Koemelkallergietest Informatie voor ouders / verzorgers
F0894-1250 oktober 2013 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44 44 MCH Westeinde, Lijnbaan 32, Postbus 432, 2501 CK Den Haag 070 330 20 00
Inleiding Uw kind heeft verschijnselen die wijzen op een mogelijke allergie voor koemelk. In deze folder leest u wat een koemelkallergie bij jonge kinderen inhoudt en met welke testen een koemelkallergie kan worden vastgesteld.
Wat is een allergie? Een allergie wil zeggen dat er een overgevoeligheidsreactie optreedt wanneer uw kind met een bepaalde stof in aanraking komt. Deze stof kan een voedingsmiddel zijn (een voedselallergie), maar ook iets wat je inademt zoals huisstofmijt of pollen van bomen en gras (astma of hooikoorts). Komt uw kind in aanraking met die stof dan maakt het bepaalde antistoffen aan. De antistoffen zorgen voor de allergische reactie. Een allergie is vaak erfelijk.
Verschijnselen van een voedselallergie Kinderen kunnen op verschillende manieren allergisch reageren op voedingsmiddelen: • Huidklachten: rode vlekjes, eczeem, galbulten. • Klachten van de luchtwegen: bijvoorbeeld een loopneus met niezen, piepend geluid bij het ademen. • Maag- en darmklachten: braken, diarree, buikkrampen. • Dikke ogen, veel en hevig huilen, niet willen eten, prikkelbaar gedrag. • Een heftige reactie van het hele lichaam waarbij het kind vaak eerst rood en daarna bleek wordt en klam en zweterig. Vaak heeft het kind dan ook last van benauwdheid en gezwollen ogen. Dit wordt een anafylactische reactie genoemd. Deze verschijnselen kunnen allemaal wijzen op een voedselallergie, maar kunnen ook een andere oorzaak hebben. De meeste kinderen met een loopneus hebben namelijk een verkoudheid. Als bij kinderen tot 1 jaar een anafylactische reactie optreedt, is er bijna altijd sprake van een voedselallergie.
Koemelkallergietest • F0894-1250 • oktober 2013
2
Vaststellen van een koemelkallergie Als uw kind klachten heeft die doen denken aan een koemelkallergie, dan stelt de kinderarts voor om een zogenaamde eliminatie-provocatietest uit te voeren. Eliminatie betekent het weglaten van iets, in dit geval de koemelk. Provocatie betekent het uitlokken van een reactie, door iets (opnieuw) toe te voegen. Bij deze test krijgt uw kind eerst een aantal weken geen koemelk (eliminatie) en daarna weer wel (provocatie). Verdwijnen de klachten tijdens het koemelkvrije dieet en komen ze terug als uw kind weer koemelk krijgt, dan heeft uw kind een koemelkallergie. Er zijn twee manieren om een eliminatie-provocatietest te doen: 1. een open eliminatie-provocatietest 2. een dubbelblind placebogecontroleerde voedselprovocatietest. Beide methoden worden hierna beschreven. 1. Een open eliminatie-provocatietest Dit is de eenvoudigste manier om vast te stellen of uw kind een koemelkallergie heeft. Deze test wordt vaak al op het consultatiebureau gedaan. Uw kind krijgt eerst een koemelkvrij dieet voorgeschreven. Dat wil zeggen dat uw kind geen koemelk krijgt. Daarna volgt een periode waarin uw kind weer wel koemelk krijgt. Als uw kind geen klachten heeft tijdens de eliminatieperiode en wel duidelijke klachten tijdens de provocatieperiode is sprake van een koemelkallergie. Helaas is het vaak moeilijk om te bepalen of een kind tijdens de provocatieperiode opnieuw klachten krijgt, vooral als er vage klachten waren zoals huilen, buikpijn of veranderd gedrag. Daarom is er nog een andere test, zie nummer 2.
Koemelkallergietest • F0894-1250 • oktober 2013
3
Deze eerste test is een zogenaamde ‘open’ test omdat iedereen weet wanneer uw kind een dieet heeft met of zonder koemelk. Bij de tweede testmethode is dat juist onbekend, de kinderarts en u weten het niet tijdens de test. Daarom heet dit ‘dubbelblind’. 2. Dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatie Deze methode is de enige betrouwbare manier om een voedselallergie aan te tonen of uit te sluiten. Bij deze test krijgt uw kind op twee verschillende tijdstippen een testvoeding te drinken. De ene keer gaat het om een koemelkvrije voeding (placebo), de andere keer om een koemelkhoudende voeding. De testvoeding is afhankelijk van de leeftijd van het kind en de voeding die het kind thuis krijgt. Beide voedingen zien er hetzelfde uit en ruiken en smaken hetzelfde. Uw kind krijgt de voeding in oplopende hoeveelheden en er wordt nauwkeurig bijgehouden welke verschijnselen uw kind vertoont. De kinderarts, de verpleegkundigen en de ouders weten niet welke testvoeding wanneer wordt gegeven. Deze informatie is alleen bekend bij de diëtist. Na afloop van de twee testdagen wordt bekend in welke testvoeding de koemelk zat. De kinderarts bespreekt de resultaten met u. Dit onderzoek gebeurt in het ziekenhuis op de Kinderafdeling door een arts-assistent kindergeneeskunde en/of verpleegkundige.
