volwassenmonitor 2009
Eerste resultaten van het onderzoek naar gezondheid en leefstijl van volwassenen in Limburg-Noord. uitgave oktober 2010
Monitor volwassenen 2009 Eerste resultaten regio Limburg-Noord Inhoudsopgave
pagina
Voorwoord
-
1. Inleiding
1
2. Onderzoeksopzet
1
3. Resultaten
1
3.1. Leefstijl - Voeding - Bewegen - Overgewicht - Roken - Alcoholgebruik
3 3 3 5 5 7
3.2. Lichamelijke gezondheid - Diabetes - Aandoeningen van hart- en vaatstelsel - Chronische aandoeningen - Ervaren belemmeringen door chronische aandoeningen
7 9 9 9 11
3.3. Psychische gezondheid - Ervaren gezondheid - Angst en depressie - Eenzaamheid - Huiselijk geweld
11 11 13 13 13
3.4. Mantelzorg en vrijwilligerswerk - Mantelzorg geven - Mantelzorg ontvangen - Vrijwilligerswerk
15 15 15 15
3.5. Binnenmilieu - Schimmel of vochtplekken in de woning
17
4. Beschouwing 4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
Beschouwing resultaten Referentiecijfers en trends Landelijk beleid en regelgeving Tenslotte
19 19 21 22 22
Bijlage 1: Tabellen Volwassenenmonitor 2009 Limburg-Noord en 5 clusters van gemeenten. Bijlage 2: Clusterindeling gemeenten Limburg-Noord.
Voorwoord We leven langer, maar toch… In de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 van het RIVM lezen we dat onze levensverwachting de laatste jaren is toegenomen. Tegelijk zien we dat de levensverwachting van Nederlanders nog steeds lager is dan die in de ons omringende en vergelijkbare landen. Deze afstand wordt niet kleiner, daar waar ons land ooit voorop liep. Verder bestaat er een zorgwekkend verschil tussen hoog- en laagopgeleiden. Laagopgeleide burgers overlijden gemiddeld zeven jaar jonger dan hoogopgeleiden. Het verschil in levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen tussen hoog- en laagopgeleiden is met 14 jaar zelfs nog veel groter! Ondanks het (landelijk) gevoerde beleid zijn de sociaaleconomische gezondheidsverschillen de afgelopen jaren niet afgenomen. Bij sommige leefstijlfactoren zoals roken, zijn ze zelfs toegenomen. Risicofactoren stabiliseren op ongunstig hoog niveau Het terugdringen van ongezonde leefgewoonten stagneert, vooral onder laagopgeleiden. Het aantal probleemdrinkers en drugsgebruikers neemt nauwelijks af. Bijna de helft van de bevolking is te zwaar. Van de kinderen tot zeven jaar is nu al 14% te zwaar. Combinatie van ongezonde leefgewoonten Ongezonde leefgewoonten komen vaak in combinatie voor. Een deel van de bevolking, vooral groepen die weinig opleiding hebben genoten, vertonen meerdere vormen van ongezond gedrag tegelijk. Dat effect treedt op in alle leeftijdscategorieën. Het aantal chronisch zieken stijgt, participatie blijft achter Ondanks de toegenomen levensverwachting blijken er steeds meer mensen één of meerdere ziekten te hebben en zal ook in de toekomst het aantal chronisch zieken toenemen. Nieuwe omgevingsrisico's vereisen alertheid Positief is dat omgevingsrisico’s steeds meer onderkend en aan banden gelegd worden: het aantal verkeersslachtoffers blijft dalen, milieurisico’s zijn ondanks de toegenomen omgevingsdruk niet toegenomen en er wordt steeds meer bekend over de positieve bijdrage van de omgeving aan de gezondheid. Er zijn echter ook nieuwe gezondheidsrisico’s. De betekenis van infectieziekten is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Ziekten zoals Qkoorts vormen niet alleen een bedreiging voor de volksgezondheid, maar gaan ook gepaard met ingrijpende gevolgen voor de economie en de toeristisch-recreatieve sector. Agenda voor de toekomst Bovenstaande ontwikkelingen zullen ook voor ons een groot deel van de agenda voor de toekomst bepalen. Wij hebben de gezondheidssituatie in onze gemeenten de afgelopen jaren voor drie groepen (jeugd, volwassenen, 55-plussers) in kaart gebracht. Vorm u een beeld door deze rapportages met highlights eens door te nemen. Samen met onze partners in preventie en zorg zullen wij ervoor moeten zorgen dat deze informatie een vervolg krijgt. Een vervolg waarin we straks niet meer spreken over één van de mooiste regio's van het land, maar ook één van de gezondste.
Frank de Jong, directeur GGD Limburg-Noord.
1. Inleiding Deze eerste beknopte rapportage van de resultaten van de monitor volwassenen schetst op hoofdlijnen een beeld van de gezondheid van de volwassenen in de gemeenten van Limburg-Noord. In de tabellen in de bijlagen zijn de belangrijkste cijfers opgenomen van Limburg-Noord en van de vijf clusters van gemeenten (zie bijlage 1). In een later stadium volgt een meer gedetailleerde beschrijving van de resultaten in de infokaarten eveneens op het niveau van de vijf clusters van gemeenten. De cijfers op het niveau van Limburg-Noord en op het niveau van de clusters geven een goede indicatie van de problematiek op gemeentelijk niveau.
2. Onderzoeksopzet Ruim 4600 inwoners van gemeenten in Limburg-Noord in de leeftijd van 17-65 jaar hebben in mei 2009 een schriftelijke vragenlijst ontvangen over gezondheid, leefstijl en verwante thema’s. Deze vragenlijst kon ook via internet worden ingevuld. Bij het opstellen van de vragenlijst is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de landelijk ontwikkelde standaardvragen. Op het moment dat voldoende andere regio’s gebruik hebben gemaakt van deze zelfde vragen, zijn landelijke vergelijkingscijfers beschikbaar. Op dit moment is dat nog niet het geval.
3. Resultaten Van de 4630 aangeschrevenen hebben 2184 personen (47%) een ingevulde vragenlijst retour gestuurd. In deze rapportage komen de volgende onderwerpen aan bod: leefstijl, lichamelijke gezondheid, geestelijke gezondheid, mantelzorg, vrijwilligerswerk en binnenmilieu. We presenteren een korte beschrijving en grafieken van de gegevens op het niveau van Limburg-Noord. In de tabel in bijlage 1 zijn de cijfers van Limburg-Noord en de 5 clusters van gemeenten terug te vinden. In de tabel zijn cijfers opgenomen voor de volgende (sub)groepen: - de hele groep 17-65 jarigen - de leeftijdsgroep 17-25 jarigen - de leeftijdsgroep 25-40 jarigen - de leeftijdsgroep 40-55 jarigen - de leeftijdsgroep 55-65 jarigen - mannen en vrouwen - drie niveaus van opleiding. Omdat het aantal uitgezette vragenlijsten vanwege de kosten beperkt is kunnen voor de afzonderlijke clusters de gegevens maar beperkt uitgesplitst worden. Bij te veel subgroepen worden de aantallen te klein voor betrouwbare uitspraken. Voor de afzonderlijke clusters zijn daarom alleen cijfers beschikbaar voor de hele groep 17-65-jarigen en voor mannen en vrouwen.
