Verkenning: taxonomie van milieurelevante maatschappelijke initiatieven
Rapenburg 8 - 10 2311 EV Leiden 071 - 5127707 www.imi.nu
[email protected]
Datum:
20 februari 2013
Auteurs:
Mattijs Taanman, Rense Bos
mmv:
Janjoost Jullens, Guido Enthoven
Opdrachtgever:
Ministerie van IenM, Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal
2
Inhoudsopgave 1: Inleiding 2 Waarom deze taxonomie?
2
Vraagstelling 3 Werkwijze
3
Begeleiding
3
2: Noties vooraf
4
Wat is een maatschappelijk initiatief?
4
Overwegingen bij het opstellen van de taxonomie 5 Inzichten uit de interviews en sessies
6
3: Taxonomie van milieu-relevante maatschappelijke initiatieven 4: Nadere duiding van de taxonomie Onderscheidende kenmerken
12
12
Samenhang en tijdelijkheid in de taxonomie
13
De taxonomie en denken in transities en innovatiesystemen Andere initiatieven, andere beleidsondersteuning? 5: Mogelijke vervolgstappen Bijlagen
17
18
Trends in maatschappelijke initiatieven
18
Geïnterviewden en deelnemers expertmeeting Lijst met initiatieven 20
1
20
14
14
8
1: Inleiding Waarom deze taxonomie? Steeds vaker nemen burgers en bedrijven initiatieven die een bijdrage leveren aan het behalen van publieke doelen. Het Planbureau voor de Leefomgeving spreekt van ‘de energieke samenleving’. Het Planbureau signaleert ook dat het milieubeleid de afgelopen decennia op verschillende thema’s grote successen heeft gehad. Voorbeelden zijn de aanpak van zure regen, het tegengaan van aantasting van de ozonlaag en het verminderen van het storten van afval1. Rond andere thema’s zoals het klimaatbeleid is het lastiger gebleken om de doelen te bereiken. Het planbureau stelt: “de duurzaamheidsopgave is te groot voor overheden alleen”.
Thema’s in het milieubeleid:
Klimaatverandering Aantasting ozonlaag Aantasting biodiversiteit / ecosysteemdiensten Luchtverontreiniging Waterverontreiniging Bodemverontreiniging Geluidhinder Geurhinder Lichthinder
Het aantal maatschappelijke initiatieven neemt toe (zie verschillende recente rapporten van PBL, WRR, Rob en RMO2; zie voorts de trends in de bijlage van deze verkenning). Er wordt in dit kader gesproken van een ‘doe-democratie’, waarin burgers, bedrijven en non-profit organisaties zelf initiatieven initiëren en uitvoeren. Een deel van deze initiatieven heeft rechtstreeks of indirect effect op het milieu. Deze initiatieven kunnen op verschillende manieren relevant zijn voor het milieubeleid. Zij kunnen: 1. Meters maken: direct en significant bijdragen aan het behalen van milieudoelen:; 2. Innovaties ontwikkelen: potentieel op termijn bijdragen aan milieudoelen; 3. Vergroten milieubesef en betrokkenheid: breder oppakken van verantwoordelijkheid door burgers, bedrijven en ngo’s. Het begrip “maatschappelijk initiatief” is een abstract containerbegrip dat vaak ingevuld wordt door te verwijzen naar één of enkele initiatieven. Tussen het abstracte begrip en deze voorbeelden blijft hierdoor een conceptueel gat bestaan. Een taxonomie van maatschappelijke initiatieven kan helpen om dit gat te vullen en door de vele bomen het bos te gaan zien. Een taxonomie biedt een hiërarchische ordening (of classificatie) van maatschappelijke initiatieven in verschillende families en soorten initiatief. In dit verkennende onderzoek wordt een dergelijke taxonomie ontwikkeld. Het ontwikkelde
1
PBL, 2011, de energieke samenleving PBL, 2011, de energieke samenleving; WRR, 2012, vertrouwen in burgers; Rob, 2012, loslaten in vertrouwen; RMO, 2012, mind the trap, reflectie op het Rob advies loslaten in vertrouwen. 2
2
begrippenkader biedt mogelijk handelingsperspectieven voor beleid. Het ministerie van IenM heeft het IMI gevraagd deze verkenning uit te voeren. Vraagstelling In dit verkennende onderzoek staat de volgende vraag centraal: “Wat is een indeling die inzicht biedt op de omvang en diversiteit van milieurelevante maatschappelijke initiatieven en die aangrijpingspunten biedt voor beleid?” Initiatieven verschillen op vele vlakken van elkaar. Er zijn dus vele indelingen mogelijk, ondermeer afhankelijk van het doel en theoretisch kader. Wat dit rapport beoogt is een indeling te maken die volledig is (waarin alle maatschappelijke initiatieven een plaats hebben), waarbij de categorieën zoveel mogelijk wederzijds uitsluitend zijn en die uit een beperkt aantal categorieën bestaat. Om het onderzoek in te perken is er is gekozen voor een focus op milieurelevante initiatieven. Daar ligt de primaire focus van het Directoraat Generaal Milieu en Internationaal van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Werkwijze De indeling is gemaakt op basis van een expertonderzoek. Voor de taxonomie zijn negen ambtenaren, wetenschappers en initiatiefnemers geïnterviewd met de vraag welke indelingen van maatschappelijk initiatief zij maken en op welke soorten het meeste energie zit. Mede op basis van deze resultaten is op 18 december 2012 een workshop gehouden waar een zestal mogelijke indelingen uit naar voren kwam. De indelingen zijn iteratief aangescherpt en getoetst aan een lijst met op diversiteit geselecteerde initiatieven. Deze initiatieven, de geïnterviewden en workshopdeelnemers zijn in de bijlagen terug te vinden. Op basis van de indelingen en voorbeelden is vervolgens in twee slagen en in nauw overleg met de opdrachtgever naar één taxonomie toegewerkt, die –naar mening van de auteurscruciale inzichten van de experts en verzamelde indelingen integreert. Ter illustratie is vervolgens een aantal mogelijke toepassingen van deze taxonomie beschreven. Begeleiding Het onderzoek is begeleid door Tiny van der Werff (Unit Strategie van het Directoraat Generaal Milieu en Internationaal) en Harm van der Wal (Directie Communicatie).
