Voorwoord De scootmobielcursus die voor u ligt, is tot stand gekomen in het kader van het meerjarenprogramma ‘Blijf Veilig Mobiel’. Dit meerjarenprogramma heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de verkeersveiligheid van senioren en wordt grotendeels gefinancierd door het ministerie van Infrastructuur & Milieu. Binnen dit meerjarenprogramma werken verschillende landelijke belangenorganisaties met elkaar samen, te weten: ANBO, ANWB, CG-Raad, Fietsersbond, PCOB, samenwerkende ROV’s, Unie KBO, Veilig Verkeer Nederland, Viziris en de Werkgroep SeniOoren (auditief beperkte senioren). ‘Blijf Veilig Mobiel’ (BVM) heeft in opdracht van het ministerie onderzoek gedaan naar kwetsbare verkeersdeelnemers. In het rapport ‘Kwetsbare Verkeersdeelnemers’ (januari 2010, Utrecht) deed BVM onder meer de aanbeveling om een uniforme basis- en opfriscursus voor de scootmobiel te ontwikkelen. Het Ministerie nam de aanbeveling om een uniforme scootmobielcursus te ontwikkelen over, mede naar aanleiding van een motie tijdens het Algemeen Overleg Mobiliteit (juni 2009). Daarvoor heeft Blijf Veilig Mobiel de Werkgroep ‘scootmobielcursus’ opgericht. Deze werkgroep had de taak een uniforme basis- en opfriscursus voor scootmobielen te ontwikkelen die gebruikt kan worden door gemeenten, leveranciers en lokale welzijns organisaties. Een inventarisatie van bestaand cursusmateriaal vormde het uitgangspunt. De cursus bestaat hierdoor deels uit reeds bestaand materiaal. Zo is met name voor het draaiboek en het oefenparcours dankbaar gebruik gemaakt van producten van Veilig Verkeer Nederland (VVN) zoals de door haar ontwikkelde opfriscursus. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van zowel vaste als demontabele scootmobielbanen en scootmobieltuinen. Ook de uitkomsten hiervan hebben we meegenomen in de ontwikkeling van deze cursus. Aan de werkgroep hebben de volgende mensen een belangrijke bijdrage geleverd: Jeroen van Dorp en Maarten ’t Ligt (ANWB), Chantal Uytdehaag (Ergotherapie Nederland), Klaas Wierda (PCOB), Martin Huysse (ROVZ), Gerda van Leeuwen (Programma VCP), Jan Brinkers (Unie KBO), Anne van Schepen en Kirsten Knol (Veilig Verkeer Nederland). Zonder hun inzet en betrokkenheid was dit mooie product nooit tot stand gekomen. We hopen dat de organisatoren lokaal met enthousiasme aan de slag zullen gaan met de cursus. Marry van Baalen Voorzitter werkgroep Liesbeth Boerwinkel Projectleider Meerjarenprogramma Blijf Veilig Mobiel
scoot veilig
1
2
Inhoud Inleiding Basis- en Opfriscursus BVM
5 7
Module 1. Vaardigheden en Parcours Inleiding 1.1 Kennismaken met de scootmobiel 1.1.1 Veilig plaatsnemen in de scootmobiel 1.1.2 Verstelbare onderdelen scootmobiel afstellen 1.1.3 Verkennen van het bedieningspaneel 1.2 Rijden met de scootmobiel 1.2.1 Stoppen 1.2.2 Recht vooruit rijden, doseren en reguleren van de snelheid 1.2.3 Recht achteruit rijden 1.2.4 Bocht naar links nemen 1.2.5 Bocht naar rechts nemen 1.2.6 360 graden draaien en een acht draaien 1.3 Manoeuvreren 1.3.1 Bocht achteruit nemen 1.3.2 Rijden op onverharde of hobbelige ondergrond 1.3.3 Tussen paaltjes of onder poortjes doorrijden 1.3.4 Koers houden, focus op eindpunt ipv obstakel 1.3.5 Plankier op- en afrijden 1.3.6 Keren in een smalle ruimte 1.3.7 Inparkeren voor en achteruit, fileparkeren 1.3.8 Kleine garage in- en uitrijden 1.4 Parcours
Module 2. Verkeerskennis en verkeersinzicht Inleiding 2.1 Verkeerskennis 2.1.1 Primaire verkeersborden 2.2.2. Aan welke snelheid moet de bestuurder van een scootmobiel zich houden? 2.1.3 Voorrang 2.1.4 Rotonde binnen en buiten bebouwde kom 2.1.5 Gelijke kruising en voorrangskruising 2.1.6 Voetgangersoversteekplaats 2.1.7 Verlaten uitrit 2.1.8 Specifieke stadsproblematiek
blijf veilig mobiel
9 11 13 13 13 14 15 15 16 16 17 17 18 19 19 19 20 20 21 21 22 22 23 25 27 29 29 29 30 31 32 32 32 32
2.2 Verkeersinzicht 2.2.1 Plaats op de weg 2.2.2 Bestuurder versus voetganger 2.2.3 Eigen remweg en die van anderen 2.2.4 Zichtbaarheid scootmobiel 2.2.5 Plannen van je route 2.2.6 Gevolgen van medicijnen en drank in verkeer 2.2.7 Snelheidsafstelling van verkeerslichten 2.2.8 Spoorwegovergang oversteken
34 34 34 34 35 35 35 36 36
Module 3. Oren-, Ogen- en Reactievermogentest
37 39 40
Inleiding 3.1 Oren-, Ogen en Reactievermogentest
Module 4. Praktijkrit Inleiding 4.1 Praktijkrit 4.1.1 Vaardigheden en Parcours 4.1.2 Verkeerskennis en Verkeersinzicht 4.1.3 Zintuigen en Reactievermogen
43 45 46 47 47 47
Bijlagen
49 Bijlage 1 Checklist Module 1. Vaardigheden en Parcours 51 Bijlage 2 Checklist Module 3. Oren-, Ogen- en Reactievermogentest 59 Bijlage 3 Belangrijke borden 61 Categorie Snelheid 62 Categorie Voorrangsborden 62 Categorie Geslotenverklaring 63 Categorie Parkeren en Stilstaan 65 Categorie Overige geboden en verboden 65 Categorie Gebruik van paden en wegen 66 Categorie Bebouwde kom 67 Categorie Waarschuwingsborden 67 Categorie Informatie 68 Bijlage 4 Aanvullende informatie Verkeerskennis en Verkeersinzicht. 69 Bijlage 5 Checklist Module 4. Praktijkrit 71 Bijlage 6 Organisatie en Draaiboek Cursus Scootmobiel 73 Bijlage 7 Handleiding Scootmobielparcours VVN 103
scoot veilig
3
Inleiding Om te komen tot een uniforme basis- en opfriscursus scootmobiel is een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van betrokken belangen organisaties, te weten: ANWB, Ergotherapie Nederland, PCOB, ROVZ, Programma VCP, Unie KBO en Veilig Verkeer Nederland. In deze werkgroep is eerst een inventarisatie van bestaand materiaal gemaakt. Op basis daarvan is de werkgroep aan de slag gegaan om uiteindelijk te komen tot deze basis- en opfriscursus. Opbouw cursus De cursus ‘Scoot Veilig’ zoals deze voor u ligt, is opgebouwd uit 4 modulen. Een Module Vaardigheden en Parcours, een Module Verkeerskennis en Verkeersinzicht, een Module Oren-, Ogen- en Reactievermogentest en afsluitend de Module Praktijkrit. De modulen hoeven niet in deze volgorde te worden doorlopen, maar de Module Praktijkrit komt altijd pas aan het eind. Voor de overige drie modulen zijn twee benaderingen mogelijk; de groep splitsen of laten rouleren. ‘Doeners’ zouden eerst naar het parcours kunnen gaan en ‘denkers’ zouden kunnen beginnen met de verkeers kennis, al naar gelang de leerstijl die hun voorkeur heeft. Het kan echter ook waardevol zijn om eerst de zintuigen en de verkeerskennis te testen voordat men aan het parcours begint. Randvoorwaarden, doel en status cursus De werkgroep heeft ook de randvoorwaarden, het doel en de status van de cursus beschreven. De cursus is niet verplicht, maar alle betrokken organisaties raden het gebruik van de cursus sterk aan. Idealiter zo snel mogelijk na de verstrekking van de scootmobiel. Er zijn een drietal doelen van de cursus te onderscheiden: 1. Bevorderen van het veilig deelnemen van scootmobielen aan het verkeer. 2. Bevorderen van deelname aan de maatschappij en het maatschappelijk leven en voorkomen dat door angst c.q. gebrekkige beheersing scootmobielen ongebruikt blijven staan. 3. Signaleren welke scootmobielgebruikers extra trainingen nodig hebben of welke gebruikers een verkeerd afgesteld hulpmiddel hebben.
scoot veilig
5
6
Als randvoorwaarden bij de uitvoering van de cursus hanteren wij de volgende uitgangspunten. Er moeten competente mensen aanwezig zijn voor zowel de parcoursbegeleiding als de praktijkrit. Als vuistregel geldt hierbij 1 ergotherapeut per 8 deelnemers en 1 vrijwilliger per 3 deelnemers. Daarnaast moeten er aantoonbaar competente mensen aanwezig zijn voor het afnemen van de verkeerstest en de reactievermogentest en gecertificeerde mensen voor de ogen- en orentest zoals een opticien en een audicien. Checklisten en signaleringsfunctie Zowel bij Module 1 ‘Vaardigheden en Parcours’ als bij Module 4 ‘Praktijk rit’, moet er gewerkt worden met checklisten (zie bijlage 1 & 4). Het is de bedoeling dat de cursist en de ergotherapeut die checklisten na afloop met elkaar bespreken. Ook krijgt iedere cursist een bewijs van deelname en eventueel een persoonlijk advies. De checklisten hebben de volgende scoremogelijkheden; Uitstekend, Goed en Extra oefening vereist. Indien cursisten regelmatig ‘Extra oefening vereist’ scoren op essentiële onder delen is het raadzaam om door te verwijzen naar de verstrekker van de scootmobiel of naar de ergotherapeut, zodat een alternatief traject met extra oefeningen gestart kan worden. Vaak vergoedt de zorgverzekering van de cursist dit. De cursus heeft ook een signaleringsfunctie, omdat sommige mensen doordat hun ziekte erger wordt na verloop van tijd minder goed met hun scootmobiel overweg kunnen. Draaiboek voor organisatie van de cursus Voor de organisatie van de cursus is in bijlage 5 een draaiboek opgenomen. In het draaiboek vindt u alles wat u weten en regelen moet als u een cursus wilt organiseren. Ook vindt u hier voorbeeldbrieven, tijdsplan ningen en checklisten.
blijf veilig mobiel
Basis- en Opfriscursus BVM Uit onderzoek is gebleken dat beginnende scootmobielbestuurders de verschillende onderdelen van het parcours significant moeilijker vinden dan geoefende bestuurders. Beginners geven ook aan dat ze graag meer tijd zouden besteden aan het oefenen van de vaardigheden. Daarnaast is gebleken dat de geoefende scootmobielbestuurders het parcours juist (te) gemakkelijk vinden en graag meer tijd in de buitenrit hadden gestoken, deels ook uit recreatieve overwegingen. Daarom is het zeker zinvol onderscheid te maken tussen een basis- en een opfriscursus. In de cursus zijn alle onderdelen beschreven. U kunt de cursus toespitsen op uw doelgroep door keuzes te maken in het aantal dagdelen dat u reserveert voor de cursus en door bijvoorbeeld extra uren in het parcours of juist in de buitenrit te steken Onderstaand vindt u voorbeeld van een basiscursus die specifiek geënt is op beginnende bestuurders en een opfriscursus die geschikt is voor gevorderde scootmobielrijders. U kunt deze voorbeeldprogramma’s uiteraard aanpassen aan de lokale situatie. Basiscursus Dagindeling (2 dagen / 4 dagdelen) Dagdeel: Dagindeling Omschrijving activiteit: 1e dagdeel 09.30 – 10.00 Inloop, koffie, dagindeling bespreken. 10.00 – 12.00 Module 2 Verkeerskennis en Verkeers inzicht Optioneel 12.00 – 13.00 Lunch 2e dagdeel 13.00 – 15.00 Module 1 Vaardigheden en Parcours 15.00 – 15.30 Koffie 3e dagdeel 09.30 – 10.00 Inloop, koffie, dagindeling bespreken. 10.00 – 12.00 Module 3 Oren-, Ogen- en Reactievermogentest Optioneel 12.00 – 13.00 Lunch 4e dagdeel 13.00 – 15.00 Praktijkrit 15.00 – 15.30 Nabeschouwing en koffie
scoot veilig
7
8
Opfriscursus Dagindeling (1 dag / 2 dagdelen) met onderscheid in het aantal pauzes per dag. Hele dag Hele dag 2 pauzes 3 pauzes Omschrijving activiteit: 09.00 – 09.30 09.00 – 09.30 Inloop, koffie, dagindeling bespreken, groep in drieën splitsen* 09.30 – 10.30 09.30 – 10.30 Groep 1 naar Module 1 Vaardigheden en Parcours Groep 2 naar Module 2 Verkeerskennis en Verkeersinzicht Groep 3 naar Module 3 Oren-, Ogen- en Reactievermogentest 10.30 – 11.00 10.30 – 11.00 Koffiebreak 11.00 – 12.00 11.00 – 12.00 Groep 1 naar Module 2 Verkeerskennis en Verkeersinzicht Groep 2 naar Module 3 Oren-, Ogen- en Reactievermogentest Groep 3 naar Module 1 Vaardigheden en Parcours 12.00 – 13.00 12.00 – 13.00 Lunch 13.00 – 14.00 13.00 – 14.00 Groep 1 naar Module 3 Oren-, Ogen- en Reactievermogentest Groep 2 naar Module 1 Vaardigheden en Parcours Groep 3 naar Module 2 Verkeerskennis en Verkeersinzicht 14.00 – 14.30 Koffiebreak 14.00 – 16.30 14.30 – 16.30 Praktijkrit met gehele groep (koffie evt. integreren in route) 16.30 – 17.00 16.30 – 17.00 Uitloop met hapje en drankje
* Door de groep in drieën te verdelen kan er in het vaardighedendeel beter op de cursisten gelet worden en ontstaan er geen lange rijen bij de oren-, ogen- en reactievermogentest.
blijf veilig mobiel
module 1
vaardigheden en parcours
scoot veilig
Inleiding Begeleid door: Ergotherapeuten en vrijwilligers Module 1 besteedt voornamelijk aandacht aan de vaardigheden die nodig zijn om je te kunnen verplaatsen met een scootmobiel. Dit proces is in drie stappen verdeeld: kennismaken, rijden en manoeuvreren, oplopend in moeilijkheidsgraad. Het einddoel is dat de cursist zich kan redden in een parcours met verschillende oefeningen. Al deze oefeningen zijn van tevoren uiteraard al ‘los’ geoefend. Dit onderdeel wordt begeleid door een ergotherapeut en de resultaten van de cursist op de verschillende onderdelen worden bijgehouden op een checklist (zie bijlage 1). Kennismaken In het onderdeel ‘kennismaken met de scootmobiel’ wordt de cursisten geleerd hoe ze een veilige transfer naar de zitplaats in de scootmobiel kunnen maken en wordt de scootmobiel op maat afgesteld (als dit nog niet het geval is). Daarna wordt er aandacht besteed aan de diverse functies op het bedieningspaneel. Kent de cursist de functies en weet hij het bedieningspaneel op de juiste manier te bedienen? Leerdoel
Na afloop weet de cursist hoe zijn voertuig in elkaar steekt en hoe hij het moet bedienen.