1
Voldoet niet aan norm groenten/rauwkost
68%
Voldoet niet aan voedingsnorm fruit/sap
74%
Voldoet niet aan ontbijtnorm
18%
0%
20%
40%
60%
80%
Figuur 1: Het niet voldoen aan voedingsnormen onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
26%
totaal
23%
17-25 jr
31%
25-40 jr
30%
40-55 jr
18%
55-65 jr
29%
mannen
24%
vrouwen
25%
opleiding LO MAVO LBO
21%
opleiding HAVO VWO MBO
34%
opleiding HBO WO 0%
20%
Figuur 2: Het niet voldoen aan de beweegnorm onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
2
40%
3.1. Leefstijl Voeding De voeding van veel volwassenen is niet optimaal. Ruim tweederde (68%) van de 17-65 jarigen in Limburg-Noord voldoet niet aan de norm om dagelijks 200 gram groenten of rauwkost te nuttigen. Bijna driekwart (74%) voldoet niet aan de norm om per dag minimaal 2 stuks fruit te eten danwel één stuk fruit te eten en één glas vruchtensap te drinken. Het niet voldoen aan de fruitnorm komt meer voor bij mannen en de jongste leeftijdsgroep (zie bijlage 1). Opvallend is dat het niet voldoen aan de fruitnorm meer voorkomt bij hoog-opgeleiden dan bij laag-opgeleiden (76% versus 72%). Aan de norm om minstens 5 keer per week te ontbijten voldoet 18% van de 17-65 jarigen niet. Het percentage mensen dat aan de ontbijtnorm voldoet neemt toe in de opeenvolgende leeftijdsgroepen en met het stijgen van het opleidingsniveau. Meer vrouwen gebruiken een ontbijt dan mannen. Voor meer informatie verwijzen we naar de infokaart “Overgewicht, bewegen en voeding”. Bewegen Voldoende bewegen is één van de pijlers van een gezonde leefstijl. Onvoldoende bewegen verhoogt het risico op onder andere hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht (zie infokaart Volwassenen en lichaambeweging). Volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen dienen volwassenen vijf tot zeven dagen per week minimaal dertig minuten lichamelijke inspanning te verrichten. Daarbij kan men denken aan sporten zoals zwemmen of fietsen, maar ook aan andere vormen van lichaamsbeweging zoals klussen of tuinieren. Ruim een kwart (26%) van de 17-65 jarigen voldoet niet aan de norm voor voldoende bewegen. Meer mannen (29%) voldoen niet aan de norm dan vrouwen (24%). In de leeftijdsgroep 25-40 jaar voldoet 31% niet aan de beweegnorm en in de leeftijdsgroep 55-65 jaar voldoet 18% niet aan de beweegnorm. Opvallend is de bevinding dat 34% van de hoogst opgeleiden niet aan de norm voldoet tegenover 25% van de laagst opgeleiden. Bij veel aspecten van leefstijl ligt dat andersom en gedragen meer lager opgeleiden zich minder gezond.
3
43%
totaal
23%
17-25 jr
37%
25-40 jr
48%
40-55 jr
55%
55-65 jr
51%
mannen
35%
vrouwen
49%
opleiding LO MAVO LBO
41%
opleiding HAVO VWO MBO
38%
opleiding HBO WO 0%
20%
40%
60%
Figuur 3: Overgewicht onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
23%
totaal 17-25 jr
24%
25-40 jr
24% 25%
40-55 jr
20%
55-65 jr
25%
mannen
21%
vrouwen
29%
opleiding LO MAVO LBO
22%
opleiding HAVO VWO MBO
17%
opleiding HBO WO 0%
20%
Figuur 4: Roken onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
4
40%
Overgewicht Overgewicht heeft ingrijpende gevolgen voor de gezondheid. Overgewicht veroorzaakt een aanzienlijk aantal gevallen van suikerziekte, hart- en vaatziekten en kanker (zie infokaart Volwassenen en overgewicht). Ook hebben mensen met overgewicht meer last van aandoeningen aan het bewegingsapparaat en de ademhalingsorganen. Van de inwoners van Limburg-Noord van 17-65 jaar heeft 43% overgewicht of ernstig overgewicht. Van deze groep heeft 10% ernstig overgewicht. Meer mannen (51%) dan vrouwen (35%) hebben last van overgewicht. Met het stijgen van de leeftijd neemt het percentage mensen met overgewicht toe van 23% onder de 17-25 jarigen naar 55% bij de 55-65 jarigen. Onder de hoogst opgeleiden heeft 38% te kampen met overgewicht tegen 49% van de laagst opgeleiden.
Roken Roken veroorzaakt aanzienlijke schade aan de gezondheid. Stoppen met roken, ook op latere leeftijd, levert veel gezondheidswinst op (zie infokaart Volwassenen en roken). Van de 17-65 jarigen in Limburg-Noord rookt 23%. Meer mannen (25%) dan vrouwen (21%) roken. Onder de 55-65 jarigen (20%) is het percentage rokers lager dan onder de andere leeftijdsgroepen bij wie het percentage rokers varieert van 24-25%. Onder de hoogst opgeleiden is het percentage rokers 17% tegen 29% onder de laagst opgeleiden.
5
10%
totaal
22%
17-25 jr
6%
25-40 jr
7%
40-55 jr
10%
55-65 jr
13%
mannen
6%
vrouwen
10%
opleiding LO MAVO LBO
12%
opleiding HAVO VWO MBO
7%
opleiding HBO WO 0%
20%
Figuur 5: Overmatig alcoholgebruik onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
3%
totaal
0%
17-25 jr
1%
25-40 jr
3%
40-55 jr
9%
55-65 jr
3%
mannen
4%
vrouwen
5%
opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO
2%
opleiding HBO WO
2% 0%
Figuur 6: Het voorkomen van diabetes onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
6
15%
Alcoholgebruik Van de inwoners in Limburg-Noord van 17-65 jaar drinkt 10% overmatig. Voor mannen houdt overmatig drinken in meer dan 21 glazen per week en bij vrouwen meer dan 14 glazen per week. Bij mannen komt overmatig drinken meer voor (13%) dan bij vrouwen (6%). Onder de 17-25-jarigen (22%) is het percentage overmatige drinkers twee tot drie keer zo hoog dan onder de andere leeftijdsgroepen (6-10%). Onder de hoogst opgeleiden is het percentage overmatige drinkers lager (7%) dan onder de laagst opgeleiden (10%) en degenen met een opleiding op het midden niveau (12%).
3.2. Lichamelijke gezondheid Diabetes Suikerziekte of diabetes mellitus is een stofwisselingsziekte, waarbij de suikeropname in het lichaam niet goed gereguleerd wordt. Dit leidt tot schade aan bloedvaten en zenuwweefsel waardoor een sterk verhoogd risico ontstaat op aandoeningen als hart- en vaatziekten, oogaandoeningen, nierziekten en zenuwaandoeningen. Van de inwoners van Limburg-Noord van 17-65 jaar geeft 3% aan te lijden aan diabetes. De verschillen tussen mannen (4%) en vrouwen (3%) zijn beperkt. Onder de 55-65 jarigen is bij 9% diabetes vastgesteld en bij de overige leeftijdsgroepen varieert dit van 0-3%. Onder de laagst opgeleiden is bij 5% diabetes vastgesteld en onder de hoogst opgeleiden en degenen met een opleiding op midden niveau is bij 2% diabetes vastgesteld.
