Verslag DEBAT GEHEIM GEWELD D E A A N PA K VA N KINDERMISHANDELING FELIX MERITUS, AMSTERDAM, 30 NOVEMBER 2005
I N S A M E N W E R K I N G M E T: U I TG E V E R I J A R E N A , R A A K , N O K I D D I N G , N I Z W, E X P E R T I S E C E N T R U M KINDERMISHANDELING EN AMK NEDERLAND.
Vinkenburgstraat 2a, 3512 AB • Postbus 1413, 3500 BK Utrecht • T: 030 232 65 00 • F: 030 232 65 55 www.transact.nl • www.huiselijkgeweld.nl •
[email protected] • Postbank 7228189 • Kvk 41187243
D E B AT G E H E I M G E W E L D De aanpak van kindermishandeling
Op 30 november 2005 kwamen zo’n 120 professionals bijeen om te praten over de aanpak van kindermishandeling. Een prangend onderwerp voor degenen die werkzaam zijn bij Bureaus Jeugdzorg of AMK’s, voor slachtoffers en voor anderen die zich betrokken voelen bij hen. In 2003 werden bij de AMK’s maar liefst 30.000 vermoedens van kindermishandeling aangemeld. Onderzoekscijfers uit 1999 stellen dat jaarlijks zo’n 80.000 kinderen te maken hebben met kindermishandeling: fysiek geweld, verwaarlozing, psychisch geweld of seksueel misbruik. En hoewel dat hierin niet meegeteld is, wordt ook steeds vaker het getuige zijn van geweld tussen ouders als een vorm van kindermishandeling aangemerkt. Regelmatig is overigens sprake van een combinatie: in gezinnen waar partnergeweld gaande is, worden naar verhouding ook de kinderen vaker mishandeld.
TransAct ondersteunt beleidsmakers, managers, opleiders, artsen, hulpverleners en andere intermediairen in de zorgen welzijnssector, beroepskrachten werkzaam bij politie, Openbaar Ministerie, reclassering en Raad voor de Kinderbescherming. De drie kerntaken van TransAct zijn Kennis en Methodiekontwikkeling, Beleidsanalyse en Agendering, Training en Advies.
TransAct
Dagvoorzitter Marianne Cense van TransAct stelt dat kindermishandeling negatieve gevolgen heeft voor het welzijn, de gezondheid en het sociaal functioneren van kinderen. “Maar de gevolgen stoppen niet als een kind volwassen wordt. Ook als de mishandeling verleden tijd is, werken de gevolgen van kindermishandeling door.” Dat geldt niet alleen voor de volwassenen slachtoffers zelf, die verhoudingsgewijs vaak kampen met problemen als bijvoorbeeld drugsverslaving. Het geldt ook voor hun kinderen: ouders die ooit zelf mishandeld zijn, zijn eerder geneigd hun kinderen op hun beurt weer te mishandelen. De maatschappelijke kosten en de ellende veroorzaakt door kindermishandeling zijn enorm.
Vinkenburgstraat 2a, 3512 AB Utrecht Postbus 1413, 3500 BK Utrecht T: 030 - 232 65 00 F: 030 - 232 65 55 E:
[email protected] I: www.transact.nl
TransAct Training en Advies T: 030 - 234 09 33 E:
[email protected]
Hameeda Lakho: slachtoffers van kindermishandeling hebben levenslang
Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding.
