J AAR V E R S L AG
2014
voor woord
Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen
JAAR V E RS L A G 2 0 14
voor woord Beste lezer, Het doet mij genoegen u namens het bestuur van SOOB het jaarverslag over 2014 aan te bieden. Het jaar 2014 was een jaar waarin voortgeborduurd kon worden op de ingezette lijn van professionalisering. De voorbereidingen voor de fusie van VTL, FUWA en Gezond Transport tot het Sectorinstituut Transport en Logistiek hebben geleid tot een daadwerkelijke fusie per juli 2014. Het Sectorinstituut is hèt instituut voor de sector als het gaat om de uitvoering van de doelstellingen van SOOB. De fusie was een belangrijke ontwikkeling die op verzoek van het bestuur van SOOB heeft plaatsgevonden. Al direct waren de eerste voordelen hiervan merkbaar door enerzijds schaalvoordelen in de uitvoering en anderzijds een uniforme invulling van het sectorbeleid door één arbeidsmarktinstituut. Het bestuur van SOOB verwacht dat door de fusie ook meer effectiviteit van de SOOBmiddelen kan worden bereikt en de uitvoering en verantwoording meer transparant zal verlopen. Deze verwachting kwam gedurende het jaar al uit toen er over het derde kwartaal geen premie geïnd kon worden vanwege de latere algemeen verbindend verklaring van de cao. Door de al gecreëerde transparantie konden prioriteringen van projecten vrij snel worden bijgesteld om niet in zwaar weer terecht te komen. De sector heeft hier weinig tot niets van gemerkt, omdat de reguliere bijdragen gewoon konden worden verstrekt. Continue monitoring van de liquiditeitspositie bleek door de huidige transparante structuur mogelijk en heeft er toe geleid dat, ondanks de tegenvallende premie-inkomsten, alle bijdragen konden worden verstrekt en er nog steeds sprake is van een stabiele financiële situatie. Het beleid van SOOB heeft zich vooral gericht op het zoveel mogelijk beperken van voortijdige uitstroom als gevolg van de aanhoudende recessie, inzet op scholing van werkenden, duurzame inzetbaarheid en een continue instroom van BBL-plekken zodat de sector voor de toekomst gewaarborgd is van voldoende en goede medewerkers. Daarnaast heeft het Mobiliteitscentrum Transport (MCT) werkloze of boventallig geworden vrachtwagenchauffeurs, kraanmachinisten, planners en logistiek leidinggevenden begeleid op weg naar een nieuwe baan binnen de transport en logistiek. Het Sectorplan is een van de belangrijkste aspecten in het SOOB beleid geweest. Het zorgt ervoor dat er in deze tijden van economische crisis extra jongeren kunnen worden opgeleid tot chauffeur en dat de kennis en vaardigheden van werkloze chauffeurs op peil gehouden worden zodat zij direct aan de slag kunnen als vacatures zich aandienen. Deze, en tal van andere maatregelen zullen ervoor zorgen dat de sector wordt ondersteund op het gebied van inzetbaarheid, vakbekwaamheid, gezondheid en mobiliteit. Verderop in dit jaarverslag vindt u meer informatie over de uitgevoerde activiteiten. De ingezette lijn geeft het bestuur vertrouwen voor de toekomst. Namens het bestuur wens ik u veel leesplezier! Egon Groen, plaatsvervangend voorzitter SOOB
5
inhoudsopgave 1. Statutaire gegevens 2. Algemeen
8 10
2.1 Doel 2.2 CAO 2.3 Statuten en reglement 2.4 SOOB-bijdrage
10 12 12 12
3.
13
Bestuur en commissies
3.1 Jaarverslag 2013 3.2 Begrotingen 2014 en 2015 3.3 Sectorplan 3.4 Fusie Sectorinstituut 3.5 AVV-loze periode 3.6 Sectorinstituut Transport en Logistiek 3.7 Naleving 3.8 Controle
13 13 13 14 14 14 16 17
4. Ontwikkelingen
18
4.1 Liquiditeiten en vermogenspositie 4.2 Uitvoering SOOB-administratie 4.3 Arbeidsmarktonderzoek 4.4 Sectorplan 4.5 Faillissementsaanvragen en schuldsanering 4.6 Digitale nota 4.7 Governance 4.8 ESF subsidies
18 18 18 18 19 19 19 19
5.
20
Financiële gegevens
6. Slotwoord
21
7. Jaarrekening
22
7.1 Balans per 31 december 2014 (na resultaatverdeling) 7.2 Staat van baten en lasten 7.3 Kasstroomoverzicht 2014 7.4 Waarderingsgrondslagen en resultaatbepaling 7.5 Toelichting op de balans per 31 december 2014 7.6 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen 7.7 Toelichting op de staat van baten en lasten over het boekjaar 2014 7.8 Verstrekte subsidies naar doelstelling 7.9 Overige gegevens 7.9.1. Statutaire regeling omtrent bestemming van het saldo van baten en lasten 7.9.2. Besluit winstbestemming 7.9.3. Gebeurtenissen na balansdatum
22 23 24 25 27 33 34 37 39 39 39 39
8.
40
Controle verklaring van de onafhankelijke accountant
7
1. statutaire gegevens Het bestuur van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (verder in dit jaarverslag ‘SOOB’) is paritair samengesteld met vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Het bestuur van SOOB is als volgt samengesteld:
Algemeen bestuur Werkgeversleden P.H.P. Sierat, voorzitter mr. L.J.H. Ceelen, penningmeester E. van Aggele mr. P.W. Kievit ing. L.G.A.M. Verhagen
aangewezen door Transport en Logistiek Nederland Transport en Logistiek Nederland Transport en Logistiek Nederland Transport en Logistiek Nederland Vereniging Verticaal Transport
plaatsvervanger vacature vacature vacature vacature vacature
Werknemersleden E. Groen, plv. voorzitter mw. R. Hidding, plv. secretaris vacature H.F. Westerman, secretaris (tot 11 februari 2014) mw. M.M. Pieters (tot 22 april 2014) T.J. van Rijssel, secretaris (vanaf 11 februari 2014) T.T.S. Orie (vanaf 22 april 2014)
aangewezen door FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten CNV Vakmensen CNV Vakmensen CNV Vakmensen CNV Vakmensen
plaatsvervanger vacature vacature vacature vacature vacature vacature vacature
De heer Van Rijssel heeft per 11 februari 2014 de heer Westerman opgevolgd als bestuurslid vanuit CNV Vakmensen en tevens de functie van secretaris overgenomen. De heer Orie is per 22 april 2014 toegetreden als bestuurslid en volgt daarmee vanuit CNV Vakmensen mevrouw Pieters op.
Subsidiecommissie Werkgeverslid Plaatsvervanger P.W. Kievit mr. L.J.H. Ceelen Werknemerslid Plaatsvervanger E. Groen mw. R. Hidding
Commissie Nieuw Subsidiebeleid
Commissie Financiële Zaken
Werkgeversleden mr. L.J.H. Ceelen mr. P.W. Kievit ing. L.G.A.M. Verhagen
Werkgeversleden P.H.P. Sierat mr. L.J.H. Ceelen mr. P.W. Kievit ing. L.G.A.M. Verhagen
Werknemersleden E. Groen mw. R. Hidding
Werknemersleden E. Groen mw. R. Hidding
8
Vestigingsplaats SOOB is statutair gevestigd te Amsterdam. Website Op www.soob-wegvervoer.nl staat naast veel algemene (achtergrond) informatie ook de SOOB-cao, een aantal brochures en formulieren en het jaarverslag. Via de website zijn ook het werkgeversportaal en het SOOB Subsidiepunt te vinden. Accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Administrateur TKP Pensioen B.V. Bezoekadres: Europaweg 27, 9723 AS Groningen Postadres: Postbus 586, 9700 AN Groningen SOOB Bestuursbureau Actor Bureau voor sectoradvies Stationsweg 1 3445 AA Woerden
9
2. algemeen 2.1 Doel
•
SOOB zet zich in voor iedereen in de sector Transport en Logistiek. De bijdragen van werkgevers en werknemers worden benut voor het financieren van diverse projecten op het gebied van onder andere scholing, gezond werken en arbeidsvoorwaarden. Hierbij staat het collectieve belang voorop. De doelstellingen van SOOB vanuit de SOOB-cao zijn: • zorgen voor kwalitatieve instroom van nieuwe medewerkers; • streven naar een gezonde arbeidsmarkt; • stimuleren van gezond en veilig werken; • zorgdragen voor naleving van arbeids voorwaarden; en • correcte functiewaardering.
niet meer dan 20% van de omzet met voornoemde activiteiten wordt gerealiseerd. Maatgevend daarbij is de juridische eenheid waarvoor een vergunning beroepsgoederenvervoer is aangevraagd of toegekend, danwel waarbinnen de verhuur van mobiele kranen plaatsvindt. Tevens zijn uitgezonderd ondernemingen, die in hoofdzaak gemeten naar de loonsom van het bedrijf bouwwerkzaamheden uitvoeren en tevens mobiele kranen exploiteren.
