Verpleegtechnische handelingen. Toptips.
Pagina | 1
Hier vind je diverse tips en/of weetjes. Handig om te weten of om toe te passen in de praktijk. Doe er je voordeel mee!
1.
Weetjes over wetgeving
2.
Internet is de bron voor informatie over wetgeving in de gezondheidszorg. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het boekje ‘Onder voorbehoud’ uitgegeven. Het is een boekje waarin de bevoegdheidsregeling met betrekking tot voorbehouden handelingen duidelijk beschreven wordt. Daarnaast komt de wet BIG aan de orde. Het is gratis aan te vragen bij het ministerie van VWS te Rijswijk. In vakbladen worden regelmatig onderwerpen behandeld die te maken hebben met de wetgeving voor de zorgsector. Denk hierbij aan tuchtrecht-uitspraken maar ook aan dilemma's waar zorgverleners mee te maken hebben en die zich in het ‘grijze’ gebied van de wet bevinden. Door deze bespreekbaar te maken probeert men dergelijke dilemma's te verduidelijken.
Weetje over bevoegdheid
Laat werkdruk nooit een reden zijn om dingen te doen waar je jezelf niet bekwaam voor voelt. Onthoud: Onbekwaam is onbevoegd!!! Je bent dus fout bezig als je je laat verleiden tot het verrichten van handelingen waarvoor je niet bevoegd/bekwaam bent. Je bent zelfs strafbaar!
3.
Tips en handigheden over bevoegdheid
4.
Evalueer regelmatig scholingsbehoeften binnen jouw instelling en vraag waar nodig toestemming voor scholing. Neem de volgende stappen elke keer dat je een opdracht krijgt. Kun je elke stap met ‘ja’ beantwoorden, dan kun je op het eind van het schema met een gerust hart aan de uitvoering van een opdracht beginnen: Ben ik bevoegd om de handeling uit te voeren? Ja? Ga verder. Nee? Je mag de handeling niet uitvoeren. Ben ik bekwaam om de handeling uit te voeren? Ja? Ga verder. Nee? Je mag de handeling niet uitvoeren. De opdracht is door de arts duidelijk en schriftelijk gegeven (hier gelden ook reeds opgestelde protocollen)? Ja? Ga verder. Nee? Je mag de handeling niet uitvoeren. Ik weet wat de eventuele consequenties zijn van mijn handelen? Ja? Ga verder. Nee? Je mag de handeling niet uitvoeren. Ik aanvaard de opdracht en voer hem uit.
Tips bij sondevoeding thuis
Laat alle materialen thuis afleveren, dan krijgt u in uw eigen thuissituatie uitleg. Hebt u vragen of twijfelt u ergens over, bel dan de huisarts of de verpleegkundige. Krijgt u sondevoeding in bed, dan is het verstandig om een matrasbeschermer te kopen. Dien geen sondevoeding toe als u plat op bed ligt, omdat de sondevoeding dan weer de slokdarm in kan stromen. Ga het liefst rechtop zitten of verstel het hoofdeinde van uw bed zo dat uw hoofdeinde een stuk hoger is dan uw voeteneinde. Als het warm weer is, moet u wellicht extra vocht toedienen. Overleg met uw arts of diëtist hoe u dit het beste kunt doen.
Pagina | 2
5.
Zorg ervoor dat het pak sondevoeding bij toediening zonder voedingspomp iets boven het niveau van uw lichaam hangt. De druk is anders te laag waardoor de sondevoeding niet goed doorloopt. Bij pomptoediening maakt de hoogte van het pak niet uit. Controleer regelmatig uw gewicht: bijvoorbeeld 1x per week. Overleg met uw arts of diëtist als u gewicht verliest. Hebt u een neussonde, dan moet de pleister waarmee de sonde op uw neus of wang zit vastgeplakt, om de twee dagen worden vervangen en verplaatst. Dit om te voorkomen dat de sonde te lang op één plek drukt. Hebt u geen sondevoeding meer nodig, bel dan de leverancier die de pomp weer bij u ophaalt. Doe dit pas een paar dagen na het stoppen met sondevoeding om er zeker van te zijn dat u de pomp niet opnieuw nodig hebt.
