boekjevbror30-10-09.qxp
10/30/2009
11:36 AM
Pagina 20
13. Zuidzijde 68, Bodegraven,
fam. R. Kastelein Deze boerderij heeft fraaie windveren. Na 1850 neemt de ornamentiek op boerderijen een grote vlucht. Beeldbepalend zijn de ingenieus gezaagde windveren, daklijsten die dienden tegen windvang op dakpannen en als knijping voor het dakriet, waardoor het afwatert. Knijping is het knellen in holle ligging van rietstengels. De timmerman leefde zich uit in krullen en symbolen, met in de top een soms rijk bewerkte makelaar. Als bouwjaar wordt 1902 vermeld, hetgeen wel overeenkomt met de tegeltjes en het motief daarvan in de boogvelden boven de ramen. De boerderij heeft zeer forse wolfseinden en wie goed kijkt ontdekt bijzonder decoratief afgewerkte loodslabben boven de ramen. Het woonhuis heeft een rietdekking en de stal een pannendak met houten goten. In 1997 eindigde het boerenbedrijf. In 2003 kochten de huidige bewoners het pand. De boerderij is geheel verbouwd, waarbij de oude staat zoveel mogelijk behouden is. Het gehele dak, achtergevel en kozijnen zijn vernieuwd. De koeienstal is verbouwd tot woonkamer met een vide op de hooizolder. De kelder heeft nog pekelbakken en originele kaasplanken. De hooiberg direct achter de boerderij is vernieuwd en dient als overkapping van het terras. De bijgebouwen worden gebruikt als schuur.
14. Zuidzijde 70 en 70a, Bodegraven,
Erven Kool Deze boerderij van het Zuid-Hollandse langhuistype staat met de kopgevel richting straat. Het gaat om een eenvoudige betrekkelijk kleine boerderij met een symmetrisch ingedeelde voorgevel. Boven de vensters zijn bogen van gele strengperssteen gecombineerd met rode baksteen. De boerderij met houten windveren en gevelmakelaar ging oorspronkelijk schuil achter een flinke boomgaard, maar daarvan resten slechts enkele fruitbomen en een flinke notenboom. Het kleine zomerhuis, nummer 70a, is in gelijke stijl opgetrokken, maar heeft rode ontlastingsbogen boven de vensters.
15. Zuidzijde 71, Bodegraven, Raadwijk, Erven Kool
In 1865 liet de bemiddelde koopman Kocks deze boerderij bouwen voor zijn zoon. Daartoe had hij de vervallen hoeve van de familie Beijen, die verder achter op de stroomrug lag, laten afbreken. Het ware verstandiger geweest op dezelfde plaats te herbouwen, maar er werd gekozen voor een statige situering aan de weg in een oude boomgaard. De gevolgen laten zich tot de dag van vandaag raden. Onvoldoende draagkracht van de bodem doen de fundering van het omvangrijke complex geen goed. Het verhaal gaat dat een groot en voornaam boelhuis een einde maakte aan de Kocks-bewoning op Raadwijk. Het gebouw doet de naam langhuisboerderij eer aan, want het heeft een forse
20
Verlichte boerderijenroute
boekjevbror30-10-09.qxp
10/30/2009
11:37 AM
Pagina 21
