Voorwoord Voor u ligt het programmaboek van de eerste periode van het studiejaar 2010-2011 van de eerste drie jaren van de initiële dagopleiding van de Instituto Pedagogico Arubano (IPA), opleiding voor leerkrachten met de specialisatie 4-8 en 6-12. Het programma van het vierde leerjaar is in de afstudeergids opgenomen. Aan het begin van elke periode ontvangt u het programmaboek van die periode. Naast dit programmaboek is er een algemene informatiegids over de opleiding en het programma. Voor de praktische vorming zijn praktijkgidsen samengesteld die de organisatie, inhoud en opdrachten van de stage bevatten. Gidsen zijn in eerste instantie bestemd voor studenten en docenten aan het IPA. De inhoud is echter evenzeer bestemd voor stagementoren en anderen die op de een of andere wijze betrokken zijn bij de opleiding. Het programmaboek geeft de beschrijvingen weer voor iedere module die door de verschillende vormingsgebieden verzorgd worden. Deze beschrijvingen geven een beeld weer van de doelstellingen, de inhoud, werkwijze en de wijze van evaluatie van de module. Zowel docenten als studenten dienen zich te houden aan de eisen van de modulebeschrijvingen. In het geval door onvoorziene redenen afgeweken moet worden dient dit in onderling overleg te geschieden met de goedkeuring van de adjunct directeur Initiële Opleidingen Wij wensen u een prettig, gevarieerd en succesvol periode toe!
Drs Marilyn Richardson Coördinator Onderwijs Services Augustus 2010
Inhoudsopgave Voorwoord
1
Programmaboek blok 1 leerjaar 1
3
Programmaboek blok 1 leerjaar 2
41
Programmaboek blok 1 leerjaar 3
82
Programmaboek blok 1 Eerste leerjaar
Studiejaar 1 - blok 1 Vak Psychologie Onderwijskunde Nederlands Papiamento Drama Schrijven Arte- muziek Movecion y Salud Rekenen en Wiskunde
Module naam Het zelf Een Krachtige Thematische Leeromgeving: klas 1A Ontwerpen van Onderwijsleerprocessen: Klas 1B Taalvaaridigheid schrijven 1 Introduccion den nos idioma Papiamento Desaroyo di abilidad expresivo y medianan teatral Schrijven 1.1 en 1.2 Muziek Het bewegingsonderwijs Rekenvaardigheid
docent DG
pag 5
OG
9
IY
12
CG GG
15 20
AL
23
MN RP/MGK MaW/ PS MG
28 32 35 38
Psychologie Module Periode Docenten Specialisatie Studiebelasting Urenverantwoording
: Het Zelf : Oriëntatiefase, blok I.1 : Diana Goedhoop : n.v.t. : 1 punt = 40 uur = 1½ ECTS : aantal begeleidingsuren Voorbereiding voor bijeenkomsten a) thuisopdrachten b) bestuderen literatuur c) voorbereiding evaluatie d) evaluatie
10 ½ u 10 ½ u 9u 8u 2u
Inleiding: De Module “Het Zelf” verwijst naar het : lichamelijke, psychologische, sociale, culturele en spirituele zelf, die allemaal deel uitmaken van ons menszijn. Als toekomstige leerkracht is het belangrijk stil te kunnen staan bij het functioneren van je zelf en het zich kunnen verplaatsen in het zelf van de ander. M.b.v. zelfreflectie en het losmakingsproces tijdens de oriëntatiefase leert de student zijn/haar eigen mogelijkheden en tekorten kennen in de omgang met medestudenten op de opleiding en met leerkrachten en leerlingen op de praktijkschool. Wij stellen dat de mens een psycho-socio-somatische eenheid is met een spirituele basis en een culturele achtergrond. Deze zelven van ons functioneren niet los van elkaar maar zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en daarom ook wederzijds afhankelijk van elkaar. Nu eens staat het ene ‘zelf’ op de voorgrond, dan weer het andere ‘zelf’ maar iedere zelf wordt beïnvloed en aangevuld door de andere zelven. Het lichamelijke zelf legt meer de nadruk op de buitenkant van de mens, maar ook op de wijze waarop er met die buitenkant wordt omgegaan. Het psychologische zelf verwijst meer naar het innerlijke van de mens, wat en hoe hij denkt, voelt, leert, wilt. Het sociale zelf heeft voornamelijk betrekking op de wijze waarop we elkaar beïnvloeden in ons gedrag en de verschillende soorten relaties die we met elkaar kunnen aangaan. Het culturele zelf geeft onze cultuurhistorische achtergrond aan en de wijze waarop onze cultuur bewust of onbewust deel uitmaakt van onze huidige keuzes. Het spirituele zelf legt de basis voor ons handelen en geeft weer hoe wij denken over ons bestaan hier en nu maar ook hierna!
Het studieobject van de psychologie, te weten.: het menselijke gedrag wordt bepaald door het samenspel van al deze zelven. Beginsituatie: Uiteraard heeft elke student subjectieve kennis over zichzelf. Voor de meeste studenten is dit echter de eerste systematische kennismaking met het vak psychologie waarin heel expliciet stil gestaan wordt bij de eigen persoonlijkheid en de ontwikkeling van ‘het zelf’. Waarschijnlijk is de student er ook niet aangewend om deze kennis over zichzelf met anderen te delen in de klas en empatisch te reageren op emotionele uitingen van medestudenten. Leerinhouden: • de term psychologie • de vijf basisgebieden binnen de psychologie • de persoonlijkheidsleer met a) het lichamelijk zelf: het uiterlijk, lichaamstaal en fitness, relatie uiterlijk en innerlijk b) het psychologisch zelf: persoonlijkheid(sprofiel) en gedrag, zelfbeeld, identiteit, zelfschema, de persoonlijkheid van de leerkracht c) het sociaal zelf: sociale psychologie, sociometrie, sociogram, groepsprocessen d) het spiritueel zelf: spirituele waarden en normen, levensbeschouwing e) het cultureel zelf: familie cultuur, ideeën, principes, normen, waarden Linkage: "Het zelf" is een confrontatie met de eigen persoonlijkheid en de rollen binnen het IPA. Het is tevens een eerste kennismaking met de psychologie en haar functie in de opleiding. De module valt onder het vormingsgebied: ‘Formacion Personal’ en heeft duidelijk tot doel de studenten ‘los te maken’ en een groei/vormingsproces op gang te brengen, zowel binnen de persoon als wel binnen de groep. De cohesie in de groep wordt versterkt met als gevolg dat alle andere modules daarvan kunnen profiteren. Praktijklink: Er wordt ervan uitgegaan dat door zichzelf te kennen en begrijpen, de student beter in staat is om de kinderen op de praktijkschool te kunnen begrijpen. Leerdoelen: Algemeen: de student ontwikkelt kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes m.b.t. het functioneren van: het lichamelijk zelf, het psychologisch zelf, het sociaal zelf, het spiritueel zelf en het cultureel zelf Concreet: Kennis:
•
de student kan de 5 basisgebieden binnen de algemene psychologie aangeven en de plaats van de persoonlijkheidspsychologie daarbinnen. • de student kan die eigenschappen opnoemen van de zelven, die ontwikkeld moeten worden t.b.v. het goed kunnen functioneren als student op het IPA en als leerkracht op school. Vaardigheid : • de student analyseert zijn eigen gedrag en persoonlijkheid en dat van de ander en beschrijft iedere zelf afzonderlijk. • de student geeft aan hoe zijn eigen gedrag en persoonlijkheid en dat van de ander is veranderd in de verschillende ontwikkelingsfasen. • de student is in staat te discussiëren over persoonlijkheidskenmerken die horen bij een "goede" leerkracht. • de student kan d.m.v. een verslag de relatie aangeven tussen de verschillende zelven in het licht van hun toekomstig beroep. Houding: • de student durft openlijk over zichzelf te praten en zich kwetsbaar op te stellen in bijzijn van de medestudenten en docent(en). Werkvormen: Tijdens de contacturen wordt eerst de literatuur doorgenomen aan de hand van vragen van de studenten. Daarna worden de thuisopdrachten in de groep besproken en/of gepresenteerd. Er worden veel persoonlijke ervaringen uitgewisseld in de vorm van een ‘talkshow’. Evaluatie Tijdens elke bijeenkomst en aan het eind van de module worden de studenten geëvalueerd. De evaluatie houdt in: • aanwezigheidsnorm van 80% • actief participeren • uitvoeren en eventueel inleveren van alle opdrachten per bijeenkomst • Eindpresentatie (gezamenlaijke afronding met module ‘Desaroyo di propio abilidad di expresion /actuacion uzando e elementonan basico di teatro y e medionan teatral’) en eindverslag over de totale module. Gebruikte literatuur: - Beemen van L., 2001, Ontwikkelingspsychologie, Wolters Noordhoff, Temperament blz 135-144, De psychosexuele ontwikkelingstheorie van Freud blz 37-39 - Diekstra R.,Het geestige lichaam, tussen brein en body, A.W. Bruna uitgevers, Het problematische lichaam, blz.11-21 - Fontana D, 1985, Psychology for teachers, The self, blz.251-255, blz.263-265 - Kessler R, 2000, The soul of education., Helping students find connection, compassion, and character at school, Alexandria, Association for Supervision and Curriculum Development, Deep connection, blz.18-35
-
Oomkes F., Training als beroep. Sociale en interculturele vaardigheid, Boom, Amsterdam, 1995, deel 2a Nonverbale communicatie blz 109-113,deel 2b Zelfbeeld blz 272-75, Rolpatronen blz. 301- 305 Verhulst J, Algemene psychologie voor onderwijsgevenden, Wolters-Noordhoff B.V., blz. 166-177, 183-188 Wetering van de W, 2002, Test je karakter, Hermans Muntinga publ., Zelfontwikkeling, blz. 10-15, 25-46
Onderwijskunde Module:
Een krachtige thematische leeromgeving (Het Kind in ontwikkeling 4-8)
Blok: Vak: Thema : Docenten: Studiebelasting:
1.1 voor klas 1A Pedagogiek Een krachtige leeromgeving Drs. Olivia Groeneveldt 1 studiepunt ( = 40 uur) 5 bijeenkomsten van 1,5 uur = 7,5 uur 2 werkbijeenkomsten 15 uur voorbereiding bijeenkomsten 17,5 uur voorbereiding evaluatie
Inleiding Het eerste blok pedagogiek (1.1) begint met een oriëntatie in het kleuteronderwijs. Deze oriëntatie zal vooral betrekking hebben op vernieuwende concepten in het kleuteronderwijs (zoals: basisontwikkeling en Ontwikkelingsgericht Onderwijs ). In het kader hiervan nemen de studenten ook kennis van de vernieuwingen die in het Arubaanse kleuter en basisonderwijs gaande zijn, door de Proyecto Innovacion di Enseñansa Preparatorio y Enseñansa Basico (PRIEPEB). De vernieuwende concepten zijn deels gebaseerd op de bovengenoemde concepten. Zo wil de PRIEPEB bereiken dat Arubaanse kinderen in het kleuteronderwijs een brede ontwikkeling doormaken en dat er niet alleen aandacht is voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen, maar ook voor de sociaal – emotionele ontwikkeling van kinderen. In deze module worden de studenten geconfronteerd met de uitgangspunten en theorieën met betrekking tot de Basisontwikkeling en de praktische consequenties hiervan voor de inrichting van een moderne kleuterklas. Ze gaan op onderzoek uit: Kun je de verschillende visies op het werken met jonge kinderen herkennen in de praktijk? Welke elementen dragen bij aan een rijke speelleeromgeving en hoe kun je de ontwikkeling van individuele kinderen volgen en stimuleren? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de speelleeromgeving van kleuters in vergelijking met klas 1 en 2 van de basisschool? Tenslotte worden studenten in deze module geleerd om een eenvoudige lesvoorbereiding te maken volgens het Didactische Analyse - model (DA – model). Hierbij wordt vooral de nadruk gelegd op het leren bepalen/formuleren van leerdoelen en beginsituaties en het bedenken van leerzame activiteiten voor kleuters. Hierdoor kan deze module, evenals de eerste IP- module, gezien worden als een voorbereiding op de eerste oriënterende stage (in het kleuteronderwijs) voor de eerstejaarsstudenten.
Leerinhouden - Uitgangspunten en begrippen van Basisontwikkeling - Relaties tussen de methode basisontwikkeling en PRIEPEB-vernieuwingen. - Uitgangspunten ontwikkelingsgericht onderwijs - Uitwerken van doelen en activiteiten van ontwikkelingsgericht onderwijs - Hoeken en kernactiviteiten - Doelen, activiteiten die gericht zijn op de kernactiviteiten - Het DA- model van Van Gelder Linkage (theorie) - IP 1.1. - PEDA: Kind inontwikkeling (6-12) blok 1.2 en blok 1.3 - ICT&O deel I – Informatie & Communicatie Technologie en Onderzoek (basis) - Taalvaardigheid Schrijven 1.1 en 1.2 Linkage (praktijk) - SP 1.1.: tijdens deze stage zullen studenten verschillende portretopdrachten van het kleuter onderwijspraktijk maken. Beginsituatie - Studenten hebben geen kennis van bepaalde (vernieuwende) concepten/ theorieën in het kleuteronderwijs (zoals Basisontwikkeling en Ontwikkelingsgericht onderwijs). - Studenten hebben weinig tot geen kennis van bepaalde pedagogische en didactische begrippen. - Studenten zijn onbekend met de uitgangspunten en doelstellingen van PRIEPEB - Studenten zijn niet in staat om een eenvoudige lesvoorbereiding te maken volgens een didactisch model en kunnen nog geen leerdoelen, beginsituaties en dergelijke bepalen/formuleren. - Studenten zijn weinig bekend met de activiteiten (en de daarbij behorende materialen en accomodaties ) van een moderne kleuterklas. Doelen Kennisdoelen Aan het einde van deze module: - Zijn de studenten in staat om kennis van de nieuwste ontwikkelingen in het kleuteronderwijs (o.a. uitgangspunten en theorieën met betrekking tot de Basisontwikkeling en Ervaringsgericht onderwijs) aan te geven . - Zijn de studenten in staat om de uitgangspunten en doelstelling van het vernieuwingsproject PRIEPEB met betrekking tot het Arubaanse kleuteronderwijs. - Zijn de studenten in staat om de elementen of onderdelen van het DA- model van Van Gelder aan te geven. - Zijn de studenten in staat om de belangrijkste uitgangspunten van PRIEPEB aan te geven - Zijn de studenten in staat om een verband te leggen tussen de uitgangspunten van Basisontwikkeling/ervaringsgericht onderwijs en PRIEPEB.
-
Kunnen studenten het verschil aangeven tussen hun eigen kleuteronderwijsverleden en de situatie nu. Kunnen de studenten de kernactiviteiten van Basisontwikkeling aangeven en uitleggen
Houdingsdoelen Aan het einde van deze module: - Vinden de studenten het belangrijk dat er onderwijsvernieuwing in het Arubaanse kleuteronderwijs plaatsvindt - Onderkennen de studenten het belang van het tijdig maken van een lesvoorbereiding - De studenten laten de bereidheid zien om een klaslokaal in te richten volgens Basisontwikkeling - Onderkennen de studenten het belang van leerzame activiteiten voor kleuters - Onderkennen de studenten de discrepantie tussen het opleidingsideaal en de realiteit van het werkveld Vaardigheidsdoelen Aan het einde van deze module: - Zijn studenten in staat om zich in te leven in de nieuwe rol van onderwijzer(es) in het basisonderwijs. - Kunnen studenten een eenvoudige lesvoorbereiding maken volgens de structuur van het D.A. - model. - Kunnen studenten leerdoelen en beginsituaties (in relatie tot Basisontwikkeling) bepalen. - Kunnen studenten leerzame activiteiten (in relatie tot Basisontwikkeling) bedenken en opzetten voor kleuters. - Kunnen studenten een klas inrichten volgens Krachtige thematische Leeromgeving met uitgangspunten van Basisontwikkeling. Werkvormen Tijdens de lessen worden over het algemeen de volgende didactische werkvormen gehanteerd: interactie-, instructie-, samenwerkingsvorm en en/of opdrachtenvorm. Er wordt tijdens deze lessen gebruik gemaakt van de eigen ervaringen van de studenten in het kleuteronderwijs, waardoor er veel discussies en interactiewerkvormen aan bod komen. Evaluatie - 80% aanwezigheid. - Groepsopdracht: klas inrichten volgens Basisontwikkeling inclusief presentatie; - Schriftelijke verslaggeving n.a.v. uitgangspunten en theorieën van Basisontwikkeling (zowel op inhoud, taal, layout en verzorging) Literatuur Janssen- Vos, F., (2001) Basisontwikkeling in de onderbouw. Assen: Van Gorcum Alkema, E. En Tjerkstra, W. 1995. Meer dan onderwijs: Theorie en praktijk van het lesgeven in de basischool. Assen: Van Gorcum. ISBN 90-232-2988-6 Delen uit het Plan Strategico di PRIEPEB (Handouts)
Onderwijskunde Module Blok Vak Thema Docenten Aandeel Studiebelasting
: Ontwerpen van onderwijsleerprocessen : 1.1 voor klas 1B : Pedagogiek : Ontwikkelingsgericht onderwijs in het basisonderwijs. : Drs. Irayka Yanez : 7 Bijeenkomsten : 1 studiepunt ( = 40 uur) 10,5 uur bijeenkomsten (hoorcolleges, begeleidingsuren, etc.) 8 uur voorbereiding op de bijeenkomsten (Huiswerk e.d.) 11,5 uur voorbereiding evaluatie (eindopdrachten, tentamens en Literatuurstudie e.d.)
Inleiding Het eerste blok pedagogiek 1.1 betrof een oriëntatie in het kleuteronderwijs. In dit blok (1.2) gaan de studenten zich oriënteren op het basisonderwijs. Evenals in blok 1.1 zal ook stilgestaan worden bij de vernieuwende concepten en uitgangspunten m.b.t. het betreffende onderwijs, zoals Basisontwikkeling en Ontwikkelingsgericht onderwijs in Nederland. Ook wordt aandacht besteed aan vergelijkbare vernieuwende concepten en uitgangspunten van PRIEPEB op Aruba. Tenslotte wordt in deze module verder ingegaan op het maken van lesvoorbereidingen volgens het DA-model van Van Gelder. Het leren maken van lesvoorbereidingen volgens dit model is noodzakelijk omdat in dit blok voor het eerst een oriënterende stage gelopen zal worden in het basisonderwijs. Leerinhouden Het onderscheiden van leerdoelen: cognitief, psychomotorisch en affectief (vaardigheden). Het formuleren van leerdoelen. De uitgangspunten van ontwikkelingsgericht leren worden getransfereerd naar de leeftijd 6-12. Het DA-model van Van Gelder Het maken van lesvoorbereidingen volgens het DA-model van Van Gelder Visies van PRIEPEB, volgens het A-document: Curriculo Enseñansa Basico Aruba Programa Nacional, op het kind, op de didactiek, op de pedagogiek, op het basisonderwijs, op de mens en op het tot stand komen van kennis(epistemologie). Linkage Linkage (theorie)
Blok 1.1: Het kind in ontwikkeling 1.1 Blok 1.3: Differentiatie en leerstijlen Blok 2.2: Het kiezen van Didactische Werkvormen Blok 2.3: Evaluatievormen. Linkage (praktijk) SP 1.2: De studenten zullen tijdens deze stage volledige lessen geven aan leerlingen van het basisonderwijs. Hiervoor moeten zijn leerdoelen formuleren en lesvoorbereidingen maken. Door deze SP zijn de studenten makkelijker instaat om het verschil tussen de vernieuwende pedagogisch-didactische uitgangspunten van Priepeb huidige onderwijspraktijk beter te begrijpen. Beginsituatie • De Studenten hebben kennis van bepaalde vernieuwende concepten/theorieën in het kleuteronderwijs(zoals Basisontwikkeling). • De studenten zijn weinig op de hoogte van bepaalde vernieuwende concepten/theorieën m.b.t. het onderwijs zoals PRIEPEB, Ontwikkelingsgericht leren en Ervaringsgericht leren. • De studenten kunnen een eenvoudige lesvoorbereiding maken volgens het DA-model: inleiding, kern en slot. • De studenten hebben globale kennis van de meest elementaire pedagogische en didactische begrippen. • De studenten zijn weinig op de hoogte van de leeractiviteiten en vakinhouden van een tegenwoordige basisonderwijsklas. Doelen Kennisdoelen • De studenten zijn in staat om de uitgangspunten en theorieën m.b.t. Ontwikkelingsgericht onderwijs en de uitgangspunten van PRIEPEB aan te geven. • De studenten zijn in staat in eigen woorden een relatie te leggen tussen de uitgangspunten van PRIEPEB en ontwikkelingsgericht onderwijs. • De studenten zijn studenten in staat om kenmerken van een goed geformuleerd leerdoel aan te geven. • De studenten zijn in staat om onderscheid te maken tussen kennisdoelen, vaardigheidsdoelen en houdingsdoelen. Vaardigheidsdoelen De studenten zijn in staat om een lesvoorbereiding te manken volgens het DA-model. De studenten zijn in staat om elementen van hun lesvoorbereiding te relateren aan de visies van PRIEPEB en Ontwikkelingsgericht leren.
Houdingsdoelen
• • • •
De studenten erkennen de noodzaak tot onderwijsvernieuwing in het Arubaanse basisonderwijs. De studenten zijn bereid om hun mening te verwoorden m.b.t. visies van PRIEPEB, Ontwikkelingsgericht onderwijs en Basisontwikkeling. De studenten vinden het belangrijk om bij het maken van hun lesvoorbereidingen rekening te houden met uitgangspunten van PRIEPEB. De erkennen het belang van goed geformuleerde leerdoelen.
Werkvormen Tijdens de lessen wordt over het algemeen de volgende didactische werkvormen gehanteerd: instructie, interactie, samenwerkingsvorm en/of opdracht vorm. Evaluatie Individuele opdracht: het maken van een lesvoorbereidingen volgens het DA-model die betrekking hebben op een vak, Het uitvoeren van 1 stageobservatie aan de hand van een observatieformulier, en deze te relateren aan de visies van PRIEPEB, 80% aanwezigheid. Literatuur
Janssen-Vos, F.,(2001). Basisontwikkeling in de onderbouw. Assen: Van Gorcum. Alkema, E. En Tjerkstra, W., (1995). Meer dan Onderwijs. Assen: Van Gorcum. Handouts: Leerdoelen formuleren, Didactische werkvormen; Doelstellingen. Het A-document: Curriculo Enseñansa Basico Aruba, Programa Nacional. (2002). PRIEPEB
Nederlands Module Periode Specialisatie Docenten
: Taalvaardigheid schrijven : 1.1 en 1.2 : alle : Cheryda Gemin 1.1/ 1.2 Studiebelasting : per blok 40 uur ( 2 x 40 = 80) = 2 Stp Urenverantwoording : Colleges : 14 x 1,5 = 21 Voorbereiding colleges/ verslaglegging : 14 x 1 = 14 Zelfstudie : 14 x 1,5 = 21 Voorbereiding evaluatie : 2 x 9 = 18 Evaluatie : 2 x 3 = 6 Algemene Doelen • De student is zich bewust van de taak als leerkracht om een goed voorbeeld te zijn voor het kind in het Arubaanse onderwijs in het gebruik van het Nederlands, de instructietaal. • De student is in staat om een gesprek in het Nederlands, zowel op DAT- als CAT niveau, te voeren met een zo goed mogelijk gebruik van de grammatica en lexicon. Rekening houdend met deze vaardigheid moet de student tevens ook anderen helpen dit niveau te bereiken. • het kennen van de regels voor de spelling en grammatica in zowel het Papiamento als het Nederlands. • het zich kunnen voorbereiden op een schrijftaak en de structuur in een te schrijven tekst kunnen aanbrengen/ herkennen. • het kunnen schrijven, verbeteren en vormgeven van teksten en eigen correcties hierin aanbrengen Doelen Kennisdoelen De student: • kent specifieke kenmerken van een aantal tekstsoorten en kan daarbij het schrijven rekening mee houden. Het gaat daarbij om: het verslag; de brief en de betogende tekst. • kent regels voor de spelling en grammatica in zowel het Papiamento als het Nederlands en om deze regels te kunnen toepassen herkent hij/zij in een zin de persoonsvormen, de onderwerpen en de werkwoordelijke gezegdes.
