i
Welkom bij Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland Pensioenregeling 2011 in het kort september 2011/ versie 6.
Inhoud
Op weg naar uw ouderdomspensioen ................................................................................................4 Uw pensioen en uw koopkracht ...........................................................................................................7 Pensioen voor uw partner ....................................................................................................................8 Privéomstandigheden en uw pensioen ............................................................................................ 10 Een andere baan, een nieuw pensioen? .......................................................................................... 12 Keuzes die u voor uw pensionering kunt maken ............................................................................ 14 Meer informatie ................................................................................................................................... 17 Begrippenlijst ...................................................................................................................................... 18
1
Vooraf Bij uw werkgever Deutsche Bank AG, Amsterdam, Deutsche Bank Nederland NV of IFN Finance BV (hierna: Deutsche Bank) verdient u niet alleen nu een inkomen, u bouwt ook maandelijks pensioen op. Met ingang van 1 januari 2011 geldt een uniforme pensioenregeling voor de medewerkers van de drie bovengenoemde entiteiten in Nederland. Deze korte uitleg gaat uitsluitend op deze nieuwe regeling in. Deutsche Bank betaalt een pensioenpremie aan de Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland (hierna: Pensioenfonds). Deze premie wordt belegd door fiduciair vermogensbeheerder DB Advisors en beheerd door het Pensioenfonds tot u de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Vanaf 1 januari 2006 brengt Deutsche Bank volgens de regeling in de Algemene Bank CAO, waaronder de Deutsche Bank in Nederland valt, een deel van de pensioenpremie in rekening bij de deelnemer. Voor de medewerkers van Deutsche Bank Nederland N.V. en IFN Finance B.V. geldt nog een overgangsregeling voor de eigen bijdrage. Voor de toelichting verwijzen wij naar de intranet site “HR Netherlands Compensation and Benefits, Arbeidsvoorwaarden, CAO 2011 pagina 9 en pagina 21. Uw pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Iedereen die in dienst komt van Deutsche Bank, met uitzondering van stagiaires, werkstudenten en vakantiemedewerkers, neemt met een wachttijd van 2 maanden deel aan de pensioenregeling. Deze deelname geldt echter wel met terugwerkende kracht. Met andere woorden: over de eerste 2 gewerkte maanden wordt ook pensioen opgebouwd, maar wordt alleen geactiveerd bij een deelname langer dan 2 maanden Belangrijk om te weten is dat bij overlijden van een deelnemer tijdens de wachttijd van 2 maanden, een nabestaandenpensioen wordt uitgekeerd op basis van deelname zonder wachttijd. Iedere maand reserveert het Pensioenfonds, over het salaris dat u in die maand verdient, een bedrag voor uw pensioen. U spaart niet alleen voor later, u zorgt ook voor financiële zekerheid voor uw eventuele gezinsleden. De pensioenregeling stelt u bovendien in staat zelf keuzes te maken, zeker als uw pensioendatum dichterbij komt. Daarom is het belangrijk om goed te weten hoe de regeling in elkaar zit en wat u zelf kunt doen om uw pensioensituatie te laten aansluiten bij uw persoonlijke wensen en omstandigheden. Deze brochure geeft een korte beschrijving van uw pensioenregeling. Ik zou melding maken van het feit dat er een begrippenlijst is Elk jaar de tussenstand Uw belangrijkste vraag is waarschijnlijk: hoeveel pensioen krijg ik straks iedere maand? Ieder jaar rekent het pensioenfonds voor u uit hoeveel pensioen u bij Deutsche Bank hebt opgebouwd en op welk pensioen u uitkomt als u tot uw 65ste jaar in dienst blijft bij Deutsche Bank. Vooral het laatste bedrag (het te bereiken ouderdomspensioen) is belangrijk. Dit is namelijk het jaarbedrag dat u, ste verdeeld over 12 maanden, vanaf uw 65 jaar levenslang van het Pensioenfonds krijgt als u tot die tijd en tegen hetzelfde salaris bij Deutsche Bank blijft werken. Het opgebouwde en het te bereiken pensioen staan in het persoonlijk pensioenoverzicht (Uniform Pensioen Overzicht) dat u elk jaar van het Pensioenfonds ontvangt. Als het kan: een waardevast pensioen Het Pensioenfonds wil ervoor zorgen dat uw opgebouwde pensioen zijn koopkracht behoudt. Het Pensioenfonds streeft er daarom naar de opgebouwde pensioenen ieder jaar te verhogen in verband met de gestegen prijzen. Deze verhoging is voor de actieve medewerkers gekoppeld aan de loonstijgingen in de Algemene Bank CAO en de TOP CAO die Deutsche Bank voor 2011 heeft afgesloten. Voor gepensioneerden en zogenaamde slapers, niet actieve deelnemers, is de verhoging gekoppeld aan de prijsindex CPI alle huishoudens, afgeleid (referentieperiode oktober/oktober). Toeslagverlening (vroeger ook indexatie genoemd) is geen automatisme, voorwaarde is dat de financiële middelen van het Pensioenfonds het toelaten. Er is sprake van een zogenaamde voorwaardelijke toeslagverlening. Er is geen bestemmingsreserve, de toeslagverlening is gebaseerd op overrendementen van het Pensioenfonds en bepaalde overeengekomen stortingen van Deutsche Bank.
2
Het Pensioenfonds Het pensioen dat u bij Deutsche Bank opbouwt, wordt beheerd door het Pensioenfonds. Het Pensioenfonds is een stichting met een eigen bestuur en verantwoordingsorgaan. De belangen van de deelnemers van het Pensioenfonds worden door het bestuur op een zodanige wijze behartigd dat de rechten van de deelnemers, gewezen deelnemers en overige belanghebbenden zoveel mogelijk gewaarborgd blijven.