3
2: Noties vooraf Wat is een maatschappelijk initiatief? In dit rapport richten wij ons alleen op die maatschappelijke initiatieven die een positieve bijdrage leveren aan het milieu. Maatschappelijk initiatief wordt op verschillende manieren gedefinieerd. Het woord initiatief impliceert een vernieuwing. Een initiatief is een eerste stap (van Dale) of het ter hand nemen van iets nieuws (wiktionary). Met maatschappelijk initiatief bedoelen we in dit rapport3: “een initiatief van en door burgers, bedrijven en/of maatschappelijke organisaties dat een maatschappelijk doel dient.” Bovenstaande definitie bevat twee elementen die nadere toelichting behoeven: wat is een initiatief en wanneer dient het een maatschappelijk doel? Een initiatief moet op een bepaalde manier nieuw zijn, dus nog geen mainstream en/of een wezenlijke verandering voor de initiatiefnemers en andere betrokkenen. Sommige maatschappelijke initiatieven zijn absoluut uniek in Nederland door hun schaal of innovativiteit. Denk bijvoorbeeld aan het Urgenda-initiatief ‘wij willen zon’. Nog nooit bundelden in Nederland op zo’n grote schaal en zonder subsidies burgers hun collectieve inkoopkracht voor zonnecellen. Het opzetten van een buurt energie coöperatie is ook een initiatief. Ondanks dat er al verschillende lokale energiecoöperaties bestaan, betekent dit voor hen immers een grote verandering en zijn lokale energie coöperaties verre van mainstream. Bovendien is het feit dat dit op steeds grotere schaal gebeurt nieuw in Nederland. Een initiatief wordt een maatschappelijk initiatief als er een maatschappelijk doel mee gediend wordt en er dus niet alleen sprake is van eigenbelang. Het verbeteren van het milieu hoeft niet de belangrijkste motivatie achter het initiatief te zijn en is soms niet meer dan een bijeffect. Andere maatschappelijke doelen kunnen een grotere rol spelen in het initiatief, bijvoorbeeld samenhorigheid. Naast maatschappelijke doelen zal ook eigenbelang een rol spelen, zoals financieel rendement of PR. Bij verschillende duurzame ondernemers zijn eigenbelang en maatschappelijk belang volledig vervlochten: geld verdienen én maatschappelijke meerwaarde leveren. Bovenstaande uitleg maakt duidelijk dat er altijd een grijs gebied zal bestaan waarbij het onduidelijk is of er sprake is van vernieuwing en of het maatschappelijk belang wel een wezenlijke motivatie is. De vraag of je dan te maken hebt met een maatschappelijk initiatief vereist in zulke gevallen een individuele afweging die in de praktijk context gebonden en in zekere mate subjectief is.
3
WRR definieert een maatschappelijk initiatief als een burgerinitiatief. In lijn met oa PBL en Rob nemen wij ook bedrijven en maatschappelijke organisaties mee als initiatiefnemers, mits het -zoals het Rob verwoordt- bij bedrijfsinitiatieven ook gaat om het grotere belang en niet alleen het voortbestaan van de onderneming. Dit onderscheidt een maatschappelijk initiatief van een marktinitiatief. 4
Om een beeld te schetsen van acties die we als een maatschappelijk initiatief beschouwen:
Een groep burgers die samen een buurtenergiemaatschappij opricht (nieuwe eigendomsverhoudingen, deels ideëel gedreven); Een producent van vloerbedekking die zijn producten niet langer verkoopt, maar least en zelf terugneemt om op die manier cradle-to-cradle te werken (vernieuwing, verandering van de core business); Een internationale voedselproducent die alleen nog maar grondstoffen koopt die op duurzaamheid gecertificeerd zijn (nieuwe marktstandaarden, brede impact, deels uit maatschappelijke overwegingen).
Acties die in dit onderzoek niet onder de definitie vallen:
Een enkele milieubewuste burger die zijn gevel isoleert (een mainstream activiteit); Een producent die betaalt voor de inzameling van verpakkingen die hij op de markt brengt (met de overheid afgesproken verplichting); Een bank die een duurzame beleggingsportefeuille aanbiedt (business-asusual/ geen vernieuwing en geen maatschappelijk doel). Overwegingen bij het opstellen van de taxonomie
De taxonomie is opgesteld om de relevantie van initiatieven te helpen bepalen voor het milieubeleid. In de inleiding noemden wij hier al drie typen bijdragen: meters maken, innovaties ontwikkelen en het vergroten van milieubesef en betrokkenheid. Niet alle initiatieven leveren een vergelijkbare bijdrage. Sommige energie-initiatieven zijn bijvoorbeeld uiterst innovatief, maar hebben nog geen directe impact op nationale CO 2emissies. Andere vormen van maatschappelijk initiatief tonen dat grote groepen burgers en bedrijven milieubewuster gaan handelen, zonder dat de initiatieven erg innovatief hoeven te zijn. Het is van belang dat een taxonomie recht doet aan deze verschillen. De taxonomie moet toepasbaar zijn voor beleidsmakers. Beleidsmakers werken vaak aan specifieke milieuthema’s en de taxonomie moet voor ieder thema te gebruiken zijn. Wanneer je als beleidsmaker staat voor een nieuwe opgave, moet de taxonomie helpen om snel inzichtelijk te maken wat voor initiatieven spelen en de juiste invalshoek te kiezen. Op wat voor soort initiatieven zit veel energie? Hoe relevant zijn zij voor de beleidsopgave? Hebben wij een goed overzicht van de maatschappelijke initiatieven of zien we misschien een belangrijke groep initiatieven over het hoofd? Allemaal vragen die aan de orde komen voordat je kan besluiten of een beleidsinterventie wenselijk is en zo ja, wat voor interventie. Dit vraagt om een taxonomie die herkenbaar is. Die niet te abstract is, maar dicht op de praktijk zit en met duidelijk traceerbare initiatieven per soort. Uiteraard zal een taxonomie ook recht moeten doen aan de algemene beschouwingen die momenteel gegeven worden over maatschappelijk initiatief.
