VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie:
Lineaire opleiding
Onderwijsvorm:
Secundair onderwijs
Onderwijsniveau
TSO
Onderwijsgraad
derde graad
Duur:
1 jarige cyclus
Aantal lestijden:
240 lestijden
Studiegebied:
Toerisme
Afdeling:
TOERISTISCH MEDEWERKER-STREEKGIDS (KO)
Leerplannummer:
2003/609L
Nummer Inspectie: 02-03/552/G
(vervangt 01-02/395/G)
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Geschiedenis (64 lestijden/jaar)
1
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................9 Methodologische wenken ...................................................................................................................... 19 Pedagogisch-didactische wenken............................................................................................... 19 Didactische hulpmiddelen ........................................................................................................... 91 Evaluatie ................................................................................................................................................ 23 Bibliografie ............................................................................................................................................. 25
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Geschiedenis (64 lestijden/jaar)
2
VISIE De studie van de geschiedenis zal hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van het historisch bewustzijn van de cursisten en tot de vorming van een aantal historische attitudes m.b.t. openheid van geest, kritische zin en bereidheid om als volwaardige burger te participeren in het maatschappelijk leven De historische stof geeft de lesgever tot het behandelen van : a) de bijdragen van andere culturen en volkeren en de geleidelijke ontwikkeling van een mondiale samenleving ; b) de evolutie naar een maatschappij die zowel waarde hecht aan de uitbouw van de eigen cultuur als aan het samenleven met andere culturen. Het geschiedenisonderwijs streeft een dubbel pedagogisch doel na : a) een vaktypische vorming verstrekken :historische kennis en vorming verstrekken zoals vastgesteld in de leerplandoelen; b) ruimte laten voor een algemeen pedagogische vorming (kennis, vaardigheden, attitudes) De studie van de Europese geschiedenis gebeurt met de uitdrukkelijke bedoeling de algemene lijnen van de geschiedenis (het geschiedenisverhaal) te onderwijzen. Encyclopedisme en overbodige leerstof dient geweerd om ruimte te scheppen voor het inoefenen van historische vaardigheden.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Geschiedenis (64 lestijden/jaar)
3
BEGINSITUATIE Om als regelmatige cursist toegelaten te worden moet de cursist voldaan hebben aan de voltijds leerplicht en ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van het leerjaar gegeven zijn. Er zijn geen inhoudelijke instapvereisten. De cursisten die deze lineaire korte jaaropleiding van 240 uur aanvatten verschillen veel in kennispeil, leertempo en zelfstandigheid. Beperkte voorkennis is aanwezig. Mogelijke leemtes in de historische kennis kunnen dan ook bijgewerkt worden.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Geschiedenis (64 lestijden/jaar)
4
DOELSTELLINGEN
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Kennis en inzicht De cursisten, 1. kennen tijd en ruimte en socialiteit, i.v.m. het referentiekader 2. kennen de hoofdlijnen van de geschiedenis van Europa (in mondiaal perspectief) 3. hebben inzicht in het gebruikte historische begrippenkader en kennen elementen van de historische context ervan. Vaardigheden De cursisten, 4. kunnen historisch bronnenmateriaal verzamelen, 5. kunnen vragen formuleren over de inhoud van historisch bronnenmateriaal, 6. kunnen op grond van de studie van gedifferentieerde bronnen een historische redenering ontwikkelen, 7. kunnen rapporteren over eigen historisch onderzoek Attitudes De cursisten, 8. zijn bereid om actuele problematiek vanuit hun historische genese op kritische wijze en vanuit meerdere standpunten te benaderen. 9. zijn bereid om eigen meningen kritisch te onderzoeken. 10. zijn bereid om intellectuele eerlijkheid na te streven in de bewerking van historische informatie. 11. zijn bereid de maatschappelijke dynamiek van het blijvende en het veranderende te erkennen en te participeren aan de evoluerende maatschappij.
LEERPLANDOELSTELLINGEN Kennis , inzicht en vaardigheden i.v.m. tijd, historische ruimte en socialiteit De cursisten 1. verruimen bij de studie van de historische leerstof : - historische begrippen en probleemstellingen - passen deze beredeneerd toe in een bredere historische context. 2. geven een overeenkomst en een verschil : - tussen de ontwikkelingsfasen van de westerse samenleving onderling - tussen ontwikkelingsfasen van de westerse samenleving en andere samenlevingen. 3. kennen de krachtlijnen van de mijlpalen in de geschiedenis van mens en maatschappij inzake :
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Geschiedenis (64 lestijden/jaar)
5
- tijd - ruimte - socialiteit. Kennis, inzicht en vaardigheden i.v.m. de bestudeerde samenlevingen De cursisten : 4. beschrijven fundamentele conflicten en breuklijnen in samenlevingen 5. beschrijven de breuklijnen in de evoluerende Belgische samenleving vanaf 1830 6. beschrijven voor twee ontwikkelingsfasen van de westerse samenleving een belangrijk element van het culturele domein, in samenhang met andere domeinen van de socialiteit 7. kennen de rol van onze gewesten als medespeler in Europese en mondiale context. Kennis, inzicht en vaardigheden i.v.m. de integratie tussen de “mijlpalen in de geschiedenis van mens en maatschappij” en de bestudeerde samenlevingen De cursisten : 8 tonen de structurele verschillen aan tussen de agrarische en de industriële/post-industriële samenleving 9. tonen aan dat ideologieën, mentaliteiten, waardestelsels en wereldbeschouwingen invloed uitoefenen op : - menselijke samenlevingen - menselijke gedragingen 10. stellen vragen aan het verleden om actuele spanningsvelden te verhelderen. Vaardigheden i.v.m. de historische onderbouwing Verzameling van historisch informatiemateriaal De cursisten kunnen over een ruim geformuleerde historische of actuele probleemstelling uit gevarieerd informatiemateriaal : 11. doeltreffend informatiemateriaal selecteren 12. de selectie van de informatie kritische verantwoorden Bevraging van het historisch materiaal de cursisten kunnen : 13 bij de studie van lezen beperkte historische probleemstelling : - zelfstandig gegevens verzamelen uit een gediversifieerd historisch bronnen materiaal, - elementen van een antwoord formuleren 14. een vraagstelling ontwikkelen om historische informatie kritisch en vanuit verschillende standpunten te verhelderen. Historische redenering De cursisten kunnen: 15. verschillende argumenten tegen elkaar afwegen 16. een redenering opbouwen om een standpunt over een maatschappelijk probleem te nuanceren
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Geschiedenis (64 lestijden/jaar)
6
17. hun historische methode evalueren en eventueel bijsturen Historische rapportering 18. een samenhangende rapportering brengen (mondeling, schriftelijk, uitbeeldend of grafisch) Historische attitudes De cursisten zijn bereid om : 19. actuele spanningsvelden aan historische ontwikkelingen te relateren 20. historische en actuele spanningsvelden vanuit verschillende gezichtshoeken kritisch te bekijken 21. om hun ingenomen standpunten te confronteren met tegenstrijdige gegevens en die daaruit relativeren 22. vanuit een intellectueel eerlijke omgang met informatie te reageren op vormen van desinformatie 23. te aanvaarden dat historische evoluties een verscheidenheid aan sociale identiteiten genereren 24. de maatschappelijke dynamiek te erkennen van de spanning tussen het blijvende en het veranderende 25. vanuit het historisch besef dat individuen en groepen interfereren in maatschappelijke processen, actief en passief te participeren aan de evoluerende maatschappij LEERINHOUDEN THEMA I : GESCHIEDENIS, HET GHEUGEN VAN MENS EN MAATSCHAPPIJ (dimensie historische tijd, historische ruimte) 1 De geschiedenis bestudeert het verleden van de mens •
Iedereen heeft een verleden : het eigen verleden
•
Mensengroepen (b.v. gezin, familie, ...) hebben een verleden
•
Samenlevingen hebben een verleden
2 Hoe wordt het verleden van samenlevingen bestudeerd? •
De materiële en schriftelijke getuigenissen over het verleden
•
De ordening van de gegevens uit het verleden in tijd en ruimte
THEMA II : MIJLPALEN IN DE GESCHIEDENIS VAN MENS EN MAATSCHAPPIJ 1 De menswording en de eerste mensen groepen (ca.3 milj.jaar geleden) •
Vindplaatsen
•
De verspreiding van de Homo Erectus
•
De Homo Sapiens (overleving)
2 De Neolithische Revolutie (ca. 10.000 v.C.)
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Geschiedenis (64 lestijden/jaar) •
Het ontdekken van de landbouw
•
De mens verandert het aangezicht van de natuur (akkerbouw, huisdieren.... )
•
Sedentaire levenswijze: andere activiteiten ( nijverheid, handel)
3 De eerste landbouwrijken in het Oude Nabije Oosten (ca. 3000 v.C.) •
De vruchtbare aanslibbingsvlakten: Mesopotamië, Egypte
•
Het ontstaan van een staat; begrip staat
•
De culturele erfenis
4 De Griekse beschaving in de 5de eeuw v.C. •
Leven afgestemd op de zee
•
Het leven in de polis: de Atheense democratie
•
De uitstraling van de Griekse beschaving: kunst, letteren, wetenschap
5 De Romeinse beschaving in de 1ste eeuw v.C. en de lste eeuw. •
De opbouw van het Imperium Romanum
•
De erfenis van Rome: Latijn, recht, bouwkunst
6 Het ontstaan van het christendom (1ste - 5de eeuw) •
Het ontstaan van het christendom (de joodse godsdienst en Christus) en de belangrijkste ideeën ervan
•
Van vervolgde godsdienst tot Romeinse staatsgodsdienst
•
De rol van de kerk in de daaropvolgende eeuwen
7 De Germaanse Volksverhuizingen (4de - 5de eeuw) •
De vestiging van Germanen in onze gewesten
•
De blijvende gevolgen: de bekering tot het Christendom; het gebruik van Germaanse talen; het erfelijk koningschap en het recht; het verleggen van het beschavingscentrum van Zuidnaar Noord-Europa
8 De Islam en zijn betekenis voor het Westen (7de - 8ste eeuw) •
De fundamenten van de leer en de rol van Mohammed
•
De verspreiding van de Islam : de eenheid godsdienst-staat (het kalifaat)
9 De feodale maatschappij in West-Europa (8ste - 11de eeuw) •
Het ontstaan en de kenmerken van de standenmaatschappij
•
De betekenis en de rol van Kerk en ridders
•
De verbrokkeling van het gezag en territorium
10 Het ontstaan van de middeleeuwse steden (11de - 12de eeuw) •
De heropbloei van de oude steden en het ontstaan van nieuwe steden in Europa
7
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Geschiedenis (64 lestijden/jaar) •
De stedelijke economie
De tijd van de ontdekkingen en van de ontdekkingsreizen (15de - 16de eeuw) •
De nieuwe technieken en de mogelijkheid tot verkenning van Afrika, Amerika en Azië
•
De grote ontdekkingsreizen en de Europese expansie.
12 De tijd van de tegenstellingen binnen en tussen de Europese staten (16de - 18de eeuw) •
De opkomst van sterke vorsten en de onderlinge machtsstrijd in Europa (absolutisme)
•
De godsdienstoorlogen
13 Het ontstaan van nieuwe samenlevingen: de Verenigde Staten van Amerika en Frankrijk (einde 18de eeuw - begin 19de eeuw) •
Revolutie voor voor vrijheid en/of on afhankelijkheid
•
Op weg naar democratie: volkssoevereiniteit, grondwet, rechten van de mens, vrijheid, gelijkheid
14 De Industriële Revalutie (tweede helft 18de - einde 19de eeuw) •
De nieuwe productiewijze; de gemechaniseerde arbeid
•
Fabrieksarbeid en industriekapitalisme: de sociale gevolgen
15 De Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918/19) •
Aanleiding, oorzaak en verloop
•
Gevolgen van een in oorsprong Europees conflict
16 Van de Tweede Wereldoorlog naar de Koude Oorlog (1939/45 - 1989) •
Opkomst van dictatoriale regimes
•
Oorzaken en verloop van de wereldbrand
•
Blokvorming tussen Oost en West
17 De grote mondiale problemen van de 20ste eeuw vergen internationale samenwerking •
Rijkdom en armoede in de wereld
•
Eerbied voor mensenrechten
•
Milieuproblematiek
THEMA III APARTE ITEMS 1 Stedelijke en rurale ontwikkeling 2 Economische Ontwikkeling 3 Religieuze Geschiedenis 4 Instellingen Ancien Régime 5 Volkskunde en Volksleven
8
OSP – TSO – 2de graad – afdeling Module: – Eenheid: ( lestijden) OF Vak ( lestijden/jaar)
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten : 1
2
Referentiekader: - kunnen structureren om een overzicht te verkrijgen/of te behouden - kunnen voor elk van de ontwikkelingen van het referentiekader een fundamentele maatschappelijke probleemstelling herkennen en de nieuw aangeleerde historische woordenschat gebruiken. Samenlevingen:
1
Referentiekader: zie “Mijlpalen in de geschiedenis van mens en maatschappij”.
2
Samenlevingen
1. kennen het onderscheid tussen de préhistorie en de eigenlijke geschiedenis
Voorbeeld : het ontcijferen van schrift
2. kennen de scharnierdata en de eigelijke betekenis
Voorbeeld :
3. kennen feiten, gebeurtenissen, termen over de bestudeerde cultuurhistorische periodes van de westerse geschiedenis
4. kunnen karakteristieken benoemen van historische/ cultuurhistorische periodes.
alle leerinhouden Voorbeeld : leerinhoud Hellas cultuur: van mythe naar wetenschap, democratie in de Atheense polis Voorbeeld : leerinhoud : De stroomculturen: Mesopotamië/ Egypte, stroom als factor van maatschappelijke organisatie; relatie hoogste gezagsdragers -godheden
OSP – TSO – 2de graad – afdeling Module: – Eenheid: ( lestijden) OF Vak ( lestijden/jaar)
10
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten :
5. kunnen cultuurfasen van de westerse beschaving en de wereld plaatsen in het referentiekader van de geschiedenis,
Voorbeeld: leerinhoud Rome, een imperiale macht Mijlpaal : De Romeinse beschaving van de1ste eeuw v.C tot de 1ste eeuw na C. Voorbeeld:
6. kunnen voorbeelden van materiële cultuur in tijd en ruimte plaatsen, 7. kunnen voorbeelden van materiële cultuur duiden in hun maatschappelijke context.
Parthenon: Hellas (5de eeuw v.C.) voorbeeld: spijkerschrifttablet: Mesopotamië –stroomculturen- rrivierklei als drager van geschrift
8. kunnen de relatieve waarde aantonen van de periodisering van de westerse geschiedenis, door die te vergelijken met de
de islamsamenleving: de islamitische tijdrekening en periodisering
historische periodisering van andere samenlevingen; 9. kennen overeenkomsten en verschillen tussen de ontwikkelingsfasen van de westerse samenleving en tussen de
Voorbeeld : Mijlpalen in de geschiedenis van mens en maatschappij/ islambeschaving verschillen: religie, woning, kleding,... overeenkomsten: economische basis (landbouw, handel, ...)
westerse en een niet-westerse; voorbeelden: 10. kennen de nieuw aangeleerde historische woordenschat en probleemstellingen en kunnen die situeren in de tijd en de historische ruimte van het referentiekader
woordenschat: rijksdeling (9de eeuw - Karolingisch Europa - De feodale maatschappij in West -Europa ) probleemstelling: verweer van de absolute monarchie tegen Verlichtingsideeën (18de eeuw - Europa – Het ontstaan van de vernieuwde samenleving: VSAFrankrijk einde 18de eeuw - begin 19de eeuw)
OSP – TSO – 2de graad – afdeling Module: – Eenheid: ( lestijden) OF Vak ( lestijden/jaar)
11
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten :
11. kunnen voor elk van de bestudeerde ontwikkelingsfasen van de
voorbeeld : Maatschappelijke omwentelingen in de 16 de eeuw
westerse samenleving ten minste twee fundamentele
cultuur: hervorming : vernieuwend
kenmerken geven uit twee verschillende maatschappelijke
politieke structuren: macht van aristocratische elites: behoudend
domeinen en kunnen die evalueren als vernieuwend of
economie: mondialisering van de wereldhandel: vernieuwend
behoudend; 12. kennen fundamentele kenmerken van niet - westerse
voorbeeld:
samenlevingen die kaderen in de wereld van de 5de eeuw tot
wereld van de 15de eeuw
de 18de eeuw;
Afrika: tribale samenlevingen, primitieve economieën (pluk, jacht, landbouw, veeteelt)
13. kennen voorbeelden van gebeurtenissen of ontwikkelingen uit
voorbeelden:
de geschiedenis van onze gewesten die een regio -
Merovingers / Karolingers
overschrijdende betekenis hadden.
kruistochten (Vlaamse inbreng) humanisme: Erasmus
14. kunnen voor twee van de bestudeerde ontwikkelingsfasen van
alle leerinhouden
de westerse samenleving het verband aangeven tussen
voorbeelden:
categorieën in tijd en ruimte.
16de eeuw: kolonisatie -versterking koninklijke macht (Spanje) 18de eeuw: origine van de Industriële Omwenteling in Engeland
OSP – TSO – 2de graad – afdeling Module: – Eenheid: ( lestijden) OF Vak ( lestijden/jaar)
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten :
15. kunnen voor elke ‘Mijlpaal in de ‘geschiedenis van mens en
voorbeeld:
maatschappij’ enkele verklaringselementen aangeven over
mijlpaal: De Romeinse beschaving van de 1ste eeuw v.C -tot de eerste eeuw
eenzelfde fundamentele maatschappelijke probleemstelling.
na C. sociale ongelijkheid: Rome: geboorte, rijkdom (geld/ grond)
16. kennen twee voorbeelden van maatschappelijk gedrag dat
voorbeeld:
normgetrouw is en normafwijkend vanuit de toenmalige
normafwijkend : 16de eeuw - protestantisme
maatschappelijke waarden.
normgetrouw: vroege Middeleeuwen: feodale trouw
17 kunnen toelichten dat feiten en gebeurtenissen uit de
voorbeelden:
bestudeerde samenlevingen invloed uitoefenden op latere
Verdrag van Verdun
samenlevingen of op de hedendaagse.
kruistochten hervorming Franse Revolutie
18 kunnen doelgericht historische informatie opzoeken over
alle leerinhouden
verleden en heden in een gevarieerd en gedifferentieerd
voorbeeld:
leermateriaal.
studie van feodaliteit: gebruik van tekst, beeldbron, atlas,...
OSP – TSO – 2de graad – afdeling Module: – Eenheid: ( lestijden) OF Vak ( lestijden/jaar)
13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten :
19 kunnen in tekstuele, auditieve, visuele, audiovisuele en ICT
alle leerinhouden
informatie ordenen op basis van de criteria historische bron /
voorbeeld: Amerikaanse Revolutie - oorzaken van de opstand: selectie
historiografie en ervan de referentie vermelden.
primaire bronnen + secundaire (leerboeken, encyclopedie, excerpten uit historische werken)
20 kunnen gevarieerd en gedifferentieerd historisch
alle leerinhouden
informatiemateriaal gebruiken om antwoorden te vinden op
voorbeeld:
probleemstellingen.
probleemstelling: slavernij en christelijke moraal (16de-18de eeuw)
21 kunnen hoofd - en bijzaak onderscheiden bij het onderzoeken
alle leerinhouden
van historische informatie over een historisch probleem;
voorbeeld: de Franse Revolutie: prent ( b.v. i.v.m. de drie standen): wijze van voorstellen, kernvoorstelling, boodschap,...
22 kunnen uit historisch informatiemateriaal een standpunt halen
alle leerinhouden
en andere vragen formuleren;
voorbeeld: islam: koranverzen met meerdere betekenismogelijkheden
OSP – TSO – 2de graad – afdeling Module: – Eenheid: ( lestijden) OF Vak ( lestijden/jaar)
14
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten :
23 kunnen historische informatie vergelijken;
alle leerinhouden : voorbeeld: vroege Middeleeuwen - Germaanse volksverhuizingen: atlaskaarten, primaire bronnen, beeldmateriaal (reconstructie tekeningen, afbeeldingen van Germaanse voorwerpen),...
24 kunnen argumenten aanvoeren om hun persoonlijk standpunt te
alle leerinhouden:
verdedigen tegenover een historisch of actueel
voorbeeld:
maatschappelijk probleem;
Franse revolutie: terreur als politiek wapen
25 verruimen bij de studie van de historische stof :
alle leerinhouden
-historische begrippen en probleemstellingen
voorbeeld:
-passen deze beredeneerd toe in een bredere historische
historisch begrip: liberalisme: evolutie van liberalisme van 19de –20ste
context;
eeuw historische probleemstelling: politieke centralisatie –context België
26 geven een overeenkomst en een verschil:
voorbeeld:
-tussen de ontwikkelingsfasen van de westerse samenleving
overeenkomst 19-20ste eeuw:
onderling,
* mondialisering van de wereldeconomie
- tussen ontwikkelingsfasen van westerse samenleving en
* verstedelijking in Westerse wereld/ Afrikaanse wereld
andere samenlevingen;
verschil 19de –20ste eeuw; * relatie kerk - staat in Europa invloed van kerk op * industrialisatie - tribale samenleving in Afrika
OSP – TSO – 2de graad – afdeling Module: – Eenheid: ( lestijden) OF Vak ( lestijden/jaar)
15
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten :
27 kennen de krachtlijnen van de mijlpalen in de geschiedenis van
mijlpalenstudie : van prehistorie tot de 20ste eeuw
mens en maatschappij inzake: - tijd, -ruimte, -socialiteit;; 28 beschrijven fundamentele conflicten en breuklijnen in samenlevingen;
voorbeelden: opkomst van extreem -rechts in Europa tijdens het Interbellum dekolonisatie van Afrika (tweede helft 20ste eeuw)
29 beschrijven de breuklijnen in de evoluerende Belgische samenleving vanaf 1830; de emancipatie van de Vlaamse Gemeenschap in Belgisch staatsverband 30 beschrijven voor twee ontwikkelingsfasen van de westerse samenleving de belangrijkste elementen van het culturele domein, in samenhang met andere elementen van het domein socialiteit;
voorbeelden: sociale gevolgen van de industrialisatie en de sociaal-realisme in de kunst de Tweede Wereldoorlog en ‘Entartete Kunst’
OSP – TSO – 2de graad – afdeling Module: – Eenheid: ( lestijden) OF Vak ( lestijden/jaar)
16
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten :
31 kennen de rol van onze gewesten als medespeler in Europese en
voorbeelden:
mondiale context;
Belgische Revolutie WO I de wereld buiten Europa 1900: Belgisch Congo
32 tonen de structurele verschillen aan tussen de agrarische en de
de tweede industriële revolutie
industriële / post -industriële samenleving; 33 tonen aan dat ideologieën, mentaliteiten, waardestelsels en
voorbeelden:
wereldbeschouwingen invloed uitoefenben op:
liberalisme, nationalisme
-menselijke samenlevingen,
de Russische Revolutie
-menselijke gedragingen;
het Interbellum (fascisme en nazisme)
34 stellen vragen aan het verleden om actuele spanningsvelden te
voorbeelden:
verhelderen;
actuele spanningsvelden: herlevend nationalisme ( nationalisme 18de-19de eeuw), globalisering (kapitalisme van de 19de eeuw), communautaire spanningen ( de emancipatie van de Vlaamse Gemeenschap in Belgisch staatsverband)
35 kunnen doeltreffend informatiemateriaal selecteren;
alle leerinhouden
OSP – TSO – 2de graad – afdeling Module: – Eenheid: ( lestijden) OF Vak ( lestijden/jaar)
17
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten :
36 kunnen de selectie van de informatie kritisch verantwoorden;
alle leerinhouden
37 kunnen bij de studie van een historische probleemstelling:
alle leerinhouden :
-zelfstandig gegevens verzamelen uit een gediversifieerd
voorbeeld:
historisch bronnenmateriaal
liberalisme en nationalisme: USA en de slavernij: probleemstelling: waarom slaven? herkomst van negerslaven in Amerika (17de –19de eeuw) ? slavernij en christelijke moraal;
38 kunnen een redenering opbouwen om een standpunt over een
voorbeeld:
maatschappelijk probleem te nuanceren;
standpunten i.v.m. maatschappelijk problemen: * is geweld een legitiem middel om maatschappelijke veranderingen te realiseren? (liberalisme en nationalisme in de 19de eeuw, de revoluties van 1830,1848); * moet de democratie extreme politieke strekkingen (rechts/ links) toelaten of wettelijke verbieden? (de Russische Revolutie; de Tweede Wereldoorlog).
