Verslag presentatie onderzoeksrapport
‘Versterken positie Brabantse allochtone senioren organisaties’ 14 mei 2014
Vlnr: Headly Binderhagel (voorzitter), Canan Yenice (projectleider), Leo Wouter (bestuurslid), Mohamed el Haddad (bestuurslid), Dolf Kuipers (bestuurslid)
Vereniging NOMB • Goirkestraat 150 • 5046 GP Tilburg T: +31 (0)13 504 25 96 • E:
[email protected] • I: www.nomb.nl
Verslag Presentatie onderzoeksrapport ‘Versterken positie Brabantse allochtone senioren organisaties’ Woensdag 14 mei 2014, 13.30 – 17.00 uur in Villa de Vier Jaargetijden, Noordstraat 36 te Tilburg Uit de uitnodiging: Het VBOB heeft stichtingen PSOB en BOOG in 2013 de opdracht gegeven om een onderzoek uit te voeren naar de haalbaarheid van een Netwerk van oudere migranten in Brabant. De aanleiding voor dit onderzoek: Ook in Noord Brabant neemt het aantal 50+ oudere migranten toe. Hun positie is nogal kwetsbaar op meerdere fronten. Toch worden ze tot nu toe nog onvoldoende bereikt door de algemene instellingen. Het Provincie bestuur heeft het VBOB opdracht gegeven om te onderzoeken of een sterk netwerk van oudere migranten in Brabant soelaas kan bieden. Het onderzoek spitste zich toe op: - De omgevingsfactoren; - De uitkomsten om te komen tot een sterk netwerk van oudere migranten.
Opening en Inleiding door drs. Headly Binderhagel, voorzitter NOMB De heer Binderhagel heet de aanwezigen welkom. Dit is de eerste keer dat we gezamenlijk een netwerk gaan vormen, vertelt hij. We hebben het nodig voor onze vertegenwoordiging in de VBOB, waarvan de heer Slangen voorzitter is. De penningmeester, de heer Delhaas, is hier aanwezig. Als we kijken naar Nederland en specifiek in Brabant, dan zien we dat de mensen niet zijn aangesloten bij een groter verband. Organisaties van allochtonen zijn niet aangesloten bij de ouderenbonden en dat is een reden dat grote groepen achterblijven. Toch laat het bestaande ouderenbeleid in Brabant zien dat allochtonen heel belangrijk zijn. Men wil ze als voorbeeld stellen voor de zorg van kinderen voor hun ouders. Als er een goede aansluiting gevonden wordt tussen de bestaande bonden en allochtone organisaties gebundeld in dit netwerk, dan breekt er een wereld aan waarin we veel meer belangen kunnen behartigen voor onze mensen. We zullen in het netwerk ook de prominente jongeren betrekken die iets geworden zijn in dit land. De vele allochtone jongeren die aan de universiteiten hebben gestudeerd. Zij konden hier alleen maar worden wie ze zijn, omdat hun ouders hier naartoe zijn gekomen en ze in de gelegenheid hebben gesteld om te studeren en carrière te maken. We willen dus voldoende deskundigheid binnenhalen. We willen via de bonden voor de ouderen zorgen voor een goed ouderenbeleid.
2
We hebben heel krappe middelen, maar het mag niet zo zijn dat we afhankelijk blijven van krappe middelen. We willen zelf naar gemeenten en organisaties toe stappen om middelen binnen te krijgen. Ook aan de leden willen we een kleine bijdrage vragen om alle activiteiten te kunnen bekostigen. In vroegere jaren was er subsidie. Nu wordt er gesproken in nieuwe begrippen als projecten en gunnen. Je bent een soort ondernemer geworden. Men kijkt of de activiteit goed is voor de gemeenschap. Het kan gegund worden. Nu is het zo ver dat we daaraan mee kunnen doen. Binnenkort wordt bij de notaris geregeld dat we een vereniging worden. We hebben nu al hier en daar iets geleend. We hebben goede mensen om ons heen verzameld. Zo hebben we in mevrouw Canan Yenice een goede projectleider gevonden.