Bestedingsdoelen De gelden die voor SOOB worden geheven, worden besteed aan de volgende activiteiten: • de kosten voor: 1. voorlichting en promotie over arbeids voorwaarden en arbeidsomstandigheden, relevante sociale zekerheid en arbeidsmarkt ontwikkelingen; 2. voorlichting, vorming, scholing en opleiding, onderwijs en ontwikkeling over wet- en regelgeving en relevante ontwikkelingen op het gebied van: - arbeidsvoorwaarden; - arbeidsverhoudingen; - sociale zekerheid; - aan arbeid gerelateerde bedrijfsvoering en functieontwikkeling; en - employability; 3. onderzoek en publicaties op het gebied van arbeidsmarkt en arbeidsomstandigheden; 4. het vergroten van de participatie op de arbeidsmarkt en het beter laten functioneren van de arbeidsmarkt van de sector; 5. behandelen door sociale partners van dispensatieverzoeken en/of vragen over de collectieve arbeidsovereenkomsten die in de bedrijfstak vigeren; 6. bevorderen van de naleving van de collectieve arbeidsovereenkomsten die in de bedrijfstak vigeren. • activiteiten van de Stichting Functiewaardering voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen, (FUWA) (vanaf 1 juli 2014: Sectorinstituut Transport en Logistiek; 1. voorlichting geven over het functiewaarderingssysteem en de toepassing ervan; 2. ontwikkelen en beheren van referentie functies; 3. uitvoeren van bedrijfsbezoeken, functie onderzoeken, functiebeschrijvingen en graderingen. • activiteiten op het gebied van bedrijfsgezondheidszorg in de bedrijfstak
Voor wie geldt de SOOB-cao? De SOOB-cao is van toepassing op: • Alle werkgevers en werknemers van in Nederland gevestigde ondernemingen die vergunning plichtig vervoer krachtens de Wet wegvervoer goederen (hierna Wwg), zoals deze laatstelijk is gepubliceerd op 28 juni 2013 (staatsblad 233), verrichten, en/of • Ondernemingen die tegen vergoeding geheel of ten dele vervoer verrichten anders dan van personen, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen. • Werkgevers en werknemers in het kraanverhuur bedrijf, waaronder wordt verstaan alle in Nederland werkzame ondernemingen, waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van het verhuren van mobiele kranen. Voor wie geldt de SOOB-cao niet? De SOOB-cao is niet van toepassing op ondernemingen die: • Een eigen cao dienen toe te passen; ofwel • een eigen bedrijfstak cao dienen toe te passen: ofwel • over een eigen vastgelegd arbeidsvoorwaarden pakket beschikken. Daarbij worden de volgende voorwaarden gesteld: • het niveau van voorvermelde regelingen dient tenminste gelijkwaardig te zijn aan het niveau van de cao voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen en; • de hoofdactiviteit van de onderneming is een andere dan beroepsgoederenvervoer over de weg, logistieke dienstverlening of de verhuur van mobiele kranen. • De hoofdactiviteit van de onderneming is een andere dan beroepsgoederenvervoer over de weg, logistieke dienstverlening of de verhuur van mobiele kranen, wanneer in de regel 10
2. tegengaan van handelen in strijd met de collectieve arbeidsovereenkomsten die in de bedrijfstak vigeren; 3. opstellen van gedragsregels. • door de werkgevers vallende onder de SOOB cao, met goedkeuring van het bestuur, voor te dragen onvoorziene, of specifiek afgebakende projecten die voortvloeien uit nieuwe wet- en regelgeving en ontwikkelingen op het gebied van: - arbeidsvoorwaarden; - arbeidsverhoudingen; - sociale zekerheid; - aan arbeid gerelateerde bedrijfsvoering en functieontwikkeling; en - employability. • verzorgen van arbeidsmarkttoeleidingsprojecten voor de sector gericht op (langdurig) werklozen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten, jongeren, minderheden en branchewisselaars.
door de Stichting Bedrijfsgezondheidszorg Beroepsgoederenvervoer over de Weg (BGZ Wegvervoer)(vanaf 1 juli 2014: Sectorinstituut Transport en Logistiek) of andere stichtingen die op dit gebied werkzaam zijn: 1. bevorderen van een goed arbo- en verzuimbeleid, risico-inventarisatie, arbocheck kleinere bedrijven, werkplekonderzoek, re integratie, rugprojecten, traumabegeleiding, overleg met ondernemingsraden, keuringen, sociaal maatschappelijk teamoverleg en spreekuren; 2. onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, waarbij de resultaten worden gepubliceerd; 3. voorlichting over preventieve arbozorg en verzuimbeleid. • het bevorderen van re-integratie van bijzonder moeilijk plaatsbare arbeidsgehandicapten, in het bijzonder naar een werkgever buiten de bedrijfstak door het Reïntegratie Centrum Wegvervoer; (in de nieuwe cao met looptijd juli 2014-juni 2017 is dit artikel komen te vervallen). • activiteiten op het gebied van opleiding en ontwikkeling door de Stichting VTL (vanaf 1 juli 2014: Sectorinstituut Transport en Logistiek) of andere stichtingen die op dit terrein werkzaam zijn: 1. bevorderen en/of verzorgen van vakopleidingen van bestaand en nieuw personeel in de bedrijfstak; 2. bevorderen van de verhoging van vakbekwaamheid van bestaand en nieuw personeel in de bedrijfstak; 3. bevorderen van het behalen van de benodigde rijbewijzen door leerlingen in het beroepsgoederenvervoer door kredieten te geven; 4. bemiddelen bij het verwerven van leerarbeidsplaatsen en stageplaatsen in de beroepsbegeleidende leerweg voor opleidingen voor vol- en deeltijd middelbaar onderwijs; 5. oprichten en in stand houden van één of meer studiecentra voor de bedrijfstak; 6. bevorderen en in stand houden van praktijkopleidingen; 7. (laten) afnemen van examens en het uitreiken van vakdiploma’s, getuigschriften en certificaten; 8. onderzoeken en publicaties op het terrein van de arbeidsmarkt van de sector. • de werkzaamheden die nodig zijn voor het doen naleven van de overeengekomen arbeidsvoorwaarden binnen de bedrijfstak: 1. toezien op de naleving van de collectieve arbeidsovereenkomsten die in de bedrijfstak vigeren;
11
2.2 CAO
De inhoudelijke wijziging van het reglement betreffen; - het vervallen van lid 4 van artikel 4 inzake de verdeling van de gelden alsmede de hernummering van de resterende leden van dit artikel; en - de gewijzigde inwerkingtredingsdatum.
De cao is in 2014 aangepast door de sociale partijen betrokken bij SOOB. De afgesloten cao heeft een looptijd van drie jaar en loopt tot 1 juli 2017. In artikel 2 lid 2 van de cao is de definitie ‘werknemer’ in lijn gebracht met de arbeidsvoorwaarden-cao. Verder is in de cao opgenomen dat de werkgevers in de periode van 1 juli 2014 tot 1 oktober 2014 geen premie verschuldigd zijn aangezien in die maanden het algemeen verbindend verklaren van de cao nog niet geheel was afgerond. Uiteindelijk is de cao, door publicatie in de Staatscourant op 30 juli 2014, per 31 juli 2014 algemeen verbindend verklaard.
Het subsidiereglement wordt jaarlijks herijkt en vastgesteld.
2.4 SOOB-bijdrage De aangesloten werkgevers waren in 2014 een bijdrage verschuldigd van 0,86% van de brutoloonsom Sociale Verzekeringen over het lopende kalenderjaar, met als maximum het tot een jaarloon herleide maximum premiedagloon van de WW (zonder franchise). Het maximum SV-loon werd voor 2014 per werknemer vastgesteld op € 51.414,-. In 2014 is het premiebedrag herrekend naar een premiebedrag per maand. De werkgever was, vanwege de nog niet algemeen verbindend verklaring van de cao in de periode 1 juli 2014 tot 1 oktober 2014 geen premie verschuldigd.
Tevens is de naamswijziging Sectorinstituut Transport en Logistiek, ontstaan door de fusie van VTL, FUWA en Gezond Transport, doorgevoerd in de gehele cao en zijn artikel 7 inzake ‘dispensatie’ alsmede artikel 6 inzake de looptijd van de cao geactualiseerd. Verder is de bepaling inzake het bevorderen van re-integratie van bijzonder moeilijk plaatsbare arbeidsgehandicapten, in het bijzonder naar een werkgever buiten de bedrijfstak door het Reïntegratie Centrum Wegvervoer komen te vervallen (artikel 5 lid 1 d).
Voor 2015 is de bijdrage gelijk gebleven, namelijk 0,86% van de bruto loonsom Sociale Verzekeringen. Het maximum SV-loon is voor 2015 vastgesteld op € 51.976 per werknemer. Van de bijdrage mag de werkgever 0,245% inhouden op het loon van de werknemer.
2.3 Statuten en reglement De statuten en het reglement van SOOB zijn in 2014, als gevolg van de nieuwe cao gewijzigd ten opzichte van 2013.
De premiebijdrage in 2014 bedraagt € 25.420.000,(2013: € 35.766.000,-). Deze daling wordt veroorzaakt doordat over het derde kwartaal van 2014 geen premie aan de aangesloten werkgevers in rekening is gebracht, omdat de nieuwe SOOB-cao nog niet algemeen bindend was verklaard.
De inhoudelijke wijzigingen in de statuten betreffen: - het actualiseren van de definitie ‘werknemer’ in artikel 2 lid 2; - het vervallen van artikel 3A lid d alsmede de hernummering van de resterende leden van dit artikel; - het aanpassen van artikel 5 lid 1 met betrekking tot het aantal plaatsvervangers per geleding; - het vervallen van artikel 4 lid f inzake de beëindiging van het bestuurdersschap vanwege het bereiken van de 65 jarige leeftijd; - het doorvoeren van de naamswijziging inzake Sectorinstituut Transport en Logistiek, ontstaan door de fusie van VTL, FUWA en Gezond Transport, in de gehele statuten; en - de gewijzigde inwerkingtredingsdatum.