5
Inzichten uit de interviews en sessies Een aantal inzichten uit de interviews en sessies was leidend voor de ontwikkeling van de taxonomie. Achter een initiatief zitten meerdere motieven Een initiatief is zelden een ‘one-issue’ initiatief en is daardoor slecht onder te verdelen naar motief. Bovendien kan elk van de deelnemers aan een initiatief andere motieven hebben. In een survey van duurzame buurtenergie-initiatieven in Engeland gaven respondenten aan welke doelen zij wilden realiseren, waarbij ze konden kiezen uit een lijst met sociale, economische en milieudoelen4. Gemiddeld selecteerden zij acht (!) verschillende doelen, waarbij het terugdringen van de energierekening het meest genoemd werd, net boven het tegengaan van klimaatverandering. Ook achter ronde tafels rond verschillende grondstoffen (palm olie, hout, suiker, etc.) schuilt een heel palet aan doelen: van lokale arbeidsomstandigheden tot controle over mondiale productketens en het tegengaan van klimaatverandering. Belangrijk om wisselwerking tussen initiatieven in het oog te houden Maatschappelijke initiatieven hebben niet allemaal evenveel milieu-impact. Dat is een belangrijk onderscheid tussen verschillende initiatieven vanuit het milieubeleid gezien, maar niet de enige maatstaf. Het is verleidelijk om je puur af te vragen of bijvoorbeeld alle lokale energie-initiatieven samen qua impact opwegen tegen een groot windpark op zee. De geïnterviewde experts benadrukten echter dat milieu-impact juist een gevolg is van de wisselwerking van verschillende initiatieven: “Het is onzeker of buurtenergie-initiatieven een enorme CO2-impact krijgen. Op zijn minst stimuleert het innovatie vanuit het bedrijfsleven, wordt een nieuwe manier van denken over het klimaat gemeengoed en worden burgers belanghebbenden bij stevig klimaatbeleid waarmee draagvlak ontstaat voor dure en moeilijke politieke keuzes.” En: “om de duurzaamheidstransitie naar een versnellingsfase te brengen, moet je innovatieve niches verbinden en goed doorhebben wat de condities zijn waaronder zij zichzelf gaan verspreiden. Tegelijkertijd moet je ook de beweging van het regime belonen en faciliteren.” Verschillende initiatieven, verschillende soorten vernieuwing Binnen dit samenspel beïnvloeden initiatieven ieder op hun eigen manier de samenleving. Sommige initiatieven hebben een rechtstreekse invloed op een groot aantal bedrijven en consumenten, zoals het Unilever Sustainable Living Plan, waarin deze marktleider aankondigt in 10 jaar zijn omzet te willen verdubbelen en zijn milieu-impact te halveren. Dit is wereldwijd van grote invloed op toeleveranciers en concurrenten. Er een verschil tussen initiatieven vanuit het bedrijfsleven en vanuit burgers. Burgerinitiatieven zijn vaak meer ideëel en leiden eerder tot organisatorische innovaties (bijvoorbeeld de opkomst van de prosument) dan tot technische innovatie. Zoals een expert het uitlegde: “Burgerinitiatieven zijn vaak veel meer ideëel gedreven dan initiatieven vanuit het bedrijfsleven. Zij bieden
4
Grassroots innovation, “The UK Community Energy Sector Findings from the 2011 UK survey”, research briefing 16, nov 2012 6
burgers handelingsperspectief in mondiale milieuvraagstukken. Bedrijven zijn meer economisch georiënteerd en voor hen is technologische innovatie belangrijker. “ Ondersteuning als vorm van maatschappelijk initiatief Een maatschappelijk initiatief vindt nooit plaats in een vacuüm. Veel initiatieven krijgen ondersteuning als het gaat om kennis, financiering, lobby, etc. Deze ondersteuning is vaak zelf ook weer een uiting van maatschappelijk initiatief5. Een voorbeeld is crowdfunding waarmee in 2011 zo’n 2,5 miljoen euro is opgehaald in Nederland. Grotendeels rond maatschappelijk georiënteerde projecten en dan met name rond lokaal opgewekte duurzame energie. Dit bedrag groeit snel nu banken en overheid een stapje terug doen 6. In veel gevallen is de overheid ook een belangrijke ondersteuner van initiatieven. Denk aan innovatiesubsidies, ondersteunende wet- en regelgeving en andere maatregelen. In dit rapport laten we de overheid als ondersteuner verder buiten beschouwing, aangezien het hier om initiatieven van burgers, bedrijven en/of maatschappelijke organisaties gaat. Op basis van de voorgaande inzichten over interactie en typen vernieuwing zijn we gaan redeneren in termen van initiatiefnemers en hun rollen in het systeem in plaats van verschillen zoals het type milieuprobleem of de sector waarop initiatieven betrekking hebben. Deze rollen hebben wij zo gedefinieerd dat de drie typen bijdragen aan het milieubeleid genoemd in de inleiding ieder tot hun recht komen. Daarbij hebben wij ook het denken uit transitie- en innovatietheorie benut.
5
Voor een overzicht van initiatieven rond sociale economie en financiering, zie: Avelino, “De sociale economie & alternatieve vormen van financiering”, Essay 2012.02, Drift, EUR, 2012 6 FD, “Populariteit crowdfunding neemt maar toe”, 9 januari 2013. 7
3: Taxonomie van milieu-relevante maatschappelijke initiatieven Hieronder staat de taxonomie die wij op grond van ons onderzoek voorstellen. Maatschappelijke initiatieven vallen daarin uiteen in vier families: spelbepalers, pioniers, de brede beweging en ondersteuners. In ieder van deze families vindt men verschillende soorten initiatief.
Grote spelbepalers Spelbepalers
Nieuwe spelbepalers Innovatieve ondernemers
Pioniers
Mengvormen
Burgerpioniers
Maatschappelijke initiatieven
Communities
De brede beweging
Bedrijfsinitiatieven
Mengvormen
Ondersteuners
De spelbepalers: zeer invloedrijke initiatieven. Het gaat hier om initiatieven die zich onderscheiden door hun grote, directe invloed op andere actoren en markten. Ze zijn afkomstig van (inter-)nationale bedrijven, NGO’s en samenwerkingsverbanden die een groot 8
deel van de markt of achterban vertegenwoordigen. Als zij iets veranderen, brengt dat een hele keten of branche in beweging. Met hun macht en invloed bepalen deze initiatiefnemers het spel. Ze hebben vaak een directe impact op het behalen van milieudoelen (meters maken). Ook dragen ze bij aan milieubesef en een grotere betrokkenheid bij het milieu bij ander bedrijven en burgers, omdat ze de norm stellen. Bijvoorbeeld toen AH inzette op duurzaamheid met het Utz keurmerk, werd (een bepaalde mate van) duurzaamheid voor consumenten de regel (de norm) in plaats van de uitzondering. Er zijn twee soorten spelbepalers: De grote spelbepalers: Initiatieven van de echte marktleiders, zoals de Coca-Cola’s AH’s, DSM’s en Van Gansewinkel’s van deze wereld. Marktleiders hebben per definitie grote belangen in de huidige productie- en consumptieketens. Dit betekent dat zij niet altijd de spannendste stappen maken, maar wel enorme impact hebben. Toch zijn er in deze categorie ook initiatieven die zeer ambitieus zijn. Het sustainable living plan van Unilever om de omzet te verdubbelen en gelijktijdig de milieu impact te halveren, maar ook Coca-Cola die een 100% bio-based en recyclebare fles aan het ontwikkelen is en daarmee wereldwijd de markt voor verpakkingsmaterialen grondig gaat veranderen. Marktleiders zullen deze stappen maken wanneer zij beseffen dat verandering op de lange termijn kansrijk en/of noodzakelijk is en bovendien beseffen