Verslag: “De Circulaire Economie” Kennisnetwerk Economie IenM 1 oktober 2015 De laatste tijd valt het begrip "Circulaire Economie" in verschillende media. Maar wat is circulaire economie nu eigenlijk? Wat doet de overheid en IenM in het bijzonder op het gebied van circulaire economie? En wat zijn de ervaringen van het bedrijfsleven? Waar liggen kansen en wat zijn belemmeringen? Op 1 oktober organiseerde het Kennisnetwerk Economie van IenM een bijeenkomst over het thema circulaire economie, met als doel een nadere kennismaking te maken met de wetenschappelijke, praktische en beleidsaspecten van de circulaire economie. Daarnaast werd gediscussieerd aan de hand van enkele stellingen over circulaire economie. Onder leiding van Olaf Cornielje (Directie Duurzaamheid van DGMI, IenM) zijn onderstaande onderwerpen belicht: · “Overheidsbeleid”, Kees Veerman (Min. IenM) · “Scope, ketens en barrières”, Ton Bastiaans (TNO) · “CE in de bouw”, Evert Schut (RWS) · “Praktijkervaringen”, Diana de Graaf (De Groene Zaak) · “Circulair ondernemen”, Geanne van Arkel, (Interface) Op de volgende pagina’s staat een nadere toelichting op alle onderwerpen. In de toekomstvisie van de overheid worden over 20 jaar alle materialen hergebruikt. Dat is een hele uitdaging, gezien de grote voorraad materialen die nu in constructies is verwerkt. Voor sloop en hergebruik daarvan is geen geld gereserveerd. Om de circulaire economie tot stand te brengen, is grensverleggende (disruptive) technologie nodig, consistent overheidsbeleid en ook nietfinanciële drijvende krachten. Er bestaan al veel praktijkvoorbeelden van circulaire bedrijven. Samenwerking in de keten, productinnovaties en marktpositie zijn daarin cruciale elementen.
Discussie
1. Is de circulaire economie een logische stap naar duurzaamheid? · De transitie naar een circulaire economie is niet zonder meer een volgende stap naar een duurzame samenleving. De transitie vereist diepgaande veranderingen in de organisatie van de productie en consumptie die ook weer effect hebben op de machtsverhoudingen. 2. Wordt je door de circulaire economie steeds meer teruggeworpen op lokale netwerken? · Circulaire economie is geen kwestie van meer lokaal produceren. Om nieuwe relaties te ontdekken moet je soms inzoomen en uitzoomen. Dan blijken grondstoffen uit een andere sector, of uit het buitenland (visnetten) goed te passen in het productieproces. · Hergebruik van materialen en producten stuit nog vaak op barrières. Het inkoopproces binnen het Rijk is niet ingericht op hergebruik. De verkoop van kleding gaat via Domeinen en de inkomsten kunnen niet opnieuw geïnvesteerd worden in kleding. 3. Is leasen meer circulair dan kopen? · Niet alle leasemodellen zijn gelijk aan “circulaire economie”. Zo bestaan twijfels over wat het effect op het milieu is. Misschien gaan mensen juist meer consumeren als de prijs lager wordt. · Bij sommige bedrijven zijn stimulansen om openbaar vervoer te gebruiken pervers. Je krijgt een OV-kaart als je een auto least. · Transport moet een dienst op maat zijn die je koopt als je hem nodig hebt en zolang je hem nodig hebt. Parkeren is de zorg van de dienstverlener.
De presentaties Naar een circulaire economie, Kees Veerman, IenM Duurzaamheid is nodig om nu en in de toekomst welvarend en gezond te kunnen leven. Duurzaamheid is een vorm van solidariteit. Achterliggende doelen zijn: 1. Duurzaam gebruik van natuur en grondstoffen 2. Verdienvermogen 3. Voorzieningszekerheid Beleid ondersteunt duurzaamheid door het vormen van coalities, kennis delen, aanpassen van regelgeving en stimuleren van innovaties. Een belangrijk onderdeel van beleid is het programma ‘van afval naar grondstof’. Het ministerie wil meer naar buiten treden en daadwerkelijk verandering teweeg brengen. Om duurzaamheid dichterbij te brengen zijn drie stappen belangrijk: 1. Duurzame producten 2. Duurzame consumptie 3. Meer en beter scheiden. Hiervoor is ook internationale inzet belangrijk. Over 20 jaar is het begrip afval uit de wetgeving verdwenen, is iedere consument ook grondstoffenleverancier, scheidt 100% van de materialen en krijgt daar geld voor, produceren we geen rommel meer en is de concurrentiepositie van NL sterk.
