1
Overzicht 1. Inleiding 2. Definitie verzekeringsfraude 3. Sanctie verzekeringsfraude 4. Precontractuele verzekeringsfraude 5. Contractuele verzekeringsfraude 6. Besluit
2
1. Inleiding • Verzekeringsfraude wordt in België geraamd op 5-10% van de uitgekeerde vergoedingen - In absolute cijfers komt dit neer op een kost van 330 tot 660 miljoen euro per jaar - Omdat deze kost wordt doorgerekend, betaalt een gemiddeld gezin daardoor jaarlijks 125 tot 150 euro teveel aan premies
onwenselijke situatie
3
• Maatschappelijk probleem • Strijd tegen verzekeringsfraude belangt iedereen aan • Uitgangspunt doctoraat D. Wuyts: “Biedt de Belgische wetgeving voldoende bescherming tegen verzekeringsfraude?”
4
2. Definitie verzekeringsfraude • Geen wettelijke definitie: - niet in algemeen verbintenissenrecht - niet in WLVO/Nederlands BW ->wel systematisch onderscheid • Algemeen rechtsbeginsel m.b.t. fraude: fraus omnia corrumpit
5
• Definitie Daily Wuyts: “Een vorm van kwade trouw die opzettelijke misleiding van de verzekeraar inhoudt, zowel in een contractuele als precontractuele verhouding, teneinde een voordeel te verkrijgen, waarop anders op grond van de polisvoorwaarden en/of de wettelijke bepalingen daaromtrent geen recht zou bestaan.”
6
3. Sanctie verzekeringsfraude • Sanctie omnia corrumpit neutralisatie nodig • WLVO/Nederlands BW specifieke rechtsgevolgen voor verzekeringsfraude wet moet worden toegepast
7
4. Precontractuele verzekeringfraude • Frauduleuze schending mededelingsplicht België: art. 5 WLVO (art. 58 Wet 2014) Nederland: art. 7:928 BW • Sanctie indien opzettelijke verzwijging/ opzettelijk foutieve informatie: België: art. 6 WLVO (art. 59 Wet 2014) nietigheid met premiebehoud =>neutralisatie
8
Nederland: art. 7:929, tweede lid BW: opzegging ook premiebehoud (art. 7:939 BW) art. 7:930, vijfde lid BW: verzekeraar moet niet dekken =>neutralisatie niet helemaal bereikt
9
• Specifiek geval: combinatiepolissen verzekeraar verbindt zich tot verschillende prestaties (wegens geboden dekking/ verzekerde risico’s) art. 12 WLVO (art. 66 Wet 2014): nietigheid herleid tot verzekering van de risico’s waardoor de verzekeraar is misleid
10
• Art. 12 WLVO: neutralisatie • Belgische praktijk: opzegging op vervaldag • Nederland: geen specifieke bepaling voor combinatiepolissen terugvallen op art. 7:929/730 BW Rb. Arnhem 1/10/2008 Gerechtshof Amsterdam 29/03/2011
11
tussentijds opzeggingsrecht kan worden toegepast (art. 7:940, derde lid BW)
12
5. Contractuele verzekeringsfraude 1. fraude ter gelegenheid van het zich voordoen van het verzekerde voorval: nl. Het opzettelijk veroorzaken van het schadegeval Bv. Opzettelijke brandstichting
13
2. fraude bij de vaststelling van de verzekeringsuitkering nl. fraude nadat het schadegeval zich reeds heeft gerealiseerd Bv.: - Vervalsen van nota’s of bewijsstukken die voor de verzekeraar relevant zijn ter beoordeling van de claim - Waarheid “verbloemen” over de omstandigheden waarin het verzekerde voorval zich heeft voorgedaan.