Aanleiding voor de bijeenkomst, georganiseerd door TransAct in samenwerking met Uitgeverij Arena, RAAK, No Kidding, NIZW Expertisecentrum Kindermishandeling en AMK Nederland, is het verschijnen van het boek Geheim Geweld. Hierin beschrijft Hameeda Lakho op indringende wijze hoe haar jeugdervaringen haar huidige leven als volwassen vrouw, als moeder, als echtgenote nog steeds beïnvloeden. In Felix Meritus vertelde Lakho over haar drijfveren om het boek te schrijven en de Stichting Geheim Geweld op te richten. Haar ervaringsverhaal zette de zintuigen van alle aanwezigen even helemaal op scherp. Als kind werden Lakho en haar zusjes jarenlang mishandeld door hun vader en stiefmoeder. Deze stiefmoeder kwam ten tonele nadat hun moeder en een jonger zusje plotseling verdwenen waren. Volgens vader waren ze verongelukt – 30 jaar later kwam Lakho erachter dat beiden nog leefden maar naar Pakistan ontvoerd waren. “Mijn jeugd bestond uit een aaneenschakeling van lichamelijke mishandeling en geestelijke treiteringen. Langdurige opsluiting. Mishandeling met stokken, kettingen, kleerhangers. Mijn haar dat werd gemillimeterd. De afwas moeten doen met gloeiend heet water, zodat mijn handen verbrandden. Woorden waren niet nodig om mij dat te laten doen; ijzige blikken waren al genoeg. Ik moest toezien hoe mijn zus tot bloedens toe
2
3
Colofon Auteur: Marije Wilmink Eindredactie: Marianne Cense Foto’s: Ben Serkei Vormgeving: Avant la lettre, Utrecht Uitgave: TransAct
Dit verslag is mede tot stand gekomen met subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Bestellen: www.transact.nl
© TransAct, januari 2006
Debat Geheim Geweld
Debat Geheim Geweld
in het gezicht werd geslagen. Toen ik een eetstoornis ontwikkelde en regelmatig overgaf, dwong mijn stiefmoeder me mijn eigen braaksel te eten.”
van kindermishandeling los. Susanne Vunderink: “Zo geheim is het helemaal niet. De gevolgen ervan zijn goed zichtbaar, in het gedrag, de relaties en de angsten van kinderen. De vraag is: hoe ga je met signalen om. Het probleem is dat iedereen zoekt naar bewijzen dat er daadwerkelijk sprake is van kindermishandeling. Ik pleit daarom voor het centraal stellen van het kind. Het maakt niet uit of een kind ongelukkig is omdat zijn oma dood is of omdat hij mishandeld is. Grijp in bij signaalgedrag, dan kom je er tijdens de hulpverlening wel achter wat er precies aan de hand is.” Atie Visser vult aan dat uit onderzoek van de Vereniging Seksuele Kindermishandeling blijkt dat een kwart van de slachtoffers in het basisonderwijs signalen afgeeft, en in het vervolgonderwijs 50 procent. Het gaat dan om signalen zoals schooluitval, concentratieproblemen en eetstoornissen. “Er zou veel meer aandacht moeten komen voor dit soort signalen. Én er moet dringend een omslag komen, van bescherming van de rechten van volwassenen naar die van het kind.”
Hameeda Lakho
Hulpvermijding Lakho vroeg regelmatig om hulp, bij politie, bij leerkrachten, maar werd nooit geloofd. “Mijn vader wist dat heel charmant en overtuigend weg te wuiven.” En als de grond hem te heet onder de voeten werd, verhuisde hij het gezin naar elders. “Ik heb op vier verschillende basisscholen gezeten en vier verschillende achternamen gehad.” Toen Lakho op 13-jarige leeftijd het huis verliet, was ze een gebroken kind. Nu, tientallen jaren later, is ze nog elke dag bezig te ontsnappen aan het verleden, “aan wie ik door het geweld geworden ben”. “De impact van geweld in je jeugd is enorm. Slachtoffers van kindermishandeling hebben levenslang. Dat proces wordt heel vaak onderschat, men denkt dat je het op gegeven moment kunt verwerken en achter je kunt laten. Maar het is als een zwart gat dat telkens terugkeert. Ik ben wel eens bang dat mijn vader toch nog gewonnen heeft. Als het net weer even goed gaat met me, komen de herinneringen weer boven. Het mishandelde meisje zit altijd in me.” Met haar boek en met de Stichting Geheim Geweld wil Lakho aanzetten tot maatschappelijke discussie over kindermishandeling. “Ik heb een pijnlijk verhaal te vertellen. Eerdere boeken die ik hierover schreef, werden als ‘schokkend’ en ‘onwerkelijk’ neergezet. Openheid is enorm belangrijk. Veel slachtoffers stoppen het verleden weg, en proberen een normaal leven te leiden. Maar vaak reageren ze hun pijn en frustratie dan alsnog af op hun partner en kinderen.”