dat zij de macht hebben als spelbepaler stevige stappen te zetten en daarmee de concurrentie op een achterstand te zetten. De nieuwe spelbepalers: Initiatiefnemers die het spel bepalen binnen kleinere markten (niches) en die initiatieven nemen die grote milieuvoordelen hebben ten opzichte van de mainstream markt. Zij vormen een reëel alternatief en hebben ook de middelen om invloed uit te oefenen op de mainstream markt. Denk aan Greenwheels, Greenchoice, Ecoplaza, Avantium en de OV-fiets. De pioniers: beloftevolle, innovatieve en nog kleine initiatieven. Het gaat hier om het echte pionieren, dus het betreden van nieuwe paden, waarmee zij een belofte voor de toekomst inhouden. Pionieren betekent ook dat het nog onduidelijk is of zij hun belofte echt waar kunnen maken. Of technische innovaties ook economisch en technisch haalbaar zijn. En of sociale innovaties ook een realistisch alternatief vormen voor bestaande dienstverlening en business modellen. Pioniers dragen daarmee nog weinig bij aan kortetermijn milieu-impact en aan een groeiend milieubesef en een grotere betrokkenheid. Het gaat om innovaties die de voorwaarde vormen voor milieu-impact en draagvlak op de langere termijn. Er zijn drie soorten pioniers: Innovatieve ondernemers: business start-ups, innovatieve MKB’ers, ‘incubators’ binnen grote bedrijven en consortia uit het bedrijfsleven die nieuwe producten en diensten ontwikkelen. Het gaat om technisch geavanceerde oplossingen en nieuwe diensten die nog in het R&D stadium, proof of concept of de pilot-fase zitten. Denk aan nieuwe fora voor het delen van je eigen auto, cradle-to-cradle producten, geavanceerde zonnecellen, etc. Het gaat om innovaties die nog niet volledig bewezen en marktrijp zijn. Regelmatig zal daardoor langdurige ondersteuning van bedrijven, private investeerders, overheden of anderen nodig zijn. High tech innovatie in de (chemische) procesindustrie en pharma vereist bijvoorbeeld flinke investeringen die 9
niet alleen gedragen kunnen worden door kleine spelers. Innovatieve ondernemingen kunnen uitgroeien tot de nieuwe spelbepalers. Burgerpioniers: burgers die een initiatief nemen dat nog niet eerder is gezien in Nederland. Onder deze categorie burgerpioniers valt bijvoorbeeld Texel Energie, één van de eerste, meest vooruitstrevende en meest succesvolle buurtenergiemaatschappijen. Behalve op energiegebied, zijn er ook veel burgerpioniers rond de zorg, groen en voedsel. Burgerpioniers zijn zelden gericht op technische innovatie, maar pionieren met sociale innovatie. Lokale en vrijwillige initiatieven zullen misschien niet opschalen tot de nieuwe spelbepalers, maar wel een beweging van vele soortgelijke initiatieven inspireren binnen communities. Grootschalig kleinschalig dus7. Mengvormen: verschillende pioniersinitiatieven zijn niet in te delen in innovatieve ondernemers en burgerpioniers. Denk aan pioniers waarbij de grens vrijwillig/professioneel vervaagt of initiatieven waarbij bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties samen als initiatiefnemer optreden. Een voorbeeld is ‘BoerenBuur’ waarbij burgers zonnepanelen financieren op boerenbedrijven, of de Markerwadden, waarin Natuurmonumenten een grote rol speelt en dat niet winst gedreven is maar ook niet vrijwillig. De brede beweging: de vele burgers en bedrijven die een steentje willen bijdragen aan een beter milieu. Niet zo vernieuwend als de pioniers en niet zo machtig als de spelbepalers, maar door hun grote aantal hebben initiatieven in de brede beweging een enorm effect op het milieu. Het gaat echt om het volume, om meters te maken, en het breder trekken van milieubesef en betrokkenheid bij het milieu. Initiatieven binnen de brede beweging nemen vaak diensten en producten van pioniers over. Er zijn drie soorten initiatieven in de brede beweging. Communities: milieurelevante burgerinitiatieven. Deze zijn vaak geïnspireerd door de burgerpioniers en zijn er in vele vormen. Er is veel aandacht voor deze groep van initiatieven. Zij drijven vooral op ideële, vrijwillige en lokale inzet van groepen burgers. Het gaat zowel om ad hoc, spontane initiatieven als om initiatieven die een georganiseerde structuur zoals een stichting hebben. Denk aan postzegeltuinen en snippergroen dat door burgers wordt beheerd en aan lokale zon- wind- en duurzame nutsbedrijven, maar ook aan social media groepen rond milieuthema’s. Bedrijfsinitiatieven: maatschappelijk betrokken bedrijven die een steentje bijdragen door bijvoorbeeld lokale producten af te nemen, recycling te stimuleren en hun energie te verduurzamen. Denk aan het aanleggen van een binnenvaart terminal in Veghel om CO2 uitstoot te verminderen, groente abonnementen, energiebesparingstips van energiebedrijven en bedrijven die intensief fietsen en openbaar vervoer gaan stimuleren bij hun werknemers.
7
Rotmans, “in het oog van de orkaan” , 2012
10
Mengvormen: ook in deze familie van initiatieven vallen weer mengvormen te ontdekken. Zoals initiatieven van zowel bedrijven als burgers en initiatieven van organisaties die niet onder ‘burger’ of bedrijf vallen. Bijvoorbeeld de ‘Groene gevangenis Veenhuizen’ waar de gevangenis samenwerkt met publiek-private organisaties en (milieu-)verenigingen. De ondersteuners. Nederland is rijk aan maatschappelijke initiatieven die andere initiatieven ondersteunen. Ondersteuning kan op verschillende vlakken plaatsvinden. Wij onderscheiden de volgende functies: lobby en agendering, regels ontwikkelen, financiering, kennis en competenties, en ondersteuning rond het leggen van verbindingen. De ondersteuners beïnvloeden daarmee indirect de milieu-impact, innovatie en/of vergroten het milieubesef en de betrokkenheid bij het milieu. Vaak (maar niet altijd) ondersteunen deze initiatieven specifiek één van de andere families8. Vandaar de volgende indeling: Ondersteuning van spelbepalers: deze ondersteunen de machtige initiatieven. Gezien de aard van spelbepalers zitten hierbij meer ondersteuners op vrijwillige standaarden dan bij de andere families. Denk aan convenanten, duurzaamheidsstandaarden, technische standaarden (bijvoorbeeld welke stekkers elektrische voertuigen gebruiken), etc. Voorbeelden van ondersteuners zijn Fairtrade (regels ontwikkelen), SAM, koploper en activistisch aandeelhouder rond duurzame beleggingen en dochter van Robeco (financiering) en De Groene Zaak (Lobby). Ondersteuning van de pioniers: deze ondersteuners richten zich vaak specifiek op burgers of innovatieve ondernemers. Bij veel, vooral technisch innovatieve, pioniers is financiering een lastig punt. Denk aan Stichting Doen, sommige crowdfunding initiatieven en maatschappelijk betrokken business angels (financiering), Urgenda (vaak in de rol van lobby), The Hub (verbinding) en Yes! Delft (verbinding en kennis). Ondersteuning van de brede beweging: ondersteuners die brede groepen burgers en bedrijven benaderen en hen helpen om initiatieven van de grond te krijgen . Voorbeelden zijn: Nederland krijgt nieuwe energie (agendering, regels ontwikkelen), sommige crowd funding initiatieven en initiatieven rond gezamenlijk duurzaam inkopen ( financiering), Youth food movement (agendering), de keurmerkenwijzer van Wakker Dier (kennis, agendering) en Nudge (verbinding).