Vaardigheidsdoelen De student: • kan zich voorbereiden op een schrijftaak. Het gaat daarbij om: brainstormen, eigen ideeën en gedachten ordenen; informatie selecteren, ordenen en verwerken; de hoofdlijnen van de te schrijven tekst uitzetten. • kan een tekst structureren met een indeling in inleiding, kernstuk en slot en daarbij gebruik maken van alinea’s en tussenkoppen. • kan op basis van gegevens of zelf verzamelde informatie teksten schrijven met als doel: o informatie geven of verkrijgen aan / van geadresseerde; o de geadresseerde overtuigen; iets van de geadresseerde gedaan krijgen.
• •
•
Het gaat daarbij om: o lezers uit vrienden of familiekring; o lezers uit de eigen groep of opleiding; o onbekende lezers en officiële instanties. kan zich bij het schrijven houden aan regels en afspraken m.b.t. spelling en interpunctie en zonodig met het gebruik van een woordenboek. kan (eigen) teksten kritisch bezien en zonodig verbeteren. Het gaat daarbij om: een (eigen) tekst nakijken en beoordelen; suggesties doen voor verbetering van een tekst; een tekst herschrijven, ook op basis van reacties en suggesties van anderen; conclusies trekken voor het uitvoeren van volgende schrijftaken. kan bij het schrijven, verbeteren en vormgeven van teksten een tekstverwerkingsprogramma gebruiken.
Houdingsdoelen De student: is kritisch ten aanzien van zijn eigen schrijfproduct en proces en dat van anderen, houdt bij het schrijven van teksten rekening met de verschillende eisen die aan een tekst gesteld worden.
Vaardigheden Bij het leerstofonderdeel schrijven onderscheiden wij verschillende soorten vaardigheden. Deze zijn verdeeld in basisvaardigheden, deelvaardigheden en totaalvaardigheden. Hieronder volgt een overzicht van de leerstofonderdelen schrijven: Basisvaardigheden • Technisch schrijven: handschrift Deelvaardigheid: het schrijfproces • Oriënteren op het schrijven • Inhoud voorbereiden (bouwplan opstellen) • Informatie verstrekken • woordkeus • spelling • interpunctie
• zinsbouw • tekst, koppelteken en alinea - opbouw • Reflecteren op de tekst • Reflecteren op het schrijven Totaalvaardigheden • Formulieren • Brieven • Verslagen • Advertenties • Betogende en beschouwende teksten • Werkstukken In het eerste leerjaar bestaat deze module uit twee keer zeven bijeenkomsten (blok 1 en 2) waarin de studenten zich zullen verdiepen in enkele deelvaardigheden en totaalvaardigheden. In de bijeenkomsten van blok 1 zullen de volgende onderdelen aan bod komen: oriënteren op het schrijven van een verslag, inhoud voorbereiden, reflecteren op de tekst en reflecteren op het schrijven. In blok 2 ligt de nadruk op brieven, betogende/ beschouwende teksten. Naast de contacturen is er ook nog een deel zelfstudie. Tijdens deze zelfstudie (blok 1 en 2) richt men zich op het onderdeel informatie verstrekken waarbij de student zelfstandig de theorie en oefeningen in “De regels van het Nederlands” bestudeert. Beginsituatie De student heeft, gezien zijn vooropleiding, al een behoorlijke beheersing van het Nederlands. Zo gaan wij ervan uit dat de studenten al enige kennis en vaardigheden bezitten op het gebied van technisch schrijven, spellen, leestekens gebruiken en zinnen bouwen, stijl en tekstopbouw. Deze module wordt aangeboden na de module Papiamento ‘ Hunga cu bo idioma y desaroye’. De bedoeling hiervan is dat er een vergelijking komt tussen aangeboden theorie, die qua spelling en grammatica overeenkomsten vertoont, en deze twee talen gelinked worden betreffende eerder genoemde gebieden. Er wordt getracht zoveel mogelijk uit te gaan van de moedertaal van de student en hiernaast de regels van het Nederlands aan te leren en uit te diepen. Van studenten wordt dan verwacht deze regels toe te passen in het schrijven van een verslag. Leerinhouden Gedurende de hele opleiding wordt van de student verwacht dat hij/ zij in staat is om op een degelijk niveau teksten te kunnen lezen, schrijven en verwerken. Voor de meeste modules dient de student o.a. verslagen en/ of essays te kunnen schrijven, waardoor het van belang is dat de student op eigen niveau de vaardigheden beheerst om aan deze eisen te voldoen. Dezelfde vaardigheden worden ook als eisen gesteld op het moment dat de student in het werkveld terecht komt.
Linkage De module is direct verbonden aan de module Papiamento ‘ Hunga cu bo idioma… y desaroye’ in blok 1.1. De student zal de verschillen en overeenkomsten in de grammatica van zowel het Nederlands als het Papiamento kunnen herkennen en benoemen. Deze informatie zal moeten leiden tot adequate mondelinge en schriftelijke taalvaardigheden in het Nederlands en in het Papiamento. Praktijkopdrachten Bij het samenstellen van de lesvoorbereidingen, het stageverslag en reflectieverslagen dient de student zich te houden aan het hanteren van de juiste regels van formuleren in het Nederlands. Werkvormen De werkwijze in blok 1 is als volgt: In overleg met de docent die de module ‘ Hunga cu bo idioma y desaroye’ verzorgt, worden er afspraken gemaakt betreffende leerstofaanbieding in zowel het Papiamento als het Nederlands. Zijn de regels tav grammatica en spelling in beide talen duidelijk, dan moet de student die bij het schrijven van een verslag kunnen toepassen.Bij het schrijven van zo’n tekst moet de student de hieronder beschreven stappen op adequate manier kunnen uitvoeren. De eerste stap in het schrijfproces is een oriëntatie op de schrijftaak. De studenten moeten zich allereerst een beeld vormen van het publiek (vrienden of familiekring, de eigen groep of opleiding, onbekende lezers en officiële instanties) waarvoor ze schrijven en van het doel (informeren, overtuigen, aansporen) dat ze willen bereiken met hun tekst. Daarnaast dienen de studenten de kenmerken van een tekstsoort die ze moeten schrijven voor ogen krijgen. Vervolgens bereiden de studenten de inhoud van de teksten voor door te brainstormen en informatie te verzamelen. Alle bovengenoemde punten worden voor het schrijven eerst verwerkt in een bouwplan. De studenten leren reflecteren op de teksten die ze schrijven, voordat ze de definitieve versie afleveren. Commentaren van derden op de tekst - in - wording vormt een essentieel startpunt voor de reflectie. Dat commentaar komt van de docent en de medestudenten. De student schrijvers lezen de commentaren en reflecteren aan de hand daarvan op hun tekst. Zij besluiten in welke opzichten zij het al dan niet eens zijn met de commentaren, maken op grond daarvan een herschrijfplan waarin zij hun keuzes verantwoorden, en herschrijven hun teksten. Tot slot reflecteren de studenten op het schrijven. Hierbij dienen zij zich af te vragen hoe zij hun schrijftaak hebben aangepakt en of dat een goede aanpak is geweest. Hiervan wordt een verslag gemaakt. De werkwijze in blok 2 is als volgt: Studenten werken bij het schrijven van brieven aan de volgende aspecten: vormkenmerken van brieven, het belang van leesbaarheid en begrijpelijkheid, aanhef, koppelteken en afsluitmogelijkheden, lezen en reageren. Bij het schrijven van brieven, verslagen en betogende teksten wordt het hele schrijfproces doorlopen. De studenten oefenen in de tekstopbouw van een verslag en schrijven korte verslagen aan de hand van de opdrachten.
Bij de betogende teksten ligt de nadruk op het formuleren van de eigen mening van de student. Deze meningen dienen beargumenteerd te worden. Studenten moeten helder voor ogen krijgen waarvan zij hun lezers willen overtuigen en waarom ze dat willen. De argumenten dienen geordend gepresenteerd te worden. Belangrijk is vooral dat ze leren de mening kracht bij zetten niet door emotioneel te formuleren maar juist door een meer afstandelijke en argumenteerde stijl. Zelfstudie De studenten dienen naast de contacturen van deze module zelf te werken aan een deel van informatie verstrekken aan de hand van de theorie en oefeningen van “De regels van het Nederlands”. Evaluatie 1. minimaal 80% aanwezigheid 2. het voorbereiden en uitvoeren van lesopdrachten ( vnl zelfstudie en schrijven ve verslag) 3. afsluitend tentamen: - blok 1 een schriftelijk tentamen, in het Nederlands, die qua correcte grammatica en spelling van het Nederlands voldoet. - blok 2 een schriftelijk tentamen van 3 uur “Taalvaardigheid schrijven” en een schriftelijk tentamen “ De regels van het Nederlands”. Literatuur Reader: “Praktische regels van de Nederlandse taal” Reader: Papiamento
Papiamento Modulo Periodo Materia Sector Specialisacion Docente Peso di estudio
Introduccion den idioma Papiamento : I.1 : Papiamento : Idioma : tur : Gregory Goedgedrag : 1 punto - 40 ora ora di contacto : 11x1,5= 16,5 tarea di cada siman : 10x1 = 10 tarea di evaluacion : 4,5 literatura : 9
Introduccion E titulo di e modulo aki ta papia pa su mes: introduccion den idioma Papiamento. Porfin nos ta den e posicion pa coregi un eror historico: Papiamento, idioma nacional di Aruba, idioma materno di ±80% di nos poblacion, a drenta scol secundario y ta den preparacion pa drenta scol basico. Esei kier men, cu nos maestronan mester domina e idioma aki den tur su aspectonan. Den e modulo aki ta introduci e studiantenan den algun aspecto importante di nan propio idioma. E modulo aki ta un exploracion y descubrimento di loke nan idioma tin aden. E modulo aki lo haci den combinacion cu e modulo Taalvaardigheid Schrijven 1 cu e fin pa e studiantenan por pone e dos idiomanan aki banda di otro y mira e semehansa y diferencia. E aspecto didactico lo resalta den e evaluacion na momento cu nan mester traha un plan di les. Situacion inicial Pa mayoria studiante esaki ta e prome biaha cu nan ta haña les di Papiamento y les na Papiamento. E studiantenan cu ta bini di cierto sector di EPI si a haya les di Papiamento. Metanan Meta general • E studiante ta conciente di e balor di idioma como medio pa ordena, comunica y expresa. • E studiante ta conciente di e echo, cu e mester haci esfuerso pa adkiri un dominio mas grandi posibel di Papiamento. • E studiante por pone e idioma Hulandes banda di idioma Papiamento y transferi su conocemento di idioma materno pa adkeri e DAT - CAT Hulandes cu e mester pa funciona den nos sistema di enseñansa na Aruba.
Meta cognitivo • E studiante tin un conocemento mas grandi di gramatica di e idioma Papiamento. • E studiante tin un conocemento mas grandi di ortografia di Papiamento. • E studiante sa kico e mester haci pa controla y amplia su vocabulario. • E studiante a cera conoci cu historia y literatura na Papiamento. Meta di habilidad • E studiante ta domina mayoria di e reglanan ortografico. • E studiante a amplia su vocabulario di Papiamento • E studiante ta skirbi palabra / frase corectamente. • E studiante tin un dominio mas grandi di e habilidadnan scucha, papia, lesa y skirbi. Meta di actitud • E studiante ta aprecia su propio idioma. • E studiante ta dispuesto pa adkiri mas conocemento y habilidad den su idioma. • E studiante ta dispuesto pa coregi su mes. • E studiante ta respeta idioma di otro. Contenido • E caracteristicanan di mas importante di gramatica di Papiamento den combinacion cu e modulo di Hulandes • Algun elemento stilistico y reflexion riba idioma den combinacion cu Hulandes • E reglanan di e ortografia etimologico / tradicional y di e ortografia revisa • E ideanan tocante ortografia di Papiamento den combinacion cu e modulo di Hulandes • Desaroyo y ampliacion di vocabulario den combinacion cu Hulandes • Ehercicio relaciona cu e cuater habilidadnan di idioma • Historia y literatura na Papiamento di mucha y hoben • Ehercicio relaciona cu contamento y lesamento di storia • Lo trata un plan di les como ehempel pa e studiantena pa nan por prepara pa e evaluacion Forma di traha durante e modulo Pa un parti e modulo aki lo ta hopi tecnico, sigur ora ta trata di gramatica y ortografia, dos materia nobo pa e studiantenan. Pero e tareanan lo ta hopi practico, cu un investigacion chikito y tarea den grupo cu hopi espacio pa participacion activo di e studiantenan.
Evaluacion E studiante mester cumpli cu e siguiente exigencianan: • Presencia: minimo 80% (por falta solamente 1 siman di les) • Trahamento di e tareanan di siman • Tarea final: 1. Tentamen final skirbi tocante contenido di e modulo aki similar cu Hulandes. Esaki ta encera e teoria duna y un texto skirbi (e mesun topico cu Hulandes) den bon Papiamento. 2. Un bon plan di les den bon Papiamento Literatura • Lista di Palabra revisa 2007 • Reader "Introduccion den nos idioma Papiamento" - Pereira/IPA
Exprecion Teatral/ Drama Module Docent Fase Blok Specialisatie Studiepunt Aandeel
Desaroyo di abilidad expresivo y medianan teatral Amy lasten Propedeuse I.1 4-8/6-12 1 stp (= 40 studielasturen) 14 les di 1.5 ora = 21 ora: 7 les den blok 1 7 les den blok 4 19,5 ora pa: -yenamento di formulario di reflexion (mayoria di biaha ta den les. -Preparacion y trainmento di escena pa evaluacion di blok 1 -Skirbimento di relato personal (e lesnan den blok 4 lo sirbi pa yuda cu e presentacion pa IPAbilidad.)
Introduccion E studiantenan ta na comienso di nan estudio. Ta importante pa nan desaroya libertad y creatividad den expresion y uzo di curpa. E idea ta pa e studiantenan ricibi un base riba tereno di espresion teatral, cu por sostene nan den nan propio expresion y actuacion dilanti di klas y a la bes nan ta ricibi e hermentnan cu por sostene nan den nan docencia. Den e cuadro aki ta importante pa e studiantenan experiencia tambe efecto di uzo di medio teatral como instrumento den e proceso di formacion. Lo haci uzo di reflexion den cada les riba e experencia personal. E propio experencia lo sirbi como punto di salida pa adkiri conocemento y maneho conciente di e diferente aspectonan teatral. Contenido • Uzo di tableau vivant • Improvisacion • Creacion di escena • Desaroyo di personahe • Uzo di medio teatral (obheto, vestuario, decor y espacio) • Uzo di e elementonan basico di teatro • Creacion di escena a base di dialogo • Presentacion di integracion di escena
E contenido di e modulo aki ta relaciona cu e siguiente areanan di competencia: -Competentencia interpersonal y intrapersonal -Competencia pedagogico -Competencia di contenido di specialisacion y di didactica -competencia organisatorio -Competencia pa colabora cu colega -Competencia di reflexion y desaroyo
Conexion cu otro modulo Presenta bo mes Het Zelf Situacion inicial E studiantenan ta haya pa prome biaha den e estudio aki expresion dramatico. Sin embargo un cantidad lo a haya expresion dramatico na Colegio Arubano. Ta muy probabel cu mayoria di e aspectonan cu lo keda trata lo ta nobo y e accento lo ta riba e uzo conciente di e aspectonan teatral. Meta general • E studiante ta supera miedo y berguensa den actuacion y presentacion. • E studiante ta progresa den uzo di creatividad y fantasia. • E studiante ta desaroya su propio abilidad di expresion y actuacion den teatro. • E studiante ta desaroya libertad den propio presentacion. Meta specifico Meta cognitivo • E studiante ta haya conocemento di e elementonan basico di teatro. • E studiante ta haya conocemento di uzo di e medionan teatral como punto di salida di creacion di escena. • E studiante ta haya conocemento di algun entrada pa yega na improvisacion. • E studiante ta siña pensa den imagen. Meta di habilidad • E studiante ta maneha e elementonan basico di teatro. • E studiante ta duna forma na e medionan teatral den presentacion. • E studiante ta maneha improvisacion y creacion di escena. • E studiante ta sera conosi cu desaroyo di personahe, desaroyo di escena y uzo di e medionan teatral. • E studiante ta desaroya concentracion y credibilidad den actuacion.
Meta di actitud • E studiante ta dispuesto pa descubri y desaroya su propio habilidadnan den actuacion trahando den grupo chikito cu otro. • E studiante ta dispuesto pa encorpora den su actuacion tur e elementonan y aspectonan di teatro cu e ta sera conoci cu ne. • E studiante ta dispuesto pa para keto y reflexiona riba e desaroyo cu e ta pasando aden y kico esaki ta nifica pa cu su docencia den futuro. Forma di traha • E studiante ta haya na diferente forma un impulso pa descubri y desaroya su creatividad riba tereno teatral. • E studiante ta sera conoci den cada les cu un aspecto teatral diferente. • Na final di cada les lo reflexiona riba propio experiencia den les y riba kico esaki ta nifica en relacion cu e propio desaroyo riba tereno personal y teatral • Lo ehecuta e tareanan den henter grupo of den grupo chikito. Interaccion bou di otro ta esencial. • Lo haci uzo di e siguiente construccion di les : a. Los curpa b. Ehercicio c. Tarea di actuacion d. Reflexion y evaluacion Evaluacion • E evalaucion aki lo contene e integracion di e evaluacion di e modulo di expresion teatral y e Modulo: ‘Het Zelf Presentacion di un situacion saka for di bida diario, unda ta presenta e ‘5 zelven’ cu ta ser trata den e module: ‘Het Zelf’. Den e presentacion aki mester por reconose e 5 diferente aspectonan di e ser humano (5 ‘zelven’). Ta importante pa trece na cla cu e 5 aspectonan (5 zelven) aki di e ser humano ta forma un unidad den un persona. Percura tambe pa tin un interaccion entre e aspectonan (zelven) aki den un persona of entre e personanan. Den e presentacion mester tin un desaroyo y un climax. Pa e presentacion aki ta haci uzo di vestuario, decor of di e espacio conscientemente uza. Hasi uzo tambe di e puntonan di atencion den reader y/of cu a bin dilanti den les. • Entrega di un relato cu ta describi e desaroyo/proceso cu bo a pasa aden a base di e lesnan di expresion teatral di por lo menos un A-4. • Entrega di un map cu tur e formularionan di reflexion • Un actitud habri pa siña y descubri, cu confiansa propio y suficiente inzet durante e modulo. • 80% presencia. Literatura Reader
Schedule di les pa siman Siman 1 Introduccion di modulo Wega di sera conoci Ehercicio pa kibra ijs y los curpa Ehercicio pa uza curpa na un forma exagera Duna forma na un experiencia inolvidabel na scol Reflexion riba presentacion Reflexion riba propio experiencia den les
Siman 2 Introduccion di e elementonan basico (ken, kico, unda y con) Ehercicio di los curpa Ehercicio pa perde berguensa Actuacion den duo, sin sa di antemano intencion di e otro actor Reacciona riba otro spontaneamente Atencion pa dearoyo di escena Reflexion riba e presentacionnan Reflexion riba propio experiencia den les
Siman 3 Ehercicio di los curpa Escena a base di improvisacion Sitio como punto di inspiracion (‘Unda’ como elemento basico) Atencion pa desaroyo di escena y climax Reflexion riba e presentacionnan. Reflexion riba propio experiencia den les
Siman 4, Uzo di decor como inspiracion pa yega na actuacion/escena Ehercisio cu stul Trahamento di construccion cu stul den duo Trahamento di construccion cu stul y mesa den grupo chikito Interpretacion di e construccionnan Uzo di e construccionnan na tur sorto di forma Actuacion cu y den e construccionnan Analisis di elemento visual (colo, movecion, ritmo, forma ect.) Reflexion riba les y propio experiencia
Siman 5 Desaroyo di personahe saliendo for di vestuario Scohemento di vestuario y bistimento Ehercicio con ta cana, move, mira, sinta, uza curpa den e vestuario specifico Actuacion di personahe den diferente situacion Reflexion riba propio experiencia den les Siman 6 Creacion di un escena combina algun aspecto teatral Siman 7 Lo determina esaki segun e necesidad di e grupo.