7
17%
totaal
4%
17-25 jr
6%
25-40 jr
16%
40-55 jr
37%
55-65 jr
17%
mannen
16%
vrouwen
23%
opleiding LO MAVO LBO
14%
opleiding HAVO VWO MBO
11%
opleiding HBO WO 0%
20%
40%
Figuur 7: Aandoeningen aan hart-vaatstelsel onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
54%
totaal
37%
17-25 jr
41%
25-40 jr
55%
40-55 jr
76%
55-65 jr
49%
mannen
59%
vrouwen
63%
opleiding LO MAVO LBO
50%
opleiding HAVO VWO MBO
44%
opleiding HBO WO 0%
20%
40%
60%
Figuur 8: Chronische aandoeningen onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
8
80%
Aandoeningen van hart-vaatstelsel Onder de noemer aandoeningen van het hart- en vaatstelsel zijn de volgende aandoeningen meegenomen: beroerte of herseninfarct, hoge bloeddruk, vernauwingen van bloedvaten in buik of benen en hartinfarct of een andere hartaandoening. Deze aandoeningen tasten de gezondheid en het welzijn van veel burgers ingrijpend aan gedurende een groot aantal jaren en ze brengen hoge “cure” en “care” kosten met zich mee. Het onderliggende ziekteproces bij veel van deze aandoeningen is het dichtslibben en verharden van de soepele aders. Dit is een geleidelijk proces dat bij ieder mens boven 20 jaar optreedt. Dit proces van dichtslibben en verharden van de aders wordt sterk bevorderd door onder andere roken, ongezonde voeding en onvoldoende lichaamsbeweging. Onder de inwoners van Limburg-Noord van 17-65 jaar komen bij 17% aandoeningen van het hart en vaatstelsel voor. Bij mannen (17%) komen deze bijna even frequent voor als bij vrouwen (16%). Onder 40 jaar komen bij 4-6% van de mensen aandoeningen van het hartvaatstelsel voor. Bij de 40-55 jarigen lijdt 16% aan één of meer van deze aandoeningen en bij de groep 55-65 jarigen is dat 37%. Onder de laagst opgeleiden komen bij 23% aandoeningen van het hart-vaatstelsel voor en onder degenen met een opleiding op het midden niveau is dat 14% en onder de groep hoogst opgeleiden is dat 11%. Chronische aandoeningen De deelnemers aan het vragenlijstonderzoek konden in een lijst van 19 veel voorkomende ziekten en aandoeningen aangeven of ze één van deze ziekten of aandoeningen in de afgelopen 12 maanden hebben gehad. Het betrof aandoeningen als diabetes, hart- en vaatziekten, kanker, gewrichtsslijtage, COPD en onvrijwillig urineverlies. Meer dan de helft (54%) van de 17-65 jarigen in Limburg-Noord heeft één of meer chronische aandoeningen of heeft deze gehad in de afgelopen 12 maanden. Chronische aandoeningen komen meer voor bij vrouwen (59%) dan bij mannen (49%). Het percentage mensen dat een chronische aandoening heeft gehad neemt in de opeenvolgende leeftijdsgroepen toe van 37% in de groep 17-25 jarigen tot 76% in de groep 55-65 jaar. Bij de laagst opgeleiden heeft 63% in het afgelopen jaar te maken gehad met chronische aandoeningen tegenover 44% van de hoogst opgeleiden.
9
32%
totaal
20%
17-25 jr
22%
25-40 jr
32%
40-55 jr
51%
55-65 jr
27%
mannen
37%
vrouwen
40%
opleiding LO MAVO LBO
29%
opleiding HAVO VWO MBO
23%
opleiding HBO WO 0%
20%
40%
60%
Figuur 9: Ervaren belemmeringen onder 17-65 jr. met een chronische aandoening in 2009
13%
totaal
7%
17-25 jr
10%
25-40 jr
11%
40-55 jr
22%
55-65 jr
13%
mannen
12%
vrouwen
19%
opleiding LO MAVO LBO
10%
opleiding HAVO VWO MBO
5%
opleiding HBO WO 0%
15%
Figuur 10: Ervaren gezondheid matig of slecht onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
10
30%
Ervaren belemmeringen bij een of meer chronische aandoeningen Chronische aandoeningen kunnen mensen belemmeren in hun dagelijkse bezigheden. De volgende cijfers hebben betrekking op de groep mensen met één of meer chronische aandoeningen in de afgelopen 12 maanden. Van de 17-65 jarigen in Limburg-Noord met één of meer chronische aandoeningen ervaart 32% belemmeringen bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden als gevolg van deze aandoening. Dit geldt voor 37% van de vrouwen en 27% van de mannen. In de opeenvolgende leeftijdsgroepen neemt het ervaren van belemmeringen als gevolg van een of meer chronische aandoeningen toe van 20% onder de 17-25 jarigen tot 51% bij de 55-65 jarigen. Onder de laagst opgeleiden ervaart 40% deze belemmeringen en onder de hoogst opgeleiden geeft 23% aan deze belemmeringen te ervaren.
3.3. Psychische gezondheid Ervaren gezondheid Het antwoord op de vraag: “Hoe zou u over het algemeen uw gezondheidstoestand noemen?” hangt meer samen met de vitaliteit van de persoon en met de algemene tevredenheid met het leven dan met de lichamelijke gezondheidstoestand zoals die door een deskundige zou worden beoordeeld. Het is dus meer een indicator voor hoe iemand zijn of haar gezondheid beleeft en of iemand goed in zijn/haar vel zit dan hoe het feitelijk is gesteld met de lichamelijke gezondheid (zie infokaart Volwassenen en ervaren gezondheid). Van de 17-65 jarigen ervaart 13% zijn/haar gezondheid als matig of slecht. Er zijn op dit punt slechts kleine verschillen tussen mannen en vrouwen. In de opeenvolgende leeftijdsgroepen neemt het percentage mensen dat de gezondheid als matig of slecht ervaart toe van 7% onder de 17-25 jarigen tot 22% bij de 55-65 jarigen. Onder de laagst opgeleiden ervaart 19% zijn/haar gezondheid als matig of slecht en onder de hoogst opgeleiden geldt dit voor 5%.
11
totaal
5%
17-25 jr
5% 6%
25-40 jr 40-55 jr
4%
55-65 jr
4%
mannen
5%
vrouwen
5% 6%
opleiding LO MAVO LBO
5%
opleiding HAVO VWO MBO
2%
opleiding HBO WO 0%
10%
Figuur 11: Hoog risico op angststoornis of depressie onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
6%
totaal
4%
17-25 jr
8%
25-40 jr
5%
40-55 jr 55-65 jr
7%
mannen
7% 6%
vrouwen
7%
opleiding LO MAVO LBO
6%
opleiding HAVO VWO MBO
4%
opleiding HBO WO 0%
Figuur 12: (Zeer) Ernstige gevoelens van eenzaamheid onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
12
10%
Angst en depressie Angst en depressie hebben een grote impact op de kwaliteit van leven van mensen. Veel depressieve patiënten zien op tegen elke nieuwe dag en voelen zich minderwaardig en nutteloos. Bij mensen met een angststoornis wordt het leven vaak zo door angst beheerst, dat zij hun interesses en vrienden verwaarlozen. Veel mensen met een angststoornis hebben ook een depressie. Van de inwoners van Limburg-Noord van 17-65 jaar heeft 5% een hoog risico op een angststoornis of depressie. Dit verschilt niet voor mannen en voor vrouwen. In de verschillende leeftijdsgroepen variëren deze percentages tussen de 4 en 6%. Onder de laagst opgeleiden heeft 6% een hoog risico op een angststoornis of depressie en onder de hoogst opgeleiden is dit 2%. Eenzaamheid Eenzaamheid is niet hetzelfde als alleen zijn. Niet het aantal contacten is doorslaggevend, maar de ervaren kwaliteit ervan. Eenzaamheid is niet alleen een onplezierig gevoel maar gaat ook gepaard met een verhoogde kans op allerlei gezondheidsklachten als hoofdpijn, maagpijn, slaapstoornissen, hart- en vaatziekten, en psychische problemen (zie infokaart Volwassenen en eenzaamheid). Van de inwoners van Limburg-Noord van 17-65 jaar heeft 36% wel eens last van gevoelens van eenzaamheid en 6% van deze groep heeft dit in ernstige of zeer ernstige mate. (Zeer) ernstige gevoelens van eenzaamheid komen bijna even vaak voor bij mannen (7%) als bij vrouwen (6%) en in de verschillende leeftijdsgroepen variëren de percentages van 4% bij de 17-25 jarigen tot 8% bij de 25-40 jarigen. Bij de laagst opgeleiden komen (zeer) ernstige vormen van eenzaamheid iets meer voor (7%) dan bij de hoogst opgeleiden (4%). Huiselijk geweld Van de inwoners van Limburg-Noord van 17-65 jaar is 6% ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld. Meer vrouwen (9%) zijn ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld, dan mannen (4%). Onder de verschillende leeftijdsgroepen variëren de percentages van 5% bij de 17-25 jarigen en de 55-65 jarigen tot 8% bij de 40-55 jarigen. Bij de laagste opgeleiden is 8% ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld en bij de hoogst opgeleiden is dat 4%.