Dat ouders toestemming moeten geven voor hulp en behandeling aan hun kind, is een van de belangrijkste struikelblokken bij de aanpak van kindermishandeling, zo stellen de panelleden gezamenlijk vast. Schoonenberg: “Als hulpverlener stuit je op de geslotenheid van het systeem, op hulpvermijding van gezinnen waar wat mis is. Wat dat betreft is het nodig dat het hulpverleningssysteem, dat nu op basis van vrijwilligheid draait, grondig verandert. Er moet veel meer druk op gezinnen wordt uitgeoefend.” Rob Bilo beaamt dit: “Een directieve benadering is inderdaad geboden. Nu worden ouders ook alleen in behandeling genomen als ze dat zelf willen.” Schoonenberg: “Ik maak regelmatig mee dat ouders doorverwezen worden naar het RIAGG, en dat het RIAGG deze mensen vervolgens terugstuurt omdat ze geen hulpvraag zouden hebben. Dat is natuurlijk idioot bij mensen die hun kinderen mishandelen.”
Jolande Schoonenberg, Susanne Vunderink, Rob Bilo
E E R S T E D E B AT: D E L A N G E T E R M I J N G E V O L G E N VA N K I N D E R M I S H A N D E L I N G Overbelast hulpverleningscircuit
Over de eerste kwestie, de langetermijngevolgen van kindermishandeling, zijn de vijf panelleden het snel eens: die zijn ernstig, zoals het verhaal van Lakho illustreert. Francien Lamers-Winkelman: “Praat me er niet van, ik zie het dagelijks.” Jolande Schoonenberg stelt vervolgens dat precies het geheime rond kindermishandeling het probleem is bij vroegtijdig signaleren. En daarmee breekt het debat over de aanpak
Een ander knelpunt is dat het hulpverleners vaak ontbreekt aan de juiste tools om in te kunnen grijpen. Als het misgaat in een gezin en er een kind omgebracht wordt, dan wordt snel gewezen naar de hulpverlening die niet op tijd en adequaat heeft ingegrepen. Maar de hulpverleners staan met hun rug tegen de muur en zijn aan allerlei handelingsprotocollen gebonden. Wee hun gebeente als ze kinderen te snel of onterecht uit hun gezinssituatie lichten, of ouders onterecht beschuldigen. Schoonenberg: “En er zijn ook simpelweg veel te weinig mensen voor veel te veel werk.” Lamers-Winkelman: “De overheid neemt haar verantwoordelijkheid niet voor goede strafwetgeving en hulpverlening. Wij zijn bezig met een landelijk onderzoek naar het vóórkomen van kindermishandeling, onder leerlingen en onder artsen. Daar krijgen we welgeteld 60.000 euro voor van Justitie en VWS. Per jaar gaan er 60 kinderen dood als gevolg van mishandeling, dus dat is 1000 euro per dood kind. Een begrafenis kost meer! Het is overal afgrijselijk druk, iedereen die zich bezighoudt met mishandelde kinderen weet hoe hevig de hectiek elke week maar weer is, en niemand die er wakker van ligt!” De panelleden schetsen gezamenlijk een beeld van een overbelast hulpverleningscircuit, dat door de politiek allerlei verantwoordelijkheden krijgt toegeschoven maar niet de middelen om die ook daadwerkelijk te kunnen nemen. En hulpverleners protesteren hier veel te weinig tegen. Ze roeien met de riemen die ze hebben en gooien het
4
5
Na Lakho’s relaas vinden in Felix Meritus twee debatten plaats. Het eerste debat gaat over de langetermijngevolgen van kindermishandeling en de manier waarop kindermishandeling aangepakt zou moeten worden. Panelleden: • Rob Bilo (forensisch geneeskundige/consulent forensische pediatrie Forum educatief Utrecht) • Susanne Vunderink (integratieve kindertherapeut) • Atie Visser (bestuurslid Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling) • Jolande Schoonenberg (vertrouwensarts AMK Amsterdam) • Francien Lamers-Winkelman (coördinator Kinder- en Jeugdtraumacentrum Haarlem en hoogleraar preventie en hulpverlening inzake kindermishandeling, VU Amsterdam)
Debat Geheim Geweld
Debat Geheim Geweld
bijltje er niet bij neer totdat de zaken beter geregeld zijn, omdat ze de kinderen waarom het draait niet willen laten stikken.