omvang en lengte, die je in het Groene Hart maar zelden tegenkomt. Zelfs het zomerhuis is verlengd met een zeer lange jongvee- en paardenstal, karnmolen en wringhuis (kaasmakerij). Het type langhuisboerderij is een gebouw, waarin woonhuis en stallen in elkaars verlengde zijn ondergebracht onder één dak. Eigenlijk is het een 19e-eeuwse variant van het hallehuistype. Het rijksmonument Raadwijk bevindt zich zowel binnen als buiten nog vrijwel volledig in originele staat zoals het in 1865 is gebouwd. Het zomer- en winterhuis zijn identiek met afgeknotte halsgevels, ingezwenkte hoeken en zware houten kroonlijsten. Opvallend zijn de gepleisterde hoeklisenen met blokprofilering. Dat noemt men gebosseerde hoeklisenen bekroond met sierbollen, die ook terugkomen op de portalen en het inrijhek. Het winterhuis heeft een middenrisaliet als blikvangende omlijsting om de voordeur met gesneden consoles. Heel bijzonder zijn de twee kleine aan- en tussenbouwtjes met ijzeren roosvensters. De spitsgevels daarvan zijn afgewerkt met zware omlijstingen. De één doet dienst als entree-portaal en het oostelijke aanbouwtje wordt de kapel genoemd. Binnen zijn de grote kaaskelder, de schouw, de pompstraat met originele bakpomp en de klinkerbestrating nog aanwezig. Een groot spitsboogkozijn van drie meter is binnen beeldbepalend. De stallen en het voorhuis zijn uitgevoerd met ruime en destijds moderne gietijzeren vensters. Achter op het erf staan nog wat schuren en een rietgedekte hooiberg met drie roeden. De originele overdekte boenstoep is nogal vervallen. Het lieflijke bruggetje past uitstekend bij het geheel en zorgt voor prachtig een accent, maar het is later door een bewoner geplaatst. De huidige bewoners, de familie Kool, is de vierde generatie op Raadwijk. Zij bewonen nu de boerderij en hebben er hun werkplek. Na vele generaties melkveehouderij heeft de huidige generatie gekozen voor een ander invulling, het land wordt nu gebruikt voor extensieve schapenhouderij. De zeer oude hoogstamfruitboomgaard is de laatste jaren verjongd. De familie Kool kent genealogisch een directe band naar de familie Beijen, die in de vorige eeuwen veel boerderijen bezaten aan de Zuidzijde. Daarheen verwijst ook de oorspronkelijke naam Beijenveld op Zuidzijde 85. Wie interesse heeft in de geschiedenis van de familie Beijen, kan daarvoor terecht op www.beijen.net.
16. Zuidzijde 74, Bodegraven, Oudervrucht,
fam. J.N. Potuyt Door de zandige bodem ter plaatse, het zand is afgezet door de Oude Rijn, zijn de coniferen die voor de boerderij staan nogal uit de kluiten gewassen. De boerderij gaat er gedeeltelijk achter schuil. Die zandige stroomrug was ook de vaste grondslag voor boerderijplaatsing ver van de voormalige rivierdijk. Tot de jaren zeventig van de vorige eeuw boerde hier Jan van Briemen. De destijds in slechte staat verkerende muren heeft hij goeddeels vervangen.
Oude Rijn november 2009
21
boekjevbror30-10-09.qxp
10/30/2009
11:40 AM
Pagina 28
boerderij is behouden gebleven. Ook het in de lengteas geplaatste gebint is teruggekeerd, zoals in de oude boerderij. Voor de muren zijn handvorm Rijnformaat stenen gebruikt. Ook zijn weer zesruits schuiframen met luiken aangebracht. De detaillering is op hoog niveau uitgevoerd met hardstenen en gefrijnde dorpels, hardstenen plinten, neuten, kralen en profielen.