Rijden Het onderdeel ‘rijden met de scootmobiel’ gaat in op de elementaire basisverrichtingen bij het verplaatsen met een scootmobiel. Het stoppen, het reguleren van de snelheid, vooruit, achteruit, bochten en draaien. Leerdoel
Na afloop van dit onderdeel is de cursist in staat om zich in het algemeen op een eenvoudig terrein te verplaatsen.
Manoeuvreren De naam zegt het al, het onderdeel ‘manoeuvreren’ gaat in op de beheersing van de scootmobiel in de meer bijzondere verrichtingen. Situaties die men in de praktijk van het dagelijks verkeer tegenkomt en die om extra beheersing vragen. Bijvoorbeeld het manoeuvreren door smalle ruimtes, over een hobbelige ondergrond, over drempels en parkeren.
scoot veilig / vaardigheden en parcours
11
12
Leerdoel
Na afloop van dit onderdeel is de cursist in staat om zich in de infrastructuur van de ruimtelijke ordening te redden.
Parcours Met het rijden van het parcours toont de cursist dat hij zijn scootmobiel beheerst. Het is bedoeld om de cursist vertrouwen te geven in zijn kunnen. Het onderdeel bevat zelfs een aantal inzichtafwegingen. Rijdt de cursist om de obstakels heen of gaat hij er tussendoor? Leerdoel
Na afloop heeft de cursist ervaren dat hij zichzelf kan redden in een parcours met lastige obstakels en opdrachten.
Verhouding tot doelen scootmobielcursus Als de cursist vertrouwen heeft in de beheersing van het voertuig en zijn eigen vaardigheden dan bevordert dit de veilige deelname aan het verkeer (doel 1). Daarnaast kan in deze module de angst van gebrekkige beheersing weggenomen worden door cursisten onder begeleiding te laten oefenen. Dit kan de angst om op pad te gaan met de scootmobiel wegnemen (doel 2). Tot slot heeft deze module een dubbele signaleringsfunctie. Enerzijds is er zicht op welke gebruikers een slecht afgesteld voertuig hebben. Deze worden doorverwezen. Anderzijds wordt met behulp van de checklist gemonitord welke scootmobielgebruikers extra trainingen nodig hebben (doel 3).
blijf veilig mobiel
1.1 Kennismaken met de scootmobiel 1.1.1 Veilig plaatsnemen in de scootmobiel Beschrijving Laat de cursist op een verantwoorde manier instappen in het voertuig. Als dit goed gaat, vraag de cursist dan om op een veilige manier uit het voertuig te stappen. Let hierbij op de veiligheid. Waar stapt de cursist in en uit het voertuig? Behoudt hij het overzicht over de omgeving? NB: Houd rekening met deelnemers die hulp en hulpmiddelen nodig hebben bij hun transfer. Let er op dat ze deze hulpmiddelen op een juiste en veilige manier gebruiken. Beheersing Uitstekend
De cursist kan op een veilige en verantwoorde manier de transfer maken van- en naar zijn scootmobiel. Goed De cursist kan een veilige transfer maken van en naar zijn voertuig, maar doet dit soms wat onbeheerst. Extra oefening vereist De cursist kan geen transfer maken vanuit of naar zijn voertuig.
1.1.2 Verstelbare onderdelen scootmobiel afstellen Beschrijving Laat de cursist plaatsnemen en verstel de spiegel e.d. naar de voorkeur van de cursist en zorg ervoor dat alles verkeersveilig afgesteld staat. NB: Er zijn meerdere verstelbare elementen aan een scootmobiel, denk bijvoorbeeld aan armleggers, stoel en stuur. Indien u signaleert dat de scootmobiel slecht is afgesteld, verwijs dan door naar de verantwoordelijke instantie (leverancier c.q. gemeente). Tip Nodig de leverancier uit, vaak is deze wel bereid om kleine reparaties ter plaatse uit te voeren.
scoot veilig / vaardigheden en parcours
13
14
Beheersing Uitstekend/goed
De scootmobiel is verkeersveilig op maat versteld. Extra oefening vereist De scootmobiel is niet op maat versteld.
1.1.3 Verkennen van het bedieningspaneel Overzicht mogelijke onderdelen bedieningspaneel: Gas, rem, snelheid, verlichting, richtingaanwijzer, accu, actieradius. Beschrijving Laat de cursist zoveel mogelijk zelf vertellen over de functies op zijn bedieningspaneel. Corrigeer waar nodig en licht alle functies toe. Laat de cursist de verschillende functies uitproberen. Toon en benoem ook de vrije stand. De vrije stand is belangrijk in geval van pech. NB: Per scootmobiel verschilt het aantal functies en de plaats van de functies. Dit onderdeel kan dus per cursist verschillen. Als een deelnemer opmerkingen of klachten heeft, verwijs dan naar de gemeente of leverancier. Beheersing Uitstekend
De cursist kan zelfstandig vertellen welke functies er op zijn bedieningspaneel zitten en weet dit op de juiste manier te bedienen. Goed De cursist kan de functies op zijn scootmobiel veilig bedienen. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om de functies op zijn bedieningspaneel op een verantwoorde manier te bedienen. Neem contact op met de verstrekker of ergotherapeut om tot een aangepaste training of nieuwe indicatie te komen.
blijf veilig mobiel
1.2 Rijden met de scootmobiel 1.2.1 Stoppen Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Leer de cursist op een veilige manier te stoppen met de scootmobiel. Laat de cursist eerst rustig stoppen op een afgesproken punt. Plaats bijvoorbeeld een pion op 8 meter afstand en laat de cursist naast deze pion stoppen. Herhaal deze oefening totdat de cursist vertrouwd is met de manier van remmen. Laat de cursist vervolgens op een onverwacht moment stoppen. Stuiter een zachte bal ruim voor de scootmobiel langs. Zorg er hierbij voor dat eventueel ‘doorschieten’ (door de knijpreflex) geen gevaar op kan leveren voor de cursist of voor de omstanders. Laat de cursist tot slot ook stopoefeningen op de helling uitvoeren, zowel tegen de helling op als van de helling af. Gebruik hiervoor bij voorkeur de hellingbaan van het parcours (zie hoofdstuk 1.4). Tip Alle leveranciers hebben een afstandsbediening waarmee de scootmobiel op afstand tot stilstand gebracht kan worden. Het verdient aanbeveling om deze in bezit te hebben. Beheersing Uitstekend
De cursist kan in alle genoemde situaties veilig en beheerst een stop maken en heeft vertrouwen in zijn eigen kunnen. Goed De cursist kan een veilige stop maken, maar komt met een schokkende beweging tot stilstand. De cursist heeft wel vertrouwen in zijn eigen kunnen. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om een veilige stop te maken. Let op! Als de cursist voldoende of goed in staat is om een veilige stop te maken, maar geen vertrouwen heeft in eigen kunnen, dan is de beheersing onvoldoende en is extra oefening noodzakelijk.
scoot veilig / vaardigheden en parcours
15
16
1.2.2 Recht vooruit rijden, doseren en reguleren van de snelheid Beschrijving Laat de cursist minimaal 8 meter rechtuit rijden. Plaats als hulpmiddel pionnen in een rechte lijn langs de baan. Laat de cursist tijdens het rijden afwisselend versnellen en vertragen door het bedienen van de gashendel. Beheersing: Uitstekend
De cursist kan beheerst een rechte lijn rijden en zijn snelheid geleidelijk verhogen en verlagen. Goed De cursist kan beheerst een rechte lijn rijden maar het verhogen en verlagen van de snelheid gaat soms een beetje schoksgewijs. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om een rechte lijn te rijden en kan tijdens het rijden zijn snelheid niet geleidelijk verhogen en verlagen (dit gaat steeds met horten en stoten).
1.2.3 Recht achteruit rijden Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Laat de cursist minimaal 4 meter recht achteruit rijden. Plaats als hulpmiddel hoge pionnen (75 cm) in een rechte lijn langs de baan en een hoge pion als eindpunt. Wijs de cursist op het gebruik van de spiegel. Beheersing: Uitstekend
De cursist kan beheerst en zonder slingeren in een rechte lijn achteruit rijden. Goed De cursist kan beheerst een rechte lijn achteruit rijden maar slingert licht. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om beheerst en zonder slingeren een rechte lijn achteruit te rijden.
blijf veilig mobiel
1.2.4 Bocht naar links nemen Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Laat de cursist een bocht naar links nemen om een pion heen. Laat de cursist zowel een grote als een kleine bocht maken en oefenen. Voer deze oefening indien mogelijk ook uit langs een bocht met stoeprand. Attendeer de cursist op het doseren van zijn snelheid en het gebruik van de richtingaanwijzer en de spiegel. Tip Maak gebruik van het plankier uit het parcours, dan heeft iedereen eenzelfde bocht. Beheersing Uitstekend
De cursist kan zowel grote als kleine bochten netjes aansnijden, overziet de omgeving, doseert zijn snelheid en gebruikt tijdig de richtingaanwijzer. Goed De cursist heeft enige moeite met het maken van grote of kleine bochten, maar voert de verrichting veilig uit. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om op een veilige manier kleine of grote bochten te maken.
1.2.5 Bocht naar rechts nemen Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Laat de cursist een bocht naar rechts nemen om een pion heen. Laat de cursist zowel een grote als een kleine bocht maken en oefenen. Voer deze oefening indien mogelijk ook uit op een kruispunt. Attendeer de cursist op het doseren van zijn snelheid en het gebruik van de richtingaanwijzer en de spiegel. Tip Maak gebruik van het plankier uit het parcours, dan heeft iedereen eenzelfde bocht.
scoot veilig / vaardigheden en parcours
17
18
Beheersing Uitstekend
De cursist kan zowel grote als kleine bochten netjes aansnijden, overziet de omgeving, doseert zijn snelheid en gebruikt tijdig de richtingaanwijzer. Goed De cursist heeft enige moeite met het maken van grote of kleine bochten, maar voert de verrichting veilig uit. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om op een veilige manier kleine of grote bochten te maken.
1.2.6 360 graden draaien en een acht draaien Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
De cursist kan een acht draaien om twee pionnen heen en de cursist kan een volledige cirkel draaien. De cursist heeft na afloop van de oefeningen inzicht in zijn draaicirkel. Beheersing Uitstekend
De cursist kan zowel vloeiend 360 graden draaien als een acht draaien om twee pionnen heen. De cursist heeft inzicht in zijn draaicirkel. Goed De cursist kan met bijsturen zowel 360 graden als een acht draaien om twee pionnen heen. De cursist heeft inzicht in zijn draaicirkel. Extra oefening vereist De cursist kan 360 graden of acht draaien om twee pionnen heen. De cursist heeft onvoldoende inzicht in zijn draaicirkel.
blijf veilig mobiel
1.3 Manoeuvreren 1.3.1 Bocht achteruit nemen Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Laat de cursist om een pion heen een bocht achteruit maken. Laat de cursist zowel een grote als een kleine bocht maken en oefenen. Voer deze oefening indien mogelijk ook uit langs een bocht met stoeprand of gebruik het plankier uit het parcours. Attendeer de cursist op het gebruik van de spiegel. Beheersing Uitstekend
De cursist kan zowel grote als kleine bochten achteruit maken en gebruikt de spiegel Goed De cursist heeft enige moeite met het maken van grote of kleine bochten achteruit, maar voert de verrichting veilig uit. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om op een veilige manier kleine of grote bochten achteruit te maken.
1.3.2 Rijden op onverharde of hobbelige ondergrond Beschrijving Laat de cursist ervaren hoe het is om over verschillende ondergronden te rijden. Denk hierbij aan gras, klinkers, grind en zand- of kleigrond. Beheersing Uitstekend
De cursist kan zijn snelheid en wendbaarheid aanpassen aan de verschillende ondergronden. Goed De cursist kan zich redden op verschillende ondergronden. Extra oefening vereist De cursist kan zijn snelheid en wendbaarheid niet aanpassen aan de verschillende ondergronden.
scoot veilig / vaardigheden en parcours
19
20
1.3.3 Tussen paaltjes of onder poortjes doorrijden Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Laat de cursist tussen twee pionnen of glasfiberstokken uit het parcours doorrijden. Laat de cursist oefenen met zowel grote als kleine tussenruimtes tussen de pionnen. Beheersing Uitstekend
De cursist kan zich in alle situaties redden en heeft inzicht in hoe breed zijn scootmobiel is. Goed De cursist heeft enige moeite met het rijden door smalle doorgangen, maar krijgt dit met bijsturen en steken wel voor elkaar. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om door smalle door gangen te rijden en heeft geen inzicht in de breedte van zijn scootmobiel.