Schrijven Module Subtitel Periode Blok Docent Bijeenkomsten Studiebelasting Eindcijfer Urenverantwoording
: Schrijven 1.1 en 1.2 : Eigen schrijfvaardigheid op papier en bord. Schrijfdidactiek. : propedeuse : 1.1 en 1.2 : Mirto Nicolaas : 14 [7 per blok] : 1 stp [0,5 per blok] 40 uur = 1.5 ECTS : Gemiddelde van twee voldoende blokken. : - 7 colleges per blok x2= 14x 1.5= 21 uur - voorbereiding 14x1 uur 14 uur - evaluatie 5 uur
Inleiding: Methodisch schrijven, zowel op papier als op het bord, behoort tot de basisvaardig-heden van iedere leerkracht. We leren het de kinderen aan de hand van de methode die de school gekozen heeft. Daarnaast hoort een leerkracht te beschikken over een prettig ogend dictaatschrift/ handschrift. Dat gebruiken we vooral bij Bordschrijven, in rapporten en briefjes naar ouders. Centraal in deze module staat het voornamelijk door zelfstudie aanleren van een nieuw methodeschrift, namelijk dat van A.D. Kwast: een spits schrift met lange begin- en eindhalen. Het vormt een goed uitgangspunt voor het aanleren van alle methodes. Hierdoor wordt ook vooral aandacht besteed aan letters die doorgaans gemeen-schappelijk op de praktijkscholen gebruikt worden. Daarnaast leert de student het blokschrift. Voor het oefenen in blokschrift raden we hokjespapier aan: het is belangrijk dat het vierkante hokjes zijn! Schrijfmateriaal: Een vulpen met goede vingergrip en een fijne punt (bijvoorbeeld Stypen of Lamy) en een gelbalpen 0,5 mm van Pilot. (blauwe inkt!) Daarnaast gebruikt de student ook een vulpotlood van 0,4 mm. Beginsituatie Deze module is een eerste kennismaking met het schrijven als docent, maar ook het eigen handschrift staat centraal. Elke student heeft zo zijn eigen handschrift ontwikkeld en het is nu de taak daar methode /lijn in aan te brengen. Een hele uitdaging dus! Dat start al met het invullen van een instapdocument om een eigen beginsituatie vast te stellen. Dat document heet “Checklist signalering schrijven eigen vaardigheid”. Het ingevulde document met het deel handschrift op papier moet de student de eerste les kunnen overleggen. Leerinhouden:
Bordschrijven gebeurt vanaf de eerste praktijkdag. Het is dus belangrijk dat de student leesbaar en methodisch te werk kan gaan. Dat komt elke les terug. Er zijn speciale opdrachten die desgewenst op de stage uitgevoerd kunnen worden bij gebrek aan een schoolbord. Daarnaast is deze module een eerste aanzet tot de didactiek van het aan-vankelijk schrijven zoals die in het tweede jaar gegeven zal worden. Methodisch schrijven. In de bundel “Praktijkschrift” (1.1) en bundel “Schrijf-vaardigheid” (1.2) staan oefeningen die de student om de twee weken voor correctie en bijsturing zal meebrengen. Tijdens de werkcolleges krijgt de student telkens voor zelfevaluatie verschillende korte toetsopdrachten, zowel op papier als op bord. Bij elke toetsles schrijft de student een kritische evaluatie en benoemt concreet zijn/ haar eigen leerpunten (met gebruikmaking van items zoals weergegeven in de “Checklist signalering schrijven eigen vaardigheid”). Deze zelfevaluatie wordt verplicht uitgevoerd in dictaatschrift. Stage opdrachten. De student stuurt voor correctie en bijsturing tenminste 5 digitale foto’s op van een eigengeschreven tekst op een 1-vlaks bord. (blok 1.1 en 1.2) In blok 1.1 ontwerpt de student aan de hand van de ‘Vragenlijst praktijkschool’ een eigen bordschema, uitgevoerd op twee vellen zwart tekenpapier van A4 formaat. Het bordschema dient verrijkt te zijn met passende illustraties. In blok 1.2 stuurt de student stuurt naast de reedsgenoemde vijf foto’s, doch vóór het tentamen, nog een digitale foto op van een eigengeschreven en geïllustreerd bordschema uit een praktijksituatie. Dit telt mee met de eindevaluatie. Linkage: De Kwast methode fungeert als een schakel naar de methodes op de respectievelijke praktijkscholen. Bij het ontwerpen van eigen bordschema’s met teksten, illustraties en informatie naar de werkelijke praktijk toe, gebruikt de student leerinhouden uit de vakgebieden Beeldende Vorming, Taal en Rekenen. Door methodisch dictaatschrijven in één werk- of aantekenschrift uit een van de voornoemde vakgebieden, als een vereiste te stellen, wordt bij de student een daad-werkelijke betrokkenheid gestimuleerd. Doelstellingen: Kennisdoelen: De student kan gericht en beargumenteerd (met concrete items zoals benoemd in de checklist signalering) reflecteren op eigen en andermans werk. De student kan na elke les een kritische evaluatie uitvoeren en benoemt concreet zijn/ haar eigen leerpunten (met gebruikmaking van items zoals weergegeven in de checklist signalering schrijven eigen vaardigheid). De student kan de verschillende voor het schrijfonderwijs relevante fasen en domeinen in de ontwikkeling van het kind herkennen, benoemen en uitleggen. Vaardigheidsdoelen: De student beheerst het methodisch schrift op papier en het bord. (1.1 en 1.2)
De student beheerst het blokschrift op papier en het bord. (1.2) De student heeft een vlot, goed ogend en goed leesbaar eigen (dictaat)schrift dat in elk geval consequent, rechtshellend en verbonden is. De student schrijft in een goede zit-/schrijfhouding en met een goede pengreep. De student kan bij het opstellen van bordschema’s de ruimte dusdanig indelen, dat het schema inzichtelijk is voor de kinderen. De student past het methodisch schrift goed toe bij het uitwerken van een bord-schema. Houdingsdoelen: De student heeft plezier in bordschrijven en methodisch schrijven. De student is zich bewust dat zijn creativiteit tijdens de schrijfles een telkens kerende vereiste is. De student is zich bewust van zijn voorbeeldfunctie voor de kinderen. De student is bereid zich verder te bekwamen in het bordschrijven en handschrift-verbetering. Werkvormen: Tijdens het startcollege wordt de instaptoets ingeleverd en de routekaart ingevuld. Na het startcollege zijn er basiscolleges in het eerste blok waar alle aspecten van het schrijven aan bod komen. Het is de bedoeling dat de student zelf actief aan de slag gaat met de leerpunten uit het startcollege. Ontwerpen van een bordschema, inclusief de bijbehorende illustratie(s). Oefensessies; wekelijks laat de student de Oefenbundel en een werk- of aanteken-schrift uit het leergebied Taal met eigen dictaatschrift door de vakdocent paraferen. De student krijgt aan de hand van de opgestuurde digitale foto’s electronisch feedback van de docent. Toetslessen ter zelfevaluatie. Evaluatie: Voor deelname aan het tentamen dient de student: - tenminste 80% aanwezig geweest te zijn (voor zowel blok 1.1 als 1.2) - de praktijk opdrachten (gedateerde digitale foto’s) en zelfevaluatie opdrachten tijdig en volledig uitgevoerd en ingeleverd te hebben. (blok 1.1 en 1.2) - de ‘Praktijkschrift’ (blok 1.1) uiterlijk bij aanvang van het tentamen compleet afgewerkt ingeleverd te hebben. - de ‘Schrijfvaardigheid’-schrift (blok 1.2) uiterlijk bij aanvang van het tentamen compleet afgewerkt ingeleverd te hebben. - een digitale foto van een geïllustreerd bordschema uit een praktijksituatie in-geleverd te hebben. (blok 1.2) Tentamen bestaat uit: Blok 1.1: Schriftelijk tentamen didactiek; - Hoofdstukken 1 t/m 6 uit ‘Schrijven kun je leren’ van A.D. Kwast. - Readers Praktijk tentamen; - dictaatschrift op papier. (tempo schrijven)
- schrijven op het bord. (bordschema in methodisch schrift) Blok 1.2: Schriftelijk tentamen didactiek; - Hoofdstukken 7 t/m 12 uit ‘Schrijven kun je leren’ van A.D. Kwast. - Readers Praktijk tentamen; - dictaatschrift op papier. (tempo schrijven) - schrijven op het bord. (bordschema in methodisch en blokschrift) Literatuur: - ‘Het Bordschrift’ A.D. Kwast, , 6de druk 2005. Stichting Stylus et Cultura, Alkmaar. - ‘Schrijven kun je leren’ A.D. Kwast, 8ste druk 2006. Stichting Stylus et Cultura, Alkmaar. - “Pak je pen” Handschriftontwikkeling in de praktijk. Else Kooijman, Madeleine van Mierlo en Chiel Natzijl. 2008 Uitgeverij Cantal bv. Rosmalen. - Readers Stichting Schriftontwikkeling.
Muziek Programma Muziek Eerste leerjaar.
Blok I. 1 – I. 4
Schooljaar 2010 – 2011
Vak: Muziek Studielasturen: 60 uur Module: Muziek Theorie en Praktijk Lesbijeenkomsten: 32 van 1 ½ uur Blok: I. 1 – I. 4 Per blok 8 bijeenkomsten van 1,5 uur Docenten: R. Provence en M. Kock Voorbereiding = 1,5 uur Fase: Orientatiefase Evaluatie = 1,5 uur Studiepunt: 1.5 ________________________________________________________________________
Inleiding: In het kader van de kwaliteitszorg en gezien de behoefte die er bestaat om het huidige programma (vakgebied) op het IPA te reviseren, is het ook belangrijk om het huidige programma van muziek aan te passen in het curriculum van het IPA. In het kader daarvan hebben we getracht om een nieuw curriculum op te zetten waarbij de eerste jaar studenten het hele jaar muzieklessen volgen. Het is belangrijk dat er een continuïteit is in het proces en dat de studenten regelmatig de muzikale theorie en praktijk kunnen oefenen. Muziekonderwijs, betekent de basis elementen van muziek kennen oftewel de elementen die het muziek structuur vormen. Muziek leren en begrijpen is een cognitieve activiteit, met speciale karakteristieken die conrete en goede pedagogische handelingen vergt.
Beginsituatie: De student heeft over het algemeen in zijn / haar vooropleiding maar weinig kennis, inzicht (cognitief gebied) en vaardigheden opgedaan wat betreft theorie en praktijk op muzikaal gebied wat de basis is voor elke creatieve activiteit. Dit is heel belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling van elk individu.
Leermiddelen: Modules, theorie en praktijk, die samengesteld zijn aan de hand van verschillende boeken uit onderstaande literatuurlijst. Keyboards en ritmische percussie instrumenten.
Linkage: Deze module sluit aan op de module van het tweede leerjaar waar de studenten een vervolg van muziek theorie en praktijk zullen krijgen. • Tevens ontwikkelen de studenten hun kennis op het gebied van de methodes voor kinderen. • De studenten maken kennis met de verschillende educatieve materialen ( zoals verschillende kinderliedjes) • De studenten maken kennis met verschillende muziek methodes en kunnen dit ook toepassen bij de lessen ( Orff, Kodaly, Dalcroze)
Praktijkopdrachten: In Blok I.4 wordt een workshop aangeboden aan de studenten. Tijdens deze workshop wordt de opgedane muzikale kennis van de studenten verwerkt in verschillende muzikale vaardigheden, werkvormen en lesplannen die in de praktijk samen met de leerlingen uitgewerkt worden.
Doelen: Algemene Doelen: 1. 2. 3.
De student doet inzicht, kennis en vaardigheden op muzikaal gebied op zowel theoretisch als praktisch. De student ontwikkelt een open en kritische houding m.b.t. de waarde van de muzikale vorming in het onderwijs en het muziekgebeuren (muziek kunnen waarderen) De student ontwikkelt eigen vaardigheden en kan hierdoor instrumenten creatief gebruiken om zich muzikaal te uiten.
Specifiek Doelen: -
De student beheerst de basis kennis van de muziek theorie De student kan eenvoudige ritmische elementen en combinaties uitvoeren. De student ontwikkelt zijn/haar muzikaal gehoor. De student heeft inzicht in de functie van muziek en in de waarde van muzikale vorming op school.
Werkwijze: De studenten krijgen elke week theoretische basis elementen van muziek aangeboden, die tevens ook getraind wordt tijdens de lessen.
Verder worden er oefeningen gedaan om het muzikaal gehoor te ontwikkelen en verschillende ritmische patronen (oefeningen) worden uitgevoerd om zodoende hun muzikale vaardigheden te vergroten. De werkvormen die tijdens deze module aangeboden worden zijn: a.) Vocale technieken oefenen aan de hand van intervallen. (te zingen). b.) Ritmische oefenigen uitvoeren en toepassen in speelstukken. c.) Musiceren op kleine keyboards om de verschillende tonen, intervallen en toonladders te oefenen. d.) Melodie- en ritmepatronen herkennen, vergelijken en kunnen uitvoeren. e.) Auditieve ervaringen herkennen en beschrijven.
Evaluatie: • • • •
Minimaal 80% aanwezigheid tijdens de les Actieve deelname aan de lessen Schriftelijke toets Praktische toets
Literatuur: Een lijst met vakliteratuur die in de module gebruikt wordt: Het eerste jaar: waar muziek theorie de basis is voor de persoonlijke ontwikkeling. gebruik gemaakt van de volgende vakliteratuur: • Eenvoudige Algemene Muziekleer / Bernard Nelleke • Beknopte Praktische Muziektheorie / R.L Williams Ph.D • The AB guide to music theory / Eric Taylor • Noot voor noot / Janet Leiblum • Prima Vista, Ritmische Vorming (volumen 1) Frank van den Berg • Algemene Muziektheorie A / Interactieve methode / Frans Frijns • Music Theory in practice Grade 1 / Eric Taylor • El camino de la Musica Libro 1 / Diana C. de Abreu • Sing a Song at sight / Joseph Curatilo, Richard C. Berg, Marjorie Farmer • Studying Rhythm / Anne Carothers Hall
Er wordt
Movecion y Salud Module Vak Periode Specialisatie Docenten Studiebelasting Urenverantwoording - aantal colleges/begeleidingsuren - voorbereiding praktijk - theorie voorbereiding en tentamen
: Het Bewegingsonderwijs : Bewegingsonderwijs : I.1 en I.2 : Oriëntatiefase : Maximo Wernet en Peter Simon :1 stp (= 1.5 ECTS) :21 uur voor blok I en II (10.5 per blok) :19 uur (verdeeld over blok 1 en 2)
Inleiding De module “Het Bewegingsonderwijs” heeft als doel om studenten te introduceren in het doel en belang van het leergebied Movecion Y Salud. De inhoud van het programma werd in samenwerking met De Wit gele kruis en ISAM gedaan om de nodige kennis, vaardigheden en houding te krijgen. De Module is over 2 blokken verspreid, waarbij het aantal bijeenkomsten voor zowel blok I als blok II 7 zijn. Voor het afsluiten van de module wordt de kennis, vaardigheden en houding aan het eind van elke blok geevalueerd.(zie evalutie vorm)
Beginsituatie De studenten hebben op de basisschool en voortgezet onderwijs kennis gemaakt met het vak Gymnastiek waarbij zij binnen een aantal domeingebieden lessen hebben gehad. Grotendeels van de studenten hebben weinig tot geen theorie over het belang en doel van het vormingsgebied “Movecion y Salud” gehad. Leerinhouden Doel, belang en plaats van “Movecion y Salud” Terminologische aanduidingen Uitgangspunten voor de ordening van het betekenisgbieden Praktijkvoorbeelden binnen de betekenisgebieden van Spel en Turnen Het bepalen van je eigen beginsituatie voor wat betreft het conditionele aspect Het meten van de bloeddruk, glucose, Cholesterol en Trigliceride
Doelen Kennisdoelen • De student heeft kennis over doel en belang van “Movecion y Salud” • De student heeft kennis over het fundamentele niveau waarbij hij/zij verbanden kan leggen tussen de verschillende componenten (mens- maatschapopvatting, bewegingsopvatting en bewegingscultuur) • De student heeft kennis over het vakdidactisch niveau waarbij de relatie tussen de verschillende componenten wordt gelegd in het DA Model van Van Gelder • De student heeft kennis over wat de consequenties kunnen zijn van de metingen Vaardigheidsdoelen • De student • De student is in staat om binnen het turn- onderdeel: rechtstandige sprong m.b.v. een mintramp uit te voeren, ringzwaaien (strekhangzwaai en halve draai) • De student is in staat om binnen het spel één activiteit van de bewegingscultuur per betekenisgebied te laten zien • De student is in staat om een aantal activiteiten te doen op het niveau van de basis school leerlingen • De student is in staat om één van vier praktijk test- onderdelen met een positief resultaat te laten zien • De student is in staat om een eenvoudige test van de BMI uit te voeren • De student is in staat om haar/zijn hartfrequentie in rust en tijdens een belasting te kunnen bepalen volgens twee methode Houdingsdoelen • De student ontwikkeld het nodige zelfvertrouwen voor het vak • De student staat open voor nieuwe visie over “Movecion y Salud” • De student ontwikkeld een positieve instelling tijdens de colleges en praktijk testen Werkvormen Tijdens de lessen wordt over het algemeen de volgende didactische werkvormen gehanteerd: Instructie, interactie, samenwerkingsvorm, en/of opdrachtenvorm. Evaluatie Om deze module te kunnen behalen dient de student aan de volgende criteria te voldoen Voor blok I • 80 % aanwezigheid • Een test naar keuze uitvoeren (zie normtabel ) • Een verslag inleveren (verslag criteria wordt in de tweede les uitgedeeld) • Een positieve houding tijdens de lessen vertonen • Zowel de resultaten van het verslag als praktijk moeten gelijk of groter zijn dan 5.5
• • • • •
Voor blok II 80 % aanwezigheid Tentamen (Gesloten boek tentamen) Een lesvoorbereiding inleveren Een positieve houding tijdens de lessen vertonen Zowel de resultaten van de theorie als praktijk moet gelijk of groter zijn dan 5.5
De Beroepshouding wordt op het volgende manier geëvalueerd; - Presentie lijst - Participatie tijdens de lessen - Op tijd aanwezig zijn - Kleding Literatuur Reader samengesteld door onderstaande literatuur • T. van den Berg, M. van Berkel, C. Hazelebach, A. Kuipers, 2003 tweede druk, Werkboek bewegingsonderwijs voor de basisschool, Baarn HB uitgeverij • H.M.P.G. van der Loo, 2000 vijfde druk, Lichamelijke Opvoeding op de basis school, Groningen Wolters –Noordhof • Human Kinetics, 2005 2nd ed. Physical Education for Lifelong Fitness • Werkgroep Groels, Bewegen en didaktiek, uitgeverij Wolters-Noordhof Groningen
Rekenen en wiskunde Module : Rekenvaardigheid Periode (jaar/blok) : I.1 Specialisatie : Propedeuse Docent(en) : Martin Godoy Studiebelasting (1 stp=40 uur): 1 stp (1.5 ECTS) Urenverantwoording : − aantal colleges/begeleidingsuren − voorbereiding voor bijeenkomsten (huiswerk e.d) − voorbereiding voor evaluatie evaluatie (eindopdrachten, tentamen, presentatie)
: 10,5 uur (7 x 1,5) : 21 uur : 7 uur : 1,5 uur
Inleiding Rekenen is een levenstaak. In de basisschool wordt het vak reken/wiskunde samen met het vak taal/lezen beschouwd als kernvakken. Samen krijgen zij ongeveer 40% van de beschikbare onderwijstijd. Als leerkracht primair onderwijs wordt verwacht dat men beschikt over voldoende eigen rekenvaardigheid. Dit betekent dat men geen moeite heeft met de reken- en wiskundeopgaven die op de basisschool in de zesde klas (groep 8) worden gegeven. In deze module wordt er tijdens de colleges aandacht besteed aan oplossingsstrategieën. In de klas, op de basisschool gebruiken kinderen eigen oplossingsstrategieën om opgaven op te lossen. Een (toekomstige) leerkracht zou de verschillende invalshoeken moeten kunnen anticiperen. Reden genoeg om de student te confronteren met meerdere manieren om rekenproblemen te kunnen aanpakken. Dit wordt voornamelijk gedaan door de verschillende aanpakken van medestudenten bekend te maken.
Beginsituatie Studenten hebben bij aanvang minimaal een MBO / HAVO-diploma met of zonder wiskunde in de examenvakken. Vaak hebben eerstejaarsstudenten rekenonderwijs op de mechanistische (traditioneel) manier gekregen.
Leerinhouden Leerstofgebieden die aan bod zullen komen zijn: 3 Basisvaardigheden Rekenen (getalbegrip, cijferen en andere algorithmen) 3 Verhoudingen en procenten 3 Breuken en kommagetallen 3 Meten en meetkunde, (oriëntatie in ruimte en tijd) 3 Diversen (grafieken, statistiek en zakrekenmachine)
Linkage • aansluiting met andere modules binnen en buiten het vakgebied Vanaf ‘Rekenvaardigheid’ (I.1) gaat men er van uit dat alle rekendomeinen beheerst worden. Dit vormt de basis en uitgangspunt bij alle reken-wiskundemodulen in jaar 1, 2 en 3. Gebrek aan eigen vaardigheid wordt ervaren als een belemmering voor het kunnen volgen van de andere reken-wiskundemodulen. • Praktijklink (aansluiting met de praktijk) Zonder deze fundering zal de student minder optimaal kunnen functioneren in de praktijk en daaraan gerelateerde modulen.
Leerdoelen Kennisdoelen • De student(e) weet voor welk van de onderwerpen hij/zij meer aandacht nodig heeft. • De student(e) kan aantonen dat hij/zij de leerdoelen van het basisonderwijs bereikt heeft aan het eind van het blok. Vaardighedendoelen • De student(e) kan verschillende oplossingsstrategieën toepassen bij de verschillende rekenproblemen. • De student(e) kan zelf controleren of gebruikte strategieën correct toegepast worden. • De student(e) herkent rekenproblemen uit het dagelijks leven en hanteert daarbij een natuurlijke aanpak met inzet van een gezond verstand. • De student(e) kan een tijdsplanning gebruiken om zich voor te bereiden op de evaluatie. • De student(e) wordt in de gelegenheid gesteld tot zelf construeren, reflecteren en uitleg te geven. Houdingsdoelen • De student(e) creëert een kritische blik op zijn / haar benadering van het vak • De student(e) ontwikkeld in groepsverband, toenemende motivatie en interesse voor het vak • De student(e) ontwikkelt het nodige zelfvertrouwen voor het vak. • De student(e) is probleemgeoriënteerd, betrokken en werkt onder eigen verantwoordelijkheid.
Praktijkopdrachten n.v.t
Werkvormen Naast centrale instructiemomenten wordt er voornamelijk in groepjes gewerkt. De groepen van ca. 5 studenten krijgen elk een begeleider voor individuele hulp bij rekenproblemen.
Evaluatie Het schriftelijk tentamen zal plaatsvinden in de evaluatieweek. De leerstof die getoetst wordt is de leerstof uit genoemde literatuur en colleges. Thuisopdrachten worden niet beoordeeld, maar dragen bij als voorbereiding op het tentamen. Verder is de 80%-regeling van kracht Let op: de eigenschap van deze cursus ligt in de mate van interactie. Reflectie op interactie beslaat een groot gedeelte van het tentamen. Herkansing van deze module geschiedt in lesweek 2 van blok 2. Terugrapportage Geschiedt in lesweek 1 van blok 2.
Literatuur •
Jos van den Bergh, Petra van den Brom-Snijders, Marijke Creusen en Jan Haarsma, 2005, Rekenwijzer, Utrecht /Zutphen, ThiemeMeulenhoff. Hand-outs
Programmaboek blok 1 Tweede leerjaar
Studiejaar 2 - blok 1 Vak Psychologie
docent DG GK
Beeldende Vorming
Spec. Module naam beide Sociaal Emotionele Ontwikkeling 4-8 Het scheppen van een goed pedagogisch onderwijsleerklimaat 6-12 Klassenmanagement en leerklimaat 4-8 Mi propio material pa lesa y skirbi 6-12 Voorbereidend en aanvankelijk lezen en schrijven Beide Adkisicion y desaroyo di idioma 4-8 Scucha y Papia 6-12 Beide Imagen y comunicacion
Muziek
Beide Muziek theorie en praktijk
Hende y Comunidad
4-8
Onderwijskunde
pag 43 47
CH GG JLM
50 53 56
JLM/GBG CG JLM FL
59 62 65 68
RP/MKG
72
Vakdidaktiek 1: activiteiten voor de onderbouw** Hende y Comunidad 6-12 Vakdidaktiek 1 Indiaans Aruba in klas 3 en 4 ** Gezondheidseducatie Beide Gezondheidseducatie op de basisschool
RH
75
Spiritualidad
GG
76
MG
79
Papiamento Talen Talen Papiamento
Rekenen en wiskunde
Beide Het gebruik van bijbelverhalen binnen Spriritualidad Beide Leerlijn Rekenen
** Deze modules worden ingevuld met de CENSO 2010 activiteiten
Psychologie Module Periode Specialisatie Docent Studiebelasting Urenverantwoording
Sociaal Emotionele Ontwikkeling : II.1 : Beroepsgerichte fase , 4-8 en 6 -12 : Diana Goedhoop : 1 studiepunt (40 uur = 1,5 ECTS) : begeledingsuren : 10½ uur Voorbereiding voor bijeenkomsten : 21½ uur Voorbereiding/evaluatie eindopdracht: 8 uur
Inleiding In deze module staat het bevorderen van het sociaal-emotioneel leren (SEL) in de klas centraal. Onderwijs beperkt zich niet alleen tot cognitieve processen. Ook sociale processen (groepsprocessen, peers, interactie leerkracht-leerling enz.) en emotionele ontwikkeling bepalen zeer sterk het verloop van het onderwijsleerproces. Belangrijk is dan ook voor komende leerkrachten om hier adequaat op in te kunnen spelen. Allereerst is het van belang een veilig klimaat in de klas te kunnen creëren. Een klimaat waarin kinderen worden uitgenodigd om te leren en zich te ontwikkelen. In de tweede plaats kan de instructie op sociaal – emotionele processen worden afgestemd (afstemmingstheorie uit module cognitieve ontwikkeling). Het kunnen inspelen op individuele behoeften neemt daarbij een belangrijke plaats in. In de derde plaats is het zaak om binnen de verschillende lessen aandacht te kunnen schenken aan sociale- en emotionele processen als wezenlijk onderdeel van het dagelijks leven in onze (wereld)samenleving. Beginsituatie De studenten hebben in het eerste leerjaar al kennis gemaakt met de algemene ontwikkelingspsychologie en persoonlijkheidsleer. Ook de sociale en emotionele ontwikkeling zijn daar kort aan de orde geweest. In het eerste jaar hebben de studenten ook geleerd te reflecteren op hun eigen gedrag en op hun eigen ontwikkeling. In de praktijkklas zijn de studenten geconfronteerd met het belang van het helpen stimuleren en begeleiden van de sociaal –emotionele ontwikkeling. Aangezien pas de laatste jaren wereldwijd het belang wordt ingezien van stimulering van de sociaal-emotionele ontwikkeling binnen het onderwijsprogramma, hebben de studenten relatief weinig kennis hierover. Leerinhouden • gedragsproblemen en sociaal-emotionele ontwikkeling
• • • • • • •
sociale – en emotionele vaardigheden beloning- en complimentensysteem emotionele intelligentie ervaringsgerichte dialoog omgaan met verdriet, verwerking van emoties sociaal-emotioneel spel sociaal-emotionele leerdoelen
Linkage Met deze module over de sociale en emotionele ontwikkeling gaan we in het 1e blok van het tweede leerjaar in op het thema ’Visies op ontwikkeling’. In blok 2 wordt het thema vervolgd met de module cognitieve ontwikkeling. De module sluit nauw aan bij de modules van het eerste leerjaar die betrekking hadden op de algemene ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling. In deze module wordt bij specialisatie 4-8 jarigen samengewerkt met het vak Scienca Social. Bij Scienca Social zullen de studenten gebruik maken van de sociale- en emotionele ontwikkelingstheorieën en vaardigheden die de module aanbiedt, om samen met het kind in een emotioneel vrije klassensfeer de buurt, de omgeving te verkennen. Praktijklink De studenten staan stil bij hun eigen emotionele ontwikkeling en krijgen de kans te werken aan verwerking van eigen sociaal- emotionele problemen. In de praktijkklas wordt d.m.v. spel en het geven van positieve feedback een sfeer gecreeerd waarin de leerlingen in de klas zich vrij voelen en zich leren uiten op sociaal en emotioneelgebied.