Na de adviezen van de Raad voor de Leefomgeving en het Rathenau Instituut wordt nu een adviesvraag voorgelegd aan de SER. IenM werkt meer samen met andere departementen. De Green Deal die getrokken werd vanuit EZ wordt verbreed naar IenM. IenM draagt bij met de Raamovereenkomst verpakkingen, het Fosfaatakkoord, de coalitie met RACE (realisatie van acceleratie naar een circulaire economie), en aan meer en beter scheiden met de VNG. De overheid moet van een sturende naar een faciliterende rol. De invulling van een faciliterende rol moet nog meer vorm krijgen. De circulaire economie in Nederland: scope, ketens en barrières, Ton Bastiaans, TNO Aanleiding voor de circulaire economie is de exponentieel stijgende vraag naar grondstoffen en de schaarste die daar het gevolg van is. De mogelijkheden van levensduurverlenging, hergebruik, herwinning, cascadering in eindige en hernieuwbare materialen worden in het vlinderdiagram weergegeven. · ‘The circular economy is defined as an economy that provides multiple value creation mechanisms which are decoupled from the consumption of finite resources.’ Growth Within, Ellen MacArthur Foundation.
Er bestaan nu al waardeketens die circulair functioneren. De markt voor tweede hands producten, onderdelen en onderhoud van producten is daar een voorbeeld van. In bio afval, metaal electro, zit nog een groot potentieel voor circulaire uitbreiding. Om de · · ·
circulaire economie uit te breiden kan je ketens selecteren op: Economisch belang Ecologisch effect, en Transitiepotentieel en bereidheid
Je kan selecteren door input-output tabellen te combineren met milieueffecten uit LCA analyses. Je krijgt dan begrensde en concrete sectoren in beeld zoals: verpakkingen in de voedselproductie, gebruik van plastic en rubber in infrastructuur, of machines en installaties in ziekenhuizen en kantoren. Op regionaal niveau kan je onderzoeken waar zwaartepunten liggen waar de regio zich op kan richten.
Net als bij een chemische reactie is een stuwende kracht nodig. De stuwende kracht kan gebaseerd zijn op een business case door technologische innovatie, of stijgende grondstoffenprijzen. Naast de business case kan ook indirecte waarde creatie een beweegreden zijn om circulair te produceren. Circulaire productie verbetert de positie in de markt, of de aantrekkelijkheid voor werknemers. Voor regio’s kan de aantrekkelijkheid als vestigingsplaats, de leefbaarheid en reputatie dienen als drijvende kracht. Behalve stuwende krachten zijn er ook barrières. De overheid kan institutionele barrières wegnemen, maar voor grensverleggende activiteiten is dit niet voldoende. Consistent en voorspelbaar beleid is belangrijk. Belastingherziening, gerichte subsidies en de rol van de overheid als ‘launching customer’ zijn belangrijke instrumenten. Er moet ook aandacht zijn voor terugslageffecten en voor de verliezers van de circulaire economie. Wat gebeurt er met de vrijgekomen koopkracht als circulaire economie de kosten drukt en wat is de reactie van partijen die hun marktaandeel verliezen? Circulaire economie is een concept dat bindt en inspireert. Voor de circulaire economie is grensverleggende technologie nodig. De drijvende kracht bestaat uit meer dan alleen een business case. De overheid speelt beslissende rol bij het creëren van gunstige randvoorwaarden. De circulaire economie in de bouw, Evert Schut Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) verkent samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Rijkswaterstaat en stakeholders de mogelijkheden om CE te realiseren in de bouw. Het doel van de opdracht is om inzicht te krijgen in de betekenis van circulariteit voor de bouwsector,
circulaire handelingsperspectieven, beleidsmaatregelen die circulair bouwen verder helpen en inzicht te krijgen in de rollen en taken van de ministeries. De bouwsector is belangrijk voor CE, omdat de bouwsector grote materiaalstromen gebruikt die zelden schaars zijn. Daarnaast kent de bouwsector relatief veel milieueffecten; mondiaal is beton en staal goed voor 15-20% van alle CO 2. Er vindt in de sector wel veel recycling plaats, maar weinig echt circulair (zie onderstaande afbeelding). Meestal is sprake van laagwaardig hergebruik (downgrading). In de bouwsector zou veel gedaan kunnen worden met ontwerpen, zoals materiaal arm ontwerpen, modulair ontwerpen en adaptief ontwerpen. Wel zijn er andere verdienmodellen nodig, aangezien veel bouwwerken een lange levensduur kennen. Het is dus niet zeker of de aannemer nog bestaat als het bouwwerk de einde levensduur nadert. Op dit moment is sloop en hergebruik niet gedekt. Dat is een groot probleem dat je kan ondervangen door bijvoorbeeld een verwijderingsbijdrage. Voor de circulaire economie is het belangrijk om niet naar één levenscyclus te kijken, maar naar meerderde cycli (dus van LCA naar MCA). Daarnaast is het belangrijk om samen te werken met de stakeholders en dienen belemmeringen weggenomen te worden. Benut daarbij ook de energie uit de samenleving.