1.3.4 Koers houden, focus op eindpunt ipv obstakel Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Stel verschillende obstakels op (maak een nauwe doorgang, bijvoorbeeld met glasfiberstokken uit het parcours) en laat de cursist hier doorheen rijden. Het doel is om de focus op het eindpunt te houden en niet op elk obstakel. Beheersing Uitstekend
De cursist rijdt met gemak door de smalle doorgang en kijkt vooruit. Goed De cursist rijdt door de smalle doorgang maar is vooral bezig met de obstakels Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om door smalle doorgangen te rijden.
blijf veilig mobiel
1.3.5 Plankier op- en afrijden Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Laat de cursist oefenen in het op- en afrijden van drempels. Gebruik hierbij het plankier uit het parcours. Laat ze gecontroleerd kennis maken met het schuin aansnijden van een drempel. Leer ze daarna drempels haaks aan te snijden. Beheersing Uitstekend
De cursist kan de drempel haaks aansnijden en veilig nemen. Goed De cursist heeft enige moeite met juist aanrijden naar een drempel, maar neemt deze wel op een veilige manier. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om op een veilige manier drempels te nemen, extra oefening is vereist.
1.3.6 Keren in een smalle ruimte Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Laat de cursist keren in een smalle ruimte (een brandgang oid.). Boots deze ruimte eventueel na met glasfiberstokken uit het parcours. Leer de cursist keren door middel van achteruitsteken. Beheersing Uitstekend Goed
De cursist kan zich keren in een smalle ruimte. De cursist heeft enige moeite met keren in een smalle ruimte, maar krijgt dit met wat extra steken wel voor elkaar. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om te keren in een smalle ruimte. Extra oefening is vereist.
scoot veilig / vaardigheden en parcours
21
22
1.3.7 Inparkeren voor en achteruit, fileparkeren Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Laat de cursist inparkeren in een ‘parkeervak’ passend bij de grootte van de scootmobiel. Boots dit parkeervak na met behulp van glasfiberstokken uit het parcours. Oefen het inparkeren zowel voor- als achteruit. Leer de cursist ook hoe hij kan fileparkeren, laat hem hierbij gebruik maken van de spiegel. Beheersing Uitstekend
De cursist kan zijn scootmobiel te allen tijde parkeren. Goed De cursist kan voor- en achteruit inparkeren maar heeft enige moeite met fileparkeren. Extra oefening vereist De cursist is niet in staat om zijn scootmobiel op een klein vlak te parkeren
1.3.8 Kleine garage in- en uitrijden Beschrijving (Bij deze oefening kunt u gebruik maken van de materialen uit het parcours.)
Laat de cursist gecontroleerd en beheerst een krappe ruimte inrijden en achteruit uitrijden. Beheersing Uitstekend
De cursist kan gecontroleerd een kleine ruimte inrijden en achteruit weer uitrijden. Goed De cursist heeft enige moeite een kleine ruimte inrijden en achteruit weer uitrijden, maar krijgt dit wel voor elkaar. Extra oefening vereist De cursist kan niet vooruit een kleine ruimte inrijden en die ruimte achteruit weer uitrijden.
blijf veilig mobiel
1.4 Parcours Er zijn verschillende mogelijkheden om het parcours vorm te geven, zowel binnen als buiten. Een en ander is afhankelijk van de beschikbare ruimtes en de weersomstandigheden. Als u gebruik wilt maken van een mobiel parcours dan geniet het mobiele oefenparcours van VVN (zie afbeelding) de voorkeur. Hierbij is ook een uitgebreide handleiding aanwezig (zie bijlage 7). Het is ook mogelijk om in een binnenruimte een parcours uit te zetten en hierin verschillende bestaande elementen te integreren. Denk bijvoorbeeld aan het uitzetten van een parcours in een verzorgingstehuis waarbij oefeningen gedaan worden met het in- en uitrijden van de lift, het gebruiken van het invalidentoilet en het manoeuvreren door een gang met obstakels als (geparkeerde) scootmobielen en beeldjes en bloempotten. Voor gewenste manoeuvres in het parcours kunt u gebruikmaken van de checklist 1 ‘Vaardigheden en Parcours’. Indien in eigen omgeving een andere vaste of andere mobiele baan aanwezig is, is het raadzaam om een goede kostenafweging te maken.
scoot veilig / vaardigheden en parcours
23
24
blijf veilig mobiel
module 2
verkeerskennis en verkeersinzicht
scoot veilig
Inleiding Begeleid door: Presentator met verkeerskennis en inzicht in doelgroep Module 2 besteedt aandacht aan verkeerskennis en verkeersinzicht. Als inleiding op het thema raden wij aan te starten met het onderdeel ‘scoot mobiel’ van de powerpoint-presentatie van Blijf Veilig Mobiel (www.blijfveiligmobiel.nl/BVM.4-3.ppt#290,86,). Vervolgens wordt er een interactieve presentatie gehouden waarin de onderwerpen uit de hoofdstukken Verkeerskennis en Verkeersinzicht aan bod komen. Het is voor de effectiviteit van kennisoverdracht van belang dat dit op een leerzame, interactieve manier gebeurt. Voorkom lange monologen door vragen te stellen en deelnemers mee te laten denken over de juiste benadering van (lokale) verkeersknelpunten. De ervaring leert dat deelnemers het refereren aan en bespreken van lokale situaties en knelpunten (liefst met foto’s) zeer waarderen. Dat maakt het probleem ‘tastbaar’. De kennis wordt bij voorkeur overgedragen door een kundige presentator met verstand van verkeerszaken en inzicht in de doelgroep. In bijlage 2 en 3 is aanvullende informatie voor de presentator aanwezig. Verkeerskennis In het onderdeel verkeerskennis wordt ingegaan op de verkeersregels en borden die van belang zijn voor de scootmobielgebruiker. Onder andere voorrangsregels, kruisingen en rotonden komen hier aan bod. Aanvullende informatie en een verkeersbordenoverzicht voor de presentator is te vinden in bijlage 3 en 4. Leerdoel:
Na afloop is de cursist op de hoogte van de belangrijkste verkeersborden en verkeersregels voor scootmobiel gebruikers.
Verkeersinzicht In het onderdeel verkeersinzicht wordt ingegaan op het maken van de juiste inschattingen, afwegingen en keuzes. Zo wordt onder andere de plaats op de weg behandeld, het bestuurder/voetgangerdilemma en wordt men geattendeerd op de geringe zichtbaarheid van de scootmobiel. Ook wordt
scoot veilig / verkeerskennis en verkeersinzicht
27
28
ingegaan op het voorbereiden van de route en de gevaarlijke effecten van medicijnen en drank. Een deel van deze inzichtkwesties zal terugkomen in de praktijkrit, waar ze op een checklist gescoord zullen worden. Deze checklisten worden na afloop besproken. Leerdoel:
Na afloop heeft de cursist inzicht in de gevolgen van de verschillende afwegingen en keuzes die hij als scootmobielgebruiker moet maken.
Na afloop van deze verkeerseducatie ontvangt de cursist de uitgave van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu; ‘Verkeersborden en verkeers regels in Nederland’. Verhouding tot doelen scootmobielcursus Door de cursisten te scholen in de verkeersregels en verkeersborden en interactief in te gaan op verkeersinzichtkwesties wordt bijgedragen aan het verkeersinzicht van de scootmobielgebruikers. Dit bevordert het veilig deelnemen van scootmobielen aan het verkeer (doel 1). Daarnaast kan door scholing de angst van scootmobielgebruikers om aan het verkeer deel te nemen verminderd worden, omdat ze geleerd hebben welke opties en afwegingen ze kunnen maken (doel 2). Tot slot kan tijdens de praktijkrit blijken dat de scootmobielgebruiker onvoldoende verkeers inzicht heeft en extra training noodzakelijk is (doel 3).
blijf veilig mobiel
2.1 Verkeerskennis Inleiden kan gestart worden met de BVM-powerpointpresentatie. Hierin zit een onderdeel dat speciaal gericht is op scootmobilisten. In deze presentatie wordt aandacht besteed aan de plaats van de scootmobiel op de weg inclusief bijbehorende borden, aan veiligheid (smalle stoepen en schuine vlakken), voorrangsregels bij haaientanden en zichtbaarheid. In bijlage 3 en 4 is aanvullende informatie voor de presentator aanwezig.
2.1.1 Primaire verkeersborden Behandel de primaire verkeersborden en eventueel ook de systematiek van de borden (gebodsborden, verbodsborden etc.). Behandel minimaal de voorrangsborden en overige voor scootmobilisten belangrijke borden. Zie bijlage 3 voor een overzicht.
2.2.2. Aan welke snelheid moet de bestuurder van een scootmobiel zich houden? Benoem dat de cursist zich aanpast aan de regels die gelden voor de weggebruikers waaronder hij zich bevindt. Bevindt de scootmobilist zich op het voetpad? Dan past hij zijn snelheid aan het voetgangerstempo (indicatie: 6km/u) aan. Op de rijbaan en op het fietspad mag de scootmobiel op maximaal tempo meerijden. Daarbij is het aanpassen aan de snelheid van de overige weggebruikers het belangrijkst. Verschil in snelheid veroorzaakt gevaar. Daarom is een scootmobiel op de rijbaan ook kwetsbaarder dan op het voetpad. In de praktijk gaat een scootmobiel zelden harder dan 18 km/u. De gemeente bepaalt de snelheid van de WMO-scootmobielen. Officieel:
Wettelijk gezien valt de scootmobiel onder de gehandicaptenvoertuigen. Gehandicaptenvoertuigen mogen maximaal 45 km/u en de snelheid waarmee men zich mag verplaatsen is afhankelijk van de plaats op de weg: (zie volgende pagina)
scoot veilig / verkeerskennis en verkeersinzicht
29
30
Plaats op de weg
Binnen de bebouwde kom
Buiten de bebouwde kom
Voetpad
6
6
Fietspad/bromfietspad
30
40
Rijbaan
30
45
2.1.3 Voorrang Leg de belangrijkste voorrangsregels uit aan de cursisten. Gebruik indien mogelijk voorlichtingsmateriaal of een quiz over de regels. Officieel:
Er wordt een onderscheid gemaakt in voorrangsregels die gelden als de andere bestuurder zich op een andere weg bevindt, in voorrangsregels die gelden als de andere bestuurder zich op dezelfde weg bevindt en voorrangsregels voor bestuurders en voetgangers. Hieronder vindt u een overzicht.
Niet op dezelfde weg Meestal komen andere bestuurders van links en van rechts. Die komen dan uit een zijweg en zitten niet op dezelfde weg. De afspraak is: geef voorrang aan bestuurders van rechts. Op dezelfde weg Soms rijdt de andere bestuurder wel op dezelfde weg. Die bestuurder komt dan tegemoet of achterop. Als één van beiden af slaat, dan krijgen ze met elkaar te maken. In dat geval geldt de afspraak: rechtdoor op dezelfde weg gaat voor. Afslaand verkeer moet wachten tot het andere verkeer op dezelfde weg gepasseerd is. Voor bestuurders en voetgangers De afspraak ‘rechtdoor op dezelfde weg gaat voor’ geldt voor bestuurders én voor voetgangers. Ook de stoepen, fietsstroken en fietspaden die langs een weg liggen horen bij die weg. Dus als een scootmobielgebruiker vanaf het fietspad rechts af wil slaan dan moet hij de voetganger die rechtdoor gaat voorrang geven.
blijf veilig mobiel
2.1.4 Rotonde binnen en buiten bebouwde kom Behandel de verschillen tussen rotondes binnen en buiten de bebouwde kom. Besteed ook aandacht aan de wisselende voorrangssituatie; bevindt de scootmobilist zich op de rijbaan of op het fietspad? Officieel:
Hieronder een overzicht van richtlijnen met betrekking tot rotondes met en zonder fietspad en rotondes binnen en buiten de bebouwde kom.
Rotondes binnen de bebouwde kom Rotonde met fietspad Als de rotonde een apart fietspad heeft dan is het voor scootmobilisten aan te raden om op dit fietspad te rijden. Of het fietspad bij een rotonde binnen de bebouwde kom voorrang heeft, kunt u zien aan de voorrangsborden en haaientanden. Rotonde zonder fietspad Sommige rotondes binnen de bebouwde kom hebben geen apart fietspad. De scootmobilist bevindt zich dan op de rijbaan. Als de scootmobilist zich aan de fietserregels op de rotonde houdt dan heeft hij voorrang op afslaand verkeer. Rotondes buiten de bebouwde kom Bij rotondes buiten de bebouwde kom is er altijd een apart fietspad aangelegd. Buiten de bebouwde kom kan een scootmobilist doorgaans beter op het fietspad rijden. Op het fietspad rijdt de scootmobilist ‘buiten de voorrang’. Bestuurders die de rotonde opgaan én bestuurders die de rotonde verlaten, gaan voor. Besteed aandacht aan de voorrangsborden en haaientanden.
scoot veilig / verkeerskennis en verkeersinzicht
31
32
2.1.5 Gelijke kruising en voorrangskruising Verduidelijk de gelijke kruising en de voorrangskruising. Maak gebruik van de borden uit bijlage 3 ‘Belangrijke verkeersborden’. Officieel:
Bij een gelijke kruising heeft verkeer van rechts altijd voorrang. Bij een voorrangskruising zijn de voorrangsregels door borden geregeld. De bestuurders die voorrang moeten verlenen krijgen de borden B6 of B7 te zien (zie voor voorbeelden bijlage 3, Belangrijke verkeersborden). Op het wegdek staan meestal haaientanden. Bestuurders op de voorrangsweg weten dat zij voorrang hebben door de borden B1, B3, B4 en B5. Het einde van een voorrangsweg wordt aangeduid door bord B2. Zie voor voorbeelden van al deze verkeersborden bijlage 3, Belangrijke verkeersborden.
2.1.6 Voetgangersoversteekplaats Attendeer de cursist er op dat hij als gebruiker van een scootmobiel voorrang heeft op een voetgangersoversteekplaats of zebrapad. Officieel:
Bestuurders moeten voetgangers en bestuurders van inva lidenvoertuigen die op een voetgangersoversteekplaats oversteken, of van plan zijn om dit te doen, laten voorgaan.
2.1.7 Verlaten uitrit Leg uit dat het verlaten van een uitrit geldt als een ‘bijzondere verrichting’. Dit houdt in dat de scootmobilist bij het verlaten van een uitrit al het overige verkeer voor moet laten gaan.