39 kunnen hun historische methode evalueren en eventueel bijsturen
OSP – TSO – 2de graad – afdeling Module: – Eenheid: ( lestijden) OF Vak ( lestijden/jaar)
18
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten : 3
Aparte items: -
ontstaan van steden verklaren.
-
de stedelijke economie omschrijven als die in handen was van gilden en ambachten.
-
toelichten dat door de scheepvaart de wereld wordt ontsloten.
-
aanduiden dat de kolonisatie de economische en sociale toestanden beter wijzigd.
-
expliciteren dat de triomf van de techniek een nijverheidsaristocratie in leven roept.
-
aantonen dat het christendom een pijler is van het gebouw van onze cultuur.
-
de investituurstrijd bespreken.
-
de inquisitie toelichten.
-
de reformatie interpreteren als breekpunt van de godsdienstige eenheid in West-Europa.
-
het Ancien Régime definiëren door de godsdienstige onverdraagzaamheid, de macht van bevoorrechte standen en het vorstelijk absolutisme.
-
de rol van de schepenbank, de vierschaar en de ammanskamer, die bevoegd waren om recht te spreken, toelichten
- de volkscultuur als som van cultuuruitingen van de mens levend in gemeenschap, formuleren. - de kernen van volksonderzoek (gemeenschap, traditie en functie) centraal stellen en duiden. - illustratieve voorbeelden geven: bedevaarden, volksgeneeskunde, eindejaarsfeesten, carnaval, reuzen, volksverhalen., tovenaars, sagen, legenden, spotnamen…
3. Aparte Items: -
Stedelijke en rurale ontwikkeling
-
Economische Ontwikkeling
-
Religieuze Geschiedenis
-
Instellingen Ancien Régime
-
Volkskunde en Volksleven
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
19
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN GEBRUIK VAN CURSUS De methode die gebruikt wordt om geschiedenis te onderwijzen dient erop gericht te zijn de beperkte lestijd optimaal te gebruiken om taxonomisch hoogwaardige doelen na te streven. Om dat te kunnen, dient het schrijfwerk van cursisten beperkt te worden. Het juist gebruik van een cursus geschiedenis verrijkt dan ook fundamenteel het onderwijs van het leervak geschiedenis: a) de cursus, gebruikt als leermiddel (exposé, bronnenmateriaal), ondersteunt de lesopbouw van de leraar; b) de cursus spoort de cursisten aan om actief aan de les te participeren; het cursus fungeert voor hen niet alleen als historische vraagbaak, maar kan door hen ook worden gebruikt als een betrouwbare leidraad bij het instuderen van de studiestof. Leraren die zelf een cursus ontwikkelen, verplichten zichzelf, in het belang van de cursisten en hun instelling, tot de hoogste wetenschappelijke en formele standaarden. JAARTIMING-JAARPLANNING Het jaarplan is een hulpmiddel om de leerstof op een verantwoorde pedagogisch-didactische wijze te verdelen over het aantal beschikbare lestijden. Het vorderingsplan is een controlemiddel om na te gaan of de geplande leerstof effectief werd behandeld. Het jaarplan is een persoonlijk werkdocument, dat op gezette tijden dient bijgewerkt en aangepast te worden aan de reële jaartoestand voor het vak. Geactualiseerde kopieën worden ook op het schoolsecretariaat bewaard. De jaarplanning voor het vak geschiedenis kan ook in een bijzondere rubriek de effectief behandelde leerstof vermelden. DE MOTIVERING VAN DE CURSISTEN Het motiveren van cursisten voor de stof die zal worden onderwezen en, eventueel, voor de gebruikte werkvormen, is een essentiële voorwaarde voor het welslagen van het onderwijs. Het is immers die motivering, die het moet mogelijk maken dat cusisten zich bij de leerstof betrokken voelen. LEERSTOFKEUZE Per lesitem (en finaal per leseenheid), dient de leraar een stofkeuze te maken. Die keuze is van groot pedagogisch-didactisch belang en bepaalt in belangrijke mate de studieresultaten. De keuze moet rekening houden met:
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar) 1 de algemene en specifieke leerdoelen; 2 het leerniveau en het studiepeil van de cursisten; 3 het aanbieden van afgeronde stofgehelen; 4 het vermijden van encyclopedisme. Het leerplan geschiedenis biedt voldoende ruimte om de leerstof aan te passen aan cursistengroep en om maximaal rekening te houden met hun creatieve mogelijkheden en behoeftes. TOELICHTING VAN DE LEERSTOF Actualisering: van verleden naar heden. De historische stof dient waar mogelijk geactualiseerd. Historisering: van heden naar verleden. Het geschiedenisonderwijs moet plaats inruimen voor actualiteit. In het kader van een ‘excursie’ kan een actueel thema worden bestudeerd en kunnen de historische wortels ervan worden bloot gelegd. Beide didactische technieken dragen bij tot de opbouw van het historisch bewustzijn van cursisten. Leerplanleerstof en klaswerk: niet alle leerstof moet via klasonderwijs worden aangebracht. Via projectwerk, al of niet vakoverschrijdend, didactische uitstappen, ... kan leerstof worden behandeld. Leerstofdifferentiatie: de verschillende aanleg en belangstelling van cursisten in OSP vergen een andere aanpak van de leerstof. LEERMIDDELEN Geschiedenisonderwijs steunt op het gebruik van leermiddelen. Volgende leermiddelen worden in de lessen geschiedenis van het secundair onderwijs gebruikt: 1 tekstbronnen 2 beeldbronnen 3 gekwantificeerde bronnen: statistiek, grafiek,... 4 audiovisuele bronnen 5 geluidsbronnen 6 facultatief: artefacten en historische voorwerpen Het gebruik van audiovisuele en auditieve leermiddelen mag in de lessen geschiedenis niet ontbreken. Het gedoseerd gebruik ervan moet blijken uit lesvoorbereiding en de jaarplanning.
20
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
21
ICT In de lessen geschiedenis moet ICT worden gebruikt. Het gebruik ervan en de nagestreefde doelen moeten blijken uit de lesdocumenten (jaarplanning / lesvoorbereiding). Het gebruik van ICT : - moet het geschiedenisonderwijs ondersteunen, - moet een duidelijke meerwaarde betekenen in vergelijking met het gebruik van andere informatiebronnen, - moet didactisch functioneel zijn (alleen waar nodig en nuttig). HET WELBEVINDEN VAN DE CURSISTEN Historische vaktaal en Nederlands als instructietaal De leraar geschiedenis doet er goed aan zich steeds rekenschap te geven van het feit dat cursisten het Nederlands niet perfect beheersen. Algemeen vocabularium, vakvocabularium, instructievocabularium, zinsbouw en taalabstractieniveau kunnen soms leermoeilijkheden veroorzaken. Het is derhalve belangrijk dat leraren geschiedenis (die in belangrijke mate een beroep doen op mondelinge en schriftelijke taalbeheersing) zich vergewissen van het taalbeheersingsniveau van de cursisten. De leraar geschiedenis bewaakt het Nederlands (vakvocabularium én instructiestaal) dat hij in de lessen gebruikt. Cursisten en veiligheid op school Inzake de veiligheid van de cursisten is een bijzondere wetgeving van kracht. Meer bepaald bevat deze wetgeving technische voorschriften die in acht moeten worden genomen m.b.t. de uitrusting en inrichting van lokalen, veiligheidsvoorschriften i.v.m. aankoop en gebruik van toestellen, leermiddelen en allerhande onderwijsmateriaal (o.a. duidelijke Nederlandstalige handleidingen, technische voorschriften...). Wanneer vakleraren in dit verband gebreken vaststellen, dienen ze die onverwijld aan de directie mede te delen. ONDERWIJSSTIJL EN KLASATMOSFEER De onderwijsstijl van een lesgever hangt nauw samen met zijn persoonlijkheid. De docent: 1 staat open voor de noden en de (studie)problemen van cursisten, 2 is bereid cursisten te consulteren voor aspecten van de onderwijs - en lesorganisatie voor het vak geschiedenis, 3 gaat een rechtlijnig en correct om met alle cursisten, 4 geeft blijk van een deskundige inzet ten behoeve van de cursisten, het leervak en de school, 5 onderwijst op een bezielende wijze geschiedenis.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
22
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN Het succesvol onderwijzen van een leervak steunt op twee fundamenten: deskundige en gemotiveerde leraren enerzijds en het ter beschikking hebben van een minimum aan leermiddelen anderzijds. MINIMALE UITRUSTING Voor het onderwijs van het leervak geschiedenis wordt dit minimum als volgt vastgesteld. Leslokaal Het vak geschiedenis wordt onderwezen in een vast lokaal, d.i. een lokaal dat blijvend voor het onderwijs van geschiedenis wordt gebruikt. In geval van gebrek aan voldoende lokalen kan het vaklokaal geschiedenis worden gedeeld met een ander vak (b.v. t aalvak). a) het leslokaal geschiedenis dient een historisch karakter te hebben en kan daartoe aangekleed worden met historische elementen. b) het leslokaal geschiedenis: - biedt mogelijkheid tot projectie (verduisterbaar, projectiescherm); - beschikt over een overheadprojector - beschikt over degelijk, d.i. een goed beschrijfbaar en afleesbaar schoolbord (bij voorkeur een vleugelbord in de hoogte verstelbaar); - beschikt over voldoende opbergmeubelen voor leermateriaal en boeken; - beschikt over minimum een wandkaartenhouder; - beschikt over een prikbord. De leraar geschiedenis dient in de school te beschikken over een goed uitgerust PC-lokaal, (12-15 computers, CD-rom toepassing, internetaansluiting, PC-projector), dat hem in staat moet stellen ICT in zijn lessen te integreren. Leermiddelen Om de leerplannen geschiedenis naar behoren uit te voeren beschikt de leraren geschiedenis minimaal over volgende leermiddelen: a) een tijdsbalk; b) een stel historische atlassen naar rato van één per leerling; c) minimum twee wandkaarten per historische periode, aansluitend bij de jaarleerstof; d) stellen transparanten (beeldbronnen, kaarten, grafieken,...) die aansluiten bij de jaarleerstof. AANVULLENDE UITRUSTING Het verdient aanbeveling het leslokaal geschiedenis bijkomend uit te rusten met audiovisuele media met bijhorende leermiddelen (diaprojector, videoapparatuur, ICT apparatuur). Een bijkomende 'tweede atlas' (rijker gestoffeerd, hoger niveau,..) betekent een didactische meerwaarde. Een goed voorziene historische klassenbibliotheek verrijkt het geschiedenisonderwijs en is een stevige steun om de basisdoelstellingen van het geschiedenisonderwijs in deze opleiding te helpen realiseren.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
23
EVALUATIE Doel De evaluatie vormt het sluitstuk van het onderwijsproces. De evaluatie verschaft informatie over: a) de leervorderingen van de cursisten; b) de efficiëntie en het resultaat van het onderwijsleerproces zoals het werd georganiseerd door de leraar geschiedenis. Organisatie van de evaluatie De leraar dient derhalve grote zorg te besteden aan de voorbereiding en de organisatie van de evaluatie. Het verdient aanbeveling deze materie te bespreken in de opleidingsraad geschiedenis, teneinde de evaluatie voor de cursisten in alle leerjaren op samenhangende wijze te laten verlopen. De opleidingsraad kan zich beraden over o.a. volgende elementen. Ontwikkeling van een visie op de organisatie van de vakevaluatie a) evaluatie-aanpak: de vakevaluatie beoogt het beoordelen van de leervorderingen van alle cursisten; dat vergt een aanpak die steeds in functie van het concrete cursistenpubliek en de concrete leraarsopdracht dient te worden ingeschat. b) de bezinning over een evaluatie-aanpak impliceert het nemen van een beslissing over: * het evaluatie-instrumentarium: de evaluatiemiddelen die voor het meten van de leervorderingen worden ingezet: herhalingstoetsen en formele evaluaties; * de organisatie van de evaluatie: frequentie, planning herhalingsbeurten, evaluatie-afspraken met de cursisten. De evaluatie van het leervak geschiedenis Dagelijks werk Volgende algemene principes worden toegepast in de lessen geschiedenis, nl. de studieijver en klassikale inzet kunnen, binnen bepaalde grenzen, de rapportevaluatie positief of negatief beïnvloeden.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
24
Examens * Een examen duurt in de regel maximaal twee lestijden. Langere examenduur kan op grond van een pedagogische en/of docimologische motivering worden voorgesteld aan het instellingshoofd. Hij beslist, desgewenst na het inwinnen van advies bij de Pedagogische Begeleidingsdienst. * De examenvragen kaderen in het taxonomisch model van het leerplan. Voor de aanvang van de examens en overeenkomstig de dienstregeling van de school worden onder gesloten omslag aan de directie de modeloplossingen overhandigd samen met een gedetailleerde puntenverdeling (dit is een verantwoord cijfer per gewenst element van het antwoord), en die worden geëvalueerd. Het gebruik van de resultaten van de evaluatie in het onderwijsproces Het evalueren van leerlingen krijgt zijn volle waarde wanneer de resultaten ervan in het onderwijsproces van de leraar worden verdisconteerd. Dat kan o.m. gebeuren op de volgende wijze: T.a.v. de cursisten * controle in hoeverre de cursisten de leerplandoelen hebben bereikt of /nagestreefd; T.a.v. de leraar De leraar kan door de studie van de evaluatieresultaten zijn onderwijsproces analyseren en de verdiensten en tekortkomingen ervan detecteren. Bovendien zullen de evaluatieresultaten moeten aantonen of de leerplandoelen op voldoende wijze werden bereikt of nagestreefd. Die analyse omvat o.m.: * het aantal geslaagden/mislukten per vraag/per klas; * het maken van klasgemiddelden; * het maken van vraaggemiddelden; * het toetsen van de waarde van evaluatie-instrumenten. De bevindingen van de analyse kunnen nuttig zijn om het onderwijsproces en de evaluatie die erbij aansluit aan te passen..
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
25
BIBLIOGRAFIE Algemene bibliografie -- Encyclopedie van de wereldgeschiedenis, 6 dln. Sesam, 1992. Algemene Geschiedenis der Nederlanden, 15 dln. Fibula Van Dishoeck, 1981-1982. - Handboek van de Tweede Wereldoorlog, 3 dln. Spectrum, Antwerpen 1980. - Jaarboeken: Keesing Historisch Archief Spectrum Jaarboek Winkler Prins Jaarboek - Kroniek van België, Antwerpen, Standaarduitgeverij, 1987. - Kroniek van de 20 ste eeuw, Amsterdam - Brussel, Standaarduitgeverij, 1985. - Rechten van de mens in mondiaal en Europees perspectief, Nijmegen, 1986. - Rechten van de mens in verdragen, verklaringen, resoluties, Maarssen, 1989, 3de ed. - Reeks Time Life Wereldgeschiedenis, Amsterdam, 1990. - Standaard Wereldgeschiedenis van de 20ste eeuw: 1900-1965, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1980. - Ph. ARIES en G. DUBY, (red.) Geschiedenis van het persoonlijk leven. 5 dln. Amsterdam, Agon, 1988 - 1990. - A. BAART, J. LOUAGE, (red.) Culturele geschiedenis van Vlaanderen, (10 dln.) Deurne, Baart, 1983. - W. BLOCKMANS, (red.) 5000 jaar Europa: landschap, steden, handel, politiek. Utrecht, Kosmos, 1994. - J. GULDENTOPS, Internet en Geschiedenis, Leuven, Acco, 1996. - P. JANSEN, H. DE SCHEPPER e.a., De gouden Delta, 20ste eeuw, Beschaving tussen Seine en Rijn, Antwerpen, Mercator fonds, 1996. - België in de Tweede Wereldoorlog, 9 dln. Kapellen, Nederlandse Boekhandel, 1990. - Reeks Onze jaren: 1945-1970. Amsterdam, Spectrum, 1972 - 1975. - Op internet 700 diareeksen en video's, - WWW. NGONET. BE. - van COCOS, documentatiecentra Derde Wereld, NGO's. - W. Schuerrmans. Handboek en handleiding Mijlpalen. Uitgeverij de Sikkel. Malle Streekbibliografie DE KOK H., 1999, De Kempen. Geografie, Geschiedenis, Cultuur, Cursus Streekgids, Turnhout, 145 p. DE KOK H., 1980, gids voor het Oude Turnhout en Omgeving.
1. Stad Turnhout. Standaard-Fibula-Van Dishoeck. Antwerpen Amsterdam, 282 p. 2. De Omliggende Gemeenten. Standaard-Fibula-Van Dishoeck. Antwerpen Amsterdam, 307 p.
DE WACHTER L., 1942-57, Repertorium van de Vlaamse gouwen en gemeenten. 6 dln, Antwerpen. JANSEN J.E., 1939-1943, Bibliografie der Antwerpse Kempen. 2 dln, Turnhout. SMET J. en DE KOK H., Bibliografie … van de Antwerpse Kempen. In : Jaarverslag van de Wetenschappelijke Stadsbibliotheek Taxandria en het Stadsarchief te Turnhout ; lopend vanaf 1974, verschijnt jaarlijks of tweejaarlijks. Voor de periode 1951-1973 is nog geen bibliografie voorhanden, doch men kan zich behelpen met de lectuurgids van Oudheid en Kunst.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
26
JANSEN J.E., 1946, Turnhout en de Kempen, Turnhout. BAUWENS - LESENNE M., 1965, Bibliografisch repertorium der Oudheidkundige vondsten in de provincie Antwerpen (vanaf de vroegste tijden tot de Noormannen). Brussel. ROOSENS P., 1958, Taxandria in de Romeinse en Mervingische tijden in Taxandria. PIRENNE H., Geschiedenis van België, 4 delen, La Renaissance du Livre, Brussel. VERHEYLEN L. en STALMANS J., 1975, België ontleed en toegelicht, Ontwikkeling, Antwerpen. WITTE E., 2000, Politieke Geschiedenis van België, V.U. Boekhandel JANSEN H., 1999, Geschiedenis Lage Landen, Spectrum TER HAAR, 1998, 2000 jaar geschiedenis Lage Landen VLA, 2000, Grote Mythen uit Geschiedenis België, EPO Audiovisueel materiaal De beschikbaarheid van de video's die hieronder worden vermeld kan moeilijkheden opleveren. Ze kunnen wellicht wel worden ontleend in grotere openbare bibliotheken. Documentaires op video Algemeen Het leven van de kleine man, 13 dln. BRT. Boulevard-reeks. BRT. Keerpunten. Teleac. Prehistorie/Oudheid Verleden/ Prehistorie/ Kelten. BRT. Romeinen in Numidia/ Marokko/ Limes. BRT. Middeleeuwen De fascinerende Middeleeuwen. Teleac. In het spoor van de kruisvaarders. Teleac. Moderne tijden 500 jaar Latijns-Amerika. BRT. Mexico BRT. Hedendaagse tijd People's Century. BBC. 150 jaar leven der Belgen. 12 dln. BRT. De Nieuwe Orde. NOT. (nu TELEAC) Nationaal-socialisme in Duitsland. 1918-1945. NOT (nu TELEAC) De geschiedenis van Duitsland. (1871-1990). NOT. (nu TELEAC) De staatshervorming in beeld. Federale Voorlichtingsdienst. De geschiedenis van de Europese integratie. 2 dln. BRT. SHOAH. 3dln. Soldaten van steen. Passendale. BRT.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar) Unser Vaterland muss grosser sein. BRT. De Supermachten: de VSA. 9 dln. BRT. Rusland en de Sovjet-Unie. 11 dln. BRT. Hitler. 6dln. BRT. Wereldoorlog II. 5 dln. BRT. Monarchie en macht. 5 dln. BRT. De Franse Revolutie. 3 dln. BRT. De Oostenrijkse Nederlanden. BRT. Armoede in België. 4 dln. BRT. In naam van de Führer. BRT. België en Kongo. 9 dln. BRT. Onze politieke instellingen: de knikkers en het spel. BRT. Het einde van het Brits Imperium. ( Rhodesië, India) BBC. De slag bij de Somme. BBC. The past at work. BBC. cd-roms Algemeen 500 Nations (Indianenproblematiek). Windows. Clothes we wore. Windows. Eyewitness History of the world. DK. History of Medecine. Windows. Paris, history & splendour. Hybride. CD - ROM Total History. BUR. De grote musea van Europa. Vol. 1 en 2. Windows. Encyclopédie de la musique. Windows. Le Grand Louvre. Windows. Louvre, the palace and its paintings. Hybride. Microsoft Art Gallery. Windows/ mac. Musée d'Orsay. Windows. Our secret century. Vol. 1,2,3,4. Hybride. The Vatican paintings gallery. Windows/ mac. Trésors de la Russie. Windows. Uffizi. Windows. Uffizi museum. Windows. History Through Art. 800 b.C. - A.D. 1550. ZCI. History Through Art. A.D. 1545 - 1900. ZCI. Great Artists - in association with the National Gallery. ATT. Prehistorie en Oudheid
27
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar) Homo Sapiens. Windows. Musée de l'Homme. Hybride. Introduction to archaeology. Hybride. Ancient Civilisations of the Mediterranean. Windows/Mac. Exploring Ancient Cities. Hybride. Exploring Ancient Architecture. Windows. Middeleeuwen MindQuest: Medieval France. BLUm. Jeanne d'Arc et la vie quotidienne au Moyen-Age Desclée-de Brouwer Moderne Tijden Explorers of the New World. Windows. Medici: Great moments of history. Windows. Renaissance of Florence. Windows. Eeuw van Van Eyck. Hybride. Eeuw van Brueghel. Hybride. Eeuw van Rembrandt. Hybride. Eeuw van Rubens. Hybride. Eeuw van Vermeer. Hybride. Leonardo da Vinci: the paintings. Windows. Leonardo the Inventor. INTp. Michelangelo. Windows. Michelangelo sculptures et peintures. Hybrides. The Sixtine chapel. Windows. Hedendaagse Tijd Napoleon. Windows. Napoleontisch Europa en het keizerrijk. Mac. World History. The Napoleonic Era. Hybride. World History. The scientific revolution. Hybride. Civil War. Windows. World War 1. Windows. World War 2. Windows. World War 2: Global Conflict. Windows. World War 2: Sources & Analysis. Windows. World War II Archives. Windows. World War II Encyclopedia. SOFk. Atomic Age. Hybride. The War in the Pacific. Windows. D- Day: 100 days of destiny & Normandy. Hybride. The Holocaust. QUA. Events that changed the world. Hybride. Gandhi, apostle of peace and nonviolence. Windows.