12
3. Bestuur en commissies SOOB heeft een algemeen bestuur, een Subsidiecommissie, een Commissie Financiële Zaken en een Commissie Nieuw Subsidiebeleid. In 2014 hebben zeven bestuursvergaderingen plaatsgevonden. De Subsidiecommissie heeft vier keer vergaderd. Deze commissie is gemandateerd om verzoeken en bezwaren van werkgevers over subsidies voor opleidingen van werknemers af te handelen. De overige commissies hebben in 2014 niet vergaderd.
tot stand gekomen. De vijf doelstellingen zijn: 1. voorkomen van werkloosheid; 2. zorgen voor voldoende goede instroom en verjonging in de sector; 3. behoud van vakkrachten; 4. bevordering van duurzame inzetbaarheid; 5. zorgen voor instroombanen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Het Sectorplan heeft een looptijd van 2 jaar met een doorloop van activiteiten voor BBL-leerlingen tot medio 2015. De uitkomst van de beschikking is dat er € 12,5 miljoen cofinanciering vanuit het ministerie SZW beschikbaar wordt gesteld ter ondersteuning van de uitvoering van de activiteiten. Het Sectorinstituut Transport en Logistiek is (grotendeels) belast met de uitvoering van de doelstellingen vanuit het Sectorplan. Enkele activiteiten voortkomend uit de doelstellingen zijn vanwege besparing en de fusie tot één Sectorinstituut qua uitvoering uitgesteld. Het dashboard ten behoeve van het monitoren van de ontwikkelingen Sectorplan is in ontwikkeling. Voor informatie over het verloop van de activiteiten in 2014 wordt verwezen naar de beschrijving van de activiteiten van de VTL, Gezond Transport en FUWA, de organisaties die nu gezamenlijk het Sectorinstituut Transport en Logistiek vormen.
Hieronder volgt een kort overzicht van de belangrijkste bestuursbesluiten die in 2014 zijn genomen.
3.1 Jaarverslag 2013 Op 3 juni 2014 heeft het bestuur het jaarverslag 2013 vastgesteld. Dit jaarverslag kan worden gedownload van www.soob-wegvervoer.nl.
3.2 Begrotingen 2014 en 2015 Het bestuur heeft de begroting voor 2014 vastgesteld in de bestuursvergadering van 12 december 2013 op € 39.603.827. In de loop van het verslagjaar 2014 is de subsidiebegroting, op basis van actuelere inzichten, bijgesteld tot € 38.836.398. De voornaamste reden dat de begroting naar beneden is bijgesteld heeft te maken met een bijgestelde forecast. De begroting voor 2015 is vastgesteld in de bestuursvergadering van 4 december 2014. Deze vaststelling is zorgvuldig tot stand gekomen, rekening houdend met de verdeling van de vastgestelde percentages (zie artikel 4 van het reglement). Net als in voorgaande jaren zijn de subsidieontvangende partijen schriftelijk geïnformeerd over de hoogte van de toekenning.
3.3 Sectorplan Het op 18 november 2013 bij Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingediende Sectorplan Transport & Logistiek is op 14 maart 2014 goedgekeurd en beschikt. Het Sectorplan heeft als kenmerk 2013RCSP2017. De publiekversie is gepubliceerd op de website van de Stichting van de Arbeid (STAR). In het Sectorplan zijn maatregelen opgenomen die SOOB wil nemen ter bestrijding van de effecten van de crisis. Het plan is opgesteld door sociale partners op basis van een analyse van de arbeidsmarktproblematiek. Het plan is door intensief overleg met alle betrokken partijen 13
veel van de activiteiten van deze organisaties geldt dat deze mogelijk zijn dankzij financiering vanuit SOOB. Tevens geldt dat het Sectorinstituut op verzoek van SOOB, scholingssubsidies beschikbaar stelt aan BBLleerlingen en bedrijven. Onderstaand een toelichting.
De voortgang van het Sectorplan wordt gemonitord in de Overlegraad (aangestuurd door de cao-partijen) en teruggekoppeld aan het bestuur van SOOB. Eind februari 2015 zal het verplichte tussentijdse voortgangsverslag bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden ingediend.
Hierna is een toelichting gegeven op de activiteiten van de drie voormalige organisaties, met daarbij extra aandacht voor de activiteiten die zijn uitgevoerd met cofinanciering van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vanuit het Sectorplan Transport en Logistiek.
3.4 Fusie Sectorinstituut Naar aanleiding van de uitkomst van het onderzoek in 2013 naar de mogelijkheden tot verbetering van de bedrijfsvoering van VTL, Gezond Transport en FUWA is een fusietraject gestart onder leiding van een ad interim directeur. Dit fusieproces heeft per 1 juli 2014 geresulteerd in de juridische fusie van de instituten VTL, Gezond Transport en FUWA tot één sectorinstituut, namelijk Stichting Sectorinstituut Transport en Logistiek. Het doel van het nieuwe instituut is de integrale aanbieding van diensten en producten. Hierdoor ontstaat er meerwaarde voor de sector, waaronder werkgevers en werknemers, door middel van begeleiding, ontwikkeling, ondersteuning en bemiddeling. Per 1 december 2014 is het Sectorinstituut Transport en Logistiek gehuisvest in één kantoorpand te Gouda.
Activiteiten vanuit het voormalig VTL: • Instroom van leerlingen via BBL-trajecten Met het oog op de toenemende behoefte aan nieuwe instroom van chauffeurs is het van vitaal belang dat jongeren enthousiast gemaakt worden voor een baan in de sector. SOOB stimuleert de instroom van leerlingen door financieel bij te dragen aan voorlichtingsactiviteiten, detachering van BBL-leerlingen in bedrijven uit de sector en scholingssubsidies voor de rijopleidingen van BBL-leerlingen. In 2014 zijn ruim 1.025 nieuwe BBL-leerlingen bij het Sectorinstituut in dienst getreden en waren er ultimo 2014 1.709 BBL-leerlingen in dienst. Er is bijna € 3,3 miljoen aan scholingssubsidies verstrekt. Vermeldenswaard is ook de belangstelling die er is voor het studieplan van het Sectorinstituut. Dit is een spaar- en financieringsregeling voor BBL-leerlingen in dienst van het Sectorinstituut. Het studieplan is bedoeld om het financieringsprobleem van de leerling door de hoge kosten van de rijopleidingen te beperken. Eind 2014 namen hieraan 1.218 BBL-leerlingen deel.
De Raad van Toezicht van het Sectorinstituut Transport en Logistiek wordt paritair ingevuld dor vier leden die benoemd worden uit het SOOB bestuur. In 2015 is een directeur aangesteld door deze Raad van Toezicht.
3.5 AVV-loze periode
Mede dankzij cofinanciering vanuit het Sectorplan Transport en Logistiek was het mogelijk om aan bedrijven met BBL-ers in dienst een loonkostensubsidie te verstrekken. In 2014 ging hiermee een bedrag gepaard van bijna € 2,5 miljoen. Ook zijn ruim 400 praktijkopleiders opgeleid.
Vanwege het niet aaneensluitend algemeen verbindend verklaren van de SOOB-cao aan de aflopende cao-periode was de werkgever over de periode van 1 juli tot 1 oktober 2014 geen premie verschuldigd. Doordat er één kwartaal geen premieinkomsten zijn geïnd, heeft het bestuur enkele besparingen doorgevoerd. Deze besparingen hebben voornamelijk betrekking gehad op het niet danwel beperkt of later uitvoeren van activiteiten vanuit het sectorinstituut. Er is niet bespaard op reguliere subsidieverstrekking en waar nodig heeft financiering vanuit de eigen middelen van SOOB plaatsgevonden.
• Instroom via doorstroom en zij-instroom Voor het oplossen van het toekomstige chauffeurstekort, is ook de toename van (jong)volwassenen in de sector de komende jaren belangrijk. Het doel is om nieuwe chauffeurs en logistiek medewerkers te werven vanuit de bedrijven, maar zo nodig ook van buiten de sector. Sinds een aantal jaren verricht het Sectorinstituut ook activiteiten voor het Mobiliteitscentrum transport (MCt). Kern binnen MCt vormt een internetapplicatie waarmee vacatures en kandidaten worden geregistreerd. Medewerkers van MCt verzorgen met telefonische ondersteuning de matching tussen vacatures en kandidaten. In 2014 hebben 516 matches
3.6 Sectorinstituut Transport en Logistiek In paragraaf 3.3/3.4 is aandacht besteed aan de totstandkoming van het Sectorinstituut Transport en Logistiek (hierna: Sectorinstituut), vanuit de organisaties VTL, Gezond Transport en FUWA. Voor 14
Vermeldenswaard zijn ook de voorlichtingsactiviteiten die het Sectorinstituut verricht in het kader van de Richtlijn Vakbekwaamheid, de verplichte nascholing voor vrachtautochauffeurs (Code 95) en de adviesrol die wordt vervuld naar werkgevers die branchegewijs met elkaar samenwerken. Om werkgevers te faciliteren bij het tijdig starten van opleidingsactiviteiten in het kader van Code 95 werd begin 2013 een nieuwe internetapplicatie: www.code95.check.nl opgeleverd. Eind 2014 maakten 460 bedrijven gebruik van deze applicatie, met gezamenlijk 7.139 chauffeurs.
succesvol plaatsgevonden. Daaronder bevinden zich 89 kandidaten met een zogenaamde afstand tot de arbeidsmarkt, zoals ouderen en langdurige werklozen. Voor deze activiteiten is in 2014 voor een bedrag van ruim € 0,5 miljoen gebruik gemaakt van cofinanciering vanuit het Sectorplan. MCt is niet alleen actief voor chauffeurs. Ook voor kraanmachinisten, planners en logistiek middenkader is de dienstverlening met succes aangeboden. Bedrijven die zij- en doorstromers rijopleidingen laten volgen hebben in 2014 voor ruim € 0,4 miljoen aan toezeggingen ontvangen voor scholingssubsidies. Dit relatief lage bedrag is een afspiegeling van de aanhoudend slechte situatie op de arbeidsmarkt, waarvan in 2014 nog sprake was.
