Verslag Jaarlijks Onderzoek Scholengemeenschap De Rooi Pannen Tilburg; 25-10-2005 Bij een beknopt jaarlijks onderzoek stelt de inspectie vast of er sprake is van voortgang in de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs. Tijdens het onderzoek komen tenminste de volgende onderwerpen aan de orde: • De algemene ontwikkeling van de instelling • De voortgang van de ontwikkeling van de kwaliteitszorg • Voortgang verbeteracties naar aanleiding van het vorig inspectieonderzoek Voor het vmbo-deel komen daarnaast ook de volgende onderwerpen aan de orde: • De beoordeling van de wijze waarop gewerkt wordt aan verbetering van de kwaliteit van het onderwijs • De beoordeling van de laatste onderwijsprestaties • Het analyseren van eventuele risico's in de verdere ontwikkeling van de school De bevindingen van het jaarlijks onderzoek van de vmbo-locaties zijn in aparte verslagen opgenomen. Zowel van de zijde van de instelling als van de inspectie kunnen aanvullende onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd. In dit onderzoek is daar geen gebruik van gemaakt. Het jaarlijks onderzoek bij Scholengemeenschap De Rooi Pannen bestond uit het voeren van gesprekken met: . de directeuren en kwaliteitszorgmedewerkers van de afdeling Horeca respectievelijk afdeling Toerisme & Recreatie van de vestigingen in Tilburg, Breda en Eindhoven voor het mbo-deel; . het management van de afdelingen in Eindhoven en Tilburg voor het vmbo-deel; . het college van bestuur. Op de afdeling Handel van de vestiging Tilburg heeft een onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) plaatsgevonden. De opzet en de resultaten van dit onderzoek worden in een separaat rapport verantwoord. Hieronder worden allereerst de algemene ontwikkelingen die van invloed zijn op het onderwijs beschreven (a). Daarna komen de voortgang van de ontwikkeling van kwaliteitszorg aan bod (b) en de verbeteractiviteiten naar aanleiding van het vorig inspectieonderzoek (c). In het toezichtarrangement tot slot geeft de inspectie aan hoe het toezicht voor deze instelling wordt voortgezet. a
De algemene ontwikkeling van de instelling
Scholengemeenschap De Rooi Pannen heeft twee turbulente jaren achter de rug. Veel wisselingen in het management, aanpassingen van gebouwen en nieuwbouw, de ontwikkeling en invoering van onderwijsvernieuwing en
kwaliteitszorg en verdere intensivering van het praktijkleren en de relatie met het bedrijfsleven zijn kenmerkend voor deze periode. Op huisvestingsgebied hebben de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden. In Breda is in het voorjaar van 2004 een geheel vernieuwd gebouw opgeleverd. In het najaar van 2005 is de renovatie van het bestaande gebouw aan de Kaakstraat in Eindhoven afgerond en de nieuwbouw in gebruik genomen. Hiermee beschikt de instelling in alle vestigingsplaatsen over moderne onderwijsgebouwen die zich kenmerken door een hoogwaardige uitstraling met goede mogelijkheden voor praktijkleren (zoals hotelaccommodatie, keukens en restaurants, conferentieruimtes, winkel, reisbureaus). De nog steeds groeiende deelnemersaantallen vragen om een strategische afweging tussen verdere uitbreiding van de onderwijsruimten versus behoud van kleinschaligheid. Een sterke groei van de deelnemersaantallen doet zich voornamelijk voor binnen de vmbo- en mbo-afdeling van de vestiging in Eindhoven. De afspraken met ROC Eindhoven over de uitvoering van de opleidingen Brood en Banket zijn inmiddels geëffectueerd waarbij de niveau 1 en 2 opleidingen binnen de Rooi Pannen worden uitgevoerd en de niveau 3 en 4 opleidingen binnen ROC Eindhoven. Binnen het management hebben veel veranderingen plaatsgevonden. Voornamelijk door natuurlijk verloop zijn veel nieuwe afdelingsdirecteuren benoemd en ook, weliswaar wat langer geleden, hebben binnen het college van bestuur nieuwe benoemingen plaatsgevonden. Scholengemeenschap De Rooi Pannen is een decentraal ingerichte organisatie waarin autonome (onderwijs)afdelingen resultaatverantwoordelijk opereren binnen centraal vastgestelde kaders. De afdelingsdirecteuren vormen samen met het college van bestuur het centrale directieberaad (CDB). In dit overleg vindt onder leiding van een lid van college van bestuur de strategische beleidsvorming en besluitvorming plaats en worden de kaders vastgesteld. De