14
Nederlandse oplossing • Verval van recht op uitkering (art. 7:941 lid 5 NBW) • Ontbinding van de overeenkomst • Opzegging van de overeenkomst
15
A. Verval van recht op uitkering • Toepassing art. 7:941 lid 5 NBW: verval van recht op uitkering indien een verplichting als bedoeld in lid 1 of 2 niet is nagekomen met het opzet om de verzekeraar te misleiden behoudens voor zover deze misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt • Lid 1 en 2 voorzien in meldingsplicht na schadegeval en plicht om alle inlichtingen te verschaffen die nodig zijn
16
• Verregaande sanctie (alles of niets): zekerheid vereist dat er sprake is van fraude • Misleiden: in elk geval wanneer listige kunstgreep wordt gebruikt om de verzekeraar op het verkeerde been te zetten
17
• Reikwijdte van de “behoudens” zin - RvT 2002/11 Br: uitzondering is mogelijk bij rubriekenpolis waarbij onder meer rubrieken wordt geclaimd en slechts één van de claims frauduleus is - Hoogte van fraudebedrag is niet relevant (HR 3 dec. 2004) - Soort fraude en fraudevrij verleden is niet relevant (Hof Arnhem 11 maart 2008)
18
• Hendrikse: bepleit afschaffing van de “behoudens clausule” - Fraude vormt schending van vertrouwensrelatie met verzekeraar - Bij fraude bij aangaan van contract en zich voordoen van verzekerd voorval wordt zonder meer het recht op verval toegepast, waarom niet ingeval van fraude bij vaststelling van de uitkering? - Preventieve werking verhogen
19
B. Ontbinding • Mogelijk bij schadeverzekeringsovereenkomsten aangezien fraude kan worden beschouwd als een ernstige wanprestatie • Gedeeltelijke ontbinding nl. voor de toekomst. Anders oordelen zou impliceren dat ook eerder gedane uitkeringen die niets te maken hebben met de fraude, zouden moeten worden terugbetaald. Dit is in strijd met art. 7-943 lid 2 BW
20
• Ontbinding is enkel mogelijk voor de overeenkomst waarop de fraude betrekking heeft. Andere verzekeringsovereenkomsten met dezelfde verzekeraar blijven bestaan.
21
C. Opzegging • De opzegging na fraude bij de vaststelling van de uitkering is mogelijk wanneer de verzekeraar in de polisvoorwaarden een opzeggingsgrond heeft opgenomen. • Dit wordt toegelaten door art. 7:940 lid 3 BW (nl. voor gronden die ervoor zorgen dat voortzetting van de ovk niet meer kan worden gevergd.) • Opzegging van andere verzekeringsovereenkomsten (waarop de fraude geen betrekking heeft) is mogelijk als de polisvoorwaarden dat voorzien.
22
BELGIË • Art. 19 WLVO (art. 74 wet 2014) : meldingsplicht van elk schadegeval - Geen termijn bepaald in de wet, meestal wel in de polis - In elk geval “zo snel als redelijkerwijze mogelijk” (feitenkwestie) Bv. Rekening houden met ziekenhuisopname - Melding aan de verzekeraar of aan zijn lasthebber
23
• Art. 19 WLVO: verzekerde moet zonder verwijl alle nuttige inlichtingen verschaffen aan de verzekeraar en antwoorden op alle vragen van de verzekeraar die hem in staat stellen zijn dekkingsverplichting te beoordelen.
24
• Wat bij fraudeleuze aangifte van het schadegeval? - Veronderstelt bedrieglijk opzet met de bedoeling de verzekeraar te bedriegen of misleiden. Bv. Rb Brugge 8 mei 2000: SO verklaart aan haar rechtsbijstandverzekeraar dat X (met gezinsaansprakelijkheidsverzekering) de schade heeft veroorzaakt terwijl uit de neergelegde klacht bij de politie bleek dat de vader van X (zonder verz.) de schadeverwekker was. Het feit dat het SO de valse aangifte deed op vraag van de dader, is niet relevant.
25
Sanctie: art. 21 WLVO (art. 76 wet 2014) - Fraus omnia corrumpit of steeds verval van dekking, zonder een “behoudens” formule. - Wordt verdedigd door D. Wuyts: • Kwade trouw moet streng worden bestraft ook in gevallen van geringe fraude • Verzekeringsovereenkomst steunt op goede trouw, die volledig wordt aangetast ingeval van verzekeringsfraude
- Geen terugwerkende kracht
26
Sanctie is aldus beperkt tot het niet dekken van het concrete schadegeval. - WLVO voorziet niet in een opzeggingsmogelijkheid van de overeenkomst geen analoge bepaling zoals art. 7:940 lid 3 NBW). - Hierover is in België nog geen debat gevoerd.
27
- Geen mogelijkheid om in de polis een opzeggingsmogelijkheid in te lassen. - Reden: WLVO (en de Wet van 2014) is van dwingend recht en regelt zelf de duur van de overeenkomst en de opzeggingsmogelijkheden
28
- Opzegging na schadegeval mogelijk (art. 31 WLVO) maar wordt weinig toegepast wegens vrij strenge voorwaarden en termijnen - Naar Nederlands voorbeeld zou het nuttig zijn opzeggingsmogelijkheid te voorzien
29
Besluit