Tips over katheterzorg
Terugvloeien van de urine in de blaas kan cystitis ofwel blaasontsteking tot gevolg hebben. Om dit te voorkomen, moet de zorgvrager er steeds voor zorgen dat de opvangzak lager ligt dan de blaas. Als verzorgende is het jouw taak hierop toe te zien. Als een zorgvrager bijvoorbeeld met een schraagje over de gang loopt met daaraan zijn rekje met de opvangzak bevestigd. Als de urine vanuit de opvangzak, via de afvoerslang terugloopt naar de blaas, is er kans op blaasontsteking. Het toepassen van preventieve maatregelen en het geven van gezondheidsvoorlichting, komen hier aan de orde en zijn jouw taken. Om afknelling van de afvoerslang of de katheter te voorkomen, kun je deze het best over het bovenbeen leggen. Van daaruit voert de katheterslang naar de urineopvangzak. De opvangzak wordt met behulp van een rekje bevestigd aan de onderkant van het bed van de zorgvrager. Zo kan de urine zonder obstakel afvloeien in de urineopvangzak. Afknelling moet vermeden worden om ontsteking van de urinewegen te voorkomen. Want bij afknelling vloeit de urine niet af, maar blijft ze in de blaas staan. Pas bij de bedlegerige zorgvrager op voor decubitus of drukplekken door de afvoerslang. Als de zorgvrager in zijligging ligt en je legt de afvoerslang tussen de benen, kunnen er drukplekken ontstaan met alle gevolgen van dien. Houd steeds rekening met schaamte bij de zorgvragers tijdens de katheterzorg. Vooral bij de oudere zorgvragers zul je dit merken. Wees er op bedacht dat het leeg blijven van de urineopvangzak ook het gevolg kan zijn van verstopping van de katheterslangen of opvangzak, door bijvoorbeeld bloedstolsels. Vooral als de zorgvrager aandrang heeft tot plassen. Denk niet meteen dat het een ‘normaal’ gevoel is dat hoort bij het hebben van een verblijfskatheter. Als je twijfelt, vervang je de afvoerslang met opvangzak. Blijven de klachten behouden en vloeit er geen urine in de opvangzak, dan kan er een stolstel tegen de katheteropening in de blaas liggen. Verdere actie hierop is uiteraard het spoelen van de blaas na overleg. Voor een zorgvrager met een verblijfskatheter is het van belang om eenmaal daags een onderbeurtje met savlodil (ontsmettingsmiddel) te geven. Vooral als de zorgvrager niet kan instaan voor de persoonlijke hygiëne. Maak gebruik van een steriele wattenbollenset. Het kan voorkomen dat de zorgvrager een erectie krijgt voor het inbrengen van een blaaskatheter. Dit is gênant zowel voor de zorgvrager als voor de verzorgende of verpleegkundige. Weggaan en zeggen dat je zo weer terug komt is het beste wat je kunt doen. Maak er geen taboe van, maar bespreek dat je het vervelend vindt voor de zorgvrager. De voorhuid van de glanspenis moet naar achteren geschoven worden voor het schoonmaken van de eikel en weer naar voren geschoven worden na de blaaskatheterisatie. Door het weer naar voren schuiven van de voorhuid voorkom je dat er spanning en afknelling ontstaat met oedeem als gevolg (Spaanse kraag). Laat je helpen door de zorgvrager, hij is hier de deskundige. De dikte van de blaaskatheter wordt uitgedrukt in Charrière. In principe neem je een zo klein mogelijke Charrière, omdat er toch sprake is van een vreemd lichaam dat irritatie van de urinewegen kan geven. Het nadeel van een te dunne katheter kan zijn dat het urineverlies langs de katheter tot gevolg heeft. Gemiddeld wordt er Charrière 14 genomen bij een vrouw en Charrière 16 bij een man.
Pagina | 3
6.