13
13%
totaal
6%
17-25 jr
9%
25-40 jr
15%
40-55 jr
19%
55-65 jr
7%
mannen
19%
vrouwen
14%
opleiding LO MAVO LBO
13%
opleiding HAVO VWO MBO
12%
opleiding HBO WO 0%
15%
30%
Figuur 13: Het geven van mantelzorg door 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
31%
totaal
22%
17-25 jr
30%
25-40 jr 40-55 jr
34%
55-65 jr
34% 33%
mannen
30%
vrouwen
23%
opleiding LO MAVO LBO
31%
opleiding HAVO VWO MBO
46%
opleiding HBO WO 0%
20%
40%
Figuur 14: Doen van vrijwilligerswerk onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
14
60%
3.4. Mantelzorg en vrijwilligerswerk In het onderzoek is gevraagd of men vrijwilligerswerk doet en of men mantelzorg geeft of ontvangt. Mantelzorg geven houdt in dat iemand gedurende langere tijd onbetaald zorg verleent aan een naaste. Incidenteel iemand een handje helpen valt daar niet onder. Het kan gaan om huishoudelijke hulp zoals het doen van boodschappen, maaltijden bereiden en schoonmaken. Het kan ook gaan om verzorging van een zieke of het verlenen van emotionele steun. Vrijwilligers kiezen bewust voor een bepaalde taak en kunnen daar weer mee stoppen. Een ander verschilpunt is dat vrijwilligers deel uitmaken van een organisatie en mantelzorgers niet (zie infokaarten over mantelzorg). Mantelzorg geven Van de inwoners van Limburg-Noord van 17-65 jaar heeft 13% in het afgelopen jaar mantelzorg gegeven. Meer vrouwen (19%) geven mantelzorg dan mannen (7%). In de opeenvolgende leeftijdsgroepen neemt het percentage mensen dat mantelzorg geeft toe van 6% in de groep 17-25 jarigen tot 19% in de groep 55-65 jarigen. Iets meer van de laagopgeleiden (14%) geven mantelzorg dan van de groep met de hoogste opleiding (12%). Mantelzorg ontvangen Van de inwoners van Limburg-Noord van 17-65 jaar heeft 3% in het afgelopen jaar mantelzorg ontvangen. Tussen vrouwen en mannen en tussen de verschillende leeftijdsgroepen variëren de percentages van 3-4%. Van de laagst opgeleiden heeft 4% mantelzorg ontvangen in het afgelopen jaar en van de hoogst opgeleiden ontving 2% mantelzorg.
Vrijwilligerswerk Bijna eenderde (31%) van de 17-65 jarigen in Limburg-Noord doet vrijwilligerswerk, 33% van de mannen en 30% van de vrouwen. Onder de verschillende leeftijdsgroepen variëren de percentages mensen die vrijwilligerswerk doen van 22% bij de 17-25 jarigen tot 34% bij de 40-55 jarigen en 55-65 jarigen. Onder de laagst opgeleiden doet 23% vrijwilligerswerk en onder de hoogst opgeleiden doet 46% vrijwilligerswerk.
15
27%
totaal
23%
17-25 jr
31%
25-40 jr
30%
40-55 jr
19%
55-65 jr
25%
mannen
29%
vrouwen
21%
opleiding LO MAVO LBO
26%
opleiding HAVO VWO MBO
35%
opleiding HBO WO 0%
20%
Figuur 15: Schimmel of vochtplekken in de woning onder 17-65 jr. in Limburg-Noord in 2009
16
40%
3.5 Binnenmilieu Schimmel of vochtplekken in de woning Een vochtige woning bevordert de groei van schimmels en huisstofmijten en kan luchtwegklachten veroorzaken en bestaande klachten verergeren. Door goed te ventileren, wordt het teveel aan vocht in de woning afgevoerd. Ook andere schadelijke stoffen die vrij komen uit bijvoorbeeld verbrandingstoestellen, bouwmaterialen, meubels, vloerbedekking en nieuwe producten, worden afgevoerd door goed te ventileren. Vochtplekken en schimmelplekken in de woning zijn een indicatie van teveel vocht in de woning en onvoldoende ventilatie. Van de 17-65 jarigen in Limburg-Noord geeft 27% aan in de afgelopen 12 maanden last te hebben gehad van schimmel- of vochtplekken in de woning. Meer vrouwen (29%) geven aan hiervan last te hebben dan mannen (25%). Bij de verschillende leeftijdsgroepen varieert dit percentage van 19% bij de 55-65 jarigen tot 31% bij de 25-40 jarigen. Opvallend is de bevinding dat de laagste opgeleiden schimmel- of vochtplekken in de woning het minst signaleren (21%) en hoogst opgeleiden signaleren deze het meest (35%).
17
18
4. Beschouwing Deze beknopte rapportage is gebaseerd op een eerste analyse van de gegevens uit de Volwassenenmonitor. Derhalve beperken we ons tot het geven van een beschouwing op hoofdlijnen, waarbij landelijke en gemeentelijke beleidsontwikkelingen meegenomen worden.
