LIAISONPSYCHIATRIE VOLWASSENEN Verantwoordelijke : Dr. Frank Maes, psychiater, AZ St. Maarten - campus Rooienberg tel 015/303164 email :
[email protected]
Geïnspireerd door de teksten van de NRZV – werkgroep psychiatrie “advies mbt liaisonpsychiatrie” (NRZV = Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen) van 11/6/98, 29/11/99 en 16/5/02 werd binnen het regionaal overleg Ggalimero het profiel van de liaisonpsychiatrie geschetst: hieruit werden krachtlijnen ontwikkeld op het vlak van behoeftemeting, detectie van lacunes in de huidige liaisonhulpverlening, en voorstellen om deze in te vullen vanuit en gefaciliteerd door het regionaal netwerk. Profiel De liaisonpsychiater opereert vanuit zijn consultatieve functie en biedt zijn diensten aan ten behoeve van patiënten opgenomen in een algemeen ziekenhuis, op een niet-psychiatrische dienst. Veelal op vraag van de behandelende specialist, soms van de huisarts, minder frequent van de patiënt zelf. Hij wendt zijn expertise aan in het contact met de patiënt en/of in zijn hoedanigheid van adviseur aan de specialist of het team van een andere discipline. De huidige realiteit is dat de psychiater in de meeste ziekenhuizen de liaisonfunctie op zich neemt, zonder beroep te kunnen doen op een geëigende liaison-équipe. Naast een algemene psychiatrische deskundigheid, dienen zij over vaardigheden te beschikken vereist voor interdisciplinaire communicatie en samenwerking , en over een bijzondere expertise in specifieke pathologieën, inzonderheid deze waarbij lichamelijke klachten op de voorgrond staan De liaisonpsychiatrische hulpverleners worden op de somatische diensten van het algemeen ziekenhuis geconfronteerd met een hoge graad van psychiatrische comorbiditeit bij patiënten met somatische aandoeningen. Zij zien patiënten met: somatische klachten die onderdeel zijn van een psychiatrische aandoening (vb paniekstoornis) en die zich aanmelden bij de somatische hulpverlening. een duidelijk omschreven lichamelijke aandoening waarbij psychologische variabelen verweven zijn met de pathogenese (psychosomatiek in enge zin, vb ulcus bulbi, colitis ulcerosa, ...). een psychiatrische aandoening (vb alcoholafhankelijkheid) die omwille van een lichamelijke complicatie (vb slokdarmvarices) een beroep doen op gespecialiseerde somatische zorg. Hiertoe behoren ook de iatrogene complicaties. een omschreven somatische diagnose die secundair psychiatrische, psychologische (vb rouwreacties) of psychosociale problemen ontwikkelen (vb bij traumatologie, brandwonden, oncologie). psychiatrische problematiek, die opgenomen werden omwille van een niet gerelateerd medisch probleem en bij wie enige kennis omtrent de kwetsbaarheid of (continuering van) de medicatie van doorslaggevend belang kan zijn om een evenwicht niet te verbreken.
onverklaard lichamelijke klachten waarbij psychologische componenten vermoed worden een rol te spelen in de pathogenese, als onderhoudende factor of als complicerende factor. psycho-organische syndromen die ontstaan op basis van een somatische disfunctie (vb delirium) en die om een aanvullende, specifieke diagnostiek of behandeling vragen. persoonlijkheidskenmerken die ernstig interfereren met de somatische hulpverlening. Zij verrichten crisisinterventies op somatische diensten of de dienst spoedgevallen omwille van hevige emotionele reacties, agressie of suïcidedreiging.
Knelpunten en behoeftemeting Verscheidene knelpunten worden gesignaleerd, die aantonen dat de kloof tussen de geestelijke en lichamelijke zorgverlening , maar ook deze tussen de liaison hulpverlening ( intramuraal) en de voortgezette zorg (merendeels ambulant) onvoldoende wordt overbrugd.
Verscheidene onderzoeken (cfr Practice guidelines, UK 2003) tonen aan dat psychiatrische problemen nog steeds in verregaande mate worden miskend bij patiënten die in het AZ worden opgenomen met somatische problematiek Het impact van psychologische /psychiatrische problemen op de prognose van somatische aandoeningen wordt steeds duidelijker . Psychiatrische patiënten worden nog vaak met veel negatieve tegenoverdracht bejegend, wat contraproductief werkt. Gebrek aan kennis, onvoldoende scholing en ervaring (en hieruit voortvloeiend gevoel van machteloosheid),angst en misvattingen rond psychiatrie zijn hieraan debet . Hetzelfde geldt voor psychiatrische behandelingen, die soms ten onrechte worden afgebroken in het AZ , met als gevolg destabilisering van een moeilijk verkregen evenwicht. Kortdurende psychotherapeutische interventies kunnen zeer zinvol worden aangewend ; hiervoor ontbreekt nu echter vaak de tijd en de mankracht. Voor langer durende begeleidingen kan de patiënt worden doorverwezen. In de praktijk blijkt de drempel vanuit het “somatisch” algemeen ziekenhuis naar de “geestelijke” gezondheidszorg hoog, zodat de patiënt vaak niet “aankomt”. Dit verschijnsel kan niet volledig worden verklaard vanuit een tekort aan motivatie bij de patiënt : ook tekort aan voorbereiding , wachtlijsten , tussenschotten tussen AZ en de geestelijke gezondheidszorg maken dat de patiënt niet altijd op een goede “holding” kan rekenen bij het proces van doorgeven. Informatiedoorstroming verloopt niet altijd optimaal vanuit de verschillende verwijzende instanties.