• Innovatie De sociale partners hechten ook belang aan innovatie van dienstverlening. Essentieel daarbij is de beschikbaarheid van adequate informatie over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en op het gebied van arbeidsmobiliteit. In 2013 is de sectormonitor opgeleverd, waarmee vanaf dat moment ieder kwartaal actuele informatie wordt opgeleverd over arbeidsmarktmobiliteit en scholing. Sociale partners hebben in 2014 meerdere malen overleg gevoerd over de uit de sectormonitor beschikbare arbeidsmarkinformatie. Innovatief is ook de uitvoering van een pilot naar de mogelijkheden om een mobiliteitscentrum te starten voor medewerkers met een MUP-contract. Daarbij gaat het om medewerkers die als gevolg van noodzakelijke afslanking van bedrijven op deze manier behouden kunnen worden voor de sector. Afspraken hierover zijn tijdens het afsluiten van de CAO gemaakt. Op basis van de resultaten van de pilot is begin 2014 geconstateerd, dat de behoefte aan deze nieuwe dienstverlening achterwege blijft. De gevraagde bijdrages van werkgevers is te hoog. Met de ervaringen die zijn opgedaan, zal nu onderzocht worden of op een alternatieve manier de beoogde doelstelling kan worden gerealiseerd.
Met gebruikmaking van cofinanciering van het Sectorplan is in 2014 de mogelijkheid geboden aan werkloze chauffeurs om zich zonder doorberekening van kosten te laten scholen op het gebied van de verplichte nascholing voor vrachtautochauffeurs (Code 95). Daarbij geldt als voorwaarde dat zij zich inschrijven bij MCt. Eind 2014 is deze activiteit gestart en zijn al bijna 100 chauffeurs opgeleid. De verwachting is dat in 2015 dit aantal verder zal toenemen. • Scholing van werkenden SOOB heeft er voor gekozen om alleen branchekwalificerende scholing te subsidiëren. Het gaat daarbij om branche specifieke opleidingen die worden afgesloten met een onafhankelijk examen. Door het subsidiëren van deze vorm van scholing, draagt SOOB bij aan de kwaliteit en professionalisering van de sector. De sociale partners zetten daarnaast in op themagericht subsidiebeleid. Hiermee kunnen specifieke en voor de sector belangrijke ontwikkelingen worden gestimuleerd. In dat kader is er subsidie beschikbaar voor de eerste praktijkdag van de verplichte nascholing. Daarmee wil SOOB stimuleren dat chauffeurs tijdig aan deze verplichting voldoen. In 2014 is € 2,3 miljoen aan scholingssubsidies toegezegd.
Activiteiten vanuit voormalig Gezond Transport: • Duurzame Inzetbaarheid Als onderdeel van het Sectorplan zijn activiteiten uitgevoerd, die zijn gericht op werknemers en werkgevers. Om werknemers te stimuleren en faciliteren invulling te geven aan de eigen verantwoordelijkheid om zonder langdurige uitval de opschuivende pensioenleeftijd te halen, zet het Sectorinstituut namens sociale partners in op de werknemerscampagne DRIVE (stimuleren) en biedt het werknemers de mogelijkheid om een inzetbaarheidscheck te doen (faciliteren). Met de Inzetbaarheidscheck wil Gezond Transport werknemers in de sector helpen hun vitaliteit, gezondheid en werkplezier te verbeteren. Er zijn in totaal 13.000 checks beschikbaar. De check is een online vragenlijst. Deze gaat over gezondheid (lichamelijk en mentaal),
Belangrijk in de nieuwe aanpak is dat de scholingssubsidie alleen maar mogelijk is als er wordt opgeleid via een SOOB-gecertificeerde opleider. Het Sectorinstituut heeft hiervoor een certificeringsregeling ontwikkeld, die zij uitvoert in samen-werking met KIWA. Eind 2014 waren 182 opleiders gecertificeerd. Via de internet applicatie SOOB Subsidiepunt kunnen aanvragen worden ingediend. In 2014 zijn bijna 15.000 aanvragen voor opleidingstrajecten verwerkt. Daarbij waren 1.851 bedrijven betrokken. 15
voor woord kan werken in de huidige functie en zich moeten oriënteren op ander werk.
werkbeleving, leefstijl en loopbaan, kortom over ‘inzetbaarheid’. Na invulling krijgt de werknemer een rapport met een persoonlijk advies. In 2014 hebben 3.185 werknemers de inzetbaarheidscheck ingevuld en hebben er 225 inzetbaarheidsgesprekken plaatsgevonden. Het urgentiebesef onder werkgevers en werknemers om te investeren in inzetbaarheid neemt toe. Werkelijke investeringen hierin blijven echter nog achter. Werkgevers zijn nog maar beperkt gewend om een visie en strategie voor inzetbaarheid te ontwikkelen en van daaruit maatregelen te nemen. Ook ontbreekt vaak een goed zicht op de meerjarige (financiële) consequenties van verminderde inzetbaarheid en langdurige uitval. Sectoradviseurs van het sectorinstituut informeren bedrijven over nut en noodzaak van investeren in duurzame inzetbaarheid en ondersteunen hen bij het uitwerken van een plan van aanpak om de inzetbaarheid van medewerkers te borgen en/of te vergroten. In 2014 hebben 62 bedrijven een plan van aanpak opgesteld.
• Veilig en gezond werken Op 2 december 2014 heeft SZW subsidie verleend voor het project “Onderweg naar een dynamische RIE”. Op basis van begin- en eindmetingen bij dertig individuele bedrijven wordt een plan van aanpak opgesteld om te komen tot de Good Practice voor de sector (najaar 2015). Dat wil zeggen één praktische werkmethode gekoppeld aan de BrancheRIE welke gratis toegankelijk is voor alle SOOB afdragende bedrijven. Daarnaast wordt er een methode opgeleverd aan SZW die binnen ‘Zelfregulering Veilig en gezond Werken’ van SZW branche-overstijgend toegepast kan worden.
Activiteiten vanuit voormalig FUWA: SOOB bevordert dat functies conform de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer worden gewogen en ingedeeld. Bedrijven die aangesloten zijn bij SOOB kunnen advies en informatie inwinnen op het gebied van functiewaardering en beloningsvraagstukken. Zowel voor functies die binnen de salarissystematiek van de CAO vallen, als voor functies waarvan het salaris boven het maximum van de salarissystematiek uitgaat (de boven H functies). Aan advies, informatie en ondersteuning zijn geen kosten verbonden. Daarnaast worden workshops gegeven om werkgevers wegwijs te maken en te laten oefenen met het indelen van functies. Ook werknemers kunnen kosteloos advies en informatie inwinnen over de indeling van hun functie en maken daar veelvuldig gebruik van. Wanneer er blijvend meningsverschil is tussen werknemer en werkgever over de indeling van de functie, kan de werknemer overwegen om gebruik te maken van de beroepsprocedure. Het Sectorinstituut Transport en Logistiek verzorgt de uitvoering van de beroepsprocedure. Een beroepscommissie doet ten slotte uitspraak, die bindend is voor de betreffende werknemer en collega’s met een identieke functie.
• Schadelastbeheersing Vanaf 1 januari 2014 kregen werkgevers te maken met de eerste financiële gevolgen van de modernisering Ziektewet (ZW). Het Sectorinstituut doet, op verzoek van sociale partners, een pilot bij werknemers die ziek uit dienst gaan. De pilot bestaat uit twee fases. De eerste fase bestaat uit literatuuronderzoek en data-analyse om te komen tot een succesvolle aanpak. In de tweede fase krijgt Gezond Transport 60 mensen overgedragen uit de transportsector die nieuw in de ZW komen. Het UWV verzorgt alleen de uitkering, de begeleiding wordt gedaan door Gezond Transport. Door een snelle, demedicaliserende en activerende aanpak verwacht Gezond Transport dat de vangnetters gemiddeld korter in de Ziektewet zullen verblijven. Daarnaast zal Gezond Transport zich inspannen om hen te begeleiden naar werk. Voor werknemers heeft dit als voordeel dat de afstand tot de arbeidsmarkt verkleint, voor werkgevers dat de schadelast beperkt wordt. De uitkomsten van het literatuuronderzoek en dataanalyse zijn samengevoegd in een factsheet die op de website van het Sectorinstituut beschikbaar is en die bij voorlichting aan werkgevers, die overwegen om Eigen Risicodrager te worden voor de Ziektewet, wordt gebruikt. Op 15 september 2014 is een start gemaakt met de overdracht van de vangnetters van UWV naar Gezond Transport. Op 31 december 2014 waren dertien vangnetters hersteld, vijf hebben werk gevonden via het Mobiliteitscentrum en twee zitten in een tweede spoor traject. Tweede spoor wil zeggen dat de vangnetter met zijn beperkingen niet meer
3.7 Naleving SOOB bevordert de naleving van de in de bedrijfstak geldende arbeidsvoorwaarden. Door werkgeversen werknemersorganisaties worden hiertoe diverse activiteiten ondernomen. De stichting Vervoersbond Naleving cao Beroepsgoederenvervoer over de weg (VNB) richt zich specifiek op dit onderwerp. Er wordt toegezien op naleving en vragen in relatie tot de toepassing van de cao worden beantwoord. Er wordt juridische hulp en 16
advies geboden. VNB heeft het recht om naleving van de cao bij werkgevers te vorderen. Bij meldingen over het niet naleven van de caoafspraken door een werkgever kan door VNB een nalevingprocedure opgezet worden. Als chauffeurs beroepsmatig in aanraking komen met politie en justitie wordt juridische hulp geboden.