Hoe is pensioen in Nederland opgebouwd?
Individueel spaargeld en/of lijfrenten Pensioen via werkgever(s)
Sociale zekerheid AOW (€ 8.982,60 bruto p.p. in 2011 voor een incl. vakantietoegehuwde slag)
totale oudedagsvoorziening
Ouderdomspensioen bestaat uit een aantal onderdelen: • De uitkering van de Nederlandse Staat gebaseerd op de Algemene Ouderdoms Wet (AOW); • Het pensioen via de werkgever; • Eventuele privé voorzieningen zoals lijfrentepolissen of spaargeld. Dit worden de drie pijlers van ons Nederlandse pensioensysteem genoemd.
AOW ste Iedere Nederlander krijgt na zijn 65 een AOW-uitkering of hij nu gewerkt heeft of niet. De hoogte van een AOW-uitkering is gekoppeld aan het wettelijke minimumloon en afhankelijk van de burgerlijke staat van de gepensioneerde. Iedereen die legaal in Nederland woont, bouwt vanaf de 15-jarige leeftijd elk jaar 2% AOW-recht op. Als niet ieder jaar premie is opgebouwd, bijvoorbeeld omdat je een aantal jaar in het buitenland hebt gewoond of pas later in Nederland bent komen wonen, dan zal de AOW-uitkering lager zijn. Pensioen via de werkgever De meeste Nederlandse werknemers nemen deel aan een collectieve pensioenvoorziening via de werkgever. Deze pensioenvoorziening voorziet in een inkomen boven de AOW. Dit is het onderdeel van het pensioen waarop in de korte uitleg van het pensioenreglement wordt ingegaan. Privévoorzieningen Behalve de AOW en het pensioen van de werkgever kan iedereen er voor kiezen zelf nog exra te sparen, of koopsompolissen en lijfrenten af te sluiten. Hiermee wordt extra financiële ruimte (vanaf de pensioendatum) gecreëerd. De onderdelen van uw pensioenregeling U bent sinds 1 januari 2011 deelnemer in de uniforme pensioenregeling voor alle onderdelen van de Deutsche Bank in Nederland. Naast de voormalige regeling van Deutsche Bank Nederland N.V. en
3
IFN Finance B.V. worden ook de verschillende pensioenreglementen van Deutsche Bank AG, Amsterdam Branch door deze regeling vervangen. Deze regeling zorgt voor inkomen in twee situaties: • ouderdomspensioen bij pensionering; • partnerpensioen en wezenpensioen bij overlijden. Karakter pensioenovereenkomst De pensioenregeling heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst, die is gebaseerd op een middelloonregeling. Een middelloonregeling is een regeling waarbij de rechten gerelateerd zijn aan het gemiddelde inkomen en de gewogen diensttijd. Dit houdt in dat van te voren vaststaat hoe hoog de pensioenuitkering zal zijn.
4
Op weg naar uw ouderdomspensioen U bouwt elk jaar een stukje van uw pensioen op, op basis van het salaris dat u in dat jaar verdient. Zo hebt u straks, nadat u bent gestopt met werken, een levenslang inkomen Standaard: 65 jaar In de pensioenregeling is de standaard pensioenleeftijd thans nog 65 jaar. U kunt echter zelf kiezen op welke leeftijd - tussen 55 en 70 jaar - u met pensioen wilt gaan. Naast de keuze van uw pensioenleeftijd heeft de pensioenregeling nog een aantal andere keuzemogelijkheden. Over deze pensioenkeuzes leest u meer op pagina 10. Middelloon Uw pensioenregeling werkt volgens het middelloonsysteem. Dit betekent dat u jaarlijks een percentage van het in dat jaar verdiende salaris aan pensioen opbouwt. Uw gemiddeld verdiende salaris tijdens uw loopbaan bepaalt dus de hoogte van uw uiteindelijke pensioen. Vandaar de term ‘middelloon’. De hoogte van uw pensioen De hoogte van uw ouderdomspensioen hangt af van: • uw pensioengrondslag; • het opbouwpercentage; • het aantal jaren dat u aan de regeling hebt deelgenomen; • de toeslagverlening. De pensioengrondslag Het pensioengevend salaris is uw vaste bruto maandsalaris op grond van het aantal uren dat u werkt, inclusief het daarbij horende deel van het vakantiegeld en de dertiende maand. Indien van toepassing tellen ook eventueel andere door de werkgever aangemerkte pensioengevende salaristoeslagen mee voor de berekening van het pensioengevend salaris. Over een deel van uw salaris bouwt u geen pensioen op, omdat u vanaf 65 jaar ook een AOW-uitkering krijgt. Deze zogenoemde franchise (per 1 januari 2011: € 13.500) wordt vastgesteld door het bestuur van het Pensioenfonds. De pensioengrondslag is het bedrag waarover daadwerkelijk pensioen wordt opgebouwd, dus het verschil tussen het pensioengevend salaris en de franchise. Het opbouwpercentage Elke maand die u deelneemt aan de pensioenregeling, bouwt u, als percentage van de pensioengrondslag, een stukje pensioen op: • 2,10% voor het ouderdomspensioen; • 1,47%.voor het partnerpensioen. Het aantal jaren dat u deelneemt Hoe langer u aan de regeling deelneemt, hoe meer pensioen u opbouwt. Neemt u 35 jaar deel, dan komt u (inclusief de AOW) uit op een pensioen dat gelijk is aan ongeveer 73,5% (35 x 2,1) van uw gemiddeld in die jaren verdiende salaris. De toeslagverlening Het Pensioenfonds streeft ernaar uw pensioen waardevast te houden en dus streeft het ernaar uw opgebouwde pensioen jaarlijks te verhogen. Voor actieve deelnemers is dit gekoppeld aan de loonstijging volgens de Algemene Bank CAO en de TOP CAO van Deutsche Bank (januari 2011). Het bestuur van het Pensioenfonds neemt over deze toeslag jaarlijks een beslissing. Voorwaarde is dat de financiële gezondheid van het pensioenfonds ruimte biedt om de toeslag te verlenen.