Door het spoelen van de blaas kan de zorgvrager krampen krijgen. Ondanks het feit dat de krampen niet altijd aan de temperatuur van de spoelvloeistof te wijten zijn, is het belangrijk de spoelvloeistof op kamertemperatuur toe te dienen. Om de krampen te bestrijden kan de arts een medicament voorschrijven. Bij het gebruik van een condoomkatheter is het belangrijk dat de urine (die immers vaak in een stroom – reflexblaas – naar buiten geperst wordt) zo snel mogelijk kan aflopen. Dit om het losschieten van het condoom, en dus nat worden, te voorkomen. Tips hierbij zijn: gebruik een urinezak met een slang die op eigen beenlengte is af te knippen (bijvoorbeeld Coloplast), en sluit daar een connector op aan met een zo groot mogelijk volume. Zorg dat de slang nooit af kan knikken. Om dit te voorkomen bestaat er een katheterzak met de zogenaamde harmonicaslang die ook op lengte te maken is. Laat de slang van de urinezak aan de buitenkant van het been naar beneden lopen. Hij kan dan niet in de lies afknikken .
Tips over katheterzorg: vraag en antwoord
Hoe vaak wordt een katheter verwisseld? De verblijfskatheter wordt gemiddeld 8 weken gedragen. Afhankelijk van verstoppingen en ander complicaties kan deze periode korter zijn. Zijn er geen complicaties, dan kan de katheter ook langer blijven zitten, maar langer dan 12 weken is niet raadzaam. In de tussentijd moet de urinezak verwisseld worden. De laatste visie hierop is dat je één keer in de week het beenzakje verwisselt (of het zakje moet er erg vies uitzien). De nachtzak wordt voor de nacht op het bodemkraantje van de beenzak aangesloten en het bodemkraantje wordt opengezet. Deze nachtzak kan ook een week gebruikt worden. Het voordeel van deze methode is dat de katheter gesloten blijft en dat er geen bacteriën in de blaas kunnen komen. Er is dus een kleinere kans op blaasinfectie. De beenzak moet wel een bodemkraan hebben waar een katheterzak op aangesloten kan worden. Bij steeds meer zakken is dat het geval. Een aantal mensen zal dit wellicht vies vinden, maar het is viezer om twee keer per dag de katheter open te maken om opvangzakken te verwisselen. Op de nieuwste manier heb je ook nog minder afval. Ruiken andere mensen het? In principe hoeft niemand te ruiken en te zien dat je een katheter hebt. Beenzakjes kunnen onder een broek en rok gedragen worden. Er kunnen wel lekkages optreden, maar als de verbinding van de katheter met het zakje goed stevig zit en het zakje geregeld geleegd wordt, zullen lekkages eerder uitzondering dan regel zijn. Is de kans op infectie groot? Als er bij iemand een verblijfskatheter wordt ingebracht, worden er (hoe 'steriel' er ook gewerkt wordt) bacteriën ingebracht. En omdat er een slangetje in de blaas zit, kruipen bacteriën langs het slangetje in de blaas omhoog. Of iemand daardoor een blaasontsteking krijgt, hangt van verschillende factoren af: goede hygiëne rond de katheter en veel drinken (twee liter per dag) verkleinen de kans, maar veel verwisseling van zakjes vergroot de kans op blaasontsteking. Soms zien mensen met een katheter gruis, vlokjes en andere zaken in de slang en opvangzak. Dit hoeft geen ontsteking te zijn. Omdat er een vreemd 'ding' in de blaas zit, reageert de blaas door vlokjes en dergelijke te produceren. Maar soms wijst troebele urine wel op een ontsteking. Bij het legen van de zak ruikt de urine dan vaak scherp. Het is dan verstandig om wat urine voor onderzoek naar de huisarts te brengen. Is het 'eens en altijd een katheter'? Dat ligt een beetje aan de reden waarom mensen een katheter hebben gekregen. Als mensen hun blaas niet meer kunnen legen, is een katheter blijvend. Maar bij veel mensen wordt een katheter tijdelijk ingebracht. Hoe langer een katheter echter wordt gebruikt, des te langer duurt het voordat iemand weer normaal kan urineren. Voor de blaas is het op een gegeven moment zo gewoon dat de urine meteen in het urinezakje loopt, dat hij weer moet wennen aan een urinevoorraadje. Bovendien kan iemand bij wie de katheter net weggehaald is, tijdelijk incontinent zijn. Hij moet weer controle krijgen over de kringspier die de blaas dichthoudt.\ Hoe gebruik ik katheters en urineopvangzakken? Zorg dat de urine kan doorstromen naar de urineopvangzak, daarmee verkleint u de kans op lekkage en infectie. Voorkom dat de urineafvoer bij een zittende houding stagneert. U kunt dit voorkomen door de knie op een iets lager niveau aan te brengen dan het onderlichaam. Verwisselen van urineopvangzakken is afhankelijk van het soort urineopvangzak en de hoeveelheid urine die u loost. Ook geurontwikkeling of een urineweginfectie kunnen aanleiding zijn de urineopvangzak te verwisselen.