3.8 Controle De verantwoording van SOOB valt onder het toezicht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vindt onder andere plaats door middel van het indienen van het jaarverslag en de controleverklaringen van de subsidie ontvangende partijen. Deze partijen dienen jaarlijks middels een door een accountant gecertificeerde controleverklaring de bestede subsidiegelden te verantwoorden aan SOOB. De accountant van SOOB stelt vervolgens aanvullend vast dat alle subsidieverklaringen juist en volledig tot uiting komen in de jaarrekening van SOOB.
17
4. Ontwikkelingen 4.3 Arbeidsmarktonderzoek
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen voor SOOB in 2014.
Vanuit SOOB wordt er een doorlopend arbeidsmarktonderzoek uitgevoerd met als doel om de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt op gebied van vraag en aanbod in kaart te brengen. De eerste rapportage met de titel ‘Uitdagingen voor de arbeidsmarkt van morgen’ is in oktober 2013 opgeleverd. De verwachting is dat als de economie weer aantrekt er vele chauffeurs nodig zullen zijn. Deze en andere bevindingen vormen een vertrekpunt om de uitdagingen van de toekomst goed voorbereid tegemoet te treden onder andere in het Sectorplan dat door de sociale partners is opgesteld en ingediend bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook in 2015 zal de arbeidsmarktmonitor beschikbaar zijn voor bestuur en betrokken partijen.
4.1 Liquiditeiten en vermogenspositie SOOB kende in het verslagjaar geen beleggingsbeleid. In 2014 was er, net als voorgaande jaren, geen sprake van beleggingen anders dan liquiditeiten. In het verslagjaar is het banksaldo toegenomen van € 25,8 miljoen naar € 32,2 miljoen. Deze toename wordt met name veroorzaakt door de bijgestelde forecast. Eind 2014 bedraagt de algemene reserve € 31.629.000 (ultimo 2013 € 29.031.000). Doelstelling van het bestuur is om een zodanig niveau van reserves aan te houden, dat aan alle aangegane verplichtingen kan worden voldaan.
4.4 Het mogelijk te behalen rendement op de liquiditeit heeft de continue aandacht van het bestuur.
Sectorplan
In 2014 is, na goedkeuring door Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gestart met de uitvoering van de plannen en activiteiten vanuit het Sectorplan ten behoeve van (om)scholing van medewerkers, begeleiding van ontslagen werknemers naar nieuw werk, extra leerwerkplekken voor jongeren en mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, zoals Wajongers en langdurig werklozen.
4.2 Uitvoering SOOB-administratie Het SOOB-bestuur wil zoveel mogelijk informatie uit de eigen administratie kunnen halen om onder andere de representativiteit vast te stellen, maar ook om toekomstig en huidig beleid vast te stellen en te toetsen aan de ontwikkelingen in de sectoren. Zo is bijvoorbeeld sinds 2012 in de SOOB-administratie opgenomen of een werkgever lid is van een werkgeversorganisatie en zo ja, van welke. Hierdoor is de representativiteit sneller en meer accuraat vast te stellen waardoor het algemeen verbindend verklaren van een nieuwe cao op dit vlak geen vertraging oploopt. Daarnaast is het aantal werknemers vanuit de eigen SOOB-administratie beschikbaar.
De transportsector heeft het nu nog moeilijk door de crisis, maar heeft straks een tekort aan mensen doordat ze met pensioen gaan. Ook als de economie verder aantrekt zijn er snel duizenden nieuwe chauffeurs nodig. Daarom is afgesproken dat 1.250 extra jongeren worden opgeleid tot chauffeur. Daarnaast worden de kennis en vaardigheden van werkloze chauffeurs op peil gehouden, zodat zij ook meteen aan de slag kunnen als de economie weer aantrekt.
Naast een uitbestedingsovereenkomst met de administrateur stelt SOOB jaarlijks een Service Level Agreement (SLA) vast met de administrateur. Deze SLA wordt jaarlijks geëvalueerd. Aan de hand van de afspraken in de SLA rapporteert de administrateur per kwartaal over de naleving van de SLA afspraken.
Afspraken in het Sectorplan: • Extra instroom van 1.250 leerlingen door middel extra leerwerkplekken en opleiding. • 1.000 banen voor zij-instroom van werknemers uit andere sectoren en werkzoekenden. • 200 banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. • 1.300 plaatsingen van met name oudere chauffeurs en mensen met een afstand tot de • arbeidsmarkt. • De inzetbaarheid vergroten van 2.000 werkloze ex-werknemers door onderhoud vakbekwaam heid van vrachtwagenchauffeurs, logistiek mede werkers en kraanmachinisten die sinds 1 januari
Naar aanleiding van de in 2012 opgevraagde offertes voor een bestuurdersaansprakelijkheid verzekering voor SOOB is op 18 april 2013 een polis met een looptijd tot 1 mei 2014 afgesloten. In 2014 is de polis gecontinueerd en heeft een looptijd van één jaar. De overeenkomst kan jaarlijks stilzwijgend worden verlengd.
18
4.8 ESF subsidies
2013 zijn ingestroomd en afkomstig zijn van een werkgever die premie afdroeg aan SOOB. • 1.283 praktijkopleiders bijscholen. • Scholing van 1.400 werknemers zonder startkwalificatie om hun inzetbaarheid te versterken. • Adviezen aan 2.000 bedrijven over instroom en behoud van werknemers. • 13.000 werknemers krijgen een check op gezondheid en mobiliteit.
In de ESF periode 2007-2013 zijn acht subsidieaanvragen van SOOB gehonoreerd. Met cofinanciering vanuit SOOB krijgt SOOB de beschikking over extra subsidie vanuit ESF. Verreweg het grootste gedeelte van het budget is besteed aan het uitkeren van extra opleidingssubsidies aan leerlingen en werkgevers. In herinnering wordt gebracht dat er in 2007 en 2008 veel is geïnvesteerd in het opleiden van nieuwe chauffeurs, gelet op de situatie op de arbeidsmarkt. In de laatste jaren zijn ook activiteiten uitgevoerd gericht op het versterken van duurzame inzetbaarheid.
4.5 Faillissementsaanvragen en schuldsanering
Ultimo 2014 heeft het bestuur een voorziening getroffen voor de diverse projecten van in totaal € 1,2 miljoen. De financiële posities worden in de jaarrekening verder uiteengezet.
Faillissementen worden zo nodig aangevraagd conform de richtlijnen van het bestuur. Hetzelfde geldt voor kwijtscheldingsverzoeken. Bijzondere situaties worden aan het bestuur voorgelegd. Verder werkt het bestuur in principe altijd mee aan steunvorderingen op verzoek van derden.
De voorziening wordt getroffen voor het verschil tussen de gedeclareerde subsidie in de einddeclaraties en de (verwachte) vaststelling van Agentschap SZW. Hierbij heeft het bestuur het voorzichtigheidsbeginsel gehanteerd. Dit houdt onder andere in dat het bestuur geen rekening heeft gehouden met onzekere/niet betrouwbaar te schatten inkomsten die kunnen resulteren uit eventuele bezwaar- en beroepsprocedures tenzij uitspraken hebben plaatsgevonden.
4.6 Digitale nota Het bestuur heeft in 2014 besloten om in de loop van 2015 de digitale nota voor werkgevers in te voeren ten behoeve van de premieheffing. De werkgevers kunnen in het tweede kwartaal 2015 voor het eerst gebruik maken van de digitale nota. Deze wordt ontvangen per mail.
4.7 Governance In 2014 is vanuit de Stichting van de Arbeid (STAR) aandacht gevraagd voor een brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in zake Governance. De STAR is van mening dat het vastleggen van governance een toegevoegde waarde kan hebben voor cao-fondsen. Op verzoek van het bestuur is een inventarisatie van de betreffende governancepunten gestart. In 2015 zal de uitwerking een vervolg krijgen.
19
5. Financiële gegevens Aan bijdragen en overige opbrengsten werd in 2014 € 33.802.000 (2013: € 35.156.000) ten gunste van de verslagperiode gebracht. Er is in het verslagjaar een bedrag van € 29.638.000 (2013: € 30.249.000) uitgekeerd aan de verschillende organisaties en/of doelen. Daarnaast bedragen de algemene kosten € 1.566.000 (2013: € 1.703.000) waardoor het batig saldo over 2014 € 2.598.000 (2013: € 3.204.000) bedraagt. Over het verslagjaar dienen de subsidie ontvangende instellingen voor 1 april 2015 een controleverklaring te overleggen die is afgegeven door een registeraccountant of accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid. De subsidieverklaring moet gebaseerd zijn op een eerder overlegde begroting. Op deze manier dient aan de vormvereisten te worden voldaan waaraan cao-fondsen moeten voldoen om voor algemeen verbindendverklaring in aanmerking te kunnen komen. Alle gewaarmerkte verklaringen van de verantwoording van de bestede subsidie door de subsidie ontvangende instellingen zijn ontvangen. De volledige financiële gegevens over de verslagperiode zijn opgenomen in de bijgevoegde jaarrekening. Verder is bij de jaarrekening en controleverklaring van de onafhankelijke accountant van SOOB opgenomen.
20
6. Slotwoord Het bestuur bedankt iedereen die, in welke functie dan ook, in de verslagperiode voor de stichting werkzaam is geweest. Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen
Namens het bestuur: E. Groen, plaatsvervangend voorzitter
T.J. van Rijssel, secretaris
Amsterdam, 2 juni 2015
21
7. Jaarrekening 7.1 Balans per 31 december 2014 (na resultaatverdeling)
(bedragen x € 1.000)
ACTIVA Kortlopende vorderingen
31 december 2014
31 december 2013
[1]
Te vorderen premiebijdragen werkgevers
418
831
Te vorderen subsidies
2.852
4.174
Overige vorderingen
0
4
Overige activa
3.270
5.009
32.210
25.757
35.480
30.766
[2]
Liquide middelen
PASSIVA Stichtingskapitaal en reserves
[3]
Algemene reserve
31.629
29.031 31.629
Reservering subsidies
1.035
[4]
29.031 1.425
1.035
Kortlopende schulden
1.425
[5]
Te verrekenen premiebijdragen werkgevers Overige schulden Te betalen Sectorplan en subsidies
[.] De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op de balans vanaf pagina 27.