Ouders aanspreken
Wanneer de stemming in het panel bij al deze constateringen even geheel onder nul daalt, vraagt een arts in opleiding uit het publiek waarom de panelleden dan toch doorgaan. Rob Bilo stelt daarop dat hulpverleners zich soms ook nodeloos onmachtig laten maken door de bestaande regelgeving. “Er zijn best mogelijkheden om wettelijke grenzen te overschrijden, als je het gemotiveerd doet.” Vanuit de zaal valt Myra ter Meulen, voormalig directeur AMK Amsterdam, hem bij. “Ik denk dat de stemming nu wel iets te treurig wordt. Want zó lang zijn we helemaal nog niet bezig met de aanpak van kindermishandeling. En ik denk ook dat we best weten hoe het zou moeten, maar dat we het alleen nog niet uitvoeren. De angst bij leerkrachten en hulpverleners voor ouders is gigantisch, ze vinden het zó moeilijk om die aan te spreken als ze het gevoel hebben dat er iets niet pluis is. Ik denk dat het zaak is hun te leren hoe je met ouders over zorgelijke opvoedingssituaties moet praten.” Schoonenberg: “Mee eens. Ik word vaak gebeld door artsen met een niet-pluisgevoel. Daaruit blijkt dat veel mensen terugdeinzen om vermoedens aan te kaarten. Leerkrachten en eerstelijnswerkers moeten inderdaad leren hoe hiermee om te gaan.”
den. Maar ieder kind heeft wel baat bij andere betrouwbare volwassenen in zijn omgeving – Tante Leen, de buurvrouw. Zelfs of soms juist als Tante Leen van niets weet, is het fijn om bij haar uit te kunnen blazen. Dus in plaats van altijd maar op melden en aanpakken te hameren, is het ook zaak mensen te leren om in elk geval in de buurt te blijven van kinderen die mogelijk mishandeld worden.” In de zaal bevestigt een slachtoffer dit. “Het allergrootste trauma is dat verschrikkelijke isolement, en niemand die een hand naar je uitsteekt. Buitenstaanders die geen oplossing bieden maar alleen maar die boodschap geven van ‘jij bent oké, je mag er zijn’, zijn inderdaad van onschatbare waarde.” Het is precies om deze reden dat Lamers-Winkelman een dubbel gevoel zegt te hebben over het pleidooi om leerkrachten beter toe te rusten voor het ingrijpen bij vermoedens van misbruik. “Ik denk dat de school een veilige haven moet zijn voor kinderen. Dus misschien moet je helemaal niet tegen leerkrachten zeggen bij vermoedens van mishandeling: ‘heeft u al met de ouders gesproken?’. Want daarmee wordt die veiligheid onherroepelijk verstoord.”
Jongerentheater STUK
Francien Lamers-Winkelman, Susanne Vunderink, Rob Bilo
Isabella Sarican en Shehab Saddal
Specialistische lijn
Lamers-Winkelman vindt dat er juist niet al te veel op een brede aanpak ingezet moet worden, maar dat er dringend meer specialistische centra moeten komen. “Er moet natuurlijk wel een gezamenlijke basis zijn, iedereen moet een beetje gevoel krijgen voor signalen. Maar op het moment dat een leerkracht, een huisarts iets ruikt of voelt, dan is het zaak als de wiedeweerga door te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleners. Dat idee dat iedereen zogenaamd iets moet kunnen met kindermishandeling, is volgens mij juist heel gevaarlijk. Er wordt zo veel aangerommeld met mishandelde kinderen!” Bilo is het met Lamers-Winkelman eens. “We moeten toe naar een structurele investering in een specialistische lijn, van preventie tot strafwetgeving. Iedereen is heel goed en goedwillend bezig, maar dat is niet genoeg.”