28
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar) World History. The Russian Revolution. Hybride. The New Russia and her neighbours. RTA. Greatest Moments of the 20th Century. Windows. Histoire au jour le jour. Dos. Inside the White House. Windows. Time Almanac of the 20th Century. Windows/Mac. Makers of the 20th Century. Windows. Vietnam. Windows. Salt of the earth (arbeidsverhoudingen, discriminatie). Hybride. Paul Cézanne. Hybride. Paul Cézanne, Portrait of my world. Windows. Rodin. Windows. Van Gogh: Starry Night. Hybride. Van Gogh: Life and Works. Windows. An interactive adventure in Art. Matisse, Aragon, TUR. Prokofiev. Exploring Modern Art. ATT. Une promenade dans l'Art du XXème siècle. HACh. Mondrian. ILP. The Impressionist Revolution. - Monet, Verlaine, Debussy. TUR. Internet 700 diareeksen en video's: WWW.NGONET.BE. van COCOS, documentatiecentrum Derde Wereld NGO'S. Lijst van de bruikbare cd-i Algemeen Standaard Interactieve Encyclopedie. Philips. Compton's Interactive Encyclopedia. Philips. Kings and Queens of England. CMM. De kunstschatten van Rusland, St. Petersburg en de Philips. collectie van de Hermitage. Prehistorie en Oudheid Pompeï. Philips. Middeleeuwen L'Architecture cistercienne. Philips. Moderne Tijden Rembrandt. Philips. The Renaissance Gallery. Philips. De Renaissance van Florence. Philips. De Hollandse meesters. Philips. Hedendaagse Tijd Oogst van de zon. Leven en kunst van Vincent Van Gogh. Philips.
29
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
30
Prelude. Voorlopers van de moderne kunst en muziek. Philips. De Franse impressionisten. Philips. The world of impressionism. Philips. Paris de la belle époque. Philips. Dit was 1994. Wereldnieuws overzicht. Philips. Dit was 1995. Wereldnieuws overzicht. Roularta. Daens. Philips. The War Years: Europe in Flames. 1938-1940. Philips. The War Years: The Years of Victory. 1941-1945. Philips. D-Day: the official story. Philips. Robert E. Lee. Philips. The battle for Arnhem. Philips Lijst van bruikbare films Prehistorie en Oudheid Quest for fire. Middeleeuwen Bravehart. Moderne Tijden Cromwell. 1492. Conquest of paradise. A man for all seasons. La prise de pouvoir de Louis XIV. Hedendaagse Tijd Ragtime. Una giornata particolare. Hope and glory. All quiet on the western front. Ghandi. Novecento. Nicolas and Alexandra. The killing fields. The longest day. Daens. The last emperor. Revolution Lawrence of Arabia. Schindler's List. Bibliografie per periode Prehistorie - G. BIBBY, Opgegraven verleden, de archeologische ontdekkingen in prehistorisch Europa, Amsterdam,
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
31
1979. - J.H.F. BLOEMERS, T. VAN DORP, Pre-en protohistorie van de Lage landen, Hilversum, 1991. - J. BRONOWSKI, De mens in wording, Amerongen, 1978. - CAPENBERGHS, Gisteren Voorbij, Leuven, 1991. - S.J. DE LAET, Prehistorische culturen in het zuiden der Lage Landen. 2de uitg., Wetteren, 1979. - L.P. LOUWE KOOYMANS, Voltooid Verleden tijd? Een hedendaagse kijk op de prehistorie. Amsterdam, 1980. - R.E. LEAKEY, Op het spoor van de mens, Utrecht/Antwerpen, 1981. Oudheid Nabije en Midden-Oosten - P. AMIET e.a, Ontstaan en ontwikkeling van het schrift, Brussel (Generale Bankmaatschappij), 1985. - B. BEGELSBACHER, Kunst en beschaving, Egypte, Brussel, 1987. - -B. LEWIS, Het Midden-Oosten, 2000 jaar culturele en politieke geschiedenis, Amsterdam, 2001. - P. CLAYTON, Kroniek van de farao's, Een compleet overzicht van de heersers en dynastieën van het Oude Egypte, Becht, 1995. - A. EGGEBRECHT, Het Oude Egypte, 3000 jaar geschiedenis en cultuur van het rijk der farao's, Houtem, 1986. - Time -Life (ed) De vroegste beschavingen, dl. 1, Doorbraak in Sumerië. Heerschappij der farao's, Het Kretenzische Rijk, Ontwikkeling in Azië, Amsterdam,1987. - R. J. UNSTEAD, Egypte en Mesopotamië, Amsterdam, 1979. - P. MONTET, Zo leefden de Egyptenaren in de Oudheid, Baarn, 1978. - J. VERGOTE, De godsdienst van het Oude Egypte, Leuven, 1987. - L. LAROCHE, Mesopotamië, Alphen a/d Rijn, 1981. TSO – 3de graad – Toerisme 39 AV Geschiedenis: 1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 2 lestijden/week Griekse Wereld - Rome - Christendom - Byzantium - G. BARTELINK, M.A. BEEK, A. VAN DEN BORN, Woordenboek der Oudheid. Roermond, 1965-1985. - G. BARTELINK, Het vroege christendom en de antieke cultuur, Muider- berg, 1986. - H. BENGTSON, Geschiedenis van de Oude Wereld, Nijmegen, Het Spectrum, 1994. - P. BRIANT, De wereld van Alexander de Grote, Antwerpen, Standaard uitgeverij, 1991. - G. BURENHULT, Mens en samenleving in de Oude Wereld, Utrecht, Kosmos, 1995. - H. CHADWICK en G. EVANS, Atlas van het Christendom. Antwerpen, Standaarduitgeverij, 1988. - J.CARCOPINO, Het dagelijks leven in het oude Rome, Antwerpen, Standaarduitgeverij, 1987. - L. De BLOIS, R.J. VAN DER SPEK, Een kennismaking met de Oude Wereld, Muidenberg, 1983. - L. DE BLOIS e.a., De Romeinse wereld, Leven en werken in het Romeinse rijk in het begin van onze jaartelling, Zutphen, 1983. - P. DE MEYERE, Romeins recht, Een praktische inleiding voor classici en historici, VLG, 1992. - E. EYBEN, De onstuimigen, Geschiedenis van de Romeinse jeugd. Antwerpen, Pelckmans, 1987. - M.I. FINLEY, De Oude Grieken, Leuven, 1996.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
32
- S. LAUFER, De klassieke geschiedenis in jaartallen, Nijmegen, Aula, 1969. - G. KOOLSCHIJN, Plato, De strijd tegen het democratische beest, Amsterdam, Ooievaar, tweede dr. 1996. - P. LEVI, Atlas van het Oude Griekenland, Brussel, 1982. - F.G. MAEREBOUT, De Oudheid, Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis, Baarn, Ambo, 1995. - G. MERTENS, De nieuwe Romeinen, Antwerpen, Spectrum, 1987. Vergelijking Rome met VSA. - H. PLEKET, H.W. SINGOR, H. VERSNEL, Korte maatschappijgeschiedenis van de antieke wereld, Groningen, 1983. - A. PROVOOST, De Atheense politieke idealen in beeld, Leuven-Amersfoort, 1986. - P.J. REIMER, Prisma woordenboek der Klassieke Oudheid, Wijnegem, 1984. - R. RENSON, Geschiedenis van de sport in de Oudheid, Leuven, 1981. - H. D. STOVER, De Romeinen, De geschiedenis van een machtig wereldrijk. Baarn, Tirion, 1992. - M. VERCRUYSSE, H. VERBRUGGEN, B. VERMEERSCH, De eeuw van Pericles. Brussel, 1986. - M. VONCKERS, H. HERMANN, De Romeinse en Perzische wereldrijken. Brussel 1987. - S. VRONIS, Byzantium en Europa, Amsterdam, 1989. Middeleeuwen - W. BLOCKMANS, Een middeleeuwse vendetta, Antwerpen, Het Spectrum, 1987. (Beeld van middeleeuwse stad rond 1300) - W. BLOCKMANS, (red.) Europa door de eeuwen heen: wetenschap, transport, oorlogen, sporten, spel, gezondheid en kunst, Utrecht, Kosmos, 1994. - W. BLOCKMANS , P. HOPPENBROUWERS, Eeeuwen des onderscheids, Amsterdam, 2002 - J. BUISMAN, Bar en boos, Zeven eeuwen winterweer in de Lage Landen, Baarn, Ambo, 1984. - J. BUMKE, Hoofse cultuur, 2 dln., Utrecht-Antwerpen, Spectrum, 1987. - G.J.M. BARTELINK, De geboorte van Europa, Van het laat- Romeins imperium naar de vroege Middeleeuwen, Muiderberg, Dick Coutinho, 1989. - R. BAUER, De twaalfde eeuw, Een breuklijn in onze beschaving, Antwerpen, DNB, 1984. - H. BREDERO, Christenheid en christendom in de Middeleeuwen. Over de verhouding van godsdienst, kerk, en samenleving, Kapellen, DNB, 1986. - J. BOSWELL, Overgeleverd aan vreemden, Het verlaten van kinderen in de Oudheid en Middeleeuwen, Leuven, 1990. - J. BRONSTED, Zo leefden de Vikingen ten tijde van de invasies tussen 800 en 1100, Baarn, Hollandia, 1986. - L. DE MECHELEER, De armoede in onze gewesten van de Middeleeuwen, tot nu, Brussel, (ARA Brussel, Educatieve dienst, Dossiers, Tweede Reeks 6) 1991. - R. DE BOER, J. VAN HERWAARDEN en J. SCHEURKOGEL, Middeleeeuwen. Groningen, WoltersNoordhoff, 1989. (mooiste synthese late Middeleeuwen) - A. D'HAENENS, De wereld van de Hanze, Antwerpen, Mercatorfonds, 1984. - G. DUBY, De drie orden, Het zelfbeeld van de feodale maatschappij, 1025- 1225, Amsterdam - Brussel, Elsevier, 1985. - G. DUBY, De Kathedraalbouwers, Portret van de middeleeuwse maatschappij, 900-1420, Amsterdam -
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
33
Brussel, Elsevier, 2de druk, 1989. - U. ECO, Kunst en schoonheid in de Middeleeuwen, Baarn, Kluwer, 1989. - L. GENICOT, Cultuurgeschiedenis der Middeleeuwen, Utrecht-Antwerpen, Spectrum, 1983. - M. HUIG, De vijftiende eeuw, Utrecht, Spectrum, 1995. - E. JAMES, De Franken, Baarn, Ambo, 1988. - J. JANSEN, Geschiedenis van de Middeleeuwen, 7de uitg., Utrecht- Antwerpen, Spectrum, Aula 620, 1988. - E. JUNG, De Germanen, bloei en neergang van de bedwingers van het Romeinse rijk, Baarn, Tirion, 1993. - F. KLOEK, De pauselijke banvloek, Amsterdam, Aramith, 1987. - J.P. LECAT, De Bourgondische Uitdaging, Brussel, Elsevier, 1985. - J. LE GOFF, De cultuur van middeleeuws Europa, 2de druk, Amsterdam, Wereldbibliotheek, 1987. - J. LE GOFF, De woekeraar en de hel, Economie en religie in de Middeleeuwen, Kapellen, Pelckmans, 1989. - E. LE ROY LADURIE, Montaillou, Amsterdam, Bakker, 1984. - LINDEMANS, Geschiedenis van de landbouw, 2 dln. Genootschap voor geschiedenis en volkskunde. - A. MAALOUF, Rovers, Christenhonden, vrouwenschenners, De kruistochten in de Arabische kronieken, Utrecht, Kosmos, 1988. - R. MARSHALL, Opkomst en ondergang van het Mongoolse keizerrijk: van Djenghis Khan tot Koebilai Khan, Baarn en Stichting Teleac, Utrecht, 1993. - L. MILIS, De Heidense Middeleeuwen, Turnhout, Brepols, 2de druk, 1992. - P. MORREN, De Eerste Kruistocht, (1095-1099) Leuven, 2000. - R. PERNOUD, Vrouwen in de Middeleeeuwen, Baarn, Kluwer, 1986. - C. PLATT, Panorama van de Middeleeuwen, Utrecht, Bruna, 1988. - W. PREVENIER, W. BLOCKMANS, De Bourgondische Nederlanden, Antwerpen, Mercatorfonds, 1986. - B. TUCHMAN, De waanzinnige 14de eeuw, Amsterdam- Brussel, Elsevier, 1980. - J. M. VAN WINTER, Ridderschap, ideaal en werkelijkheid, 3de uitg. Haarlem, Fibula-Van Dishoeck, 1981. - J.F. VERBRUGGEN, R. FALTER, 1302, opstand in Vlaanderen, Tielt, 2001. - A. VERRYCKEN, De Middeleeuwse wereldverkenning, Leuven, Acco, 1990. - R. WEIS, De laatste Katharen, Utrecht, 2001 Moderne tijden - C. BAUDEZ, S. PICASSO, De verloren steden van de Maya's, Standaard Ontdekkingen, Antwerpen, Standaarduitgeverij, 1992. - M. BELIEN, e.a., Een geschiedenis van Europa 1550-1815. Historisch overzicht, Haarlem, Gottmer Educatief, 1983. - M. BEAUD, Geschiedenis van het kapitalisme, van 1500 tot heden. Utrecht, Aula, 1994. - W. BLOCKMANS, Keizer Karel, de utopie van het keizerschap, Leuven, 2000. - D. BOORTSIN, De ontdekkers, (geschiedenis van de wetenschap), Amsterdam, Agon, 1992. - F. BRAUDEL, Beschaving, economie en kapitalisme (15de -18de eeuw), 2 dln. Amsterdam, Contact, 1989-1990.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
34
- P. BURKE, De Italiaanse Renaissance, Amsterdam, Agon, 1988. - B. DE LAS CASAS, De verwoesting van de West-Indische landen, Vertaling van Brevissima relacion de la destruccion de las Indias, 1552 door M. Van Nieuwstadt, Leuven, Kritak, 1992. - F. DE NAVE en L. VOET, Museum Plantin-Moretus, Brussel, Gemeentekrediet, 1989. - L. DE VOS, Veldslagen in de Lage landen, Leuven, Davidsfonds, 1995. - H.A. DIEDERIKS, Van agrarische samenleving naar verzorgingsstaat, De modernisatie van WestEuropa sinds de vijftiende eeuw, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1987. - M. DOMINGO, Over onbekende zeeën, De ontdekkingstochten van de Feniciërs tot J. Cook, Leuven, Davidsfonds, 1994. - A. KASPI, Geschiedenis van de VSA, dl. 1, 1607-1945. Utrecht, Aula, 1988. - P. KENNEDY, De wisselkoers van de macht, De economische en militaire opkomst en neergang van de grote mogendheden tussen 1500 en 2000. Utrecht / Antwerpen, Bruna, 1989. - R. LEMM, Ochtend van Amerika, De Indiaanse wereld van vóór Columbus en de Spaanse veroveringen van de zestiende eeuw, Kapellen, Pelckmans, 1989. - E. LE ROY LADURIE, Geld, liefde en dood in de Pays d'Oc. Baarn, Kluwer, 1989. - C. LIS, H. SOLY en D. VAN DAMME, Op vrije voeten? Sociale politiek in West-Europa (1450-1914) Leuven, Kritak, 1985. - A. MARCZAK, De ontdekking van het reizen, 2de dr. Utrecht, 2001. - D.J. ROORDA, Overzicht van de nieuwe geschiedenis, de algemene geschiedenis van het einde der Middeleeuwen tot 1870, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1987. - P. SPIERENBURG, De verbroken betovering, Mentaliteitsgeschiedenis van preïndustrieel Europa, Hilversum, 1988. - Ch. TILLY, Europese revoluties, 1492-1992, Amsterdam, Agon, 1993. - B.W. TUCHMANN, Het eerste saluutschot, (Amerikaanse onafhankelijheidsstrijd) Antwerpen, Standaarduitgeverij, 1988. - S. VAN DEN ABEELE, (red.) Ontdekking of verovering? 500 jaar Amerika herdenken, NCOS, Brussel,1992. - M. VAN OS, Kennismaking met de geschiedenis van de moderne tijd, Muiderberg, 1984. - H.P. VOGEL, Geschiedenis van Latijns-Amerika, Antwerpen, Spectrum, 1984. - I. WALLERSTEIN, Het moderne wereldsysteem. dl. 1, Europese wereldeconomie in de zestiende eeuw, Heureka, Nieuwkoop Holland, 1978. dl. 2, Mercantilisme en de consolidatie van de Europese wereldeconomie, 1600-1750, Heureka, Nieuwkoop Holland, 1983. Hedendaagse tijd BELGIË - België in de Tweede Wereldoorlog, 10-delige reeks, Kapellen, 1985-1991. - H. BALTHAZAR e.a., Honderd jaar socialisme, 1885-1985, Leuven, Kritak, 1985.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
35
- H. BALTHAZAR, J. COGNIAUX, e.a. 1940-1945, Het dagelijks leven in België. Brussel, ASLK., 1984. - A. CAHEN, e.a., Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel, emeentekrediet, 1989. (Overzicht van de mooiste stukken). - J. DHONDT, e.a., Geschiedenis van de Socialistische arbeidersbeweging in België. Antwerpen, Ontwikkeling, 1960. - A.M. DELATHUY, De geheime documentatie van de onderzoekscommissie in de Kongostaat, Berchem, Epo, 1989. - K. De Meulemeester, Voor een goed gezag, Roeselare, 1993. Glossarium van 296 trefwoorden over de staatshervorming vanaf 1970 tot het St.-Michielsakkoord. - P. DE MEYERE, E. FRANCKX, (red.) Oost-Europa in Europa, Brussel, VUBpress, 1996. - L. DE VOS e.a., Ik was 20 in '45, Gent, 1995. - L. De VOS, De bevrijding, Van Normandië tot de Ardennen, Leuven, Davidsfonds, 1994. - L. DE VOS, De Eerste Wereldoorlog, Leuven, Davidsfonds, 1996. - W. DEWACHTER e.a., Tussen staat en maatschappij, christen-democratie in België, 1945-1995. Tielt, Lannoo, 1995. - B. DE WEVER, Greep naar de macht, Vlaams Nationalisme en Nieuwe Orde, Het V.N.V. 1933-1945, Tielt, Lannoo, 1994. - R. FALTER, Tweedracht maakt macht, Wegwijs in het federale België, Tielt, Lannoo, 1994. - V. FOUTRY en J. NECKERS, Kongo 1885-1960, Brussel, B.R.T.uitgave, 1986. - H. GAUS, Politieke en sociale geschiedenis van België, Leuven, Garant, 1992. - H. GAUS e.a., De Fifties in België, Brussel, ASLK., 1989. - E. GERARD, De christelijke arbeidersbeweging in België, 2 dln. Leuven, Universitaire Pers, 1991. - R. GOBIJN, e.a., De massa in verleiding, de jaren '30 in België, Brussel, ASLK., 1994. - M. GOOSSENS, Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement 1970-1995, Kapellen, Pelckmans, 1995. - H. HASQUIN, e.a., Oostenrijks België, Brussel, Gemeentekrediet, 1987. - L. HUYSE e.a., Onverwerkt verleden, Collaboratie en repressie in België, 1942-1952, Leuven, Insituut Recht en Samenleving, 1991. - L. HUYSE en K. HOFLACK, (red.) De democratie heruitgevonden, Oud en nieuw in politiek België, 1944-1950. Leuven, Halewyck, 1995. - E. H. KOSSMANN, De Lage Landen 1780-1980, Twee eeuwen Nederland en België, AmsterdamBrussel, 1986. - Th. LUYKX en M. PLATEL, Politieke geschiedenis van België, 2 dln. Antwerpen, Elsevier, 1985. - D. LUYTEN, Burgers boven elke verdenking? Vervolging economische collaboratie in België na de Tweede Wereldoorlog, Brussel, VUBpress, 1996. - A. MORELLI, De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië, Berchem, Epo, 1996. - M. PLATEL, Het nieuwe België, Knokke-Heist, Creart, 1993. - L. SCHEPENS, Brugge bezet, 1914-1918, 1940-1944, Het leven in een bezette Stad, Tielt, Lannoo, 1985. - L. SCHEPENS, Koning Albert, Charles de Broqueville en de Vlaamse Beweging tijdens de Eerste
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
36
Wereldoorlog, Tielt, Lannoo, 1982. - P. SCHOLLIERS, Arm en rijk aan tafel, tweehonderd jaar eetcultuur in België. Berchem, EPO, 1993. - J. STENGERS, De koningen der Belgen, Macht en invloed van 1831 tot nu. Leuven, Davidsfonds, 1992. - G. TACK e.a., Bossen van Vlaanderen, een historische ecologie, Leuven, Davidsfonds, 1993. - J. VAN BILSEN, Kongo 1945-1965, Het einde van een kolonie, Leuven, 1993. - D. VANGROENWEGHE, Rood rubber, Leopold II en zijn Kongo, Brussel, 1985. - A. VERHULST en H. HASQUIN, Het liberalisme in België, Tweehonderd jaar geschiedenis, Brussel, VUBpress, 1989. - L. WILS, Honderd jaar Vlaamse Beweging, 3 dln. Leuven, 1977-1989. - E. WITTE e.a., Tussen restauratie en vernieuwing, Aspecten van de naoorlogse Belgische politiek (1944-1950), Brussel, 1989. - E. WITTE e.a., Politieke geschiedenis van België van 1830 tot heden, Antwerpen, Standaarduitgeverij, 1990. ANDERE LANDEN - M. ARNOLD - FOSTER, De wereld in oorlog, Amsterdam, 1985. - T. G. ASH, In naam van Europa, Duitsland en het gespleten continent, Leuven, Kritak, 1993. - B. BENSON, Het vredesboek, Leuven, Kritak, 1981. - J.W. BEZEMER, Van Rurik tot gorbatjov, Amsterdam, 4de dr. 1994. - E. BIET en J. TOEBES, (red) Een samenleving op de rails: De Verenigde Staten tussen 1776 en 1917, Nijmegen, Sun, 1995. - C. BRUNEEEL e.a., De erfenis van de Franse Revolutie, 1794-1814. Brussel, ASLK, 1989. - H. BRUYNINCKX, De Amerikaanse Verkiezingen, Leuven, Davidsfonds, 1992. - A. BULLOCK, Hitler en Stalin, Amsterdam, Agon, 1991. - P.A.J. CALJE, J.C. den HOLLANDER, De nieuwste geschiedenis vanaf 1870 tot heden, Antwerpen, Het Spectrum, 1990. - L. CATHERINE e.a., De Palestijnen, een volk teveel? Berchem, Epo, 1989. - J. DE PIERR, D. ROCHTUS, Leuven, 1994. - L. JORIS, De dans van de luipaard, Amsterdam, 2001. - R. KOUSBROEK, In de tijdmachine door Japan, de Hofreis van het jaar 2000, Amsterdam, 2000. - P. MORREN, W. SCHUERMANS, Atatürk, grondlegger van het moderne Turkije, Leuven, 2000. - M. VAN DEN WIJNGAERT, H. DE PRINS, Oost tegen west, noord tegen zuid, Leuven 1999. - D. CONINCKX, J. NECKERS, (red.) Supermachten 1, Verenigde Staten van Amerika, Brussel, BRT. I.O., 1985. - P. CROME, Hirohito, Keizer tussen hemel en aarde, Baarn, Kluwer, 1989. - A. DE BAETS, De figuranten van de geschiedenis, Berchem, EPO, 1994. - L. DE VOS, De Koude Vrede, Koude oorlog en dekolonisatie, Lannnoo, Tielt, 1988. - F. DE PAUW, Volken zonder vaderland, Centraal en Oost-Europa, Davidfonds, Leuven, 1992. - H. DETHIER, Geschiedenis en problematiek van de film, 3 dln. Brussel, VUBpress, 1990 . - H.A. DIEDERIKS e.a., Van agrarische samenleving naar verzorgingsstaat, Groningen, 1987.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
37