Praktijkervaringen in de circulaire economie, Diana de Graaf, De Groene Zaak De Groene Zaak is een belangenorganisatie met circa 200 leden die als doel heeft om de transitie naar een duurzame economie te realiseren. Die transitie verkleint de afhankelijkheid van de aanvoer van grondstoffen en vergroot de efficiëntie van het gebruik van grondstoffen en energie. De Groene Zaak maakt onderdeel uit van de ‘Realisatie en Acceleratie van Circulaire Economie’ (RACE) coalitie. Zo heeft de Groene Zaak gezocht naar best practices op het gebied van CE. Op de website www.bestpractices.circulairondernemen.nl kan je tal van best practices in Nederland vinden. Op de website Govsgocircular.org kan je zien wat verschillende overheden doen op de het gebied van circulaire economie. OCÉ zorgt er in samenwerking met ACE voor dat componenten van printers die worden geretourneerd worden opknapt voor hergebruik (remanufacturing); Axia ontwikkelt modulaire stoelen. De stoelen worden verkocht met een terugname garantie. Na de eerste levenscyclus worden ze opgeknapt voor een tweede levensloop. Philips levert de verlichting op Schiphol als een dienst in plaats van lampen en armaturen te verkopen. RotterZwam kweekt paddestoelen op koffiedik en koffieschilletjes en OAT Shoes maakt volledig afbreekbare schoenen waar een boom uit kan groeien. Daarnaast bestaan er tal van deelplatforms, zoals B2B, Peerby en thuisafgehaald. Voor sommige bedrijven is het gewoon business, maar voor andere bedrijven is het lastiger om de stap naar CE te zetten. Voor meer informatie; www.degroenezaak.com
Inclusief en circulair ondernemen in bedrijf dankzij Mission Zero, Geanne van Arkel, Interface Interface heeft een lange geschiedenis in circulair ondernemen. Die geschiedenis begon met de uitvinding van de tapijttegel in Amersfoort. Interface heeft grote vooruitgang geboekt met het terugdringen van de CO2 uitstoot, hergebruik van grondstoffen en gebruik van biobased materialen. De besparing op energiegebruik levert genoeg op om energie uit duurdere hernieuwbare bronnen in te kopen. De ambitie is om in 2020 een footprint van nul te bereiken.
Productinnovaties zijn geïnspireerd op de natuur. Zo maakt Interface gebruik van minder garen, een groter aandeel hergebruikt garen, zijn ook biobased garen mogelijk en wordt lijm vervangen door plakstrips zonder lijm. Samenwerken met de keten, de leveranciers en de klanten is belangrijk om veranderingen mogelijk te maken. Materiaalhergebruik uit oude visnetten maakte de opschaling van het verwerkingsproces mogelijk. De koppeling naar recycling van autoruiten heeft hergebruik van het bijproduct PVB mogelijk gemaakt. Interface waakt ervoor om in een ‘locked in’ positie te komen. De biobased garens worden gemaakt op grond die niet concurreert met voedselproductie. Het is mogelijk dat de productie wel gaat concurreren met voedsel als ook de concurrenten er gebruik van gaan maken. Dan zijn alternatieven nodig. Naast de business case levert circulaire productie ook continuïteit op voor de aandeelhouders en waardering en een prettige werkomgeving voor de werknemers en een aantrekkelijke marktpositie voor de klanten. Om het milieueffect van de productie te meten, gebruikt Interface de ‘Environmental Product Declaration’ (EPD). De EPD is een ISO standaard. De EPD ondersteunt het circulaire imago van Interface. Een zwaardere belasting van grondstoffen kan de circulariteit verder bevorderen.