2.1.8 Specifieke stadsproblematiek Behandel indien van toepassing de voorrangsregels met betrekking tot trams.
blijf veilig mobiel
Officieel:
Bestuurders verlenen voorrang aan bestuurders van een tram en bij overwegen laten weggebruikers een railvoertuig voorgaan en laten daarbij de overweg geheel vrij.
scoot veilig / verkeerskennis en verkeersinzicht
33
34
2.2 Verkeersinzicht 2.2.1 Plaats op de weg Benoem de keuzevrijheid van de scootmobielgebruiker voor de weggedeelten stoep, fietspad en rijbaan. Benader dit vanuit een grondhouding van risico-inschatting. Wat is veilig? Een geasfalteerd fietspad kan voorkeur genieten boven een stoep vol fietsen en reclameborden. Benadruk dat de keuze voor de plaats waar hij rijdt ook samenhangt met de snelheid die hij mag gebruiken en de regels waar hij zich aan moet houden. Een scootmobilist op het fietspad moet zich houden aan de verkeersregels voor fietsers. Voor een scootmobilist op het voetpad gelden dezelfde verkeersregels als voor voetgangers. Feitelijk:
Met een scootmobiel mag op de rijbaan gereden worden, maar niet op autowegen en autosnelwegen. Een scoot mobiel mag ook op het fietspad en de stoep rijden. Vanwege de beperkte snelheid van een scootmobiel geniet het de voorkeur om hoofdzakelijk stoep en fietspad te gebruiken. Zie bijlage 4 voor aanvullende informatie.
2.2.2 Bestuurder versus voetganger Benoem de keuzevrijheid voor stoep, fietspad en rijbaan vanuit het oogpunt bestuurder versus voetganger. Geef aan dat scootmobilisten die kiezen voor het trottoir te gast zijn onder de voetgangers en hun snelheid aan moeten passen aan de voetgangers.
2.2.3 Eigen remweg en die van anderen Benader de remweg en het anticiperen op de remweg van anderen vanuit het oogpunt van veiligheid. Benoem dat scootmobilisten kwetsbare verkeersdeelnemers zijn. Daarom is het voor hen belangrijk dat ze zelf goed overzicht houden over hun eigen positie en de positie van hun medeweggebruikers. Geef hen mee dat ze zelf moeten anticiperen op de snelheid en remweg van het overige verkeer.
blijf veilig mobiel
2.2.4 Zichtbaarheid scootmobiel Benadruk de kwetsbare positie van de scootmobiel qua zichtbaarheid. Geef adviezen hoe scootmobilisten hun zichtbaarheid kunnen vergroten. Bijvoorbeeld door ruim van tevoren richting aan te geven (indien mogelijk arm uitsteken) en door ook overdag verlichting te voeren. Benoem dat de zichtbaarheid van een scootmobiel gering is en dat een veiligheidsjasje of losse fietslampjes de zichtbaarheid van scootmobilisten vergroten. Scootmobilisten moeten vanwege hun kwetsbaarheid zelf ook goed opletten of andere verkeersdeelnemers hun hebben waargenomen, oogcontact met overige weggebruikers houden is daarom verstandig.
2.2.5 Plannen van je route Licht de cursisten voor over hoe ze veilig op pad kunnen gaan met hun scootmobiel. Zijn de banden van de scootmobiel op de juiste spanning, is de accu vol? Andere aandachtspunten zijn hierbij het voorbereiden en overdenken van de route. Soms kan het voordeel bieden om net een andere straat te nemen. Stel dat op de snelste route de cursist over een trottoir moet met bomen langs de rand, dan kan het raadzaam zijn om een iets minder snelle route te rijden, waarbij de cursist wel de hele weg over het trottoir af kan leggen. Benoem daarnaast kledingaspecten (weersbestendig) en bereikbaarheid (mobiele telefoon, nummer hulpdienst etc.).
2.2.6 Gevolgen van medicijnen en drank in verkeer Benadruk de kwetsbaarheid van de scootmobilist in het verkeer en het effect van verdovende middelen daarop. Ontraad alcoholgebruik. Benoem de invloed van medicijngebruik op rijgedrag. De medicijnen die rijgedrag kunnen beïnvloeden, hebben een waarschuwingssticker op de verpakking. Attendeer cursisten ook op te letten als ze nieuwe medicijnen voor geschreven krijgen. Hun huidige medicijnen kunnen ze nazoeken op onderstaande website. Daarnaast is de combinatie van verschillende medicijnen gevaarlijk, raadpleeg bij twijfel altijd de apotheker.
scoot veilig / verkeerskennis en verkeersinzicht
35
36
Feitelijk:
Een scootmobilist wordt gezien als bestuurder. Officieel is de alcohollimiet 0,2 voor beginnende of onervaren bestuurders (korter dan 5 jaar rijbewijs) en 0,5 voor ervaren bestuurders (5 jaar of langer rijbewijs). Voor medicijnen gelden de stickers zoals aangegeven op de medicijnen. Raadpleeg en verwijs ook naar de website www.rijveiligmetmedicijnen.nl. Zie bijlage 4 voor aanvullende informatie.
2.2.7 Snelheidsafstelling van verkeerslichten Benoem het verschil in afstelling tussen een voetgangersverkeerslicht en een fietsersverkeerslicht. Hoewel een scootmobiel gebruik mag maken van het fietsersverkeerslicht, geeft dit de scootmobiel vaak te weinig tijd om veilig over te steken. Benoem het keuzevraagstuk vanuit veiligheidsoverwegingen. Adviseer gebruik te maken van het voetgangerslicht.
2.2.8 Spoorwegovergang oversteken Er zijn verschillende scootmobielgebruikers die het eng vinden om een spoorwegovergang over te steken. Enerzijds vanwege het passeren van de rails, anderzijds omdat ze bang zijn niet snel genoeg weg te kunnen komen als de bellen gaan rinkelen en de bomen naar beneden zakken. Benoem dat een spoorwegovergang altijd slechts aan een zijde van de weg een boom heeft, dit is om te zorgen dat iemand die onverhoeds tussen de bomen in komt altijd nog een uitweg heeft. Benoem daarnaast dat er altijd platen tussen de rails liggen op de oversteekplaatsen, dit zorgt ervoor dat de wielen niet achter de rails kunnen blijven hangen. Het nemen van drempels hebben ze bij de vaardigheden kunnen oefenen. Ga tot slot ook in op het gevaar van een tweede trein. Men moet altijd wachten tot de bomen omhoog zijn en het licht gedoofd is, voordat men oversteekt.
blijf veilig mobiel
module 3
oren-, ogen en reactievermogentest
scoot veilig
Inleiding Begeleid door: opticien, audicien en begeleider reactievermogentest Deze module valt uiteen in drie verschillende testen, een ogen-, oren- en een reactievermogentest. De doelstelling is om de cursisten de mogelijk heid te bieden om de testen af te laten nemen en te signaleren of er misschien cursisten zijn die doorverwezen moet worden. Hetzij naar de opticien, de audicien of naar de verstrekker of ergotherapeut als het reactievermogen achteruit gaat. Leerdoel
Na afloop heeft de cursist inzicht in de kwaliteit van zijn gezichtsvermogen en gehoorfunctie en de accuraatheid van zijn reactievermogen.
Verhouding tot doelen scootmobielcursus Als de cursist goed kan horen en zien, en als zijn reactiesnelheid nog accuraat is dan bevordert dit de veilige deelname aan het verkeer (doel 1).
scoot veilig / ogen-, oren en reactievermogentest
39
40
3.1 Oren-, Ogen en Reactievermogentest Scootmobielgebruikers zijn kwetsbare verkeersdeelnemers. Daarbij vraagt deelnemen aan het verkeer zowel een geestelijke als lichamelijke inspanning. Waarnemen, interpreteren en snel reageren is beslist noodzakelijk om veilig aan het verkeer te kunnen deelnemen. In module 1 en 2 worden de vaardigheden en de verkeerskennis getoetst. Maar ook lichamelijke factoren kunnen veilige verkeersdeelname belemmeren. De achteruitgang van ogen en oren kan geleidelijk plaatsvinden, waardoor men dit zelf niet zo in de gaten heeft. Maar een goed gehoor en zicht zijn wel essentieel voor een veilige verkeersdeelname. Hetzelfde geldt uiteraard voor het reactievermogen. Gedurende deze module vindt een oren-, ogen en reactievermogentest plaats. Voor de doorstroming is het van belang dat de groep deelnemers gedurende module 3 gesplitst wordt in 3 groepen. Dit is om te voorkomen dat er bijvoorbeeld bij de orentest rijen staan terwijl de reactievermogentest vrij is. Ook zorgt de opsplitsing ervoor dat iedereen de mogelijkheid heeft om de testen te doen. Hieronder zal kort ingegaan worden op de oren-, ogen- en reactievermogentest. De ogentest De ogentest dient te worden verzorgd door een opticien of oogarts. Het verdient aanbeveling om de samenwerking met een plaatselijke opticien te zoeken. De gehoortest Er zijn verschillende audiciens die bereid zijn om aanwezig te zijn op evenementen zoals de scootmobieldag. Hoorwinkelketen Beter Horen is hier een voorbeeld van, op dit moment rijden er het hele jaar door twee Beter Horen bussen door het land. In de bus kunnen bezoekers gratis hun gehoor testen. Bij constatering van gehoorverlies worden deze mensen binnen een week teruggebeld door een Beter Horen winkel in de buurt voor een uitgebreidere hoortest. Een andere mogelijkheid is om contact te zoeken met een plaatselijke audicien, bijvoorbeeld een Schoonenberg, Specsavers of Hans Anders. Lukt dit niet dan kunt u denken aan de gezondheidsdiensten, zoals de Districts Gezondheidsdienst,de Geestelijke Gezondheidsdienst en de Basis Gezondheidsdienst of een auditieve afdeling van een ziekenhuis. De
blijf veilig mobiel
afdeling Welzijn van de gemeente kan u wellicht helpen om deze (of andere) instanties te benaderen. Ook de Nederlandse Vereniging voor Slecht horenden (NVVS) en ouderenbonden kunnen u de helpende hand reiken. Er wordt van uitgegaan dat genoemde instanties kosteloos hun hulp ter beschikking stellen. Reactievermogentest van Veilig Verkeer Nederland De reactievermogentest kan geregeld worden via de lokale of regionale steunpunten van VVN.
scoot veilig / ogen-, oren en reactievermogentest
41
42
blijf veilig mobiel
module 4
praktijkrit
scoot veilig
Inleiding Begeleid door: ergotherapeut en vrijwilligers In Module 4 maken de scootmobielgebruikers onder begeleiding een praktijkrit. In deze rit door het dagelijks verkeer komen knelpunten terug waarmee men in de voorgaande modulen geoefend heeft. Om het juiste leereffect te bereiken is het belangrijk dat de cursisten persoonlijke aandacht en feedback krijgen over de manier waarop zij de verschillende knelpunten in het parcours passeren. Dit kan in de praktijk op verschillende manieren gerealiseerd worden. De eerste mogelijkheid is dat de cursisten een op twee begeleid worden door een instructeur. Een andere mogelijkheid is om instructeurs of (geïnstrueerde) verkeersregelaars neer te zetten op de belangrijkste knelpunten. In het organisatiedraaiboek (bijlage 6) vindt u meer aanwijzingen. In deze module is een overzicht van elementen opgenomen die in de praktijkrit terug kunnen komen. Het is van belang dat de praktijkrit aan de lokale situatie aangepast wordt. De verrichtingen van de cursist zullen bijgehouden worden op een checklist (zie bijlage 5). Na afloop van de praktijkrit wordt de checklist met de cursist besproken. Iedere cursist krijgt een bewijs van deelname en eventueel een persoonlijk advies. Leerdoel:
De scootmobielgebruikers laten ervaren dat zij zich met de aangeleerde vaardigheden en verkeerskennis veilig kunnen handhaven in het dagelijks verkeer.
Verhouding tot doelen scootmobielcursus Door de cursisten te laten ervaren dat zij zich kunnen redden in het dagelijks verkeer krijgen ze vertrouwen om ook zelfstandig op pad te gaan. Daarnaast kunnen zij onveilige verkeersverrichtingen die zij in de praktijk uitvoeren, corrigeren en worden de cursisten gestimuleerd om de juiste afwegingen te maken met betrekking tot verkeersinzicht. Dit bevordert het veilig deelnemen van scootmobielen aan het verkeer (doel 1). Daarnaast kan door het opbouwen van vertrouwen in eigen kunnen (in zowel vaardigheden en verkeersinzicht) de angst van scootmobielgebruikers om aan het verkeer deel te nemen verminderd worden, omdat ze onder begeleiding geleerd hebben welke opties en afwegingen ze kunnen maken (doel 2). Tot slot kan tijdens de praktijkrit blijken dat de scootmobielgebruiker onvoldoende verkeersinzicht heeft en extra training noodzakelijk is (doel 3).
scoot veilig / praktijkrit
45
46
4.1 Praktijkrit Een praktijkrit is een goed middel om te testen of de cursist vaardig genoeg is om zich veilig met zijn scootmobiel in het verkeer te verplaatsen. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn: zie module 1 Snelheid aanpassen n.a.v. plaats in het verkeer 1 2 2 Anticiperen op verkeer - 2 3 3 Zichtbaar zijn/belang oogcontact - 2 4 Tussen bewegende objecten doorrijden (anticiperen, 1 2 3 manoeuvreren en spiegelgebruik) 5 Spiegelgebruik algemeen 1 - 3 6 Drempels op- en af rijden (op- en afritten, verkeers- 1 - drempels en eventueel een brug of viaduct). 7 Hobbelig wegdek ervaren (grasveld/berm) 1 - 8 Kruising oversteken/rotonde nemen - 2 9 Stoplichten gebruiken (passeersnelheid voetganger- en - 2 fietserstoplicht) 10 Indien mogelijk/relevant: spoorwegovergang oversteken - 2 11 Voorzichtigheid - 2 3 12 Afleidbaarheid - 2 3 Mocht de cursist op een van deze onderdelen onvoldoende presteren dan is het raadzaam om deze elementen nog meer te trainen. Hiernaast is inzichtelijk gemaakt in welke module welke aandachtspunten terugkomen. Tijdens de praktijkrit kan de Checklist Praktijkrit gebruikt worden (zie bijlage 5).