- Z. DITTRICH, Uitgestelde bevrijding, Volkeren van Oostelijk Europa na de Tweede Wereldoorlog, Utrecht, Spectrum, 1991. - Z. DITTRICH, e.a., De geschiedenis van de S.U. 's Gravenhage, 1991. - R. DOOM, Derde Wereld handboek, Dl. 1, Noord-Zuid en Zuid-Zuid in politiek perspectief, Dl. 2, Stucturele problemen en politieke leerstelsels, Brussel/ Den Haag, NCOS/NOVIB, 1992. - R. DOOM en G. NONNEMAN (red.) Het Midden-Oosten hertekend. Brussel, VUBpress, 1996. - J.E. DUBBELMAN, Vreemd gespuis, Amsterdam, Anne Frank Stichting, 1987. Overzicht vanaf de 16de eeuw, Zuidnederlandse immigranten te Amsterdam tot beeldvorming actuele Turkse gastarbeiders. - J.C. FEST, Hitler, Een biografie, Baarn, 1989. - N.FREI, De Führerstaat, De Nationaal-socialistische heerschappij, 1933-1945, Utrecht, Spectrum, 1995. - F. FURET, Het Verleden van een Illusie, Het communisme in de 20ste eeuw, Amsterdam, Meulenhof Kritak, 1996. - J.K. GALBRAITH, De crash van '29, Westland, 1989. - A. GROMYKO, 50jaar wereldpolitiek, Antwerpen, Standaarduitgeverij, 1988. - M. HEIRMAN, De Waanzinnige Twintigste eeuw, Oorlog en Vrede van 1914 tot 1994. Antwerpen, Hadewijch, 1995. - S. HERMANS, Europa 1993, Wat verandert er voor mij? Leuven, Davidsfonds, 1992. - J. HESS en F. WIELENGA, Duitsland en de democratie 1871-1990. Amsterdam, Boom,1992. - R. HILBERG, Daders, slachtoffers, omstaanders: de joodse catastrofe, 1933-1945, Haarlem, 1992. - E. J. HOHSBAWN, Een eeuw van uitersten: de twintigste eeuw, 1914-1991, Utrecht, Spectrum, 1995. - A. HOURANE, Een geschiedenis van de Arabische volkeren, Antwerpen, Spectrum, 1993. - M. JANSSEN PERIO, Vrijheid, gelijkheid en broederschap van Kaïn en Abel. Amsterdam, Baarn, Ambo, 1989. - A. KASPI, Geschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika, 2 dln. , Spectrum (Aula), Utrecht, 1988, 1990. - J.G. KIKKERT, Geschiedenis van Afrika, Antwerpen, Standaarduitgeverij, 1990. - W.MARKOV, Napoleons Keizerrijk, de Walburgs Pers, Leipzig, 1989. - R. MASSIE, Nicolaas en Alexandra, Brussel, 1985. ( Laatste jaren tsaristisch Rusland.) - F. en W. MELCHING, De Duitse Phoenix, De geschiedenis van Duitsland in de 20ste eeuw, Amsterdam, Bert Bakker, 1996. - F.C. MEYER, W.A. KNOOPS, De Franse Revolutie, Amsterdam, 1989. - F. MICKLINGHOFF, Europa nu, Verhaal van de Europese eenwording, Deurne, 1984. - P. MORREN, De Vredesgedachte in de loop van de eeuwen, Oostmalle, De Sikkel, 1995. - J.W. OERLEMANS, P.A. DAS, De wereld sinds 1870, Een historisch overzicht, Groningen, 1984. - M. OZOUF, Het feest van de revolutie, De Franse Revolutie, de vernieuwing van het openbaar leven en het ontstaan van de moderne maatschappelijke waarden, Amsterdam, Bart Bakker, 1989. - M. PIETERSON, Het technisch labyrint, een maatschappijgeschiedenis van drie industriële revoluties, Amsterdam, Meppel, Boom, 1981. - R. POIDEVIN, Geschiedenis van Duitsland, Utrecht, Spectrum, 1996. - K. POMIAN, Europa en de Europese naties, Amsterdam, Wereldbibliotheek, 1993.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar)
38
(Overzicht van eenheidspogingen vanaf het oude Rome tot Wereldoorlog II.) - S. SCHAMA, Burgers, Een kroniek van de Franse Revolutie, Baarn, Kluwer, 1989. - J. W. SCHULTE NORDHOLT, Triomf en tragiek van de vrijheid, (VSA) Amsterdam, Meulenhof, 1985. - A. SOBOUL, Korte geschiedenis van de Franse revolutie, Doetinchem, 1988. - J. SPENCE, Op zoek naar het moderne China, 1600-1989. Agon, Amsterdam, 1991. - F. STERN, Goud en IJzer, Bismarck, Bleichröder en het ontstaan van het Duitse Rijk, Agon, Amsterdam, 1992. - D.M.G. SUTHERLAND, Revolutie en contrarevolutie in Frankrijk, 1789-1815. Amsterdam, Bert Bakker, 1989. - N. SYBESMA - KNOL, H. FAYAT, Op zoek naar de vrede, De structuren van de internationale samenwerking, Brussel, VUBpress, 1993. - B. TROMP, D. FOKKER, China op het breukvlak, (Geschiedenis van de Volksrepubliek) Arbeiderspers, 1981. - B. TUCHMAN, De trotse toren, Brussel, Elsevier, 1985,( Geschiedenis van het einde van de 19de eeuw, begin 20ste eeuw.) - B. TUCHMAN, De kanonnen van Augustus, 4de druk, Brussel, Elsevier, 1987. ( Wereldoorlog I.) - P. VAN DE MEERSSCHE, Internationale Politiek 1815--1945, 2 dln. Leuven, Acco, 1987. - G. VAN DEN BERGHE, Met de dood voor de ogen, Berchem, EPO. 1987. - Y. VAN DEN BERGHE, Het grote misverstand. Een geschiedenis van de Koude Oorlog (1917-1990), Leuven, 1991. - H. VAN DE VOORDE, e.a., Bastille, Boerenkrijg en Tricolore, Leuven, Davidsfonds, 1989. - M. VAN DE WIJNGAERT, H. DE PRINS, Van Koude Oorlog tot Nieuwe Wereldorde, Leuven, Garant, 1995. - B. VAN HOUTEN (red.), De Getuigen, De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in egodocumenten, Baarn, Anthos, 1995. - D. VOLKOGONOV, Triomf en tragedie, een politiek portret van J. Stalin. Antwerpen, Standaarduitgeverij, 1990. - H.L. WESSELING, Verdeel en Heers, De deling van Afrika, 1880-1914. Amsterdam, Bert Bakker, 1991. - E. WITTE, Politiek en democratie, Brussel, VUBpress, 1996. GESCHIEDENIS EN GESCHIEDENISDIDACTIEK F.R. ANKERSMIT, Denken over Geschiedenis, Een overzicht van moderne geschiedfilosofische opvattingen, Groningen, 1984. F.R. ANKERSMIT, De navel van de geschiedenis, Over interpretatie, representatie en historische realiteit, Groningen, 1990. H. BELIEN, G.J. VAN SETTEN (e.d.), Discussie zonder eind, Geschiedschrijving in de twintigste eeuw, Amsterdam, 1991. L. DALHUISEN, e.a. (e.d.), Geschiedenis op school, 2 dln. Groningen, 1982-1983. F. DIJKSTRA, De didactiek van de geschiedenis, Leiden, 1988.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak AV Geschiedenis ( 64 lestijden/jaar) W. DUPON, (Leer)doelgericht en onderzoeken geschiedenis leren, Leuven, 1998. J. GULDENTOPS, Internet en geschiedenis, ACCO, 1996. C. LORENZ, De constructie van het verleden, Een inleiding in de theorie van de geschiedenis, Meppel/Amsterdam, tweede uitg. 1990. W. PREVENIER, Uit goede bron, Introductie tot de historische kritiek, Leuven/Apeldoorn, 1992. W. SCHUERMANS, Geschiedenisonderwijs, Een praktische handleiding voor de leraar geschiedenis, Malle, 1997. TIJDSCHRIFTEN DIGO, Nederlandsche boekhandel, (verschijnt niet langer) IMAGO, Helios, eigen beheer (verschijnt niet langer) Geschiedenis in de Klas (Nederland) Kleio (Nederland) Hermes, tijdschrift voor geschiedenis (Vlaamse Vereniging leraren Geschiedenis en Maatschappelijke Vorming, VVLG) Berichten van het Navorsings- en studiecentrum voor de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Bijdragen tot de eigentijdse geschiedenis, Geïllustreerd tijdschrift voor hedendaagse geschiedenis, Residence Palace, Wetstraat 155/bus 2, Brussel, (tweetalig). DE KEYSER e.a. Historische-bibliografische wegwijzer, boek 1, Geschiedenis in onderzoek, onderwijs, samenleving,. Leuven , 1991. DE KEYSER e.a / J. ULENS, Historische-bibliografische wegwijzer, boek 3, Geschiedenis van de Nederlanden, Leuven, 1993. WEBSTEK www.VVLG.be : deze webstek is dé portaalsite voor het geschiedenisonderwijs in Vlaanderen met hyperlinks naar andere historische websites.
39
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................9 Methodologische wenken .......................................................................................................................19 Pedagogisch-didactische wenken................................................................................................19 Didactische hulpmiddelen ............................................................................................................91 Evaluatie .................................................................................................................................................23 Bibliografie ..............................................................................................................................................25
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
VISIE Het vak kunstgeschiedenis steunt op conceptuele criteria: 1. op synthetische wijze elementen uit de kunstproductie van de mens in Europa met aandacht voor de kunstuitingen in de wereld buiten Europa; 2. de kunstproductie relateren aan de historisch - maatschappelijke context waarbinnen die ontstond; 3. diverse kunstdomeinen bij de studie te betrekken; 4. de kunstgeschiedenis via capita selecta bestuderen; 5. via de studie van de kunstgeschiedenis het esthetisch gevoel en oordeel van de cursisten ontwikkelen; 6. de stof presenteren op een wijze die ruimte schept voor het ‘genieten van kunst’; 7. bijdragen tot de vorming van enkele wezenlijke ‘kunsthistorische attitudes’.
Op het methodologische vlak wordt geopteerd voor een sterke leerlingeninbreng voor de realisatie van de doelen van dit leerplan. Daartoe kan een beroep worden gedaan op: 1. spreekopdrachten gebaseerd op individueel of groepsstudiewerk, 2. didactische uitstappen met ruime leerlingenparticipatie. De bestudeerde capita worden gesitueerd in het raam van de grote periodes van de westerse geschiedenis, die de dieptestructuur vormen van het referentiekader, waarmee de curisten in de lessen geschiedenis kennismaakten.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
BEGINSITUATIE Om als regelmatige cursist toegelaten te worden moet de cursist voldaan hebben aan de voltijds leerplicht en ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van het leerjaar gegeven zijn. Er zijn geen inhoudelijke instapvereisten. De cursisten die deze lineaire korte jaaropleiding van 240 uur aanvatten verschillen veel in kennispeil, leertempo en zelfstandigheid. Beperkte voorkennis is aanwezig. Mogelijke leemtes in de historische kennis moeten dan ook bijgewerkt worden.
Deze cursisten hebben een cultuurhistorische attitude zoals esthetisch gevoel zodat ze kunnen genieten van kunst.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
ALGEMENE DOELSTELLINGEN ALGEMENE DOELSTELLINGEN KENNIS De cursisten 1 verwerven kennis over belangrijke kunstenaars, kunstwerken, kunststromingen. 2 bouwen geleidelijk een kunsthistorisch en kunstesthetisch vocabularium op. VAARDIGHEDEN De cursisten 3 kunnen kunstenaars, kunstwerken situeren in de grote periodes van de westerse beschaving, 4 kunnen verbanden aangeven tussen kunstuitingen en samenlevingen in verleden en heden, 5 kunnen kunstenaars en kunstwerken analyseren en evalueren. ATTITUDES De cursisten 6 tonen intellectuele belangstelling en openheid t.a.v. kunstenaars en kunstuitingen, 7 tonen bereidheid de financiële en materiele inspanningen die de samenleving levert op het vlak van kunst te waarderen. LEERPLANDOELSTELLINGEN KENNIS De cursisten 1. kennen in het kader van de grote periodes van de westerse geschiedenis, belangrijke fases uit de kunstgeschiedenis, 2. hebben inzicht in de relatie van kunststromingen en historisch-maatschappelijke context, 3. hebben inzicht in de rol en betekenis van kunst in samenlevingen, 4. kennen uit verleden en heden kunstenaars en kunstwerken en kunststromingen uit diverse kunstdomeinen, 5. kennen de gehanteerde kunsthistorische en kunstesthetische termen uit diverse kunstdomeinen. VAARDIGHEDEN
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
De cursisten 6. kunnen kunstenaars, kunstwerken, kunstrichtingen kunstontwikkelingen, situeren in tijd en ruimte, 7. kunnen een analyse maken van inhoudelijke en esthetische elementen van kunstwerken, 8. kunnen een persoonlijke evaluatie formuleren over kunstwerken; 9. kunnen rapporteren over kunstenaars, aspecten van kunstwerken, kunststromingen schriftelijk of mondeling, met gebruik van audiovisuele media (dia, video, DVD, CD-rom, PP-presentaitie,…) 10. kunnen kunstmusea gebruiken als bron van informatie enøf bron van esthetisch beleven. ATTITUDES De cursisten 11. tonen belangstelling voor kunstuitingen in heden ven verleden, 12. zijn bereid vooroordelen en stereotypen i.v.m.. kunstenaars en kunstuitingen ter discussie te stellen, 13. tonen belangstelling voor actuele kunstmanifestaties, 14. brengen waardering op voor de bescherming en de conservatie van kunstpatrimonium in eigen land en wereldwijd. LEERINHOUDEN 1. Kunstzinnige prehistorische mensen Grottenschilderkunst : Altamira, Lascaux, … 2 Kunst uit beschavingen van Oude Nabije Oosten Egyptische kunst : een spiegel van leven en dood 3 De Griekse beschaving in de 5de eeuw v.C. Griekse mensen en goden : in beeldhouwkunst en ceramiek De Griekse tempel 4 De bloei van de Romeinse beschaving (1ste eeuw v.C. – 1ste eeuw na C.) Romeinse civiele bouwkunst Romeinse mozaïek en schilderkunst 5. Religieuze kunst in de Middeleeuwen De Romaanse kerk De Gotische kathedraal : een “Gesamtkunstwerk” Schilderkunst : van miniatuur tot paneelschilderkunst in onze gewesten 6. Nieuwe Tijden kondigen zich aan in de 16de eeuw
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar) Renaissancekunst in Italië Renaissance in de Nederlanden 7. Dienende kunst in de 17de en de 18de eeuw Programmakunst : de barok Rococo : kunst in dienst van adel en rijke burgerij 8. De 19de eeuw Romantiek, realisme Vernieuwing in de schilderkunst : impressionisme, … Neo-stijlen Fotografie en kunst 9. De 20ste-21ste eeuw Defiguratie Art nouveau /Art moderne Traditie en experiment in de kunst : explosie van stromingen en richtingen Kunst verkent zijn grenzen : nieuwe vormen/ nieuwe materialen 10. Niet-Europese kunst
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
ten
LEERINHOUDEN
Kennen in het kader van de grote periodes van de westerse eschiedenis de behandelde fases uit de kunstgeschiedenis en de niet uropese kunst
Leerinhouden :1-10 Voorbeeld : Oudheid : Romeinse civiele bouwkunst
Hebben inzicht in de relatie van kunststromingen en historischmaatschappelijke context.
Alle leerinhouden 1-10 Voorbeelden : Leerinhoud 1 : relatie tussen levenswijze en “kunstuitingen Leerinhoud 2 : relatie tussen opvattingen over leven en doo oude Egypte en Egyptische kunst Voorbeelden : Leerinhoud 1 : kunst en religie/magie Leerinhoud 9 : geëngageerde kunst; politiek en kunst Voorbeelden : Verleden : Renaissance : edelsmeedkunst Heden : Hopper Alle leerinhouden : Voorbeeld : Leerinhoud 5 : Gotiek : steunberen, ogief, timpaan Alle leerinhouden 1-10 Voorbeeld : Leerinhoud 4 : Romaanse bouwkunst : onze gewesten 11-12de eeuw Alle leerinhouden 1-10 Voorbeeld : Velasquez – Overgave van Breda * beschrijving van de voorstelling (centraal, links, rechts) * compositielijnen , kleurgebruik, stofweergave Alle leerinhouden 1-10 Voorbeeld : Münch – De Schreeuw Inhoudelijke analyse Persoonlijk oordeel : vormgeving en esthetische appreciatie Alle leerinhouden 1-10 Voorbeeld : Schriftelijke taak (individueel of in groep) Voorbeelden : Didactische uitstap Individuele of groepsopdracht Spreekbeurt over museum (museum op interactieve CD-rom Voorbeeld : Didactische uitstap Alle leerinhouden 1-10 Voorbeeld :
Hebben inzicht in de rol en betekenis van kunst in samenlevingen
Kennen uit verleden en heden kunstenaars, kunstwerken en unststromingen uit diverse kunstdomeinen
Kennen de gehanteerde kunsthistorische en kunstesthetische termen it diverse kunstdomeinen
Kunnen kunstrichtingen, kunstontwikkelingen, kunstwerken situeren in d en ruimte
Kunnen een analyse maken van inhoudelijke en esthetische elementen an kunstwerken
Kunnen een persoonlijke evaluatie formuleren over kunstwerken
Kunnen rapporteren over kunstenaars, aspecten van kunstwerken, unststromingen schriftelijk of mondeling, met gebruik van audiovisuele media (dia/transparant/video/DVD/CD-rom/PP-presentatie…)
Kunnen kunstmusea gebruiken als bron van informatie en/of bron fan sthetisch beleven
onen belangstelling voor kunstuitingen in heden en verleden
ijn bereid vooroordelen en stereotypen i.v.m. kunstenaars en unstuitingen ter discussie te stellen
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
ten
onen van belangstelling voor actuele kunstmanifestaties
rengen waardering op voor de bescherming en de conservatie van unstpatrimonium in eigen land en wereldwijd
LEERINHOUDEN
Stereotiepe oordelen over het werk van Malevitch Vooroordeel t.a.v. “oude kunst” Alle leerinhouden 1-10 Voorbeeld : Spontaan bezoeken van kunsttentoonstellingen Alle leerinhouden 1-10 Voorbeeld : Deelnemen aan “Open monumentendag”
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
48
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Cursus Het juist gebruik van een passende cursus kunstgeschiedenis verrijkt fundamenteel het onderwijs: 1 het leerboek, gebruikt als leermiddel (exposé, bronnenmateriaal), ondersteunt de lesopbouw van de leraar; 2 de cursus spoort de leerlingen aan om actief aan de les te participeren; het leerboek fungeert voor hen niet alleen als kunsthistorische vraagbaak, maar kan door hen ook worden gebruikt als een betrouwbare leidraad bij het instuderen van de studiestof. Leraren die zelf een cursus ontwikkelen verplichten zichzelf in het belang van hun cursisten en hun instelling, tot de hoogste wetenschappelijke en formele standaarden. JAARTIMING-JAARPLANNING De opdracht van de leraar kunstgeschiedenis bestaat erin het leerplan (in zijn diverse geledingen) uit te voeren. Dat vergt minimaal volgende stappen: 1 leerplanstudie: een grondige analyse van het leerplan los van elk leerboek en de oplossingen die het aanreikt: - de studie van doelstellingen, - de studie van stofomschrijving. 2 het opstellen van een jaarvorderingsplan: het jaarplan is een hulpmiddel om de leerstof op een verantwoorde pedagogisch-didactische wijze te verdelen over het aantal beschikbare lestijden. Het vorderingsplan is een controlemiddel dat toelaat om na te gaan of het aantal geplande lessen effectief werd uitgevoerd. Het jaarplan is een persoonlijk werkdocument, dat op gezette tijden dient bijgewerkt en aangepast te worden aan de reële jaartoestand voor het vak. Geactualiseerde kopieën worden ook op het schoolsecretariaat bewaard. 1 De motivering van de leerlingen Het motiveren van leerlingen voor de stof die zal worden onderwezen en, eventueel, voor de gebruikte werkvormen, is een essentiële voorwaarde voor het welslagen van het onderwijs. Het is immers die motivering, die het moet mogelijk maken dat curisisten zich bij de leerstof betrokken voelen. 2 Leerstofkeuze Per lesitem (en finaal per leseenheid), dient de leraar een stofkeuze te maken. Die keuze is van groot pedagogisch-didactisch belang en bepaalt in belangrijke mate de studieresultaten. De keuze moet rekening houden met: 1 de algemene en specifieke leerdoelen; 2 het leerniveau en het studiepeil van de leerlingen; 3 het aanbieden van afgeronde stofgehelen; 4 het vermijden van encyclopedisme.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar) Dit leerplan kunstgeschiedenis moet door de leraar worden aangepast aan de cursistengroep. Hij houdt daarbij maximaal rekening met hun creatieve mogelijkheden en behoeftes. 3 Leermiddelen Onderwijs van kunstgeschiedenis steunt op het gebruik van leermiddelen. Volgende leermiddelen worden in de lessen kunstgeschiedenis van het secundair onderwijs gebruikt: 1 beeldbronnen: diapositieven, transparanten, foto’s, reproducties van kunstwerken, 2 audiovisuele bronnen: videofilm, (DVD in het pc-lokaal), 3 geluidsbronnen: radio, klankband, Cd-rom, ... 4 facultatief: artefacten en kunsthistorische voorwerpen, 5 tekstbronnen: over kunst, kunstenaars, kunststromingen, ... 6 gekwantificeerde bronnen: statistiek, grafiek, ... De leraar kunstgeschiedenis draagt er zorg voor in de jaarlessen zoveel mogelijk van de bovenvermelde bronnen gebruik te maken. Het gebruik dient evenwel evenwichtig gedoseerd te zijn en aangepast aan de kunsthistorische stof die men bestudeert. Het gedoseerd gebruik ervan moet blijken uit lesvoorbereiding en jaarplanning. 4 ICT In de lessen kunstgeschiedenis moet ICT worden gebruikt. Het gebruik ervan en de nagestreefde doelen moeten blijken uit de lesdocumenten (jaarplanning/lesvoorbereiding). Het gebruik van ICT • moet het kunstgeschiedenisonderwijs ondersteunen, • moet een duidelijke meerwaarde betekenen in vergelijking met het gebruik van andere informatiebronnen, • moet didactisch functioneel zijn (alleen waar nodig en nuttig). 5 Vakoverschrijdend leren Vakoverschrijdend leren is een belangrijk correctief op het klassikaal onderwijs. Multidisciplinaire aanpak van een studiethema in samenwerking met andere vakcollega’ s kan verrijkend werken en biedt tal van mogelijkheden om waardevolle leerdoelen na te streven die in het klassikaal onderwijs minder aan bod kunnen komen (o.a. sociale vaardigheden).