5
Voorwaardelijkheids verklaring Uw Pensioenfonds streeft ernaar ieder jaar per 1 januari uw aanspraak op pensioen te verhogen met de loonstijging. U hebt door eerdere verhogingen en de verwachting voor de komende jaren niet automatisch ook recht op verhogingen in de toekomst.
De ontwikkeling van uw salaris U bouwt pensioen op via een zogenaamde middelloonregeling. Uw gemiddeld verdiende salaris tijdens uw loopbaan bepaalt de hoogte van uw uiteindelijke pensioen. Geen vrijwillige pensioenopbouw U kunt bij het Pensioenfonds géén extra pensioen opbouwen door zelf premies te betalen of extra stortingen te doen (vrijwillige inkoop). Als u uw oudedagsvoorziening wilt verbeteren, kunt u dit doen door privé te sparen bij een bank of verzekeringsmaatschappij van uw eigen keuze. Voorbeeld: ouderdomspensioen Kim de Bruijn komt op 25-jarige leeftijd in dienst bij Deutsche Bank. Haar salaris is dan € 33.500 bruto per jaar (inclusief vakantiegeld en 13de maand) Pensioengevend salaris Franchise Pensioengrondslag
€ 33.500 € 13.500 € 20.000
In de daarop volgende twee jaar stijgt haar salaris met € 1.000 per jaar. In het eerste jaar is er geen toeslag (compensatie van de gestegen prijzen), in de twee jaren daarna is de toeslag vastgesteld op respectievelijk 3% en 1%. De franchise blijft in dit voorbeeld gelijk. De pensioenopbouw van Kim ziet er dan als volgt uit: Pensioenopbouw Pensioenopbouw Pensioenopbouw 2,10% van 20.000 Toeslag n.v.t. Tweede jaar Pensioenopbouw 2,10% van 21.000 Toeslag 3% van 861 (420+441) Opgebouwd na 2 jaar Derde jaar Pensioenopbouw 2,10% van 22.000 Toeslag 1% van 1.349 (887+462) Opgebouwd na 3 jaar
420
441 26 887 462 13 1.362
De toekomstige pensioenopbouw op basis van de opbouw in het derde jaar is dan als volgt (gebaseerd op gelijkblijvend salaris en in dit voorbeeld zonder toeslag): Opgebouwd na 3 jaar 37 x opbouw na 3de jaar (28 tot 65 jaar) Te bereiken ouderdomspensioen
37 x 2,10% x 22.000
1.362 17.094 18.443
In dit voorbeeld ontvangt Kim de Bruijn vanaf haar pensioendatum jaarlijks € 18.443. Per maand is dat € 1.537 (inclusief vakantietoeslag). Daarnaast ontvangt zij vanaf 65 jaar haar AOW (zie kader hieronder). Als Kim de Bruijn in deeltijd werkt (minder dan 36 uur per week), dan is haar pensioenopbouw evenredig lager. Uw pensioen en de AOW Vanaf uw 65ste ontvangt u naast uw pensioen van Deutsche Bank een AOW-uitkering van de overheid. Samen zorgen die twee pensioenen dus voor uw inkomen na uw 65ste.
6
De belangrijkste bruto-uitkeringen per persoon per maand zijn als volgt (per 1 januari 2011): U bent alleenstaand U bent getrouwd of woont samen, u bent allebei 65-plus Uw partner is nog geen 65, (inclusief partnertoeslag)*
€ 1.074,83 (netto € 829,88) € 748,55 (netto € 577,79) € 1.392,46 (netto € 1.074,64)
*De bedragen zijn inclusief vakantiegeld. Uitgebreide informatie over de AOW vindt u op de website van de Sociale Verzekeringsbank: www.svb.nl
Uw pensioen en uw koopkracht Als u nu honderd euro opzij legt, is de kans groot dat dit bedrag door de inflatie over twintig of dertig jaar veel minder waard is geworden. Zo werkt het ook met pensioenen. Daarom wil het Pensioenfonds de koopkracht op peil houden en het pensioen laten meegroeien met die inflatie. Maar dat is zeker geen automatisme. Het Pensioenfonds streeft ernaar uw pensioen waardevast te houden en uw opgebouwde pensioen jaarlijks aan te passen. Het bestuur neemt daarover jaarlijks een beslissing en volgt daarbij voor alle actieve deelnemers, geheel of gedeeltelijk, de loonstijging van de Algemene Bank CAO en de Deutsche Bank TOP CAO (januari 2011). Voor niet actieven (ex werknemers en gepensioneerden) wordt geheel of gedeeltelijk de consumentenprijsindex (afgeleid), zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (referentieperiode oktober-oktober) gevolgd. Het gaat dan om de opgebouwde pensioenen en de pensioenen van pensioengerechtigden en ex-werknemers. Let op: Een toeslag (vroeger ook wel indexatie geheten) is, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, absoluut geen automatisme. Voorwaarde is dat de financiële gezondheid van het Pensioenfonds ruimte biedt om de toeslag te verlenen. Voorwaardelijkheids verklaring Uw Pensioenfonds probeert ieder jaar per 1 januari uw aanspraak op pensioen te verhogen met de loon- of prijsindex. U hebt door eerdere verhogingen en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.