Leerdoelen Kennisdoelen Aan het eind van deze module: • kan de student het verschil tussen en de samenhang met de cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling aangeven • kan de student het verloop van de sociaal-emotionele ontwikkeling bij kinderen van 4-12 jarigen aangeven • kan de student zijn/haar eigen sociaal-emotionele ontwikkeling bespreekbaar maken • kan de student het belang aangeven van een optimale sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind voor het onderwijsproces en het individuele leerproces en kan de student punten opnoemen om die te stimuleren in de klas • kent en herkent de student sociale processen in een klas (inclusief eigen klas op het IPA) Vaardigheidsdoelen Aan het eind van deze module: • kan de student empatisch reageren op verschillende emoties bij kinderen:
•
kan de student reflecteren op zijn eigen gedrag en op dat van anderen en kan in dat laatste geval anderen daarover op een goede manier feedback geven: • kan de student de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen in de praktijkklas stimuleren en begeleiden d.m.v. een complimenten- en beloningssysteem of een zelf gemaakt spel en het werken aan een ervaringsgerichte houding in de klas. Houdingsdoelen Aan het eind van deze module • is de student bereid een sociaal emotioneel klimaat in de klas te scheppen waarin de leerling zich emotioneel vrij voelt • is de student in staat empatisch gedrag te vertonen, zowel in de klas op het IPA als in de praktijk klas • is de student bereid stil te staan bij de eigen sociaal-emotionele ontwikkeling en die te verbeteren Praktijkopdrachten Blok II.1 specialisatie 4-8 en 6-12 • Ga samen met je duo (en mentor) in de praktijkklas na hoe je een sfeer kan scheppen waarin de lln. zich sociaal en emotioneel vrij(er) kunnen voelen en voer de gekozen werkwijze uit gedurende de stageperiode. • Ontwerp met je duo een gezelschapsspel waarin sociaal-emotionele aspecten naar voren komen. Voer dit spel uit in je stageklas Werkvormen Er wordt zowel individueel als in groepen van maximaal 4 studenten gewerkt. In deze module worden theoretische concepten en uitgangspunten verwerkt door middel van opdrachten. Er wordt ook gevraagd te reflecteren op eigen gedrag en ontwikkeling. Van de student wordt veel eigen inbreng verwacht tijdens de bijeenkomsten. Ook werkvormen als presentaties, verslagen, instructie en informatie van de docent worden gehanteerd. Evaluatie • 80% aanwezigheid • voldoen aan thuisopdrachten • voldoende participatie tijdens de bijeenkomsten • bijhouden logboek sociaal-emotionele leerdoelen • sociaal- emotioneel verbeteringssysteem • ontwikkeling spel en verslaglegging
Literatuur Reader sociaal-emotionele ontwikkeling
-
Beemen van L., 2001, Ontwikkelingspsychologie, Wolters-Noordhoff, Groningen, Sociale cognitie en sociaal gedrag blz. 203-223, Sekserollen blz. 225-241, School en peergroep blz. 261-276 Faber S. & Steenstra H., 1995, Wat doen we eraan? Gedragsproblemen en sociaalemotionele ontwikkeling bij 4-12 jarigen, Intro, Baarn, Begripsafbakening blz. 19-32, Sociale vaardigheden blz. 33-44, Leren probleem oplossen blz. 59-76 Ferre Laevers, Peter van Sanden, 1992, Basisboek voor een ervaringsgerichte kleuterpraktijk, reeks kleuteronderwijs, nr. 1, centrum voor ervaringsgericht onderwijs v.z.w., Leuven, De ervaringsgerichte houding en dialoog, blz. 89 -119 Janssen H.(ed), 1999, Gedrag- en werkhoudingproblemen & zorgverbreding, Sonopleidingen, Eindhoven, Kinderen met verdriet blz. 285-294 & Programma’s voor sociaal- emotionele vorming, blz. 313-324 Wonders A. & Wouters M., 2001, Omgaan met verdriet. Levensbeschouwelijke vorming, Fonty’s, Pabo Eindhoven
Onderwijskunde 4-8 Module
“Het scheppen van een goed pedagogisch onderwijsleerklimaat” Sector : Pedagogiek; vakonderdeel onderwijskunde Periode : II.1 Specialisatie: 4-8 Ontwikkelaars/docenten : Lilian Felter & Glenda Krozendijk ( herschreven door Glenda Krozendijk (KR), augustus 2008) Studiebelasting : I stp=1.5 ECTS ( 40 uur ) : 10.5 uur ( contacturen ) : 14.5 uur ( literatuurbestudering ) : 15.0 uur ( werkopdrachten i.c stageopdrachten )
Inleiding De persoon van de leerkracht speelt een belangrijke rol bij het scheppen van een gunstig pedagogisch leerklimaat. De leerkracht moet een zodanige sfeer creëren in de klas, dat de kinderen zich veilig en geborgen voelen. De leerkracht stelt zich open voor de behoefte van elke leerling en sluit zo goed mogelijk aan de ervaring-en belevingswereld van het kind. Hij is degene die de kinderen moet vooruitbrengen in hun ontwikkeling. De ontwikkeling van een kind hangt sterk af van de sfeer die er op school, in de klas en tussen hem en de leerkracht is. De ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen worden bepaald door twee krachten: de mogelijkheden van de kinderen zelf en de invloed van de omgeving. De leerkracht is zich bewust dat elke woon/leefsituatie haar eigen kenmerken heeft en dat de wijze waarop ouders met hun kinderen omgaan en hun kinderen opvoeden nooit geheel identiek is. Het is belangrijk dat de leerkracht deze verschillen erkent en zijn handelen daarop afstemt. In deze module behandelen wij onder andere : het pedagogisch klimaat, de pedagogische relatie, de persoon van de leerkracht bij het creeren van een gunstig leerklimaat, de invloed van de sociale omgeving op het klimaat in de klas, de aspecten die van belang zijn bij het creëren van een goed pedagogisch leerklimaat. Ook het begrip veiligheid zal de nodige aandacht krijgen. Ook zullen de studenten op een kritische manier kijken naar hun eigen pedagogisch handelen. Beginsituatie onderwijskundige, opvoedkundige, algemene en vakdidactische modules. Zij hebben stage gelopen ( orientatie ) in de kleuterschool en op de lagere school. Zij hebben enigzins de sfeer en het klimaat op de verschillende scholen en in de klassen kunnen proeven. De studenten hebben
verschillende opvattingen over opvoeden behandeld. Zij hebben enigszins gereflecteerd over hun rol als opvoeder. De studenten kunnen eenvoudige lesvoorbereidingen maken. In het 1e jaar moesten de studenten een kind met leerproblemen en een kind met gedragsproblemen in de klas observeren en een verslag hierover schrijven De studenten kennen de doelen uit het schema BASISONTWIKKELING.
Leerinhouden Wat verstaat men onder een gunstig onderwijsleerklimaat? Op welke wijze kan je als leerkracht werken aan een positief pedagogisch klimaat? De wijze waarop klimaat en organisatie elkaar beinvloeden De persoon van de leerkracht bij het creeren van een gunstig klimaat De invloed van het buitenschoolse leven op het klimaat in de klas De benadering van het individuele kind De benadering van de groep De samenwerking tussen de kinderen onderling. Aspecten die van belang zijn bij het creëren van een goed pedagogisch leerklimaat. Het begrip Veiligheid. Eigen pedagogisch handelen. Leerdoelen Kennisdoelen • De student kent het belang van een gunstig onderwijsleerklimaat • De student kent de aspecten die van belang zijn bij het creëren van een goed pedagogisch onderwijsleerklimaat. • De student kan verwoorden hoe het buitenschoolse leven invloed heeft op het leerklimaat in de klas. • De student kent het begrip “veiligheid” op school. Vaardigheidsdoelen • De student kan in eigen woorden uitleggen wat er wordt verstaan onder een goed pedagogisch leerklimaat. • De student kan uitleggen en voorbeelden geven van factoren buiten de school die het leerklimaat negatief kan beinvloeden. • De student kan een positief pedagogisch leerklimaat scheppen op school, door de beginsituatie goed te onderzoeken. • De student kan met verschillen omgaan en kan zijn pedagogisch handelen daarop afstemmen. Houdingsdoelen • De student is bereid om kritisch te kijken naar zijn eigen pedagogisch handelen en waar nodig deze te verbeteren. • De student is bereid te werken aan een positief pedagogisch leerklimaat.
Evaluatie 80% aanwezigheid Deze module wordt afgesloten met een toets ( essay ). De studenten mogen de uitgedeelde literatuur, aantekeningen en ander relevant literatuur gebruiken tijdens het uitwerken van de essay.
Literatuur Meer dan onderwijs, theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Eddy Alkema, Ellis van Dam en anderen. Klassemanagement in de onderbouw, drs. Ivonne Leenders. ( 1999 ). Bewust omgaan met kinderen, De Gordonmethode, Dr. Thomas Gordon Noel Burch
Onderwijskunde 6-12 Module Blok: Vak: Specialisatie: Docent: Studiebelasting:
Klassenmanagement en leerklimaat II.1 Pedagogiek 6-12 Chela Hato (ontwikkeld door Drs. Emy Maduro) 1 punt (40 uur) Contacturen: 7 keer 1,5 = 10,5 u Toets: 3 uur Opdrachten: 12 uur Literatuurstudie: 14,5 uur
Inleiding Het op gang brengen en onderhouden van leerprocessen eist van leerkrachten dat zij een aantal essentiële vaardigheden beheersen. In eerste instantie liggen die vooral op het gebied van het scheppen van een veilig en stimulerend leerklimaat in een klas. Een leerkracht dient te beschikken over een repertoire aan middelen om zowel individuele kinderen als een groep leerlingen als geheel te ‘sturen’ op een wijze die een veilig leerklimaat in stand houdt. In deze optiek noemen we de leerkracht ook een ‘manager’ van de klas. Middelen die bij het klassemanagement ingezet worden liggen op het gebied van preventie en intreventie. Met preventie gaat het niet alleen om het scheppen van een veilig leerklimaat maar ook om de beheersing van de vaardigheid om een les goed te structureren en organiseren in al haar facetten. Een onvoldoende doordachte les kan als het ware ordeproblemen provoceren die vragen om ingrijpen van de leerkracht: interventie. De vaardigheden die in deze module verworven dienen te worden hebben vanzelfsprekend sterk te maken met de eigen opvattingen van de student over wat er onder een veilig leerklimaat verstaan wordt, en over hoe en op welk moment van preventieve, dan wel interventiemiddelen gebruik moet worden gemaakt. Leerinhouden - uitleg van het begrip klassemanagement - het herkennen van klassesituaties die vragen om managementhandelingen - verkennen van preventieve en interventieve maatregelen - het stilstaan bij het eigen gedragspatroon en de effecten die dit kan hebben op een klas
-
het leren formuleren van correcte en duidelijke boodschappen naar leerlingen toe
Linkage Binnen het vakgebied heeft deze module aansluiting op: • 2.2. Het kiezen van didactische werkvormen en • 2.3 Evaluatievormen Praktijklink Bij het lesgeven heeft de student steeds een andere klas in een andere regio. Dit brengt met zich mee dat de groepen verschillend zijn. De student krijgt in deze module de nodige elementen om in te kunnen spelen op de behoeftes en noodzaken van verschillende groepen. Er wordt ingegaan op zaken zoals de balans tussen vrijheid en sturing die voor een bepaalde groep de optimale combinatie is. Praktijkopdrachten Twee lesuren observeren van de stagementor en een kor verslag hiervan te maken aan de hand van ingrepen die te maken hebben met klassemanagement. Deze observaties dienen teruggekoppeld te worden aan de literatuur. Beginsituatie De studenten hebben in het eerste jaar kennis gemaakt met de verschillende didactische termen en hebben zich met name verdiept in het beschrijven van een gedegen beginsituatie met daaraan gekoppelde onderwijsdoelen. Verder hebben ze zich in het vorige blok (I.4) verdiept in de beschrijving van een speciaal kind, en hebben ze in blok I.3 stilgestaan bij de beschrijving van een kind met gedragsproblemen in de klas. Algemene doelen Aan het eind van de module: - Is de student zich bewust van het belang van het scheppen van een goed leerklimaat - Beschikt de student over kennis en vaardigheden om het klassemanagement effectief te realiseren. Specifieke doelen Kennisdoelen - De student kan de relatie leggen tussen de doelen uit het schema basisontwikkeling en een goed leerklimaat. - De student kan de kenmerken van een goed leerklimaat beschrijven. - De student kan enkele technieken van effectief klassemanagement uitleggen. - De student kan het verschil uitleggen tussen preventieve en interventieve maatregelen. - De student kan het verschil uitleggen tussen een pedagogisch klimaat in de klas dat zich richt op coöperatie en een klimaat dat zich richt op competentie. Vaardigheidsdoelen
-
De student kan “ik boodschappen” formuleren. De student kan aan de hand van casussen een aantal klassemanagement technieken toepassen. De student kan aan de hand van een lesvoorbereiding preventieve maatregelen plannen
Houdingsdoelen - De student kan de eigen mening verwoorden over wat een goed leerklimaat is en deze opvatting onderbouwen met steekhoudende argumenten. - De student kan op basis van deze argumenten gevolgen trekken voor zijn/haar gedrag. Werkwijze tijdens de lessen Tijdens de contacturen wordt er gebruik gemaakt van de eigen ervaringen en reeds aanwezige kennis van de student. Dit gebeurt aan de hand van interactievormen zoals gesprekken en discussies. Naar aanleiding hiervan wordt een korte introductie van theorie over het betreffende onderwerp gegeven, daarna wordt de opgedane kennis toegepast aan de hand van oefeningen en opdrachten. De vorm en organisatie van de lessen zal een voorbeeld zijn voor de manier waarop studenten tijdens hun stage hun eigen lessen kunnen organiseren en structureren. Evaluatie Om deze module met succes af te ronden moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: 1. 80% aanwezigheid. 2. Het uitvoeren van verplichte opdrachten die in de bijeenkomsten gegeven worden. 3. Het maken van een eindopdracht. 4. Het maken en een voldoende behalen voor de eindtoets tijdens de evaluatieweek. Gebruikte literatuur Een reader met een keuze van hoofdstukken uit relevante literatuur.
Papiamento 4-8 Modulo Periodo Materia Sector Specialisacion Docente Peso di estudio
Mi propio material pa lesa y skirbi : II.2 : Papiamento : Idioma : tur : Gregory Goedgedrag : 1 punto - 40 ora ora di contacto : 7x1,5= 10,5 ora tarea pa cada siman : 7x1,5= 10,5 ora tarea di evaluacion : 9 ora literatura : 10 ora
Introduccion Un di e tareanan di e maestro nobo ta duna les na un manera responsabel na Papiamento. Den cuadro di esei e mester por traha material na Papiamento, entre otro texto pa e diferente materianan. Hopi biaha sa resulta, cu e scol no tin suficiente material adecuado na Papiamento, por ehempel pa e tema cu e maestro kier trata. Esei kier men, cu e maestro mester traha, adapta of traduci texto. Pa por haci esaki na un manera responsabel, e maestro mester domina algun habilidad. Diferente di e habilidadnan ei ta topico di e modulo aki. Situacion inicial E studiante a cera conoci caba cu e ortografia di Papiamento, cu e reglanan principal di gramatica di Papiamento y cu literatura infantil y hubenil na Papiamento. E studiante ta bon na haltura di e aspectonan importante di innovacion di enseñansa, specialmente relaciona cu Papiamento. Meta general Na final di e modulo • e studiante tin un miho dominio di e idioma nacional Papiamento • e studiante ta capas di traha texto adecuado na bon Papiamento pa su les. Meta cognitivo • E studiante ta conciente di e balor di bon uzo di Papiamento. • E studiante conoce e reglanan gramatical di Papiamento. • E studiante conoce e reglanan ortografico di Papiamento.
• •
E studiante por huzga calidad di texto segun cierto criterio. E studiante sa cu idioma ta parte esencial di tur materia na scol
Meta di abilidad • E studiante ta formula corectamente. • E studiante por reconoce eror gramatical y por coregi esaki. • E studiante por usa e reglanan ortografico corectamente. • E studiante por haci uzo di elemento stilistico den su textonan • E studiante ta haci uzo di e strategianan di scucha y lesa. • E studiante ta haci uzo di e strategianan di skirbimento. • E studiante por produci diferente sorto di texto pa uzo na scol, pa diferente materia. • E studiante por reflexiona riba su idioma. Meta di actitud E studiante ta • dispuesto pa coregi su mes y pa acepta comentario di otro. • dispuesto pa yuda otro pa yega na bon uzo di Papiamento. Contenido • Profundisacion y ampliacion di conocemento y dominio di idioma Papiamento den tur su aspectonan gramatical, ortografico y stilistico cu ehercicio y tarea • E strategianan di lesamento • E strategianan di skirbimento • Diferente sorto di texto • Relacion idioma Papiamento y e otro idiomanan na scol • Atencion pa texto y idioma den tur les di scol preparatorio y basico Forma di traha durante e modulo Despues di a trata e ortografia na un forma skematico, ta introduci pa cada les un tema/topico, rond di cua ta trata diferente aspecto di e idioma. Na final di cada les e studiante ta haya e tarea pa traha un texto relaciona cu e tema/topico. Un parti di e tarea aki e tin di haci pafo di e oranan di contacto. E aporte y participacion activo di studiante ta hopi importante. E studiante mester cuminsa na tempo cu e texto pa evaluacion final. Evaluacion E studiante mester cumpli cu e siguiente exigencianan: • Presencia: minimo 80% • Trahamento y entrega di e tareanan; ta registra esaki. • Ta entrega un minimo di dos obra propio di cada genero literario cu e docente a splica • Ta yuda forma e coleccion di obra pa medio di entrega di e obranan propio
Literatura • Un bon diccionario ( Dijkhoff, Mansur, Joubert, Ratzlaff) • Ortografia Papiamento • Tur e readernan anterior • material parti durante les
Talen 6-12 Module Aanvankelijk lezen en schrijven in het Nederlands 6-12 Onderdeel : Talen Docent : Jessica Maduro Blok : II. 1 Specialisatie :4–8 Aantal bijeenkomsten : 6-12 Studiebelasting : 1studiepunt = 40 uur Bijeenkomsten : 7 X 1.5 = 10.5 Voorbereiding : 7X2 = 14 Literatuur en evaluatie: = 15.5
Inleiding Omdat het methodisch leren lezen en schrijven op de meeste basisscholen begint op de eerste schooldag van de eerste klas, moet de student op de hoogte zijn van de didactiek van het aanvankelijk lezen en van de methode die voor het leren lezen en schrijven gebruikt wordt. Op de reguliere basisschool op Aruba gebruikt men de methode “Veilig Leren Lezen” en in het speciaal onderwijs “Dal Bay Numa”. Activiteiten op het gebied van voorbereidend lezen en schrijven tref je aan bij de kleutergroepen, met name bij de oudste kleuters die spoedig naar de eerste klas zullen gaan. In het licht van de onderwijsvernieuwing moet er gestreefd worden naar een doorgaande lijn in het proces van voorbereidend en aanvankelijk leren lezen en schrijven. In de praktijk zullen deze twee fasen van het lees- en schrijfproces nog wel te onderscheiden zijn. Het aanvankelijk spellen gaat hand in hand met aanvankelijk lezen. Daar zal deze module over gaan. De stof bij de groep 4/8 zal gericht zijn op het proces van de eerste stadia van aanvankelijk lezen, al dan niet in een ontwikkelingsgerichte context. Eveneens zal kort ingegaan worden op de verschillen in aanpak bij het aanvankelijk leren lezen lezen en schrijven van het Nederlands en het Papiamento. Onze studenten zullen in ieder geval in deze module, die hen op zowel de huidige als de toekomstige situatie van het EPA moet voorbereiden, met de hierboven genoemde methoden kennismaken en werken. Beginsituatie Voor de student is dit een vervolg op de module taaldidactiek ‘ Lesa y skirbi den ciclo 1’ en ‘Leesbevordering’ en daarom is het een uitdaging om het geleerde in de praktijk toe te passen.
Algemene doelen • Kennis van en inzicht heeft in de beginnende geletterheid bij jonge kinderen, het aanvankelijk lees- en schrijfproces in het Papiamento en Nederlands en in de ontwikkeling van het gevorderde lees- en schrijfproces bij oudere kinderen in beide talen. • Kennis heeft van en in staat is om strategieën (luister-, spreek-, lees-, schrijf- en woordenschatstrategieen) in te zetten ten behoeve van de taalontwikkeling van het kind. • Kennis heeft van en in staat is om passende taalactiviteiten te selecteren, te bedenken, te ontwikkelen en uit te voeren rekening houdend met de (taalspecifieke) beginsituatie, behoefte, belevingswereld en leerstijl van het kind en kan differentieren in taalonderwijs. • Op de hoogte is van kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen Taal en in staat is deze aan te passen en te realiseren voor ieder kind. Leerdoelen Kennisdoelen De student kent de verschillende leesstrategieën, waaronder de elementaire leeshandeling; De student kent kernbegrippen zoals; fonemen, grafemen, klankzuiver, structureerwoorden, auditief, visueel, discriminatie, objectivatie, analyse, synthese, ordenen, etc, met betrekking tot het aanvankelijk lezen inhouden en is in staat deze toe te passen; De student heeft inzicht in de proces en de didactiek van het voorbereidend en aanvankelijk lees- en schrijfonderwijs; De student is in staat de ontwikkelingsgerichte didactiek met het accent op lezen en schrijven toe te passen; De student is op de hoogte van de aanvankelijke leesmethodes die op Aruba gebruikt worden. Vaardigheidsdoelen De student is in staat betekenisvolle activiteiten te verrichten in het kader van aanvankelijk lezen; De student kan de leesstrategieën zoals de elementaire leeshandeling verwoorden door het zelf voor te doen; De student is in staat verantwoorde lessen ‘aanvankelijk lezen en schrijven’ op te stellen en uit te voeren, al dan niet met behulp van een methode; De student is in staat de ontwikkelingsgerichte didactiek met het accent op leren lezen toe te passen, naast of geïntegreerd met de methodische aanpak; De student heeft inzicht in de methode “Veilig Leren Lezen” en “Dal Bay Numa”; De student is in staat leerlingen te motiveren voor het leren lezen en schrijven; De student is in staat rekening te houden met de verschillende moedertalen van de leerlingen bij zowel voorbereidend als aanvankelijk lezen. Houdingsdoelen Is de student bereid om beginnende geletterdheid bij de kinderen te stimuleren. Is de student bereid om zelf materiaal te maken om de leerlingen zowel bij het Papiamento als het Nederlands te ondersteunen.