49
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
50
6 Het welbevinden van de cursisten Kunsthistorische vaktaal en Nederlands als instructietaal De leraar kunstgeschiedenis doet er goed aan zich steeds rekenschap te geven van het feit dat cursisiten het Nederlands niet perfect beheersen. Algemeen vocabularium, vakvocabularium, instructievocabularium, zinsbouw en taalabstractieniveau kunnen soms leermoeilijkheden veroorzaken. Het is derhalve belangrijk dat leraren kunstgeschiedenis (die in belangrijke mate een beroep doen op mondelinge en schriftelijke taalbeheersing) zich vergewissen van het taalbeheersingsniveau van klassen en van individuele cursisten. De leraar kunstgeschiedenis bewaakt het Nederlands (vakvocabularium én instructiestaal) dat hij in de lessen gebruikt. Cursisten en veiligheid op school Inzake de veiligheid van de leerlingen is een bijzondere wetgeving van kracht. Meer bepaald bevat deze wetgeving technische voorschriften die in acht moeten worden genomen m.b.t. de uitrusting en inrichting van lokalen, veiligheidsvoorschriften i.v.m. aankoop en gebruik van toestellen, leermiddelen en allerhande onderwijsmateriaal (o.a. duidelijke Nederlandstalige handleidingen, technische voorschriften...). Wanneer vakleren in dit verband gebreken vaststellen, dienen ze die onverwijld aan de directie mede te delen. 7 Onderwijsstijl en klasatmosfeer De onderwijsstijl van een lesgever hangt nauw samen met zijn persoonlijkheid. De lesgever: 1. staat open voor de noden en de (studie)problemen van leerlingen, 2. is bereid cursisiten te consulteren voor aspecten van de onderwijs – en lesorganisatie voor het vak kunstgeschiedenis, 3 gaat correct en rechtlijnige om met alle cursisiten, 4 blijk te geven van een deskundige inzet ten behoeve van de cursisiten, het leervak en de school, 5 op een bezielende wijze kunstgeschiedenis te onderwijzen.
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN Het succesvol onderwijzen van een leervak steunt op twee fundamenten: deskundige en gemotiveerde leraren enerzijds en het ter beschikking hebben van een minimum aan leermiddelen anderzijds. MINIMALE UITRUSTING Voor het onderwijs van het leervak kunstgeschiedenis wordt dit minimum als volgt vastgesteld. Leslokaal Het vak kunstgeschiedenis wordt onderwezen in een vast lokaal, d.i. een lokaal dat blijvend voor het onderwijs van kunstgeschiedenis wordt gebruikt. In geval van gebrek aan voldoende lokalen kan het vaklokaal kunstgeschiedenis worden gedeeld met een ander vak (b.v. geschiedenis of een taalvak ). 1 het leslokaal kunstgeschiedenis dient een ‘kunsthistorisch karakter’ te hebben en kan daartoe aangekleed worden met reproducties van kunstwerken of zelfs kunstwerken gemaakt door de leerlingen van de school. De creativiteit van de vakgroep kunstgeschiedenis staat borg voor een passende oplossing.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
51
2 het leslokaal kunstgeschiedenis: • biedt mogelijkheid tot projectie (verduisterbaar, projectiescherm); • beschikt over een overheadprojector; • beschikt over audiovisuele apparatuur (radio, taperecorder, videorecorder) • beschikt over degelijk, d.i. een goed beschrijfbaar en afleesbaar schoolbord (bij voorkeur een vleugelbord in de hoogte verstelbaar); • beschikt over voldoende opbergmeubelen voor leermateriaal (kunstreproducties, kunstboeken); • beschikt over een wandkaartenhouder; • beschikt over een prikbord. Leermiddelen Om de leerplannen kunstgeschiedenis naar behoren uit te voeren beschikt de leraren kunstgeschiedenis minimaal over volgende leermiddelen: 1 een tijdsbalk ( grote periodes in de Europee kunstgeschiedenis); 2 een collectie kunstreproducties (diapositieven, transparanten, Cd-rom, ...) die aansluiten bij de jaarleerstof; 3 kunsthistorische videofilms; 4 een stel historische atlassen naar rato van één per leerling; 5 kaarten (transparant en/of wandkaart) aansluitend bij de jaarleerstof. De leraar kunstgeschiedenis dient in de school te beschikken over een goed uitgerust pc-lokaal, (minimaal 12-15 computers, Cd-rom toepassing, internet aansluiting, PC - projector,). AANVULLENDE UITRUSTING Een goed voorziene kunsthistorische bibliotheek in het vaklokaal verrijkt het onderwijs en is een stevige steun om de doelstellingen van het kunstgeschiedenisonderwijs te helpen realiseren. Het verdient aanbeveling het vaklokaal kunstgeschiedenis bijkomend uit te rusten met een PC uitrusting in het vaklokaal (PC+ PC projector). Dit schept mogelijkheden om ICT in de lessen op duurzame wijze te integreren en het vak kunstgeschiedenis concreet en op hoog pedagogisch niveau te onderwijzen.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
52
EVALUATIE Visie Deze is in wezen gelijk bij elk van de hoger vermelde groepen of deelgroepen en heeft naar mijn beoordeling een drievoudige gelaagdheid. A) De student moet in staat zijn het concrete kunstwerk (gebouw – beeld – schilderij) te herkennen. D.w.z. in zijn unieke eigenheid : Wat is het ? Wat stelt het voor ? Door wie gemaakt ? Welke stijl of periode ? Waar bevindt het zich ?. Vermits deze herkenningsgraad aangroeit met de jaren en nooit volledig onder de knie te krijgen is, kan deze eis slechts gesteld worden bij de allerbelangrijkste kunstwerken en in het geval van onze opleiding tot streekgidsen, zeker uitsluitend voor werken uit de eigen regio ! ! Bij de andere kunstwerken volstaat een duidelijke chronologische of stilistische duiding, en deze kunnen argumenteren op basis van algemene kenmerken of op basis van heel karakteristieke eigenschappen van het desbetreffende kunstwerk zelf. B) Bij een uitdieping van de vraagstelling is ook een strikter morfologisch onderzoek noodzakelijk : een bespreking van hoe het concrete kunstwerk is vorm gegeven : volumes, verhouding, ruimtelijkheid, plasticiteit, compositie, kleur ,licht, ritme, beweging, …. Tegelijkertijd aantonen hoe deze vormkenmerken de wezenlijke betekenis , inhoud en boodschap van het kunstwerk helpen zichtbaar maken. C) Tenslotte is een ruimer discours over het tijdperk van het kunstwerk noodzakelijk : historische, politieke, religieuze, economische, sociale duiding en inkleuring, tegen welke achtergrond kunstenaar en kunstwerk desgevallend kunnen worden geplaatst.
De drie niveaus kunnen het best tijdens een persoonlijk gesprek worden getoetst, of via een erg open schriftelijke vraagstelling waarbij de student de gelegenheid krijgt zijn persoonlijke kennis op een samenhangende, geordende, logische en inhoudelijke volledige manier uiteen te zetten.
Doel De evaluatie vormt het sluitstuk van het onderwijsproces. De evaluatie verschaft informatie over: 1 de leervorderingen van de leerlingen; 2 de efficiëntie en het resultaat van het onderwijsleerproces zoals het werd georganiseerd door de leraar kunstgeschiedenis. Organisatie van de evaluatie De leraar dient derhalve grote zorg te besteden aan de voorbereiding en de organisatie van de evaluatie. Het verdient aanbeveling deze materie te bespreken in de opleidingsraad, teneinde de evaluatie voor de leerlingen in alle leerjaren op samenhangende wijze te laten verlopen. De opleidingsraad kan zich beraden over o.a. volgende elementen.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
53
Ontwikkeling van een visie op de organisatie van de evaluatie 1 Evaluatieaanpak: de vakevaluatie beoogt het beoordelen van de leervorderingen van alle cursisten; dat vergt een aanpak die steeds in functie van het concrete cursistenpubliek en de concrete leraarsopdracht dient te worden ingeschat. 2 De bezinning over een evaluatie – aanpak impliceert het nemen van een beslissing over: • het evaluatie-instrumentarium: de evaluatiemiddelen die voor het meten van de leervorderingen worden ingezet: herhalingstoetsen, formele evaluaties, permanente observatie van leerlingen, vakopdrachten (huistaken, klastaken, ...); • de organisatie van de evaluatie: frequentie, evaluatie - afspraken met de cursisten, ... De evaluatie van het leervak kunstgeschiedenis Dagelijks werk Volgende algemene principes worden toegepast in de lessen kunstgeschiedenis: • studie-ijver en klassikale inzet kunnen, binnen bepaalde grenzen, de rapportevaluatie positief of negatief beïnvloeden. Examens • Een examen duurt in de regel maximaal twee lestijden. Langere examenduur kan op grond van een pedagogische en/of docimologische motivering worden voorgesteld aan het instellingshoofd. Hij beslist, desgewenst na het inwinnen van advies bij de Pedagogische Begeleidingsdienst. • Voor de aanvang van de examens en overeenkomstig de dienstregeling van de school worden onder gesloten omslag aan de directie de modeloplossingen overhandigd samen met een gedetailleerde puntenverdeling (dit is een verantwoord cijfer per gewenst element van het antwoord), en de leerplandoelen die worden geëvalueerd. Het gebruik van de resultaten van de evaluatie in het onderwijsproces Het evalueren van cursisten krijgt zijn volle waarde wanneer de resultaten ervan in het onderwijsproces van de leraar worden verdisconteerd. Dat kan o.m. gebeuren op de volgende wijze: T.a.v. leerlingen • controle in hoeverre de leerlingen de leerplandoelen hebben bereikt of /nagestreefd; • het bijwerken van leertekorten voor leerlingen die ervoor in aanmerking komen (leerlingen die een minimum aan studie-inzet en aanleg laten blijken); • het verbeteren en begeleiden van de studiemethode; • het begeleiden van leerlingen in de begeleidingsklassenraden.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar) T.a.v. de leraar De leraar kan door de studie van de evaluatieresultaten zijn onderwijsproces analyseren en de verdiensten en tekortkomingen ervan detecteren. Bovendien zullen de evaluatieresultaten moeten aantonen of de leerplandoelen op voldoende wijze werden bereikt of nagestreefd. Die analyse omvat o.m.: • het aantal geslaagden/mislukten per vraag/per klas; • het maken van klasgemiddelden; • het maken van vraaggemiddelden; • het toetsen van de waarde van evaluatie-instrumenten. De bevindingen van de analyse kunnen nuttig zijn om het onderwijsproces en de evaluatie die erbij aansluit aan te passen.
54
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
55
BIBLIOGRAFIE Algemene bibliografie - Algemene Geschiedenis der Nederlanden, 15 dln. Fibula Van Dishoeck, 1981-1982. - Encyclopedie van de wereldgeschiedenis, 6 dln. Sesam, 1992. - Kroniek van de 20 ste eeuw, Amsterdam - Brussel, Standaarduitgeverij, 1985. - Standaard Wereldgeschiedenis van de 20ste eeuw: 1900-1965, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1980. - A. BAART, J. LOUAGE, (red.) Culturele geschiedenis van Vlaanderen, (10 dln.) Deurne, Baart, 1983. - P. JANSEN, H. DE SCHEPPER e.a., De gouden Delta, 20ste eeuw, Beschaving tussen Seine en Rijn, Antwerpen, Mercator fonds, 1996. - Op internet 700 diareeksen en video's, - WWW. NGONET. BE. - van COCOS, documentatiecentra Derde Wereld, NGO's. Streekbibliogrfie - HULSTAERT, L., 1994, Uit de kunst, Plantyn, Deurne - AERTS, 1987, Beschermd Cultuurpatrimonium in de provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Wommelgem - LEURS, Oude Kunst in de Kempen. In: Steden en Landschappen, dl. 1: De Kempen. Antwerpen, s.d. blz. 94-109 - JANSEN, 1975-1977, Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Kantons Herentals, Mol, Westerlo en Turnhout I en II, Brussel - Taxandria depicta, 1979, Het beeld in de Kempen in de schilderkunst van de 19e en 20e eeuw. In : Vlaanderen, jg. XXVIII, nr.169 - C.V. TREFOIS, 1950, tweede uitgave 1978, Ontwikkelingsgeschiedenis van de landelijke architectuur, Antwerpen, St Niklaas - WEYNS, J., 1960, Het Kempisch Boerenhuis. Beknopt overzicht. (Bokrijkse Berichten, dl. VI), Genk - GOEDSEELS, V. en VANHOUTE, L., 1978, Hoeven op land gebouwd ..., Leuven - RUHE, H.A.M., 1980, Het dorpswoonhuis in de Kempen, Zaltbommel - Van de gidsencursussen "Geschiedenis" en "Kunstpatrimonium van de Zuiderkempen" van M. DE BONT kunnen we dankbaar gebruik maken voor vele lessen - HONOUR, 2000, Algemen Kunstgeschiedenis, Meulenhoff J.M. Audiovisueel materiaal De beschikbaarheid van de video's die hieronder worden vermeld kan moeilijkheden opleveren. Ze kunnen wellicht wel worden ontleend in grotere openbare bibliotheken.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar) Documentaires op video Prehistorie/Oudheid Verleden/ Prehistorie/ Kelten. BRT. Romeinen in Numidia/ Marokko/ Limes. BRT. Middeleeuwen De fascinerende Middeleeuwen. Teleac. In het spoor van de kruisvaarders. Teleac. Moderne tijden 500 jaar Latijns-Amerika. BRT. Mexico BRT. Hedendaagse tijd People's Century. BBC. 150 jaar leven der Belgen. 12 dln. BRT. De Nieuwe Orde. NOT. (nu TELEAC) BSO – 3de graad – Etalage en standendecoratie, Publiciteitsgrafiek - Complementaire gedeelte 22 AV Kunstgeschiedenis (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week) Cd-roms Algemeen Clothes we wore. Windows. Paris, history & splendour. Hybride. De grote musea van Europa. Vol. 1 en 2. Windows. Encyclopédie de la musique. Windows. Le Grand Louvre. Windows. Louvre, the palace and its paintings. Hybride. Microsoft Art Gallery. Windows/Mac. Musée d'Orsay. The Vatican paintings gallery. Windows/Mac. Trésors de la Russie. Windows. Uffizi. Windows. Uffizi museum. Windows. History Through Art. 800 b.C. - A.D. 1550. ZCI. History Through Art. A.D. 1545 - 1900. ZCI. Great Artists - in association with the National Gallery. ATT. Prehistorie en Oudheid Homo Sapiens. Windows. Musée de l'Homme. Hybride. Introduction to archaeology. Hybride. Ancient Civilisations of the Mediterranean. Windows/Mac. Exploring Ancient Cities. Hybride.