Het rapport, dat nu wordt gepresenteerd, is ook financieel goed onderbouwd, gaat de heer Binderhagel verder. Met de penningmeester heeft hij afgesproken dat op heel korte termijn alle betreffende stukken worden aangeleverd, zodat er een goede verantwoording kan worden opgesteld. De onderzoeker, de heer Fred May, verdient een applaus voor de realisatie van dit rapport. Hij is van het NOOM, een landelijke organisatie die ook probeert de allochtone organisaties aansluiting te laten maken bij de bestaande ouderenbonden. Ook de heer Cock Vermolen wil zijn deskundigheid ter beschikking stellen. Wij zullen als voorlopig bestuur daarvan kunnen leren. De heer Binderhagel noemt het bestuur voorlopig omdat de leden van de vereniging de eigen bestuursleden moeten kunnen kiezen. Dat is goed om de NOMB vanuit alle leden te laten besturen, hoewel de heer Binderhagel er aan toe voegt dat hij nog wel een poosje voorzitter zou willen blijven. Hierna is het woord aan de heer May.
3
Presentatie 'Onderzoeksrapport' door drs. Fred May, coördinator NOOM Versterken Brabantse Seniorenorganisaties De heer May vindt het een eer om hier te staan, vooral ook in het bijzijn van Cock Vermolen. Hij mag trots zijn op wat het NOOM heeft bereikt. Met dat succes voor ogen heeft hij meegewerkt aan de totstandkoming van dit netwerk, het NOMB. Regeren is vooruitzien De Provincie Noord Brabant heeft opdracht gegeven aan het VBOB om te onderzoeken hoe de positie van Brabantse allochtone senioren organisaties kan worden versterkt. De aanleiding was dat de positie van 50+ oudere migranten op meerdere fronten kwetsbaar is en dat de reguliere ouderenorganisaties deze kwetsbare groep onvoldoende bereiken. De heer May heeft de aantallen migranten van 55+ in Brabant opgezocht, maar dat is helaas niet in het rapport gekomen. Er zal een inlegvel in het rapport komen met deze informatie: • Turken
5.025
• Marokkanen
4.215
• Surinamers
3.030
• Caraïbische Nederlanders 1.870 • Overige Totaal 55+ migranten
5.556 19.696
(Demografische gegevens per 1 januari 2013 volgens Statline CBS) De heer May behandelt vervolgens de onderzoeksvragen: Hoe komen we tot een sterk Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten? Hoe bundelen en behartigen we de gemeenschappelijke belangen van alle oudere migranten in het VBOB en hoe wordt het netwerk vertegenwoordigd in het VBOB? Vervolgens legt hij de aanpak uit. Hij is uitgegaan van de vragen: In welk krachtenveld komt het netwerk te staan? Waar wil het netwerk naar toe en is er voldoende draagvlak voor het netwerk? Dat heeft hij aangepakt door de samenstelling van een onderzoeksbegeleidingscommissie, die gekeken heeft wat noodzakelijk is om tot een sterk netwerk te komen. Bovendien is gekeken wat de doelgroep er zelf van vindt. De onderzoeksbegeleidingscommissie werd samengesteld uit vertegenwoordigers van BOOG en PSOB: de heren Headly Binderhagel, voorzitter; Mohamed el Haddad, vice voorzitter; Humphrey Djadoenath en Dolf Kuipers. Mevrouw Ans Blom die de ondersteuning voor haar rekening nam, is ons helaas kortgeleden ontvallen, zegt de heer May. Sterk netwerk Wat is nodig om tot een sterk netwerk te komen, heeft men zich afgevraagd. Daarom zijn een aantal documenten opgesteld:
4