2009 en 2010: (Gedeeltelijke) toeslagverlening De opgebouwde pensioenen van de deelnemers zijn over 2010 voor sommige groepen (gedeeltelijk) aangepast. Het bestuur van het Pensioenfonds heeft besloten 50% van de toeslag over 2010 - gezien de financiële positie van het Pensioenfonds - voor de inactieven, zijnde 0,7%, te verlenen. De medewerk(st)ers van de Deutsche Bank AG hadden op basis van de Algemene Bank CAO in 2010 geen loonstijging en ontvangen dus ook geen toeslag. Aan de medewerk(st)ers van Deutsche Bank Nederland N.V. en IFN Finance B.V. werd 0,96% toeslag verleend, conform de oude in 2010 geldende ABN AMRO regeling. De opgebouwde pensioenen over 2009 zijn voor de medewerk(st)ers van Deutsche Bank Nederland N.V. en IFN Finance B.V. verhoogd door een inhaaltoeslag via het ABN AMRO pensioenfonds. Voor de medewerk(st)ers van Deutsche Bank AG, Amsterdam zijn de opgebouwde pensioenen verhoogd door een inhaaltoeslag op basis van een additionele storting van de werkgever in 2010.
7
Pensioen voor uw nabestaanden Vanaf het moment dat u overlijdt (vóór of na uw pensionering) krijgt uw levenspartner iedere maand partnerpensioen. Dit geldt voor uw echtgenoot (echtgenote), geregistreerd partner en partner waarmee u ongehuwd samenwoont met een notariële samenlevingsovereenkomst. Die uitkering ontvangt uw partner zolang hij of zij leeft. Let op: krijgt u ná uw pensionering een partner, dan heeft hij of zij na uw overlijden géén recht op partnerpensioen. Hoogte van het partnerpensioen Iedere deelnemer aan de pensioenregeling bouwt automatisch partnerpensioen op. Het partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen. Als u tijdens uw dienstverband met Deutsche Bank overlijdt, dan tellen de pensioenjaren die u nog zou opbouwen tot aan uw 65ste, mee voor de berekening van het partnerpensioen. Als basis voor deze berekening geldt uw pensioengevend salaris op het moment van uw overlijden. Komt u te overlijden nadat u uit dienst bent gegaan, dan is de hoogte van het partnerpensioen alleen gebaseerd op de jaren waarin u werkelijk pensioen bij het Pensioenfonds Deutsche Bank hebt opgebouwd. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand na uw overlijden en duurt voort tot de laatste dag van de maand waarin uw partner overlijdt.
Geen partner, mogelijkheid tot hoger pensioen Uitruil van levenslang partnerpensioen voor levenslang ouderdomspensioen De pensioenregeling van het Pensioenfonds biedt de keuze om het levenslang partnerpensioen in te ruilen voor een verhoging van het levenslange ouderdomspensioen. Dit is vooral interessant voor mensen die op het moment dat ze met pensioen gaan geen partner hebben. In dat geval is het niet nodig een voorziening te hebben voor nabestaanden en kan de opgebouwde voorziening voor het levenslange partnerpensioen ingeruild worden tegen een hogere uitkering van het levenslang ouderdomspensioen. Als u op 65-jarige leeftijd met levenslang ouderdomspensioen gaat kunt u uw levenslang partnerpensioen inruilen voor een hoger levenslang ouderdomspensioen conform de flexibiliseringsfactoren die elk jaar worden bepaald door het bestuur van het Pensioenfonds. Opgemerkt dient te worden dat u ook mag uitruilen, indien u wel een partner heeft. Uiteraard dient de partner hiervoor schriftelijk akkoord te geven. Anw-hiaatpensioen. Als uw partner niet of maar gedeeltelijk in aanmerking komt voor een Anw-uitkering, dan heeft uw werkgever een verzekering afgesloten voor een aanvullende uitkering: het Anw-hiaatpensioen.Het Anw-hiaatpensioen is verzekerd bij Swiss RE en wordt betaald door de werkgever. Het betreft alleen deelnemers met een partner, conform art.1.7 van het pensioenreglement. Het Anw-hiaatpensioen is een pensioen op risicobasis. Dat betekent dat als u uit dienst gaat, anders dan door pensionering of uitdiensttreding vanwege arbeidsongeschiktheid, de verzekering automatisch komt te vervallen.
