gemeente Eindhoven
Dienst Maatsthappelijte en Culturele Zaten Raadsbij lage nummer t 22 inboeknummer 98VOO3094 Beslisdatum BLW s3 juni t 998 Dossiernummer Ss6.mor
Raadsbijlage Voorstel inzake Tij delij ke regeling toelating voortgezet algemeen volwassenen onderwij s 1 Inleiding In de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) is in artikel 8.1.1, zesde lid, juncto artikel 12.3.32, bepaald dat toelating tot opleiding educatie, waaronder het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo) met ingang van 1 januari 1997 uitsluitend openstaat voor volwassenen. Onder een volwassene wordt in de WEB verstaan een in Nederland woonachtige van 18 jaar of ouder. Middels een tijdelij-
ke regeling werd vanaf die datum aan de instellingen de mogelijkheid geboden om tot 1 januari 1998 deelnemers, mits in het bezit van ontheffing verleend door de inspectie, toe te laten die nog niet de leeftijd van 18 jaar bereikt hadden. Op basis van een rapport van de onderwijsinspectie en advies van de Onderwijsraad en na overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hierover heeft de minister besloten om middels een tijdelijke overgangsregeling deelnemers die nog niet de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben tot 1 januari 2000 middels ontheffing de mogelijkheid te bieden aan het vavo deel te nemen. De ontheffingsbevoegdheid wordt hierbij aan de gemeenten overgedragen. Gemeenten dienen vervolgens bij raadsbesluit een ontheffingsregeling vast te stellen.
2 Voorgeschiedenis Het vavo maakt deel uit van de educatie die sinds 1996 is geregeld in de WEB. Deze wet bepaalt dat educatie alleen toegankelijk is voor volwassenen. Het is echter vanaf het begin mogelijk geweest dat jeugdigen ontheffing kregen van de leeftijdsgrens van 18 jaar voor deelname. De onderwijsinspectie had tot en met 1997 de bevoegdheid om deze ontheffing te verlenen. De reden voor het continueren van de mogelijkheid om ontheffing te verlenen was de bezorgdheid in de Tweede Kamer dat bepaalde groepen tekort zou worden gedaan.
In haar rapport constateert de onderwijsinspectie dat: gemiddeld zo’n 10% van het aantal deelnemers in het vavo 16/17-jarigen betreft; er een stijging van deze deelnemerspopulatie is waar te nemen; dat motieven voor deelname in meerderheid samenhangen met onderwijsachterstand;
e &W+
Raadsbijlage nummer xaa
een belangrijk deel van de jeugdige deelnemers het vavo beschouwt als een tweede weg naar het behalen van een diploma mavo, havo of vwo.
3 Probleemstelling De minister is van mening dat jeugdigen in principe hun opleiding in het reguliere onderwijs dienen af te ronden, omdat de educatie bedoeld is als tweede kans op een diploma mavo, havo en vwo voor volwassenen en niet bedoeld is als tweede weg onderwijs voor jeugdigen. Hij heeft daarom besloten dat er na 1 januari 2000 geen ontheffing meer verleend zal worden en dat (volwassenen)educatie alleen toegankelijk is voor deelnemers van 18 jaar en ouder. Gezien de verantwoordelijkheid van de gemeente inzake de besteding van de educatiemiddelen, het lokaal onderwijsachterstandsbeleid,de leerplichthandhaving en de RMC-functie zijn de gemeenten aangewezen om gedurende de overgangsperiode tot 1 januari 2000 te beoordelen of een jeugdige toegelaten moet worden tot het vavo. De minister heeft deze datum gekozen, omdat het voortgezet onderwijs dan volledig toegerust is om voortijdig schoolverlaten te voorkomen.