8
Sommige ondersteunende initiatieven zijn zo belangrijk dat de term ‘ondersteuning’ hier nauwelijks nog recht aan doet. Een voorbeeld is de Round Table on Sustainable Palm Oil. Inmiddels bestaat RSPO uit meer dan 600 aangesloten bedrijven en NGO’s en stelt het normen voor duurzaamheid op internationaal niveau. Zij vullen daarmee een ‘governance gap’ die overheden tot dusver niet hebben kunnen vullen. De RSPO kan daarom met evenveel recht tot de grote spelbepalers worden gerekend. 11
4: Nadere duiding van de taxonomie Zowel om de taxonomie te duiden als om te laten zien hoe zij werkt gaan we hier in op:
De kenmerken waarop de taxonomie initiatieven onderverdeelt, inclusief een eerste test; de samenhang tussen de verschillende families en soorten en; hoe je de taxonomie interpreteert vanuit transitie- en innovatiesysteemdenken en; het type beleidsondersteuning bij verschillende soorten initiatief. Onderscheidende kenmerken
De taxonomie onderscheidt families van initiatieven op basis van macht en de mate van vernieuwing. Initiatieven met veel macht horen bij de spelbepalers. Door hun macht hebben zij directe milieu-impact en beïnvloeden zij veel burgers, bedrijven en organisaties waardoor het milieubesef en de betrokkenheid bij het milieu toeneemt. Van de overige initiatieven behoren de meest vernieuwende, innovatieve en unieke initiatieven tot de pioniers. De meer wijdverbreide initiatieven dragen bij aan een groeiend milieubesef en een groeiende betrokkenheid bij het milieu en kunnen door hun aantal grote milieu-impact hebben. Deze initiatieven vormen de brede beweging. Daarnaast maakt de taxonomie een onderscheid tussen initiatieven die direct het milieu beïnvloeden door productie en consumptie te veranderen en initiatieven die dit soort veranderingen ondersteunen door bijvoorbeeld financiering te verschaffen of verbindingen te leggen. Met een lijst van maatschappelijke initiatieven 9 is de taxonomie getest. In de bijlage zijn deze initiatieven verder toegelicht. De tabel op de volgende pagina laat zien dat alle initiatieven in de taxonomie passen en er geen lege categorieën overblijven. Dat sommige categorieën beter gevuld zijn kan goed liggen aan de steekproef. De onderscheidende criteria in de taxonomie en de definitie van maatschappelijk initiatief zijn niet altijd hard en vragen soms om een subjectieve inschatting. Daardoor ontstond bij het indelen discussie over de initiatieven met een * in de tabel. Voorbeelden zijn RSPO en Urgenda, waarbij het de vraag is het hier om spelbepalers of ‘slechts’ ondersteunende initiatieven gaat. Wij denken dat dit eigen is aan de diverse en soms ambigue aard van maatschappelijke initiatieven en dat elke betekenisvolle taxonomie daarom dit soort afwegingen vraagt.
9
De initiatieven zijn geselecteerd op basis van hun diversiteit en voordat de taxonomie werd ontworpen 12
Grote spelbepalers Nieuwe Spelbepalers
Innovatieve ondernemers
Mengvormen Burgerpioniers
Communities
Bedrijfsinitiatieven Mengvormen .. van de spelbepalers .. van de pioniers … Van de brede beweging
Spelbepalers Unilever Sustainable Living Plan Green deal Textielservice industrie Urgenda* Pioniers Uit je eigen stad Aquaplenty Innofisk De Q box van Qurrent BoerenBuur Landgoed Lekker Leven EVA Lanxmeer Stichting Duurzaam Texel Brede beweging Organisatie “Creatief beheer” en de tuinvrouw van buitenplaats Spangen Energie Coöperatie in Amsterdam West Transition Towns Nespresso Recycling
Green deal gevangenis Veenhuizen Ondersteuners RSPO*
Urgenda* Stichting DOEN! SAM DHV Duurzaamheidsstrategie Dream Support Stichting
RSPO*
OV fiets
Plantlab BV Bluerise New Dutch Roofing Tile
Markerwadden
Crowdfeeding
Postzegelpark Stadstuin
The HUB
Ecoteams Groene Sint
Samenhang en tijdelijkheid in de taxonomie Initiatieven van de spelbepalers beïnvloeden sterk de verwachtingen en het gedrag van de beweging en pioniers. De pioniers vormen een inspiratiebron voor de brede beweging en de spelbepalers. De brede beweging geeft signalen af aan de pioniers en spelbepalers welke vernieuwing gewenst en acceptabel is. In tegenstelling tot een taxonomie uit de biologie, kunnen maatschappelijke initiatieven in de loop van de tijd van soort veranderen. Zo kunnen innovatieve ondernemers uitgroeien tot de nieuwe spelbepalers en kunnen burgerpioniers de voorlopers zijn van een hele beweging van burgerinitiatieven. Bovendien kan een initiatief van nu over een jaar niet meer vernieuwend zijn en dus uit de taxonomie vallen.
13
De taxonomie en denken in transities en innovatiesystemen De taxonomie sluit aan bij het denken over duurzaamheidstransities10. In literatuur over duurzaamheidstransities wordt onderscheid gemaakt tussen drie niveaus waarop veranderingen plaatsvinden: het landschap, regimes en niches. Op landschapsniveau spelen langlopende , globale trends (zie ook de trends in de bijlage van dit rapport). Regimes bestaan uit de dominante en historisch gegroeide cultuur, structuur en werkwijzen. Met regimespelers worden de machtige spelers aangeduid die vaak, maar niet per se, de bestaande systemen waaraan zij hun macht ontlenen in stand houden. In de taxonomie worden hun initiatieven aangeduid met de grote spelbepalers. Aangezien het regime staat voor de mainstream, zullen verreweg de meeste initiatieven plaatsvinden in niches. Als het gaat om zeer invloedrijke initiatieven binnen bestaande, forse niches gaat het om nieuwe spelbepalers. Het creëren van een nieuwe niche is pionierswerk. Het opbouwen en uitbouwen van een niche vindt plaats in de brede beweging zoals het opzetten van het zoveelste stadslandbouwproject. Centraal in het denken over innovatiesystemen11 staat dat succesvolle innovatie om meer draait dan goed ondernemerschap of technologische ontwikkeling. Zo kan rondom innovaties van pioniers een zelfversterkende dynamiek ontstaan: een ondernemersmotor. Daarvoor zijn verschillende functies nodig. Denk aan kennisontwikkeling en kennisnetwerken, het scheppen van verwachtingen rond de innovatie (lobby en agendering) en het beschikbaar stellen van investeringskapitaal (financiering). In deel van deze functies wordt door ondersteunende maatschappelijke initiatieven vervuld. In een latere fase gaat het om het bouwen van een systeem waarbinnen de innovatie functioneert. Succesvolle ondernemers kunnen uitgroeien tot nieuwe spelbepalers en initiatieven vanuit het bedrijfsleven en burgers kunnen een beweging vormen om de innovatie. Andere initiatieven, andere beleidsondersteuning? De taxonomie roept de vraag op welk type overheidsinterventie bij welk type initiatief past. Uitwerking hiervan voert te ver voor dit rapport, maar een aantal denkrichtingen liggen voor de hand. Neem een spelbepaler en een pionier. Op dit moment ondersteunt het Rijk spelbepalers via bijvoorbeeld het topsectorenbeleid en Initiatief Duurzame Handel. Overheidsinterventies rond pioniers verlopen bijvoorbeeld via het innovatiebeleid, via het inkoopbeleid (waarbij de overheid als launching costumer optreedt) en via het onder de aandacht brengen van pioniersinitiatieven. Ondersteuning van de brede beweging verloopt door het aanpassen van regelgeving (bijvoorbeeld de saldering van lokale duurzame energie), instanties als
10
Zie bijvoorbeeld: FW Geels, “From sectoral systems of innovation to socio-technical systems: Insights about dynamics and change from sociology and institutional theory”, Research policy, 2004 / J Rotmans, R Kemp, M van Asselt, “More evolution than revolution: transition management in public policy”, foresight, 2001 11
Zie bijvoorbeeld: Marko Hekkert en Marjan Ossebaard, “De innovatiemotor; het versnellen van baanbrekende innovaties”, 2010 14
Agentschap NL en overheidscommunicatie. Ondersteuning verloopt dus deels via andere instrumenten en richt zich op andere punten. Naast het type initiatief kan ook de relevantie voor het milieubeleid en de mate van maatschappelijke energie achter een initiatief aanleiding zijn om een bepaalde rol te kiezen. De taxonomie vertaalt zich logischerwijs in verschillende criteria voor verschillende soorten initiatief om hun energie en relevantie te waarderen. Bijvoorbeeld bij spelbepalers en pioniers. De belangrijkste eigenschappen van spelbepalende initiatieven zijn hun macht en invloed. Is er sprake van een grote ambitie en inzet van de initiatiefnemers? Verandert het initiatief een groot deel van de markt? Beïnvloedt het daarmee grote aantallen burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties? Als het antwoord op alle drie de vragen ‘ja’ is, dan gaat er veel maatschappelijke energie uit van het initiatief. Hun relevantie voor het milieubeleid ligt in hun directe impact voor het milieu en hun invloed op het milieubesef van de initiatiefnemers en van anderen. Bij pioniers draait alles om innovativiteit en hun toekomstige impact. Maatschappelijke energie uit zich in de competenties en motivatie van de mensen achter een pioniersinitiatief, de groei van het initiatief en de mate waarin andere partijen de belofte van het pioniersinitiatief (h)erkennen. De relevantie van een pionier voor het milieubeleid ligt in de mate van innovativiteit en de verwachting dat zij significant bij kunnen dragen aan een beter milieu. Maatschappelijke energie en de relevantie voor het milieubeleid zijn twee onafhankelijke grootheden. Er kan veel maatschappelijke energie achter een initiatief zitten zonder dat het bijzonder relevant is voor het milieubeleid. Het omgekeerde kan ook het geval zijn. Dit onderscheid kan aanleiding geven tot het innemen van een bepaalde rol door de overheid (zie figuur). Veel Relevantie voor het milieubeleid
Weinig
15
Versterken?