Pagina | 4
7.
Wat is het verschil tussen een verblijfskatheter en een afname katheter ofwel eenmalige katheter? Vooropgesteld: beide zijn interne katheters. Een verblijfskatheter is een slangetje dat in de blaas wordt gebracht en waardoor de urine kan afvloeien. Deze katheters worden voor een langere periode ingebracht. De tijdsduur is afhankelijk van het materiaal waaruit de katheter bestaat. Een afnamekatheter (eenmalige katheter) wordt gebruikt om de blaas te ledigen als een ophoping residu van urine heeft plaatsgevonden. De naam zegt het al, deze katheters zijn voor eenmalig gebruik. Ze zijn er zowel voor mannen als voor vrouwen en worden over het algemeen in de thuissituatie gebruikt. Er zit meestal wel een verschil in lengte van de afnamekatheters. De eenmalige katheter voor vrouwen is korter dan die voor mannen.
Weetje over medicijngebruik
Top-10 van meest gemaakte fouten bij medicijngebruik: 1. Vergeten de medicijnen te geven/nemen. 2. De verkeerde medicijnen geven/nemen. 3. De verkeerde hoeveelheid van een bepaald medicijn geven/nemen. 4. Niet melden van (bijna-)ongelukken met medicijnen. 5. Combinaties van medicijnen geven/nemen, die niet met elkaar ingenomen/toegediend mogen worden. 6. Vergeten af te tekenen dat men medicijnen heeft gegeven/genomen. 7. De verkeerde toedieningswijze gebruiken. 8. Te vroeg stoppen met bepaalde kuren (antibioticum!), die afgemaakt moeten worden. 9. Medicijnen gebruiken waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is. 10. Te laat stoppen met medicijnen (die per order arts gestopt hadden moeten worden).
8.
Tips voor ouderen die medicijnen gebruiken
9.
Informeer bij arts of apotheker of de voorgeschreven middelen nog nodig zijn. Lees de bijsluiter goed, zodat u op de hoogte bent van de bijwerkingen en weet of u de tabletten mag breken en capsules mag openen.
Handigheden bij het innemen van medicijnen
10.
Je kunt een tablet of capsule gemakkelijker doorslikken, wanneer je het hoofd een beetje naar voren buigt. Neem een slok water, leg de capsule of het tablet op de tong en slik hem in met een flinke slok water. Drink er een glas water achteraan. Neem een tablet of capsule nooit liggend in, zorg ervoor dat je zit of staat om te voorkomen dat de tablet of capsule in de slokdarm blijft hangen of de slokdarm beschadigt. Tabletten met een breukgleuf mogen gehalveerd worden. Dit kan met een tablettensplijter. Met een tablettenvergruizer kun je tabletten tot poeder vermalen. Dit poeder kun op in een lepel met eten leggen of in een glas drinken doen. Zorg ervoor dat er niets achterblijft.