besturingsfilosofie is vooral gericht op het realiseren van zoveel mogelijk draagvlak binnen dit overleg. Binnen deze kaders is de speelruimte voor de eigen autonomie helder. De instelling beschikt over een strategisch document waarin missie en visie staan verwoord en een meerjarenbeleidsplan (2006-2009). De strategische pijlers uit dit plan (kleinschaligheid, verticaliteit en praktijkleren) worden nadrukkelijk door het management onderschreven en in de praktijk uitgevoerd. Dit geldt ook voor de andere kernwaarden binnen de instelling zoals duidelijke structuur, gedragsregels en relatie naar ouders en bedrijfsleven. Ofschoon sprake is van relatieve autonomie van de afdelingen, vindt er in toenemende mate samenwerking plaats en neemt de gemeenschappelijkheid toe. Dit uit zich onder andere in de aanpak van de invoering van competentiegericht onderwijs, de keuze en implementatie van het kwaliteitszorgsysteem en de organisatie van een aantal facilitaire zaken. De samenwerking tussen afdelingsdirecteuren doet zich binnen het mbo sterker voor dan binnen het vmbo. Ook in de afstemming tussen vmbo en mbo, met name voor wat betreft de doorlopende leerlijnen, de doorstroom en begeleiding van deelnemers, is nog winst te boeken.
Verslag jaarlijks onderzoek Scholengemeenschap De Rooi Pannen, 25-10-2005
2
In het strategisch beleidsplan spreekt de instelling de intentie uit voor alle doelgroepen ongeacht niveau of afkomst onderwijs te willen verzorgen. In het onderwijsaanbod en een aantal gerichte projecten (zoals Winkelassistente) wordt dit ook steeds meer waargemaakt. Actief wervingsbeleid gericht op het binnenhalen van kansarme groepen ontbreekt echter nog. Verantwoording vindt plaats door kwartaalgesprekken tussen het management van de afdeling en het college van bestuur aan de hand van vooraf opgestelde kwartaalrapportages. Ook hier geldt dat gestuurd wordt op brede betrokkenheid van het voltallige management bij het ingezette beleid. In de relatie met het bedrijfsleven is de afgelopen periode veel geïnvesteerd. Met de klankbordgroepen van vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, die functioneren vanaf 2001, is het contact versterkt. Voorts zijn er werkgroepen gevormd om specifieke zaken af te stemmen. Ook landelijk overleg en vertegenwoordiging in de bedrijfstak worden benut om de wensen van het bedrijfsleven helder te krijgen en te spiegelen aan de mogelijkheden van de school. Het aantal deelnemers in de beroepsopleidingen (mbo) bedraagt in 2004-2005 4868 en is in de afgelopen jaren steeds licht gegroeid. Rendementsgegevens zijn binnen De Rooi Pannen wel beschikbaar maar het verzamelen daarvan is erg arbeidsintensief. Voorheen gebeurde dit met een geautomatiseerd deelnemersregistratiesysteem maar dit systeem wordt niet meer door de leverancier ondersteund. Volgens opgave van de instelling is het rendement in 2004-2005 van de beroepsopleidingen mbo 66 procent en zit daarmee boven het landelijke gemiddelde (56 procent). De voortijdige schooluitval is hoog in de opleidingen van niveau 1 en 2. Doelstellingen zijn geformuleerd om dit terug te dringen. Het personeelsbestand is in 2004-2005 met zes fulltime equivalenten (fte) gedaald naar 483 fte. Voor het komende schooljaar wordt een groei verwacht naar 503 fte. Met name binnen het vmbo vinden met regelmaat schorsingen en verwijderingen van deelnemers plaats. Van belang is dat de instelling op een juiste wijze de wettelijke procedures hierin volgt en serieuze inspanningen verricht deelnemers in voorkomende gevallen elders te plaatsen. b
De voortgang van de ontwikkeling van de kwaliteitszorg
Binnen de instelling is bewust gekozen voor een eenvoudig systeem van kwaliteitszorg dat op een makkelijke manier is te monitoren. Het model wordt PUC-systeem genoemd en staat voor Plannen, Uitvoeren en Controleren. Het formuleren van doelen is opgenomen in de planfase, het evalueren van resultaten is een onderdeel van de controlefase. Als referentie voor het kwaliteitszorgsysteem zijn de toetsingskaders VO en BVE en voor de examens de KCE-standaarden gekozen. Locaties kunnen daarnaast eigen doelstellingen toevoegen. Eerste prioriteit bij kwaliteitszorg is gegeven aan het in orde brengen van de onderwijs- en examenregelingen (OER-en) en het opstellen en implementeren van een examenhandboek voor het mbo.