blijf veilig mobiel
4.1.1 Vaardigheden en Parcours (module 1) 1 Snelheid aanpassen n.a.v. plaats in het verkeer 4 Tussen bewegende objecten doorrijden 5 Spiegelgebruik 6 Drempels op- en af rijden (op- en afritten, verkeersdrempels en eventueel een brug of viaduct). 7 Hobbelig wegdek
4.1.2 Verkeerskennis en Verkeersinzicht (module 2) 1 Snelheid aanpassen n.a.v. plaats in het verkeer 2 Anticiperen op verkeer 3 Zichtbaar zijn/belang oogcontact 4 Tussen bewegende objecten doorrijden 8 Kruising oversteken/rotonde nemen 9 Stoplichten gebruiken (passeersnelheid voetgangersverkeerslicht en fietsersverkeerslicht) 10 Spoorwegovergang oversteken 11 Voorzichtigheid 12 Afleidbaarheid
4.1.3 Zintuigen en Reactievermogen (module 3) 2 Anticiperen op verkeer 4 Tussen bewegende objecten doorrijden 5 Spiegelgebruik 11 Voorzichtigheid 12 Afleidbaarheid
scoot veilig / praktijkrit
47
48
blijf veilig mobiel
bijlagen
scoot veilig
Bijlage 1 Checklist Module 1. Vaardigheden en Parcours Kennismaken met de scootmobiel extra uitstekend goed oefening vereist Veilig plaatsnemen in de scootmobiel
O
O
O
opmerkingen: Scootmobiel op maat verstellen spiegel stoel stuur
O O O O
O O O O
O O O O
opmerkingen: Verkennen van het bedieningspaneel gas rem verlichting richtingaanwijzer accu actieradius snelheid vrije stand
O O O O O O O O O
O O O O O O O O O
O O O O O O O O O
opmerkingen:
scoot veilig / bijlagen
51
52
Rijden met de scootmobiel extra uitstekend goed oefening vereist Stoppen stoppen op vooraf afgesproken punt onverwacht stoppen / noodstop stoppen op helling
O O O O
O O O O
O O O O
opmerkingen: Recht vooruit rijden/doseren snelheid (8m)
O
O
O
opmerkingen: Recht achteruit rijden (4m)
O
O
O
opmerkingen: Bocht naar links nemen afslaan richtingaanwijzer
O O O
O O O
O O O
opmerkingen:
blijf veilig mobiel
extra uitstekend goed oefening vereist Bocht naar rechts nemen afslaan richtingaanwijzer
O O O
O O O
O O O
opmerkingen: Achteruit
O
O
O
opmerkingen: Snelheid doseren in bochten
O
O
O
opmerkingen: Een acht draaien
O
O
O
opmerkingen: Snel en langzaam rijden
O
O
O
opmerkingen:
scoot veilig / bijlagen
53
54
Manoeuvreren met de scootmobiel extra uitstekend goed oefening vereist Bocht achteruit nemen linksom rechtsom
O O O
O O O
O O O
opmerkingen:
O
Rijden op onverharde of hobbelige ondergrond
O
O
opmerkingen: Tussen paaltjes en onder poortjes doorrijden
O
O
O
opmerkingen: Koers houden, focus op eindpunt ipv obstakel
O
O
O
opmerkingen: Drempels en plankier oprijden afrijden
O O O
O O O
O O O
opmerkingen:
blijf veilig mobiel
extra uitstekend goed oefening vereist Keren in een smalle ruimte
O
O
O
opmerkingen: Parkeren vooruit achteruit fileparkeren
O O O O
O O O O
O O O O
opmerkingen: Kleine ruimte in- en uitrijden inrijden uitrijden
O O O
O O O
O O O
opmerkingen:
scoot veilig / bijlagen
55
56
Parcours (uitgaande van basis VVN) extra uitstekend goed oefening vereist Acht draaien opmerkingen: 360° draaien opmerkingen: Slalom achteruit opmerkingen: Obstakels opmerkingen: Smalle straat opmerkingen: Bordes rijden opmerkingen:
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
blijf veilig mobiel
extra uitstekend goed oefening vereist Parkeren vooruit opmerkingen: Parkeren achteruit opmerkingen: Overige onderdelen:
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
…........................................................ opmerkingen: …........................................................
opmerkingen:
O
O
O
…........................................................ opmerkingen:
scoot veilig / bijlagen
57
58
blijf veilig mobiel
Bijlage 2 Checklist Module 3. Oren-, Ogen- en Reactievermogentest Oren-, ogen en reactievermogentest meting goed afspraak niet vereist mogelijk Orentest door audicien:
O
O
O
opmerkingen: Ogentest door opticien:
O
O
O
opmerkingen: Reactivermogentest door testafnemer:
O
O
O
opmerkingen:
scoot veilig / bijlagen
59
60
blijf veilig mobiel
Bijlage 3 Belangrijke borden De instructeur voorziet bij het vertonen van deze borden, de borden van een toelichting: Wat moet je doen en wat kan je verwachten bij dit bord? Hieronder volgt een overzicht van belangrijke borden in de categorieën: • Categorie Snelheid • Categorie Voorrangsborden • Categorie Geslotenverklaring • Categorie Rijinrichting • Categorie Parkeren en Stilstaan • Categorie Overige geboden en verboden • Categorie Gebruik van paden en wegen • Categorie Bebouwde kom • Categorie Waarschuwingsborden • Categorie Informatie
scoot veilig / bijlagen
61
62
Categorie Snelheid
Maximumsnelheid (A1)
Categorie Voorrangsborden
Voorrangsweg (B1)
Einde voorrangsweg (B2)
Voorrangskruispunt (B3)
Voorrangskruispunt zijweg links (B4)
Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg (B6)
Stop: Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg (B7)
blijf veilig mobiel
Categorie Geslotenverklaring
Gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee (C1)
Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee (C2)
Eenrichtingsweg (C3)
Eenrichtingsweg (C4)
Gesloten voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brom mobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen (C9)
Gesloten voor bromfietsen, snorfietsen en gehandicapten voertuigen met in werking zijnde motor (C13)
Gesloten voor fietsen en voor gehandicaptenvoertuigen zonder motor (C14)
Gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen (C15)
scoot veilig / bijlagen
63
64
Categorie Rij-inrichting
Rotonde: verplichte rijrichting (D1)
Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft (D2)
Bord mag aan beide zijden worden voorbij gegaan (D3)
Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven (D4)
Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven (D5)
Gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord zijn aangegeven (D6)
Gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord zijn aangegeven (D7)
blijf veilig mobiel
Categorie Parkeren en Stilstaan
Parkeerverbod (E1)
Verbod stil te staan (E2)
Gehandicaptenparkeerplaats (E6)
Categorie Overige geboden en verboden
Bestuurders uit Bestuurders uit tegengestelde richting tegengestelde richting gaan voor moeten verkeer dat (F5) van deze richting nadert voor laten gaan (F6)
scoot veilig / bijlagen
65
66
Categorie Gebruik van paden en wegen
Autosnelweg (G1)
Autoweg (G3)
Erf (G5)
Einde erf (G6)
Voetpad (G7)
Einde voetpad (G8)
Verplicht fietspad (G11)
Einde verplicht fietspad (G12)
Fiets/bromfietspad (G12a)
Einde fiets/bromfietspad (G12b)
Onverplicht fietspad (G13)
Einde onverplicht fietspad (G14)
blijf veilig mobiel
Categorie Bebouwde kom
Bebouwde kom (H1)
Einde bebouwde kom (H2)
Categorie Waarschuwingsborden
Gevaarlijk kruispunt (J8)
Overweg met overwegbomen (J10)
Spelende kinderen (J21)
Gevaar (de aard van het gevaar is aangegeven op het onderbord) (J37)
Overweg zonder overwegbomen (J11)
scoot veilig / bijlagen
67
68
Categorie Informatie
Voetgangers oversteekplaats (L2)
Doodlopende weg (L8)
Meer borden zijn te vinden via: • www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2010/07/01/ verkeersborden-en-verkeersregels-in-nederland-2010.html • www.ambcachterveld.nl/uitzet/borden/a/index.htm
blijf veilig mobiel
Bijlage 4 Aanvullende informatie Verkeerskennis en Verkeersinzicht. Verkeerskennis Borden en tekens op de weg, Primaire verkeersborden • www.veiligverkeernederland.nl/node/54707 • www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/publicaties-pb51/ verkeersborden-en-verkeersregels-in-nederland-nederlands.html • www.verkeersbordenwijzer.nl/ Snelheid • www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bijzondere-voertuigen/ gehandicaptenvoertuig-en-scootmobiel#ref-verkeerenwaterstaat Voorrangsregels • www.blijfveiligmobiel.nl/BVM.4-3.ppt#378,44, • www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/vragen-en-antwoorden/wanneer-moet-ik-als-bestuurder-voorrang-verlenen.html Rotonde binnen- en buiten de bebouwde kom • www.veiligverkeernederland.nl/node/18357 Gelijke en voorrangskruising • nl.wikipedia.org/wiki/Voorrangskruispunt Voetgangersoversteekplaats • nl.wikipedia.org/wiki/Oversteekplaats Verlaten uitrit • www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/vragen-en-antwoorden/wanneer-moet-ik-als-bestuurder-voorrang-verlenen.html Specifieke stadsproblematiek • www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/vragen-en-antwoorden/wanneer-moet-ik-als-bestuurder-voorrang-verlenen.html#ankervoorrangsregels-tram
scoot veilig / bijlagen
69
70
Verkeersinzicht Plaats op de weg (keuzevrijheid versus risico-inschatting) • www.veiligverkeernederland.nl/node/54707 • www.blijfveiligmobiel.nl/BVM.4-3.ppt#378,44 Bestuurder versus voetganger • www.blijfveiligmobiel.nl/BVM.4-3.ppt#378,44 Eigen remweg en die van anderen • www.veiligverkeernederland.nl/node/55007 Zichtbaarheid scootmobiel (richting aangeven en verlichting) • www.blijfveiligmobiel.nl/BVM.4-3.ppt#378,44 Gevolg medicijnen/drank in verkeer • www.veiligverkeernederland.nl/dossier_alcohol • www.rijveiligmetmedicijnen.nl/view/page/home • www.geneesmiddeleninhetverkeer.nl/publiekscampagne.html
blijf veilig mobiel
Bijlage 5 Checklist Module 4. Praktijkrit Praktijkrit extra uitstekend goed oefening vereist Selheid doseren
O
O
O
opmerkingen: Remweg inschatten
O
O
O
opmerkingen: Anticiperen op verkeer / plaats op de weg
O
O
O
opmerkingen: Zichtbaarheid
O
O
O
opmerkingen: Tussen bewegende objecten doorrijden anticiperen, manoeuvreren en spiegelgebruik
O
O
O
opmerkingen: Spiegelgebruik
O
O
O
opmerkingen:
O
O
Drempels/hellingen op- en af rijden trottoirs, verkeersdrempels, op- en afritten, evt. brug of viaduct
O
opmerkingen:
scoot veilig / bijlagen
71
72
Hobbelig wegdek grasveld/berm/klinkers etc.
O
O
O
opmerkingen: Kruising oversteken
O
O
O
opmerkingen: Rotonde nemen
O
O
O
opmerkingen: Stoplichten gebruiken passeersnelheid voetgangers- en fietsersverkeerslicht
O
O
O
opmerkingen: Spoorwegovergang oversteken
O
O
O
opmerkingen: Voorzichtigheid
O
O
O
opmerkingen: Afleidbaarheid
O
O
O
opmerkingen: Zelfvertrouwen
O
O
O
opmerkingen: Koers houden / focus op eindpunt
O
O
O
opmerkingen:
blijf veilig mobiel
Bijlage 6
organisatie en draaiboek
cursus scootmobiel
scoot veilig
74
Inhoud 1 Voorbereiding 1.1 Werkgroep 1.2 Planning 1.3 Financiën
76 76 76 76 76 77 77 78 78 79
1.4 Contact met instanties 1.5 Keuze locatie 1.6 Werving van instructeurs en vrijwilligers 1.7 Instructie vrijwilligers 1.8 Verzekering 1.9 Werven van cursisten
2 De Cursus 2.1 2.2 2.3
Onderdelen van de training Indeling van de dag Toelichting op de programmaonderdelen ad Module 1: Vaardigheden en Parcours Inhoud Begeleiding ad Module 2: Verkeerskennis en Verkeersinzicht Inhoud Begeleiding ad Module 3: Oren-, Ogen- en Reactievermogentest Inhoud Begeleiding ad Module 4: Praktijkrit Inhoud Begeleiding
80 80 80 84 84 84 84 84 84 84 85 85 85 85 85 86
blijf veilig mobiel
3 Uitvoering
3.1 Ontvangst medewerkers en cursisten 3.2 Uitleg verloop training 3.3 Afsluiting en uitreiking bewijs van deelname 3.4 Evaluatie 3.5 Enkele tips naar aanleiding van de pilot in Zeeland
4 Draaiboek
4.1 Activiteiten op tijdlijn 4.2 Contactlijst 4.3 Voorbeeld begroting:
5 Voorbeeldbrieven
5.1 Brief subsidieaanvraag gemeente 5.2 Uitnodigingsbrief deelnemers (Wmo-gebruikers) 5.3 Uitnodigingsbrief deelnemers (Particulier bezit) 5.4 Bevestigingbrief deelname 5.5 Bewijs van deelname 5.6 Wervend persbericht
scoot veilig / bijlagen
87 87 87 87 88 88 89 89 91 92 93 93 95 97 100 101 102
75
76
1. Voorbereiding Het werkt het meest efficiënt als de training wordt voorbereid door een werkgroep die zelf besluiten kan nemen en niet al te groot is (drie à vier personen).
1.1 Werkgroep In de werkgroep maakt u afspraken over: • De opzet van de training: biedt u de vier onderdelen van de training aan in één dagdeel, of verdeelt u ze over meerdere dagdelen? Zie hiervoor verder hoofdstuk 2. • De taakverdeling: coördinatie, financiën, publiciteit, werving van cursisten, werving en begeleiding van vrijwilligers. Let er daarbij op wie overdag tijd heeft voor contacten met instanties, zoals de gemeente, bedrijven en de pers. • De planning. • De financiën.