• Position Paper (met o.a. diversiteitsbeleid); • Concept Statuten voor oprichting vereniging; • Huishoudelijk Reglement (gedragsregels); • Regels voor de Interne Organisatie; • Richting voor het beleid 2014 - 2017; • Notitie samenstelling Bestuur. Een sterk netwerk is gebaseerd op deskundigheid en inlevingsvermogen over de diverse culturen, vervolgt de heer May, om een goed tegenspel te kunnen bieden aan de omringende omgeving en om de gezamenlijk belangen van alle senioren te kunnen behartigen. De meerwaarde zit in het kunnen bereiken en communiceren met de doelgroep over onderwerpen die hen raakt. De onderzoeker komt terug op de inhoud van het position paper. Het gaat om “het (doen) erkennen van verschillen tussen mensen en het (doen) uitgaan van de kracht en kwaliteit van mensen”. Daarvoor is nodig het geven en nemen van ruimte, de maatschappij geeft ruimte aan de kracht en de kwaliteit van burgers en de burgers zijn voldoende toegerust om deel te nemen aan de maatschappij. Daarna werd gekeken welke rechtsvorm het beste zou voldoen om alle groepen in gelijke mate te laten meedoen. Men is uiteindelijk uitgekomen op de verenigingsvorm. Op die basis werden een huishoudelijk reglement, gedragsregels (onder meer de zittingsduur van het bestuur) en een beleidsplan opgesteld. In het beleidsplan is beschreven welke kant de organisatie op gaat en in welk kader de activiteiten gebeuren. Er is voor gekozen om in de pas te blijven van het beleid van de provincie. Op die manier kan de belangenbehartiging door middel van beleidsbeïnvloeding het beste plaatsvinden. Ook wil de nieuwe organisatie zich bezighouden met belangenbehartiging, voorlichting, informatieverstrekking en lotgenoten contact (kennis uitwisselen) De missie van de nieuwe organisatie is opgesteld: het bundelen en behartigen van de gemeenschappelijke belangen van oudere migranten en hun direct betrokkenen, alsmede het bevorderen van het welzijn van deze groepen. De visie is gebaseerd op meedoen en meedelen. Ook aan de samenstelling van het bestuur is aandacht besteed. Een sterk netwerk vraagt om een sterk bestuur. Vertrouwen en respect is een eerste voorwaarde. We hebben alles van te voren besproken en vastgelegd in documenten. Zo weet iedereen waar hij of zij aan toe is, vervolgt de heer May. We hebben ook gezegd dat enige vorm van facilitering door overheid noodzakelijk is. Voor de oudere migrant, door de oudere migrant. De achterban is tijdens drie bijeenkomsten geraadpleegd op 23 augustus, 12 september en 18 november 2013. Met hier en daar een kritische noot, was er overwegend veel lof en erkenning voor de uitgestippelde weg. We moeten het niet van de overheid verwachten, was de conclusie, maar het is niet in onze culturen ingebakken om langdurig lid te worden van een vereniging. Er was wel het besef dat we een vuist moeten maken. Wat we als vereniging aanbieden moet aansluiten bij hun wensen en belevingswereld. Ze moeten 5
zich wel bewust zijn van het feit dat hoe meer leden er zijn, hoe meer recht van spreken het NOMB heeft. Bondgenoten: “Laat duizend bloemen bloeien”. Met de opdracht van het VBOB rekent het netwerk oudere migranten op de steun van alle partnerorganisaties. Een sterk netwerk moet gelijkwaardig samenwerken met de andere ouderenorganisaties om de kwetsbare positie van oudere migranten te verbeteren. Het netwerk levert daartoe kennis en expertise voor de belangenbehartiging en informatie verstrekking op maat. Conclusies Het nieuwe netwerk heeft zich goed voorbereid om goed tegenwicht te bieden en een sterke partner te zijn binnen het VBOB. In de aangereikte documenten worden voldoende waarborgen gegeven om te komen tot een bundeling van belangen in het VBOB. We willen graag in het VBOB vertegenwoordigd zijn, besluit de heer May zijn presentatie.