Verslag jaarlijks onderzoek Scholengemeenschap De Rooi Pannen, 25-10-2005
3
Het kwaliteitsbewustzijn is zowel bij het management als op de werkvloer duidelijk aanwezig. Vaak bestond kwaliteitszorg uit een ad hoc aanpak van zaken die verbetering behoefden die dan in een overleg werden besproken. Nu wordt gestreefd naar een systematische maar wel pragmatische aanpak die overigens niet tot onnodige bureaucratie mag leiden. De eerste aanzetten hiertoe worden zichtbaar maar duidelijk is dat de instelling aan het begin van dit proces staat. Sommige locaties lopen in deze ontwikkelingen harder dan anderen. Het draagvlak voor een systematische aanpak is echter overal duidelijk merkbaar en er is een goede bereidheid om van elkaar te leren en kennis over te dragen. In de toekomst wil men meer gaan werken met prestatie-indicatoren om zo tot vergelijkbare informatie te komen. Alle locaties beschikken over een kwaliteitszorgmedewerker die de ontwikkeling en implementatie van het kwaliteitszorgsysteem begeleiden. Tussen deze medewerkers vindt zowel formeel als informeel overleg plaats om de onderlinge afstemming te optimaliseren. Ook op managementniveau is kwaliteitszorg regelmatig een thema van overleg. Er worden meerdere enquêtes zoals JOB, RUBS en bpv-bedrijvenenquête afgenomen. Deze laatste enquête is door de instelling zelf ontwikkeld en bij alle vestigingen en uitgevoerd. Over het betrekken van een onafhankelijke deskundige bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs is nog geen besluit genomen. De verantwoording naar belanghebbenden en externen heeft de vorm van een jaarverslag van de instelling. c Voortgang verbeteracties naar aanleiding van het vorig inspectieonderzoek In oktober 2004 heeft bij de Scholengemeenschap De Rooi Pannen een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) plaatsgevonden. Het onderzoek richtte zich op de vmbo- en mbo-afdelingen van de instelling. Het kwaliteitsdomein onderwijs en leren was van voldoende kwaliteit maar het kwaliteitsaspect studeerbaarheid was bij nagenoeg alle opleidingen onvoldoende. Dit werd veroorzaakt doordat de opleidingen niet flexibel zijn en nauwelijks mogelijkheden bieden om in te spelen op individuele leerbehoeftes van deelnemers. Het kwaliteitsaspect toegankelijkheid werd op instellingsniveau met een onvoldoende beoordeeld vanwege het ontbreken van actieve werving onder kansarme doelgroepen. De kwaliteitsborging en -verbetering is bij de Scholengemeenschap De Rooi Pannen onvoldoende beoordeeld omdat de implementatie van een systematisch kwaliteitszorgsysteem nog in de beginfase verkeert. Ook het onderdeel opbrengsten is als onvoldoende beoordeeld omdat de aanwezige instellingsresultaten niet betrouwbaar bleken en beleid rondom sturing op rendement ontbrak. Verder zijn op de afdeling Handel van de locatie Tilburg opleidingen van onvoldoende kwaliteit vastgesteld waardoor de afdeling als onvoldoende is beoordeeld. Gelijktijdig met het jaarlijks onderzoek heeft een onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) binnen de afdeling Handel plaatsgevonden. De resultaten worden in een separaat verslag verantwoord.