Opvoedcursussen
Vanuit de zaal wordt nog een andere kwestie aangesneden: het belang van preventie. Een hulpverlener: “Gevallen die al gediagnosticeerd zijn als kindermishandeling, daar moet natuurlijk ingegrepen worden, liefst door specialisten. Maar ik wil ook een lans breken voor preventie. Je moet ouders de tools geven om alternatief te handelen. Die moet je leren omgaan met spanningen, met kinderen, met zichzelf. Ouders die neigen naar mishandeling, moet je ervan zien te overtuigen dat ze andere dingen kunnen doen dan wat hen ingegeven wordt. Ik ben voor een opvoedcursus voor alle ouders!” Dit idee levert alom goedkeurend geknik op. Over ongewenst opvoedgedrag moet veel meer en eerder met ouders gecommuniceerd worden, niet pas wanneer het misgaat, zo brengen verschillende mensen in. Leerkrachten moeten ook tijdens hun opleiding al leren om met ouders over opvoeding en over problematische opvoedsituaties te praten.
Tante Leen
Na de pauze worden er een paar fragmenten vertoond uit het Amsterdamse jongerentheaterproject STUK, zowel live gezongen als gespeeld, op film. Dit theaterstuk over kindermishandeling is een initiatief van de zestienjarige Shehab Saddal. Hij merkte dat een medescholiere thuis mishandeld werd en wilde er meer tegen doen. Behalve hijzelf doen nog zeven jongeren mee aan het stuk: Chantal Swart, Racquelle Bannink, Ahmed el Jennouni, Abdoelah Nadi, Abdelkarim Elbaz, Dalorim Wartes en Isabella Sarican. De jongeren komen allen uit Amsterdam-West. Ze worden ondersteund door de jongerenorganisatie Be at the Media en door regisseurs Har Tortike en Jona Rens. Begin 2006 zullen er schoolvoorstellingen georganiseerd worden in een theater. Een verfilming van het stuk zal als DVD gebruikt worden om een lespakket voor scholen te ontwikkelen, voor jongeren van 12 tot 18 jaar. Voor reserveringen en informatie: Michelle Jacobs, Be at the Media, 020-6703313,
[email protected]
T W E E D E D E B AT: KINDERMISHANDELING IN ALLOCHTONE GEZINNEN
Een laatste kwestie die panel en zaal bespreken, is de rol die mensen in de directe omgeving van slachtoffers van kindermishandeling kunnen spelen. Atie Visser: “We moeten erkennen dat niet ieder kind in een mishandelingsituatie geholpen kan wor-
Het tweede debat spitst zich toe op de aanpak van kindermishandeling in allochtone gezinnen. Hulpverleners ervaren soms extra knelpunten bij het bespreekbaar maken van huiselijk geweld in gezinnen met een allochtone achtergrond. Vraagt het stoppen van kindermishandeling bij hen een andere aanpak? En hoe kunnen hulpverleners met gezinnen in gesprek komen en blijven als mishandeling gezien wordt als onderdeel
6
7
Debat Geheim Geweld
Debat Geheim Geweld
van een ‘normale’ opvoeding? Vier deskundigen buigen zich samen met de zaal over deze kwesties.
Michèle Hering: “Het gaat er vooral om het praten over opvoeding zo normaal mogelijk te maken, onder alle bevolkingsgroepen. Om opvoedproblemen en excessen bespreekbaar te maken. Dat doen wij binnen onze Raakregio door opvoedcursussen voor ouders te ontwikkelen, goed voorlichtingsmateriaal beschikbaar te stellen, en iedereen die met kinderen en ouders werkt te leren hoe problematische situaties te signaleren en aan te pakken, van verloskundigen tot leerkrachten in het voortgezet onderwijs.”