Praktijkopdracht Is de student in staat verantwoorde lessen aanvankelijk lezen en schrijven op te stellen en uit te voeren. Is de student in staat de ontwikkelingsgerichte didactiek met het accent op leren lezen en schrijven toe te passen. Werkvormen Presentaties van literatuur Observaties Discussies groepswerk Evaluatie Om in aanmerking te komen voor een studiepunt: 1. heeft de student zelfstandig of in groepsverband verschillende teksten/ artikelen in de reader over het onderwerp gelezen en bestudeerd; 2. heeft de student een handleiding bestaande uit 3 (voorbeeld) lessen, de daarbijbehorende materiaal en de verantwoording ontwikkeld en toegelicht, deze moet in zijn totaliteit met een voldoende beoordeling afgesloten zijn; 3. heeft de student individueel een verantwoording van mininmaal 2 A4-tjes gemaakt. 4. krijgt de student een extra opdracht bij het missen van lessen, afhankelijk van het aantal bijeenkomsten in een blok. Literatuur Reader samengesteld uit de volgende bronnen: Docenten IPA, 2007, Reader aanvankelijk lezen plus bijlage Huizenga, Henk, 2000, Aanvankelijk en Technisch Lezen, Wolters – Noordhoff, Knijpstra Harm e.a., 1997, Met jou kan ik lezen en schrijven, Coutinho Paus Harry e.a., 2002, Portaal, Praktische taaldidactiek voor het primair onderwijs, Coutinho,
Talen Module Adkisicion y desaroyo di idioma Periodo : 2.1 Specialisacio : 4-8 y 6-12 Docente : Gisèle Brete – van Grieken & Jessica van der Linden – Maduro Peso di estudio : 1 punto di estudio Specificacion di peso : 40 ora Momento di contacto 7 X 1,5 = 10,5 Preparacion pa momentonan di contacto 7 X 2 = 14 Preparacion pa evaluacion = 14 Evaluacion = 1,5
Introduccion Un maestro mester sa con un hende ta desaroya como hende, pa e por guia e mucha pa kende e ta resposabel. Un caracteristica hopi particular y importante di hende ta idioma y specificamente e relacion entre idioma y pensamento. Idioma ta e liña cora entre tur e areanan di formacion na scol: sin idioma lo tabata hopi dificil pa pasa conocemento y pa guia e muchanan den desaroyo di propio opinion y idea. Pesei ta importante como maestro pa sa con un mucha ta adkiri y desaroya idioma, mirando cu esei ta un tarea grandi no solamento pa e maestro pero tambe e mayornan. Pa un maestro por traha riba e desaroyo di e mucho e mester ta bon na haltura di e teoria pero tambe e didactica di desaroyo di idioma. Situacion inicial Den e prome aña e studiantenan a traha riba nan propio dominio di e idioma Hulandes y Papiamento. Ademas, den nan practica den scol preparatorio y den scol basico nan a observa e muchanan den uso di nan idioma y a traha cu nan den diferente actividad di idioma cu tin como meta desaroyo di habilidad di scucha y papia. Den e sigiente añanan e punto di propio dominio di idioma lo keda un punto di atencion, pero for di awor lo enfoca mas bien riba e didactica di indioma den general, pero tambe specificamente pa e idiomanan Papiamento y Hulandes, haciendo uzo di e conocemento di nan practica den scol preparatorio y scol basico. Contenido Den e modulo lo trata e siguiente aspectonan di idioma: • Teoria tocante adkisicion di idioma materno • Teoria tocante adkisicion di di dos idioma y di idioma stranhero
• • • • • • •
E proceso di adkisicion di idioma Desaroyo di intuicion tocante idioma Adkisicion di concepto / E lexico mental Nivel di uso diario y general di idioma – DAT Nivel di uso cognitivo y academico di idioma – CAT Proceso di interaccion y comunicacion Didactica di desaroyo di idioma
Link cu practica y curriculo di IPA E modulo aki ta e base pa tur otro modulo di didactica di idioma y cu e conocemento adkiri por traha riba e otro aspectonan di didactica di idioma manera scucha y papia, lesamento y skribimento inicial (II.1) y avansa (II.3 – II.4), multilingualismo (III.1) y familiarisacion (III.2). E contenido no ta limita su mes na e area di formacion di idioma so, pero tambe ta forma base pa desaroyo di pensamento y logica den por ehempel ‘kleuterwiskunde’ y ‘wereldorientatie’. Meta E studiante Conocemento • tin conocemento di e teorianan tocante desaroyo di idioma y di habla. • tin conocemento di e proceso di adkisicion di idioma. • tin conocemento di e diferencia entre adkisicion di idioma materno, di un di dos idioma y di un idioma stranhero. • tin conocemento di e liña di desaroyo di idioma. • tin conocemento di e diferente formanan y actividad cu tin pa desaroya e abilidad scucha y papia • tin conocemento di liña di siñamento pa idioma Abilidad • sa con e por y mester tene cuenta cu e diferencianan ei. • sa con e mester stimula desaroyo di idioma y di habla cerca e mucha. • ta conciente di e diferencia entre DAT y CAT y por traha riba amplicacion di vocabulario segun e liña di desaroyo di idioma. sa con e mester stimula e mucha pa desaroyo CAT den su propio idioma y den e otro idiomanan relevante den scol.
Actitud • Ta na altura cu ta importante pa traha riba desaroyo di idioma • Sa cu ta relevante pa tin liña di siñamento pa idioma y pa traha pa alcansa e metanan concientemente. • sa cu e mester traha conciente na e desaroyo di idioma na unda el lo crea suficiente
espacio stimulante pa e mucha desaroyo e abilidad di scucha y papia den su idioma materno, pero tambe e otro idiomanan relevante den scol. Meta di practica den scol preparatorio y scol basico E studiante • por reconoce con e maestro ta traha na e desaroyo di idioma • por reconoce cu e maestro ta traha na ampliacion di vocabulario • por duna un les cu e meta pa amplia vocabulario na unda e ta tene cuenta cu DAT/CAT • Por crea un ambiente stimulante den tur les di idioma cu e meta pa desaroyo e abilidad di scucha y papia Forma di traha • Presentacion di e aspectonan teoretico • Tarea pa traha individualmente of den grupo • Discusion • Estudio di literatura Evaluacion Na final di e modulo aki, e studiante • mester ta presente durante 80% di e encuentronan. • a traha riba tarea den clas of na cas y ta entrega esaki tur hunto compila den un map durante e siman di evaluacion. • a traha un relato di un les duna na bo scol di practica, dor di bo mentor, tocante ampliacion di vocabulario den les di idoma. Tambe bo ta duna bo propio opinion di e les na unda bo ta conclui si e mentor a traha riba ampliacion di vocabulario y e manera cu el a trata esaki durante e les. Corda riba un bon structura di e relato. • Presenta un les, di e tres lesnan cu mester desaroya, den duo, cu e meta pa amplia e vocabulario, cu ta trata e nivel di uso diario y general como tambe e nivel di uso cognitivo y academico di idioma segun e actividadnan cu a trata den e modulo. Literatura • Bacchini, S. Dekkers, e.a., 2002, Portaal, praktische taaldidactiek voor het primair onderwijs, Bussum, Coutinho • Nijmeegse werkgroep, 1992, Taaldidactiek aan de basis, Groningen, Wolters - Noordhoff • Verhallen, M en S. Verhallen, 2001, Woorden leren woorden onderwijzen, Hoevelaken, CPS • Sieneke Goorhuis-Brouwer, Grietha de Boer, Marjan Groenhuis, 2007, Een vanzelfsprekend proces bekeken “Het spraak- en taalverwervingsproces bij kinderen” • De signaleraar, 2007 • Hand-outs
Talen 6-12 Modulo Periodo Materia Sector Specialisacion Docente Peso di estudio
Scucha y Papia : 2.1 : Scucha y papia : Idioma : alle : Cheryda Gemin (6-12) : 1 punto - 40 ora ora di contacto tarea di cada siman tarea di evaluacion literatura
: 11x1,5= 16,5 : 10x1 = 10 : 4,5 :9
Introduccion Den e profesion di maestro di scol e maestro ta comunica cu su studiantenan henter dia. Pa realisa comunicacion ta haci uzo di e habilidad di scucha y papia. Tanto papiado como scuchado mester comunica di un manera efectivo. Ta spera e ora cu cada comunicador ta ekipa su mes cu e habilidadnan necesario pa comunica efectivamente. E maestro como instructor, formador y educador mester ta na altura cu ta existi modelo di observación cu e por uza pa guia e proseso di scucha y papia. E mester sa e metanan di comunicación verbal a asina e por traha pa hiba e studiantenan ei. P’esei e modulo aki: Scucha y Papia. Lo elabora tur e metanan aki y lo amplia e studiante su capacidad pa refleha ampliamente tocante su mes uzo di idioma. Situacion Inicial • E studiantenan a haya den 1.3 un modulo tocante Literatura Infantil y Hubenil, den 1.4 nan a haya un modulo di Mondelinge Taalvaardigheden/ Actividad verbal di idioma den scol preparatorio y scol basico. • E studiantenan ta haya den 2.1 e modulo Adkisicion y Desaroyo di Idioma y Hunga cu bo idioma y desaroy’e. • E studiantenan a haci den 1.3 y 1.4 algun actividad di conta/ lesa storia y conversacion den kring of di clas y nan a practica tambe durante stage. Contenido Den e modulo aki lo trata y amplia e conocemente di: • E kijkwijzer (guia di observacion) di scucha y papia ampliamente
•
Tussendoelen mondelinge communicatie Participacion na conversacion den grupo chikito y grandi Siña interactivamente Uzo di idioma verbal - Monologo y dialogo Vocabulario (acopla directo na e modulo Adkisicion y desaroyo di idioma) Conta y presenta (ampliacion di e modulo Mondelinge Taalvaardigheden) Refleccion di comunicacion Refleccion di idioma Abilidad di haci pregunta
Linkage E modulo aki ta conecta directamente cu e modulonan menciona den contenido y Logopedia. E modulo di lesa y skirbi lo ta un modulo cu lo sirbi como continuacion y ampliacion di algun aspecto di teoria den e modulo aki. E modulo aki lo tin tambe un bon coneccion cu Hunga cu bo Idioma y desaroy’e tumando na cuenta e aspectonan di comunicacion cu ta den e weganan y smartboard cu e studiantenan tin cu desaroya. Linkage cu practica Den stage e studiantenan mester comunica constantemente cu nan alumnonan. E studiante tin cu elabora combersacion y les di diferente forma didactico. E modulo aki lo mustra nan e caminda y e proceso pa por refleha debidamente con nan tin cu prepara e momentonan di contacto cu nan studiantenan y na unda nan ta filma un les durante nan stage na unda intencionalmente nan ta traha riba comunicacion verbal. Metanan Meta general E studiante mester sa con e lo por cuminsa cu e proceso di “scucha y papia” y guia e proceso aki. Nan lo mester por haci un refleccion despues unda nan lo por mira e puntonan bon y malo di proceso. Meta specifico • E studiantenan sa cua ta e “tussendoelen” di comunicacion verbal. • E studiantenan sa con nan por acolpa e ‘tussendoelen’ na actividad y tarea interactivo, cu sentido, practico y funcional. • E studiantenan por traha un serie di sugerencia pa les y aplica e “tussendoelen” den e lesnan aki. • E studiantenan por haci un analisis di un les filma cu nan a haci den stage haciendo uzo di e “Kijkwijzer onderwijs in spreken en luisteren”.
Forma di traha di modulo 2.1 Durante e modulo lo haci uzo di powerpoint presentation pa ilustra tur cos debidamente. E studiantenan lo haya e handouts pa nan por haci anotacion. E studiantenan lo haya un reader den cua ta elabora e teoria di e diferente aspectonan cu lo trata. Tur studiante lo trece un of dos les filma di nan practica pa asina cuminsa haci e refleccion a base di e “Kijkwijzer”. • Lesweek 1, 2 :Tussendoelen mondelinge activiteiten • Lesweek 3, 4: Kijkwijzer y les filma • Lesweek 5, 6: Lesplan (integratie lessen) • Lesweek 7 : sesion pa pregunta Evaluacion Na final di e modulo aki, e studiante • Ta traha un serie di tres sugerencia pa les a base di e metanan di comunicacion verbal. Cada les mester tin un diferente forma didactico. Mester a consulta debidamente e “Kijkwijzer Onderwijs in spreken en luisteren”. • Un refleccion tocante un les filma duna den stage tocante e aspectonan di scucha y papia a base di e “Kijkwijzer”. • Ta entrega tambe un refleccion tocante e modulo hunto cu e serie di sugerencia pa les.
Literatura • • •
Documento di Tussendoelen mondelinge communicatie Kijkwijzer onderwijs in spreken en luisteren http://tule.slo.nl/Nederlands/F-L01.html
Talen 4-8 Scucha y papia Periodo : 2.1 Materia : Scucha y papia Sector : Idioma Specialisacion : 4-8 Docente : Jessica Maduro Peso di estudio : 1 punto - ora di contacto 11x1,5= - tarea di cada siman 10x1 = - tarea di evaluacion - literatura
40 ora 16,5 10 4,5 9
Introduccion Den e profesion di maestro di scol e maestro ta comunica cu su studiantenan henter dia. Pa realisa comunicacion ta haci uzo di e habilidad di scucha y papia. Tanto papiado como scuchado mester comunica di un manera efectivo. Ta spera e ora cu cada comunicador ta ekipa su mes cu e habilidadnan necesario pa comunica efectivamente. E maestro como instructor, formador y educador mester ta na altura cu ta existi modelo di observación cu e por uza pa guia e proseso di scucha y papia. E mester sa e metanan di comunicacion verbal pa asina e por traha pa hiba e studiantenan ei. P’esei e modulo aki: Scucha y Papia. Lo elabora tur e metanan aki y lo amplia e studiante su capacidad pa refleha ampliamente tocante su mes uzo di idioma. Situacion Inicial • E studiantenan a haya den 1.3 un modulo tocante Literatura Infantil y Hubenil, den 1.4 nan a haya un modulo di Mondelinge Taalvaardigheden/ Actividad verbal di idioma den scol preparatorio y scol basico. • E studiantenan ta haya den 2.1 e modulo Adkisicion y Desaroyo di Idioma y Hunga cu bo idioma y desaroy’e. • E studiantenan a haci den 1.3 y 1.4 algun actividad di conta/ lesa storia y conversacion den kring of di clas y nan a practica tambe durante stage.
‘Eindtermen’ E maestro ta un persona cu henter dia mester comunica cu su studiante haciendo uzo dis u habilidadnan di idioma. E mester desaroya esakinan mas tanto cu por pa asina crea un proceso di comunicacion optimal den klas. E habilidadnan scucha y papia / scucha y papia ta bin dilanti e ora. E maestro ta bira instructor y formador y mester ta
na altura di e instrumentonan di observacion cu por yud’e desaroya e proceso di comunicacion y di midie.
Meta general E studiante mester sa con e lo por cuminsa cu e proceso di “scucha y papia” y guia e proceso aki. Nan lo mester por haci un refleccion despues unda nan lo por mira e puntonan bon y malo di proceso. Meta specifico • E studiantenan sa cua ta e “tussendoelen” di comunicacion verbal. • E studiantenan sa con nan por acolpa e ‘tussendoelen’ na actividad y tarea interactivo, cu sentido, practico y funcional. • E studiantenan por traha un serie di sugerencia pa les y aplica e “tussendoelen” den e lesnan aki. • E studiantenan por haci un analisis di un les filma cu nan a haci den stage haciendo uzo di e “Kijkwijzer onderwijs in spreken en luisteren”. Contenido Den e modulo aki lo trata y amplia e conocemente di: • E kijkwijzer (guia di observacion) di scucha y papia ampliamente • Tussendoelen mondelinge communicatie Participacion na conversacion den grupo chikito y grandi Siña interactivamente Uzo di idioma verbal - Monologo y dialogo Vocabulario (acopla directo na e modulo Adkisicion y desaroyo di idioma) Conta y presenta (ampliacion di e modulo Mondelinge Taalvaardigheden) Refleccion di comunicacion Refleccion di idioma Abilidad di haci pregunta Linkage E modulo aki ta conecta directamente cu e modulonan menciona den situacion inicial y Logopedia. E modulo di lesa y skirbi lo ta un modulo cu lo sirbi como continuacion y ampliacion di algun aspecto di teoria den e modulo aki. E modulo aki lo tin tambe un bon coneccion cu Hunga cu bo Idioma y desaroy’e tumando na cuenta e aspectonan di comunicacion cu ta den e weganan y smartboard cu e studiantenan tin cu desaroya. Linkage cu practica Den stage e studiantenan mester comunica constantemente cu nan alumnonan. E studiante tin cu elabora combersacion y les di diferente forma didactico. E modulo aki lo mustra nan e caminda y e proceso pa por refleha debidamente con nan tin cu prepara e momentonan di contacto cu nan studiantenan y na unda nan ta filma un les durante nan stage na unda intencionalmente nan ta traha riba comunicacion verbal.
Forma di evaluacion di modulo 2.1 Durante e modulo lo haci uzo di powerpoint presentation pa ilustra tur cos debidamente. E studiantenan lo haya e handouts pa nan por haci anotacion. E studiantenan lo haya un reader den cua ta elabora e teoria di e diferente aspectonan cu lo trata. Evaluacion Na final di e modulo aki, e studiante • Ta traha (den duo of individual) 4 sugerencia pa actividad di scucha y papia incluso diferenciacion a base di e metanan di comunicacion verbal. - 2 actividad mester ta dirigi riba kleuter (idioma meta Papiamento) y 1 pa clas 1 (idioma meta Papiamento of Hulandes y 1 pa clas 2 (idioma meta Hulandes). - Cada actividad/ les mester tin un diferente forma didactico. - Cada actividad mester tin un motivacion/splicacion pa cu e escogencia di actividad unda ta acopla teoría na e sugerencia di les. - Mester a consulta debidamente e reader, e tussendoelen y e “Kijkwijzer Onderwijs in spreken en luisteren”. • Ta duna un les duna den stage tocante e aspectonan di scucha y papia a base di e “Kijkwijzer”. • Ta entrega tambe un refleccion tocante e modulo hunto cu e serie di sugerencia pa les.
Literatura • • •
Documento di Tussendoelen mondelinge communicatie Kijkwijzer onderwijs in spreken en luisteren http://tule.slo.nl/Nederlands/F-L01.html
Beeldende Vorming Modulo Periodo: Specialisacion: Docente: Peso di estudio: Ora di estudio: Encuentronan: Tareanan semanal: Evaluacion:
Imagen y comunicacion II-1 4-8 / 6-12 Frans Lacle 1 punto 40 ora (7 encuentro) - 7 x 1,5 = 10,5 - 7 x 3,5 = 24,5 = 5
Introduccion Nos mundo actual mas y mas ta birando un mundo visual. Creacion y uso di imagen a bira un industria global, y su influencia ta domina nos bida diario completamente den forma di recreacion (TV, cinema, video), propaganda (anuncionan visual), educacion (computer, internet) y diseño (diseño funcional: Moda, arquitectura, etc.). Pa e futuro generacionnan sobrevivi den e situacion aki, nan mester por observa, analisa, comprende, y reacciona adecuadamente riba e mundo visual. Arte y educacion di arte visual, podiser mas cu tur otro materia, ta specialisa pa guia y prepara e futuro generacionnan optimalmente pa nan por prospera den e mundo visual. E maestro den enseñansa tin un tarea hopi importante di hasi e alumno consiente di esaki y duna e guia necesario pa medio di e.o. educacion di arte. Situacion inicial Studiantenan tin dos modulo basico tras di lomba. Cu e conosemento y e habilidadnan tecnico y creativo cu ela desaroya, e studiante lo sigi pa un un otro fase mas lew den e di dos aña. Awor e lo aplica locual ela siña pa realisa tareanan mas specifico y crea obranan cu por demostra su habilidadnan creativo, tecnico y didactico. Studiantenan ta confronta diariamente cu e mundo visual, y consiente of inconsientemente ta participa activamente den e comunicacion visual global.
Contenido - Tratamento di nos mundo visual: Visual Culture - Comunicacion pa medio di imagennan visual - E relacion historico/dinamico entre imagen y texto
-
E imagen propio di e studiante: Creacion y manipulacion E uso actual di imagen den comunidad y den educacion.
Linkage Por link e module aki, cu ta enfoca mas tanto riba comunicacion pa medio di imagen ( y como consecuencia: educacion pa medio di imagen), cu e otro materianan di Arte, den cual tambe ta trata e auto-imagen di e studiante. Ademas por link cu e area Formacion personal, caminda e aspecto di auto-imagen, auto-estima, etc. ta bin dilanti. Por ultimo e aspecto pedagogico (cua imagen e studiante kier proyecta como futuro maestro?) ta duna oportunidad pa linkage. Un link importante ta cu e uso diverso di imagennan visual den comunidad.
Linkage cu practica Banda di e situacion di estudio propio di e studiante (IPA), e aspecto di comunicacion visual ta existi na manera hopi cla den practica tambe. E studiante por aplica tur conosemento di e modulo aki directamente riba e scol y situacion di practica. Pues e scol di practica tambe ta bira un obheto di investigacion relaciona cu e uso di imagen den enseñansa. A base di tareanan di observacion y investigacion concreto e studiante por studia e presencia y influencia di e imagen den un contexto di enseñansa hopi specifico.
Metanan Metanan di conosemento Na final di e modulo e studiante - tin conosemento basico di e mecanismonan di comunicacion visual (Visual Culture) den comunidad - tin conosemento basico di e funcion di comunicacion visual den enseñansa - tin conosemento basico di e material y tecnicanan necesario pa crea y usa comunicacion visual ampliamente den enseñansa. Metanan di habilidad Na final di e modulo e studiante a desaroya habilidad pa: Creativo 1. - Conceptualisa y crea imagennan propio nobo Tecnico 2. - Scohe material y tecnicanan adecua pa metanan visual specifico 3. - Utilisa medionan pa creacion imaginario efectivamente Reflectivo 4. - Observa, analisa, y interpreta aspectonan di e cultura y comunicacion visual Metanan di actitud
Na final di e modulo e studiante: 1. Ta dispuesto pa considera positivamente e funcion personal y social di arte y di educacion di arte 2. Ta dispuesto pa haña y duna educacion di arte na manera positivo y optimal. 3. Ta habri pa e implicacionnan di cultura y comunicacion visual den comunidad y den enseñansa. Tareanan pa practica A base di tareanan di observacion y investigacion concreto e studiante por studia e presencia y influencia di e imagen den un contexto di enseñansa hopi specifico. Den practica e studiante tin como tarea observacion di imagennan den e medio ambiente educativo di e alumno: - Cua imagen e scol ta proyecta? - Cua imagen e local ta proyecta? - Cua imagen e maestro ta proyecta? - Cua imagennan ta rondona e alumno? E studiante ta registra esaki digitalmente y ta traha un raport por escrito. Lo trata e resultadonan durante un encuentro. Formanan di traha - Tratamento teoretico di e tema - Tratamento practico di e tema: Presentacion y ehersicionan clasical - Observacion, evaluacion y discusionnan clasical/individual externo - Tareanan semanal individual - Investigacion, registracion y compilacion di material (portfolio) Evaluacion Na final di e modulo e studiante a cumpli cu: - 80% di atendencia - Tur tarea visual na nivel satisfactorio - Tur excursion/investigacion externo na nivel satisfactorio - Participacion general activo y positivo - Tarea di practica - Compilacion y entrega di portfolio segun indicacionnan - Examen/tarea final. Material - Multomap/plastic insteekvellen - Material diverso.
Literatura - Schasfoort, Ben, 1999. “Beeldonderwijs en Didactiek”, W-Noordhoff , Ned. - Mirzoeff, Nicholas, 2002. “The Visual Culture Reader, Routledge, USA. - Literatura diverso.
Muziek Programma Muziek Tweede leerjaar.
Blok II. 1 – II. 4 Schooljaar 2010 – 2011
Vak: Muziek Studielasturen: 60 uur Module: Muziek Theorie en Praktijk Lesbijeenkomsten: 32 van 1 ½ uur Blok: II. 1 – II. 4 Per blok 8 bijeenkomsten van 1,5 uur Docenten: R. Provence en M. Kock Voorbereiding = 1,5 uur Fase: Beroepsgerichtefase Evaluatie = 1,5 uur Studiepunt: 1.5 ________________________________________________________________________
Inleiding: In het kader van de kwaliteitszorg en gezien de behoefte die er bestaat om het huidige programma (vakgebied) op het IPA te reviseren, is het ook belangrijk om het huidige programma van muziek aan te passen in het curriculum van het IPA. In het kader daarvan hebben we getracht om een nieuw curriculum op te zetten waarbij de tweede jaar studenten het hele jaar muzieklessen volgen. Het is belangrijk dat er een continuïteit is in het proces en dat de studenten regelmatig de muzikale theorie en praktijk kunnen oefenen. Muziekonderwijs, betekent de basis elementen van muziek kennen oftewel de elementen die het muziek structuur vormen. Muziek leren en begrijpen is een cognitieve activiteit, met speciale karakteristieken die conrete en goede pedagogische handelingen vergt.