Faciliteren?
Geen aandacht geven
Monitoren?
Maatschappelijke energie
Veel
Aan initiatieven met weinig relevantie voor het milieubeleid en waar weinig maatschappelijke energie zit (het kwadrant linksonder), hoeft geen aandacht gegeven te worden. Het kan verstandig zijn om initiatieven waar veel energie zit te monitoren, zelfs als ze minder relevant zijn voor het milieubeleid. Dankzij de achterliggende maatschappelijke energie kunnen zij immers op den duur wel relevant worden. Ook zijn er initiatieven die én relevant zijn voor het milieu én waar veel energie achter zit. Nu hoeft het zeker niet zo te zijn dat de overheid daarbij altijd een actieve rol moet spelen. Wat goed loopt, loopt goed. Maar waar gewenst en effectief, kan zij dit soort initiatieven faciliteren. De laatste groep bestaat uit initiatieven die zeer beleidsrelevant zijn maar waar nog weinig energie achter zit. Het kan zijn dat het gaat om initiatieven die simpelweg weinig weerklank vinden in de maatschappij en waar dus ook de overheid kritisch mee om moet gaan. In andere gevallen kan juist de overheid een rol oppakken om dit soort initiatieven te versterken en in de etalage te zetten.
16
5: Mogelijke vervolgstappen Op basis van verschillende interviews, een expertmeeting en onze eigen ervaringen zijn we gekomen tot een taxonomie van maatschappelijke initiatieven. Dit biedt een basis om eventuele overheidsinterventies te doordenken en daarmee passend milieubeleid te maken. Echter, ‘the proof of the pudding is in the eating’. Dit prototype van een taxonomie zal écht waarde krijgen indien het in de beleidspraktijk getest en gebruikt gaat worden. Het lijkt ons zeer denkbaar om na enige toetsing/uitwerking een aansprekende publicatie over deze taxonomie van maatschappelijke initiatieven en het daarbij behorende handelingsperspectief te ontwikkelen. De eerste ervaringen zijn positief en vinden weerklank bij betrokken actoren uit het openbaar bestuur en uit de praktijk. Vier routes lijken interessant om de taxonomieën toe te passen en uit te werken. 1. Toetsing van de taxonomie bij initiatiefnemers, beleidsmedewerkers en experts. 2. Proeftuin rond een beperkt aantal actuele milieudossiers die hoog op de politieke agenda staan en waarbij behoefte is aan meer inzicht in maatschappelijk initiatief. Et gaat dan om een veldanalyse van maatschappelijk initiatief op basis van de taxonomie en vervolgens het verkennen van mogelijke interventies. 3. Green Deals: De green deals zijn een prominent beleidsinstrument gericht op maatschappelijke initiatieven. Een portfolioanalyse van de Green Deals op basis van de taxonomie kan mogelijk helpen om te bepalen wat voor type maatschappelijk initiatieven nog niet in beeld zijn en aan de hand hiervan kansen en mogelijke verbindingen te bepalen. 4. Wisselwerking tussen maatschappelijk initiatief en beleid. Maatschappelijke initiatieven kunnen dankzij of juist als tegenreactie op de overheid opgezet worden. Andersom reageert het beleid ook op maatschappelijke initiatieven. Vraag is wanneer welk type interactie door zowel initiatiefnemers als overheid als succesvol wordt gezien, beredeneerd vanuit de verschillende typen initiatief. Dergelijke vervolgstappen hebben verschillende doelen. Naast het aanscherpen van de taxonomie en koppeling met beleid kunnen meer ambtenaren de taxonomie eigen maken. En door het eigen maken van de taxonomie kan er meer geleerd worden over de energieke samenleving. Uiteindelijk kan daardoor passend beleid gemaakt worden om de energie van de samenleving optimaal te benutten en beleidsdoelen te realiseren.
17
Bijlagen Trends in maatschappelijke initiatieven Maatschappelijke initiatieven zijn van alle tijden. Zij vormden de basis voor onze gezondheidszorg, onderwijs, woningcorporaties, etc. Zoals de Rob schetst in haar laatste rapport ‘Loslaten in Vertrouwen’ schetst: “Wat nu inmiddels maatschappelijke ondernemingen worden genoemd, vindt vrijwel zonder uitzondering zijn oorsprong in particulier initiatief. Of het nu om scholen, verpleeghuizen of de vroegere woningbouwverenigingen gaat, ze zijn ooit opgericht door kerken, de arbeidersbeweging of idealistische rijken. Pas in de negentiende eeuw erkende de politiek langzaam maar zeker dat ook de overheid een taak had te vervullen om abominabele woonomstandigheden te verbeteren, armen de gelegenheid te geven een zeker basisniveau aan onderwijs te genieten en de zorg voor zieken te reguleren. “12 Ook nu zien we overal maatschappelijke initiatieven. De Nederlandse samenleving is energiek. Als het gaat om vrijwilligerswerk, lidmaatschappen van verenigingen en sociale contacten loopt de Nederlandse burger internationaal voorop. Het bedrijfsleven is internationaal gezien zeer competitief en redelijk innovatief. Milieubewegingen zijn relatief goed georganiseerd. Het zou best kunnen dat de buurtenergiemaatschappij in de toekomst even vanzelfsprekend is als de voetbalvereniging nu. Anno 2013 zien we een aantal maatschappelijke trends. We hebben hieronder de belangrijkste trends voor het onderwerp de energieke samenleving beschreven. Met name hebben we ons op het onderwerp en beleidsterrein milieu geconcentreerd (zie inleiding en opdrachtbeschrijving). Tegelijkertijd snijden de trends dwars door alle beleidsterreinen heen. Trend 1: Nieuwe kleinschaligheid Consumenten gaan zelf produceren (prosumenten) en bedrijven gaan relaties aan met lokale leveranciers. Het gaat om initiatieven met een overzichtelijke schaal en ‘span of control’. Een belangrijke motivatie om het zelf te gaan doen is het onvermogen en falen van instituties (multinationals, overheid). Gewapend met mobiele middelen en toepassingen gaan steeds meer burgers en bedrijven dit soort lokale initiatieven ontplooien. De (ervarings)kennis is door het internet wereldwijd ontsloten. Bekende verschijningsvormen: Amsterdamse energie coöperatie, buurtzorg Nederland, etc.