Hierna is er gelegenheid tot het stellen van vragen. De eerste vraag is dat de verenigingsvorm ervan uit lijkt te gaan dat de leden contributie betalen. De heer May bevestigt dat: ja, misschien gering, maar je moet ergens beginnen en je krijgt er veel voor terug. Informatie, belangenbehartiging, ontmoeting etc.. Een andere vraag is betreffende de onderzoeksopdracht, die heel ruim was. Waarom heeft u zich beperkt tot het provinciaal niveau? 6
De heer May antwoordt dat dit de opdracht van de provincie was. De vraagsteller wijst op de statuten. Niemand heeft gezegd dat u zich tot Brabant moet beperken. Hij wijst op de gemeentes, die zitten dichter bij de mensen dan de Provincie. De heer Binderhagel vertelt dat hij van plan is om samen met mevrouw Yenice naar alle gemeentes te gaan om duidelijk te maken wat het NOMB gaat doen. Hij wil proberen om op basis van de voordelen die de gemeentes aan ons hebben ook geld binnen te krijgen van die kant. Naast de Brabantse slag zien we samenwerking met het NOOM om landelijke projecten uit te voeren, voegt hij er aan toe. We willen dus ook op plaatselijk en gemeentelijk niveau gaan werken. Daar waar de mensen wonen. Het geringe bedrag € 35.000,- dat we van de provincie krijgen is beslist onvoldoende. Maar we zeggen dat de allochtonen nu hun eigen daad kracht moeten tonen. Hoe we met minder middelen naar meer te komen. Mevrouw Yenice gaat een plan uitwerken hoe we dit lokaal en regionaal een plek kunnen geven. Een volgende vraag is hoe men de contacten wil leggen met de plaatselijke afdelingen van de KBO, etc.. Mevrouw Canan Yenice zegt “We willen kansen creëren en kansen pakken. De samenwerking is nodig. Deze bijeenkomst is voor mij een gelegenheid om met plaatselijke organisaties in contact te komen.” De heer Binderhagel voegt eraan toe dat we een gelijkwaardig lid van de provinciale organisaties zijn. De vragenstelster wijst op het rechtstreekse overleg dat Tilburgse ouderen met die gemeente hebben. Headly Binderhagel zegt dat dit zeker meegenomen zal worden en mevrouw Yenice vraagt om haar daarmee in contact te brengen. Een volgende vraag betreft de opmerking dat er contributie betaald moet worden. Moet dat per oudere gebeuren of per organisatie? Headly Binderhagel zegt “We zullen de ouderen duidelijk maken wat ze missen als ze geen lid zijn. We kennen de kwetsbare positie van allochtone ouderen in Nederland. Een van de dingen is het gat in de AOW, de korting omdat men niet het hele leven in Nederland gewoond heeft. Ze hebben ook geen pensioen. Vooral het aantal eenouder gezinnen is groot. Met dat alles houden wij rekening bij het vaststellen van een “symbolisch” bedrag. Men moet zien dat de moeite loont. Hij bevestigt dat de leden individuele allochtone ouderen zijn. De vraagstelster heeft dit niet in het onderzoeksrapport gelezen. Ze dacht dat het om organisaties ging. De heer Binderhagel zegt dat, met de statuten in de hand, samen gekeken kan worden hoe we daarmee om kunnen gaan.