4 Wijze van aanpak / oplossingsrichting De Tijdelijke regeling toelating voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo) vermeld de kaders waarbinnen de gemeente dispensatiebeleid dient te voeren. De volgende procedure is in de regeling opgenomen: a de aspirant-deelnemer van 16 of 17 jaar meldt zich voor toelating bij de vavoinstelling; b de instelling verzoekt namens de aspirant-deelnemer schriftelijk en gemotiveerd aan de woongemeente om ontheffing; c de gemeente beslist over het verzoek tot ontheffing en deelt dit aan de aspirant-deelnemer en de instelling mee; d de gemeente zendt een afschrift van de beslissing aan de onderwijsinspectie. De aspirant-deelnemer en de instelling die het verzoek tot ontheffing namens deze indient, zullen de gemeente informatie moeten verstrekken die nodig is voor een weloverwogen besluit. Hieruit moet in ieder geval blijken dat: voortzetting van (of terugkeer naar) deelname aan het voortgezet onderwijs niet mogelijk is; een vervolgopleiding in het beroepsonderwijs is uitgesloten.
ln overleg met het vavo is tot een regeling gekomen die sterk aansluit bij de praktijk, zoals deze door de onderwijsinspectie tot nu toe werd gehanteerd. Hierbij worden de deelnemers in vier categorieen ingedeeld naar redenen voor leeftijds-dispensatie: categorie a betreft deelnemers van 16/17 jaar met een legitieme redenen voor leeftijdsdispensatie zoals: deelnemers die reeds eerder dispensatie hebben
Raadabijlage nummer x aa
gehad, deelnemers met een deficient vakkenpakket, deelnemers die naast het regulier onderwijs een vak wil volgen dat niet op zijn school wordt aangeboden enzovoort; categorie b betreft deelnemers met zeer grote problemen met de reguliere dagschool waarbij het van belang is om de argumentatie van de deelnemers en zijn ouders te kennen en om de omstandigheden op de reguliere dagschool te kennen; categorie c betreft deelnemers die nog volledig leerplichtig zijn; categorie d betreft deelnemers die geen legitieme reden voor leeftijdsdispensatie hebben. Voor de categorie a deelnemers wordt via een standaardformulier dispensatie aangevraagd en het vavo bewaart daarvan de bewijsstukken. Voor de categorie b deelnemers dient het standaardformulier daarbij voorzien te zijn van argumentatiebijlagen. Voor de categorie c deelnemers kan uitsluitend na overleg en goedkeuring van de leerplichtambtenaar dispensatie worden verleend. De categorie d deelnemers worden door het vavo niet in behandeling genomen en komen dus ook niet verder voor dispensatie in aanmerking.
5 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Het betreft hier door ons in het voorzien van een tijdelijke regeling tot 1 januari 2000, op voorschrift van de rijksoverheid. Nadien zal blijken, als meetpunt voor succes van het rijksbeleid, of het voortgezet onderwijs inderdaad in staat is om een aantal problemen beter op te pakken.
6 Gevolgen van de aanpak Aangezien voor deze korte overgangsperiode feitelijk het rijksbeleid tot 1 januari 2000 wordt voortgezet, zullen betrokkenen hiervan weinig merken. Hoewel beperkt van omvang zal de werkdruk bij de leerplichtconsulenten, die de dispensaties gaan verlenen, binnen aanvaardbare grenzen enigszins toenemen.
7 Resultaten van overleg / inspraak Op 7 april 1998 vond een vergadering plaats van RMC/leerplicht regio ZuidoostBrabant. In dit overleg werd ingestemd met de door het vavo voorgestelde werkwijze.
8 Communicatie Niet van toepassing.
Raadabijlage nummer xaa
9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor maatschappelijke ontwikkeling hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar positief advies ligt voor u ter inzage. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
R. Welschen, burgemeester.
C. Tetteroo, secretaris.
Raadsbijlage nummer xar
Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 juni 1998, nr. 122; gelet op het advies van de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling; mede gelet op de bepalingen in de Wet educatie en beroepsonderwijs; mede gelet op de Tijdelijke rijksregeling toelating voortgezet algemeen volwassenen onderwijs; mede gelet op de Leerplichtwet 1996; mede gelet op de Gemeentewet artikel 156; besluit:
A in te stemmen met de procedure inzake de Tijdelijke regeling toelating voortgezet algemeen volwassenen onderwijs; 8 de uitvoering van de Tijdelijke regeling toelating voortgezet algemeen volwassenen onderwijs te delegeren aan burgemeester en wethouders. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 juli 1998.
N. van der Spek, voorzitter.
C. Tetteroo, secretaris.
98003078