Panelleden: • Ben Rensen (jeugdarts in Utrecht) • Urmy Macnack (familietherapeut te Amsterdam) • Michèle Hering (projectleider RAAKregio Stadsdeel Amsterdam-Noord) • Sezai Aydo_an (orthopedagoog, werkzaam bij TransAct)
Pedagogisch pak slaag
Weerstand tegen instanties
Om te beginnen: ís kindermishandeling nu anders in allochtone en autochtone gezinnen? Ben Rensen: “Natuurlijk is het niet wezenlijk anders, mishandeling is voor elk kind even erg. Maar het maakt wel uit of het kind een jongen of een meisje is, of hij of zij Surinaamse of Nederlandse ouders heeft. Zelfs twee kinderen binnen een gezin kunnen mishandeling anders ervaren of er anders op reageren. Dus natuurlijk speelt een allochtone achtergrond op de een of andere manier een rol. Alleen al het feit dat een heleboel allochtone gezinnen onder de armoedegrens leven, levert een heleboel stress op, die zich bijvoorbeeld in mishandeling kan vertalen.”
Hierop dragen verschillende mensen uit de zaal aan hoe zinnig het is om bij problemen in allochtone gezinnen te kijken naar de rol die het eigen netwerk kan spelen. Vaak zijn er naaste familieleden of vrienden die de ouders kunnen ontlasten. Maar Sezai Aydogan is daar juist niet zo’n voorstander van. “In gemeenschapsculturen is het inderdaad zo dat iedereen zich medeverantwoordelijk voelt, en dat een gang naar de hulpverlening slecht getolereerd wordt: men kan het toch ook binnen de eigen kring oplossen? Maar de cultuur van het systeem, en bijvoorbeeld de opvattingen over eergerelateerd geweld, zijn binnen de hele groep hetzelfde. Grootouders of broers zitten in datzelfde patroon, dus het onderbrengen van een kind bij een ander familielid is niet altijd een goede oplossing.” Per geval goed bekijken, zo luidt de gezamenlijke conclusie. En eventuele familieopvang goed ondersteunen.
Urmy Macnack, Michele Hering, Ben Rensen en Sezai Aydog˘an
Cultuur als excuus
Wat zal de invloed zijn van de nieuwe wetgeving per januari 2006, die fysiek geweld tegen kinderen strafbaar stelt? De meningen blijken verdeeld. Macnack: “Zo’n algemene regel als het strafbaar stellen van een klap, die is natuurlijk niet afdoende. Het gaat erom de bewustwording en de bespreekbaarheid te vergroten. En dus ook om voorlichting op maat.” Een jongere die meespeelt in STUK: “Ouders weten vaak helemaal niet dat ze iets fout doen, die vinden straffen heel normaal. En kinderen zelf vaak ook.” Rensen is het er niet helemaal mee eens. “Mijn ervaring is dat cultuur vaak als excuus wordt gebruikt. Dat het normaal gevonden wordt in je eigen cultuur, betekent niet dat het oké is. Want je rijdt toch ook rechts in Nederland, al is dat in je vaderland niet zo? En je maakt toch ook gebruik van de kinderbijslag? Dan moet je je ook houden aan de regels rond kindermishandeling die in Nederland gelden.”
Een paar zinnen Marokkaans
Sezai Aydog˘an stelt dat kindermishandeling in alle culturen voorkomt, maar dat er wel sprake is van specifieke vormen van kindermishandeling in allochtone gezinnen. “Denk aan kwesties rond eer en seksualiteit bijvoorbeeld, en aan vormen van eergerelateerd geweld. Maar ook aan cultuurspecifieke vormen van psychisch geweld, zoals het binnensluiten van meisjes na schooltijd of ze helemaal niet naar school laten gaan, aan kinderen niet naar zwemles laten gaan en ze dus het risico van verdrinking laten lopen. Maar het kan ook gaan om te weinig grenzen stellen: jongens tot ’s avonds heel laat buiten laten zwerven waardoor ze oververmoeid op school zitten. Zowel isolatie als verwaarlozing zijn uitingen van kindermishandeling.”