B. Weijpoort, Nieuwerbrug, Weijpoortse molen
De Weijpoortse molen aan de Weijpoort te Nieuwerbrug is een zogenoemde wipmolen. De molen dateert van 1674 en verving een oudere molen, die in het rampjaar 1672 werd verwoest. De molen diende voor de bemaling van de polder Weijpoort en sloeg het water via een voorboezem van 675 meter op de Oude Rijn uit. Tot 1975 vormde de molen de enige bemaling in deze polder. Nu zorgt ze in natte tijden voor extra bemaling en is paraat als reserve. De Rijnlandse Molenstichting is eigenaar van deze molen. Sinds 1978 wordt de molen bemalen door vrijwillige molenaars. Dit Bodegraafs Molenaars collectief zorgt er met drie molenaars voor dat de molen nagenoeg elke zaterdag draait. De toegang is gratis. De molenaar vertelt - en laat zien - hoe de eeuwenoude, zeer grote poldermolen wordt bediend en geeft uitleg over de geschiedenis van het polderlandschap en de betekenis van molens voor de wordingsgeschiedenis van het huidige veenweidelandschap. Binnen in de met riet gedekte ondertoren is te zien hoe ooit de molenaar met zijn gezin leefde in een kleine huiskamer met bedstee. In 1910 werd het bijbehorende molenaarshuis gebouwd. Het bovenhuis is van hout en is groen geschilderd, met witte biesjes. De molen beschikt over een vijzel als opvoerwerktuig dat in 1938 het oorspronkelijke scheprad verving. De houten roeden van de wieken werden in de jaren tachtig van de 19e eeuw vervangen door ijzeren roeden, die deels afkomstig zijn uit andere molens. De vlucht van de wieken bedraagt 27,3 m; het wiekenstelsel was Oud-Hollands. Tegenwoordig is het weer Oud-Hollands tuig, nadat het tussen 1938 en 1995 achtereenvolgens volgens de systemen Dekker en Fauel was geconstrueerd. De Weijpoortse molen is in 1995-1996 grondig gerestaureerd. Daarbij zijn veel geschilderde jaartallen in de molen aangetroffen, aangebracht door schilders en molenmakers in het verleden. Zie voor meer informatie de sites van www.weijpoortschemolen.flappie.nl en www.molendatabase.nl. Bij de molen ligt het vogelreservaat Weijpoortsche plas, ook wel de Put van Broekhoven genoemd. Deze is in 1936 gegraven ten behoeve van zandwinning voor de A12. De put herbergt, behalve in de zomer, een rijk palet aan watervogels waaronder smient, wintertaling, slobeend, krakeend en pijlstaart. De kooikers in de streek noemden dit blauwgoed, vanwege de grijsblauwe kleur in de vleugels.
28. Weijpoort 24, Nieuwerbrug, Landlust, fam. A.H. Wesdorp
Naast de molentocht richting Weijpoortse molen ligt boerderij Landlust. Nadat de laatste actieve boer hier was vertrokken is de boerderij ingrijpend verbouwd. Daarbij is het hoofdgebouw opnieuw ommanteld. Wel is er gebruik gemaakt van oude
28
Verlichte boerderijenroute
boekjevbror30-10-09.qxp
10/30/2009
11:49 AM
Pagina 45
Vanaf dit punt op de route zijn de aangelichte boerderijen aan de overkant, op Barwoutswaarder, te zien. Het zijn in volgorde de nummers 44, 43, 42, en 41 uit het routeboekje.
60. Rietveld 84, Woerden, fam. P. ten Have
Evenals de andere boerderijen is ook deze boerderij beeldbepalend voor Rietveld. Het bouwjaar is ongeveer 1870. De voorgevel is verdeeld in vier traveeën met boven elk raam een strek. Op de eerste verdieping is een serliana of engelenvenster. De boerderij heeft een afgewolfd rieten zadeldak en voor de boerderij staan twee leilinden. De familie Ten Have is vanaf 1957 eigenaar van de boerderij en heeft vele jaren kilokaasjes gemaakt. Daarvoor woonden er ook al enkele generaties Ten Have. Tot voor kort behoorde er 13 ha land bij. Ten Have molk 30 koeien. In verband met zorgverplichtingen is hij vorig jaar met de melkveehouderij gestopt.
61. Rietveld 90, Woerden, Acht is meer dan
duizend, fam. D. van Bemmel De betekenis van de boerderijnaam Acht is meer dan duizend is dat 'achting' of 'acht geven' meer waarde heeft dan geld. Deze monumentale boerderij werd in 1679 in Hollandse renaissancestijl gebouwd. Het jaartal staat vermeld in smeedijzeren cijfers op een van de muurankers. De schoorsteen is op bijzondere wijze bekroond. In 1980 verkocht de heer J. Okkerse de boerderij aan de familie Van Bemmel. Het verhaal gaat dat deze, toen ongeveer tachtigjarige man op deze boerderij geboren is. De boerderij is, onder leiding van een monumentenarchitect, enkele jaren geleden gerestaureerd en als woonboerderij in gebruik genomen. De voorgevel is opgetrokken uit twee kleuren rode baksteen, de zijgevels gedeeltelijk in gele ijsselsteen. Op het erf staat links een houten boenhok, dat aan de buitenzijde zwart is geteerd en van binnen blauw geschilderd. Dat laatste is tegen de vliegen. In de siertuin voor de boerderij staan twee leilinden. De ingang tot het erf wordt gemarkeerd door twee hekpalen. Vele jaren is deze boerderij gebruikt voor veeteelt en kaasmaken. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw speelt alleen de kaas nog een rol. Dagelijks bezoekt de familie Van Bemmel overal in het land weekmarkten voor de verkoop van, ja hoe kan het ook anders, de lekkere Hollandse boerenkaas. Naast de boerderij ligt een hoogstamboomgaard.