Voorkomen van ongemak bij medicijngebruik
Let op als er een gele sticker op de verpakking van het medicijn zit met daarop: ‘Dit geneesmiddel kan het reactievermogen verminderen.’ Dit geldt niet alleen achter het stuur, maar ook bij bijvoorbeeld schoonmaakklusjes, bij het oversteken van de straat en op de trap. De zorgvrager kan er suf van worden met kans op vallen. Kijk in de bijsluiter hoe je het middel moet bewaren. Let vooral op oogdruppels en drankjes. Er staat altijd een uiterste gebruikdatum op. Gebruik geen medicijnen die over de datum zijn, maar breng deze terug naar de apotheek of lever ze in bij het chemisch afval.
Pagina | 5
11.
Weetjes over injecteren
12.
Als verzorgende die de handeling gaat uitvoeren, moet je op de hoogte zijn van de methode en werking van de medicatie. Om vaardig te worden en te blijven is het nodig de handeling regelmatig uit te voeren.
Tips bij injecteren
13.
Het gebruik van een naaldenbeker helpt prikaccidenten voorkomen. In overleg met de arts kan een subcutaannaald voor het intramusculair injecteren bij magere mensen gebruikt worden. Sommige systemen hebben boven de druppelkamer een klemmetje zitten, zodat je geen Kocher hoeft te gebruiken. Wissel de insteekplaats regelmatig af. Leg of zet de zorgvrager in een gemakkelijke houding, opdat je goed bij de desbetreffende plaats kunt. Ontlucht de injectiespuit tot er een druppeltje vloeistof aan de punt van de naald zichtbaar wordt. Controleer door de zuiger van de spuit wat op te trekken of je geen bloedvaatje hebt aangeprikt. Spuit de vloeistof langzaam in. Verwijder de injectienaald snel: houd de naald vast, niet drukken. Controleer infuusvloeistof op kleur en vervaldatum. De vloeistof moet helder zijn (niet troebel of abnormaal verkleurd) en er mogen geen vaste deeltjes in zitten. Laat de vloeistof ook door een ander controleren.
Tips en handigheden bij wondverzorging
14.
Lees altijd eerst het dossier voor je begint. Leg alle materialen van tevoren klaar. Als je steriel moet werken, kijk dan of je assistentie van een collega kunt krijgen. Zorg dat je geen pieper of telefoon op zak hebt tijdens de verzorging. Het kan gebeuren dat je ineens weke knieën hebt en je niet lekker voelt wanneer je met een grote wondverzorging bezig bent. Het helpt als je van tevoren zorgt dat je gegeten hebt. Mocht het weke gevoel je alsnog overvallen dan kun je tijdens je werk proberen je te concentreren op een regelmatige ademhaling.
Tips over stomazorg
Een stoma is niet steriel. Was het stoma en de omringende huid daarom met water en droog deze zoals de rest van het lichaam. Baden of douchen met of zonder opvangzakje kan allebei. Er is geen garantie dat het stoma niet produceert. Maar als er een vast ontlastingspatroon is, zul je een goede tijd ontdekken (overdag of ’s avonds) om zonder zakje te douchen. Vermijd zo veel mogelijk het gebruik van badolie of badcrème, want deze kunnen een ongunstige invloed hebben op de plaklaag van het materiaal. Als je een stoma wast, kan er bloed te zien zijn. Dit is normaal. Sommige voedselproducten kunnen de urine een speciale geur geven, zoals asperges, knoflook, vis en uien. Dat wil niet zeggen dat de zorgvrager het niet meer mag gebruiken. Slijm(vlokken) in de urine is normaal. Als het te veel is, verhoog dan de vochtopname. Let op dat het slijm niet de afvoer van het zakje verstopt. De beste tijd om het zakje voor een urostoma te verwisselen is ’s morgens vroeg, voordat er wat gedronken of gegeten wordt of anders ongeveer drie uur nadat de zorgvrager voor het laatst gedronken heeft. Laat de zorgvrager het opvangmateriaal voor het urostoma in het ondergoed dragen.
Pagina | 6
15.
Handigheden bij stomazorg
16.