Beginsituatie: De student heeft gedurende het eerste leerjaar kennis, inzicht (cognitief gebied) en vaardigheden opgedaan op muzikaal gebied wat betreft theorie en praktijk wat de basis is voor elke creatieve activiteit. Dit is heel belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling van elk individu.
Leermiddelen: Modules, theorie en praktijk, die samengesteld zijn aan de hand van verschillende boeken uit onderstaande literatuurlijst. Keyboards en ritmische percussie instrumenten en cuarta.
Linkage: Deze module sluit aan op de module van het eerste leerjaar waar de studenten muziek theorie en praktijk hebben gevolgd. In deze module zullen de studenten verder oefenen op het gebied van theorie en praktijk. • Tevens ontwikkelen de studenten in deze module hun kennis op het gebied van de methodes voor kinderen. • De studenten maken kennis met de verschillende educatieve materialen ( zoals verschillende kinderliedjes) • De studenten maken kennis met verschillende muziek methodes en kunnen dit ook toepassen bij de lessen ( Orff, Kodaly, Dalcroze)
Praktijkopdrachten: De studenten krijgen verschillende methodes en lesplannen aangereikt die ze tijdens de praktijk kunnen uitvoeren. Deze zal in workshopstijl aangeboden worden. De opgedane muzikale kennis van de studenten wordt verwerkt in verschillende muzikale vaardigheden, werkvormen en lesplannen die ze in de praktijk samen met de leerlingen zullen uitvoeren.
Doelen: Algemene Doelen: 4. 5. 6.
De student doet inzicht, kennis en vaardigheden op muzikaal gebied op zowel theoretisch als praktisch. De student ontwikkelt een open en kritische houding m.b.t. de waarde van de muzikale vorming in het onderwijs en het muziekgebeuren (muziek kunnen waarderen) De student ontwikkelt eigen vaardigheden en kan hierdoor instrumenten creatief gebruiken om zich muzikaal te uiten.
Specifiek Doelen: -
De student beheerst de basis kennis van de muziek theorie De student kan ritmische elementen en combinaties uitvoeren. De student ontwikkelt zijn/haar muzikaal gehoor. De student heeft inzicht in de functie van muziek en in de waarde van muzikale vorming op school. De student heeft kennis en inzicht in verschillende muzikaal educatieve muziekpedagogen en methodes De student heeft kennis van de muziekdomeinen en muziek klank-eigenschappen en kan dit verwerken in lesplannen.
Werkwijze: De studenten krijgen elke week theoretische basis elementen van muziek aangeboden, die tevens ook getraind wordt tijdens de lessen. Verder worden er oefeningen gedaan om het muzikaal gehoor te ontwikkelen en verschillende ritmische patronen (oefeningen) worden uitgevoerd om zodoende hun muzikale vaardigheden te vergroten. De werkvormen die tijdens deze module aangeboden worden zijn: a.) Muziek pedagogen Orff, Dalcroze en Kodaly worden behandeld en lesvoorbeelden worden aangereikt. b.) Vocale technieken oefenen aan de hand van liederen. (te zingen). c.) Zangmethodes worden belicht en liederen worden uitgevoerd. d.) Ritmische oefenigen uitvoeren en toepassen in speelstukken. (Orff) e.) Musiceren op kleine keyboards om de verschillende tonen, intervallen en toonladders te oefenen. f.) Muzikale technieken op cuarta worden aangeboden aan de hand van liederen. g.) Melodie- en ritmepatronen herkennen en kunnen uitvoeren in speelstukken. h.) Auditieve ervaringen herkennen en beschrijven.
Evaluatie: • • • •
Minimaal 80% aanwezigheid tijdens de les Actieve deelname aan de lessen Schriftelijke toets Praktische toets
Literatuur: Een lijst met vakliteratuur die in de module gebruikt wordt: Het tweede jaar: Er wordt gebruik gemaakt van de volgende vakliteratuur: • Beknopte Praktische Muziektheorie / R.L Williams Ph.D • The AB guide to music theory / Eric Taylor • Prima Vista, Ritmische Vorming (volumen 1) Frank van den Berg • Algemene Muziektheorie A / Interactieve methode / Frans Frijns • Music Theory in practice Grade 1 / Eric Taylor • Discovering Orff / Jane Frazee / Kent Kreuter • Rhythm and Movement from Da,croze Eurhythmics / Elsa Findlay • Kodály Today elementary music education / Micheál Houlahan / Philip Tacka • Sing a Song at sight / Joseph Curatilo, Richard C. Berg, Marjorie Farmer • Studying Rhythm / Anne Carothers Hall • Eigen-wijs ( liedbundel voor kinderen van 4- 12 jaar) • Nos ta canta / Sonia de castro, Frére Alexius, W. Kamps • Young Voice works (32 Songs for young Singers)
Gezonheidseducatie
Deze modulebeschrijving wordt aan het begin van de cursus uitgereikt
Spiritualidad
Module Periode: Specialisatie: Docent: Studiebelasting: Urenverantwoording: Bijeenkomsten: Voorbereiding: Eindopdracht: Literatuurstudie:
Het gebruik van (bijbel)verhalen binnen het vak Spiritualidad Blok: II.1 4-12 Gregory Goedgedrag. Moduleontwikkelaar: R. Lampe, revisie mei 2006 1 studiepunt (=40 uur=1.5 ECTS) 10.5 uur 9.5 uur 10 uur 10 uur
Inleiding Binnen de Enseñanza Basico Arubano, voorgesteld door het PRIEPEB project, wordt het vak “Spiritualidad” geintroduceerd. Dit heeft consequenties voor de openbare en bijzondere scholen. Ten eerste, in deze module zal met name aandacht worden besteed aan hoe inhoud kan worden gegeven aan het vak “Spiritualidad” op de openbare scholen. Op deze scholen kunnen algemene verhalen gebruikt worden in het vak Spiritualidad. Ten tweede, voor de katholieke en protestantse scholen, die de overgrote meerderheid zijn op Aruba, zal het vak ingevuld worden met godsdienstonderwijs. Op deze scholen kunnen bijbelverhalen gebruikt worden om waarden en normen door te geven aan de jonge generaties. Deze module zal voornamelijk gaan over het gebruik van algemene verhalen en bijbelverhalen binnen het vak “Spiritualidad”. De vraag die gesteld kan worden is waarom IPA, die een openbare onderwijsinstelling is, aandacht besteedt aan bijbelverhalen. De morele vorming van kinderen is mede afhankelijk van godsdienstlessen of lessen levensbeschouwing. Het gebruik van de bijbel, die voor het christelijk geloof een onmisbare bron is, is fundamenteel binnen het onderwijs van zowel katholieke als protestantse scholen op Aruba, die de overgrote meerderheid van de scholen op het eiland vormen. De toekomstige leerkrachten van de basisscholen, die door het IPA worden geleverd, moeten worden ingeleid in de bijbel, aangezien op de katholieke en protestantse scholen bijbelverhalen gebruikt worden om morele waarden aan de kinderen te onderwijzen.
Beginsituatie Godsdienst vormt een belangrijk onderdeel van de Arubaanse volkscultuur. De meeste Arubanen praktiseren een of andere vorm van christendom.. De studenten hebben al een zekere voorkennis van godsdienst in het algemeen en dus ook van ethiek, die een essentieel onderdeel vormt van iedere godsdienst. In de eerste module werd het belang onderstreept van het onderwijs in normen en waarden voor de ontwikkeling van een kind. In deze tweede module wordt het doorgeven van normen en waarden via (bijbel)verhalen behandeld. In het dagelijks leven van Aruba wordt vaak over de bijbel discussies gevoerd. Religieuze gevoelens en bijbelspreuken vormen in ieder geval een belangrijk onderdeel van het alledaagse leven. De student heeft hoogst waarschijnlijk reeds ervaring met het lezen van de bijbel of minstens heeft een bepaalde mening over het meest gelezen boek in de geschiedenis van de mensheid. In deze module krijgt de student zowel methodische ‘tools’ om verhalen in de lessen Spiritualidad te gebruiken, alsook vakinhoudelijke kennis over het gebruik van bijbelverhalen in Spiritualidad.
Leerinhouden Lesweek 1: Methodische kernvragen en het beoordelen van verhalen Doel: De student raakt vertrouwd met de vakspecifieke didactiek van “Spiritualidad”. De student leer took om verhalen te beoordelen op hun bruikbaarheid voor het vak “Spiritualidad” Lesweek 2: Het voeren van een levensbeschouwelijk gesprek alsmede Het gebruik van bijbelverhalen in Spiritualidad. Doel: De student leer tom een gefaseerd levenbeschouwelijk gesprek met kinderen te voeren. De student leer took om bijbelverhalen beter te gebruiken in een les van “Spiritualidad”. Lesweek 3: Kennismaking met de Bijbel, met de relatie van het volk Israel en hun God Jahweh Doel: De student maakt kennis met het Joodse volk, hun historie, hun relatie met hun God. Lesweek 4: Het gebruik van de Bijbel als bron van normen en warden Doel: De student leer tom ethische vragen te stellen en bij kinderen te herkennen en deze te verbinden met de christelijke levensvisie. Lesweek 5: Kennismaking met het leven en de leer van Jezus Christus Doel: De student leert de historische Christus kennen, Zijn leven, Zijn handelen en Zijn leer. Lesweek 6: Verdieping van de leer van Jezus Christus door uitleg van enkele parabelen en het tonen van powerpoint presentaties en verhalen Doel: De student leert de betekenis en de boodschap kennen die Jezus Christus ons heft willen leren en de toepassing ervan in zijn eigen leven en in de lessen aan de leerlingen van de basisscholen. Lesweek 7: Afronding van de gegeven leerstof en de mogelijkheid van het stellen van vragen en van het voeren van discussie hierover.
Doel: De student kan nagaan of de geboden leerstof begrepen is; nagaan of het geleid heft tot verdieping en beter begrijpen van de chridtelijke visie en hij kan zijn eigen mening hierover uiten. Leerdoelen Algemene doel: De student is beter voorbereid om via (bijbel)verhalen een bijdrage te leveren aan de vorming van de kinderen op het gebied van normen en waarden. Kennisdoel: De student is in staat om (bijbel)verhalen te beoordelen op hun bruikbaarheid voor de lessen van “Spiritualidad”. Vaardigheidsdoel: De student is in staat om naar aanleiding van een verhaal een levensbeschouwelijk gesprek met kinderen op te zetten en te leiden. Praktijkopdracht * Praktijkopdracht 1: De student ontwikkelt een les ‘Spiritualidad’. In deze les moet een (bijbel)verhaal gebruikt worden. Ook wordt verwacht dat de verplichte literatuur hierin verwerkt wordt. Het is verplicht om de ontwikkelde les uit te voeren. De eindopdracht bestaat uit deze ontwikkelde les plus een eigen evaluatie van de student en die van de mentor van de gegeven les. * De student moet in staat zijn een link te leggen naar de ervaringswereld van de leerlingen. • Praktijkopdracht 2: De student kiest een bijbelverhaal uit en geeft weer waarom de gekozen bijbeltekst hem/haar heeft aangesproken. Wat de morele les/boodschap ervan is en of het nog steeds actueel is om toepasbaar in de huidige maatschappij. Werkvormen De module zal zoveel mogelijk een praktisch karakter hebben. Levensbeschouwelijk onderwijs is geen kwestie van een doctrine uit het hoofd te leren. De studenten zullen zelf een les Spiritualidad ontwikkelen, verzorgen en evalueren. Evaluatie Om aan deze module te kunnen voldoen, zijn er de volgende voorwaarden aan verbonden: 80% aanwezigheid. Uitvoeren van verplichte opdrachten, zoals het verzorgen van een godsdienstles tijdens de stageweek. *. Maken van de opdrachten.
Rekenen en Wiskunde Module Leerlijn Rekenen Evt subtitel / onderdeel : Rekenen / Wiskunde Periode (jaar/blok) : II.1 Specialisatie : 4-8, 6-12 Docent(en) : GD Studiebelasting (1 stp=40 uur): 1 stp (1.5 ECTS) Urenverantwoording : − aantal colleges/begeleidingsuren − voorbereiding voor bijeenkomsten (huiswerk e.d) − voorbereiding voor evaluatie evaluatie (eindopdrachten, tentamen, presentatie)
: 10,5 uur (7 x 1,5) : 14 uur : 14 uur : 1,5 uur
Clausule Deelname aan deze module is alleen mogelijk als R&W 1e jaarsmodulen I.1 en I.2 gehaald zijn en I.3 op zijn laatst 3e week van blok II.1. Inleiding Tweedejaarsstudenten van de specialisatie 6-12 lopen in de blokken 1 en 2 stage in een 1e of 2e klas van het basisonderwijs. Studenten van de specialisatie 4-8 lopen in de blokken 1 en 2 stage in een kleuterklas of een 1e of 2e klas van het basisonderwijs. De inhoud van deze module heeft met name betrekking op het rekenwiskundeprogramma in de ‘onderbouw’ van het reguliere basisonderwijs. Daarbij wordt de doorgaande lijn van deze klassen naar de zgn. ‘middenbouw’, respectievelijk bovenbouw bestudeert. Natuurlijk houden we het ‘kleuter-programma’ nauw in de gaten. Er wordt veel aandacht besteedt aan de leerlijnen, leerstofbeheersing per leerjaar, (kern – en tussen)doelen en de didactiek die gehanteerd moet worden om deze doelen te halen. Beginsituatie Studenten hebben • niet het compleet beeld van wat per leerjaar (aan leerstof) behandeld kan worden in het basisonderwijs. • van wat behandeld kan worden, nog geen module gehad met wijze van aanbod van de verschillende rekengebieden. • met Land van Okt (mod I.4) kennis genomen van leermiddelen die gebruikt kunnen worden in de didactiek van realistisch rekenonderwijs.
• • •
echter niet met genoemde hulpmiddelen geoefend / gewerkt. een introductie gehad van de uitgangspunten van realistisch rekenonderwijs en het CoScheVA-model in diverse leerjaren en diverse schooltypen stage gelopen
Leerinhouden • Linkage Hier wordt het overzicht bekeken van de rekenlijn vanaf het kleuteronderwijs en vormt de basis voor de rest van de R/W modules in blok II.3, III.1 en III.2 • Praktijklink Studenten krijgen een revue van de rekenmiddelen relevant voor het onderbouw en gaan ze deze in het veld toepassen. Leerdoelen Kennis De student(e): • heeft, onafhankelijk van gebruikte methode, kennis vernomen van leerlijnen • heeft kennis hebben vernomen van kern- en tussendoelen voor kleuter- en Basisonderwijs Vaardigheden De student(e): • weet getalstructuur te kunnen hanteren en aanbieden (ordenen, splitsen, aanvullen, samenstellen, verdelen) • weet inzichtgevende scenario’s op te zetten bij het aanbieden van vermenigvuldigingstafels van 1,2,3,5 en 10 • Weten de correct te kunnen handelen bij het gebruik van hulpmiddelen zoals, rekenrek, kralenlijn, enz. • weet de belangrijkste basisautomatismen van optellen en aftrekken in de onderbouw aan te bieden. Houding De student(e): • weet zelfstandig literatuuronderzoek te doen ten behoeve van het begrijpen van de rekenlijn en het kunnen helpen van het jonge kind op het gebied van rekenen.
Praktijkopdrachten n.v.t Werkvormen • Onderwijsleergesprekken
• •
Groepswerk en Zelfstandig werken
Evaluatie Het schriftelijk (openboek) tentamen zal plaatsvinden in de evaluatieweek. De leerstof die getoetst wordt is de leerstof uit genoemde literatuur en colleges. Thuisopdrachten worden niet beoordeeld, maar dragen bij als voorbereiding op het tentamen. Herkansing van deze module geschiedt in lesweek 2 van blok 2. Verder is de 80%-regeling van kracht. Terugrapportage Geschiedt in lesweek 1 van blok 2. Literatuur • Fred Goffree, 1994,Wiskunde & Didactiek 1, Groningen, Wolters-Noordhoff bv • Fijma, N en Vink, H, 1998, Op jou kan ik rekenen, Van Gorcum • Fred Goffree, 1993,Kleuterwiskunde, Groningen, Wolters-Noordhoff bv1 • Rekenmethoden + handleiding Hand-outs
1
Alleen voor specialisatie 4-8
Programmaboek blok 1 Derde leerjaar
Studiejaar 3 - blok 1 Vak Orthopedagogiek Orthopedagogiek Ortho-logopedie Onderwijskunde
Spec. 4–8 6 - 12 Beide Beide
Module naam Leesproblemen Leesproblemen Signaleren en doorverwijzen Onderwijs en Onderzoek Idioma den EPA, innovacion den enseñansa di Idioma
docent DK DK GBG/DK MA
Papiamento
Beide
Dansante Vorming
JLM
98
Beide
Mi mesun lesnan di baile
WKJ
101
Beeldende Vorming
Beide
Arte Visual
MN
104
Hende y Comunidad
4-8
Vakdidaktiek 3: Methodenvergelijking**
Hende y Comunidad
6 -12
Vakdidaktiek 3: Globalisering GS accent**
Movecion y Salud
Beide
EHBO
PS
107
Rekenen & Wiskunde
4–8
Rekenen in de onderbouw
BB
109
Rekenen & Wiskunde
6 - 12
Rekenen in de bovenbouw
MG
112
** Deze modules worden ingevuld met de CENSO 2010 activiteiten
pag 84 88 91 94
Orthopedagogiek 4-8 Module : Leesproblemen Periode : 3.1 Specialisatie : 4-8 Docenten : Donald Kock Studiebelasting : 1 studiepunt = 40 uur Contactuur : 7 bijeenkomsten van 1.5 Bestuderen van literatuur: Uitwerken lesopdracht: Eindopdracht:
10.5 23 1.5 5
Inleiding In elke klas en op elke school tref je kinderen aan die snel en gemakkelijk leren en kinderen die meer moeite hebben met het bereiken van bepaalde doelen in de gestelde tijd, de kinderen met specifieke pedagogisch didactische behoeften. Om deze laatste groep kinderen toch zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen en bepaalde doelen of tussendoelen te laten bereiken, is de uitbreiding en versterking van maatregelen en activiteiten gericht op een zo intensief mogelijke zorg voor deze leerlingen (=ZORGVERBREDING) van belang, De belangrijkste redenen voor het achterblijven in de reguliere school (met vaak als gevolg zittenblijven of verwijzing naar speciaal onderwijs) zijn stagnaties in de elementaire culturele vaardigheden met name lezen, spellen en begrijpend lezen. Papiamento is onze moedertaal, maar de taal waarin onze kinderen leren lezen en schrijven is Nederlands. Een taal dat niet echt leeft in onze maatschappij. Dit heeft zijn consequenties voor het leren lezen en het begrip ervan. Ongeveer 30% van de leerlingen in de eerste klas blijven zitten, wat begrijpelijk is als de situatie analyseert. Een ander gemis is, dat op de meeste scholen hierop Aruba geen spellingsprogramma gebruiken naast de gangbare methode om de Nederlandse taal te ondersteunen. Daarom zullen we met name aandacht besteden aan zorgverbreding op deze terreinen. Bij de specialisatie 4-8 zal het accent liggen op leesproblemen in klas l en 2, problemen bij het aanvankelijk lezen. Beginsituatie - Studenten zijn op de hoogte van de didactiek van het aanvankelijk taalonderwijs. - Studenten hebben inzicht in het aanvankelijk lezen en spellen in de basisschool. - Studenten hebben inzicht in de gebruikte aanvankelijk leesmethode Veilig Leren Lezen. - Studenten zijn op de hoogte van de knelpunten van het Nederlands als vreemde instructietaal. - Studenten zijn op de hoogte van de samenhang tussen leer- en gedragsproblemen. - Studenten hebben al eens een handelingsplan gemaakt voor een kind met specifieke pedagogisch didactische behoeften.
Leerinhouden • Problemen bij de leesvoorwaarden • Problemen bij het aanvankelijk lezen • Problemen met de spelling • Leesproblemen zoals: leesdeelvaardigheden, decodering enz. • Dyslexie • Problemen bij het aanvankelijk begrijpend lezen • Orthodictactische middelen en technieken
Linkage De IP lessen in dit blok worden besteed aan leesproblemen. Module 1.1, 1.2 & 1.3 Pedagogiek: Kind in ontwikkeling Module 1.4 Orthopedagogiek: een eerste oriëntatie m.b.t. leerlingen die een speciale zorg nodig hebben binnen het onderwijs op Aruba. Module 1.4 Onderwijskunde: Het speciale kind in het basisonderwijs Module 1.3 Onderwijskunde: Leren leren en differentieren Module 2.1 Taal: Nederlands; Voorbereidend aanvankelijk lezen en schrijven Module 3.1 Orthopedagogiek: Leesproblemen Module 3.1 Ortho/logopedie: signaleren en begeleiden van ontwikkelingsstoornissen Module 3.1. & 3.2 Rekenen: Aanvankelijk rekenen,Breuken, decimale breuken, procenten en handelingsplan Praktijklink In de praktijk worden verschillende leerlingen op video gezet en die casussen worden tijdens de college behandeld; wat is/zijn de leesproblemen en hoe kan je het aanpakken/remedieren en of verwijzen. De student dient bij leerling met leesproblemen de diagnose vast te stellen. Op grond hiervan dient de student een handelingsplan op te stellen en tevens materiaal te ontwikkelen ter uitvoering van de remediëring. Doelen Algemeen doel • Het verkrijgen van inzicht in leesproblemen de orthodidactiek en de mogelijkheden als leerkracht inderen met deze problemen te begeleiden. Kennisdoelen: • Studenten kunnen aangeven wat onder orthodidactiek wordt verstaan. • Studenten zijn op de hoogte van de ontwikkeling van het lezen bij kinderen. Zij kennen de factoren die deze ontwikkelingen kunnen beïnvloeden en zijn op de hoogte van mogelijke preventieve maatregelen. • Studenten (her)kennen kenmerken van kinderen met leesproblemen. Vaardigheidsdoelen:
• • • •
Studenten kunnen beschrijven op welke manieren je kinderen met leesproblemen kunt diagnosticeren. Studenten zijn in staat de beginsituatie van kinderen met problemen in concrete termen te beschrijven. Studenten zijn in staat kinderen met leesproblemen te signaleren d.m.v. observatie en m.b.v. de in de praktijk gebruikte methodes. Studenten zijn in staat diagnostische informatie te verhandelen m.b.t. kinderen met leesproblemen.
Houdingsdoelen: • Studenten zijn in staat op grond van diagnostische gegevens suggesties te doen voor hulp aan leerlingen met leesproblemen. • Studenten kennen en gebruiken orthodidactische middelen en technieken die ingezet kunnen worden voor de begeleiding van kinderen met leesproblemen. Competenties De student kan leesproblemen signaleren en begeleiden met de nodige technieken. Begeleiden kan indien nodig, via een handelingsplan. De student kan leerlingen met leerstoornissen signaleren en doorverwijzen voor professionele hulp Werkvormen • Directie instructie en interactie vragen • Casusbesprekingen • Werkcolleges • Gastcollege
Evaluatie De eindopdracht: • Diagnosticeer een leerling met leesproblemen die je op cassette/video opgenomen hebt volgens aanwijzigen in het college. • Maak een handelingsplan voor dit kind • Ontwerp materiaal waarmee je dit kind kunt begeleiden met zijn/haar leesproblemen. • Presentatie/expositie van het ontwikkelde materiaal. Literatuur Wierenga, drs. C.J. en drs. J.F. Sas, (1990). Leesmoeilijkheden, diagnose en behandeling; orthovisies 29 Groningen: Wolters-Noordhoff Bouwers, H en H. van Goor, (1997). Problemen met begrijpend lezen.