Verslag jaarlijks onderzoek Scholengemeenschap De Rooi Pannen, 25-10-2005
4
Tijdens het jaarlijks onderzoek zijn deze volgende punten verder onder de aandacht gebracht. mbo-afdelingen Horeca van de locaties in Tilburg, Breda en Eindhoven Ontwikkelingen van de kwaliteitszorg Dit element is reeds beschreven bij in paragraaf b. Studeerbaarheid programma Voor het ontwikkelen en invoeren van het competentiegericht leren hebben de Horeca-afdelingen de krachten gebundeld. Horeca Tilburg participeert in een landelijke pilot voor het herschrijven van een opleiding in de richting van competentiegericht leren. Deze expertise wordt intern gezamenlijk gebruikt. Het praktijkleren is nu al breed van kracht en hiervan zijn in alle locaties diverse goede voorbeelden. Dit maakt de overstap naar competentiegericht leren gemakkelijker. De integratie van de theorievakken zal de grootste verandering vragen. Er is meer sturing op de teamvorming van docenten ontstaan met het oog op het competentiegericht leren, begeleiding van deelnemers en onderwijsleerprocessen. In de nieuwe opzet wordt een grotere flexibiliteit beoogd en mogelijk gemaakt omdat het model zich leent om individueel te werken. In de huidige opleidingen ligt de flexibiliteit in de vorming van homogene groepen die sneller of langzamer door een onderwijsprogramma kunnen lopen, verdieping die kan worden aangebracht en een gericht ondersteuningsprogramma. Met name voor de niveaus 1 en 2 is dit verder ontwikkeld. De mentoren hebben de opleidingsschema's aangepast om een zo goed mogelijke doorstroom en plaatsing te kunnen realiseren. Individueel flexibel onderwijs voor alle deelnemers wordt tot dusver niet nagestreefd. De verbetering van de aansluiting tussen het vmbo en het mbo heeft meer vorm gekregen door directie- en docentenoverleg, aanpassing van de zorgstructuur en het slechten van drempels bij de toelating en plaatsing. Ook met andere vmbo's wordt geïnvesteerd in een goede overdracht. Met de Nationale School voor Toerisme en Verkeer (NHTV) zijn afspraken over een vijf-jarige hbo-opleiding. 28 deelnemers volgen dit programma, tot nu toe met goede resultaten. Opbrengsten Door omstandigheden beschikt de instelling niet over een geautomatiseerd deelnemersregistratiesystreem. Met veel moeite zijn er nu regelmatig voldoende gegevens voor sturing voorhanden. In de registratie zijn tussen de locaties nog verschillen wat betreft het wel of niet registreren van allochtonen, gehandicapten en deelnemers met een beperkte vooropleiding. Hierin wil men snel keuzes maken en afstemmen. De doorstroommogelijkheden zijn beter in beeld. Er worden exitgesprekken gehouden die worden geanalyseerd. Hieruit blijkt dat een verkeerd beroepsbeeld vaak de oorzaak is voor verandering van opleiding. In voorlichting wordt dit scherper naar voren gebracht. Verder zijn er doelen geformuleerd voor deelnemerbegeleiding om voortijdig schoolverlaten te voorkomen.
Verslag jaarlijks onderzoek Scholengemeenschap De Rooi Pannen, 25-10-2005
5
Het percentage deelnemers dat in de Horeca (mbo) gediplomeerd uitstroomt bedraagt voor Tilburg 55 procent, voor Breda 62 procent en voor Eindhoven 72 procent. Tilburg ligt daarmee ruim onder het gemiddelde van de instelling (65 procent). Dit wordt deels verklaard door het tussentijds afbreken van een bbl-niveau 2 opleiding vanwege massaal ontslag van deelnemers in één bedrijf. mbo-afdelingen Toerisme & Recreatie van de locaties in Tilburg, Breda en Eindhoven Ontwikkelingen van de kwaliteitszorg Dit element is reeds beschreven bij paragraaf b. Studeerbaarheid programma en overige kwaliteitsaspecten De ontwikkeling van een gemeenschappelijke onderwijsvisie heeft een sterke impuls gekregen door de krachten van alle locaties te bundelen en gezamenlijk de onderwijsvernieuwing aan te pakken. Er zijn projectplannen ontwikkeld en werkgroepen geformeerd en er is externe ondersteuning gezocht. Ook is er meer aandacht voor goede communicatie met de werkvloer. Binnen de projecten wordt gezocht naar vakkenintegratie en betere afstemming tussen theorie en de praktijk. Met de invoering van competentiegericht leren worden ook (binnen nog af te spreken marges) de opleidingen flexibeler gemaakt zodat beter kan worden ingespeeld op de individuele leerbehoeftes van deelnemers. In de bestaande opleidingen worden extra mogelijkheden geboden (zoals ECDL examens, IATA, specialisatiemogelijkheden in sport of entertainment en een extra