8
Voorbeeld: partnerpensioen Kees de Wit wil weten hoeveel partnerpensioen er voor zijn partner is als hij komt te overlijden. Kees is 55 jaar en verdient € 43.500 bruto per jaar (inclusief vakantiegeld en 13de maand). Het partnerpensioen is de optelsom van het tot het moment van overlijden opgebouwde partnerpensioen én het partnerpensioen dat nog opgebouwd had kunnen worden tot 65 jaar. In dit voorbeeld is tot nu toe € 8.590 aan partnerpensioen opgebouwd. Basis voor het berekenen van het partnerpensioen dat Kees nog had kunnen opbouwen, is het salaris dat hij op het moment van overlijden verdiende. De jaarlijkse opbouw is 1,470%(0.7 x 2,1%) van de pensioengrondslag. Pensioengevend salaris Franchise Pensioengrondslag Opgebouwd partnerpensioen Nog op te bouwen partnerpensioen (55 - 65 jaar): 30.000 x 10 x 1,470% Totaal partnerpensioen
€ 43.500 € 13.500 € 30.000 € 8.590 € 4.410 € 13.000*
*Jaarlijks Dit pensioen zou zijn partner als Kees de Wit komt te overlijden levenslang ontvangen. Een eigen inkomen of hertrouwen heeft hierop geen invloed. Overlijdensuitkering van de overheid Als u overlijdt en uw partner is jonger dan 65 jaar, dan krijgt hij of zij in sommige gevallen ook een uitkering van de overheid: de Anw-uitkering. Een weduwe of weduwnaar komt daarvoor alleen in aanmerking als: • hij of zij geboren is vóór 1 januari 1950, of • het jongste kind jonger is dan 18 jaar, óf • hij of zij minstens 45% arbeidsongeschikt is. Wie wel aan de voorwaarden voldoet maar een eigen inkomen heeft, wordt gekort op de Anwuitkering. Meer informatie over de voorwaarden en de uitkeringshoogten van de Anw staat op de website van de Sociale Verzekeringsbank: www.svb.nl/anw. Wezenpensioen Hebt u kinderen op het moment van uw overlijden, dan ontvangen zij een wezenpensioen tot zij 21 jaar zijn of tot 27 jaar, indien zij volgens de bepalingen van de Wet op de studiefinanciering of de Algemene Kinderbijslagwet studeren. Het wezenpensioen bedraagt per kind 16% van het levenslang ouderdomspensioen. Wezen waarvan beide ouders zijn overleden, ontvangen het dubbele. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin u overlijdt. Komt u te overlijden nadat u uit dienst bent gegaan, dan is er geen wezenpensioen verzekerd voor kinderen die daarna worden geboren.
9
Pensioen en arbeidsongeschiktheid Gedurende de eerste twee ziektejaren wordt de pensioenopbouw volledig voortgezet op basis van de contracturen voor ziekte. Ontvangt u daarna een uitkering via de Wet WIA, dan is het percentage waarvoor UWV u arbeidsongeschikt heeft verklaard, bepalend voor de premievrije voortzetting deelnemerschap conform tabel art.14.2. Hoogte pensioenopbouw Voor de gewerkte uren is de opbouw vanzelfsprekend volledig. Bij de bepaling van het pensioengevend salaris voor het arbeidsongeschikte deel gaat het Pensioenfonds uit van het pensioensalaris per 1 januari op moment van premievrije voortzetting deelnemerschap conform art 14.2, verhoogd met de bij de vennootschap algemeen geldende loonstijgingen, op basis van de voor dat jaar geldende CAO. De pensioenopbouw over het arbeidsongeschikte deel gaat door zolang u recht op een WIA-uitkering hebt, maar stopt uiterlijk aan het begin van de maand waarin u 65 jaar wordt of de vervroegde pensioendatum.
Privéomstandigheden en uw pensioen Veranderingen in uw privéomstandigheden kunnen gevolgen hebben voor uw pensioensituatie. Daarbij gaat het vooral om uw burgerlijke staat. Trouwen, samenwonen en het einde van een relatie hebben effect op pensioenaanspraken. Trouwen of samenwonen Als u tijdens uw deelnemerschap trouwt of een wettelijk geregistreerd partnerschap aangaat in Nederland, dan heeft uw partner automatisch recht op partnerpensioen. U hoeft uw partner niet aan te melden bij het Pensioenfonds. Trouwt u in het buitenland, dan moet u zelf een bewijs van uw huwelijk aan het Pensioenfonds opsturen. Als u samenwoont of gaat samenwonen in Nederland, dan moet u uw partner wel aanmelden bij het Pensioenfonds en gelden een aantal voorwaarden: • U en uw partner zijn beiden niet getrouwd en hebben geen geregistreerd partnerschap; • Uw partner is geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn; • U moet een samenlevingsovereenkomst overleggen die is opgesteld door een notaris; • U hebt slechts, behoudens een eventueel bijzonder partnerpensioen, één bij het Pensioenfonds aangemelde partner die in aanmerking komt voor partnerpensioen; • U en uw partner wonen tenminste zes maanden onafgebroken op hetzelfde adres. Einde van uw relatie Het einde van een relatie heeft gevolgen voor zowel het partnerpensioen als het ouderdomspensioen. • Partnerpensioen Bij echtscheiding of beëindiging van een geregistreerd partnerschap heeft uw ex-partner recht op het partnerpensioen dat u hebt opgebouwd tot de scheidingsdatum. Dit geldt ook als u samenwoont en uw partner is aangemeld bij het pensioenfonds. Beëindiging van uw relatie moet u wel zo snel mogelijk melden aan het Pensioenfonds. Het pensioen waarop uw ex-partner aanspraak houdt, heet het bijzonder partnerpensioen. Na de scheiding begint een nieuwe opbouw van partnerpensioen ten behoeve van een eventuele nieuwe partner. Partners kunnen elkaar in de huwelijkse voorwaarden of in de samenlevingsovereenkomst uitsluiten van aanspraken op bijzonder partnerpensioen. Ook kunnen zij in een scheidingsconvenant uitdrukkelijk afspreken dat zij afstand doen van deze aanspraak.