4.1. Beschouwing resultaten Verschillen tussen leeftijdsgroepen Als de onderzoeksgroep in 4 leeftijdsgroepen wordt verdeeld (17-25 jaar, 25-40 jaar, 40-55 jaar, 55-65 jaar) valt op dat de jongere leeftijdsgroepen minder vaak voldoen aan de voedingsnormen voor groenten, fruit en het ontbijt. Tevens drinken met name de 17-25 jarigen vaker overmatig alcohol. De oudere leeftijdsgroepen daarentegen hebben vaker overgewicht, kampen vaker met chronische aandoeningen (waaronder diabetes en hart- en vaatziekten), voelen zich vaker hierdoor belemmerd, geven vaker mantelzorg en doen vaker vrijwilligerswerk. Met name de 55-65 jarige ervaren hun gezondheid vaker matig/slecht. De middelste leeftijdsgroepen (25-40 jaar en 40-55 jaar) voldoen vaker niet aan de beweegnorm en rapporteren vaker schimmel- en vochtplekken in de woning. Er zijn geen opvallende verschillen tussen de leeftijdsgroepen te onderscheiden voor wat betreft de items roken, hoog risico op angststoornis/depressie, eenzaamheid, huiselijk geweld en mantelzorg ontvangen. Verschillen tussen geslachten Als mannen en vrouwen vergeleken worden valt op dat mannen vaker niet aan fruit- en ontbijtnormen voldoen, vaker overgewicht hebben en vaker overmatig alcohol drinken dan vrouwen. Vrouwen kampen vaker met chronische aandoeningen en voelen zich vaker belemmerd hierdoor, zijn vaker slachtoffer van huiselijk geweld en geven vaker mantelzorg. Verschillen tussen de hoogste en laagste opleiding Als personen zonder opleiding danwel personen die uitsluitend het lager onderwijs hebben voltooid (laagste opleidingscategorie) vergeleken worden met personen die HBO-WO hebben voltooid (hoogste opleidingscategorie) valt op dat personen met de laagste opleiding op veel items slechter scoren dan de personen met de hoogste opleiding: laagopgeleide personen voldoen vaker niet aan de ontbijtnorm, roken vaker, hebben vaker overgewicht, hebben vaker chronische aandoeningen (incl. diabetes en hart- en vaatziekten) en voelen zichzelf vaker belemmerd hierdoor, ervaren vaker de eigen gezondheid matig/slecht en hebben vaker een hoog risico op een angststoornis/depressie. Daarentegen voldoen hoogopgeleide personen vaker niet aan de beweegnorm dan laagopgeleide personen. De hoogopgeleide personen doen vaker vrijwilligerswerk en ze zeggen vaker schimmel of vochtplekken in de woning te hebben dan de laagst opgeleide personen. Overigens neemt de midden ses-groep vaak een middenpositie in, met uitzondering van ‘het voldoen aan de beweegnorm’, daarin scoren ze beter dan de lage en hoge ses-groep.
19
Tabel 1: Het voorkomen van enkele gezondheidsgedragingen en aandoeningen in Limburg-Noord in 2003 en in 2009. 20-54 jarigen Rookt Overgewicht (1) Ernstig overgewicht Suikerziekte Wekelijks zwaar drinken (2)
Noord- en Midden-Limburg 2003 28% 40% 8% 2% 16%
Limburg-Noord 2009 23% 40% 9% 2% 14%
1. Inclusief ernstig overgewicht 2. Drinken van minstens één keer per week 6 glazen of meer
Tabel 2: Het voorkomen van enkele gezondheidsgedragingen en aandoeningen in Limburg-Noord vergeleken met Nederland.
20-54 jarigen Rookt Overgewicht (2) Ernstig overgewicht Suikerziekte Wekelijks zwaar drinken (3)
Limburg-Noord 2009 23% 40% 9% 2% 14%
Nederland 2006-2008 (1) 34% 40% 9% 2% 13%
1. Nederlandse vergelijkingscijfers zijn afkomstig van het Permanent Onderzoek Leefsituatie van het CBS (POLS 2006-2008) 2. Inclusief ernstig overgewicht 3. Drinken van minstens één keer per week 6 glazen of meer
20
4.2. Referentiecijfers en trends Trend 2003 - 2009 In tabel 1 zijn de cijfers van de speerpunten roken, overgewicht, suikerziekte en alcoholgebruik van 2009 vergeleken met de cijfers van 2003. Voor het speerpunt depressie zijn geen vergelijkingscijfers beschikbaar omdat landelijk de manier van meten van het voorkomen van depressie is gewijzigd. Bij de 20-54 jarigen is roken en wekelijks zwaar drinken afgenomen, het voorkomen van suikerziekte en overgewicht is gelijk gebleven en het voorkomen van ernstig overgewicht is met 1% toegenomen. Referentiecijfers Nederland Voor de speerpunten roken, overgewicht, suikerziekte en alcoholgebruik zijn landelijke vergelijkingscijfers beschikbaar. Deze worden weergegeven in tabel 2. Voor het speerpunt depressie zijn geen vergelijkingscijfers beschikbaar. Roken komt in Limburg-Noord 11% minder voor dan in Nederland (23% versus 34%). Dat is een opvallend verschil. We moeten hier wel de opmerking bij maken dat de cijfers in verschillende jaren zijn gemeten. Voor overgewicht en suikerziekte komen de cijfers in Limburg-Noord overeen met de Nederlandse cijfers. Wekelijks zwaar drinken komt in Limburg-Noord iets meer voor dan in heel Nederland (14% versus 13%).
21
4.3. Landelijk beleid en regelgeving Het landelijk beleid is vastgelegd in de Wet publieke gezondheid (Wpg). In het kader van deze wet hebben gemeenten de taak om op uniforme wijze gezondheidsinformatie te verzamelen en deze te gebruiken voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk gezondheidsbeleid. In deze wet wordt gesteld dat een goed functionerende publieke gezondheidszorg – gericht op preventie in al haar facetten – kan bijdragen aan het langer maatschappelijk actief zijn en een goede gezondheid van burgers. Een hoge ziektelast die daarmee gepaard gaat, maakt dat dit steeds belangrijker wordt. Gewezen wordt op de negatieve trend in leefstijl zoals te weinig bewegen en ongezonde voeding die sterk bijdraagt aan het grote aantal chronische zieken. Centraal staat zo lang mogelijk in goede gezondheid leven. Preventie, in samenhang met curatie, kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren: door ziekte te voorkomen danwel uit te stellen en door beperkingen en co-morbiditeit te voorkomen danwel uit te stellen. Deze doelen vormen ook het uitgangspunt in de nota ‘Kiezen voor Gezond Leven’ van het Rijk (2006). In deze nota worden de belangrijkste volksgezondheidsproblemen aangegeven en de daaraan gekoppelde speerpunten: roken, overgewicht, schadelijk alcoholgebruik, diabetes en depressie. Naar verwachting zullen in de nog te verschijnen nota van VWS deze speerpunten gehandhaafd blijven. Deze speerpunten zijn niet alleen gekozen vanwege de omvang van de aan de speerpunten gerelateerde gezondheidsproblemen, maar óók omdat er geschikte programma’s zijn om deze speerpunten aan te pakken en daarmee een heel scala van gezondheidsproblemen. Door tal van landelijke en lokale organisaties wordt ingespeeld op deze speerpunten door het ontwikkelen en aanbieden (zowel landelijk als lokaal) van interventies gericht op universele tot zorggerelateerde preventie. Met de wijziging van de Wpg in de 2e tranche worden gemeenten verplicht om de landelijke speerpunten in acht te nemen bij het vaststellen van hun gemeentelijke gezondheidsnota. Ten behoeve van de gemeentelijke gezondheidsnota’s zijn er handleidingen (zgn. leeflijnen) voor lokaal gezondheidsbeleid ontwikkeld voor vier van de vijf speerpunten (behalve voor diabetes) en zal er binnenkort een nieuwe leeflijn ´Gezonde gemeente´ worden gepresenteerd.