Vanuit het netwerk werd een instrument ontworpen en gedigitaliseerd om de liaisonactiviteit in kaart te brengen. Deze Systematische Registratie van de Liaison Psychiatrie meet de behoeftes per afdeling in het AZ, de verdeling van de psychopathologie waarvoor advies of hulp wordt gevraagd, de verwijzers en actoren die de voortgezette zorg op zich zullen nemen , epidemiologische variabelen, en de inhoud van het pakket dat door de liaisonpsychiater wordt aangeboden, gecorreleerd aan de pathologie.
Deze registratie is reeds opgestart op enkele campussen. De statistische gegevens die hieruit resulteren zullen binnen het netwerk worden aangewend om het beleid verder richting te geven en desgevallend binnen grotere werkgroepen (vb VVP) of aan de overheid worden voorgelegd om ook het macrobeleid te sensibiliseren voor de noden van de liaisonpsychiatrie. Vanuit het kabinet volksgezondheid werd vernomen (november 2002) dat men de indiening van een project “liaisonpsychiatrie” zou toejuichen en dat men er de voorkeur aan geeft een projectvoorstel te ontvangen vanuit een samenwerkende groep (regionaal netwerk) maar dat er vooralsnog geen budget voor beschikbaar is. Voorstellen en krachtlijnen De liaisonpsychiatrie kan slechts naar een hoger niveau worden getild als ze gedragen wordt door een liaison équipe: de psychiater kan als coördinator en “playing captain“ van dit team optreden: beheer van liaisondossier, afstemming van de componenten van de hulpverlening, kwaliteitsbewaking van het integrale zorgpakket, coördinatie van teaching (cfr infra), naast zijn algemene deskundigheid in psychiatrische diagnostiek, indicatiestelling en psychofarmacologische ondersteuning. Idealiter zou er een liaison équipe actief zijn per algemeen ziekenhuis in de regio, waarin een psychologische functie, sociaal assistent en psychiatrisch verpleegkundige functie zijn vertegenwoordigd. Deze zouden dan afgevaardigd worden vanuit de verscheidene instellingen van de regio, te weten de algemene ziekenhuizen, het psychiatrisch centrum en de centra voor geestelijke gezondheidszorg. Zo ontstaat een regionaal team per AZ werkstation (voorbeeld: 1 coördinerend psychiater van het AZ, ½ t psycholoog, sociaal assistent en psychiatrisch verpleegkundige van het AZ, een ¼ t psycholoog sociaal assistent en verpleegkundige vanuit het PC en een ¼ psycholoog en sociaal assistent van het fusie-CGG). Naar het voorbeeld van een West-Vlaams ziekenhuis zou men kunnen overwegen deze mensen, met basisstation in het PC of CGG, een consultatieruimte ter beschikking te stellen in het AZ. Zulke organisatie verzekert: Een betere informatie overdracht tussen actoren van de geestelijke gezondheidszorg , maar ook met de eerste lijn Een betere continuïteit van de zorg : bruggen naar polikliniek, CGG, thuiszorg, (semi)residentiele settings.. De mogelijkheid om een bijscholingsprogramma op te zetten ten behoeve van verpleegkundigen (en geneesheer-specialisten in opleiding) van somatische diensten De middelen om team coaching op te zetten voor bepaalde moeilijke casussen. De nodige medewerkers om een grondige psychodiagnostiek uit te voeren En om een intensieve psychotherapeutische begeleiding op te zetten “bed side” Gezins- en psychosociale interventies waar nodig Dat de verscheidenheid der partners,vanuit diverse basissen binnen het zorgcircuit , een meerwaarde kan realiseren, omdat deze kunnen aangesproken worden op hun bijzondere expertise (vb over borderlines, schizofrenie vanuit het PC, over somatoforme stoornissen vanuit het AZ, over kinderpsychiatrische items vanuit het CGG,…)
De teamcoaching en het bijscholingsprogramma werden extra belicht. Beide moeten van elkaar worden onderscheiden. De teamcoaching wordt uitgevoerd door de liaison équipe en geactiveerd door een specifieke casus die zulke interventie nodig maakt. Zij werkt met het somatische team dat deze concrete patiënt behandelt. Zij richt zich op het herkennen en hanteerbaar maken van (tegen)overdracht, o.a. door het geven van achtergrondinformatie die helpt om deze particuliere patient beter te situeren (in concreto), maar ook door het belichten van de psychiatrische knowhow over de psychopathologie die zich hier aandient (in abstracto): zij helpt het team bovendien interne spanningen te detecteren en om te buigen, en draagt ertoe bij het dichotome denken psyche – soma te doorbreken, steeds uitgaande van