1.2 Planning Wanneer u voor het eerst een training organiseert en u daarvoor nog alle contacten moet opbouwen, kunt u het beste al een half jaar voor de geplande datum aan de slag gaan. Als u eenmaal ervaring heeft, kunt u rekenen op circa drie maanden voorbereidingstijd. U kunt een draaiboek maken waarin staat wat er moet gebeuren, wie daarvoor verantwoordelijk is en wanneer bepaalde onderdelen moeten zijn afgerond. In hoofdstuk 4 vindt u een voorbeelddraaiboek.
1.3 Financien De organisatie van de scootmobielcursus kost geld. Een overzicht van mogelijke kostenposten vindt u in paragraaf 4.3. Maak op basis hiervan een voorlopige begroting. Daarmee kunt u vervolgens een subsidieverzoek indienen bij de gemeente of de provincie. Een voorbeeldbrief voor subsidieaanvraag vindt u in hoofdstuk 5 van dit draaiboek.
1.4 Contact met instanties Neem in een vroeg stadium contact op met de gemeente. De gemeente kan een belangrijke rol spelen bij de werving van cursisten (zie paragraaf 2.9). Daarnaast heeft u de gemeente soms nodig voor het verlenen van een vergunning voor het gebruik van de openbare weg voor het vaardig-
blijf veilig mobiel
heidsparcours. En in veel gevallen kunt u bij de gemeente terecht voor subsidie. Daarnaast is het nuttig om tijdig contact te leggen met lokale en regionale organisaties die met de doelgroep te maken hebben. Hierbij kunt u denken aan seniorenorganisaties (ANBO, PCOB, Unie KBO), verkeers organisaties ((lokale afdelingen) VVN, lokale gehandicaptenorganisaties of platforms, ergotherapeuten en leveranciers van hulpmiddelen. Deze organisaties kunnen behulpzaam zijn bij de werving van cursisten en zij kunnen hand- en spandiensten verlenen op de trainingsdag zelf.
1.5 Keuze locatie Bij de keuze voor de locatie kunt u letten op de volgende punten: • De locatie moet goed bereikbaar zijn per auto en per scootmobiel; ook moet er voldoende parkeergelegenheid zijn. • Er moet een gehandicaptentoilet aanwezig zijn. • Is er een ontvangstruimte, waar de cursisten bij binnenkomst rustig een kop koffie kunnen drinken? • Is er een ruimte waar de theorieles kan plaatsvinden? Deze ruimte moet goed toegankelijk zijn en zich bij voorkeur op de begane grond bevinden. In verband met de aanwezigheid van apparatuur moet de ruimte afsluitbaar zijn. Het is prettig als de theorieruimte enigszins verduisterd kan worden en er een projectiescherm aanwezig is. • Is er een ruimte voor de oog- en gehoortest, goed toegankelijk per scootmobiel? • Buiten moet er voldoende ruimte zijn om het vaardigheidsparcours uit te zetten (zie paragraaf 2.3). Het is handig als de mogelijkheid bestaat om bij slecht weer overdekt te oefenen. • Locaties die in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld een verpleeg- of verzorgingshuis, een wijkcentrum of een dorpshuis.
1.6 Werving van instructeurs en vrijwilligers Via het Regionale Steunpunt van Veilig Verkeer Nederland kunt u in contact komen met instructeurs die kunnen helpen met de verkeersonderdelen. Voor het oefenen van de vaardigheden, het parcours en de praktijkrit verdient het absolute voorkeur om een ergotherapeut aanwezig te hebben. Daarnaast is het noodzakelijk om een aantal vrijwilligers op locatie te hebben. Probeer medewerkers te vinden die ervaring hebben met ouderen of gehandicapten en ook een volgende keer beschikbaar zijn. De vrijwilligers
scoot veilig / bijlagen
77
78
kunnen helpen bij: • De ontvangst van de cursisten en het verzorgen van de koffie (de deelnemers kunnen vaak niet zo gemakkelijk zelf naar de bar lopen), • Het begeleiden van de deelnemers naar de diverse onderdelen van de training, • Het assisteren van de instructeurs bij het vaardigheidsparcours, • Het assisteren van de instructeurs bij de straatrit. Verder is het nuttig als er een EHBO-medewerker aanwezig is, informeer bij de aanwezige vrijwilligers en professionals wie er in bezit zijn van dit diploma. Ook is het gewenst dat er een servicemedewerker van de scoot mobielleverancier aanwezig is, die technische informatie kan geven en kleine reparaties kan uitvoeren. Voor de test van ogen en oren kunt u een opticien en audicien uitnodigen. Daarvoor kunt u samenwerking zoeken met lokale deskundigen. Landelijk heeft bijvoorbeeld Veilig Verkeer Nederland hierover afspraken gemaakt met Pearle en Beter Horen. Zij komen graag en gratis de tests uitvoeren en nemen zelf de benodigde apparatuur mee.
1.7 Instructie vrijwilligers Voor een goed verloop van de dag is het belangrijk dat u de vrijwilligers van tevoren instrueert, zodat zij op de dag zelf adequaat kunnen helpen. Organiseer hiervoor vooraf een aparte bijeenkomst of geef de instructie op de trainingsdag zelf, direct voorafgaand aan de training. De vrijwilligers die assisteren bij het vaardigheidsparcours kunnen worden geïnstrueerd door een instructeur of door de ergotherapeut.
1.8 Verzekering Deelname aan de training is voor eigen risico. Het is verstandig om dit te vermelden op het aanmeldingsformulier en de bevestigingsbrief. Zorg dat de vrijwilligers en instructeurs WA verzekerd zijn, ofwel via Veilig Verkeer Nederland, ofwel via de lokale organisatie die de training organiseert. Als de training door Veilig Verkeer Nederland wordt georganiseerd, zijn alle vrijwilligers en instructeurs automatisch verzekerd.
blijf veilig mobiel
1.9 Werven van cursisten oordat je begint met werven is het belangrijk na te denken over de doelgroep. Wie wil je bereiken? De ervaren scootmobielbestuurder of de beginner? Houd er ook rekening mee dat de beperkingen van scootmobiel bestuurders erg uiteen kunnen lopen. Het is verstandig om bij aanmelding deelnemers te vragen of zij hulp nodig hebben bij toiletbezoek. Voor de werving van cursisten kunt u het beste verschillende kanalen gebruiken. Een paar mogelijkheden • Het grootste deel van de scootmobielen wordt via de WMO uitge geven. De gemeente beschikt dus over adresgegevens en kan scootmobielgebruikers een persoonlijke uitnodiging sturen. In verband met de privacywet dient deze verzending ook echt vanuit de gemeente te gebeuren. Een voorbeeld van een uitnodigingsbrief staat in hoofdstuk 5 van dit draaiboek. • De gemeente kan een oproep plaatsen op haar website en op haar vaste pagina in het huis-aan-huisblad. • De lokale ouderenorganisaties kunnen een oproep plaatsen in hun nieuwsbrief. • De lokale krant kan een persbericht plaatsen. • U kunt de lokale omroep vragen om aandacht te schenken aan de training. Ook kunt u een oproep laten plaatsen op de kabelkrant en de teletekstpagina van de lokale tv. • U kunt flyers uitdelen in het winkelcentrum of op de markt. • U kunt folders neerleggen bij huisartsen en therapeuten, in verzorgingshuizen, wijkcentra en de bibliotheek.
scoot veilig / bijlagen
79
80
2
De Cursus
2.1 Onderdelen van de training De scootmobielcursus bestaat uit vier modules: Module 1: Vaardigheden en Parcours Module 2: Verkeerskennis en VerkeersInzicht Module 3: Oren-, Ogen en Reactievermogentest Module 4: Praktijkrit
2.2 Indeling van de dag Er zijn verschillende manieren waarop u de training kunt inrichten. Uit onderzoek is gebleken dat beginnende scootmobielbestuurders de verschillende onderdelen van het parcours significant moeilijker vinden. Zij geven ook aan dat ze graag meer tijd zouden besteden aan het oefenen van de vaardigheden. Daarnaast is gebleken dat de geoefende scootmobiel bestuurders het parcours (te) makkelijk vinden en graag meer tijd in de buitenrit hadden gestoken, deels ook uit recreatieve overwegingen. Vandaar dat er onderscheid gemaakt is in verschillende tijdsindelingen van de dag. Onderstaand vindt u een basiscursus specifiek geënt op beginnende bestuurders (4 dagdelen) en een opfriscursus die geschikt is voor gevorderde scootmobielrijders (2 of 3 dagdelen). U kunt deze voorbeeldprogramma’s uiteraard aanpassen aan de lokale situatie.
blijf veilig mobiel
Basiscursus Dagindeling (2 dagen/ 4 dagdelen) Dagdeel: Dagindeling Omschrijving activiteit: 1e dagdeel 09.30 – 10.00 Inloop, koffie, dagindeling bespreken. 10.00 – 12.00 Module 2; Verkeerskennis en Verkeers inzicht Optioneel 12.00 – 13.00 Lunch 2e dagdeel 13.00 – 15.00 Module 1; Vaardigheden en Parcours 15.00 – 15.30 Koffie 3e dagdeel 09.30 – 10.00 Inloop, koffie, dagindeling bespreken. 10.00 – 12.00 Module 3; Oren-, Ogen- en Reactievermogentest Optioneel 12.00 – 13.00 Lunch 4e dagdeel 13.00 – 15.00 Praktijkrit 15.00 – 15.30 Nabeschouwing en koffie
scoot veilig / bijlagen
81
82
Gulden middenweg Dagindeling (2 dagen, / 3 dagdelen) Dagdeel: Dagindeling Omschrijving activiteit: 1e dagdeel 10.00 – 10.30 Inloop, koffie, dagindelingen bespreken. 10.30 – 1130 Module 2; Verkeerskennis en Verkeers inzicht Optioneel 11.30 – 12.30 Lunch (groep ook in tweeën delen) 2e dagdeel 12.30 – 14.30 Groep 1 naar Module 1; Vaardigheden en Parcours Groep 2 naar Module 3; Oren-, ogen- en reactievermogentest 14.30 – 15.00 Koffie 15.00 – 17.00 Groep 1 naar Module 3; Oren-, ogen- en reactievermogentest Groep 2 naar Module 1; Vaardigheden en Parcours 17.00 – 17.30 Uitloop met hapje & drankje 3e dagdeel 13.00 – 15.30 Praktijkrit 15.30 – 16.00 Nabeschouwing & Koffie
blijf veilig mobiel
Opfriscursus Dagindeling (1 dag/ 2 dagdelen), met tijdsonderscheid in 2 of 3 pauzes per dag. Hele dag Hele dag 2 pauzes 3 pauzes Omschrijving activiteit: 09.00 – 09.30 09.00 – 09.30 Inloop, koffie, dagindeling bespreken, groep in drieën splitsen . 09.30 – 10.30 09.30 – 10.30 Groep 1 naar Module 1; Vaardigheden en Parcours Groep 2 naar Module 2; Verkeerskennis en Verkeersinzicht Groep 3 naar Module 3; Oren-, Ogen- en Reactievermogentest 10.30 – 11.00 10.30 – 11.00 Koffiebreak 11.00 – 12.00 11.00 – 12.00 Groep 1 naar Module 2; Verkeerskennis en Verkeersinzicht Groep 2 naar Module 3; Oren-, Ogen- en Reactievermogentest Groep 3 naar Module 1; Vaardigheden en Parcours 12.00 – 13.00 12.00 – 13.00 Lunch 13.00 – 14.00 13.00 – 14.00 Groep 1 naar Module 3; Oren-, Ogen- en Reactievermogentest Groep 2 naar Module 1; Vaardigheden en Parcours Groep 3 naar Module 2; Verkeerskennis en Verkeersinzicht 14.00 – 14.30 Koffiebreak 14.00 – 16.30 14.30 – 16.30 Praktijkrit met gehele groep (koffie evt. integreren in route) 16.30 – 17.00 16.30 – 17.00 Uitloop met hapje & drankje
scoot veilig / bijlagen
83
84
2.3 Toelichting op de programmaonderdelen ad Module 1: Vaardigheden en Parcours Inhoud Module 1 besteedt voornamelijk aandacht aan de vaardigheden die nodig zijn om je te kunnen verplaatsen met een scootmobiel. Dit proces is in drie stappen verdeeld: kennismaken, rijden en manoeuvreren, oplopend in moeilijkheidsgraad. Het einddoel is dat de cursist zich kan redden in een parcours met verschillende oefeningen. Begeleiding De les wordt gegeven door een ergotherapeut. Er wordt gerekend dat er 1 ergotherapeut per 8 deelnemers aanwezig moet zijn. Deze ergotherapeut kan worden bijgestaan door vrijwilligers. Het is van belang dat deze vrijwilligers affiniteit hebben met de doelgroep (ouderen/mensen met een beperking). Als er gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers dan krijgen deze vooraf instructie door de ergotherapeut.
ad Module 2: Verkeerskennis en Verkeersinzicht Inhoud Module 2 besteedt aandacht aan verkeerskennis en verkeersinzicht. Als inleiding op het thema wordt aangeraden te starten met het onderdeel ‘scootmobiel’ van de powerpoint-presentatie van Blijf Veilig Mobiel (zie www.blijfveiligmobiel.nl). Vervolgens wordt er een interactieve presentatie gehouden waarin de onderwerpen uit de hoofdstukken Verkeerskennis en Verkeersinzicht aan bod komen. Het is voor de effectiviteit van kennisoverdracht van belang dat dit op een leerzame, interactieve manier gebeurt. Begeleiding De verkeersinstructie wordt gegeven door een professional of een competente vrijwilliger. Gedacht kan worden aan een vrijwilliger van VVN, (ex) rijinstructeurs, (ex) CBR examinatoren, (ex) politiemensen of vrijwilligers die anderszins een specifieke deskundigheid opgedaan hebben. Belangrijk is ook dat de vrijwilliger/professional inzicht heeft in de doelgroep.