4.4. Tenslotte De cijfers in deze volwassenenmonitor laten zien dat op het terrein van gezonde leefstijl gerelateerd aan een goede (geestelijke) gezondheid nog veel gezondheidswinst te halen is. Dit ‘plaatje’ biedt goede aangrijpingspunten voor verbetering van de preventie in het algemeen. Maar het biedt ook specifieke informatie per speerpunt op zoals bestrijding overgewicht of vermindering risicogedrag (roken en alcoholgebruik). Deze informatie stelt gemeenten in staat om hier in de nota’s lokaal gezondheidsbeleid nog gerichter op in te spelen. De GGD en ketenpartners worden in staat gesteld om nog betere informatie en dus inzicht te leveren over met name de mogelijke leefstijlinterventies. Want naast het inzicht in de gezondheidstoestand van de volwassenen in onze regio is het belangrijk om ook inzicht te hebben in het aanbod en bereik van de interventies op lokaal niveau. Met behulp van dit inzicht wordt het mogelijk om een goede keuze te maken van leefstijlprogramma’s en, voorzover mogelijk, gebruik te maken van bestaande en lopende programma’s die bewezen effectief zijn danwel als ‘best practice’ beschouwd worden. Bij de uitwerking van preventieprogramma’s is het belangrijk dat het programmatisch werken centraal gesteld wordt en de focus gericht wordt op het bereik van de gewenste doelgroepen. Toch moeten we helaas concluderen uit de GGD-Gezondheidsmonitor Limburg en de landelijke rapportages dat we er nog lang niet zijn. Het veranderen van leefstijl blijkt niet gemakkelijk te zijn en preventiedoelen worden niet altijd gehaald. Risicofactoren stabiliseren weliswaar maar op een ongunstig niveau. Gezondheidsverschillen zijn nog steeds groot en hardnekkig. Participatie van mensen blijft achter. En er zijn nog maar weinig interventiemethoden waarvan het effect is bewezen. 22
Voor het realiseren van gezondheidswinst hebben combinaties van wettelijke maatregelen, omgevingsinterventies en leefstijlinterventies de beste papieren. Dit impliceert een zorgvuldige mix van landelijke en lokale maatregelen zeker voor de lange termijn. Het leefstijlprogramma ‘30 minuten bewegen’ dat landelijk door het NISB is uitgewerkt maar lokaal wordt aangeboden, is hiervan een goed voorbeeld. Hoe gaan we voor de (gezondheids)winst? Op de korte termijn valt extra gezondheidswinst te behalen door goedlopende zaken te versterken en door op sommige terreinen nieuwe keuzes te maken. Om haar preventietaak zo goed mogelijk uit te voeren is de GGD voortdurend op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Voor de universele preventie (preventie gericht op de algemene bevolking) is innovatie belangrijk. Bijvoorbeeld waar het gaat om publieksvoorlichting en –communicatie. Universele preventie wordt soms niet direct als zodanig herkend, maar het belang voor de volksgezondheid blijft groot. Meer dan voorheen zullen nieuwe, digitale media moeten worden gebruikt om doelgroepen effectief te bereiken. Onderzoek heeft aangetoond dat het geven van persoonlijk advies heel effectief is als mensen hun gezondheidsgedrag willen veranderen. Via het gezondheidsadvies op maat, een methode die wetenschappelijk bewezen en ontwikkeld is door het Onderzoeksinstituut Caphri van de Universiteit Maastricht, in samenwerking met de GGD, wordt met behulp van vragen over voeding, beweging, roken en alcohol een persoonlijk leefstijloverzicht samengesteld. Naast informatie over leefstijl, biedt het programma ook een persoonlijk advies om de leefstijl gezonder te maken. Zo kunnen mensen hun eigen plan maken om bijvoorbeeld meer te gaan bewegen. Voordeel van deze nieuwe service is dat alle informatie en hulp snel en gemakkelijk toegankelijk is via internet. Aandacht voor maatschappelijke determinanten, zoals de sociaaleconomische verschillen, is ook een voorbeeld van nieuwe keuzes maken. Deze determinanten vergen een integraal en samenhangend beleid. Winst is dan ook te behalen als preventie en zorg samen de strijd aanbinden in bijvoorbeeld het stoppen met roken. In combinatie met landelijke campagnes van bijvoorbeeld Stivoro kunnen meer mensen over de streep gehaald worden om deel te nemen aan een programma dat nu in het basispakket van de ziektekostenverzekering is opgenomen. Kortom voldoende aangrijpingspunten om de gezondheidswinst voor volwassenen te verzilveren!
23
24
Toelichting bij tabel in bijlage 1 De cijfers van Limburg-Noord en de 5 clusters van gemeenten zijn terug te vinden in de tabel in bijlage 1. Alle percentages zijn afgerond naar hele getallen. Uitzondering hierop zijn cijfers kleiner dan 1 procent, die met één cijfer achter de komma worden weergegeven. Door afronden kunnen de cijfers binnen één categorie optellen tot boven 100%. Subgroepen In de tabellen worden de cijfers gepresenteerd voor de volgende (sub)groepen: - de hele groep 17-65 jarigen - de leeftijdsgroep 17-25 jarigen - de leeftijdsgroep 25-40 jarigen - de leeftijdsgroep 40-55 jarigen - de leeftijdsgroep 55-65 jarigen - mannen en vrouwen - drie niveaus van opleiding. Omdat het aantal uitgezette vragenlijsten vanwege de kosten beperkt is kunnen voor de afzonderlijke clusters van gemeenten de gegevens niet voor alle categorieën worden weergegeven. Bij meer dan 2 subgroepen worden de aantallen te klein voor betrouwbare uitspraken op het niveau van een cluster. Per cluster zijn daarom alleen cijfers beschikbaar voor de hele groep 17-65-jarigen en voor mannen en vrouwen. Weegprocedure Bij het berekenen van de percentages van de totale groep is gebruik gemaakt van een weegprocedure. Elke respondent krijgt in deze procedure een bepaalde weegfactor die zodanig is berekend dat de resultaten van alle respondenten samen representatief zijn voor de bevolking in de gemeente qua leeftijd en geslacht. Betrouwbaarheidsinterval De cijfers in de tabellen zijn een schatting van hoe vaak iets voorkomt in de Limburg-Noord. Deze schatting is gebaseerd op de bevindingen in de onderzochte groep. Naarmate de onderzoeksgroep groter is wordt de schatting nauwkeuriger. Om een indicatie te geven van de nauwkeurigheid van de schatting in de tabellen, wordt het 95%-betrouwbaarheidsinterval (BI) vermeld. Voorbeeld: Roken totale groep 26% (24-29%). De cijfers tussen haakjes zijn het betrouwbaarheidsinterval. Dit wil zeggen dat bij 100 keer herhalen van het onderzoek de verwachting gerechtvaardigd is dat 95 keer de uitkomst zal liggen tussen de 24% en 29%. Het percentage mensen dat rookt ligt dus met een hoge waarschijnlijkheid tussen 24% en 29%. Naarmate de onderzoeksgroep groter wordt, wordt het betrouwbaarheidsinterval smaller. In cluster 1 bedraagt het percentage rokers eveneens 26%. Het betrouwbaarheidsinterval is echter groter is (22-31%) omdat de schatting is gebaseerd op een kleiner aantal vragenlijsten.