Baarn: Intro Bouwers, H en H. van Goor, (1993). Diagnostiek en behandeling van leesproblemen. Nijkerk: Intro Van der Leij, a en E.J. Kappers, (1996). Zorgverbreding. Bijdragen uit speciaal onderwijs aan basisonderwijs. Nijkerk: Intro Reader die uit verschillende artikels en hoofdstukken bestaat. Tijdens de colleges krijgen de studenten verschillende hand-outs toegereikt.
Orthopedagogiek 6-12 Module : Leesproblemen Periode : 3.1 Specialisatie : 6-12 Docenten : Donald Kock Studiebelasting : 1 studiepunt = 40 uur Contactuur : 7 bijeenkomsten van 1.5 Bestuderen van literatuur : Uitwerken lesopdracht : Eindopdracht :
10.5 23 1.5 5
Inleiding In elke klas en op elke school tref je kinderen aan die snel en gemakkelijk leren en kinderen die meer moeite hebben met het bereiken van bepaalde doelen in de gestelde tijd, de kinderen met specifieke pedagogisch didactische behoeften. Om deze laatste groep kinderen toch zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen en bepaalde doelen of tussendoelen te laten bereiken, is de uitbreiding en versterking van maatregelen en activiteiten gericht op een zo intensief mogelijke zorg voor deze leerlingen (=ZORGVERBREDING) van belang. De belangrijkste redenen voor het achterblijven in de reguliere school (met vaak als gevolg zittenblijven of verwijzing naar speciaal onderwijs) zijn stagnaties in de elementaire culturele vaardigheden met name lezen, speller, en begrijpend lezen. Papiamento is onze moedertaal, maar de taal waarin onze kinderen leren lezen en schrijven is Nederlands. Een taal dat niet echt leeft in onze maatschappij. Dit heeft zijn consequenties voor het leren lezen en het begrip ervan. Ongeveer 30% van de leerlingen blijft in de eerste klas zitten, wat begrijpelijk is als we de taalsituatie analyseren. Een ander gemis is, dat op de meeste scholen hierop Aruba geen spellingsprogramma gebruiken naast de gangbare methode om de Nederlandse taal te ondersteunen. Daarom zullen we met name aandacht besteden aan zorgverbreding op deze terreinen. Accent bij de 6-12 zal liggen op leesen spellingsproblemen en problemen bij het begrijpend lezen. Beginsituatie Studenten zijn op de hoogte van de didactiek van het aanvankelijk taalonderwijs. Studenten hebben inzicht in het aanvankelijk lezen en spellen in de basisschool. Studenten hebben inzicht in de gebruikte aanvankelijk leesmethode Veilig Leren Lezen. Studenten zijn op de hoogte van de knelpunten van het Nederlands als vreemde instructietaal. Studenten zijn op de hoogte van de samenhang tussen leer- en gedragsproblemen. Studenten hebben al eens een behandelingsplan gemaakt voor een kind met specifieke pedagogisch didactische behoeften
Leerinhouden Problemen bij de leesvoorwaarden Problemen bij het aanvankelijk lezen Problemen met de spelling Leesproblemen zoals: leesdeelvaardigheden, decodering enz. Dyslexie Problemen bij het begrijpend lezen Orthodidactische middelen en technieken Linkage De IP lessen in dit blok worden besteed aan leesproblemen. Module 1.1, 1.2 & 1.3 Pedagogiek: Kind in ontwikkeling Module 1.4 Orthopedagogiek: een eerste oriëntatie m.b.t. leerlingen die een speciale zorg nodig hebben binnen het onderwijs op Aruba. Module 1.4 Onderwijskunde: Het speciale kind in het basisonderwijs Module 1.3 Onderwijskunde: Leren leren en differentieren Module 2.1 Taal: Nederlands; Voorbereiden aanvankelijk lezen en schrijven Module 3.1 Orthopedagogiek: Leesproblemen Module 3.1 Ortho/logopedie: signaleren en begeleiden van ontwikkelingsstoornissen Module 3.1. & 3.2 Rekenen: Aanvankelijk rekenen, Breuken, decimale breuken, procenten en handelingsplan Praktijklink: In de praktijk worden verschillende leerlingen op video gezet en die casussen worden tijdens de college behandeld; wat is/zijn de leesproblemen en hoe kan je het aanpakken/remedieren en of verwijzen. Voor eindopdracht moeten de studenten een handelingsplan opstellen voor een leerling in hun stageklas volgens het formaat dat aangereikt wordt tijdens de college’s. Doelen Algemeen doel: Het verkrijgen van inzicht in leesproblemen de orthodidactiek en de mogelijkheden als leerkracht kinderen met deze problemen te begeleiden. Kennisdoelen: • Studenten kunnen aangeven wat onder orthodidactiek wordt verstaan. • Studenten zijn op de hoogte van de ontwikkeling van het lezen bij kinderen. Zij kennen de factoren die deze ontwikkelingen kunnen beïnvloeden en zijn op de hoogte van mogelijke preventieve maatregelen. • Studenten (her)kennen kenmerken van kinderen met leesproblemen.
Vaardigheidsdoelen: • Studenten kunnen beschrijven op welke manieren je kinderen met leesproblemen kunt diagnosticeren. • Studenten zijn in staat de beginsituatie van kinderen met problemen in concrete termen te beschrijven. • Studenten zijn in staat kinderen met leesproblemen te signaleren d.m.v. observatie en m.b.v. de in de praktijk gebruikte methodes. • Studenten zijn in staat diagnostische informatie te verhandelen m.b.t. kinderen met leesproblemen. Houdingsdoelen: • Studenten zijn in staat op grond van diagnostische gegevens suggesties te doen voor hulp aan leerlingen met leesproblemen. • Studenten kennen en gebruiken orthodidactische middelen en technieken die ingezet kunnen worden voor de begeleiding van kinderen met leesproblemen.
Competenties De student kan leesproblemen signaleren en begeleiden met de nodige technieken. Begeleiden kan indien nodig, via een handelingsplan. De student kan leerlingen met leerstoornissen signaleren en doorverwijzen voor professionele hulp. Werkvormen Directe instructie en interactieve instructie Casusbesprekingen Werkcolleges Gastcolleges Evaluatie De eindopdracht: Diagnosticeer een leerling met leesproblemen die je op cassette opgenomen hebt volgens de aanwijzigingen in het college. Maak een handelingsplan voor dit kind Ontwerp materiaal waarmee je dit kind kunt begeleiden met zijn/haar leesproblemen. Presentatie/expositie van het ontwikkelde materiaal. Literatuur: Wierenga, drs. C.J. en drs. J.F. Sas, (1990). Leesmoeilijkheden, diagnose en behandeling; orthovisies 29 Groningen: Wolters-Noordhoff Bouwers, H en H. van Goor, (1997). Problemen met begrijpend lezen.
Ortho-Logopedie Module Signaleren en doorverwijzen Periode : 3.1 Specialisatie : 4-8/6-12 Docenten : Donald Kock en Giselle Brete-van Grieken Studiebelasting : 1 studiepunt = 40 uur Contactuur : 7 bijeenkomsten van 1.5: 10.5 Bestuderen van literatuur: 14 Opdrachten en voorbereiding portfolio: 15.5
Inleiding Deze module is concentrisch en sluit aan die van 2.3 van het vak logopedie en aan die van blok 2.4 en 3.3 orthopedagogiek. Het accent ligt om kinderen holistisch te observeren. Het is nu achterhaald, dat veel symptomen gepaard gaan met gevolg van dien dat disciplines geïntegreerd moeten werken. Kinderen worden niet tijdig gesignaleerd door de leerkracht. Ook bij veel kinderen worden ten onrechte logopedische en of andere stoornissen gesignaleerd. Als een kind niet of te laat wordt doorverwezen kan dat ingrijpende gevolgen hebben voor het kind en zijn omgeving. In deze module wordt de student getraind om sommige “stoornissen” vroegtijdig te signaleren, te differentiëren en waar naar te verwijzen en is in staat om zijn behandelingsplannen op te stellen. Beginsituatie De studenten hebben al een module Logopedie “Signaleren en begeleiden van spraak- en taalproblemen binnen het onderwijs” in 2.3 behaald. In 2.4 en 3.1 behandelt de orthopedagogiek gedrags- en werkhoudingproblemen. Leerinhouden • Zelfreflectie op eigen houding m.b.t. stoornissen. • Visusproblemen op school. • Slechthorend/doofheid bij schoolgaande kinderen. • Autisme/autistisch spectrum binnen het regulier onderwijs. • Gedrag- en leerproblemen binnen het onderwijs. • Schrijfproblemen onder schoolgaande kinderen.
• • •
Dyslexie. Con pa disciplina concientemente. Stotteren.
Linkage Module 2.3 Logopedie “Signaleren en begeleiden van spraak- en taalproblemen binnen het onderwijs. Module 2.4 en 3.1 Orthopedagogiek. Praktijklinkage Lezingen gecombineerd met praktische opdrachten en adviezen worden per bijeenkomst geleid door iemand die werkzaam is bij de desbetreffende instantie en bij sommige bijeenkomsten met cliënten. Bijeenkomsten worden bij de instantie verzorgd voor zover dat mogelijk is. Met praktische opdracht wordt een casus mee bedoeld.
Doelen Kennisdoelen: • De student is op de hoogte van deskundigheid in de jeugdzorg en onderwijsondersteuning op Aruba om de keuze te kunnen maken om een kind door te verwijzen. • De student bezit de kennis van de veel voorkomende ontwikkelingsstoornissen en of vertragingen en de wijze waarop die zich in een onderwijssituatie voordoen en de juiste oplossing weten te kiezen uit de diverse handelingsplannen (orthopedagogische en didactische aanpak). Vaardigheidsdoelen: • De student zal in staat zijn vroegtijdig weten te signaleren en weten waar en hoe te verwijzen. • De student kan onderscheid maken in de verschillende stoornissen en kunnen nagaan wat de primaire oorzaak zou kunnen zijn door de juiste bronnen weten te selecteren. • De student kan een handelingsplan opstellen. • De student is in staat om een portfolio bij te houden inclusief reflectieverslagen om als toekomstige leerkracht dit ook in de klas te kunnen toepassen met het oog op signaleren en begeleiden van leerlingen. • De student is in staat om kernachtige samenvatting van elke bijeenkomst te maken, wat studievaardigheden betreft. Houdingsdoelen: • De student is zich bewust van het feit dat hij/zij flexibel, tolerant, affectief en onbevooroordeeld moet opstellen t.a.v. kinderen met stoornissen en hun ouders. • De student is in staat om het opgestelde handelingsplan uit te voeren.
•
Bij het niet kunnen helpen van een kind, het kind door verwijzen naar de desbetreffende instantie.
Werkvormen • Zelfstandig werken. • Praktische gastcolleges. • Werkcolleges n.a.v. casusbesprekingen.
Evaluatie Om deze module met succes af te ronden, moet je aan de volgende voorwaarden voldoen: ¾ 100% aanwezigheid ¾ Uitvoeren en presenteren van verplichte opdrachten die in de bijeenkomsten worden opgegeven. Het bijhouden van een potfolio met de gegeven opdrachten en reflecties. Literatuur Pronk-Boerma, Mieke, (2003) Logopedie voor onderwijsgevenden. Soest: Nelissen Janssens, Harry (ed) (2001). Gedrag- en werkhoudingproblemen & zorgverbreding. Eindhoven: SON opleidingen. Hand-outs.
Onderwijs en Onderzoek Onderdeel : Onderwijskunde Docent(en): Maya Artist Blok : 3.1 Specialisatie: 4-8 en 6-12 Aandeel : ca. 7 bijeenkomsten Studiebelasting :1 punt (= 40 uur):10 uur bijeenkomsten (hoorcolleges, begeleidingsuren e.d.) 15 uur voorbereiding bijeenkomsten (huiswerk e.d.) 15 uur voorbereiding evaluatie (eindopdrachten, tentamens e.d.)
Inleiding De IPA student heeft eerder in de opleiding kennis gemaakt met het doen van onderzoek(jes), waaronder tijdens de IP’s waarbij de student leert observaties als instrument te gebruiken om gegevens te verzamelen en dmv een handelingsplan onderzoek te doen naar de leer/gedragsontwikkeling van een leerling. Daarnaast heeft de student tijdens vakmodulen onderzoekjes uitgevoerd en moeten toepassen met hun leerlingen in de praktijk, denk bijvoorbeeld aan de modules flora en fauna en mi curpa van het vormingsgebied Natuur en Techniek. De module “Onderwijs en Onderzoek” bouwt hierop voort en breidt de onderzoekscompetenties van de student verder uit. Een belangrijk onderdeel hiervan is een goede basis van de onderzoeksterminologie. De Onderwijs en Onderzoeksmodule bereidt de studenten voor op de modules van 3.2 waarbij zij de onderzoekscompetenties verder gaan toepassen (o.a. tijdens de module Onderwijs en Ongelijkheid en de module Meertaligheid). Daarna wordt deze lijn voortgezet in de Integratieve Fase (IF) in blok 3.3 en 3.4 en in de afstudeerfase in leerjaar 4 (c.q. Sociaal Project en Afstudeerproject). In leerjaar 4 (blok 4.1) vindt er een verdieping van deze module plaats door middel van een aantal bijeenkomsten. Tijdens de IF zal de student de opgedane onderzoeksvaardigheden toepassen in het doen van onderzoek t.b.v. de IF thema’s. In leerjaar 4 zal de student de opgedane competenties verder toepassen ter voorbereiding op het Afstudeerproject (ASP). Onderzoekscompetenties zijn van belang voor de latere beroepsuitoefening. Dit betekent dat de leerkracht onderzoek kan doen in zijn onderwijspraktijk om deze te verbeteren, maar ook om zichzelf verder te professionaliseren, door voortdurend te reflecteren op zijn eigen kennis, vaardigheden en houding in de beroepspraktijk. Bij dit proces van reflecteren speelt een onderzoekende houding een belangrijke rol. Daarnaast is het belangrijk dat de leerkracht zijn leerlingen een onderzoekende houding meegeeft, door de kinderen in de klas onderzoekend/probleemoplossend bezig te laten zijn. Daarnaast ziet de student in dat het doen van onderzoek belangrijk is voor de ontwikkeling van het onderwijs. Bijv van materialen, methodes, een bepaald soort didactiek in de schoolpraktijk,
maar ook onderwijsbeleid (dus op zowel micro, meso en macroniveau). De student zal inzicht krijgen in hoe onderzoek bijdraagt aan de ontwikkeling van het onderwijs en in leerjaar 4 zal dit uitgebreider worden behandeld. De student zal tijdens deze module kennis nemen van basisbegrippen en concepties m.b.t. met name sociaal praktisch/wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast zal er een korte introductie plaatsvinden van het doen van (actie)onderzoek. De student voert tijdens de module zelf een eenvoudig onderzoek uit.
Leerinhouden: - Wat is onderzoek en typen onderzoek - Het belang van (praktijkgericht) onderzoek - Empirische cyclus en fasen van onderzoek - Betrouwbaarheid en validiteit - Variabelen en de relaties tussen variabelen - Dataverzameling en meetniveau’s - Dataverwerking en data-analyse - Onderzoeksrapportage - Onderzoek in de klas Linkage (theorie): - IP (1.1 t / m 2.4) - Diverse vakmodulen (o.a. Natuur & Techniek, Mathematica) - IF (3.3 en 3.4) - SPR en ASP (4.1 t / m 4.4)
Linkage (praktijk): - IP / SP (leerjaar1): gedurende deze blokken hebben studenten portretten gemaakt van verschillende aspecten van de onderwijspraktijk, waarbij gebruik werd gemaakt van verschillende eenvoudige onderzoekstechnieken (waaronder observaties) - IF: studenten zullen tijdens de IF gebruik maken van verschillende onderzoekstechnieken i.v.m. verschillende IF-opdrachten (in het buitenland en tijdens de stage). Het onderzoek in het buitenland zal in groepsverband plaatsvinden. - OAS / ASP: studenten worden (alvast) voorbereid op verschillende eisen van het afstudeerjaar, waarbij onderzoek een rol zal spelen.
Beginsituatie Studenten hebben tot dusver geen modules gevolgd waarin speciale aandacht werd besteed aan het doen van sociaal-praktisch/wetenschappelijk onderzoek en hebben nog beperkte kennis van de onderzoeksterminologie. Wel hebben studenten bij verschillende voorafgaande IPmodules vragen- en observatielijsten moeten maken i.v.m. bepaalde portretopdrachten tijdens de stage. Verder hebben de studenten tijdens eerdere (vak)modules onderzoekstechnieken gebruikt,
waaronder observatieinstrumenten maken, informatie verzamelen, literatuurstudie en het maken van een (onderzoeks)verslagje maken (onder andere bij het Vormingsgebied Natuur en Techniek)
Doelen Kennisdoelen • Studenten zijn in staat om in eigen woorden aan te geven wat met onderzoek wordt bedoeld. • Studenten zijn in staat om het belang van onderzoek voor het onderwijs aan te geven met een concreet onderwijsvoorbeeld. • Studenten zijn in staat om de vijf fasen, waaruit een onderzoek is opgebouwd, te benoemen. • Studenten zijn in staat om n.a.v. een voorbeeld de empirische cyclus te beschrijven. • Studenten zijn in staat om verschillende dataverzamelingsmethodes te benoemen en de voor- en nadelen ervan te onderscheiden. Vaardigheidsdoelen • Studenten zijn in staat om verschillende soorten probleemstellingen (beschrijvend, verklarend en ontwerpend) te formuleren n.a.v. een pedagogisch-didactisch of vakgerichte onderwerp. • Studenten zijn in staat om n.a.v. een probleemstelling een dataverzamelingsmethoden te kiezen en de keuze ervan te beargumenteren. • Studenten zijn in staat om, uitgaande van een pedagogisch-didactisch of een vakgerichte onderwerp, een onderzoeksplan maken. • Studenten zijn in staat om n.a.v. een probleemstelling, een onderzoeksinstrument te maken (enquete, observatieschema etc.), die samengesteld is uit vragen/onderdelen van verschillende meetniveaus. • Studenten zijn in staat om uitgaande van bepaalde theorieën en begrippen m.b.t. sociaal praktische/wetenschappelijke onderwerpen een eenvoudig onderzoek uit voeren. Houdingsdoelen • Studenten accepteren dat onderzoek over het algemeen belangrijk is voor het onderwijs. • Studenten laten de bereidheid zien om bepaalde pedagogisch-didactische problemen op een onderzoekende (of onderzoekstechnische) manier aan te pakken. • Studenten accepteren dat het noodzakelijk en belangrijk is om, alvorens met onderzoek te beginnen, een onderzoeksplan te maken. • Studenten kunnen verantwoorden waarom het hebben van een onderzoekende houding belangrijk is voor zichzelf als leerkracht en voor hun leerlingen in de klas.
Werkvormen Tijdens de lessen worden over het algemeen de volgende didactische werkvormen gehanteerd: instructie-, interactie-, samenwerkingsvorm en /of opdrachtenvorm. Tijdens de college zullen abstracte theorieën en begrippen zoveel mogelijk worden geconcretiseerd d.m.v. voorbeelden vanuit de onderwijspraktijk. Daarnaast ondergaan de studenten voorbeelden van didactiek waarbij ze zelf op onderzoek moeten uitgaan, probleem oplossend denken. Deze voorbeelden van didactiek zijn toepasbaar op hun eigen klassensituatie.
Evaluatie 1. Groepsopdracht: een minionderzoek uitvoeren in relatie tot een zelfgekozen onderwerp mbt de onderwijspraktijk. 2. Schriftelijk (gesloten boek) tentamen 3. 80% aanwezigheid.
Literatuur: Reader bestaande uit de volgende bronnen: • • • •
Hopkins, D. (2002) A Teacher’s guide to classroom research, Open University Press: United Kingdom Kallenberg, T., Koster,B., Onstenk, J., Scheepsma, W. (2007) Ontwikkeling door onderzoek Een handreiking voor leraren Thieme Meulenhoff: Utrecht/Zutphen Swanborn, P.G. (2002), Basisboek sociaal onderzoek Boom: Amsterdam Verhoeven, N. (2007) Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. Boom onderwijs
Papiamento Module Modulo Periodo Materia Sector Specialisacion Docente Peso di estudio
Idioma den EPA, innovacion den enseñansa di idioma : Idioma den Enseñansa Primario Arubano –EPA : 3.1 : Papiamento : Idioma : tur : Jessica Maduro : 1 punto - 40 ora ora di contacto : 7x1,5= 10,5 or tarea pa cada siman : 7x1,5= 10,5 or tarea di evaluacion : 9 ora literatura : 10 ora
Introduccion Pa prome biaha den enseñansa di Aruba tin un documento riba mesa cu lo forma e fundeshi di nos enseñansa: “Curiculo di enseñansa basico Aruba – Vision y structura”. E documento ta describi vision, meta y structura di nos enseñansa basico nobo, cu mester garantisa “Enseñansa cu sentido, individuo consciente y un nacion solidario”. E curiculo nacional aki pues ta base di entre otro e area di formacion “Idioma y Comunicacion”, cu tambe ta describi den un documento specifico, mescos cu otro areanan di formacion: “Programa nacional di Idioma y Comunicacion pa Enseñansa Basico Arubano”. Cu a conduci na un scol piloto. Un scol multilingual na unda ta bai stimula y vigila e proceso di adkisicion y desaroyo di idioma materno y idoma stranhero den un maneho di idioma cu un(dos) idioma di instrucion, pero cu mas idioma como materia. E studiante di IPA mester ta bon na altura di e documentonan aki, pa asina e por sostene e vision grandi pa cu innovacion y crea su mesun idea. Durante e ultimo 4 aña a sali un documento nobo cu ta describi e cuidadano cu nos kier forma. E documento aki ta reenforsa locual anteriormente a ser describi den e documentonan ya menciona y tambe den e documento ‘Habri Porta pa nos nos Drenta’. Situacion inicial E studiantenan ta na altura di e preparacionnan relaciona cu innovacion di enseñansa na Aruba. Sinembargo, e studiantenan no ta na altura ainda di e vision riba idioma y di e cambionan cu esaki ta trece cu ne en cuanto idioma.
Contenido • Vision di PRIEPEB/ Vision di PRIEPEB en cuanto idioma • Meta General pa EPA • Maneho di idioma pa EPA • Area di formacion ‘Idioma y Comunicacion’ • Vision di PRIEPEB en cuanto idioma • NOP • Scol Multilingual
Metanan Meta general E studiante tin conocemento di e caracteristicanan fundamental di EPA en general y di idioma den EPA en particular. E studiante ta capasita pa pone e ideanan nobo relaciona cu idioma den practica. Meta Specifico (di conocemento, habilidad y actitud) Meta cognitivo E studiante tin conocemento • di e curiculo nacional pa enseñansa primario di Aruba • di mision, vision y structura di EPA(Priepeb) y NOP • di e metanan di EPA, specialmente relaciona d idioma • di e competencianan di idioma cu e mucha por desaroya den EPA • di e funcion di idioma den comunidad • di e funcion di idioma na scol • Modelo multilingual Meta di habilidad E studiante por • pone e relacion entre curiculo nacional y curiculo di idioma na EPA • reflexiona unda nos ta awor pa medio di p.e. combersacion/discusión/debate • indica kico falta ainda pa jega e meta/ reto pa medio di un poster/foyeto • indica ki implicacion un cambio den modelo di idioma tin pa enseñanza preparatorio/ basico/ avansa/ den exterior • formula su propio opinion tocante p.e. modelo di idioma actual/ proponi, e pro y contra di cada modelo y funcion den comunidad Meta di actitud E studiante ta dispuesto pa y por duna su aporte na innovacion di nos enseñansa.