7
Een man van een Marokkaanse stichting merkt op dat de ouderen bij hem komen om (financiële) hulp. “Moeten wij ze nu zeggen dat ze een contributie moeten betalen? Dat is niet goed.” Een ander zegt dat die contributie misschien via de belasting terug te halen is. Er wordt gewezen op de werkwijze van het NOOM, die werkt via plaatselijke organisaties. De belangrijke plek van de Zelforganisaties moeten niet vergeten worden. We moeten er samen iets sterks van maken. De Antilliaanse inbreng in het voorwerk wordt gemist. De voorzitter van Nos Baranca in Den Bosch biedt vanuit zijn organisatie samenwerking aan. Headly Binderhagel belooft dat er vandaag nog contact opgenomen zal worden. De doelstelling van de organisatie is zo breed mogelijk te worden. Een vraagsteller wijst op de overheid. Die rol is er niet in de participatie samenleving. Maar het kan niet zo zijn dat de overheid niet thuis geeft als het om oudere migranten gaat. Hebben jullie goed op de deur geklopt, vraagt hij.
De heer Binderhagel zegt dat hij bij het vroegere Palet al tien jaar geleden heeft gewaarschuwd dat het beleid anders zou worden. De provincie heeft ervoor gekozen om voor stenen en economie te gaan en aan migrantenbeleid niets meer te doen. Zij zijn politiek de baas. We moeten zelfs als NOMB ons richten naar projecten die de provincie voorschrijft. We moeten heel veel moeite doen voor onze mensen, maar dat houdt ons scherp. Daarom moeten we proberen om niet alleen afhankelijk te zijn van de provincie. De PVV is redelijk vertegenwoordigd in de staten en de andere leden zwijgen uit angst, We moeten onze krachten geven aan de mensen in de provincie en niet bang zijn voor wat de PVV zal zeggen.
8
Een mevrouw vraagt naar het bedrag dat de leden zullen moeten betalen en of dat per maand of per jaar is. Headly Binderhagel zegt dat dit nog niet bekend is. Als iedereen een euro zou geven, dan kunnen we al concreet iets doen. De opmerking wordt gemaakt dat de mensen ook die euro niet kunnen missen. Misschien kunnen de organisaties wel steunen. Headly Binderhagel zegt dat de boodschap is: willen we overleven in deze samenleving, dan moeten we ons niet laten kisten. We moeten concreet maken wat de mensen terugkrijgen voor het geld. Een bestuurslid van een Marokkaanse organisatie zegt dat duidelijkheid belangrijk is. Zodra ze goede informatie krijgen zien ze dat ze er veel voor terugkrijgen. Een mevrouw wijst op de statuten die verbeterd kunnen worden. O.a. de duur van het bestuurslidmaatschap en de mogelijkheid om tot schorsing van bestuursleden over te gaan. De heer Binderhagel merkt op dat er nog vrouwelijke bestuursleden nodig zijn voor het NOMB. De mevrouw zegt dat ze hierover zal nadenken. Na een gezellige pauze waarin 'genetwerkt' kon worden, gaat het programma verder.
Presentatie 'Het belang van een breed netwerk migranten ouderen' door drs. Cock Vermolen, directeur Zorgbelang Brabant' Drs. Cock Vermolen was betrokken bij het ontstaan van NOOM, vertelt hij, maar hij is intussen betrokken geraakt bij het Zorg- belang. Dit is een netwerk voor allochtone ouderen in Brabant, voor iedereen die gebruik maakt van de zorg. Hij laat een animatiefilmpje zien waar Zorgbelang voor staat. In het kort komt het neer op de informatie: We kennen jouw verhaal en komen op voor je belangen. Je vind ons in heel Nederland. Praat met ons mee over de zorg zodat we ons sterk kunnen maken voor betere zorg, De heer Vermolen wil vertellen over mensen met migranten achtergrond. Daarvoor is hij terug gegaan in de geschiedenis en ook gaan kijken in zijn familiealbum. De vader van zijn achtergrootvader staat op een foto. Hij kwam uit Duitsland. De voorgeschiedenis van Cock Vermolen is dus ook vanuit migratie. Hij vertelt van het ontstaan van netwerken. Zo’n 100 jaar geleden woonden hier veel arme boeren. Door de industrie kwamen migrantenstromen op gang. Mensen werden langzaam politiek bewust. Vooral tijdens de crisis rond 1900 leefden de mensen in erbarmelijke omstandigheden. Er was veel kindersterfte. Oplossingen werden gevonden in een soort solidariteit. Wij zorgden voor elkaar in Brabant. Mede daardoor ging het de goede kant op.