Koemelkallergietest • F0894-1250 • oktober 2013
4
Instructies voor opname Als u met de kinderarts heeft besproken om een dubbelblinde test bij uw kind uit te voeren, worden in overleg met u twee testdagen gepland. In de vier weken voor de test mag uw kind geen koemelkhoudende voedingsmiddelen gebruiken. Als u borstvoeding geeft, moet u zelf gedurende die vier weken ook een koemelkvrij dieet volgen. Over de juiste voeding kunt u zo nodig overleggen met de diëtist. Uw kind mag drie dagen voor de test geen antihistaminicum gebruiken (medicatie tegen allergische reacties, bv Aerius).
De eerste testdag Op de ochtend van de testdag mag uw kind tot 7.00 uur een normale voeding of een licht ontbijt. U meldt zich met uw kind om 8.00 uur op de Kinderafdeling, 13e etage in MCH Westeinde. Het kan voor uw kind fijn zijn om iets ‘eigens’ mee te nemen, zoals speelgoed of de lievelingsknuffel. Verder vragen we u om een schone luier en eventueel een setje schone kleren voor uw kind mee te nemen. De verpleegkundige die u deze ochtend begeleidt, brengt u naar de kamer waar u tijdens de test kunt verblijven. Tussen de voedingen door kunt u met uw kind naar de speelkamer op de Kinderafdeling. U moet wel op de afdeling blijven. De arts-assistent komt langs om uw kind te onderzoeken voor aanvang van de test en om uw eventuele vragen te beantwoorden. Om ongeveer 9.00 uur krijgt uw kind dan de eerste dosis testvoeding.
Koemelkallergietest • F0894-1250 • oktober 2013
5
Vervolgens krijgt uw kind acht keer een hoeveelheid testvoeding, steeds in een iets grotere dosis. Zie onderstaand schema. Tijd (na begin van test)
Hoeveelheid testvoeding
Start test
0,1 ml
15 minuten
1 ml
30 minuten
10 ml
45 minuten
20 ml
60 minuten
30 ml
80 minuten
40 ml
110 minuten
60 ml
150 minuten
90 ml
Als uw kind klachten krijgt die duiden op een allergie (zie pagina 1) meldt u dit bij de verpleegkundige. Zij kan zo nodig de arts waarschuwen. Bij vage verschijnselen (roodheid van de huid) gaat de test door en wordt de laatst gegeven dosis herhaald om te zien of dezelfde klachten opnieuw optreden. Bij duidelijke verschijnselen (galbulten, piepende ademhaling, herhaaldelijk braken, enz.) wordt de test gestaakt en moet uw kind 4 uur blijven. Twee uur na het drinken van de laatste testvoeding mag u met uw kind weer naar huis. Het kan zijn dat uw kind thuis nog klachten krijgt. Om deze reden maken we met u een belafspraak.
Koemelkallergietest • F0894-1250 • oktober 2013
6
De tweede testdag De tweede testdag is ongeveer twee weken na de eerste testdag. Dan wordt dezelfde procedure gevolgd als op de eerste testdag. Ook als uw kind op de eerste testdag duidelijk heeft gereageerd met allergieverschijnselen, wordt het tweede deel van de test uitgevoerd. Op deze manier kan namelijk echt worden vastgesteld of de reactie is veroorzaakt door een koemelkallergie of niet.
Uitslag van de test Een of twee weken na de tweede testdag heeft u een afspraak met de kinderarts op de polikliniek Kindergeneeskunde. Er is alleen sprake van een koemelkallergie als uw kind klachten had tijdens het drinken van de koemelkhoudende testvoeding en geen klachten had bij de koemelkvrije testvoeding. De uitkomst van de test is dan positief. Uw kind wordt verder behandeld met een koemelkvrij dieet. De diëtist kan u en uw kind hierin begeleiden. In alle andere gevallen is de uitslag van de proef negatief. Dat wil zeggen dat een koemelkallergie is uitgesloten. Uw kind kan vanaf die dag gewoon koemelk (of koemelkhoudende babyvoeding) gebruiken. Als u borstvoeding geeft, hoeft u geen dieet (meer) te volgen.
Koemelkallergietest • F0894-1250 • oktober 2013
7
Vragen Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen of wilt u meer informatie, dan staat de kinderarts u tijdens zijn spreekuur graag te woord. Polikliniek Kindergeneeskunde: • MCH Antoniushove (070) 357 40 00 • MCH Westeinde (070) 330 23 30 Kinderafdeling, MCH Westeinde, 13e etage Telefoon: (070) 330 22 13
Koemelkallergietest • F0894-1250 • oktober 2013
8