blijf veilig mobiel
ad Module 3: Oren-, Ogen en Reactievermogentest Inhoud Deze module valt uiteen in drie verschillende testen, een oren-, ogen- en reactievermogentest. De doelstelling is om de cursisten de mogelijkheid te bieden om de testen af te laten nemen en te signaleren of er misschien cursisten zijn die doorverwezen moet worden. Begeleiding Gewerkt moet worden met gekwalificeerde opticiens en audiciens. Daarvoor kunt u samenwerking zoeken met lokale deskundigen. Landelijk heeft bijvoorbeeld Veilig Verkeer Nederland hierover afspraken gemaakt met Pearle en Beter Horen. Zij komen graag en gratis de tests uitvoeren en nemen zelf de benodigde apparatuur mee. De reactievermogentest is van VVN, Het apparaat wordt samen met de benodigde instructeur geleverd.
ad Module 4: Praktijkrit Inhoud De Praktijkrit zal lokaal ingevuld moeten worden. In de cursus zijn de aandachtspunten beschreven. Het kan een goed onderdeel zijn om een winkel te bezoeken met de scootmobiel. Maak hierover dan wel vooraf afspraken. Zorg er verder voor dat er qua tijd voldoende rekening gehouden wordt met in- en uitstappen, vertrekken kost ook tijd. Probeer verder in de route zoveel mogelijk situaties op te nemen die de scootmobiel-gebruiker regelmatig tegenkomt en situaties die in de theorie en het vaardigheidsparcours behandeld zijn. Denk bijvoorbeeld aan: 1. Snelheid aanpassen n.a.v. plaats in het verkeer 2. Anticiperen op verkeer 3. Zichtbaar zijn/belang oogcontact 4. Tussen bewegende objecten doorrijden (anticiperen, manoeuvreren en spiegelgebruik) 5. Spiegelgebruik algemeen 6. Drempels op- en af rijden (op- en afritten, verkeersdrempels en eventueel een brug of viaduct). 7. Hobbelig wegdek ervaren (grasveld/berm)
scoot veilig / bijlagen
85
86
8. Kruising oversteken/rotonde nemen 9. Stoplichten gebruiken (passeersnelheid voetgangers- en fietsersverkeerslicht) 10. Indien mogelijk/relevant: Spoorwegovergang oversteken 11. Voorzichtigheid 12. Afleidbaarheid Begeleiding Voor de praktijkrit is begeleiding door ergotherapeuten ten zeerste aangeraden. Daarnaast kunnen ook geïnstrueerde vrijwilligers helpen bij de begeleiding van de praktijkrit. Als richtlijn geldt dat er 1 vrijwilliger per 3 deelnemers benodigd is en 1 ergotherapeut per 8 deelnemers. Hierdoor is er altijd een één op twee begeleiding. Het is belangrijk dat de cursisten persoonlijke aandacht en feedback krijgen over de manier waarop zij de verschillende knelpunten in het parcours passeren. Dat geeft het grootste leereffect. U kunt dat op verschillende manieren realiseren: U kunt de cursisten één op twee laten begeleiden door een vrijwilliger of ergotherapeut. Deze fietst mee met de deelnemers en kan onderweg direct feedback geven. Deze begeleiders houden ook de veiligheid van de cursisten in de gaten. Een andere mogelijkheid is om de ergotherapeuten, vrijwilligers of (geïnstrueerde) verkeersregelaars neer te zetten op de belangrijkste knelpunten. De cursisten rijden de route dan zelfstandig en krijgen - als dat nodig is - op de diverse punten aanwijzingen.
blijf veilig mobiel
3
UITVOERING
3.1 Ontvangst medewerkers en cursisten De medewerkers dienen een half uur voor aanvang aanwezig te zijn. Geef eventueel nog een korte briefing. Houd er rekening mee dat oudere mensen graag op tijd komen en dus al vroeg aanwezig zijn. Voor de cursisten is het een spannende en inspannende dag. Als zij aankomen, hebben ze er vaak al een halve dagtaak op zitten. Zorg dus voor een ontspannen en hartelijk welkom. Serveer iedereen bij binnenkomst koffie of thee.
3.2 Uitleg verloop training Het is van belang dat u duidelijk uitlegt hoe de training verloopt en hoe de dag is ingedeeld. Wijs aan waar de verschillende onderdelen plaatsvinden en aan wie de cursisten vragen kunnen stellen. Het is handig als de organisatoren herkenbaar zijn, bijvoorbeeld door hun kleding (reflecterende vesten). Vraag of iedereen na afloop van de training nog even wil blijven voor het uitdelen van de bewijzen van deelname. Als de cursisten over drie groepen verdeeld moeten worden (al naar gelang de werkwijze/ dagindeling) geef dan iedere groep een kenmerk (bijvoorbeeld een gekleurd label aan een key-cord te geven). Vertel per groep in welke volgorde men het programma gaat volgen. Het werkt goed als de praktijkinstructeurs hun groep cursisten eerst ophalen en mee naar buiten nemen. De theoriegroep blijft zitten tot de anderen vertrokken zijn. Dit geeft wat meer rust.
3.3 Afsluiting en uitreiking bewijs van deelname Probeer zoveel mogelijk op tijd te werken. De cursisten zijn over het algemeen snel vermoeid en niet meer zo flexibel. Velen zullen op een afgesproken tijdstip naar huis willen of worden opgehaald. Nodig alle deelnemers uit in de ontvangstruimte. Zorg eventueel nog voor een consumptie. Deel daarna de deelnamebewijzen uit. De cursisten blijven daarbij zitten. Noem de namen van de cursisten en reik de certificaten aan. Het geeft extra cachet als de burgermeester of een wethouder ze uitreikt. Tevens ontvangen de cursisten een hand-out met daarin de belangrijkste verkeersregels voor scootmobielrijders, het boekje Verkeerborden en Verkeersregels in Nederland (te bestellen bij Ministerie I&M).
scoot veilig / bijlagen
87
88
Bedank iedereen voor de deelname en wens iedereen ‘wel thuis’. Let er daarna op of alle cursisten hun weg naar huis vinden, per scootmobiel, taxibus of auto.
3.4 Evaluatie Na afloop kunt u de dag nog even evalueren met alle medewerkers. Bedank iedereen voor de medewerking. Zorg dat duidelijk is hoe iedereen zijn of haar onkosten kan declareren. Bied de vrijwilligers eventueel nog een kleine attentie aan. Evalueer de training later ook met de werkgroep. Verwerk uw ideeën en verbeterpunten direct in uw draaiboek. En spreek eventueel af wanneer u de volgende training organiseert.
3.5 Enkele tips naar aanleiding van de pilot in Zeeland Graag delen we enkele leerpunten uit de pilot in Zeeland met u. Hieronder vindt u ze puntsgewijs. 1. Wanneer u mensen voor de cursus een vragenlijst in laat vullen (bijvoorbeeld bij aanmelding) krijgt u een goed beeld van de mensen die op de cursus afkomen en kunt u de cursus daar op aanpassen. Om de mobiliteit van mensen in te schatten is het handig om een vraag over hulp bij toiletbezoek op te nemen. Dit is een goede indicatie en is minder confronterend dan vragen of mensen nog wel uit hun scootmobiel kunnen komen. 2. Veel deelnemers zien deelname aan de cursus als een dagje uit. U kunt meer mensen werven door dit aspect te benadrukken. De cursus heeft immers ook een sociale functie. 3. Het uitreiken van een bewijs van deelname geeft extra cachet aan deelname aan de cursus. Wellicht leuk om een lokaal bekend persoon hier voor te vragen! 4. Het gebruiken van kleurenkaarten (keycords/stickers) voor de verschillende groepen kan helpen in de doorstroming naar de verschillende modules en bevordert de herkenbaarheid. 5. Het uitvergroten en centraal ophangen van de tijdsplanning en groepenplanning zorgt voor duidelijkheid en scheelt vragen aan vrijwilligers.
blijf veilig mobiel
4
Draaiboek
Wanneer
Wat
Wie
Opmerkingen
4.1 Activiteiten op tijdlijn Half jaar tevoren • Medeorganisatoren zoeken en afspraken maken • Cursusopzet bepalen • Begroting maken • Subsidie aanvragen Drie maanden tevoren • Locatie zoeken, reserveren, bevestigen • Aanvragen vergunning bij gemeente • Regelen afstandbedieningen waarmee scootmobielen van afstand gestopt kunnen worden (ergotherapeut/leverancier) • Medewerkers benaderen, vastleggen en bevestiging sturen aan: a. Vrijwilligers b. Ergotherapeut c. EHBO-medewerker d. Audicien, opticien en reactievermogentester e. Technisch medewerker van de scootmobielleverancier
scoot veilig / bijlagen
89
90
Twee maanden tevoren • Cursisten werven • Inschrijvingen bijhouden Maand tevoren • Uitgave Ministerie I&M bestellen (Verkeersborden en verkeersregels in Nederland) • Bevestigingsbrieven sturen naar cursisten Week tevoren • Schema instructeurs en vrijwilligers maken • Circulatieschema voor de groepen maken • Key-cords met gekleurde labels maken • Bewijzen van deelname schrijven • Declaratieformulieren maken • Evaluatieformulieren maken • Lijst maken met namen en telefoonnummers van betrokken vrijwilligers/professionals • Locatie • Route door de wijk uitzetten • Fietsen voor instructeurs regelen Op de dag zelf • Materialen vaardigheidsparcours meenemen • Materialen theorieles meenemen • Vaardigheidsparcours uitzetten • Theorielokaal inrichten • Ruimte voor audicien en opticien inrichten • Cursisten ontvangen • Welkomstwoord + uitleg gang van zaken • Module Verkeerskennis & -inzicht geven • Vaardigheidsparcours begeleiden • Praktijkrit begeleiden • Evaluatieformulieren uitreiken en innemen (eventueel) • Bewijzen van deelname uitreiken • Afsluitend woord • Medewerkers en vrijwilligers bedanken en declaraties afwikkelen
blijf veilig mobiel
Een week na de cursus • Evaluatie met werkgroep verzorgen • Financiële afwikkeling met locatie, medewerkers en vrijwilligers • Subsidiegevers • Draaiboek bijwerken • Planning volgende scootmobielcursus
4.2 Contactlijst Van iedereen naam, functie, adres, (mobiel) telefoonnummer, e-mailadres • Werkgroepleden • Publiciteit • Gemeente, contactpersoon • Politie, contactpersoon • Ouderenbonden, lokale afdelingen • Lokale gehandicaptenorganisatie • Lokale leverancier scootmobielen • Cursisten • Instructeurs • Vrijwilligers • Ergotherapeut • EHBO-er
scoot veilig / bijlagen
91
92
4.3 Voorbeeld begroting Omschrijving Kosten Giften Zaalhuur* € 350,= Consumpties + Lunches* € 475,= Badges/programmaboekjes* € 50,= Kosten voor de organisatie* € 250,= Ergotherapeut € Huur scootparcours € Bedankje vrijwilligers € ...................................... € ...................................... € Subsidie gemeente € Eigen bijdrage deelnemers € ...................................... € Subtotaal: € € Totaal (giften minus kosten) € …,= * richtlijn Mogelijke inkomsten U kunt de cursisten vragen om een eigen bijdrage. Een richtbedrag is € 5,tot € 10,-. Hiermee geeft u aan dat de training niet ‘goedkoop’ is en maakt u deelname iets minder vrijblijvend.
blijf veilig mobiel
5
Voorbeeldbrieven
Inhoud 5.1 Brief subsidieaanvraag gemeente 5.2 Uitnodigingsbrief deelnemers (Wmo-gebruikers) 5.3 Uitnodigingsbrief deelnemers (particulier bezit) 5.4 Bevestigingbrief deelname 5.5 Bewijs van deelname 5.6 Wervend persbericht
5.1 Brief subsidieaanvraag gemeente Geachte heer/mevrouw [Naam Wethouder], Onze werkgroep [Naam Werkgroep] is van plan om op [datum] een scootmobielcursus te organiseren. Deze training zal gehouden worden in [locatie/adres]. Het aantal scootmobielgebruikers dat deelneemt aan het verkeer neemt toe. Veilige deelname aan het verkeer is echter voor sommige mensen moeilijk. Door leeftijd, gebruik van medicijnen of ziekte kan het verkeersoverzicht en het reactievermogen afnemen. Daarnaast heeft een deel van de scootmobielgebruikers nooit een rijbewijs gehaald en heeft dus hierin ook geen referentiekader. Daarnaast blijkt de kennis van verkeersregels vaak onvoldoende. Gevolg is dat nogal wat scootmobielgebruikers zich onzeker voelen in het voor hen nieuwe voertuig. Hierdoor blijft de scootmobiel soms ongebruikt in de schuur staan. In andere gevallen gaat men wel op stap, maar is deelname aan het verkeer eigenlijk onverantwoord. De training geeft scootmobielgebruikers de kans om hun kennis van de verkeersregels op tefrissen en te oefenen met het gebruik van de scootmobiel in de praktijk. Doel van de training is dat scootmobielgebruikers veiliger en met meer plezier aan het verkeer kunnen deelnemen. De training bestaat uit vier onderdelen: een vaardigheidsparcours, een oog- , gehoor- en reactievermogentest, een verkeerskennis- & inzichtsdeel en een praktijkrit over straat.