9
Nu is er weer een crisis, vervolgt hij, vooral in de zorg. Het gaat daarbij vaak over ouderenzorg. Wat bepaalt de crisis in de zorg? Er is sprake van een dubbele vergrijzing: er komen meer ouderen en we worden ouder. Ook is er een stijging in de zorgkosten, onder meer door de groei van technologische mogelijkheden; er zal steeds meer kunnen. Daardoor ontstaan nieuwe ethische dilemma’s. Moeten alle mogelijkheden ook kunnen? Hij laat een grafiek zien die de snelle stijging in de zorgkosten laat zien. In bijvoorbeeld China en Duitsland zijn kinderen wettelijk verantwoordelijk voor hun ouders. Ze halen hulpen uit de Oekraïne of een buurland, zoals Polen of Roemenië. Wie lost de crisis op? Een aantal jaren geleden wisten we het wel: de staat! We zijn er inmiddels achter dat dit op den duur niet houdbaar is. Wat dan? De markt – de markt werkt prima: de bakker bepaalt de prijs van het brood in de markt. Toch geloven we dat niet helemaal als het om de zorg gaat. Allereerst moeten we niet vergeten dat het om de mensen gaat . Daarnaast moeten we in het oog houden dat we niet leven in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk. Er is sprake van anders denken. We staan op de drempel van de netwerk- of participatiesamenleving
Wat u vanmiddag doet, nadenken over een netwerk van migranten organisaties, is goed, zegt hij, want de staat doet het niet meer. De verzorgingsstaat schudt op zijn grondvesten.
10
De gemeente komt met je praten en begint met: wat kun je zelf doen? De beweging wordt niet meer door de overheid gestuurd, maar door de mensen zelf. Je moet zelf je bijdrage leveren. Kijk hoe je dat doet, zelf actief of via contributie. Het gaat om burgerkracht – je kunt niet zo veel in je eentje. Netwerken worden belangrijk – we moeten het samen doen. Hij noemt als voorbeeld mensen in Hogeloon, die zelf de zorg gaan inrichten. Burgerkracht is het nieuwe fenomeen, geen subsidie, maar ieder levert een maatschappelijke bijdrage. De overheid heeft geen controle als mensen het zelf doen, zij krijgt een andere rol. Burgerkracht is hot. Veel overheden zijn gefascineerd door de ontwikkelingen. Toch zijn het allemaal dingen die we met de paplepel hebben ingegeven gekregen. Het gaat om meer en om minder. Minder bureaucratie, zekerheid. Je moet het zelf doen. Het overheidsbeleid kiest voor burgerkracht. Een ruime meerderheid van de Nederlanders is bereid iets voor een ander te doen. Burgerkracht is een omstreden begrip – het wordt een bezuinigingsmaatregel genoemd. Zijn burgers in staat om net als in China en Duitsland verplicht voor hun ouders te zorgen. Het antwoord ligt voor een deel in Netwerken van burgerkracht. Een voorbeeld is familiezorg in de migrantencultuur, maar is dat zo? Uit onderzoek blijkt dat oudere migranten net zo veel hulp van hun kinderen krijgen als Nederlanders. De oudere migrant krijgt vaak niet de verwachte zorg van zijn kinderen. Zorg dus dat je netwerken in de breedte krijgt. Netwerken Het begint bij jezelf en bij je eigen familie. Stop je energie in de eigen club. Het NOMB geeft kansen. Je kunt je aansluiten bij – doe het (lekker) zelf. Zijn mensen in vaste dienst partners of remmers? 'Denk vooral out of the box' en niet binnen bestaande structuren. Maar, gaat hij verder: er zal altijd een triple A groep blijven, arm, alleen en alzheimer. En er zal altijd een groep zijn die een beroep moet doen op de overheid. Hiermee besluit hij zijn presentatie.