Forma di traha durante modulo Durante e modulo aki ta uza diferente forma didactico di traha cu e studiantenan. E aporte activo di e studiantenan na e contenido di les ta hopi importante y crucial pa desaroyo di e lesnan. Pa por aporta na un manera satisfactorio, e studiante mester prepara su mes debidamente: bon intercambio di pensamento ta exigi un bon preparacion. Evaluacion 1 Presencia mester ta por lo menos 80% durante e modulo • Un presentacion den grupo riba powerpoint tocante innovacion di enseñansa y e papel cu idioma ta hunga den nos enseñansa. Ta enfoca mas tanto riba e visionnan cu ta aparece den e documento di PRIEPEB. 2. Pa evaluacion e studiante ta entrega un portfolio cu ta contene lo siguiente: • Un relato di e presentacion cu refleccion, opinion personal tocante e vision studia y e modulo den su totalidad y un conclusion final (1 A4 / Arial 11, espacio 1) • Mester reparti esaki den aliña y skibi den bon Papiamento. • Compilacion di tarea traha durante e modulo • Tur studiante mester percura riba un bon structura di e pakete aki: un indice cu pagina, introduccion y epilogo. 3. Un evaluacion skibi cu un resultado di por lo menos 5.5 Literatura Curiculo enseñansa basico Aruba – Vision y structura PRIEPEB, 2002 Programa nacional di Idioma y Comunicación pa Enseñansa Basico Arubano PRIEPEB, 2002 Habri porta pa nos drenta Proposicion pa modelo di idioma pa Eseñansa Basico Arubano PRIEPEB, 2002
Dansante Vorming Module Docent Fase Blok Specialisatie Studiepunt Aandeel
: ‘Mi mesun lesnan di Baile’ (Dans i.d.Praktijk) : Wilma Kuiperi-Jansen : Beroepsgerichte fase : III-1 : 4-8/6-12 : 1 (=40 studielasturen) : Contact uren: (7x1.5) : Niet Contacturen( 29.5)
Kids enjoying Dance at School – foto Introdans/Gerritsen
Doelen • De student is zich bewust van de functie van dans in de eigen Arubaanse cultuur en in andere culturen (voorbereidend naar Integratieve Fase toe) • De student is zich bewust van de belangrijkheid van innovatie in het onderwijs en weet met een open houding ook anderen hiervoor te motiveren • De student is zich bewust van de eigen lichaamstaal en de belangrijkheid voor de kinderen om zich in een eigen bewegingstaal te kunnen uiten als belangrijk element van de eigen persoonlijke ontwikkeling • • • • • •
De student ontwikkelt verdere praktische kennis en inzicht t.a.v. de didactische functie van dans in het onderwijssysteem op Aruba De student ontwikkelt verder praktische kennis en inzicht t.a.v. de integratieve waarde van bewegingsexpressie in het onderwijs De student is in staat binnen de gekozen specialisatie , aan de hand van de methodiek en didaktiek van de bewegingsexpressie een beginsituatie te onderzoeken en te beschrijven rekening houdend met M.I. De student is in staat binnen de gekozen specialisatie, aan de hand van de didaktiek van dans of bewegingsexpressie, een aantal eigen specifieke dansexpressie lessen voor te bereiden. De student is in staat binnen de gekozen specialisatie, aan de hand van de methodiek en didaktiek van dans, een aantal lessen uit te voeren en te evalueren De student is in staat, binnen de gekozen specialisatie een dansexpressieles met haar klas en met haar stageklas uit te voeren en te evalueren en hierover te reflecteren adhv eigen video.
Inhoud • Lichamelijke uiting via beweging en innerlijke beleving-dans en beweging nader bekeken • Doornemen en praktisch toepassen van de teorie a.d.h.v. voorbeeldlessen • Bewegingsexpressie in de Praktijk: de rol van de leerkracht,muziek en hoe werk je met thema’s voor dans. • De specifieke Leerdoelen van Kunst en van Dans specifiek • Hoe doe je onderzoek om de beginsituatie van je klas tov Kunst en Dans te bepalen • De lesfaseringen te beginnen met hoe kies je je ‘warming up’? • Samen evalueren van je 45 min. (4-8) of 60 min.(6-12) durende Les • Hoe belangrijk is reflecteren na elke les, hoe bereid je dat voor, hoe begeleid je dat? •
• • •
Het voorbereiden en beschrijven van vijf lessen bewegingsexpressie met inbegrip van de beginsituatie, lesopbouw, tijdsindeling, maar ook adhv thema’s (muziek, materiaal etc.) uitgaande van de ontwikkelingsdoelen dansante vorming en met behulp van readers DV-III, DV-II, DV-I. Wekelijkse NCU opdrachten moeten 100% voldaan zijn met een bijgehouden tijdschema. Het uitwisselen van ervaringen van in de praktijk gegeven danslessen. Aan de hand van de wekelijkse contacturen de wekelijkse niet contacturen uitvoeren en inleveren.
•
Aan de hand van de wekelijkse contacturen zelf je lesbrieven terug blijven corrigeren zodat je na je laatste lesweek 2 volledig voldoende lesvoorbereidingen dans- of bewegingsexpressie heb.
Opmerking: Bij afwezigheid dient men bij terugkomst op de hoogte te zijn van de inhoud van de gemiste contactuur en de ncu-opdrachten te hebben uitgevoerd, indien dit niet mogelijk blijkt, dient student in samenspraak met docent een andere inleverdatum af te spreken.
EVALUATIE: naast 80% aanwezigheidsnorm _________________________________________________________ - 2 dansexpressielessen in de praktijk op DVD inleveren -
Wekelijkse NCU opdrachten moeten 100% met voldoende voldaan zijn
-
Zelfreflectie tov module en leerpunten en aanbevelingen voor Dans in het Onderwijs
Linkage -
-
Praktijk: Twee volledige lessen dansexpressie die in III-1 of III-2 in de praktijk gegeven worden met beoordeling van de mentor en een allact evaluatie. Linkage met de praktijk is een belangrijk deel van deze module. Specialisatie:Naar eigen specialisatie(4-8/6-12) worden vijf lessen Dansexpressie gemaakt. Thema( H& C/Idioma): De lesvoorbereidingen dansexpressie met nieuwe thema’s rekening houdend met de beleveniswereld , aktualiteit lokaal en/of globaal en de interessewereld van de leerling. De topic ‘thema’ is ook bij andere vormingsgebieden behandeld. Sova: Samenwerken tijdens de contact uren en niet contact uur opdrachten in een groep (3-5 stud), rekening houden met de sova vaardigheden waaronder, zelf initiatief nemen, eigen inbreng, zelfevaluatie, evaluatie van de groep. Onderwijskunde :Critical Thinking; Hoe om te gaan met innovatie. Dans oftewel bewegingsexpressie zit niet in het rooster maar is een dagelijkse communicatiemiddel bij kinderen. Hoe motiveer je je mentor, collega’s bij het geven van dit vak? Arte: Bewust gebruik maken, waar nodig, van de vaardigheden van eerdere modules Beeldende Vorming, Muziek, Drama en Dansante Vorming bij het maken en uitvoeren van de lessen dansexpressie. IF: Hoe bewust ga je met de eigen Arubaanse cultuur om rekening houdend met de huidige wereldcultuur(multicult) bij het kiezen van je thema’s. ***************
Beeldende Vorming Modulo: Periodo: Specialisacion: Docente:
“Programacion tematico di Arte Visual” III.1 4-8/6-12 Mirto Nicolaas
Peso di estudio: Ora di estudio: Encuentronan: Tareanan semanal: Evaluacion:
1 punto 40 ora (7 encuentro) - 7 x 1,5 = 10,5 - 7 x 4 = 28 = 1,5
Introduccion Na final di e programa total di Arte Visual ta necesario pa e studiante por compila tur loke ela siña durante su añanan di formacion como maestro riba e tereno aki. Ta importante pa pone henter e programa den un cuadro integra, pa asina e haña un sentido holistico pa e futuro maestro nobo. E modulo IV-2 ta un sintesis di e experiencia y habilidadnan creativo-didactico desaroya pa e alumno. Durante e periodo aki lo guia e alumno den creacion di un liña di siña basico pa Enseñansa Primario pa e materia Arte Visual. Situacion inicial E studiante, pa medio di e modulonan I-2, I-4, II-1 y II-3, ta na altura di e funcion, contenido y metanan di e materia Arte Visual pa e specialisacionnan 4-8 y 6-12. E modulo aki anteriormente tabata un modulo den di tres aña. Restructuracion di modulonan a causa cu den di tres aña no tin ningun modulo di arte visual, loke ta forma un kiebra den e desaroyo di e studiante. Contenido E modulo aki lo construi liñanan general pa crea un programa tematico pa educacion di arte visual pa tur e aña y edadnan di enseñansa primario (grupo 1 te cu 8) na Aruba, incluyendo: - material y tecnicanan - tareanan relevante - dimensionnan di desaroyo humano (Priepeb) - competencianan pa Arte (Priepeb) - linkage tematico cu otro areanan y materianan E resultadonan lo mester ta apto pa reproduccion y distribucion den enseñansa primario.
Linkage E modulo aki lo tin un linkage cu e puntonan di salida di Priepeb y e “dimensionnan di desaroyo humano” y e competencianan specifico pa Arte, segun delinea den e documento “Educacion di Arte: Curriculo pa Enseñansa Primario Arubano” (Priepeb). Tambe ta tene cuenta cu e rekisitonan di entrada pa e Ciclo Basico I, relaciona cu e materia CKV segun delinea pa SHA. Linkage cu practica Practica ta forma e base pa e contenido di e modulo aki. For di observacionnan den practica e studiante ta siña tocante e realidad di e curiculonan di arte visual den enseñansa primario. E studiante ta mira cua gruponan ta haña cua lesnan, incluyendo structura, tematica, material, tecnica, metanan, etc. De facto, e falta di curiculonan pa e materia aki den enseñansa, y e efecto dañino di esaki pa e desaroyo di e generacionnan escolar, lo ta e les mas importante cu e studiante di IPA lo siña. E experiencia aki ta forma e base pa traha na e contenido di modulo IV-1. Metanan Metanan di conosemento Na final di e modulo e studiante: 1. sa cu un structura curicular ta necesario pa duna arte visual cu rendimento optimal pa e alumno 2. sa con pa crea un structura curicular den teamwork 3. sa cua ta e contenidonan prioritario (segun necesididad di e alumno Metanan di habilidad Creativo Na final di e modulo e studiante: 1. por structura un contenido curicular cu tema, material, tecnica y formanan di traha creativo na beneficio di desaroyo di habilidadnan creativo di e alumno Tecnico 2. por structura contenido di un curiculo di Arte visual pa Enseñansa Primario na un manera corecto y efectivo 3. por compila y structura e material di tal forma cu e ta apto pa reproduccion y uso general den enseñansa primario.
Reflectivo 4. por refleha tocante tur aspectonan general y specifico di e curiculo pa evalua y adapta esaki unda cu mester. Metanan di actitud Na final di e modulo e studiante: 4. Ta dispuesto pa considera positivamente e funcion personal y social di arte y di educacion di arte 5. Ta dispuesto pa haña y duna educacion di arte na manera positivo y optimal. 6. Ta realisa y ta sostene e necesidad pa structuracion di educacion di Arte conhuntamente den ekiponan di scol. 7. Ta dispuesto pa comparti resultadonan di su trabou cu enseñansa en general.
Tareanan pa practica Den practica e studiante ta observa, investiga y registra curiculo of programanan di arte visual den enseñansa primario. E por conduci e investigacion sea den su grupo of den henter e scol. Den caso cu falta un curiculo/programa, e studiante, a base di entrevista, ta traha un compilacion di locual ta ofrese e alumnonan durante un aña den nan grupo specifico. Ta presenta e resultado di esaki durante un encuentro clasical. Formanan di traha - Recapitulacion di e programa total di Arte visual di IPA - Tratamento clasical di e contenido - Diferenciacion entre 4-8 / 6-12 - Planeamento y trahamento den subgruponan - Observacion y investigacion den practica - Estudio di literatura - Compilacion y presentacion di e programanan tematico Evaluacion - 80% di atendencia - Trahamento den subgruponan na nivel satisfactorio - Presentacion di resultadonan na nivel satisfactorio Literatura - Schasfoort, Ben, 1999. “Beeldonderwijs en Didactiek”, W-Noordhoff , Ned. - Priepeb, 2002. “Educacion di Arte: Curiculo pa Enseñansa Primario Arubano” - SHA , 2003. “Articultura” Curiculo di CKV pa Ciclo Basico I Literatura diverso.
Movecion y Salud Module Periode Specialisatie Docenten Studiebelasting Urenverantwoording - aantal colleges - reanimatie cursus - oefenen (praktijk) - tentamen (schriftelijk en praktijk) - literatuur
: EHBO : III.1 : 4-8 en 6-12 : Peter Simon :1 stp 10½ uur 4 uur 6 uur 2 uur 17½
Inleiding In deze module krijgen de studenten de gelegenheid om kennis te maken met het E.H.B.O. waarbij zij een aantal ongevallen kunnen herkennen en behandelen. Beginsituatie De studenten hebben weinig kennis over E.H.B.O. Leerinhouden • Het menselijk lichaam (de ademhaling, het bewust zijn en de circulatie) • Vormen van stoornissen (flauwte,bewusteloos,shock en epilepsie) • Bloedingen • Brandwonden (eerste, tweede en derde graads) • Botbreuken, verstuikingen en ontwrichtingen Leerdoelen Kennisdoelen • De student heeft kennis van het menselijk lichaam (de ademhaling, het bewust zijn en de circulatie) • De student heeft kennis van stoornissen (flauwte,bewusteloos,shock en epilepsie) • De student herkent de twee verschillende soorten bloedingen(slagaderlijke en veneuze bloeding) • De student heeft kennis over brandwonden (eerste, tweede en derde graads)
•
De student herkent de verschillende vormen van botbreuken, verstuikingen en ontwrichtingen
Vaardigheidsdoelen • De student kan verschillende verbanden aanleggen zoals dekverband, wonddrukverband en druk verband • De student kan de hartmassage bij een baby, kind en volwassen toepassen (CPR) • De student kan bij een ongeval verschillende stoornissen behandelen
Houdingsdoelen • De student ontwikkeld de nodige zelfvertrouwen voor het vak • De student ontwikkeld een positief instelling ten opzicht van E.H.B.O.
Evaluatie Om deze module te kunnen behalen dient de student aan de volgende criteria te voldoen • 80 % aanwezigheid • Praktijk test (drie gevallen) • Theorie tentamen • Zowel theorie als praktijk moeten gelijk of groter zijn dan 5.5 Materiaal • Steriel gaasje(10 stuks) • 1x snelverband nummer 1 • 1x elastische hydrofiel verband 4 cm • 1x elastische hydrofiel verband 6 cm • 1x elastische hydrofiel verband 8 cm • 1x cambric windsel 8 cm • 1 zakje witte hydrofiel watten • 1x rol/zakje vette watten (synthetische watten) 8 cm • 1x rol tape 4 cm • 1x mitella (3 kantendoek) • 3 veiligheidsspelden en 4 verbandklemmetjes • 1x verbandschaar De studente moet de verbandspullen elke les meenemen!!!!!!! Literatuur • Oranje kruis boekje, 2003 24 ste druk, Utrecht/Zuthpen, Thieme Meulenhoff
Rekenen en Wiskunde 4-8 Module : Rekenen in de onderbouw Periode (jaar/blok) : III.1 Specialisatie : 4-8 Docent(en) : Berthson Boekhoudt Studiebelasting (1 stp=40 uur): 1 stp (1.5 ECTS) Urenverantwoording : − aantal colleges/begeleidingsuren : 10,5 uur (7 x 1,5) − voorbereiding op bijeenkomsten (literatuur e.d) : 20 uur − voorbereiding op evaluatie : 8 uur − evaluatie : 1,5 uur
Clausule: R&W-module II.3 en Stage II.3 & II.4 moeten voldoende zijn.
Inleiding Deze module houdt zich bezig met het toepassen van de rekendidactiek (realistisch rekenen) van de onderbouw (klas 1 en 2) van het basisonderwijs. De verschillende huidige rekenmethodes met het gebruik van verschillende materialen voor klas 1 en 2 komen hier aanbod. Omdat elke kind anders is, is ook het geven van instructie aan klas 1 en 2 een belangrijk onderdeel dat ter sprake komt. Beginsituatie Studenten hebben in module II.1 de leerlijnen rekenen aangeboden gekregen. Naast de leerlijnen, wordt ook aandacht besteed aan leerstofbeheersing per leerjaar, de doelen en de didactiek die gehanteerd dient te worden. Verder hebben de studenten in module II.2 zich toegespitst op het kleuteronderwijs v.w.b. de didactiek, gebruik van materiaal en kleuteractiviteiten. In module II.3 hebben de studenten zich verdiept in het differentieren binnen het rekenonderwijs. De didactiek van rekenen in de kleuteronderwijs en rekenvaardigheid tot en met de bovenbouw zijn de bouwstenen voor de module rekenen in de bovenbouw Leerinhouden • Hele getallen in de onderbouw • Meten en meetkunde
Linkage Deze module bouwt voort op module II.2 kleuteractiviteiten en vormt de basis voor het opstellen van een handelingsplan bij rekenproblemen in de onderbouw. De studenten worden begeleid in het toepassen van de opgedane competentie in de schoolpraktijk(III.1). Leerdoelen Kennisdoelen De student(e) • heeft kennis van rekenprocessen en rekenhandelingen bij de onderdelen hele getallen in de onderbouw, meten en meetkunde. • weet voorwaarden te noemen bij rekenopgaven. • weet doelen te formuleren bij de verschillende opgaven. • weet materialen op te noemen ter ondersteuning van overdracht van een onderdeel. Vaardigheidsdoelen De student(e) • kan de verschillende rekenhulpmiddelen hanteren. • kan verschillende didactische vormen gebruiken bij de overdracht. • kan toetsen ontwikkelen om te diagnostiseren. • kan foutenanalyse maken. Houdingsdoelen De student(e) • ontwikkelt de behoefte om zijn/haar leerlingen extra hulp te bieden daar waar het kind het nodig heeft. • ontwikkelt de behoefte om zichzelf te verdiepen in de didactiek van rekenen. Praktijkopdrachten n.v.t. Werkvormen • Onderwijsleergesprekken • Groepswerk • Werkcolleges Evaluatie Het schriftelijk tentamen zal plaatsvinden in de evaluatieweek. De leerstof die getoetst wordt is de leerstof uit genoemde literatuur en colleges. Thuisopdrachten worden niet beoordeeld, maar dragen bij als voorbereiding op het tentamen. Verder is de 80%regeling van kracht. Herkansing van deze module geschiedt in lesweek 2 van blok 2.
Terugrapportage Geschiedt in lesweek 1 van blok 2. Literatuur • o o
•
Hand-outs uit: TAL-team, 1999,‘Jonge kinderen leren rekenen’, Groningen, Wolters-Noordhoff bv TAL-team, 2004,‘Jonge kinderen leren meten en meetkunde’, Groningen, Wolters-Noordhoff bv Huidige rekenmethodes
Evaluatie Schriftelijke tentamen: bestaat uit 2 delen, a. Rekenvaardigheid b. Opstellen van een handelingsplan c. Allebei onderdelen dienen met een voldoende te worden afgesloten om de studiepunt bewijs te verkrijgen 80% aanwezigheid Literatuur Gofree, Fred, (1992). Wiskunde & didactiek 1. Groningen:Wolters-Noordhoff Gofree, Fred, (1992). Wiskunde & didactiek 2. Groningen:Wolters-Noordhoff Huitema, Sjoerd e.d. (2003). De wereld in getallen (rekenmethode). ’s-Hertogenbosch: Malmberg Groen, Jan e.d. (2001) Pluspunt (rekenmethode). ’s-Hertogenbosch: Malmberg Bergmans, Carlijn e.a.(2001).Wis en rekenen. Baarn:Bekadidact Erp, v. Jos (1996). Rekenproblemen voorkomen. Een grondslag voor de rekendidactiek. Groningen: Wolters-Noordhoff Fijma, Niko (1998). Op jou kan ik rekenen.Assen: Van Gorum
Rekenen en Wiskunde 6-12 Module : Rekenen in de bovenbouw Periode (jaar/blok) : III.1 Specialisatie : 6-12 Docent(en) : Martin Godoy Studiebelasting (1 stp=40 uur): 1 stp (1.5 ECTS) Urenverantwoording : − aantal colleges/begeleidingsuren : 10,5 uur (7 x 1,5) − voorbereiding op bijeenkomsten (literatuur e.d) : 20 uur − voorbereiding op evaluatie : 8 uur − evaluatie : 1,5 uur
Clausule: R&W-module II.3 en Stage II.3 & II.4 moeten voldoende zijn.
Inleiding Deze module is één van de laatste in een serie modules die te maken hebben met zowel rekenvaardigheid als de didactiek van rekenen. Voorgaande modules hadden aandacht voor de lagere klassen van het basisonderwijs. In deze module staan we stil bij de grooste rekendomeinen in de onderbouw. Keer op keer neigt men om truukjes of ‘ezelbruggetjes’ te leren om tot het juiste antwoord te komen. Het doel is echter om zich te ‘realiseren’ wat we aan het doen zijn. Waarom, wat, wanneer en hoe je bepaalde rekenonderdelen gebruikt, krijgt in deze module de nadruk. Beginsituatie In leerjaar 2 hebben de studenten leren werken met leerlijnen (II.1). In module II.2 hebben ze deze competentie moeten gebruiken om lessen te ontwerpen voor de middenbouw. Het opstellen van een lesvoorbereiding, met beginsituaties, doelen en differentiatie (II.3), is een van de vereisten van de module. De didactiek van rekenen in de middenbouw en rekenvaardigheid tot en met de bovenbouw zijn de bouwstenen voor module Rekenen in de bovenbouw. Leerinhouden • Hele getallen in de bovenbouw • Breuken/procenten/verhoudingen en kommagetallen • Meten/ Meetkunde in de bovenbouw • Didactiek van genoemde domeinen.
Linkage Deze module bouwt voort op module II.2 Rekenen in de onderbouw en vormt de basis voor het opstellen van een handelingsplan bij rekenproblemen (Module III.2) in de bovenbouw. Studenten worden begeleidt in het toepassen van opgedane competenties in de schoolpraktijk (III.1) Leerdoelen Kennisdoelen De student(e): • heeft kennis van rekenprocessen en rekenhandelingen bij de onderdelen breuken, verhoudingen, kommagetallen, procenten, meten en meetkunde. • weet voorwaarden te noemen bij rekenopgaven. • weet doelen te formuleren bij de verschillende opgaven. • weet materialen op te noemen ter ondersteuning van overdracht van een onderdeel. Vaardigheidsdoelen De student(e): • kan de verschillende rekenhulpmiddelen hanteren • kan verschillende didactische vormen gebruiken bij de overdracht • kan toetsen ontwikkelen om te diagnostiseren • kan foutenanalyse maken Houdingsdoelen De student(e): • ontwikkelt de behoefte om zijn/haar leerlingen extra hulp te bieden daar waar het kind het nodig heeft. • ontwikkelt de behoefte om zichzelf te verdiepen in de didactiek van rekenen. Praktijkopdrachten N.v.t. Werkvormen • Onderwijsleergesprekken • Groepswerk • Werkcollege
Evaluatie Het schriftelijk tentamen zal plaatsvinden in de evaluatieweek. De leerstofdie getoetst wordt is de leerstof uit genoemde literatuur en colleges. Thuisopdrachten worden niet beoordeeld, maar dragen bij als voorbereiding op het tentamen. Verder is de 80%-regeling van kracht. Herkansing van deze module geschiedt in lesweek 2 van blok 2.
Terugrapportage Geschiedt in lesweek 1 van blok 2 Literatuur •
Hand-outs uit: o TAL-team, 2000,‘Kinderen leren rekenen: Hele getallen bovenbouw’, Groningen, Wolters-
Noordhoff bv. o TAL-team, 2005,‘Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen: Bovenbouw’,
Groningen, Wolters-Noordhoff bv. o TAL-team, 2005,‘Meten en meetkunde: Bovenbouw’, Groningen, Wolters-Noordhoff bv. o Petra van den Brom-Snijders, Marc van Zanten, Jos van den Berg, 2006, ‘Gebroken
getallen: Bovenbouw’, Utrecht/Zutphen, Thieme-Meulenhoff.. •
Huidige rekenmethoden