STAD LEUVEN Uittreksel uit het notulenboek van de gemeenteraad -----------------------------------------------------------------------------------ZITTING VAN 15 DECEMBER 2008 -----------------------------------------------------------------------------------Financiën
Belastingreglement op de inwendig verlichte reclames en uithangborden – Wijziging – Goedkeuring
De gemeenteraad, Gelet op de toestand van de stadsfinanciën; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2007 aangaande hetzelfde onderwerp; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Overwegende dat dit decreet in voege treedt vanaf 1 januari 2009 en hiervoor de nodige wijzigingen in het belastingreglement dienen aangebracht te worden; Gelet op de besprekingen gevoerd in de raadscommissie financiën; Gelet op het gemeentedecreet; Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen, BESLUIT: Artikel 1
Er wordt voor de dienstjaren 2009 tot en met 2012 een belasting gevestigd op de reclames en uithangborden die inwendig verlicht worden. Deze verordening is eveneens van toepassing op reclames die geprojecteerd worden. Al deze objecten worden hierna in het reglement aangewezen onder de benaming "lichtreclames".
Artikel 2
De in artikel 1 gebruikte termen als "uithangbord", "reclame" en “inwendig verlicht” worden als volgt gedefinieerd:
a) uithangbord :
is ieder opschrift of afbeelding, aangebracht op een plaats om aan het publiek de handel, de nijverheid of het beroep dat er wordt uitgeoefend te kenmerken en te doen kennen. Het individualiseert het bedrijf waarop het aangebracht is en onderscheidt het van de andere (door de naam, embleem,...). Het uithangbord sluit dus alle publiciteit uit ten voordele van derden, dit wil zeggen, in het voordeel van gelijk welke persoon die zijn bedrijvigheid elders uitoefent dan op de plaats waar het opschrift aangebracht is.
b) reclame :
is elk publicitair opschrift of afbeelding dat niet als uithangbord kan worden beschouwd. Reclame wordt gevoerd ten voordele van een persoon of instelling die niet ter plaatse zijn bedrijvigheid uitoefent.
c) inwendig verlicht: zijn de uithangborden en reclames die verlicht worden door een lichtbron in het uithangbord of de reclame zelf, zoals bijvoorbeeld een TL-lamp, spot. Artikel 3
De belasting wordt forfaitair vastgesteld per zone, berekend op de oppervlakte van het regelmatig vlak, waarvan de omtrek de belastbare voorwerpen omschrijft; indien het vlak meetkundig onregelmatig is, wordt de belastbare oppervlakte bepaald door de afmetingen van de rechthoek, waarvan de zijden horizontaal en vertikaal door de uiterste
punten van de figuur gaan. De ruimte tussen letters, woorden of beelden wordt niet afgetrokken. De lichtreclames, waarvan de constructie een aaneenschakeling is van afzonderlijke objecten, die tezamen het belastbare voorwerp vormen, dienen voor deze belasting als één geheel te worden beschouwd. De belasting op de lichtreclames die meer dan één zijde hebben, wordt berekend op de totale oppervlakte van de zichtbare zijden. Artikel 4
De belasting wordt forfaitair vastgesteld als volgt: - zone 1: - zone 2: - zone 3: - zone 4:
kleiner dan of gelijk aan 1 m² groter dan 1 m², tot en met 2 m² groter dan 2 m² kleiner dan of gelijk aan 1 m² groter dan 1 m², tot en met 2 m² groter dan 2 m² kleiner dan of gelijk aan 1 m² groter dan 1 m², tot en met 2 m² groter dan 2 m² kleiner dan of gelijk aan 1 m² groter dan 1 m², tot en met 2 m² groter dan 2 m²
€ 12,50 € 25,00 € 50,00 € 25,00 € 50,00 € 100,00 € 50,00 € 100,00 € 200,00 € 50,00 € 100,00 € 200,00
Zone omschrijving: a) zone 1: woongebied en alle gebieden niet opgenomen in zone 2, 3 en 4. b) zone 2: woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde; zone gelegen binnen de omtrek van 50 m rond een beschermd monument of gebouwen opgenomen in een voorontwerp- of ontwerplijst van voor bescherming vatbare monumenten (decreet van 03/03/76); zone gelegen binnen een stads- of dorpsgezicht of als voorontwerp of ontwerp opgenomen stads- of dorpsgezicht (decreet van 03/03/76); agrarische gebieden; groengebieden (natuur- en parkgebieden en bufferzones); recreatiegebieden; woonparken; woongebied met een landelijk karakter; bijkomende zone in de binnenstad (plan in bijlage van het stadscentrum): gebouwen en percelen aan weerszijde der volgende straten: Amerikalaan Augustijnenstraat Beursgang Biezenstraat Blauwputgang Bogaardenstraat 1 tem 15, 2 tem 18 Bondgenotenlaan Brusselsestraat 69 tem 91, 90 tem 140, 137 tem 141, 212 tem 240 Busleidengang Charles Deberiotstraat Craenendonck Diestsestraat 1 tem 267, 2 tem 252 Dirk Boutslaan 28 tem 50, geen onpare nummers Donkerstraat 54 tem 94, geen onpare nummers Drie-Engelenberg Drinkwaterstraat Erasmusplein Ferdinand Smoldersplein Fonteinstraat 69 tem 75, alleen 102 Goudsbloemstraat Hallengang Hanengang Janseniusstraat 3 tem 17, 2a tem 12 Franz Tielemanslaan Hertstraat Jan Stasstraat Jodenstraat Kapucijnenvoer 1 tem 67, 2 tem 30 Kardinaal Mercierplein Karel van Lotharingenstraat