Presentatie 'Vroegtijdige signalering van zorgfraude' door Crams Nikijuluw Deze presentatie is gemaakt op basis van de informatie die is verstrekt op de Studiedag Vroegtijdige signalering zorgfraude, gehouden door NOOM op 16 april 2014, vertelt Crams Nikijuluw. Ze is bedoeld ter ondersteuning van voorlichtingsbijeenkomsten om het onderwerp bespreekbaar te maken binnen de organisaties van oudere migranten. Crams Nikijuluw is voorzitter van het LSMO, een landelijke stichting voor Molukse Ouderen, verbonden aan het NOOM. In het dagelijks leven is hij staffunctionaris bij het verpleeghuis Raffy in
11
Breda. Hij vertelt dat de aanleiding van dit project wordt gevormd door het feit dat de kosten van de zorg onrustbarend stijgen en dat fraude op grote schaal voorkomt. Dit is een groot maatschappelijk probleem, waar het NOOM aan wil werken. Het bekostigingssysteem is ingewikkeld en de controle door de FIOD (Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Belastingdienst), NZA (Nederlandse Zorg Autoriteiten) en IGZ (Inspectie voor de Gezondheidszorg) zijn nog onvoldoende. Samen met een aantal deelnemende organisaties wil men onderzoeken of het mogelijk en zinvol is om meldingen van vermoedens van oneigenlijk gebruik te verzamelen en door te geven aan instanties die maatregelen nemen tegen oneigenlijk gebruik of fraude. Het gaat erom hoe meer inzicht verkregen kan worden in het vóórkomen van fraude en ook in het bestrijden ervan. Wat kan gedaan worden met signalen die wel duiden op misstanden (bv. slechte kwaliteit of onheuse bejegening) maar die niet vallen onder het begrip oneigenlijk gebruik of fraude. Het project loopt tot 31 oktober 2014. De heer Nikijuluw gaat in op definities van mistanden en oneigenlijk gebruik. Fraude is een vorm van bedrog waarbij zaken anders gepresenteerd worden dan de werkelijkheid. Er is een meldpunt Zorgfraude waarbij men telefonisch door middel van een vragenlijst of via de site www.loc.nl fraude kan melden. Maar de meeste allochtone ouderen kunnen hiervan geen gebruik maken door gebrek aan kennis met het omgaan van deze middelen.
NOOM had aanvankelijk aarzelingen om deel te nemen aan dit project. De doelgroep is kwetsbaar op verschillende terreinen. Maar uiteindelijk is toch besloten dat ook de oudere migranten bewust gemaakt moeten worden van de eigen verantwoordelijkheid.