Rensen benadrukt vooral het belang van open communicatie over het onderwerp. “Praat er gewoon over met kinderen bij wie je denkt dat er iets niet pluis is. Vraag wie er bij hen thuis wie mept, en hoe vaak. Als je doet alsof het doodnormaal is, dan komt het zó op tafel. En wat de communicatie met de ouders betreft: zorg dat je wat Turks en Marokkaans leert. Een paar zinnen maar, dat breekt de boel al behoorlijk open.” Als Rensen het ter plekke voordoet, barsten de Marokkaanse jongeren van de theatergroep in opgetogen gelach uit – hij heeft zijn punt gemaakt. Macnack valt Rensen bij met de toevoeging dat het erg helpt als er in hulpverleningsteams mensen van allochtone afkomst zitten. “Teams die op die manier een goede naam opbouwen bij allochtone cliënten, omdat ze iets weten van hun culturele achtergrond, hebben een grote uitstraling. De hele instelling wordt daardoor vaak betrouwbaarder gevonden. Ook merk ik dat het een stuk beter werkt als ik naar gerichte personen binnen teams verwijs, in plaats van naar anonieme instanties. Je moet de hulpverlening personaliseren als je allochtonen beter wilt bereiken.”
8
9
Urmy Macnack: “Wat ik vooral merk, is dat onder allochtone ouders onduidelijkheid heerst over wat nu precies mishandeling is. Is slaan mishandeling? Een pedagogisch pak slaag wordt onder Surinaamse ouders bijvoorbeeld heel normaal gevonden. Daarom is het zaak om dingen heel concreet te benoemen, er geen doekjes om te winden. Ik vraag ouders dan ook altijd of ze hun kind slaan, waarmee en hoe vaak, en in welke situaties. Ikzelf werd in mijn jeugd ook geslagen, maar heb dat niet als mishandeling ervaren. Het was namelijk heel helder wanneer ik geslagen zou worden; het was ook iets dat ik kon voorkomen door me aan de regels van mijn moeder te houden. Ik was ook niet bang om erover te praten, ik vertelde rustig aan de buren dat mijn moeder me geslagen had. Het gevaar is volgens mij dat fysiek straffen steeds meer een taboe wordt, en dat is fnuikend. Zodra het iets verbodens wordt, praten ouders er niet meer over en kun je ze ook geen mogelijkheden aanreiken om het anders te doen.”
Eerkwesties
Gert van Harten, woordvoerder van de AMK´s vraagt vanuit de zaal hoe het toch te verklaren valt dat er bijna geen meldingen van kindermishandeling worden gedaan door allochtonen. Er komen evenveel meldingen bij AMK’s binnen over allochtone en autochtone gezinnen, maar de melders zijn bijna altijd autochtoon. Waarom? Macnack wijt dit aan de grote weerstand in allochtone kringen tegen instanties, met name als het gaat over familiekwesties. “Men is bang om zwakheden te tonen, uit angst dat kinderen uit huis geplaatst worden. Het heersende idee onder allochtonen in Nederland is dat mensen die hulp inroepen, de greep en het zicht op hun familie verliezen. Soms is uithuisplaatsing wel nodig, maar wordt de familie vervolgens totaal buitenspel gezet. Daartegen bestaat in bijvoorbeeld de Surinaamse gemeenschap veel aversie.”
Debat Geheim Geweld
Debat Geheim Geweld
Pro-actieve aanpak
De toekomst
Een deelnemer in de zaal sluit hierop aan met de suggestie dat hulpverleners uit de beslotenheid van hun eigen instantie moeten treden, en naar de mensen toe moeten gaan. “Wacht niet af, maar ga als AMK en Bureau Jeugdzorg de hort op, voorlichtingsavonden geven over kindermishandeling bij zelforganisaties en dergelijke. Dat werkt echt heel goed.” Een van de theaterjongens: “Een wat actievere houding is inderdaad wel nodig. Als voorbereiding op het theaterstuk belde ik het AMK, maar ik zei niks. Komt toch vaak voor, dat iemand belt maar niets durft te zeggen, lijkt me. Na twee keer hallo hallo werd er gewoon opgehangen. Dat is toch ongelooflijk! Dan moet je toch juist proberen iemand aan het praten te krijgen?”