Leeg het zakje voor het urostoma als het voor een derde vol is. Sommige mensen met een colostoma kunnen ervoor kiezen hun darmen (dagelijks) kunstmatig te ledigen. Dit spoelen of irrigeren gebeurt via de stoma. Door te irrigeren is de stomadrager 24 tot 48 uur continent en hoeft dus geen opvangmateriaal te gebruiken. Zorg dat je de haren rondom de stoma verwijdert of kort houdt. Knippen is beter dan scheren, want afgeschoren haartjes kunnen ingroeien als de huid bedekt is met een huidplaat. Dit kan ontstekingen veroorzaken. Terwijl je dit doet, houd je een stukje toiletpapier of een gaasje op het stoma ter bescherming. Knip met de haargroeirichting mee. Gesloten zakjes kunnen het beste verwisseld worden als ze halfvol zijn. Open zakjes behoeven niet gespoeld te worden, maar als je dat wel wilt doen maak dan gebruik van een spuit (zonder naald) om er via de onderkant van het zakje water in te laten lopen. Pas op: te veel water kan de plaklaag aantasten en veroorzaakt zo lekkage of stank. Voorkom ongemak Spoel een stomazakje nooit door het toilet. Een katoenen hoesje over het plastic zakje voorkomt transpireren en irritatie van de huid bij warm weer. Regelmatig vernieuwen van de klem wordt aangeraden. In noodgevallen kun je een elastiekje gebruiken.
Lichaamstemperatuur
Weetjes over het bepalen van de waarden van vitale functies :
17.
Het is altijd verstandig om waarden van vitale functies te bepalen. Je hebt zo uitgangswaarden in het geval een zorgvrager ziek wordt, een operatie, onderzoek of behandeling moet ondergaan of over- of opgenomen wordt in een instelling. Daarnaast meet je de vitale functies ook als een arts of verloskundige daarom vraagt. Meet de bloeddruk nooit aan een aangedane kant. Hiermee wordt met name bedoeld de arm waar een infuus in zit, maar ook waaraan iemand een amputatie heeft ondergaan (vingers, handen, maar ook borst in verband met de zeer vergrote kans op lymfoedeem).
Tips over tracheostoma
18.
Het uitzuigen van de mond- en keelholte is een handeling waar een zorgvrager erg benauwd van kan worden. De zorgvrager moet dan ook goed worden voorbereid. Zorg ervoor dat de zorgvrager altijd de mogelijkheid heeft om de handeling te laten stoppen. Dat kan een handgebaar zijn of een knipoog of iets dergelijks. Dit geeft de zorgvrager het gevoel niet helemaal afhankelijk te zijn tijdens handeling. Zuurstof is zeer lichtontvlambaar. Zorg er dus voor dat er bij een zorgvrager die zuurstof toegediend krijgt, niet gerookt wordt. Waar veel zorgverleners niet bij stilstaan is het gegeven dat tijdens het bedienen van een stervende zorgvrager vaak kaarsen worden gebrand. Dit is dus ook erg gevaarlijk! Zelfs het verwijderen van een (split)gaasje rond de buitencanule kan al aanleiding geven tot een vreselijke hoestbui van de zorgvrager. Geef dit van tevoren ook aan de zorgvrager aan. Wacht even voordat je snel en nauwkeurig verder gaat. De patiëntenvereniging voor stembandlozen NSVG, voor zorgvragers bij wie het strottenhoofd en de stembanden zijn verwijderd, kan een rol spelen in de opvang van de zorgvrager. Het is een zelfhulpgroep met mensen die uit ervaring weten wat het betekent om een blijvend tracheostoma te hebben
Tips en handigheden bij onderzoek
Urine voor een sediment kun je eventueel ook uit een katheterzak halen die net aanhangt. Doe nooit een vingerprik in de pink of in de duim. Dat is erg gevoelig. Om dezelfde reden prik je altijd aan de zijkant van de vingertop. Bereid mensen goed voor, opdat ze weten wat er gebeurt en minder angstig zullen zijn. Bij het opvangen van een sputumkweek is het handig dat je handschoenen aandoet en dat het opvangbakje groot genoeg is.
Pagina | 7
Bij het ophalen van maaginhoud via een maaghevel moet je er altijd op letten dat er geen vacuüm ontstaat. Je let er dus op dat de ontluchting openstaat. Bij het hevelen staat deze namelijk dicht.
Pagina | 8