Kesselgang Kroegberg Lavorenberg Lei Leopold Vanderkelenstraat Lepelstraat Liergang Louis Melsensstraat Martelarenplein Mechelsestraat 5 tem 109, 12 tem 88 Minderbroedersstraat Monnikenstraat 2 tem 8 Naamsestraat 75 tem 137A, 94 tem 140, 175 tem 193, 162 tem 186 Parkstraat 1 tem 21, 2 tem 34 Parijsstraat Pater Damiaanplein Pensstraat Pierre Jozef Vanbenedenstraat Prelatenstraat 1 tem 29 Ramberg Rattemanspoort Rijschoolstraat 1 tem 29, 2 tem 12 Savoyestraat Schapenstraat 1 tem 35B, 2 tem 62 Schrijnmakersstraat Sint-Annastraat Sint-Antoniusberg Sint-Barbarastraat Sint-Geertruiabdij Sint-Hubertusstraat Sint-Maartenstraat 1 tem 1A, 2 tem 18 Sint-Beggaberg Tiensestraat 79 tem 93, 86 tem 96 Trapgang Vaartstraat 1 tem 51A, 2 tem 48 Vismarkt Vissersstraat Vital Decosterstraat 1 tem 49B, 2 tem 50 Vlamingenstraat Waaistraat Wandelingstraat Wieringstraat Wijnpersstraat 17 tem 49, geen paar nrs. c) Zone 3: (historisch stadshart en historisch aaneengesloten gebieden) gebouwen en percelen gelegen aan weerszijde der volgende straten (hoekgebouwen worden mede opgenomen in de zone 3): Alfons Smetsplein Arendstraat Boekhandelstraat Brusselsestraat 1 tem 67, 2 tem 82, 101 tem 135, 142 tem 204 Collegeberg Eikstraat Eugène Gilbertstraat Groot Begijnhof Grote Markt Halfmaartstraat Herbert Hooverplein Hogeschoolplein Jan Stasstraat Karmelietenberg Kiekenstraat Klein Begijnhof Dirk Boutslaan 1 tem 23, 2 tem 26 Koning Leopold I-straat Kortestraat Krakenstraat Kruisstraat Lakenweversstraat Maarschalk Fochplein Margarethaplein Mathieu de Layensplein Mechelsestraat 1 enkel, 2 tem 6, 111 tem 147, 90 tem 122 Mgr. Ladeuzeplein Muntstraat Naamsestraat 1 tem 69, 2 tem 92, 137 tem 173, 142 tem 162 O.L.V straat Oude Markt Pelgrimstraat Predikherenstraat Prof. J. Vounckplein Redingenstraat 35 tem 55, 18 tem 90 Schapenstraat 37 tem 145, 62 tem 132 Sint-Jacobsplein Sint-Michielsstraat Sint-Quintensberg Sluisstraat 3 tem 33, geen pare nummers 's Meiersstraat Standonckstraat Tiensestraat 1 t/m 77, 2 t/m 84 Elzasgang Wagenweg Zeelstraat Zwarte-Zustersstraat d) Zone 4: Industrie- en dienstverleningsgebied; Ambachtelijke zone.
Artikel 5
De belasting is onverdeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, wat ook de datum van ingebruikneming van de lichtreclame is. Het niet gebruiken van de lichtreclame wordt slechts aangenomen op voorwaarde dat de verbinding met de lichtbron is weggenomen. De buitengebruikstelling moet medegedeeld worden bij een ter post aangetekend schrijven of door een tegen ontvangstbewijs afgegeven bericht. De buitengebruikstelling geldt vanaf 1 januari volgend op de melding.
Artikel 6
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de lichtreclame. Indien het eigendomsrecht in de loop van het jaar overgaat op een nieuwe eigenaar, is de belasting opnieuw in haar geheel verschuldigd.
Artikel 7
De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 1 juli van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Artikel 8
Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de redenen om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgende op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. De ambtshalve belastingaanslag zal worden verhoogd met 20 %, 50 %, 100 % of 200 % al naargelang het een eerste, een tweede, een derde of een vierde (en volgende) overtreding betreft.
Artikel 9
De belasting en de verhoging wordt ingekohierd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 11
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 en 7 tot 9 van het Wetboek van inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten treffen.
Artikel 12
Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2009.
Artikel 13
Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2007 aangaande hetzelfde onderwerp wordt opgeheven vanaf de datum van het in voege treden van dit reglement.
Artikel 14
Dit besluit zal voor kennisneming naar de gouverneur verzonden worden.
Gedaan in zitting ten stadhuize, datum als hierboven.