22
1.151
0
216
310
1.449
0 2.816
310
35.480
30.766
7.2 Staat van baten en lasten (bedragen x € 1.000)
BATEN
2014
2013
Premiebijdragen werkgevers
[6]
24.915
34.919
Directe beleggingsopbrengsten
[7]
12
9
ESF-subsidies
[8]
2.130
226
Bijdrage Sectorplan Transport en Logistiek
[9]
6.427
0
Overige baten
[10]
318
2
33.802
35.156
LASTEN Verstrekte subsidies
[11]
29.638
30.249
Administratiekosten
[12]
1.566
1.703
31.204
31.952
2.598
3.204
Saldo van baten en lasten
[.] De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op de staat van baten en lasten vanaf pagina 34. Het batig saldo is toegevoegd aan het stichtingskapitaal en reserves.
23
7.3 Kasstroomoverzicht 2014
(bedragen x € 1.000)
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
2013
2014
Ontvangen premiebijdragen werkgever
26.479
35.234
Ontvangen ESF-subsidies
5.722
1.261
Ontvangen subsidies Sectorplan Transport en Logistiek
6.624
0
0
1
-30.723
-26.781
-1.661
-1.744
Overige baten Betaalde subsidies Betaalde administratiekosten Kasstroom uit operationele activiteiten
6.441
Ontvangen directe beleggingsopbrengsten
12
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Totaal netto kasstroom
Stand liquide middelen per 1 januari Totaal netto kasstroom Stand liquide middelen per 31 december
24
7.971
9 12
9
6.453
7.980
25.757
17.777
6.453
7.980
32.210
25.757
7.4 Waarderingsgrondslagen en resultaatbepaling
Vestigingsplaats De statutaire vestigingsplaats van SOOB is Amsterdam. De stichting staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41149245 en is feitelijk gevestigd te Groningen.
Algemeen Alle bedragen in de jaarrekening zijn vermeld in Euro’s x 1.000, mits anders is aangegeven.
Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 640 ‘Organisaties zonder winststreven’. Het bestuur heeft op 2 juni 2015 de jaarrekening opgemaakt.
Activiteiten De activiteiten van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (hierna: SOOB) betreffen voornamelijk de belangenbehartiging van werknemers en werkgevers werkzaam in de branches beroepsgoederenvervoer over de weg en kraanverhuurbedrijf, een en ander te realiseren in het kader van ideële doelstellingen van de stichting.
Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Bepalingen wet- en regelgeving De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving.
Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van SOOB zich verschillende oordelen en schattingen die essentieel kunnen zijn voor de bedragen in de jaarrekening. Als het voor het geven van het inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen in de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten.
Verantwoording van baten en lasten Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Stelselwijzigingen Er zijn in de jaarrekening, ten opzichte van voorgaand verslagjaar, geen wijzigingen doorgevoerd.
Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Grondslagen voor balanswaardering De waarderingsgrondslagen zijn gebaseerd op historische kosten en kostprijzen. Activa en passiva, met uitzondering van het eigen vermogen, worden gewaardeerd tegen nominale waarde of verkrijgingsprijs, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld.
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
In de balans en de staat van baten en lasten zijn referenties opgenomen. Deze referenties verwijzen naar de toelichting.
25
Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de verkrijgingswaarde indien geen sprake is van transactiekosten).
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten.
Kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. Grondslagen voor bepaling van het resultaat Premiebijdragen werkgevers Onder premiebijdragen van werkgevers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, en soortgelijke opbrengsten. ESF subsidies Onder de ESF subsidies worden de baten verantwoord die in rekening gebracht zijn bij het agentschap SZW en waarvan SOOB het waarschijnlijk acht dat een vermeerdering van het economisch potentieel optreedt, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Kortlopende vorderingen Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de verkrijgingswaarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid.
Overige baten Overige baten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Overige activa Overige activa worden tegen verkrijgingswaarde gewaardeerd. Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben.
Verstrekte subsidies De verstrekte subsidies betreffen de aan derden uitgekeerde subsidies. De subsidies zijn toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Administratiekosten De administratiekosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
Reservering subsidies Op de balans wordt een reservering getroffen voor verwachte uitkeringen inzake subsidies welke in het jaar zijn aangevraagd, maar die door SOOB ultimo jaar nog niet zijn uitgekeerd omdat de complete dossiers nog niet zijn opgeleverd. De grondslag voor deze reservering betreft geamortiseerde kostprijs.
26
7.5 Toelichting op de balans per 31 december 2014
(bedragen x € 1.000)
ACTIVA 1. KORTLOPENDE VORDERINGEN
31 december 2014
31 december 2013
Te vorderen premiebijdragen werkgevers Vastgestelde nog te vorderen premiebijdragen werkgevers
595
1.439
Af: voorziening tegen verlies op te ontvangen premiebijdragen werkgevers
-177
-608
418
831 418
831
Te vorderen subsidies Te vorderen vooruit verstrekte subsidies Te vorderen subsidies Sectorplan Transport en Logistiek
Te vorderen ESF-subsidies Af: voorziening inzake ESF-subsidies
2.020
1.200
832
0
1.208
6.312
-1.208
-3.338
2.852
2.974 2.852
27
4.174
Ultimo boekjaar is voor € 7.044 aan voorschotten ontvangen. De door het agentschap SZW verleende subsidies, ten behoeve van de subsidiabele projectkosten, zijn resultaatneutraal in de verantwoording verwerkt, aangezien SOOB een kassiersfunctie heeft. Middels een subsidieverklaring wordt ultimo jaar inzichtelijk in hoeverre de subsidie ontvangende partijen aan de voorwaarden van de in het sectorplan genoemde eisen hebben voldaan en worden de teveel ontvangen subsidies terugbetaald aan het agentschap SWZ. Ultimo 2014 is hiervoor op de balans van SOOB een vordering van € 832 opgenomen. Gezien SOOB een kassiersfunctie heeft, is tegenover deze vordering een aan de vordering gelijke schuld opgenomen onder de balanspost “te betalen subsidies sectorplan”.
Te vorderen vooruit verstrekte subsidies De subsidie ontvangende instellingen moeten over het verslagjaar een controleverklaring overleggen die is afgegeven door een registeraccountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid. De controleverklaring moet gebaseerd zijn op een eerder overlegde begroting. Wanneer uit een subsidieverklaring blijkt dat de werkelijke uitgaven lager zijn dan de ontvangen subsidie, moet het verschil aan teveel ontvangen subsidie worden terugbetaald. Ultimo 2014 is hiervoor op de balans van SOOB een vordering van € 2.020 opgenomen en bestaan volledig uit afrekeningen welke betrekking hebben op huidig boekjaar. Te vorderen Sectorplan subsidies In maart 2014 heeft het agentschap SZW besloten om een subsidie te verlenen aan SOOB ten behoeve van het realiseren van de in het Sectorplan genoemde maatregelen. In totaal is voor € 12.523 aan subsidie toegekend welke betrekking heeft op de periode 1 januari 2014 t/m 31 december 2015.
Te vorderen ESF-subsidies Ultimo 2014 bedraagt de getroffen voorziening voor de diverse projecten € 1.200. Uitgesplitst levert de financiële positie per project het volgende beeld op:
(bedragen zijn vermeld in Euro’s) Projectnummer
Vastgestelde subsidie / subsidie in einddeclaratie
1. 2007ESFN20 2. 2007ESFN623 3. 2008ESFN247 4. 2008ESFN278 5. 2009ESFN169 6. 2011ESFN308 7. 2010ESFN848 8. 2012ESFN350
Vordering Voorziening Vordering na op balans aftrek voorziening
3.138.169 518.525 518.525 0 2.289.131 267.438 267.438 0 1.388.417 193.342 193.342 0 1.201.701 72.837 72.837 0 1.971.214 52.786 52.786 0 2.088.792 102.576 102.576 0 1.260.340 0 0 0 97.768 0 0 0
Totaal 13.435.532 1.207.504 1.207.504
0
bestuur geen rekening heeft gehouden met inkomsten die kunnen resulteren uit eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. Ten opzichte van voorgaand boekjaar is een deel (€ 2.130) van de getroffen voorziening vrijgevallen ten gunste van het resultaat.
De voorziening wordt getroffen voor het verschil tussen de gedeclareerde subsidie in de einddeclaraties en de (verwachte) vaststelling van Agentschap SZW. Hierbij heeft het bestuur het voorzichtigheidsbeginsel gehanteerd. Dit houdt onder andere in dat het
28
4. De einddeclaratie voor project 6 werd in december 2012 ingediend voor een subsidiebedrag ad € 2.765. De eerstelijns controle heeft plaatsgevonden in november 2013. Na ontvangst van een inhoudelijke reactie van SOOB, is het definitieve rapport van bevindingen ontvangen. In afwachting van de beschikking subsidievaststelling heeft SOOB per bank een 100% voorschot (€ 2.663) ontvangen. Mogelijk komt het project in aanmerking voor een tweedelijnscontrole. 5. Project 7: In de loop van 2013 werd de controle door het Agentschap SZW afgewikkeld. Daarna werd het project in een tweedelijns controle nogmaals gecontroleerd door de Auditdienst Rijk (ADR). Deze controle leverde verder geen bijzonderheden op. Inmiddels is de beschikking subsidievaststelling ontvangen voor een bedrag van € 1.260. Dit bedrag komt overeen met het verwachte bedrag uit 2012. De subsidie is inmiddels per bank door SOOB ontvangen. 6. Project 8: Dit project is in 2014 afgerond, waar-na de einddeclaratie is ingediend voor een subsidiebedrag ad € 98. In september 2014 heeft de eerstelijns controle plaatsgevonden door het Agentschap SZW. Het concept rapport van bevindingen is ontvangen met een beoogde correctie van € 11. SOOB heeft een reactie op het concept rapport van bevindingen ingediend, om een bevinding te weerleggen en de subsidie hoger vast te laten stellen. Naar aanleiding van deze reactie heeft het Agentschap het definitief rapport van bevindingen verstuurd en de volledige correctie ingetrokken. Inmiddels is de beschikking subsidievaststelling ontvangen voor een bedrag van € 98. Dit bedrag komt overeen met het aangevraagde subsidiebedrag. De subsidie is inmiddels per bank door SOOB ontvangen.