scoot veilig / bijlagen
93
94
In de training wordt het materiaal van Blijf Veilig Mobiel gebruikt. Dit materiaal is tot stand gekomen in samenwerking met alle relevante landelijke belangenorganisaties, zoals ANBO, ANWB, CG-RAAD, PCOB, Programma VCP, Unie KBO, Vereniging Ergotherapie Nederland en VVN. Daarnaast zetten wij vrijwilligers in voor ondersteunende werkzaamheden. Om de organisatie en uitvoering van deze training mogelijk te maken, zouden wij graag in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de gemeente [Naam Gemeente]. In de bijlage treft u de door ons opgestelde begroting voor de organisatie en uitvoering van deze training aan. Voor uw informatie voegen wij hierbij ook het programma van de training. Graag zouden we in een persoonlijk gesprek een nadere toelichting op de ingediende begroting geven. Wij hopen op een spoedige en positieve reactie. Met vriendelijke groet, [Naam Secretaris Werkgroep] [Naam Werkgroep]
Bijlage 1 Programma Scootmobielcursus Bijlage 2 Begroting
blijf veilig mobiel
5.2 Uitnodigingsbrief deelnemers (Wmo-gebruikers) Geachte heer, mevrouw, Sinds enige tijd bent u bestuurder van een scootmobiel. Graag nodigen we u daarom uit om deel te nemen aan [Naam Training]. Deze gezellige en informatieve dag wordt georganiseerd door [Namen Organisaties] en heeft als doel om de vaardigheden te oefenen en verbeteren, de verkeerskennis op te frissen en kleine mankementen aan de scootmobiel te verhelpen. De scootmobielcursus vindt plaats op [datum, tijd] [Plaats] In de training zal aandacht worden besteed aan verkeerskennis- en inzicht, wordt er geoefend op een vaardigheidsparcours en is er gelegenheid om oren, ogen en reactievermogen te laten testen. Afsluitend wordt er een praktijkrit in de buurt gereden. Het programma is als volgt: [begintijd - eindtijd] - [Programma-onderdeel] [begintijd - eindtijd] - [Programma-onderdeel] [begintijd - eindtijd] - [Programma-onderdeel] [begintijd - eindtijd] - [Programma-onderdeel] Gedurende de dag is er ook een medewerker aanwezig van [Scootmobielleverancier]. Op uw verzoek kan deze kleine technische reparaties verrichten aan uw scootmobiel. Als u wilt deelnemen aan de cursus kunt u zich hiervoor aanmelden door bijgevoegd formulier in te vullen en aan ons terug te sturen. Voor deze middag, inclusief koffie/thee, vragen wij een bijdrage van € [bedrag], te voldoen bij aanmelding. Na afloop ontvangt u een bewijs van deelname en een informatieboekje met daarin de belangrijkste verkeersregels voor scootmobielrijders.
scoot veilig / bijlagen
95
96
Wij verzoeken u uw eigen scootmobiel mee te nemen naar de cursus. Wilt u als dit niet mogelijk is zo spoedig mogelijk contact met ons opnemen, dan kunnen wij nog een scootmobiel voor u proberen te regelen. Mocht u nog vragen hebben of wilt u meer informatie, neem dan gerust contact op via onderstaande contactgegevens, Met vriendelijke groet, [Naam] [Functie] [Naam Werkgroep] [Contactgegevens]
Aanmeldformulier: Ja, ik neem deel aan de scootmobielcursus op [datum] te [Plaats]. Naam: Adres: Telefoonnummer: E-mailadres: Graag stellen we u vooraf wat vragen zodat we de cursus goed vorm kunnen geven: 1. Hoe lang heeft u uw scootmobiel? 2. Hoe vaak gebruikt u uw scootmobiel? O dagelijks / O wekelijks / O 2x per maand / O minder dan 1x per half jaar
blijf veilig mobiel
3. Wat hoopt u te leren op de cursus? 4. Heeft u hulp nodig bij toiletbezoek?
O JA / O NEE
Hartelijk dank voor uw medewerking, u kunt dit formulier sturen naar: [Adres Organisatie]
5.3 Uitnodigingsbrief deelnemers (particulier bezit) Geachte heer, mevrouw, Graag nodigen we u, als eigenaar van een scootmobiel, uit om deel te nemen aan [Naam Training]. Deze gezellige en informatieve dag wordt georganiseerd door [Namen Organisaties] en heeft als doel om de vaardig heden te verbeteren, de verkeerskennis op te frissen en kleine manke menten aan de scootmobiel te verhelpen. De scootmobielcursus vindt plaats op [datum, tijd] [Plaats] In de training zal aandacht worden besteed aan verkeerskennis- en inzicht, wordt er geoefend op een vaardigheidsparcours en is er gelegenheid om oren, ogen en reactievermogen te laten testen. Afsluitend wordt er een praktijkrit in de buurt gereden.
scoot veilig / bijlagen
97
98
Het programma is als volgt: [begintijd - eindtijd] - [Programma-onderdeel] [begintijd - eindtijd] - [Programma-onderdeel] [begintijd - eindtijd] - [Programma-onderdeel] [begintijd - eindtijd] - [Programma-onderdeel] Gedurende de dag is er ook een medewerker aanwezig van [Scootmobielleverancier]. Op uw verzoek kan deze kleine technische reparaties verrichten aan uw scootmobiel. Als u wilt deelnemen aan de cursus kunt u zich hiervoor aanmelden door bijgevoegd formulier in te vullen en aan ons terug te sturen. Voor deze middag, inclusief koffie/thee, vragen wij een bijdrage van € [bedrag], te voldoen bij aanmelding. Na afloop ontvangt u een bewijs van deelname en een informatieboekje met daarin de belangrijkste verkeersregels voor scootmobielrijders. Wij verzoeken u uw eigen scootmobiel mee te nemen naar de cursus. Wilt u als dit niet mogelijk is zo spoedig mogelijk contact met ons opnemen, dan kunnen wij nog een scootmobiel voor u proberen te regelen. Mocht u nog vragen hebben of wilt u meer informatie, neem dan gerust contact op via onderstaande contactgegevens, Met vriendelijke groet, [Naam] [Functie] [Naam Werkgroep] [Contactgegevens]
Aanmeldformulier: Ja, ik neem deel aan de scootmobielcursus op [datum] te [Plaats]. Naam:
blijf veilig mobiel
Adres: Telefoonnummer: E-mailadres: Graag stellen we u vooraf wat vragen zodat we de cursus goed vorm kunnen geven: 1. Hoe lang heeft u uw scootmobiel? 2. Hoe vaak gebruikt u uw scootmobiel? O dagelijks / O wekelijks / O 2x per maand / O minder dan 1x per half jaar
3. Wat hoopt u te leren op de cursus? 4. Heeft u hulp nodig bij toiletbezoek?
O JA / O NEE
Hartelijk dank voor uw medewerking, u kunt dit formulier sturen naar: [Adres Organisatie]
scoot veilig / bijlagen
99
100
5.4 Bevestigingsbrief deelname Geachte heer, mevrouw [Naam], Hierbij bevestigen wij uw aanmelding voor de scootmobielcursus op [datum]. U bent vanaf [tijd] van harte welkom op [Adres]. Wij ontvangen u dan met koffie of thee. Het programma bestaat uit vier onderdelen: • Vaardigheden & Parcours • Verkeerskennis & -inzicht • Oren- Ogen- & Reactievermogentest • Een Praktijkrit Na afloop komen we met alle cursisten bij elkaar voor de nabespreking en de uitreiking van de bewijzen van deelname. De cursus duurt tot ongeveer [tijd]. Deelname aan de scootmobielcursus is voor eigen risico. U neemt deel met uw eigen scootmobiel. Hebt u nog geen scootmobiel? Neem dan contact met ons op via onderstaande contactgegevens. Wij hopen op mooi weer en een geslaagde dag. Vriendelijke groet, [Naam] [Functie] [Telefoonnummer]
PS. Zorgt u ervoor dat uw scootmobiel is opgeladen?
blijf veilig mobiel
5.5 Bewijs van deelname Bewijs van deelname
Hiermee verklaren wij, [Organisatie/Instelling],
dat [Naam Deelnemer]……………………………………………,
deelgenomen heeft aan de [Naam Cursus]. In deze cursus heeft de deelnemer met zijn scootmobiel een vaardigheidsparcours geoefend, een verkeerkennis- en inzichtpresentatie gevolgd, gelegenheid gehad om zijn/haar oren, ogen en reactievermogen te laten testen en afsluitend een praktijkrit door [Naam Plaats] gemaakt.
Handtekening Voorzitter Handtekening Wethouder (bijvoorbeeld) (bijvoorbeeld)
scoot veilig / bijlagen
101
102
5.6 Wervend persbericht Veilig op weg met de scootmobielcursus Zou u vaker gebruik willen maken van uw scootmobiel of wilt u graag eens onder begeleiding oefenen? Kom dan op [datum] ) naar [Plaats] en neem deel aan de scootmobielcursus. Tijdens de cursus wordt er aandacht besteed aan verkeersregels, wordt er volop geoefend met de scootmobiel en is er ook gelegenheid om uw ogen en oren te laten testen. Na afloop van deze gezellige dag(en) ontvangt u een bewijs van deelname. De cursus kost € [bedrag] / De cursus is gratis toegankelijk en biedt een mooie gelegenheid om vragen te stellen en onder begeleiding te oefenen en vertrouwd te raken met de scootmobiel. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met [Contactpersoon]. We hopen u te kunnen begroeten op [datum]!
blijf veilig mobiel
Bijlage 7 Handleiding Scootmobielparcours VVN
HANDLEIDING SCOOTPARCOURS plattegrond opzetinstructie inventarislijst
scoot veilig / bijlagen
103
104
INHOUD onderdelen scootparcours 107 0 plattegrond 108 1 banier 109 2 achtje draaien 110 3 360º draaien 111 4 slalom 112 5 obstakels 113 6 smalle straat 114 7 bordes rijden 115 8 opzetinstructie bordes 116 9 117 parkeren 10
blijf veilig mobiel
ONDERDELEN SCOOTPARCOURS ACHTJE 360° DRAAIEN DRAAIEN ONDERDELEN SCOOTPARCOURS ACHTJE 360° SCOOTPARCOURS SCOOTPARCOURS SCOOTPARCOURS DRAAIEN DRAAIEN
START START Veilig Verkeer Nederland
Veilig Verkeer Nederland
Veilig Verkeer Nederland
SLALOM SCOOTPARCOURS ACHTERUIT SLALOM SCOOTPARCOURS ACHTERUIT
Veilig Verkeer Nederland
SMALLE SCOOTPARCOURS STRAAT SMALLE SCOOTPARCOURS STRAAT
Veilig Verkeer Nederland
OBSTAKELS SCOOTPARCOURS
Veilig Verkeer Nederland
SCOOTPARCOURS OBSTAKELS
Veilig Verkeer Nederland
SCOOTPARCOURS PARKEREN VOORUIT PARKEREN SCOOTPARCOURS VOORUIT
SCOOTPARCOURS BORDES RIJDEN BORDES SCOOTPARCOURS RIJDEN Veilig Verkeer Nederland
Veilig Verkeer Nederland
Veilig Verkeer Nederland
Veilig Verkeer Nederland
Aanwijzingen Veilig Verkeerscootparcours Nederland Veilig Verkeer Nederland SCOOTPARCOURS SCOOTPARCOURS 9 borden op stok worden geplaatst in de grootste pilonen aan het begin van ieder onderdeel. Aanwijzingen scootparcours
Veilig Verkeer Nederland
Veilig Verkeer Nederland
Veilig Verkeer Nederland
SCOOTPARCOURS PARKEREN ACHTERUIT PARKEREN SCOOTPARCOURS ACHTERUIT Veilig Verkeer Nederland
Veilig Verkeer Nederland
SCOOTPARCOURS
9 borden op stok worden geplaatst in de grootste pilonen aan het begin van ieder onderdeel.
BELANGRIJK Bouw als eerste het bordes op Dit neemt de meeste tijd in beslag en is niet zo makkelijk te verplaatsen BELANGRIJK mocht het niet goed staan! Bouw als eerste het bordes op Dit neemt de meeste tijd in beslag en is niet zo makkelijk te verplaatsen mocht het niet goed staan! scoot veilig / bijlagen
105
106
blijf veilig mobiel
Banier 210 x 70 cm 1 grijze voet 2 glasfiberstok kort 2 glasfiberstok lang 1 mast 1 banier
Montage instructie De korte glasfiberstokjes plaatsen in de grijze voet De lange glasfiberstokjes plaatsen (mast) Onderzijde banier inspannen, bovenzijde inspannen banier op spanning brengen (mast d.m.v. grijze knop verstellen) De grijze tank kan gevuld worden met water voor meer stabiliteit.
scoot veilig / bijlagen
107
108
3 x piloon 50 cm.
start
schematische weergave
blijf veilig mobiel
1 x piloon 50 cm. Linksom-rechtsom.
start
schematische weergave
scoot veilig / bijlagen
109
110
7x piloon 30 cm. slalom voor- evt. achteruit
start
blijf veilig mobiel
Zo veel mogelijk materiaal uit de omgeving verzamelen bijv. fietsen dranghekken winkelwagentjes e.d. De deelnemer zelf zijn weg laten vinden, door of langs de obstakels, naar het volgende onderdeel.
scoot veilig / bijlagen
111
112
12 x stootband stootbanden in elkaar steken 2x 6 stuks Hiermee een smal straatje vormen.
blijf veilig mobiel
BORDES Het is aan te bevelen het bordes als eerste te plaatsen! 5 dekplaten met alluminium klemmen (2 platen met resp. op / afrit)
120 x 80 cm.
extra vulstuk voor de wat bredere scootmobiel
scoot veilig / bijlagen
113
114
OPZETINSTRUCTIE BORDES Het is aan te bevelen het bordes als eerste te plaatsen! 5 dekplaten met alluminium klem (2 platen met op / afrit)
Extra vulstuk voor de wat bredere scootmobiel.
Gebruik de juiste volgorde Leg de delen over de alluminium klemmen Begin bij deel 1 (oprit) eindig met deel 5 (afrit) Nummering op voor- en achterzijde. 5 dekplaten met alluminium klemmen. (2 platen met resp.op / afrit)
blijf veilig mobiel
8 x stootband stootbanden in elkaar steken 4x 2 stuks Hiermee twee parkeerhavens creëren.
scoot veilig / bijlagen
115
116
Stationsstraat 79A, 3811 MH Amersfoort Postbus 66, 3800 AB Amersfoort 088 524 88 00
[email protected] www.veiligverkeernederland.nl
blijf veilig mobiel
scoot veilig / bijlagen
117
118
blijf veilig mobiel
scoot veilig
119
120
Colofon Dit is een uitgave van Blijf Veilig Mobiel Utrecht, 24 november 2011 Vormgeving: studioVerhees Drukwerk: drukkerij Gianotten B.V.
Meer informatie Liesbeth Boerwinkel projectleider Blijf Veilig Mobiel
[email protected] www.blijfveiligmobiel.nl Blijf Veilig Mobiel p/a ANBO Postbus 18003, 3501 CA Utrecht Koningin Wilhelminalaan 3, 3527 LA Utrecht T: (030) 233 00 60 F: (030) 233 00 70 www.anbo.nl
[email protected]
blijf veilig mobiel