56
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar) Exploring Ancient Architecture. Windows. Middeleeuwen MindQuest: Medieval France. BLUM. Moderne Tijden Renaissance of Florence. Windows. Eeuw van Van Eyck. Hybride. Eeuw van Brueghel. Hybride. Eeuw van Rembrandt. Hybride. Eeuw van Rubens. Hybride. Eeuw van Vermeer. Hybride. Leonardo da Vinci: the paintings. Windows. Leonardo the Inventor. INTp. Michelangelo. Windows. Michelangelo sculptures et peintures. Hybrides. The Sixtine chapel. Windows. BSO – 3de graad – Etalage en standendecoratie, Publiciteitsgrafiek - Complementaire gedeelte 23 AV Kunstgeschiedenis (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week) Hedendaagse Tijd Inside the White House. Windows. Paul Cézanne. Hybride. Paul Cézanne, Portrait of my world. Windows. Rodin. Windows. Van Gogh: Starry Night. Hybride. Van Gogh: Life and Works. Windows. An interactive adventure in Art. Matisse, Aragon, Prokofiev. TUR. Exploring Modern Art. ATT. Une promenade dans l'Art du XXème siècle. HACh. Mondrian. ILP. The Impressionist Revolution. - Monet, Verlaine, Debussy. TUR. Internet 700 diareeksen en video's: WWW.NGONET.BE. van COCOS, documentatiecentrum Derde Wereld NGO'S. Lijst van de bruikbare cd-i Algemeen Standaard Interactieve Encyclopedie. Philips. Compton's Interactive Encyclopedia. Philips. De kunstschatten van Rusland, St. Petersburg en de collectie van de Hermitage. Philips. Prehistorie en Oudheid
57
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
58
Pompeï. Philips. Middeleeuwen L'Architecture cistercienne. Philips. Moderne Tijden Rembrandt. Philips. The Renaissance Gallery. Philips. De Renaissance van Florence. Philips. De Hollandse meesters. Philips. Hedendaagse Tijd Oogst van de zon. Leven en kunst van Vincent Van Gogh. Philips. Prelude. Voorlopers van de moderne kunst en muziek. Philips. De Franse impressionisten. Philips. The world of impressionism. Philips. Paris de la belle époque. Philips. BSO – 3de graad – Etalage en standendecoratie, Publiciteitsgrafiek - Complementaire gedeelte 24 AV Kunstgeschiedenis (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week) Per periode Prehistorie - G. BIBBY,, Opgegraven verleden, de archeologische ontdekkingen in prehistorisch Europa, Amsterdam, 1979. - J.H.F. BLOEMERS, T. VAN DORP, Pre-en protohistorie van de Lage landen, Hilversum, 1991. - R.E. LEAKEY, Op het spoor van de mens, Utrecht/Antwerpen, 1981. Oudheid Nabije en Midden-Oosten - B. BEGELSBACHER, B., Kunst en beschaving, Egypte, Brussel, 1987. - P. CLAYTON, P., Kroniek van de farao's, Een compleet overzicht van de heersers en dynastieën van het Oude Egypte, Becht, 1995. - EGGEBRECHT, A., Het Oude Egypte, 3000 jaar geschiedenis en cultuur van het rijk der farao's, Houtem, 1986. - Time -Life (ed) De vroegste beschavingen, dl. 1, Doorbraak in Sumerië. Heerschappij der farao's, Het Kretenzische Rijk, Ontwikkeling in Azië, Amsterdam,1987. - UNSTEAD, R.J.,Egypte en Mesopotamië, Amsterdam, 1979. - MONTET, P., Zo leefden de Egyptenaren in de Oudheid, Baarn, 1978. - VERGOTE, J.,De godsdienst van het Oude Egypte, Leuven, 1987. - LAROCHE, L;, Mesopotamië, Alphen a/d Rijn, 1981.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Kunstgeschiedenis (40 lestijden/jaar)
59
Griekse Wereld - Rome - Christendom - Byzantium - L. De BLOIS, R.J. VAN DER SPEK, Een kennismaking met de Oude Wereld, Muidenberg, 1983. - S. LAUFER, De klassieke geschiedenis in jaartallen, Nijmegen, Aula, 1969. - M. VERCRUYSSE, H. VERBRUGGEN, B. VERMEERSCH, De eeuw van Pericles. Brussel, 1986. - M. VONCKERS, H. HERMANN, De Romeinse en Perzische wereldrijken. Brussel 1987. - S. VRONIS, Byzantium en Europa, Amsterdam, 1989. Middeleeuwen - W. BLOCKMANS, (red.) Europa door de eeuwen heen: wetenschap, transport, oorlogen, sporten, spel, gezondheid en kunst, Utrecht, Kosmos, 1994. - R. BAUER, De twaalfde eeuw, Een breuklijn in onze beschaving, Antwerpen, DNB, 1984. - G. DUBY, De Kathedraalbouwers, Portret van de middeleeuwse maatschappij, 900-1420, Amsterdam Brussel, Elsevier, 2de druk, 1989. - U. ECO, Kunst en schoonheid in de Middeleeuwen, Baarn, Kluwer, 1989. - L. GENICOT, Cultuurgeschiedenis der Middeleeuwen, Utrecht-Antwerpen, Spectrum, 1983. - W. PREVENIER, W. BLOCKMANS, De Bourgondische Nederlanden, Antwerpen, Mercatorfonds, 1986. Moderne tijden - P. BURKE, De Italiaanse Renaissance, Amsterdam, Agon, 1988. BSO – 3de graad – Etalage en standendecoratie, Publiciteitsgrafiek - Complementaire gedeelte 25 AV Kunstgeschiedenis (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week) - F. DE NAVE en L. VOET, Museum Plantin-Moretus, Brussel, Gemeentekrediet, 1989. - R. HUGHES, Amerika’s visioenen, Het epos van de Amerikaanse kunst, Amsterdam, 1977. - S. SHAMA, De ogen van Rembrandt, Antwerpen, 1999. - C. WOLFF, T. KOOPMAN, De wereld van de Bach cantates, 3dln. 1995-98, Uniepers Abcoude Hedendaagse tijd - J. COLLINS, WELCHMANN, J., CHANDLER, D. e.a., De schildertechnieken van deze eeuw, 30 beroemde kunstenaars in close up, Wageningen, 1985. - E. LUCIE-SMITH, Kunstenaars van de 20ste eeuw, Oostkamp, 1999. - Vincent van Gogh, Ludion, Gent - Amsterdam, 2002. België - CAHEN, e.a., Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel, Gemeentekrediet, 1989. (Overzicht van de mooiste stukken). - H. CLAUS, Beelden, Mercatorfonds, Antwerpen, 1988. - Kunst van Latem en de Leiestreek, Ludion, Gent 2001. - PANAMARENKO, Ludion, Gent ,2001. - R. WOUTERS, Pandora, Gent, 1994.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids VAK : AV Aardrijkskunde (20 lestijden/j)
60
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................9 Methodologische wenken .......................................................................................................................19 Pedagogisch-didactische wenken................................................................................................19 Didactische hulpmiddelen ................................................................................................................ Evaluatie .................................................................................................................................................23 Bibliografie ..............................................................................................................................................25
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids VAK : AV Aardrijkskunde (20 lestijden/j)
61
VISIE Dit leerplan vertrekt van een functieprofiel zoals omschreven door Toersime Vlaanderen. Een toeristisch medewerker – Streekgids is een persoon die actief is in een bepaalde stad gemeente of regio en er de toeristische beziens – en wetenswaardigheden duidt of verduidelijk aan een publiek van toeristen. Toeristen kunnen daarbij worden gedefinieerd als mensen die individueel of in groep in het kader van hun vrijetijdsbesteding een bezoek brengen aan een stad, gemeente of streek. Het functieprofiel van een toeristisch medewerker – streekgids kunnen we verdelen in een zestal inhoudelijke taken en daarnaast een aantal aspecten die te maken hebben met een integrale kwaliteitsvolle dienstverlenging. De zes kerntaken ( inventaris van kennis, vaardigheden en attitudes) zijn : 1. De professionele begeleiding van individuen of groepen van mensen bij hun bezoek aan lokale toeristische attracties van welke aard dan ook; 2. Informatie verstrekken in verband met de lokale toeristische , culturele, historische en natuurlijke feiten en de toeristen informeren over tradities, gewoonten, economie en actuele toestanden; 3. Informatie verstrekken en suggesties geven met betrekking tot de bezoeken plaatsen en dingen die men kan zien of kopen; 4. Algemene informatie en suggesties geven aan toeristen in groep en hun helpen problemen op te lossen die zich voordoen tijdens hun verblijf; 5. Er op toezien dat de geplande activiteiten binnen de vooropgestelde tijd worden uitgevoerd; 6. Geplande activiteiten onmiddellijk veranderen in geval van onvoorziene omstandigheden. Onder dienstverlening en belangenbehartiging moet een gids zich onderscheiden op drie domeinen : 1. Instaan voor de kwaliteitscontrole van de dienstverlening door tussenpersonen en maatregelen nemen in geval van problemen, vergissingen of tekortkomingen van de kant van de tussenpersonen; 2. Veiligheidscontrole van de toeristen en hun bezittingen 3. Te allen tijde de belangen verdedigen van zowel de klant/toerist als de belangen van de vertegenwoordigde organisatie (werkgever of bemiddelaar) Uit dit functieprofiel formuleren we de leerdoelstellingen : -
Algemene kennis met nadruk op geschiedenis, aardrijkskunde, kunst en architectuur, economie, politiek, religie, sociologie van het betrokken gebied;
-
De kunst van het gidsen moet zich reflecteren in goede intemenselijke vaardigheden en in de kennis van communicatietechnieken;
-
Absolute noodzaak dat de gids beschikt over een welomlijnd en afgebakend cultureel en geografisch actieterrein (Antwerpse Kempen) en dus ook beschikt over een diepte-interpretatie van zijn of haar omgeving.
Logischerwijze profileren zich een tweeluik van twee sequentiële deelopleidingen: 1. Een basisopleiding toeristisch medewerker (160u) 2. Een gespecialiseerde opleiding (80u)
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids VAK : AV Aardrijkskunde (20 lestijden/j)
62
BEGINSITUATIE Om als regelmatige cursist toegelaten te worden moet de cursist voldaan hebben aan de voltijds leerplicht en ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van het leerjaar gegeven zijn. Er zijn geen inhoudelijke instapvereisten. De cursisten die deze lineaire korte jaaropleiding van 240 uur aanvatten verschillen veel in kennispeil, leertempo en zelfstandigheid. Beperkte voorkennis is aanwezig. Mogelijke leemtes in de geografie moeten dan ook bijgewerkt worden. De cursisten hebben een geografisch vocabularium verworven en beheersen een aantal geografische basiscompetenties
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids VAK : AV Aardrijkskunde (20 lestijden/j)
63
ALGEMENE DOELSTELLINGEN - Het bijdragen in de algemene ontwikkeling van cursisten vanuit een ruimtelijk perspectief - Het aanreiken van specifieke toeristische kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes vanuit een geografische bijdrage met het oog op het gidsen in de toeristisch-reacreatieve wereld.
LEERINHOUDEN 1. Cartografie - Kennismaking met de verschillende soorten kaarten (topografische kaarten, thematische kaarten w.o. wegenkaarten, geologische kaarten, bodemkaarten). - Interpreteren van de informatie uit wegenkaarten, topografische kaarten en de Ferrariskaart. 2. Geografie - Bodemsamenstelling en ondergrond in de Kempen - Analyse van de verschillende landschapsvormende processen : erosie en sedimentatie, rivierwerking, windwerking, getijdenmorfologie. - De landschapsdynamiek in de Kempen kunnen afleiden uit een vergelijking van de Ferrariskaart en de recentere topografische kaarten, en deze kunnen verklaren in het licht van de kolonisatiegeschiedenis van de Kempen. - Nederzettingsgeografie : structuur van de dorpskernen en steden in de Kempen. 3. Geologie - Het begrip "geologische tijd". - De geologische geschiedenis van de Kempen s.l. : Tertiair en Kwartair. - Het belang van de Pleistocene glaciaties voor de Kempen. - Landschapsfilm tijdens het Holoceen - Het geologisch verhaal van de bouwstenen in de Kempen. 4. Fauna en Flora - Toestand van de natuur in Vlaanderen - Milieueducatie - De belangrijkste kenmerken van de vegetatie in de Kempen.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde ( 40 lestijden/jaar)
64
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 18 1. Cartografie
1. Cartografie
- op het einde van dit hoofdstuk de Michelin-wegenkaart en topografische kaarten gebruiken voor : -
het uitstippelen van de meest aantrekkelijke route.
-
het interpreteren van de omgeving op basis van de informatie in de kaart.
2. Geografie
Voorbeeld: Kennismaking met de verschillende soorten kaarten (topografische kaarten, thematische kaarten w.o. wegenkaarten, geologische kaarten, bodemkaarten). Voorbeeld: Interpreteren van de informatie uit wegenkaarten, topografische kaarten en de Ferrariskaart. 2. Geografie
Voorbeeld: Bodemsamenstelling en ondergrond in de Kempen - de verschillende reliëfvormen in de Kempen beschrijven en verklaren in functie van erosie en sedimentatie, met bijzondere aandacht voor het Voorbeeld: Analyse van de verschillende landschapsvormende processen : erosie en sedimentatie, rivierwerking, windwerking, getijdenmorfologie. duin- en stuifzandlandschap, de Kempense heuvels en de valleien. - de landschapsgeschiedenis van de Kempen schetsen en verklaren.
Voorbeeld: De landschapsdynamiek in de Kempen kunnen afleiden uit een vergelijking van de Ferrariskaart en de recentere topografische kaarten, en deze kunnen verklaren in het licht van de kolonisatiegeschiedenis van de Kempen.
- de structuur van dorpen en steden ontrafelen en communiceren.
Voorbeeld: Nederzettingsgeografie : structuur van de dorpskernen en steden in de Kempen.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde ( 40 lestijden/jaar)
65
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen
3. Geologie
3. Geologie
- de verschillende "geologische substreken" in de Kempen afbakenen en Voorbeeld: Het begrip "geologische tijd". verklaren i.f.v. de geologische geschiedenis van de streek. Voorbeeld: De geologische geschiedenis van de Kempen s.l. : Tertiair en Kwartair. - de sporen van het Holoceen en het Pleistoceen aantonen in het Voorbeeld: Het belang van de Pleistocene glaciaties voor de Kempen. landschap. Voorbeeld: Landschapsfilm tijdens het Holoceen - de verschillende natuurstenen die gebruikt werden als bouwsteen in de Voorbeeld: Het geologisch verhaal van de bouwstenen in de Kempen. Kempen benoemen en hun herkomstigheid kunnen verklaren. 4. Fauna en Flora - samenhang in de natuur toelichten.
4. Fauna en Flora Voorbeeld: Toestand van de natuur in Vlaanderen
- typen definiëren. - het natuurlijk evenwicht van een biotoop illustreren.
Voorbeeld: Milieueducatie
- de belangrijkste boom- en struiksoorten in de Kempen herkennen en benoemen en hun aanwezigheid kunnen verklaren. Voorbeeld: De belangrijkste kenmerken van de vegetatie in de Kempen.
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Van de cursist wordt verwacht dat hij over voldoende basistopografische kennis beschikt. Nochtans blijft de kaart het instrument voor de lokalisatie van de geografische verschijnselen en is het een onontbeerlijk hulpmiddel om ruimtelijke betrekkingen op te sporen en om inzicht te verwerven in het wereldgebeuren. Een systematisch en geïntegreerd gebruik van de kaart blijft dus aangewezen bij iedere geografische activiteit. Vermist de geologie het fysisch milieu bestudeert, spreekt het voor zich dat het waarnemen van dit milieu het best gebeurt op het terrein. Fysisch-geografische excursies, eventueel met bijhorend veldwerk, zijn dus een 'must' voor iedere cursist. Voor de studie van sommige onderwerpen is het gebruik van collecties noodzakelijk (vb. mineralen, gesteenten, fossielen). Bij het ontbreken van dergelijke collecties kan een museumbezoek als wisseloplossing dienen. De gehele problematiek van de menselijke ecologie vergen onze aandacht. Het acute probleem van de milieubevuiling is een bekommernis voor de streekgids.
EVALUATIE De evaluatie moet duidelijk verbonden zijn met de geformuleerd doelstellingen en de eigenheid van het leervak aardrijkskunde. Naast de cognitieve reproduktievragen moet men zeker oog hebben voor inzichtsvragen, persoonlijke meningsvragen en inzichtelijke toepassingen zodat attitudevorming en algemene persoonlijke evolutie kunnen beoordeeld worden.
BIBLIOGRAFIE BOARDMAN D.,1986, e.a., Handbook for Geography Teachers, The geographical Association, Sheffield DERRUAU M., 1990, Les formes du reliëf terreste. Notions de géomorphologie, Masson, Parijs PANNEKOEK A.J., e.a., 1973, Algemene Geologie, Wolters-Noordhoff, Groningen BROUWER K., 1987, Milieuproblemen in geografisch perspectief, Van Gorcum, Assen HOEKVELD G., e.a., 1978, Geografie van stad en platteland in de westerse landen, Romen, Bussem GEMEENTEKREDIET, okt. 1985, De Belgische stad van vandaag : waarheen, Tijdschr. van het Gemeentekrediet, speciaal nummer, nr. 154, Brussel NEYT, 1994, Standaard Aardrijkskunde Vademeeuw, Staandaard Uitgeverij DIK, 2001, Aardrijkskunde Vakdidaktiek
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden (24 lestijden/jaar)
69
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................9 Methodologische wenken .......................................................................................................................19 Pedagogisch-didactische wenken................................................................................................19 Didactische hulpmiddelen ................................................................................................................ Evaluatie .................................................................................................................................................23 Bibliografie ..............................................................................................................................................25
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden (24 lestijden/jaar)
70
VISIE Dit leerplan vertrekt van een functieprofiel zoals omschreven door Toersime Vlaanderen. Een toeristisch medewerker – Streekgids is een persoon die actief is in een bepaalde stad gemeente of regio en er de toeristische beziens – en wetenswaardigheden duidt of verduidelijk aan een publiek van toeristen. Toeristen kunnen daarbij worden gedefinieerd als mensen die individueel of in groep in het kader van hun vrijetijdsbesteding een bezoek brengen aan een stad, gemeente of streek. Het functieprofiel van een toeristisch medewerker – streekgids kunnen we verdelen in een zestal inhoudelijke taken en daarnaast een aantal aspecten die te maken hebben met een integrale kwaliteitsvolle dienstverlenging. De zes kerntaken ( inventaris van kennis, vaardigheden en attitudes) zijn : 1. De professionele begeleiding van individuen of groepen van mensen bij hun bezoek aan lokale toeristische attracties van welke aard dan ook; 2. Informatie verstrekken in verband met de lokale toeristische , culturele, historische en natuurlijke feiten en de toeristen informeren over tradities, gewoonten, economie en actuele toestanden; 3. Informatie verstrekken en suggesties geven met betrekking tot de bezoeken plaatsen en dingen die men kan zien of kopen; 4. Algemene informatie en suggesties geven aan toeristen in groep en hun helpen problemen op te lossen die zich voordoen tijdens hun verblijf; 5. Er op toezien dat de geplande activiteiten binnen de vooropgestelde tijd worden uitgevoerd; 6. Geplande activiteiten onmiddellijk veranderen in geval van onvoorziene omstandigheden. Onder dienstverlening en belangenbehartiging moet een gids zich onderscheiden op drie domeinen : 1. Instaan voor de kwaliteitscontrole van de dienstverlening door tussenpersonen en maatregelen nemen in geval van problemen, vergissingen of tekortkomingen van de kant van de tussenpersonen; 2. Veiligheidscontrole van de toeristen en hun bezittingen 3. Te allen tijde de belangen verdedigen van zowel de klant/toerist als de belangen van de vertegenwoordigde organisatie (werkgever of bemiddelaar) Uit dit functieprofiel formuleren we de leerdoelstellingen : -
Algemene kennis met nadruk op geschiedenis, aardrijkskunde, kunst en architectuur, economie, politiek, religie, sociologie van het betrokken gebied;
-
De kunst van het gidsen moet zich reflecteren in goede intemenselijke vaardigheden en in de kennis van communicatietechnieken;
-
Absolute noodzaak dat de gids beschikt over een welomlijnd en afgebakend cultureel en geografisch actieterrein (Antwerpse Kempen) en dus ook beschikt over een diepte-interpretatie van zijn of haar omgeving.
Logischerwijze profileren zich een tweeluik van twee sequentiële deelopleidingen: 1. Een basisopleiding toeristisch medewerker (160u) 2. Een gespecialiseerde opleiding (80u)
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden (24 lestijden/jaar)
71
BEGINSITUATIE Om als regelmatige cursist toegelaten te worden moet de cursist voldaan hebben aan de voltijds leerplicht en ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van het leerjaar gegeven zijn. Er zijn geen inhoudelijke instapvereisten. De basiscursus Algemene Geschiedenis is achter de rug. Voor een kandidaat streekgids mag samenwerking met musea, archieven, bibliotheken, symbolen, industriële archeologie en toeristische diensten geen problemen vormen
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden (24 lestijden/jaar)
72
ALGEMENE DOELSTELLINGEN - Informatie verwerven en verwerken die het leiden en begeleiden omvatten. - Het procesmatig integreren van verworven basiskennis naar gerichte rondleidingen. - Respect opbrengen voor de culturele eigenheid van het bestemmingsgebied LEERPLANDOELSTELLINGEN De cursisten kunnen aan hun ruim geformuleerde historische of actuele probleemstelling uit gevarieerd informatiemateriaal : -
doeltreffend informatie selecteren deze selectie kritisch verantwoorden
De cursisten kunnen bij de studie van een historische probleemstelling: -
zelfstandig gegevens verzamelen uit een gediversifieerd historisch bronnenmateriaal. een vraagstelling ontwikkelen om historische informatie kritisch en vanuit verschillende standpunten te verhelderen. de cursisten kunnen een samenhangende rapportering brengen (geïntegreerde proef)
De cursisten zijn bereid vanuit een intellectueel eerlijke omgang met informatie te reageren op vormen van deinformatie. LEERINHOUDEN Achief & musea Musea en Museumkunde -
historiek types management
Bibliotheken en Archief - principes en terminologie van de archivistiek I - nformatiemanagement met zoektechnieken - preservatie,conservatie en restauratie - genealogie en heemkunde. Sigillografie,Heraldiek en Iconografie -
Symbolen van overheidsgezag en rechtsmacht
Monumentenzorg - Industriele Archeologie - Erfgoedbeleid : Materiële relicten symboliseren maatschappijvormen, socio-economische verhoudingen, ideologieën en opvattingen. - Criteria voor de selectie van objecten uit het (industrieel) verleden - Herbestemming en rehabilitatie van het erfgoed (woningen, kapellen, kerken, gemeentehuizen, gerechtshoven, kastelen, fabrieken en molens) - Relatie tussen architecturale vormgeving van het industriële gebouw en het totale arbeidsproces. Toerisme & diensten - Organisatie van de toeristische dienstverlening - Toeristische informatievoorziening
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden ( 24 lestijden/jaar)
73
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN De cursisten
LEERINHOUDEN
19 Achief & musea - constateren dat vele privé-verzamelingen de oorsprong geworden zijn Voorbeeld : historiek van het museumwezen van grote musea en dat museumwerking een activiteit schept, waarin cultuuroverdracht essentieel is. - zien in dat de geschiedenis nog maar voor een deel is geschreven, de Voorbeeld : archivistiek rest kan nog opgedoken worden uit de archieven en bibliotheken. Daarom onderzoekt men de geschreven en gedrukte bronnen en doet men opzoekingen om publicaties terug te vinden. - herkennen zinnebeelden (wapens - zegels) van overheidsgezag en Voorbeeld : sigilografiek, heraldiek en iconografie rechtsmacht. - constateren dat het onderzoeken van de genesis en de structuur van Voorbeeld : monumentenzorg lokale gemeenschap steunt op een lange traditie en de toepassing ervan werd lange tijd in onderwijs en opvoeding verdedigd. - waarderen industriële archeologie (stationsgebouwen, huizen van sas- Voorbeeld : industriële archeologie en brugmeesters, arbeiderswoningen en oude fabriekjes) voor de studie van ons economisch verleden.
Toerimse & diensten -
de structuur van Toerisme Vlaanderen en de Kempen toelichten Voorbeeld : Organisatie van de toeristische dienstverlenging en weten waar men zich kan melden voor informatie
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden( 24 lestijden/jaar)
74
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Het uitnodigen van deskundigen en bevoorrechte getuigen in verband met bepaalde onderwerpen moet oordeelkundig gebeuren. Specifieke extra-murosactiviteiten kunnen zich zowel op het domein van veldwerk als op het domein van de gegidste excursie (bv. bibliotheek, museum, archief, evenementen,...) situeren. De cursisten kunnen in de diverse fasen betrokken worden (planning, voorbereiding, uitvoering, verwerking en evaluatie van een excursie). Aangezien het gefundeerd oordelen belangrijk is, dienen de cursisten vertrouwd te worden gemaakt met historisch, wetenschappelijke methoden.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden( 24 lestijden/jaar)
75
EVALUATIE De evaluatie moet duidelijk verbonden zijn met de geformuleerde doelstellingen en de eigenheid van het vak : vakvaardigheden. Naast de klassieke reproduktievragen dienen inzichtsvragen, persoonlijke meningsvragen en inzichtelijke toepassingen aan bod te komen.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden( 24 lestijden/jaar)
76
BIBLIOGRAFIE DE KOK H., 1999, De Kempen. Geografie, Geschiedenis, Cultuur, Cursus Streekgids, Turnhout, 145 p. JANSSENS L., Repertorium van prekadastrale handschriftelijke kaarten en plattegronden bewaard op het Algemeen Rijksarchief te Brussel DE KOK H. en GORIS J.M., Enkele richtlijnen i.v.m. het opsporen van de oorsprong en de evolutie van het gemeentewapen en de gemeentevlag. VAN HAM W.A., 1986, Wapens en Vlaggen van Noord-Brabant. Wapens en vlaggen van de provincie, gemeenten en waterschappen, De Walburg Pers, Zutphen THIEME U., BECKER F., 1907-1949, Allgemeines Lexikon der bildenden kûnsler von der Antike bis zue Gegewart. Leipzig, 37 delen en vele aanvullingen VON WURZBACH A., 1906-1911, Niederländisches Künstlerlexikon auf Grund archivalischer Forschungen bearbeitet. Wenen-Leipzig, 3 dln. REAU L., 1955-1957, Iconographie de l'art chrétien. I. Introduction générale. II. Iconographie de la Bible. III Iconographie des saints. Parijs AERTS W., 1987, Beschermd cultuurpatrimonium in de provincie Antwerpen, Wommelgem
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden (12 lestijden/jaar)
77
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................9 Methodologische wenken .......................................................................................................................19 Pedagogisch-didactische wenken................................................................................................19 Didactische hulpmiddelen ................................................................................................................ Evaluatie .................................................................................................................................................23 Bibliografie ..............................................................................................................................................25
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden (12 lestijden/jaar)
78
VISIE Dit leerplan vertrekt van een functieprofiel zoals omschreven door Toersime Vlaanderen. Een toeristisch medewerker – Streekgids is een persoon die actief is in een bepaalde stad gemeente of regio en er de toeristische beziens – en wetenswaardigheden duidt of verduidelijk aan een publiek van toeristen. Toeristen kunnen daarbij worden gedefinieerd als mensen die individueel of in groep in het kader van hun vrijetijdsbesteding een bezoek brengen aan een stad, gemeente of streek. Het functieprofiel van een toeristisch medewerker – streekgids kunnen we verdelen in een zestal inhoudelijke taken en daarnaast een aantal aspecten die te maken hebben met een integrale kwaliteitsvolle dienstverlenging. De zes kerntaken ( inventaris van kennis, vaardigheden en attitudes) zijn : 1. De professionele begeleiding van individuen of groepen van mensen bij hun bezoek aan lokale toeristische attracties van welke aard dan ook; 2. Informatie verstrekken in verband met de lokale toeristische , culturele, historische en natuurlijke feiten en de toeristen informeren over tradities, gewoonten, economie en actuele toestanden; 3. Informatie verstrekken en suggesties geven met betrekking tot de bezoeken plaatsen en dingen die men kan zien of kopen; 4. Algemene informatie en suggesties geven aan toeristen in groep en hun helpen problemen op te lossen die zich voordoen tijdens hun verblijf; 5. Er op toezien dat de geplande activiteiten binnen de vooropgestelde tijd worden uitgevoerd; 6. Geplande activiteiten onmiddellijk veranderen in geval van onvoorziene omstandigheden. Onder dienstverlening en belangenbehartiging moet een gids zich onderscheiden op drie domeinen : 1. Instaan voor de kwaliteitscontrole van de dienstverlening door tussenpersonen en maatregelen nemen in geval van problemen, vergissingen of tekortkomingen van de kant van de tussenpersonen; 2. Veiligheidscontrole van de toeristen en hun bezittingen 3. Te allen tijde de belangen verdedigen van zowel de klant/toerist als de belangen van de vertegenwoordigde organisatie (werkgever of bemiddelaar) Uit dit functieprofiel formuleren we de leerdoelstellingen : -
Algemene kennis met nadruk op geschiedenis, aardrijkskunde, kunst en architectuur, economie, politiek, religie, sociologie van het betrokken gebied;
-
De kunst van het gidsen moet zich reflecteren in goede intemenselijke vaardigheden en in de kennis van communicatietechnieken;
-
Absolute noodzaak dat de gids beschikt over een welomlijnd en afgebakend cultureel en geografisch actieterrein (Antwerpse Kempen) en dus ook beschikt over een diepte-interpretatie van zijn of haar omgeving.