10
Ongehuwd samenwonen Woont u ongehuwd samen en hebt u uw partner nog niet aangemeld bij het Pensioenfonds? Doe het dan zo snel mogelijk. Zonder aanmelding is er geen partnerpensioen voor uw partner. Een aanmeldingsformulier kunt u via de website van het pensioenfonds downloaden, onder het kopje “formulieren”. Het aanmeldingsformulier en kopie samenlevingscontract kan gestuurd worden naar Syntrus Achmea (de uitvoerder van onze pensioenadministratie) via email adres;
[email protected]. • Ouderdomspensioen Bij echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van een geregistreerd partnerschap heeft de ex-partner recht op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen. Dit gebeurt op grond van de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’. Uw ex-partner heeft dan recht op de helft van het ouderdomspensioen dat u hebt opgebouwd in de periode van het huwelijk of het geregistreerde partnerschap. Partners kunnen echter ook een andere verdeling afspreken. U of uw ex-partner moet de verdeling (verevening) zelf aanvragen bij het Pensioenfonds. Hiervoor moet binnen twee jaar na het einde van de relatie een wettelijk voorgeschreven formulier worden opgestuurd naar het Pensioenfonds. Dit formulier kunt u downloaden op de website van postbus 51: www.postbus51.nl (vul linksboven bij ‘zoeken op trefwoord’ pensioenverevening’ in). Wanneer u en uw aangemelde partner de gezamenlijke huishouding beëindigen, dan heeft uw expartner alleen recht op een deel van uw ouderdomspensioen als u beiden de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’ nadrukkelijk bij de notaris in een akte van toepassing verklaren. • Gevolgen van uw pensioenkeuzes voor uw ex-partner Als uw ex-partner recht heeft op uitbetaling van een deel van uw ouderdomspensioen, dan werken de gevolgen van eerder stoppen of langer doorwerken ook door op het recht van uw ex-partner. Dat wil zeggen: als u eerder met pensioen gaat of langer doorwerkt, dan ontvangt uw ex-partner haar of zijn gedeelte van het ouderdomspensioen ook eerder of later. Gaat u eerder met pensioen, dan ontvangt ook uw ex-partner een lager pensioen. Stelt u uw pensioendatum uit, dan ontvangt uw ex-partner - net als u - vanaf dat latere moment een hoger pensioen. Pensioenopbouw tijdens sabbatical, ouderschaps- of zorgverlof Bij deze vormen van verlof wordt de opbouw van uw pensioen gedurende maximaal zes maanden voortgezet. De opbouw van uw pensioen vindt plaats op basis van het aantal uren dat u werkt voordat het verlof ingaat. Meer informatie over de voorwaarden die gelden voor het opnemen van deze verloven staan in de CAO. Informeer het pensioenfonds! Bij verandering in uw persoonlijke leefsituatie, u gaat bijvoorbeeld trouwen of verhuizen, wordt het Pensioenfonds bijna altijd hierover automatisch door de Gemeentelijke Basisadministratie op de hoogte gebracht. Daar zijn twee uitzonderingen op: - Als u gaat samenwonen en dat vastlegt in een samenlevingsovereenkomst of als u deze vorm van samenleving beëindigt. - Als u in het buitenland woont. In die gevallen moet u aan de pensioenuitvoerder Syntrus Achmea via email adres
[email protected]. over de veranderde leefsituatie informeren en bewijsstukken overleggen.
Een andere baan, een nieuw pensioen? Bent u van baan veranderd, dan kunt u uw pensioen ‘meenemen’ naar uw nieuwe werkgever door waardeoverdracht aan te vragen. De waarde van uw opgebouwde pensioenaanspraken draagt u dan over van de vorige pensioenregeling naar de nieuwe pensioenregeling. Nieuw in dienst bij Deutsche Bank Bij indiensttreding bestaat de mogelijkheid om het pensioen dat u bij uw vorige werkgever(s)
11
hebt opgebouwd, aan het Pensioenfonds over te dragen. Bij een indiensttreding in groepsverband kan dit overigens anders zijn. Wanneer u besluit tot waardeoverdracht, wordt de overgedragen waarde van uw pensioen omgezet in extra pensioenaanspraken bij het Pensioenfonds Deutsche Bank. Of overdracht voor u gunstig is, hangt af van de verschillen tussen uw vorige pensioenregeling en de Pensioenregeling bij Deutsche Bank. In ieder geval zult u na overdracht uw pensioen uit minder verschillende bronnen uitgekeerd krijgen. In de startbrief van het pensioenfonds die u binnen 3 maanden na indiensttreding ontvangt via pensioenuitvoerder Syntrus Achmea staat vermeld welke procedure gevolgd dient te worden. U moet waardeoverdracht binnen zes maanden na indiensttreding aanvragen. Doet u dat later, dan is uw vorige pensioenuitvoerder niet meer verplicht om mee te werken. Wanneer u overdracht aanvraagt, zal het pensioenfonds contact opnemen met de pensioenuitvoerder van uw vorige werkgever(s). Wanneer deze wil meewerken aan de overdracht, dan regelt het pensioenfonds dit verder met uw oude pensioenuitvoerder. U ontvangt bericht over de gevolgen van overdracht voor uw pensioen en de vraag of u akkoord gaat met de overdracht. Op dat moment besluit u of u werkelijk wilt overdragen. Uit dienst bij Deutsche Bank Als u uit dienst gaat, stopt de deelname aan de pensioenregeling van Deutsche Bank. U bouwt dus geen ouderdoms- en partnerpensioen meer op. Wel houdt u recht op de pensioenen die u hebt opgebouwd. Gaat u aan de slag bij een andere werkgever, dan kunt u de waarde van uw opgebouwde pensioenaanspraken bij het Pensioenfonds Deutsche Bank overdragen naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. Deze waardeoverdracht moet u bij uw nieuwe pensioenuitvoerder aanvragen.