12
Rob, “Loslaten in vertrouwen” p. 29, 2012
18
Trend 2: Circulaire economie De aankomende grondstoffencrisis maakt ons bewust van de uitputting van natuurlijke grondstoffen. Er is een groot maatschappelijk bewustzijn om zuiniger om te springen met de grondstoffen en producten die we nog wel hebben. Dit leidt zowel tot initiatieven rond het sluiten van materiaalketens door hoogwaardig hergebruik en recycling als tot initiatieven waarbij fossiele grondstoffen vervangen worden door bio-based grondstoffen. Op verschillende schaalniveaus zie je deze trend terug, van innovatieve afvalbedrijven tot het bewuster aanschaffen en recyclen van producten door consumenten. Voorbeelden: Desso, bio-based producten, kantorenpark Haarlemmermeer, etc. Trend 3: Nieuwe samenwerkingen en actoren Van oudsher is de onderverdeling naar individuen, maatschappelijk middenveld, overheid en bedrijven een logische. Hier zijn altijd al tussenvormen geweest, maar de afgelopen tien jaar is het aantal netwerken en organisaties gestegen die (eigenschappen van) individuen, maatschappelijk middenveld, overheid en bedrijven combineren. Bijvoorbeeld commerciële bedrijven die ideële doelen nastreven, ronde tafels van NGOs en bedrijven die samen duurzaamheidsstandaarden bepalen en burgers die zich, los van bestaande belangenorganisaties, organiseren op maatschappelijke thema’s. Voorbeelden: Round Tables overheid, bedrijfsleven en NGO’s, Green Deals, PPS constructies, stadslandbouw, Youth Food Movement, enz. Trend 4: Maatschappelijk verantwoord ondernemen en consumeren MVO is natuurlijk niet nieuw, maar dringt de afgelopen jaren wel steeds meer door tot de kern van het bedrijf. Maatschappelijke verantwoordelijkheid is geen PR activiteit, maar een randvoorwaarde en drijvende kracht achter winst en groei. Ook individuen baseren hun consumptie en werk vaker op de maatschappelijke effecten van een product of baan. We zien het in verschillende gradaties. Van bedrijven die buiten hun ‘core business’ verantwoordelijkheid nemen voor maatschappelijke kwesties, tot idealisten die commerciële producten leveren. Voorbeelden: Unilevers Sustainable Living Lab, MVO Nederland, Brandt en Levie worstmakers, etc.
19
Geïnterviewden en deelnemers expertmeeting Geinterviewden
Derk Loorbach (DRIFT) Marjan Minnesma (Urgenda) Adrian Smith (SPRU) Robert Thijssen (IenM, LvDO) Roel Bol (Bio-based economy) Brenda Vervoorn (Centrum voor Publieksparticipatie) Samuel Levie (Youth Food Movement) Imrat Verhoeven (UvA)
Expertmeeting 18 december 2012
Gertjan Fonk (Innovatienetwerk) Anne-Marieke Schwenke (ASI-Search) Caroline van Leenders (Agentschap NL) Peter Schmeitz (EZ) Angelique Boel (BZK) Guido Enthoven (IMI) Mattijs Taanman (IMI) Tiny van der Werff (IenM/DGMI) Harm van der Wal (IenM/DCO) Rense Bos (IMI)
Lijst met initiatieven Deze lijst is tot stand gekomen door – via internet, publicaties en eigen kennis - van elkaar verschillende initiatieven te verzamelen. Oorspronkelijk bestond de lijst uit 40 initiatieven. Van een aantal twijfelgevallen (bijvoorbeeld het vervangen van laadpalen voor elektrisch rijden door NUON) is tijdens het proces besloten dat het geen maatschappelijk initiatief betreft. Hierdoor resteren 33 initiatieven. Deze initiatieven dienden als test voor de taxonomie om te zorgen dat ook willekeurige initiatieven in te delen waren. Onderstaande teksten zijn deels letterlijk overgenomen van de websites en rapporten over maatschappelijke initiatieven. Spelbepalers Grote spelbepalers Unilever Sustainable Business Plan
20
In november 2010 gingen we van start met het Unilever Sustainable Living Plan en verbonden we ons aan een tienjarige reis op weg naar duurzame groei. Wat ons Plan anders maakt, is dat het geldt voor de hele waardeketen. We nemen niet alleen verantwoordelijkheid voor onze eigen directe activiteiten, maar voor onze leveranciers, distributeurs en – cruciaal – voor hoe onze consumenten onze producten gebruiken. Het Plan wordt onderbouwd door zo’n 60 doelstellingen. Hier brengen we verslag uit over onze voortgang in het eerste jaar van het Plan.
Textielservice industrie
De Green Deal textielservice industrie zet in op energie efficiëntie. De textielservice sector stelt zich tot doel om in de komende drie jaar 35 procent energie te besparen (efficiënter maken). Hiertoe gaat de sector vijf projecten realiseren. De projecten maken onderdeel uit van de Routekaart Textielservice 2030 die in 2011 door de sector is opgesteld. Bij de vijf projecten gaat het om het toepassen van beschikbare technieken binnen specifieke bedrijfsprocessen: 1. De toepassing van 15 zonnecollectoren en of zon PV-systemen bij 15 bedrijven; 2. De toepassing van 5 WKK-systemen en systemen voor water-recycling; 3. Hygiëne en de rol van industriële reiniging. Doel is om binnen drie jaar tot een certificatiesysteem te komen ten aanzien van de hygiëne-eisen bij gebruik van lage temperaturen wasprocessen. De te realiseren energie efficiency verbetering bedraagt zeker 5% binnen de sector. 4. De start van twee pilotprojecten met elektrisch transport voor binnenstedelijke distributie. 5. Een vijftal Bedrijven zal zich inspannen om voor eind 2015 good-housekeeping maatregelen toe te passen. Dit zal moeten leiden tot 1% kostenbesparing per bedrijf en 5% energiebesparing per bedrijf.
RSPO*
The international Round Table for Sustainable Palm Oil is set up to advance the production, procurement, finance and use of sustainable palm oil products; • To develop, implement, verify, assure and periodically review credible global standards for the entire supply chain of sustainable palm oil; • To monitor and evaluate the economic, environmental and social impacts of the uptake of sustainable palm oil in the market; • To engage and commit all stakeholders throughout the supply chain, including governments and consumers. Currently some 600 companies and NGOs are member of the RSPO. RSPO was initiated by WWF and Unilever and other companies.