deze concrete casus. Het bijscholingsprogramma moet worden opgezet als een jaarlijkse cyclus met bvb een drietal voormiddagen per jaar, waarin telkens een topic uit de psychiatrie aan bod komt, zowel theoretisch als (vooral) pragmatisch. Deze opleiding wordt opgevat als een verwerven van kennis en vaardigheden en richt zich op alle verpleegkundigen uit somatische diensten, en geneesheer-assistenten in opleiding in het AZ. Zij beoogt: Een theoretisch kader aan te bieden Basisvaardigheden in te oefenen (vb screening van suïcidaliteit, omgaan met delirium, eerste aanpak bij ontwenning..) zodat de “eerste démarches” reeds door het (somatische) behandelende team zelf kunnen worden uitgevoerd en verdere schade kan voorkomen worden. Sensibilisering voor psychopathologie (vb depressie) binnen het AZ die moet leiden tot snellere en betere detectie. De coördinator evalueert de noden van de verschillende diensten in het algemeen ziekenhuis en stelt aan de hand hiervan een bijscholingsprogramma samen. Hij zorgt voor de taakverdeling onder de deelnemers van het regionaal netwerk die, al naargelang hun interesse en expertise in een specifiek deelgebied , een didactische sessie verzorgen.
Stand van zaken 30/5/07 1. Het liaisondossier komt jaarlijks ter tafel in de Ggalimero vergadering. 2. De thematiek van de informatiestroom van het verwijzende PC naar het AZ werd grondig besproken. Dit resulteerde onder meer in een standaarddocument met vermelding van de belangrijkste inlichtingen. Tevens werd de expliciete mogelijkheid vermeld tot intervisie met de behandelende psychiater van het PC. 3. Met de CGG en AZ wordt besproken of er mogelijkheden kunnen gecreëerd worden voor een consultatieve beschikbaarheid binnen het AZ. 4. De vraag wordt voorgelegd of OGGPA financiële ondersteuning kan bieden voor het bijscholingsproject. Concrete projecten 5. Leden van Ggalimero nemen deel aan de oprichting van een sectie voor consultatieve liaisonpsychiatrie en psychosomatiek , binnen de VVP. 6. De digitale versie van de Systematische Registratie van de Liaison Psychiatrie wordt sedert september 2006 op enkele campussen routinematig gebruikt. Bedoeling is deze registratie op alle campussen te implementeren en de data samen te voegen. 7. Bijscholingsproject: alle partners van Ggalimero zijn bereid mensen af te vaardigen die een werkgroep kunnen vormen teneinde de lessen op te stellen en te voorzien van het nodige audiovisueel materiaal. Het PC stelt expliciet haar lessencyclus open voor het bijscholingsproject. Verscheidene psychiaters bevestigden hun deelname als lesgever voor topics waarin zij expertise hebben. In het AZ St. Maarten (toen campus Duffel en campus Leopoldstraat Mechelen) werd in 2006 aan alle diensten een schrijven gericht waarin dit project wordt gesitueerd in zijn context en waarin een twintigtal topics uit de psychopathologie per dienst werden bevraagd op interesse. Uit deze enquête (15 respondenten) blijkt een ruime belangstelling, die varieert in functie van het departement (het volledige differentiële profiel is te verkrijgen bij F Maes). De resultaten werden op de netwerkvergadering besproken. Er werd gepleit voor interactieve workshops. Gezien de doelstelling zich niet beperkt tot het aanbieden van de zoveelste bijscholing, maar men een cultuuromslag wil bereiken, valt het aan te bevelen dat: er binnen elke dienst van het AZ een aanspreekpersoon zou zijn in verband met de bijscholing. een beperkt aantal thema’s per jaar aan bod komen zodat deze dan grondig kunnen worden behandeld, eventueel in twee sessies of met audiovisuele drager, gezien nooit iedereen gelijktijdig kan aanwezig zijn. de deelname aan de sessies verplicht wordt, eventueel via het systeem van een bijscholingskaart: dit houdt in dat deelnemers hiervoor worden vrijgesteld. om deze doelstellingen te bereiken moet het project ingebed zijn in een masterstructuur die door de verschillende directies wordt bekrachtigd en ondersteund.
Ondertussen werd het project besproken met de directie van St Maarten (nu campussen Rooienberg – Leopoldstraat – Zwartzustersvest). De eerste fase zal van start gaan in oktober 2007: locatie nader te bespreken, liefst met voorinschrijving, rond het thema “suïcidaliteit ”. De directie stelt voor 3 sessies per jaar te organiseren. Indien deze cyclus goed loopt, kunnen de AZ Lier en Bonheiden in een tweede fase aansluiten.