M E E R I N F O R M AT I E : Actuele literatuur over kindermishandeling
• Baartman, H., Bullens, R. en J. Willems, Kindermishandeling: de politiek een zorg. Amsterdam, SWP, 2005 • Lakho, H., Geheim Geweld, Arena, 2005 • Wolzak, A. en I. ten Berge, Kindermishandeling. De aanpak in Nederland, Utrecht/ Amsterdam: NIZW Jeugd/SWP, 2005. Voor meer literatuur zie www.kindermishandeling.info
Drie lobbyorganisaties sluiten de middag af. Thomas Heijman van RAAK, de reflectieen actiegroep kindermishandeling, meldt bij de politiek aan het lobbyen te zijn voor de drie o’s: opvoedondersteuning en -kennis voor ouders vanaf de conceptie totdat kinderen 18 worden, opvoedonderwijs voor jongeren van nu die ouders van de toekomst worden, en opvoedhulp voor mensen die er echt een potje van maken. “We denken ook aan een ‘opvoedcursus-strippenkaart’ voor elke aanstaande ouder. Wanneer ze die strippenkaart vol hebben, krijgen ouders extra geld, meer kinderbijslag bijvoorbeeld.” De organisatie No Kidding richt zich met campagnes vooral op het brede publiek en spoort iedere ´Tante Leen´ op om kindermishandeling te signaleren en er voor kinderen te zijn. De Vereniging tegen seksuele kindermishandeling richt zich specifiek op seksuele kindermishandeling en voert al vele jaren politieke lobby voor een betere aanpak.
Atie Visser en Anoushka Boet van de VSK
TransAct-directeur Simone Kortbeek richt tot slot een laatste woord aan de aanwezigen. Wat vooral duidelijk werd, aldus Kortbeek, is dat het onderwerp politiek geagendeerd moet worden. Daarnaast moet worden gewerkt aan bewustwording bij en de juiste tools voor ouders en voor hulpverleners. En kindermishandeling moet tevens bespreekbaar gemaakt worden. “Dat is een heleboel werk. TransAct wil alle partijen daarbij graag ondersteunen. Door informatie te verzamelen, zodat zichtbaar wordt hoe groot het probleem is en men vooral in Den Haag Wakker wordt. Door deskundigheid te stimuleren en over te dragen wat goed werkt, bijvoorbeeld door middel van handreikingen, stappenplannen, methodieken en trainingen. En door te lobbyen voor gespecialiseerde hulpverlening, en voor meer diagnostische centra. De aanpak van kindermishandeling is een zaak van lange adem”, zo concludeerde Kortbeek, “maar gelukkig zijn er vele mensen die zo’n lange adem hebben, dat maakte deze middag ook zichtbaar.”
Hameeda Laklo schonk haar boek Geheim Geweld als dank aan alle panelleden. Als eerste aan Ben Rensen, die ook het voorwoord voor het boek schreef.
10
Debat Geheim Geweld
Websites
• www.kindermishandeling.nl, website van NIZW voor kinderen en jongeren, over mishandeling • www.kindermishandeling.info, website van NIZW Jeugd / Expertisecentrum Kindermishandeling voor professionals • www.amk-nederland.nl, website van de advies en meldpunten kindermishandeling • www.stichtinggeheimgeweld.nl, website van Stichting Geheim Geweld, opgericht door Hameeda Lakho. • www.stopkindermishandeling.nl, Reflectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling (RAAK), hulp en advies bij het opvoeden en het begeleiden van opvoeders • www.no-kidding.nu, website van No Kidding • www.v-s-k.nl, website van de vereniging tegen seksuele kindermishandeling • www.transact.nl, website van TransAct • www.huiselijkgeweld.nl, website over huiselijk geweld, inclusief regionaal hulpaanbod.
11
Debat Geheim Geweld