12
Bovendien: hoe meer inzicht verkregen kan worden in het vóórkomen van fraude en ook in het bestrijden ervan, hoe beter. Men wil ook bekijken wat gedaan kan worden met signalen die wel duiden op misstanden (bv. slechte kwaliteit of onheuse bejegening) maar die niet vallen onder het begrip oneigenlijk gebruik of fraude. Het NOOM vindt dat de aanpak anders moet. Het meldpunt spreekt oudere migranten niet aan. Men is vaak onvoldoende geëmancipeerd, assertief, zelfredzaam en communicatief en taalvaardig. NOOM moet een eigen aanpak presenteren met inzet van vertrouwenspersonen uit eigen kring, die op een begrijpelijke manier informatie kan verstrekken. Men gaat op zoek naar herkenbare voorbeelden. In samenwerking met professionele partners en overheid wordt gewerkt aan een stappenplan om te komen tot signaleren en bespreken. Het doel is ook bewustwording. Er moet gekozen worden voor een juiste en betere aanpak van fraude. Het NOOM is tevreden als de achterban zich bewust is van dit onderwerp en als er een begin wordt gemaakt met de informatie van de achterban. Ten slotte vraagt de heer Nikijuluw: Herkent u de problematiek, kent u een voorbeeld van misstanden oneigenlijk gebruik of fraude. Kortom, komt u het tegen? Een mevrouw van een Marokkaanse vereniging vertelt dat zij tegenkomen dat mensen niet voldoende informatie geven omdat ze niet weten hoe het aanvragen van zorg in zijn werk gaat. De heer Nikijuluw zegt dat er dus meer bekendheid moet komen rond het declaratiesysteem. Iemand heeft zelf gemerkt hoe het verschillend werkt in verschillende culturen. Hij heeft jaren in Denemarken gewoond en daar is de regel dat als je buurman iets fout doet, je dat meldt. Ook in België heeft hij lange tijd gewoond en als de buurman daar vertelt dat hij fraude in de belastingaangifte heeft gemaakt, dan vraag je hoe hij dat gedaan heeft. Hij vraagt hoe zich dit verhoudt en wat de organisatoren ermee denken te bereiken. Crams zegt dat de tijd te kort is om hier uitgebreid op in te gaan. In andere delen van het land werkt het wel. Een ouder iemand heeft vaak het gevoel dat er niets tegen te doen is . Maar men moet zich er van bewust zijn dat dit voorkomt en het NOMB kan er misschien in de toekomst iets aan doen. Canan merkt op dat ouderen vaak vertrouwen dat mensen die iets voor ze doen, het goed menen. Fred May zegt dat als een malafide bureau optreedt, gezinnen er de dupe van worden. Daar wil NOOM de mensen zich bewust van laten zijn. Men moet fraude melden zodat het aangepakt gaat worden. Dat is het doel. Een mevrouw vraagt wat er na oktober gaat gebeuren voor deze mensen. De heer May zegt dat de meldpunten blijven bestaan. Maar tot nu toe worden er geen meldingen gedaan. Wij werken aan de bewustwording. Crams zegt dat dit niet wil zeggen dat we stoppen na oktober. We hebben ook onze verantwoordelijkheid. Het is goed dat hier steeds aandacht voor wordt gevraagd. Canan Yenice vindt dat we ook regionaal kunnen kijken hoe we landelijk verbinding kunnen leggen. Het is een interessante middag geweest, constateert ze. Ook hierbij moeten we kijken hoe we krachten kunnen bundelen. Ze heeft presentjes voor de inleiders met dank voor hun inzet deze middag.
13
Er zijn nog enkele opmerkingen. Er wordt gevraagd naar een voorbeeld van zorgfraude. Fred May zegt dat er veel voorbeelden zijn. Hij vertelt van een groep Turkse mensen die werden opgelicht door een bureau dat zei te helpen als ze maar gemachtigd werden om te incasseren. Toen er onvoldoende zorg was geleverd, werden de families daarvoor aangesproken. Een gezin moet nu duizenden euro’s terug gaan betalen en het bureau bestaat ineens niet meer. Een mevrouw wijst erop dat veel mensen terechtkomen bij bewindvoerders, waar men van 15 tot 20 euro per week moet leven. De heer Binderhagel zegt dat dit misschien een van de volgende projecten voor NOMB kan zijn. Het zou goed zijn om informatie te geven. Afsluiting Canan Yenice wijst op de website van de NOMB: www.nomb.nl die weliswaar nog onder constructie is, maar waar steeds meer informatie op te vinden zal zijn. Ze dankt de aanwezigen en geeft het startsein om elkaar te ontmoeten bij een hapje en een drankje.
Vereniging NOMB • Goirkestraat 150 • 5046 GP Tilburg T: +31 (0)13 504 25 96 • E:
[email protected] • I: www.nomb.nl
14