taal Spaans). Ook zijn met de NHTV afspraken gemaakt over verkorte leerroutes mbo-hbo en is een commissie speciale trajecten ingesteld om deelnemers met leerachterstanden te helpen. Er zijn maatregelen genomen om de transparantie van de bestaande onderwijsprogramma's te vergroten en de voorlichting aan deelnemers te verbeteren. Met docenten is de opleidingsstructuur nog eens doorgenomen, stroomschema's zijn opgenomen in de studiegidsen en de informatieoverdracht van onderwijs- en examenregelingen is verbeterd. Ook zijn maatregelen genomen om de aanwezigheidsregistratie te verbeteren en de 10 procent absentieregeling te verduidelijken. Roosterwijzigingen worden tijdiger bekend gemaakt en de lesuitval, die over het algemeen gering is, wordt goed bijgehouden. In de aanpak van de beroepspraktijkvorming is nog veel winst te boeken door uitwisseling van werkmethodes tussen de locaties en verbetering van de afstemming. Met het kenniscentrum HTV zijn betere afspraken gemaakt om te voorien in voldoende geaccrediteerde bpv-plaatsen. In Tilburg wordt gebruik gemaakt van drie landelijk ontwikkelde bpv-werkboeken waarbij een aantal opdrachten opnieuw zijn herschreven. De inzet van klankbordgroepen vindt bij alle locaties plaats, maar Breda staat hierbij nog aan het begin. Opbrengsten Rendementsgegevens zijn op de locaties beschikbaar maar de verzameling gaat doorgaans handmatig en vergt veel tijd. Een centraal deelnemersregistratiesysteem wordt node gemist en de wil om meer met rendementsgegevens te doen is aanwezig. Met name het inzicht in de doorstroom, en de oorzaken van de voortijdige schooluitval, die vooral in de niveau 1 en 2 opleidingen hoog is, wordt gewenst. Verslag jaarlijks onderzoek Scholengemeenschap De Rooi Pannen, 25-10-2005
6
In Tilburg en Eindhoven zijn concrete doelen geformuleerd om de voortijdige schooluitval met 10 procent terug te dringen. De maatregelen die hiervoor nodig zijn worden echter nog niet benoemd. Een uitzondering hierop vormt de scholing die een aantal docenten in Tilburg over dit thema hebben gevolgd. In Breda is met name het formuleren en registreren van kengetallen nog in ontwikkeling. Volgens opgave van de instelling bedraagt het percentage deelnemers dat in Toerisme & Recreatie (mbo) gediplomeerd uitstroomt voor Tilburg 71 procent, voor Breda 64 procent en voor Eindhoven 79 procent. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Handel locatie Tilburg Zie hiervoor het rapport Onderzoek naar kwaliteitsverbetering van de afdeling Handel Onderzoek vmbo-afdelingen locaties Tilburg en Eindhoven Zie hiervoor de verslagen van het jaarlijks onderzoek van beide afdelingen. Toezichtarrangement
De inspectie stelt vast dat op Scholengemeenschap De Rooi Pannen is gewerkt aan verbeteringen. Ontwikkelingen worden steeds meer afdelingsoverstijgend en gemeenschappelijkheid aangepakt waarbij respect blijft bestaan voor de relatieve autonomie van de afdelingen. Aangaande het vmbo zijn met het college van bestuur de volgende afspraken gemaakt: • de bewijslast dat de locatie vmbo Eindhoven voldoet aan de wettelijk verplichte onderwijstijd wordt vóór 1 december 2005 naar de inspectie van het onderwijs gestuurd • in de studiegids vmbo 2006-2007 van de locatie Eindhoven wordt de wettelijk verplichte onderwijstijd verantwoord. • er wordt met onmiddellijke ingang een reparatietraject uitgevoerd zodat de locatie vmbo Tilburg voldoet aan de wettelijk verplichte onderwijstijd. De bewijslast dat de instelling aan deze wettelijke vereisten voldoet wordt vóór 1 december 2005 naar de inspectie van het onderwijs gestuurd • in de studiegids vmbo 2006-2007 van de locatie Tilburg wordt de wettelijk verplichte onderwijstijd verantwoord. Het jaarlijks onderzoek heeft geen aanleiding gegeven af te wijken van de reguliere planning van het volgende inspectieonderzoek. Dit betreft een jaarlijks onderzoek in 2006. In dit onderzoek zal speciale aandacht uitgaan naar de wettelijke verplichtingen rondom onderwijstijd binnen het vmbo, de voortgang van de verbeteractiviteiten in de afdeling Handel,Tilburg en de ontwikkelingen rondom de verdere implementatie van kwaliteitszorg en opbrengsten.
Dit verslag is vastgesteld door mevrouw A.E.W. Nooij, coördinerend inspecteur van het onderwijs te Breda op 14 december 2005.
Verslag jaarlijks onderzoek Scholengemeenschap De Rooi Pannen, 25-10-2005
7
Verslag jaarlijks onderzoek Scholengemeenschap De Rooi Pannen, 25-10-2005
8