Keuzes die u voor uw pensionering kunt maken Met de keuzemogelijkheden die de Pensioenregeling biedt, kunt u uw pensioen aanpassen aan uw persoonlijke omstandigheden. De regeling biedt u veel flexibiliteit. Die heeft zowel betrekking op het moment waarop u wilt stoppen met werken, als op de hoogte van uw pensioen. Eerder, later of gedeeltelijk met pensioen. De standaardpensioenleeftijd in de pensioenregeling is 65 jaar. Maar u kunt ook besluiten eerder met pensioen te gaan. Dat kan in één keer, maar u kunt ook geleidelijk ‘afbouwen’ door alvast gedeeltelijk met pensioen te gaan. Ook kunt u, in overleg met uw werkgever, besluiten langer door te werken. Beide keuzes hebben gevolgen voor de hoogte van uw ouderdomspensioen én uw partnerpensioen. Bent u gescheiden, dan hebben deze keuzes bovendien gevolgen voor de pensioensituatie van uw ex-partner. Over scheiding leest u meer op pagina 10. • Deeltijdpensioen Eén of meer jaren voor uw pensioen wilt u korter werken. U spreekt het lagere aantal arbeidsuren af met uw werkgever. Daardoor daalt uw inkomen uit salaris. Dit kunt u compenseren door een deel van uw pensioen alvast uit te laten betalen. Dan gaat u met deeltijdpensioen. Deeltijdpensioen is mogelijk vanaf 55 jaar.
12
• Eerder met pensioen Ook kunt u vanaf 55 jaar volledig met pensioen gaan. Als u eerder met pensioen gaat en daadwerkelijk stopt met werken bouwt u minder pensioen op. Ook moet het pensioen over een groter aantal jaren worden uitbetaald. Uw pensioen per jaar wordt dus lager. • Tijdelijk pensioen Wanneer u eerder met pensioen gaat, ontvangt u tot uw 65ste jaar geen AOW. U kunt een deel van uw pensioen gebruiken om dat op te vangen. Er geldt een fiscaal maximum voor zo’n tijdelijk pensioen: het mag niet hoger zijn dan de AOW voor een echtpaar. Ook bij deeltijdpensioen kunt u kiezen voor een tijdelijk pensioen tot uw 65ste.
13
Voorbeeld: eerder met pensioen Ronald kan op zijn 65ste een pensioen bereiken van € 25.000 per jaar. Dan zijn dit de gevolgen als hij besluit om eerder met pensioen te gaan. Pensioeningangsleeftijd Pensioeninkomen tot 65 jaar Pensioeninkomen vanaf 65 jaar Pensioeningangsleeftijd Pensioeninkomen tot 65 jaar Pensioeninkomen vanaf 65 jaar Levenslang kortingsfactor Levenslang 65 jaar 1,0000 € 25.000 + AOW 64 jaar € 23.283 0,9313 € 23.283 + AOW 63 jaar € 21.713 0,8685 € 21.713 + AOW 62 jaar € 20.280 0,8112 € 20.280 + AOW Vanaf 65 jaar ontvangt Ronald een pensioen dat bestaat uit het ouderdomspensioen en de AOWuitkering van de overheid. Keuzes nadat uw pensioendatum is vastgesteld
Staat de pensioendatum eenmaal vast, dan kunt u nog kiezen voor meer flexibiliteit in de hoogte van uw pensioen. U ruilt dan bepaalde pensioenaanspraken uit voor andere pensioenaanspraken. Er zijn verschillende mogelijkheden. • Uitruil partnerpensioen voor een hoger ouderdomspensioen Bij pensionering is uw partnerpensioen in principe 70% van uw ouderdomspensioen. U kunt ervoor kiezen het partnerpensioen te verlagen ten gunste van een hoger ouderdomspensioen. Bijvoorbeeld omdat uw partner zelf een goed pensioen heeft opgebouwd. Hebt u op de pensioendatum geen partner, dan wordt het opgebouwde partnerpensioen automatisch omgezet in extra ouderdomspensioen. • Uitruil ouderdomspensioen voor een hoger partnerpensioen Bij pensionering kunt u een deel van het ouderdomspensioen uitruilen voor een hoger partnerpensioen. • Variabel pensioen: hoog/laag Het kan zijn dat u de eerste jaren (5 of 10 jaar) na uw pensionering een wat hoger pensioen wilt hebben dan daarna. Bijvoorbeeld omdat u nog studerende kinderen hebt of een hypotheek. In zulke situaties kunt u kiezen voor de ‘hoog/laag’ variant. U ontvangt dan vanaf de pensioendatum tijdelijk een hoger pensioen. Na afloop van de afgesproken periode (vijf of tien jaar) ontvangt u een wat lager pensioen.
Voorbeeld hoog/laag pensioen Stel u heeft € 10.000 pensioen opgebouwd dat ingaat op leeftijd 65 en u past in dit voorbeeld geen uitstel of vervroeging toe. U kunt dan een hoog/laag-constructie toepassen waarbij u vijf jaar lang (tot leeftijd 70) een iets hogere uitkering ontvangt en vanaf leeftijd 70 levenslang een iets lagere uitkering. Met deze constructie kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een uitkering vanaf leeftijd 70 van € 9.500. In dat geval levert u dus € 500 levenslang pensioen in voor extra pensioen tussen leeftijd 65 en leeftijd 70. Met de hoog/laag-factor uit het pensioenreglement (van 3,0833) bedraagt dit extra tijdelijke pensioen € 1.541,65. U ontvangt dan dus tussen leeftijd 65 en 70 een bedrag van € 11.041,65 (= € 10.000 -/- € 500 + € 1.541,65) en vanaf leeftijd 70 een uitkering van € 9.500 levenslang. De lage uitkering mag niet minder dan 75% van de hoge uitkering bedragen. Dit is hier niet het geval (de lage uitkering bedraagt ongeveer 86% van de hoge uitkering), dus deze constructie kan worden toegepast.