Logischerwijze profileren zich een tweeluik van twee sequentiële deelopleidingen: 1. Een basisopleiding toeristisch medewerker (160u) 2. Een gespecialiseerde opleiding (80u)
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden (12 lestijden/jaar)
79
BEGINSITUATIE Om als regelmatige cursist toegelaten te worden moet de cursist voldaan hebben aan de voltijds leerplicht en ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van het leerjaar gegeven zijn. Er zijn geen inhoudelijke instapvereisten Belangrijke sleutelvaardigheden als didactisch vaardig zijn, sociaal vaardig zijn, communicatief vaardig zijn, bereid zijn te leren, flexibel zijn kunnen elders verworven competenties zijn die toch structuur vereisen
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden (12 lestijden/jaar)
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Boeiend en duidelijk overbrengen van relevante kennis op een aangename manier. Bereid en in staat zijn de eigen deskundigheid op te bouwen Zich aanpassen aan wijzigende omstandigheden
Leerinhouden Methodiek en Deontologie - Het model van didactische analyse - Didactische werkvormen - Communicatie - Veiligheid en aansprakelijkheid Groepspsychologie - Assertief leiderschap - Conflictbeheersing
80
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden ( 12 lestijden/jaar)
81
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten 20 Methodiek, Deontologie
Methodiek en Deontologie
- ontwikkelen een samenhangend, boeiend, onderhoudend en logisch Voorbeeld: Alle leerinhouden betoog (spreekbeurt). - profileren zich door hun kennis, taalgebruik, voorkomen, objectiviteit, mensenkennis, verantwoordelijkheidsgevoel en organisatietalent. - weten dat een goed optreden wordt bepaald door de keuze van de standplaats, de inhoud en de methodiek van de uiteenzetting. - weten dat gidsen geen risicoloze activiteit is die verantwoordelijkheid inhoudt en tot aansprakelijkheid kan leiden. Groepspsychologie - herkennen en voorkomen van communicatiestoornissen. - leiden door assertief optreden met gezag een groep. - beheersen conflictsituaties door effectief onderhandelen.
Groepspsychologie Voorbeeld: Alle leerinhouden
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden( 12 lestijden/jaar)
82
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Er wordt gestreefd naar een systematische afwisseling in de leer- en de werkmethoden van deze beroepsvaardigheden omdat dit psychologisch activerend werkt ondermeer door aangepaste werkstructuur, frontale dialoog, groepsdiscussie en auditieve activiteiten.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden( 12 lestijden/jaar)
83
EVALUATIE -
Methodiek en Deontologie : De trend van de methodiek moet worden gevolgd. Bij het begin moet de nadruk liggen op de reproduktie en op het einde op de zelfstandige organisatorische vaardigheden. Er wordt een voorbeeldtrip georganiseerd.
-
Groepspsychologie : Via rollenspel worden de reacties van de cursisten geobserveerd en geëvalueerd op hun assertiviteit.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden( 12 lestijden/jaar)
BIBLIOGRAFIE DE BOCK dr., 1970, Algemene Didactiek, Standaard Boekhandel PERQUIN dr., 1972, Didactiek, Wetenschappelijke Boekhandel Communicatietechnieken, Vlerick Instituut voor Management FOUCOMMIER, Algemene Communicatietheorie, uitg. Het Spectrum, Utrecht-Antwerpen HOMME J., Communicatie tussen mensen, H.E.Stanfort Croise, Leiden-Antwerpen PAK D. en WIJNINGA W., Verbale communicatie , uitg. De Kangoeroe. JONCKERS P. e.a., zakboekje 2001, Gidsen, reisleiders en hun opdrachtgevers
84
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde van de Antwerpse Kempen (12 lestijden/jaar)
85
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................9 Methodologische wenken .......................................................................................................................19 Pedagogisch-didactische wenken................................................................................................19 Didactische hulpmiddelen ............................................................................................................91 Evaluatie .................................................................................................................................................23 Bibliografie ..............................................................................................................................................25
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde van de Antwerpse Kempen (12 lestijden/jaar)
86
VISIE Dit leerplan vertrekt van een functieprofiel zoals omschreven door Toersime Vlaanderen. Een toeristisch medewerker – Streekgids is een persoon die actief is in een bepaalde stad gemeente of regio en er de toeristische beziens – en wetenswaardigheden duidt of verduidelijk aan een publiek van toeristen. Toeristen kunnen daarbij worden gedefinieerd als mensen die individueel of in groep in het kader van hun vrijetijdsbesteding een bezoek brengen aan een stad, gemeente of streek. Het functieprofiel van een toeristisch medewerker – streekgids kunnen we verdelen in een zestal inhoudelijke taken en daarnaast een aantal aspecten die te maken hebben met een integrale kwaliteitsvolle dienstverlenging. De zes kerntaken ( inventaris van kennis, vaardigheden en attitudes) zijn : 1. De professionele begeleiding van individuen of groepen van mensen bij hun bezoek aan lokale toeristische attracties van welke aard dan ook; 2. Informatie verstrekken in verband met de lokale toeristische , culturele, historische en natuurlijke feiten en de toeristen informeren over tradities, gewoonten, economie en actuele toestanden; 3. Informatie verstrekken en suggesties geven met betrekking tot de bezoeken plaatsen en dingen die men kan zien of kopen; 4. Algemene informatie en suggesties geven aan toeristen in groep en hun helpen problemen op te lossen die zich voordoen tijdens hun verblijf; 5. Er op toezien dat de geplande activiteiten binnen de vooropgestelde tijd worden uitgevoerd; 6. Geplande activiteiten onmiddellijk veranderen in geval van onvoorziene omstandigheden. Onder dienstverlening en belangenbehartiging moet een gids zich onderscheiden op drie domeinen : 1. Instaan voor de kwaliteitscontrole van de dienstverlening door tussenpersonen en maatregelen nemen in geval van problemen, vergissingen of tekortkomingen van de kant van de tussenpersonen; 2. Veiligheidscontrole van de toeristen en hun bezittingen 3. Te allen tijde de belangen verdedigen van zowel de klant/toerist als de belangen van de vertegenwoordigde organisatie (werkgever of bemiddelaar) Uit dit functieprofiel formuleren we de leerdoelstellingen : -
Algemene kennis met nadruk op geschiedenis, aardrijkskunde, kunst en architectuur, economie, politiek, religie, sociologie van het betrokken gebied;
-
De kunst van het gidsen moet zich reflecteren in goede intemenselijke vaardigheden en in de kennis van communicatietechnieken;
-
Absolute noodzaak dat de gids beschikt over een welomlijnd en afgebakend cultureel en geografisch actieterrein (Antwerpse Kempen) en dus ook beschikt over een diepteinterpretatie van zijn of haar omgeving.
Logischerwijze profileren zich een tweeluik van twee sequentiële deelopleidingen: 1. Een basisopleiding toeristisch medewerker (160u) 2. Een gespecialiseerde opleiding (80u)
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde van de Antwerpse Kempen (12 lestijden/jaar)
87
BEGINSITUATIE Om als regelmatige cursist toegelaten te worden moet de cursist voldaan hebben aan de voltijds leerplicht en ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van het leerjaar gegeven zijn. Er zijn geen inhoudelijke instapvereisten. De cursisten die deze lineaire korte jaaropleiding van 240 uur aanvatten verschillen veel in kennispeil, leertempo en zelfstandigheid. De cursisten kunnen verschillende thematische kaarten lezen. Zij noemen natuurlijke domeinen, cultuurhistorische socio-economische elementen op die de attractiviteit van de regio beïnvloeden. Zij kunnen kaarten, streekbeschrijvingen, data en grafische voorstellingen ruimtelijk bespreken.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde van de Antwerpse Kempen (12 lestijden/jaar)
88
ALGEMENE DOELSTELLINGEN - Cursisten kunnen de toeristische en recreatieve attractiviteit van de regio verklaren. - De cursisten beheersen de nodige vaardigheden om ruimtelijk gegevens over de streek op te zoeken en te verwerken tot klant gerichte informatie. - Ze hebben aandacht voor de waarden van natuurlijke en culturele landschappen.
Leerinhouden 1. Geologie van de Kempen
2.
-
Algemene geologische opbouw
-
De paleozoïsche sokkel
-
Dekterreinen
-
Hydrogeologische situatie
-
Geologische effecten
Fysische geografie van de Kempen -
Morfologie
-
Bodemkundige kenmerken
-
Klimaatkenmerken
-
Vegetatie
3. Socio-economische geografie van de Kempen - Demografische situatie en evolutie
4.
5.
-
Spreiding van de bevolking
-
Verstedelijking en landelijkheid
-
Landbouwgeografische kenmerken
-
Industrialisatie
-
Tertiairsering
Landschapsecologie -
Landschapsstructuren : basiselementen en netwerken
-
Draagcapaciteit en milieu-situatie
-
Landschapsecologische synthese
Toeristische geografie -
Aanbod: natuur en man-made
-
Toeristische en recreatieve infrastructuur
-
Typering van de toeristische vraag
-
Kaartbeelden en regionale differentiatie
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristische medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde van de Antwerpse Kempen ( 12 lestijden/jaar)
89
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 21
1. Geologie van de Kempen - de verschillende "geologische substreken" in de Kempen afbakenen en verklaren i.f.v. de geologische geschiedenis van de streek.
1. Geologie van de Kempen Voorbeelden:
- de sporen van het Holoceen en het Pleistoceen aantonen in het landschap - de verschillende natuurstenen die gebruikt werden als bouwsteen in de Kempen benoemen en hun herkomstigheid verklaren.
2. Fysische geografie
2.
-
Algemene geologische opbouw
-
De paleozoïsche sokkel
-
Dekterreinen
-
Hydrogeologische situatie
-
Geologische effecten
Fysische geografie van de Kempen
Voorbeelden: - de verschillende reliëfvormen in de Kempen beschrijven en verklaren in functie van erosie en sedimentatie. Met bijzondere aandacht voor het duin- en stuifzandlandschap, de Kempense heuvels en de valleien. - de landschapsgeschiedenis van de Kempen schetsen en verklaren. - de structuur van dorpen en steden ontrafelen en communiceren.
-
Morfologie
-
Bodemkundige kenmerken
-
Klimaatkenmerken
-
Vegetatie
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristische medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde van de Antwerpse Kempen ( 12 lestijden/jaar)
90
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen
3. Socio-economische geografie van de Kempen - economische kenmerken typeren in verband met demografische situatie en spreiding van de Kempische bevolking.
4.
Landschapsecologie
3. Socio-economische geogafrie van de Kempen Voorbeelden:
4.
-
Demografische situatie en evolutie
-
Spreiding van de bevolking
-
Verstedelijking en landelijkheid
-
Landbouwgeografische kenmerken
-
Industrialisatie
-
Tertiairsering
Landschapsecologie
- op basis van de relatie mens-natuur de milieu-effecten op het Voorbeelden: Kempisch landschap evalueren. - Landschapsstructuren : basiselementen en netwerken - Kempische landschappen typeren aan de hand van een beschrijving - Draagcapaciteit en milieu-situatie van de aanwezige elementen en geotopen. - Landschapsecologische synthese
5. Toeristische geografie
5.
Toeristische geografie
Voorbeelden: - vanuit de waarneming van het landschap de toeristische en recreatieve activiteiten herkennen en hierbij onderscheid maken tussen de mogelijkheden die door het Kempisch landschap zelf worden geboden en de toeristische infrastructuur zoals die door de mens werd aangebracht. - het verband leggen tussen het aanbod als zodanig, en de wijze waarop alsook de mate waarin de mens van dit aanbod gebruik maakt.
-
Aanbod: natuur en man-made
-
Toeristische en recreatieve infrastructuur
-
Typering van de toeristische vraag
-
Kaartbeelden en regionale differentiatie
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde van de Antwerpse Kempen ( 12 lestijden/jaar)
91
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN DIDACTISCHE HULPMIDDELEN1 Van de cursist wordt verwacht dat hij over voldoende basistopografische kennis beschikt. Nochtans blijft de kaart het instrument voor de lokalisatie van de geografische verschijnselen en is het een onontbeerlijk hulpmiddel om ruimtelijke betrekkingen op te sporen en om inzicht te verwerven in het wereldgebeuren. Een systematisch en geïntegreerd gebruik van de kaart blijft dus aangewezen bij iedere geografische activiteit. Vermist de geologie het fysisch milieu bestudeert, spreekt het voor zich dat het waarnemen van dit milieu het best gebeurt op het terrein. Fysisch-geografische excursies, eventueel met bijhorend veldwerk, zijn dus een 'must'voor iedere cursist. Voor de studie van sommige onderwerpen is het gebruik van collecties noodzakelijk (vb. mineralen, gesteenten, fossielen). Bij het ontbreken van dergelijke collecties kan een museumbezoek als wisseloplossing dienen. De gehele problematiek van de menselijke ecologie vergen onze aandacht. Het acute probleem van de milieubevuiling is ook één van onze bekommernissen.
1
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde van de Antwerpse Kempen ( 12 lestijden/jaar)
92
EVALUATIE De evaluatie moet duidelijk verbonden zijn met de geformuleerd doelstellingen en de eigenheid van het leervak aardrijkskunde. Naast de cognitieve reproductievragen moet men zeker oog hebben voor inzichtsvragen, persoonlijke meningsvragen en inzichtelijke toepassingen zodat attitudevorming en algemene persoonlijke evolutie kunnen beoordeeld worden.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : AV Aardrijkskunde van de Antwerpse Kempen ( 12 lestijden/jaar)
BIBLIOGRAFIE BOUWER, K.& P. LEROY, 1995, Milieu en ruimte, Boom, Meppel, Amsterdam DE GROOTE, 1995, P., Panorama op Toerisme, Garant, Leuven/Apeldoorn DENIS, 1992, J. Geografie van België, Gemeentekrediet, Brussel DERRUAU M., 1990, Les formes du reliëf terreste. Notions de géomorphologie, Masson, Parijs GYSELS, 1993, H., De landschappen van Vlaanderen en Zuidelijk Nederland, Garant, Leuven/Apeldoorn WOUTERS, 1994, L.& N. Vandenberghe, Geologie van de Kempen, NIRAS, Brussel DEPUYDT F, 1995,Fascinerende Landschappen van Vlaanderen en Wallonië, Davidsfonds, Leuven DEPUYDT F, 1996, Geografische streken van België in stereovisie, Pelckmans V.L.A., 1994, Symposiumboek Mercatorviering, Sint-Niklaas WOLTER’S Algemene Atlas, 1996 GEMEENTEKREDIET, 1992, Geografie van België Warande Turnhout, 1991, Atlas V.L.A., 1991/4, De aardrijkskunde: Cartografie V.L.A., 1995/9, De aardrijkskunde, Landschap en kaart DIRIKEN P., Geogidsen, GEORETO F. GULLENTOPS, 1996, Delfstoffen in Vlaanderen, Min. Vlaamse Gemeenschap VAN HECKE E., 1998, Landbouw info ’98, Agrinfo N.G.I., kaartmeteriaal, Abdij ter Kameren 13, 1000 Brussel SIBELCO, Leven met kwarts
93
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden – Toeristisch aanbod (8 lestijden/jaar)
94
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................9 Methodologische wenken .......................................................................................................................19 Pedagogisch-didactische wenken................................................................................................19 Didactische hulpmiddelen ................................................................................................................ Evaluatie .................................................................................................................................................23 Bibliografie ..............................................................................................................................................25
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden – Toeristisch aanbod (8 lestijden/jaar)
95
VISIE Dit leerplan vertrekt van een functieprofiel zoals omschreven door Toersime Vlaanderen. Een toeristisch medewerker – Streekgids is een persoon die actief is in een bepaalde stad gemeente of regio en er de toeristische beziens – en wetenswaardigheden duidt of verduidelijk aan een publiek van toeristen. Toeristen kunnen daarbij worden gedefinieerd als mensen die individueel of in groep in het kader van hun vrijetijdsbesteding een bezoek brengen aan een stad, gemeente of streek. Het functieprofiel van een toeristisch medewerker – streekgids kunnen we verdelen in een zestal inhoudelijke taken en daarnaast een aantal aspecten die te maken hebben met een integrale kwaliteitsvolle dienstverlenging. De zes kerntaken ( inventaris van kennis, vaardigheden en attitudes) zijn : 1. De professionele begeleiding van individuen of groepen van mensen bij hun bezoek aan lokale toeristische attracties van welke aard dan ook; 2. Informatie verstrekken in verband met de lokale toeristische , culturele, historische en natuurlijke feiten en de toeristen informeren over tradities, gewoonten, economie en actuele toestanden; 3. Informatie verstrekken en suggesties geven met betrekking tot de bezoeken plaatsen en dingen die men kan zien of kopen; 4. Algemene informatie en suggesties geven aan toeristen in groep en hun helpen problemen op te lossen die zich voordoen tijdens hun verblijf; 5. Er op toezien dat de geplande activiteiten binnen de vooropgestelde tijd worden uitgevoerd; 6. Geplande activiteiten onmiddellijk veranderen in geval van onvoorziene omstandigheden. Onder dienstverlening en belangenbehartiging moet een gids zich onderscheiden op drie domeinen : 1. Instaan voor de kwaliteitscontrole van de dienstverlening door tussenpersonen en maatregelen nemen in geval van problemen, vergissingen of tekortkomingen van de kant van de tussenpersonen; 2. Veiligheidscontrole van de toeristen en hun bezittingen 3. Te allen tijde de belangen verdedigen van zowel de klant/toerist als de belangen van de vertegenwoordigde organisatie (werkgever of bemiddelaar) Uit dit functieprofiel formuleren we de leerdoelstellingen : -
Algemene kennis met nadruk op geschiedenis, aardrijkskunde, kunst en architectuur, economie, politiek, religie, sociologie van het betrokken gebied;
-
De kunst van het gidsen moet zich reflecteren in goede intemenselijke vaardigheden en in de kennis van communicatietechnieken;
-
Absolute noodzaak dat de gids beschikt over een welomlijnd en afgebakend cultureel en geografisch actieterrein (Antwerpse Kempen) en dus ook beschikt over een diepteinterpretatie van zijn of haar omgeving.
Logischerwijze profileren zich een tweeluik van twee sequentiële deelopleidingen: 1. Een basisopleiding toeristisch medewerker (160u) 2. Een gespecialiseerde opleiding (80u)
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden – Toeristisch aanbod (8 lestijden/jaar)
96
BEGINSITUATIE Om als regelmatige cursist toegelaten te worden moet de cursist voldaan hebben aan de voltijds leerplicht en ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van het leerjaar gegeven zijn. Er zijn geen inhoudelijke instapvereisten. De cursisten die deze liniaere korte jaaropleiding van 240 uur aanvatten verschillen veel in kennispeil, leertempo en zelfstandigheid. Inzicht in het toeristisch aanbod verwerft men door veel te lezen en vooral door er zelf vaak op uit te trekken.Een kandidaat streekgids is dan ook een enthousiast toerist in zijn eigen regio.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden – Toeristisch aanbod (8 lestijden/jaar)
ALGEMENE DOELSTELLINGEN De cursist is vertrouwd met de toeristische informatievoorziening in de regio; Hij heeft een overzicht van het toeristisch aanbod in de Antwerpse Kempen Hij heeft inzicht in de organisatie van de toeristische dienstverlening
Leerinhouden 1. Toeristische organisaties in de Kempen TFPA, Toerisme Kempen, VVV’s-DVT’s, streekvvv’s vereniging Kempense streekgidsen 2. Toeristische publicaties in de Kempen promotioneel productondersteunend 3. Gidsen Toeristische infrastructuur in de Kempen attracties en ondersteunende voorzieningen bestaand aanbod toekomstplannen
97
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker – Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden – Toeristisch aanbod ( 8 lestijden/jaar)
98
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 22 - een breed overzicht geven van wat de mogelijkheden zijn in de recreatieve sector voor mensen die hun vrije tijd willen laten organiseren. Ook kunnen weten waar men daarvoor terecht kan ; kunnen verwijzen naar… - de items actualiseren en kunnen zo inspringen op nieuwe tendensen binnen het toerisme (reisvormen, reisformules, verblijfsmogelijkheden, transportmogelijkheden en -combinaties, reisbestemmingen, …), wil men het contact met de arbeidsrealiteit niet verliezen.