Onderstaand is een korte toelichting opgenomen betreffende de acht projecten. 1. Project 1 en 2 zijn door het Agentschap SZW geheel afgewikkeld: voor beide projecten is een beschikking subsidievaststelling ontvangen. De vaststelling wijkt op een aantal punten af van de ingediende einddeclaratie. SOOB heeft hier in hoger beroep bezwaar tegen aangetekend. Nadat het bezwaar ongegrond werd verklaard is SOOB bij de Rechtbank te Amsterdam in beroep gegaan. Nadat ook de beroepszaak grotendeels werd verloren heeft SOOB hoger beroep succesvol aangetekend bij de Raad van State. Na ontvangst van de herziene beslissingen in bezwaar is voor beide projecten de onderbouwing door VTL en PNO gecontroleerd en, en na ontvangst van aanvullende informatie van het Ministerie van SZW, in orde bevonden. Inmiddels zijn de aanvullende subsidies en de verschuldigde rente aan SOOB betaalbaar gesteld en ontvangen. 2. Project 3 en 4 zijn door het Agentschap SZW geheel afgewikkeld. Voor beide partijen is een beschikking subsidievaststelling ontvangen. De vaststelling wijkt op één onderdeel, de indirecte kosten, af van de ingediende einddeclaratie. SOOB heeft hier bezwaar tegen aangetekend, maar dit bezwaar is ongegrond verklaard. SOOB heeft besloten geen beroep aan te tekenen tegen deze uitspraak. 3. Project 5; In de einddeclaratie wordt een subsidie geclaimd van € 2.092. Project 5 werd in oktober 2012 gecontroleerd door het Agentschap SZW. In het concept Rapport van Bevindingen staat het voornemen van het Agentschap SZW om de subsidie vast te stellen op € 1.971. SOOB heeft inhoudelijk gereageerd om een aantal bevindingen in het rapport te weerleggen en de subsidie hoger vast te laten stellen. Begin 2014 is het definitieve rapport van bevindingen ontvangen, waarin het subsidiebedrag is bijgesteld naar € 2.040. De beschikking subsidievaststelling is voor dit project ontvangen voor een bedrag van € 2.040. Het gehele subsidiebedrag is inmiddels per bank door SOOB ontvangen.
Voor de goede orde wordt opgemerkt dat controle van alle acht ESF projecten – en daarmee van de vastgestelde ESF subsidie – door de Europese instanties, zoals de Europese Commissie en de Europese rekenkamer, tot 2024 mogelijk zal geschieden.
29
OVERIGE vordingen
31 december 2014
Vooruitbetaalde verzekeringskosten
Totaal kortlopende vorderingen
2. OVERIGE ACTIVA
31 december 2013
0
5
0
5
0
5
31 december 2014
Liquide middelen
32.210
Dit betreft direct opeisbare tegoeden op de ING-rekening.
30
31 december 2013
25.757
PASSIVA 3. STICHTINGSKAPITAAL EN RESERVES
Stichtingskapitaal
Algemene reserve
Totaal
Stand per 1 januari 2013
0
25.827
25.827
Uit bestemming saldo van baten en lasten
0
3.204
3.204
Stand per 1 januari 2014
0
29.031
29.031
Uit bestemming saldo van baten en lasten
0
2.598
2.598
Stand per 31 december 2014
0
31.629
31.629
Het stichtingskapitaal bedraagt vijfenveertig euro en achtendertig eurocent.
4. RESERVERING SUBSIDIES
31 december 2014
Reservering Scholingssubsidies
1.035
1.425
0
0
Reservering ESF subsidies Reservering subsidies
1.035
Op de balans is een reservering getroffen voor verwachte uitkeringen inzake scholingssubsidies welke in het voorgaande jaar zijn aangevraagd, maar welke door SOOB ultimo jaar nog niet zijn uitgekeerd omdat de complete dossiers nog niet zijn opgeleverd.
31
31 december 2013
1.425
5. KORTLOPENDE SCHULDEN
31 december 2014
31 december 2013
Te verrekenen premiebijdragen werkgevers Af: Reservering nog te betalen premiebijdragen werkgevers
1.151
0 1.151
0
Vanwege ambtshalve nota’s die gedurende het boekjaar en in voorgaande boekjaren zijn opgelegd is een reservering getroffen voor het deel van de ambtshalve nota’s dat is geïncasseerd en waarvan de kans aanwezig is dat, nadat de werkgevers gegevens aanleveren, deze dienen te worden terugbetaald.
Overige schulden Administratiekosten
• Accountants- en adviseurskosten • Administratiekosten TKP • Crediteuren • Bestuursbureau • Overig
32
22
4
6
40
170
100
109
40
3
Totaal van de kortlopende schulden
216
310
Te verrekenen Sectorplan Transport en Logistiek Nog te besteden Sectorplan en subsidies
617
0
Te betalen vooruit verstrekte subsidies Sectorplan en Logistiek
832
0 1.449
De door het agentschap SZW verleende subsidies inzake Sectorplan Transport en Logistiek zijn resultaatneutraal in de verantwoording verwerkt, aangezien SOOB een kassiersfunctie heeft. Ultimo boekjaar moet nog € 617 aan subsidies worden doorgestort. Middels een subsidieverklaring wordt ultimo jaar inzichtelijk in hoeverre de subsidie ontvangende partijen aan de voorwaarden van de in het Sectorplan Transport en Logistiek genoemde eisen hebben voldaan en worden de teveel ontvangen subsidies terugbetaald aan het agentschap SWZ. Ultimo 2014 is hiervoor op de balans van SOOB een schuld van € 832 opgenomen. Gezien SOOB een kassiersfunctie heeft, is tegenover deze schuld een aan de schuld gelijke vordering opgenomen onder de balanspost “te vorderen subsidies”.
32
0
7.6 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
(bedragen x € 1.000)
Administratieovereenkomst Met ingang van 1 januari 2011 is inzake het voeren van de SOOB-administratie een vijfjarige administratieovereenkomst gesloten met TKP Pensioen B.V. De jaarlijkse kosten variëren en zijn afhankelijk van de hoeveelheid werkzaamheden en bedragen ca. € 600 exclusief BTW.
33
7.7 Toelichting op de staat van baten en lasten over het boekjaar 2014
(bedragen x € 1.000)
BATEN
2014
2013
6. PREMIEBIJDRAGEN WERKGEVERS Vastgestelde en nog vast te stellen premiebijdragen werkgevers Nadere vaststelling over voorgaande jaren Afschrijving bijdragevorderingen
25.420
35.766
87
-134
-592
-713
24.915
34.919
De daling van de premiebijdragen werkgevers ten opzichte van voorgaand boekjaar is verklaarbaar doordat SOOB over het derde kwartaal van 2014 geen premie in rekening heeft gebracht, omdat de nieuwe SOOB-cao nog niet algemeen bindend was verklaard.
7. DIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN Rente baten
12
9
12
9
De rentebaten zijn toegenomen als gevolg van een hoger gemiddeld saldo liquide middelen gedurende het boekjaar ten opzichte van voorgaand boekjaar.
8. ESF-SUBSIDIES Aan het boekjaar toe te rekenen ESF subsidies Vrijval uit/dotatie aan de voorziening inzake ESF subsidies
0
98
2.130
128
2.130
226
Alle ESF projecten zijn in 2014 afgewikkeld. De primo boekjaar opgenomen voorziening ad € 3.338 is met € 2.130 afgenomen doordat in 2014 een deel van de voorziene ESF subsidies is vrijgevallen ten gunste van het resultaat. Daarmee resteert de voorziening per ultimo boekjaar € 1.208.
9. Bijdrage Sectorplan Transport en Logistiek In maart 2014 heeft het agentschap SZW besloten om voor 2014 en 2015 gezamenlijk een subsidie van € 12.523 te verlenen aan SOOB ten behoeve van het realiseren van de in het Sectorplan genoemde maatregelen. Ultimo boekjaar is voor € 6.427 aan voorschotten ontvangen die als bate zijn verantwoord. De door het agentschap SZW verleende subsidies, ten behoeve van de subsidiabele projectkosten, zijn resultaatneutraal in de boekhouding verwerkt, aangezien SOOB een kassiersfunctie heeft. Derhalve is tegenover deze bate een last van eveneens € 6.427 opgenomen onder de post “verstrekte subsidies”.
9. OVERIGE BATEN Overige interestbaten Overige baten
95
2
223
0
318
2
De in 2014 ontvangen overige interestbaten in 2014 bestaan voor € 93 uit rente baten inzake ESF project 1 en 2 welke aan het Agentschap SZW in rekening zijn gebracht, omdat het Agentschap SZW heeft verzuimd om tijdig te betalen. De overige baten bestaan voornamelijk uit een correctie afrekening subsidie inzake 2012 (€ 15) en inzake 2013 (€ 22), een nagekomen bate inzake afwikkeling ESF (€ 157) en een nagekomen bate (€ 26) inzake FGR (Fonds Gemene Rekening) waaraan SOOB heeft deelgenomen.