62. Rietveld 69, 73 en 75,Woerden, K.H. Boon en fam. R. Le Poole
Het daggeldershuis vormt een karakteristieke ontwikkeling rondom boerderijen. Er zijn er velen geweest maar weinig bewaard gebleven. Daggelderswoningen staan meestal niet op het erf van de boerderij. Veelal zijn ze gebouwd op een nabijgelegen landje zodat de daggelder voor zichzelf en zijn gezin ook nog wat kleinvee kon houden, meestal een geit -'de koe' van de arbeider-, een varken en wat kippen. Mooie voorbeel-
Oude Rijn november 2009
45
boekjevbror30-10-09.qxp
10/30/2009
11:59 AM
Pagina 66
gevel ervan is voorzien van hoeklisenen en licht getoogde vensters en een deuropening geaccentueerd door gepleisterde lijsten, de zogenoemde wenkbrauwen. In 1912 heeft een ingrijpende modernisering van het bedrijf plaatsgevonden, waarbij een losse stal en een nieuw zomerhuis werden aangebouwd in gelijke stijl. Bijzondere elementen bij beide zijn de decoratie met bogen, gele stenen in rode muren en siermetselwerk. Boven de kozijnen is de loodslab decoratief geschulpt afgewerkt. De laatste actieve boer hier was L.P. van der Graaf. Deze familie boerde hier enkele generaties en schafte in 1923 voor hun 44 koeien, de eerste melkmachine in de gemeente Bodegraven aan. Sinds 1983 is dit de woonboerderij met 1,5 ha grond van A.Ph. van Dieijen. Ondanks de talloze aanpassingen in de loop der tijd, toont de hoeve overal schitterend zijn rijke verleden.
101. Noordzijde 108, Bodegraven, fam. J.C. Ouwendijk Via een lange laan van circa 200 meter, aan weerszijden begrensd door fruitbomen en langs de slootkanten een houtwal van es en esdoorn is de boerderij bereikbaar. Langs het pad groeien oude hoogstam fruitrassen als Kleipeer, Gieser Wilderman, Louwtje, Pondspeer, Rode van Boskoop, Sterappel en Goudrenet. Op de gevel van de boerderij prijkt het jaartal 1893. Dit betreft alleen de gevel, want het stichtingsjaar ligt rond 1670. Zowel de originele voor- als achtergevel zijn onder natuurgeweld ooit bezweken en vernieuwd. Typisch is nu de asymmetrische plaatsing van ramen in de voorgevel. Dit komt omdat in de mooie kamer aan een kant bedsteden met in het midden de trap naar de opkamer waren gebouwd. Naast het hoofdgebouw staat een klein zomerhuis met afgeknotte gevel. Heel bijzonder voor deze streek is een losstaand karnhuis op het erf. Bijzonder omdat het gaat om een ronde uitvoering. Gezien het formaat gaat het mogelijk om een hondenkarn, die door een forse werkhond werd aangedreven. Het oude koetshuis met aanbouwen is in 1990 vervangen door een grote werktuigenberging. De hooiberg is ongeveer 30 jaar geleden tijdens een storm vernield en niet herbouwd. Achter de loods is nog een boomgaard met aangrenzend een paardenstal. Naast het huis is een kleine moestuin.
66
Verlichte boerderijenroute