieren die aan wekelijks wisselende licht-donkercycli (chronische jetlag) werden blootgesteld, kregen eerder tumoren dan de dieren die aan een normale licht-donkercyclus werden blootgesteld. Overigens loopt er in het Erasmus MC, wederom in samenwerking met het RIVM, nog een studie waarin dezelfde dieren op verschillende momenten van de dag wakker gehouden worden in schema’s die lijken op voorwaarts en terugwaarts roterende ploegendienstroosters. Muizen zijn geen mensen, maar onderliggende mechanismen (de biologische klok, het ontstaan van kanker, etc.) zijn sterk vergelijkbaar. Hierdoor levert de huidige studie aanvullend bewijs voor de relatie tussen nachtwerk en borstkankerrisico bij de mens.
Waar kan ik terecht met vragen? Vragen over het wetenschappelijk onderzoek met de muizen kunnen worden gesteld aan het Erasmus MC (
[email protected]), vragen over de implicaties van de resultaten van het onderzoek kunnen worden gesteld aan het RIVM (
[email protected]).