1
Bijlage 1: Beknopte resultaten Monitor Volwassenen 2009 Limburg-Noord Voldoet niet aan norm groenten/rauwkost Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO Voldoet niet aan voedingsnorm fruit/sap Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO Voldoet niet aan ontbijtnorm Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO
Limburg-Noord 68% (66-70%)* 76% (70-80%) 69% (65-74%) 69% (64-72%) 62% (57-67%) 67% (64-71%) 69% (66-72%) 68% (64-72%) 70% (66-73%) 66% (61-70%) Limburg-Noord 74% (72-76%) 85% (81-89%) 77% (73-81%) 77% (73-80%) 60% (55-65%) 78% (75-81%) 70% (67-73%) 72% (68-76%) 75% (72-79%) 76% (72-80%) Limburg-Noord 18% (16-20%) 26% (21-31%) 22% (19-27%) 16% (13-19%) 12% (9-15%) 23% (20-26%) 13% (11-15%) 20% (17-23%) 19% (16-23%) 13% (10-17%)
Cluster 1
Cluster 2
Cluster 3
67%
(62-72%)
70%
(65-74%)
66%
(61-71%)
70% 64%
(62-78%)
68% 72%
(61-74%)
64% 67%
(57-71%)
(57-71%)
Cluster 1 77%
76% 78%
Cluster 2
(72-81%)
72%
(69-82%)
80% 64%
(71-83%)
(67-78%)
Cluster 1
(60-74%)
Cluster 3
(68-76%)
78%
(74-82%)
(75-85%)
79% 78%
(72-84%)
(58-69%)
Cluster 2
(71-83%)
Cluster 3
21%
(17-26%)
20%
(16-24%)
15%
(11-19%)
27% 14%
(20-35%)
25% 15%
(19-31%)
18% 10%
(13-25%)
(10-19%)
(11-20%)
(7-16%)
Cluster 4 Cluster 5 65% (60-71%) 72% (67-76%)
62% 68%
(53-70%) (61-74%)
71% 73%
(63-77%) (67-79%)
Cluster 4 Cluster 5 71% (66-76%) 76% (72-80%)
76% 67%
(67-83%) (60-73%)
81% 72%
(75-86%) (66-77%)
Cluster 4 Cluster 5 16% (13-21%) 17% (14-21%)
20% 13%
(14-27%) (9-18%)
23% 10%
(18-29%) (7-15%)
* betrouwbaarheidsinterval – zie toelichting
2
Voldoet niet aan de beweegnorm Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO Overgewicht (incl. ernstig overgewicht) Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO Rookt Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO
Limburg-Noord 26% (24-29%) * 23% (18-28%) 31% (27-35%) 30% (26-34%) 18% (15-22%) 29% (25-32%) 24% (22-27%) 25% (22-29%) 21% (18-25%) 34% (29-39%) Limburg-Noord 43% (41-46%) 23% (18-28%) 37% (32-42%) 48% (44-52%) 55% (50-59%) 51% (47-54%) 35% (32-38%) 49% (45-53%) 41% (37-45%) 38% (29-39%) Limburg-Noord 23% (21-26%) 24% (19-29%) 24% (20-29%) 25% (21-29%) 20% (16-24%) 25% (22-29%) 21% (19-24%) 29% (26-33%) 22% (19-26%) 17% (14-22%)
Cluster 1
Cluster 2
Cluster 3
26%
(22-31%)
23%
(20-28%)
23%
(19-27%)
24% 29%
(18-32%)
26% 21%
(20-32%)
24% 21%
(18-32%)
(23-35%)
Cluster 1 46%
55% 38%
Cluster 2
(41-52%)
47%
(46-63%)
55% 38%
(31-45%)
(17-26%)
Cluster 1
(16-27%)
Cluster 3
(43-51%)
44%
(39-49%)
(49-62%)
50% 37%
(43-58%)
(32-44%)
Cluster 2
(31-44%)
Cluster 3
29%
(24-34%)
21%
(17-25%)
19%
(15-24%)
32% 26%
(25-40%)
20% 21%
(15-27%)
21% 17%
(15-28%)
(20-32%)
(16-26%)
(13-24%)
Cluster 4 Cluster 5 27% (22-32%) 30% (26-35%)
33% 22%
(25-41%) (17-29%)
33% 27%
(27-40%) (22-34%)
Cluster 4 Cluster 5 40% (35-45%) 39% (35-44%)
49% 31%
(41-57%) (25-38%)
44% 34%
(37-51%) (28-41%)
Cluster 4 Cluster 5 24% (20-29%) 22% (18-26%)
27% 21%
(20-36%) (16-28%)
23% 20%
(18-30%) (15-26%)
* betrouwbaarheidsinterval – zie toelichting
3
Overmatig alcoholgebruik Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO Het voorkomen van diabetes Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO Aandoeningen van hart-vaatstelsel Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO
Limburg-Noord 10% (8-11%)* 22% (17-27%) 6% (4-9%) 7% (6-10%) 10% (7-14%) 13% (11-16%) 6% (4-7%) 10% (7-12%) 12% (9-14%) 7% (5-10%) Limburg-Noord 3% (3-4%) 0% (0,1-1%) 1% (0,5-3%) 3% (2-4%) 9% (7-13%) 3% (2-5%) 4% (3-5%) 5% (4-8%) 2% (1-4%) 2% (1-4%) Limburg-Noord 17% (15-18%)* 4% (2-7%) 6% (4-9%) 16% (13-19%) 37% (32-42%) 17% (15-20%) 16% (14-18%) 23% (20-26%) 14% (11-17%) 11% (8-14%)
Cluster 1
Cluster 2
Cluster 3
12%
(8-16%)
10%
(8-14%)
12%
(9-15%)
16% 7%
(11-23%)
13% 7%
(10-19%)
15% 9%
(10-20%)
(4-12%)
Cluster 1 4%
4% 4%
Cluster 2
(2-7%)
2%
(2-8%)
2% 2%
(2-8%)
(5-11%)
Cluster 1
(5-13%)
Cluster 3
(1-4%)
2%
(1-4%)
(1-5%)
1% 4%
(0-4%)
(1-4%)
Cluster 2
(2-8%)
Cluster 3
20%
(16-25%)
14%
(11-17%)
11%
(8-14%)
23% 17%
(17-30%)
12% 16%
(9-17%)
9% 13%
(5-14%)
(12-23%)
(12-21%)
(9-18%)
Cluster 4 7% (4-11%)
10% 4%
(6-17%) (2-8%)
Cluster 5 9% (7-12%)
14% 4%
(10-20%) (2-8%)
Cluster 4 4% (2-6%)
Cluster 5 5% (3-7%)
3% 4%
4% 6%
(1-8%) (2-8%)
(2-7%) (3-10%)
Cluster 4 Cluster 5 20% (16-24%) 14% (11-17%)
22% 18%
(16-29%) (13-24%)
15% 13%
(11-20%) (9-18%)
* betrouwbaarheidsinterval – zie toelichting
4
Het voorkomen van chronische aandoeningen Limburg-Noord Totaal 54% (51-56%) * 17-25 jr 37% (32-43%) 25-40 jr 41% (37-46%) 40-55 jr 55% (51-59%) 55-65 jr 76% (72-80%) Mannen 49% (45-52%) Vrouwen 59% (56-62%) opleiding LO MAVO LBO 63% (59-67%) opleiding HAVO VWO MBO 50% (46-54%) opleiding HBO WO 44% (39-49%) Belemmerd door chronische aandoeningen Limburg-Noord Totaal 32% (30-34%) 17-25 jr 20% (16-25%) 25-40 jr 22% (18-26%) 40-55 jr 32% (28-36%) 55-65 jr 51% (46-56%) Mannen 27% (24-31%) Vrouwen 37% (33-40%) opleiding LO MAVO LBO 40% (36-44%) opleiding HAVO VWO MBO 29% (25-33%) opleiding HBO WO 23% (19-27%) Ervaren gezondheid matig of slecht Limburg-Noord Totaal 13% (11-14%) 17-25 jr 7% (5-10%) 25-40 jr 10% (7-13%) 40-55 jr 11% (9-14%) 55-65 jr 22% (18-26%) Mannen 13% (10-15%) Vrouwen 12% (11-15%) opleiding LO MAVO LBO 19% (16-22%) opleiding HAVO VWO MBO 10% (8-13%) opleiding HBO WO 5% (4-8%)