14
Meer informatie Informatie verstrekking De volgende informatie wordt aan u jaarlijks zonder kosten verstrekt: - een opgave van de verworven aanspraken; - een opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken; - een opgave van de aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei (factor A) op grond van art 3.127 Wet inkomstenbelasting 2001; en - informatie over toeslagverlening. U hebt het recht om het voor u geldende pensioenreglement kosteloos op te vragen. Dit reglement is ook te vinden op de internetsite van het Pensioenfonds http://www.db.com/netherlands/docs/Pensioenreglement_01-01-2011.pdf Daarnaast kunt u op verzoek de volgende informatie aanvragen: - informatie over de hoogte van de opgebouwde pensioenaanspraken; - jaarverslag; - uitvoeringsovereenkomst; - relevante informatie over beleggingen en de verklaring inzake beleggingsbeginselen; - het korte- of lange termijnherstelplan (indien van toepassing); - informatie over de hoogte van de dekkingsgraad; en - informatie over het van toepassing zijn van een maatregel van De Nederlandse Bank. Behoudens de informatieverstrekking over de hoogte van de opgebouwde aanspraken, kunnen voor het verstrekken van overige documenten kosten in rekening worden gebracht. Klachten- en geschillenregeling Als u het oneens bent met de wijze waarop het pensioenreglement (voor u) is toegepast, kunt u contact opnemen met het Pensioenfonds. Wanneer dit niet tot een oplossing leidt, kunt u als deelnemer bezwaar maken. Er is dan sprake van een geschil. Als u ontevreden bent over de manier waarop u door het Pensioenfonds bent behandeld, kunt u een klacht indienen. Op onze website staat beschreven hoe onze klachten- en geschillenprocedure werkt.
Persoonlijke vragen Hebt u speciale vragen over een onderwerp in deze brochure of over uw persoonlijke pensioensituatie, neemt u dan contact het Pensioenfonds (
[email protected]) Om deze brochure leesbaar te houden, wordt niet op alle details van uw pensioenregeling ingegaan. Uw exacte rechten en plichten vindt u in de statuten en in Pensioenreglement. Deze kunt u vinden op de website van Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland http://www.db.com/netherlands/docs/Pensioenreglement_01-01-2011.pdf
15
Begrippenlijst AOW Algemene Ouderdomswet. Pensioenuitkering van de overheid waarop iedereen die in Nederland heeft gewoond vanaf zijn 65ste jaar recht heeft. Anw Algemene Nabestaandenwet. Geeft weduwen, weduwnaars en wezen onder bepaalde voorwaarden recht op een pensioenuitkering van de overheid. Deelnemer De werknemer voor wie pensioen wordt opgebouwd bij het Pensioenfonds. Franchise Het gedeelte van het pensioengevend salaris dat niet meetelt voor de opbouw van het pensioen. Dit hangt samen met het feit dat u vanaf 65 jaar AOW krijgt. Een pensioenregeling bestaat uit drie pijlers en de pensioenregeling wordt gezien als de aanvulling op de AOW, de eerste pijler. De hoogte van de franchise is niet per definitie gelijk aan de hoogte van de AOW. De franchise wordt vastgesteld door het bestuur van het Pensioenfonds. Gewezen deelnemer Een persoon die geen pensioen meer opbouwt bij het pensioenfonds, maar die nog wel pensioen bij het pensioenfonds heeft staan. Een gewezen deelnemer wordt ook wel slaper genoemd. Toeslagverlening (vroeger indexatie genoemd) Aanpassing van de pensioenuitkeringen en van de opgebouwde aanspraken. Voor actieven volgens de loonstijging, die zijn vastgelegd in de Algemene Bank CAO en de Top CAO (januari 2011), voor inactieven volgens de prijsindex CPI alle huishoudens, afgeleid (referentie periode oktober/oktober). Pensioenuitvoerder Pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij waarbij u pensioenaanspraken opbouwt of hebt opgebouwd. De pensioenuitvoerder voert de pensioenregeling voor de werkgever uit. In de huidige situatie is de pensioenadministratie sinds 1 januari 2011 uitbesteed aan Syntrus Achmea. Pensioengevend salaris In het reglement is het pensioengevend salaris het vaste bruto maandsalaris op grond van het aantal uren dat iemand werkt, inclusief het daarbij behorend deel van het vakantiegeld en de dertiende maand. Indien van toepassing, tellen ook eventueel andere door de werkgever aangemerkte pensioengevende salaristoeslagen mee voor de berekening van het pensioengevend salaris. Pensioengrondslag Het deel van het pensioengevend salaris waarover pensioen wordt opgebouwd. Dit wordt berekend door het pensioengevend salaris te verminderen met de franchise. Prijsindex Het percentage waarmee de consumentenprijzen stijgen. De prijzen van een bepaald jaar worden vergeleken met de prijzen van het jaar daarvoor. Het pensioenfonds hanteert de stijging obv prijsindex CPI alle huishoudens, afgeleid (referentieperiode oktober/oktober). Verevening Bij scheiding heeft de ex-partner recht op een deel van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk (of de geregistreerde partnerrelatie) is opgebouwd. WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Voorziet in een uitkering van de overheid als de werknemer langer dan twee jaar ziek en 35% of meer arbeidsongeschikt is.