Voorbeeld: alle leerinhouden
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker- - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden – Toeristische aanbod ( 8 lestijden/jaar)
99
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Het accent wordt gelegd op het verwerven van een beknopte theoretisch-technische kennis. Aansluitend komt de praktische kennis en de bruikbaarheid aan bod. Wij beogen een polyvalente dienstverlening door een uitstekende kennis van het toeristische aanbod.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker- - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden – Toeristische aanbod ( 8 lestijden/jaar)
EVALUATIE Schriftelijk examen met cognitieve reproductievragen en inzichtsvragen .
100
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker- - Streekgids Vak : TV Toerisme Vakvaardigheden – Toeristische aanbod ( 8 lestijden/jaar)
BIBLIOGRAFIE Ysewyn, D, 1989-1990, Antwerpen en het toerisme: een toekomstige relatie, KAGA 100ste jg. Bogaert, A, oktober 1990, Economische betekenis van het toerisme en recreatie voor de provincieAntwerpen, GOM Antwerpen NIS, 1967, Statistiek van het toerisme en hotelwezen, Statistisch Tijdschrift, 53ste jg. Nr 10 DE KOK, H, HAEST, R, 1993, Gids van de Kempen, Brepols, Turnhout
101
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden – EHBO (8 lestijden/jaar)
102
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................9 Methodologische wenken .......................................................................................................................19 Pedagogisch-didactische wenken................................................................................................19 Didactische hulpmiddelen ................................................................................................................ Evaluatie .................................................................................................................................................23 Bibliografie ..............................................................................................................................................25
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden – EHBO (8 lestijden/jaar)
103
VISIE Dit leerplan vertrekt van een functieprofiel zoals omschreven door Toersime Vlaanderen. Een toeristisch medewerker – Streekgids is een persoon die actief is in een bepaalde stad gemeente of regio en er de toeristische beziens – en wetenswaardigheden duidt of verduidelijk aan een publiek van toeristen. Toeristen kunnen daarbij worden gedefinieerd als mensen die individueel of in groep in het kader van hun vrijetijdsbesteding een bezoek brengen aan een stad, gemeente of streek. Het functieprofiel van een toeristisch medewerker – streekgids kunnen we verdelen in een zestal inhoudelijke taken en daarnaast een aantal aspecten die te maken hebben met een integrale kwaliteitsvolle dienstverlenging. De zes kerntaken ( inventaris van kennis, vaardigheden en attitudes) zijn : 1. De professionele begeleiding van individuen of groepen van mensen bij hun bezoek aan lokale toeristische attracties van welke aard dan ook; 2. Informatie verstrekken in verband met de lokale toeristische , culturele, historische en natuurlijke feiten en de toeristen informeren over tradities, gewoonten, economie en actuele toestanden; 3. Informatie verstrekken en suggesties geven met betrekking tot de bezoeken plaatsen en dingen die men kan zien of kopen; 4. Algemene informatie en suggesties geven aan toeristen in groep en hun helpen problemen op te lossen die zich voordoen tijdens hun verblijf; 5. Er op toezien dat de geplande activiteiten binnen de vooropgestelde tijd worden uitgevoerd; 6. Geplande activiteiten onmiddellijk veranderen in geval van onvoorziene omstandigheden. Onder dienstverlening en belangenbehartiging moet een gids zich onderscheiden op drie domeinen : 1. Instaan voor de kwaliteitscontrole van de dienstverlening door tussenpersonen en maatregelen nemen in geval van problemen, vergissingen of tekortkomingen van de kant van de tussenpersonen; 2. Veiligheidscontrole van de toeristen en hun bezittingen 3. Te allen tijde de belangen verdedigen van zowel de klant/toerist als de belangen van de vertegenwoordigde organisatie (werkgever of bemiddelaar) Uit dit functieprofiel formuleren we de leerdoelstellingen : -
Algemene kennis met nadruk op geschiedenis, aardrijkskunde, kunst en architectuur, economie, politiek, religie, sociologie van het betrokken gebied;
-
De kunst van het gidsen moet zich reflecteren in goede intemenselijke vaardigheden en in de kennis van communicatietechnieken;
-
Absolute noodzaak dat de gids beschikt over een welomlijnd en afgebakend cultureel en geografisch actieterrein (Antwerpse Kempen) en dus ook beschikt over een diepte-interpretatie van zijn of haar omgeving.
Logischerwijze profileren zich een tweeluik van twee sequentiële deelopleidingen: 1. Een basisopleiding toeristisch medewerker (160u) 2. Een gespecialiseerde opleiding (80u)
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden – EHBO (8 lestijden/jaar)
104
BEGINSITUATIE Om als regelmatige cursist toegelaten te worden moet de cursist voldaan hebben aan de voltijds leerplicht en ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van het leerjaar gegeven zijn. Er zijn geen inhoudelijke instapvereisten. De cursisten die deze liniaere korte jaaropleiding van 240 uur aanvatten verschillen veel in kennispeil, leertempo en zelfstandigheid. De cursist moet stressbestendig zijn en zijn civieke plichten nakomen.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden – EHBO (8 lestijden/jaar)
105
ALGEMENE DOELSTELLINGEN De cursisten leren op een verantwoorde wijze eerste hulp te verlenen, wat zij moeten doen en wat zij zeker niet moeten doen.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristische medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden EHBO (8 lestijden/jaar)
106
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN De cursisten kunnen
LEERINHOUDEN
23 - doelmatig optreden om de gevolgen van het ongeval, de plotse ziekte te beperken.
1. Vaak voorkomende letsels
- de noodsituatie ontwarren en de toestand van de slachtoffers (her)kennen.
2. Vaak voorkomende aandoeningen en ongevallen
- zo vlug en nauwkeurig mogelijk de noodsituatie beschrijven en de toestand van het slachtoffer typeren.
3. Levensbedreigende situaties
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden EHBO ( 8 lestijden/jaar)
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De vijf belangrijke punten in acht nemen Let op het gevaar voor u en omstaanders Ga na wat er gebeurd is en wat het slachtoffer mankeert Stel het slachtoffer gerust Zorg voor deskundige hulp Help het slachtoffer waar u hem aantreft.
107
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden EHBO ( 8 lestijden/jaar)
108
EVALUATIE Simulatie van ongevallen waarbij de zorg voor veiligheid voor vitale en niet-vitale functies wordt geëvalueerd. Er wordt nagegaan of de hulp als steun overkomt en of de gespecialiseerde hulp verwittigd is.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden EHBO ( 8 lestijden/jaar)
BIBLIOGRAFIE www. redcross.be
109
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Lesrondleidingen (18 lestijden/jaar)
110
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................9 Methodologische wenken .......................................................................................................................19 Pedagogisch-didactische wenken................................................................................................19 Didactische hulpmiddelen ................................................................................................................ Evaluatie .................................................................................................................................................23 Bibliografie ..............................................................................................................................................25
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Lesrondleidingen (18 lestijden/jaar)
111
VISIE Dit leerplan vertrekt van een functieprofiel zoals omschreven door Toersime Vlaanderen. Een toeristisch medewerker – Streekgids is een persoon die actief is in een bepaalde stad gemeente of regio en er de toeristische beziens – en wetenswaardigheden duidt of verduidelijk aan een publiek van toeristen. Toeristen kunnen daarbij worden gedefinieerd als mensen die individueel of in groep in het kader van hun vrijetijdsbesteding een bezoek brengen aan een stad, gemeente of streek. Het functieprofiel van een toeristisch medewerker – streekgids kunnen we verdelen in een zestal inhoudelijke taken en daarnaast een aantal aspecten die te maken hebben met een integrale kwaliteitsvolle dienstverlenging. De zes kerntaken ( inventaris van kennis, vaardigheden en attitudes) zijn : 1. De professionele begeleiding van individuen of groepen van mensen bij hun bezoek aan lokale toeristische attracties van welke aard dan ook; 2. Informatie verstrekken in verband met de lokale toeristische , culturele, historische en natuurlijke feiten en de toeristen informeren over tradities, gewoonten, economie en actuele toestanden; 3. Informatie verstrekken en suggesties geven met betrekking tot de bezoeken plaatsen en dingen die men kan zien of kopen; 4. Algemene informatie en suggesties geven aan toeristen in groep en hun helpen problemen op te lossen die zich voordoen tijdens hun verblijf; 5. Er op toezien dat de geplande activiteiten binnen de vooropgestelde tijd worden uitgevoerd; 6. Geplande activiteiten onmiddellijk veranderen in geval van onvoorziene omstandigheden. Onder dienstverlening en belangenbehartiging moet een gids zich onderscheiden op drie domeinen : 1. Instaan voor de kwaliteitscontrole van de dienstverlening door tussenpersonen en maatregelen nemen in geval van problemen, vergissingen of tekortkomingen van de kant van de tussenpersonen; 2. Veiligheidscontrole van de toeristen en hun bezittingen 3. Te allen tijde de belangen verdedigen van zowel de klant/toerist als de belangen van de vertegenwoordigde organisatie (werkgever of bemiddelaar) Uit dit functieprofiel formuleren we de leerdoelstellingen : -
Algemene kennis met nadruk op geschiedenis, aardrijkskunde, kunst en architectuur, economie, politiek, religie, sociologie van het betrokken gebied;
-
De kunst van het gidsen moet zich reflecteren in goede intemenselijke vaardigheden en in de kennis van communicatietechnieken;
-
Absolute noodzaak dat de gids beschikt over een welomlijnd en afgebakend cultureel en geografisch actieterrein (Antwerpse Kempen) en dus ook beschikt over een diepte-interpretatie van zijn of haar omgeving.
Logischerwijze profileren zich een tweeluik van twee sequentiële deelopleidingen: 1. Een basisopleiding toeristisch medewerker (160u) 2. Een gespecialiseerde opleiding (80u)
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Lesrondleidingen (18 lestijden/jaar)
112
BEGINSITUATIE Om als regelmatige cursist toegelaten te worden moet de cursist voldaan hebben aan de voltijds leerplicht en ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van het leerjaar gegeven zijn. Er zijn geen inhoudelijke instapvereisten. De kandidaat gids beschikt, in dit stadium van de opleiding, over een welomlijnd en afgebakend cultureel en geografisch actieterrein.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Lesrondleidingen (18 lestijden/jaar)
113
ALGEMENE DOELSTELLINGEN De kandidaat-gids : -heeft een specifieke kennis op het vlak van een regio; -beschikt over een diepte-interpretatie van zijn omgeving; -stelt zijn deskundigheid ter beschikking van de bezoeker; -maakt daarvoor gebruik van verschillende methodieken en vaardigheden
Leerinhouden Illustratieve rondleiding: - Een rondleiding door een professionele toeristische gids wordt inhoudelijk geëvalueerd op de relatie titelkeuze versus plaats,verwelkoming,wegkeuze,creativiteit,originaliteit,streekkennis,kwaliteit van de attractie,time management en afscheid. - De gids wordt zelf geëvalueerd op de houding,opbouw uitleg,taalgebruik ,spreekvaardigheid,wegkennis,de kwaliteit van contact of de omgang met mensen. Eigen rondleiding plannen Effectief voorbereiden van een eigen gidsbeurt: - Kritische keuze van de excursie met toeristische attractiefactoren . - Tereinverkenning:vastleggen van de reisroute en timing - Doelbewuste verzameling van het juiste documentatiemateriaal om heldere informatie te kunnen verstrekken - Afspraken met opdrachthouders -Training met kritische bezoekers
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Lesrondleidingen (18 lestijden/jaar)
114
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten 24 -
gebruiken rationele werkmethodes om zelfstandig of in Voorbeeld: Rondleiding plannen teamverband excursies te organiseren.
-
ontwikkelen vanuit oplossingsmodellen.
-
kunnen waarnemen op het terrein kritisch verwerken en daaruit Voorbeeld: Illustratieve rondleiding de nodige besluiten trekken.
-
zien in dat sociale, economische en ecologische motieven een belangrijke rol spelen bij de toeristische ontwikkeling van een Voorbeeld: Toeristisch aanbod stad, streek of land.
-
kunnen zelfstandig adequate beslissingen nemen bij het Voorbeeld: Illustratieve rondleiding organiseren van excursies.
-
verstrekken bij het gidsen heldere informatie.
een
theoretisch
concept
praktische Voorbeeld: Rondleiding
Voorbeeld: Illustratieve rondleiding
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Lesrondleidingen ( 18 lestijden/jaar)
115
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Het is van groot belang dat de cursisten een netwerk verwerven waarop de belangrijkste toeristische ruimten kunnen gelokaliseerd worden. Vanuit een topografische basiskennis dient het toeristisch beeld van de cursisten verruimd te worden. Hiervoor is : 1. Een basisarsenaal aan didactische hulpmiddelen noodzakelijk : - Gidsboekjes - Jaarboeken heemkundige kringen - Oorkonden - Stadsarchief met jaarverslagen van de omliggende gemeenten - Kranteknipsels - Bibliotheek - V.V.V. 2. Differentatie van de opleidingsonderdelen geschiedenis, kunstgeschiedenis, aardrijkskunde en vakvaardigheden naar de streek toe.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Lesrondleidingen ( 18 lestijden/jaar)
116
EVALUATIE Het is aangewezen dat hierbij de trend van de methodiek wordt gevolgd en dat bv. bij het begin van dit opleidingsonderdeel de nadruk ligt op de reproduktie en op het einde op de zelfstandige organisatorische vaardigheden (zie geïntegreerde proef).
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Lesrondleidingen ( 18 lestijden/jaar)
117
BIBLIOGRAFIE CLAEYS, U, 1992, Toerisme in vlaanderen : beleidsnota, Vlaams commissariaat-generaal voor Toerisme, Grasmarkt 61 Brussel, 48 p. CLAEYS, U, (ed.), 1993, Toerisme Vlaanderen, Acco, Leuven, 160 p. DE KOK, H., HAEST, R., 1993 Gids van de Kempen, Brepols, Turnhout, 272 p. SOBCZAK, M., 1981, Toerisme, theorie en praktijk, Educaboek, Culemborg, 334 p. VAN OVERSTRAETE, J., 1985, Gids voor Vlaanderen, VTB-VAb, Antwerpen. VENEMA, M., 1987, Basiskennis Toerisme, uitg. Schoevers, Ryswyck, 323 p. YZEWIJN, D., DE BRABANDER, 1992, Toerisme, recreatie en economie : De provincie Antwerpen als voorbeeld, Garant, Leuven-Apeldoorn. ?, 1994, Stratenplan van België 5 (Antwerpen, Kempen), Uitg. Standaard.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Geïntegreerde proef (18 lestijden/jaar))
118
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................9 Methodologische wenken .......................................................................................................................19 Pedagogisch-didactische wenken................................................................................................19 Didactische hulpmiddelen ................................................................................................................ Evaluatie .................................................................................................................................................23 Bibliografie ..............................................................................................................................................25
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Geïntegreerde proef (18 lestijden/jaar))
119
VISIE Dit leerplan vertrekt van een functieprofiel zoals omschreven door Toersime Vlaanderen. Een toeristisch medewerker – Streekgids is een persoon die actief is in een bepaalde stad gemeente of regio en er de toeristische beziens – en wetenswaardigheden duidt of verduidelijk aan een publiek van toeristen. Toeristen kunnen daarbij worden gedefinieerd als mensen die individueel of in groep in het kader van hun vrijetijdsbesteding een bezoek brengen aan een stad, gemeente of streek. Het functieprofiel van een toeristisch medewerker – streekgids kunnen we verdelen in een zestal inhoudelijke taken en daarnaast een aantal aspecten die te maken hebben met een integrale kwaliteitsvolle dienstverlenging. De zes kerntaken ( inventaris van kennis, vaardigheden en attitudes) zijn : 1. De professionele begeleiding van individuen of groepen van mensen bij hun bezoek aan lokale toeristische attracties van welke aard dan ook; 2. Informatie verstrekken in verband met de lokale toeristische , culturele, historische en natuurlijke feiten en de toeristen informeren over tradities, gewoonten, economie en actuele toestanden; 3. Informatie verstrekken en suggesties geven met betrekking tot de bezoeken plaatsen en dingen die men kan zien of kopen; 4. Algemene informatie en suggesties geven aan toeristen in groep en hun helpen problemen op te lossen die zich voordoen tijdens hun verblijf; 5. Er op toezien dat de geplande activiteiten binnen de vooropgestelde tijd worden uitgevoerd; 6. Geplande activiteiten onmiddellijk veranderen in geval van onvoorziene omstandigheden. Onder dienstverlening en belangenbehartiging moet een gids zich onderscheiden op drie domeinen : 1. Instaan voor de kwaliteitscontrole van de dienstverlening door tussenpersonen en maatregelen nemen in geval van problemen, vergissingen of tekortkomingen van de kant van de tussenpersonen; 2. Veiligheidscontrole van de toeristen en hun bezittingen 3. Te allen tijde de belangen verdedigen van zowel de klant/toerist als de belangen van de vertegenwoordigde organisatie (werkgever of bemiddelaar) Uit dit functieprofiel formuleren we de leerdoelstellingen : -
Algemene kennis met nadruk op geschiedenis, aardrijkskunde, kunst en architectuur, economie, politiek, religie, sociologie van het betrokken gebied;
-
De kunst van het gidsen moet zich reflecteren in goede intemenselijke vaardigheden en in de kennis van communicatietechnieken;
-
Absolute noodzaak dat de gids beschikt over een welomlijnd en afgebakend cultureel en geografisch actieterrein (Antwerpse Kempen) en dus ook beschikt over een diepte-interpretatie van zijn of haar omgeving.
Logischerwijze profileren zich een tweeluik van twee sequentiële deelopleidingen: 1. Een basisopleiding toeristisch medewerker (160u) 2. Een gespecialiseerde opleiding (80u)
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Geïntegreerde proef (18 lestijden/jaar))
120
BEGINSITUATIE Om als regelmatige cursist toegelaten te worden moet de cursist voldaan hebben aan de voltijds leerplicht en ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van het leerjaar gegeven zijn. Er zijn geen inhoudelijke instapvereisten. De cursisten die deze lineaire korte jaaropleiding van 240 uur aanvatten verschillen veel in kennispeil, leertempo en zelfstandigheid. De cursist is in staat dit sluitstuk van de opleiding af te werken.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Geïntegreerde proef (18 lestijden/jaar))
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Deze geïntegreerde proef is een proef waarin beroeps-en vakvaardigheden, algemene kennis en communicatievaardigheden geïntegreerd aan bod komen.
121
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristisch medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Geïntegreerde proef ( 18 lestijden/jaar)
122
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN De cursisten kunnen 25
LEERINHOUDEN
Worden bepaald door het eindwerk en de daaraan gekoppelde gidsbeurt voor het eindwerk : - informatie opzoeken in verband met lokale toeristische,artistieke,culturele,historische en natuurlijke feiten,tradities, gewoonten, economie en actualiteit. - zorgen voor de kwaliteit en correctheid van de informatie. - inschatten wat de bezoekers boeit en is in staat om de relevante kennis, opgedaan via zijn eindwerk ,over te brengen en rond bepaalde onderwerpen een duidelijke uitleg te geven aan bezoekers.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristische medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Geïntegreerde Prioef ( 18 lestijden/jaar)
123
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - computerptrogramma’s i.v.m.tekstverwerking,presentatieprogramma’s, rekenbladen en databases aanwenden. -cultuurachtergronden,regio-economische kenmerken en lokale zeden worden in samenwerking met de streekvakken geschiedenis en aardrijkskunde opgezocht via internet en andere informatiebronnen -opzoeken van kaartmateriaal op internet,reisgidsen en excursiebundels -inhoudsanalyse van publicaties -reisroute aan de hand van terreinkaarten en routeplanners plannen -alternatieve reisroutes opstellen in functie van gebeurtenissen(b.v. omleiding,files) -communitatieve vaardigheden inoefenen a.h.v. simulatie-of rollenspel -knelpunten i.v.m.fysische problemen opzoeken zoals b.v.wandeltochten,fietsroutes,museumrondleidingen,enz. -afstemmen van een quiz op lokale situaties(b.v.natuur,cultuur en economie van de streek) i.s.m. de streekvakken aardrijkskunde en geschiedenis.
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristische medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Geïntegreerde Prioef ( 18 lestijden/jaar)
EVALUATIE Een korte mondelijke omschrijving van de gidsbeurt die de cursist-stagiair heeft uitgevoerd gaat de eigenlijke beoordeling vooraf.Hier wordt rekening gehouden,via een evaluatieformulier, met de: -taakopvatting -attitude-ontwikkeling -evaluatie van kennis,inzichten en vaardigheden Met een open vraagstelling kan getracht worden een supplementair beeld te krijgen .
124
OSP – TSO – 3de graad – afdeling Toeristische medewerker - Streekgids Vak : TV Toerisme Beroepsvaardigheden Geïntegreerde Prioef ( 18 lestijden/jaar)
BIBLIOGRAFIE Boeken en brochures BECKERS,VAN DER POEL,H.,Vrije tijd tussen vorming en smaak,Stenfert Kroese,Leiden CLAEYS,U.,1993 ,Toerisme Vlaanderen,Acco,Leuven DE BRABANDER,G., Toerisme en Economie,Garant,Leuven –Apeldoorn DE KOK, H.,HAEST,R.,1993,Gids van de Kempen,Brepols,Turnhout ECKHARD,L., en Th.YZERMANS1 1994,Het woord is aan u!Universiteit Leiden KNOPS,G.,Wegwijs in de openbare ruimte:informatiepunten en plattegronden,Kon.Boudewijnstichting,Brussel MAST,H.,1992,Handboek,recreatie en toerisme,Bohn,Staflen Van Loghum STEENHOUDER,M.,1999Leren ccommuniceren.Handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie,Wolters-Noordhoff,Groningen YZEWIJN,D.,DE BRABANDER,1992,Toerisme,recreatie en economie:De provincie Antwerpen als voorbeeld,Garant,Leuven-Apeldoorn WIERTZMAN,K.,§ JANSEN,P., 1995, Spreken in het openbaar Coutinho,Bussem Reisgidsen Lannoo:Streekgidsen,Dicht-bij-huisgidsen,Tielt Michelin:Toeristische groene gidsen Groene-wegen-gids,Test-aankoop,Hollandstraat 13,1060 Brussel Tijdschriften en reeksen Kreo,uitg.vacantiegenoegens v.z.w. Wetstraat 121, 1040 Brussel Informatieblas van Toerisme,Vlaanderen,Grasmarkt 61,1000 Brussel Uit-magazine,VTB-VAB,St Jacobsmarkt 45-47,2000 Antwerpen
125