Cluster 1
Cluster 2
Cluster 3
59%
(54-64%)
49%
(45-53%)
47%
(42-52%)
58% 61%
(49-66%)
44% 55%
(37-50%)
41% 54%
(34-49%)
(53-67%)
Cluster 1 32%
30% 34%
Cluster 2
(27-38%)
32%
(23-39%)
27% 37%
(27-41%)
(49-61%)
Cluster 1
(47-61%)
Cluster 3
(28-36%)
31%
(26-36%)
(22-33%)
25% 37%
(19-33%)
(31-43%)
Cluster 2
(31-45%)
Cluster 3
14%
(11-18%)
12%
(9-15%)
9%
(6-12%)
17% 11%
(12-24%)
11% 12%
(8-17%)
8% 10%
(4-13%)
(7-16%)
(9-16%)
(7-16%)
Cluster 4 Cluster 5 57% (52-63%) 51% (46-56%)
52% 63%
(43-60%) (56-69%)
45% 58%
(38-51%) (52-65%)
Cluster 4 Cluster 5 35% (30-41%) 27% (23-31%)
30% 41%
(22-38%) (34-48%)
21% 33%
(16-28%) (27-40%)
Cluster 4 Cluster 5 15% (11-19%) 10% (8-13%)
13% 17%
(8-20%) (12-23%)
10% 10%
(7-15%) (7-15%)
* betrouwbaarheidsinterval – zie toelichting
5
Hoog risico op angststoornis of depressie Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO (Zeer) ernstige gevoelens van eenzaamheid Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO Slachtoffer van huiselijk geweld Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO
Limburg-Noord 5% (4-6%) * 5% (3-8%) 6% (4-9%) 4% (3-6%) 4% (3-7%) 5% (3-6%) 5% (4-6%) 6% (4-8%) 5% (3-7%) 2% (1-4%) Limburg-Noord 6% (5-7%) 4% (3-7%) 8% (5-11%) 5% (4-7%) 7% (5-10%) 7% (5-9%) 6% (4-7%) 7% (5-9%) 6% (4-9%) 4% (2-6%) Limburg-Noord 6% (5-8%) 5% (3-8%) 6% (4-9%) 8% (6-10%) 5% (4-8%) 4% (3-5%) 9% (8-11%) 8% (6-10%) 7% (5-9%) 4% (3-7%)
Cluster 1
Cluster 2
Cluster 3
6%
(3-9%)
4%
(3-6%)
4%
(2-6%)
6% 5%
(3-11%)
2% 6%
(1-5%)
2% 5%
(1-7%)
(3-10%)
Cluster 1 8%
9% 6%
Cluster 2
(5-11%)
4%
(5-15%)
5% 3%
(3-10%)
(3-9%)
Cluster 1
(3-10%)
Cluster 3
(3-6%)
5%
(3-8%)
(3-9%)
5% 5%
(2-10%)
(2-6%)
Cluster 2
(3-9%)
Cluster 3
6%
(4-9%)
5%
(3-7%)
5%
(3-8%)
3% 9%
(1-8%)
4% 6%
(2-7%)
5% 6%
(2-9%)
(6-14%)
(4-10%)
(3-10%)
Cluster 4 5% (3-9%)
Cluster 5 4% (2-6%)
7% 4%
4% 4%
(4-12%) (2-8%)
(2-8%) (2-7%)
Cluster 4 6% (4-9%)
Cluster 5 8% (6-11%)
5% 6%
9% 7%
(2-10%) (4-11%)
Cluster 4 9% (6-12%)
4% 13%
(2-9%) (9-19%)
(5-14%) (4-12%)
Cluster 5 6% (4-9%)
3% 10%
(2-6%) (6-15%)
* betrouwbaarheidsinterval – zie toelichting
6
Mantelzorg ontvangen in afgel. 12 maanden Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO Mantelzorg geven in afgelopen 12 maanden Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO Vrijwilligerswerk gedaan in afgel. 12 maanden Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO
Limburg-Noord 3% (2-4%)* 3% (1-5%) 4% (3-6%) 3% (2-4%) 4% (2-6%) 3% (2-4%) 4% (3-5%) 3% (2-5%) 4% (3-6%) 2% (1-4%) Limburg-Noord 13% (12-15%) 6% (4-9%) 9% (7-13%) 15% (13-18%) 19% (15-23%) 7% (6-10%) 19% (17-22%) 14% (12-17%) 13% (11-16%) 12% (9-15%) Limburg-Noord 31% (29-34%) 22% (17-26%) 30% (26-35%) 34% (30-38%) 34% (29-39%) 33% (30-36%) 30% (27-33%) 23% (20-26%) 31% (27-35%) 46% (41-51%)
Cluster 1
Cluster 2
Cluster 3
4%
(2-7%)
3%
(2-5%)
3%
(2-6%)
4% 5%
(2-9%)
2% 4%
(1-6%)
2% 5%
(1-5%)
(2-9%)
Cluster 1 10%
5% 16%
Cluster 2
(8-14%)
16%
(2-10%)
9% 23%
(12-22%)
(2-7%)
Cluster 1
(3-10%)
Cluster 3
(13-20%)
10%
(7-13%)
(6-15%)
6% 15%
(3-10%)
(18-29%)
Cluster 2
(10-21%)
Cluster 3
28%
(23-33%)
32%
(28-37%)
33%
(28-38%)
29% 27%
(22-37%)
31% 33%
(25-38%)
35% 30%
(28-43%)
(21-34%)
(27-39%)
(24-36%)
Cluster 4 2% (1-4%)
Cluster 5 3% (2-5%)
2% 3%
2% 4%
(1-5%) (1-6%)
(1-6%) (2-7%)
Cluster 4 Cluster 5 15% (11-19%) 12% (10-16%)
9% 20%
(6-15%) (15-26%)
6% 19%
(4-10%) (14-25%)
Cluster 4 Cluster 5 32% (27-37%) 33% (28-37%)
35% 29%
(27-44%) (23-36%)
36% 30%
(29-43%) (24-36%)
* betrouwbaarheidsinterval – zie toelichting
7
Schimmel of vochtplekken in de woning Totaal 17-25 jr 25-40 jr 40-55 jr 55-65 jr Mannen Vrouwen opleiding LO MAVO LBO opleiding HAVO VWO MBO opleiding HBO WO
Limburg-Noord 27% (25-29%)* 23% (19-28%) 31% (27-36%) 30% (26-34%) 19% (15-23%) 25% (22-28%) 29% (26-32%) 21% (18-24%) 26% (23-30%) 35% (30-40%)
Cluster 1
Cluster 2
Cluster 3
29%
(24-35%)
28%
(24-32%)
25%
(20-29%)
27% 31%
(20-35%)
22% 33%
(17-29%)
22% 27%
(17-30%)
(25-38%)
(28-39%)
(21-34%)
Cluster 4 Cluster 5 26% (22-32%) 24% (20-28%)
25% 27%
(19-34%) (21-34%)
25% 22%
(20-32%) (17-28%)
* betrouwbaarheidsinterval – zie toelichting
Bijlage 2: Clusterindeling gemeenten Limburg-Noord Cluster 1:
Beesel Venlo
Cluster 3:
Peel en Maas
Cluster 2:
Bergen Horst aan de Maas Gennep Venray
Cluster 4:
Echt-Susteren Maasgouw Roerdalen Roermond
Cluster 5:
Leudal Nederweert Weert
8
De GGD Limburg-Noord is onderdeel van de Veiligheidsregio Limburg-Noord GGD Limburg-Noord · Postbus 1150 · 5900 BD Venlo · T 077 850 48 48 ·
[email protected] · www.ggdlimburgnoord.nl
9