34
LASTEN
2014
2013
11. VERSTREKTE SUBSIDIES VTL Vakopleiding Transport en Logistiek*
9.532
15.694
Bijzondere scholingssubsidies**
6.427
0
234
230
2.813
3.198
0
49
FNV Bondgenoten
2.198
2.301
Transport en Logistiek Nederland (incl. KNV)
3.683
3.567
Stichting BGZ Wegvervoer h/a Gezond Transport*
3.198
2.964
180
56
Stichting Functiewaardering voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg* Stichting BGZ Wegvervoer h/a Gezond Transport* Bijzondere scholingssubsidies
Vereniging Verticaal Transport Stichting VNB
1.380
1.360
CNV Vakmensen
912
936
Policy Research Corporation
388
596
Stichting Malavide Doorstart (SAMDT) TON magazine De Unie Reservering Scholingssubsidies Overige
2
22
747
733
71
70
1.035
1.425
36
12
29.738
30.249
* Per juli 2014 zijn de partijen gefuseerd tot Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL). De aan deze partijen verstrekte subsidies zijn inclusief zorg- en scholingssubsidies. ** De subsidies inzake het Sectorplan Transport en Logistiek zijn aan STL uitgekeerd. De confrontatie tussen de verstrekte subsidies en de begroting, en de uitsplitsing van de verstrekte subsidies naar bestedingsdoelen zijn opgenomen in paragraaf 7.8. De verstrekte subsidies in 2014 ad € 28.635 zoals opgenomen in paragraaf 7.8 bestaat uit de door SOOB uitgekeerde ‘reguliere’ subsidies in huidig boekjaar waarover een eindafrekening heeft plaatsgevonden en verantwoording achteraf plaatsvindt. Het verschil ad € 1.003 met de in de uitgekeerde subsidies ad € 29.638 in bovenstaande tabel wordt veroorzaakt doordat in de jaarrekening alle verstrekte subsidies zijn opgenomen inclusief bijvoorbeeld de bijdragen die op facturatiebasis zijn verstrekt en ingediend en waarvoor geen verantwoording achteraf benodigd is.
12. Administratiekosten Administratiekosten TKP
758
756
Accountantskosten inzake controle jaarrekening
32
31
Adviseurskosten
96
134
599
656
33
32
Kosten Bestuursbureau Bestuurskosten Invorderingskosten
11
12
Postverwerking
23
13
Overige kosten (juridische kosten en kosten sectorinstituut)
14
69
1.566
1.703
35
• De beloning aan bestuurders, verantwoord onder de bestuurskosten, bedraagt € 26 (2013 € 24) en is gerelateerd aan de vergaderfrequentie. • De accountantskosten bedragen € 32 (2013 € 31) en zijn uitsluitend ten behoeve van de controle van de jaarrekening. • SOOB heeft geen personeel in dienst. • De stijging van de kosten inzake postverwerking ten opzichte van voorgaand boekjaar is verklaarbaar doordat in het derde kwartaal van 2014 geen premies in rekening zijn gebracht bij de werkgevers in verband met de nieuwe SOOB-cao welke nog niet algemeen bindend was. Deze boodschap is naar de werkgevers gecommuniceerd hetgeen de stijging van de kosten grotendeels verklaard. • De daling van de overige kosten ten opzichte van voorgaand boekjaar wordt voornamelijk verklaard doordat voorgaand boekjaar eenmalige juridische kosten zijn gemaakt van € 60. Namens het bestuur: E. Groen, plaatsvervangend voorzitter
T.J. van Rijssel, secretaris
Amsterdam, 2 juni 2015
36
7.8 Verstrekte subsidies naar doelstelling
(bedragen x € 1.000)
Doelstellingen volgens artikel 3a van de statuten
1.
De stichting tracht haar doel te bereiken door de op basis van artikel 4 van de SOOB-CAO in rekening te brengen bijdragen te innen bij ondernemingen in de bedrijfstak en deze met andere baten van de Stichting op basis van artikel 4 lid 1 aan te wenden ter financiering, dan wel subsidiering van:
a.
de kosten terzake van: 1.
b.
het verzorgen van voorlichting en promotie met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, relevante sociale zekerheid en arbeidsmarktontwikkelingen
2.445
2.336
2. voorlichting, vorming, scholing en opleiding, onderwijs en ontwikkeling met betrekking tot wet- en regelgeving en relevante ontwikkelingen op het gebied van: arbeidsvoorwaarden; arbeidsverhoudingen; sociale zekerheid; aan arbeid gerelateerde bedrijfsvoering en functieontwikkeling; en, employability
2.611
2.495
3. het (doen) verrichten van onderzoek en publicatie op het gebied van arbeidsmarkt en arbeidsomstandigheden
221
211
4. het verrichten van werkzaamheden om een vergroting van de participatie op de arbeidsmarkt en een beter functioneren van de arbeidsmarkt van de sector te bewerkstelligen
248
237
5. het behandelen door sociale partners van dispensatieverzoeken en/of vragen over de in de bedrijfstak vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten
153
146
6. het bevorderen van de naleving van de in de bedrijfstak vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten
259
248
activiteiten van de Stichting Functiewaardering voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen, bestaande uit: 1. het geven van voorlichting inzake het functiewaarderingssysteem en de toepassing ervan
c.
43
35
2. het ontwikkelen en beheren van referentiefuncties
100
82
3. het uitvoeren van bedrijfsbezoeken, functie-onderzoeken, functiebeschrijvingen en graderingen
143
117
activiteiten op het gebied van bedrijfsgezondheidszorg in de bedrijfstak door de Stichting Bedrijfsgezondheidszorg Beroepsgoederenvervoer over de Weg en andere stichtingen die op dit gebied werkzaam zijn, bestaande uit 1. het bevorderen van een goed arbo- en verzuimbeleid, risicoinventarisatie, arbocheck kleinere bedrijven, werkplekonderzoek, reïntegratie, rugprojecten, traumabegeleiding, overleg met ondernemingsraden, keuringen, sociaal maatschappelijk team overleg en spreekuren
d.
Verstrekte subsidies in 2014
Begroting 2014
4.258
3.658
2. onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, waarbij de resultaten zullen worden gepubliceerd
-
-
3. voorlichting over preventieve arbozorg en verzuimbeleid.
-
-
342
54
het bevorderen van re-integratie van bijzonder moeilijk plaatsbare arbeidsgehandicapten in het bijzonder naar een werkgever buiten de bedrijfstak door het Reïntegratie Centrum Wegvervoer.
37
e.
activiteiten op het gebied van opleiding en ontwikkeling door de Stichting VTL of andere stichtingen die op dit terrein werkzaam zijn, bestaande uit: 1.
het bevorderen en/of verzorgen van vakopleidingen van toekomstig en reeds werkzaam personeel in de bedrijfstak
9.224
6.748
het bevorderen van de verhoging van vakbekwaamheid van toekomstig en reeds werkzaam personeel in de bedrijfstak
9.452
5.999
3.
het bevorderen van het behalen van de benodigde rijbewijzen door leerlingen in het beroepsgoederenvervoer door het geven van kredieten
3.475
1.809
4.
het bemiddelen bij het verwerven van leerarbeidsplaatsen en stageplaatsen in de beroepsbegeleidende leerweg ten behoeve van opleidingen voor vol- en deeltijd middelbaar onderwijs
-
-
5.
het oprichten en in stand houden van één of meer studiecentra voor de bedrijfstak
1.195
1.100
2.
6.
het bevorderen en in stand houden van praktijkopleidingen
661
471
7.
het (doen) afnemen van examens en het uitreiken van vakdiploma´s, getuigschriften en certificaten
287
290
8.
het onderzoeken en publiceren op het terrein van de arbeidsmarkt van de sector
422
305
het toezien op de naleving van de in de bedrijfstak vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten
3.025
2.173
het tegengaan van handelen in strijd met de in de bedrijfstak vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten
-
-
het opstellen van gedragsregels
-
-
272
121
-
-
38.836
28.635
f.
de werkzaamheden benodigd voor het doen naleven van de voor de bedrijfstak overeengekomen arbeidsvoorwaarden, bestaande uit: 1. 2. 3.
g.
door de werkgevers vallende onder de SOOB-CAO, met goedkeuring van het bestuur, voor te dragen onvoorziene, dan wel specifiek afgebakende projecten voortvloeiend uit nieuwe wet- en regelgeving en ontwikkelingen op het gebied van: arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen, sociale zekerheid, aan arbeid gerelateerde bedrijfsvoering en functieontwikkeling en employability
h.
het verzorgen van arbeidsmarkt toeleiding projecten voor de sector gericht op (langdurig) werklozen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten, jongeren, minderheden en branchewisselaars
Totaal begroting en uitgaven over het jaar 2014
38
7.9 Overige gegevens 7.9.1. Statutaire regeling omtrent bestemming van het saldo van baten en lasten Er zijn geen statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Derhalve wordt het saldo van baten en lasten gedoteerd of onttrokken aan de algemene reserve. 7.9.2. Besluit winstbestemming Het saldo van de staat van baten en lasten is toegevoegd aan de algemene reserve. 7.9.3. Gebeurtenissen na balansdatum Er is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum die meer informatie geven over de positie per ultimo boekjaar.
39
8. Controle verklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen
het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW).
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in de jaarrekening weergegeven lasten juist zijn aangewend ten behoeve van de bestedingsdoelen van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen, in overeenstemming met de relevante bepalingen opgenomen in de statuten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Groningen, 2 juni 2015
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door: Drs. H.D.M. Plomp RA
40