Nieuwe spelbepalers Urgenda*
OV fiets
Urgenda is de actie-organisatie voor duurzaamheid en innovatie die Nederland sneller duurzaam wil maken, samen met bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren. Dat doen we aan de hand van een lange-termijnvisie, een concreet actieplan van nu tot 2050 en onze icoonprojecten. Met o.a. regiotouren en de Dag van de Duurzaamheid laten we zien hoeveel koplopers in Nederland al actief zijn. OV-fiets is de makkelijke huurfiets voor het laatste stukje van uw reis. Als u per trein aankomt op het station, huurt u snel een OV-fiets om naar uw afspraak te fietsen. Bijvoorbeeld naar vrienden, familie, het museum of een zakelijke lunch. U kunt bij ruim 240 huurlocaties overstappen op een OV-fiets: op veel stations, bij bus- of metrohaltes, in enkele stadscentra en bij P+R terreinen. Pioniers
Innovatieve ondernemers Uit je eigen stad Het Rotterdamse initiatief “uit je eigen stad” plant, zaait, kweekt en teelt op plekken waar niemand het verwacht: kantoren, braakliggende terreinen, een dak. Alles wat verbouwd wordt, is te koop in de eigen winkel en wordt geserveerd in het restaurant. Door de hele keten in eigen hand te houden, willen we een rendabel bedrijf neerzetten. Wat we niet zelf kunnen verbouwen, halen we bij boeren net buiten Rotterdam. Gezond, lokaal, maar vooral lekker eten. En er is nog meer. Oogstfeesten, markten, workshops, kinderactiviteiten en educatieve programma’s vullen de agenda. Aquaplenty H2OnSite B.V. has developed the Aquaplenty®, 'water from air' production device. Independent, non-grid-connected and driven by wind energy, the Aquaplenty® produces clean and safe water in places where no water is normally available. H2OnSite B.V. is a small, economic company, owned by Hans van der Vliet. When we want to help, the final price should be below €25.000 and preferably far below. To reach our goal (water, labor and economic growth) it is crucial to create mass production and a global market for the Aquaplenty®.
21
Innofisk
De Q box van Qurrent
Plantlab. BV
Bluerise
Roel de Boer/ New Dutch Roofing Tile
Mengvormen
22
Aquacultuur wordt als mogelijk antwoord gezien op de bedreiging van de visstand. Er wordt echter aan voorbij gegaan dat voor de teelt van vis, schaaldieren en kreeftachtigen ook weer eiwitbronnen en visolie nodig zijn. Het concept ‘InnoFisk’ is oorspronkelijk gelanceerd vanuit het idee om visteelt te bedrijven aan boord van een op zijn plaats gefixeerd gesloten systeem (een niet-varend schip of een drijvende container). Immers: voer niet werkelijk landgebonden activiteiten ook niet op het land uit want land is schaars. Gaandeweg is het concept zich steeds meer op de kernproblemen van een duurzame aquacultuur gaan richten: uitgangsmateriaal en voer. Daarmee raakt dit concept ook de eiwittransitie. Een specifiek onderdeel van dit concept is zich gaan richten op het redden van de paling. Qurrent helpt je tot 50% minder energie af te nemen bij je energieleverancier. Tot 50% minder energie. Dat lijkt misschien te optimistisch maar is het niet. Het kan ook écht gerealiseerd worden. Wij helpen je met energie besparen, verduurzamen en opwekken. Zelf, of samen met de mensen in je straat of wijk. Met de Qbox mini wordt je energieverbruik van minuut tot minuut inzichtelijk gemaakt. Als je inzicht hebt, kun je bewuster met energie omgaan en zal je zien hoe je met kleine aanpassingen groot effect kunt bereiken. Met zonnepanelen word je je eigen energieleverancier waardoor je minder energie hoeft te kopen. En door over te stappen op groene stroom en gas van Qurrent ontvang je energie tegen inkoopprijs. Hiermee bespaar je voornamelijk op je portemonnee. Ook niet onbelangrijk. PlantLab ontwikkelt Plant Productie Units, een gesloten omgeving waarin Plant Paradise gecreëerd wordt door zonlicht te vervangen door een gepatenteerde combinatie van licht- en klimaattechnologie. Doel is op deze manier lokaal, beter en meer voedsel te kunnen produceren met een minimum aan water, energie en verstoring van natuur. Ook ontwikkelt PlantLab marktconcepten: klein, zoals voor de teelt van kruiden in een restaurant. Of juist heel groot, in meerdere etages en teeltlagen uitgevoerd om een stad met honderdduizenden mensen in hun dagelijkse behoefte van groente, kruiden, fruit en sierproducten te voorzien. Een start-up van 4 man die na de universiteit een bedrijf willen starten. Met zeventig procent bedekking van het aardoppervlak is de oceaan verreweg de grootste zonnecollector op aarde. De oceaan vormt een enorme bron van schone en duurzame energie, genaamd ‘Ocean Thermal Energy’. Bluerise is gespecialiseerd in de ontwikkeling en implementatie van systemen om deze energiebron te benutten voor de productie van elektriciteit, koeling en drinkwater. Hierin werkt Bluerise samen met strategische partners en met als doel een uitrol van de technologie in onder andere het Caribisch gebied. Designer: Daken vormen een geschikte locatie voor begroeiing in de stad. Door de hoge ligging vormen zij een beschermde ruimte waar een biotoop zich ongestoord kan vestigen. Veel van onze daken zijn hellend en voorzien van dakpannen, dit vraagt enige aanpassing voor begroeiing. Het huidige type dakpan heeft slechts de functie ons een dak boven het hoofd te bieden. De ‘New Dutch roofing tile’ is multifunctioneel. Naast de gebruikelijke functie van de dakpan ondersteunt de ‘new Dutch roofing tile’ begroeiing op het dak. Begroeiing op het dak heeft een isolerende werking voor het huis. De woning blijft koeler in de zomer en warmer in de winter. De luchtzuiverende en geluidsabsorberende werking van begroeiing levert een aangenamere en rustigere wijk op. Zo zijn onze huizen niet langer blokkades binnen het ecosysteem, maar stapstenen voor flora en fauna in de stad.
BoerEnBuur
Landgoed Lekker Leven
Marker wadden.
Burgerpioniers Crowdfeeding
EVA Lanxmeer
Stichting Duurzaam Texel
In de eerste versie van BoerenBuur projecten financiert een boer een zonnecentrale op zijn dak met een voorinvestering van zijn ‘buren’. In een vroege versie van het model investeren de buren a €250 in ruil voor waardebonnen ter waarde van €300 voor producten en diensten van het bedrijf. Een creatieve ruilhandel: stroom voor voedsel. Sinds de aftrap in september 2008 op Stadsboerderij Almere Henricushoeve is het project zelforganiserend en zelfdragend; er zijn 27 boerderijen actief betrokken verspreid over het land. In versie 2.0 Energie van BoerENBuur investeren de buren €3000 in ruil voor aandelen en levering van stroom (zelflevering). Greenchoice treedt op als administrateur en intermediair. De belastingdienst gaat niet akkoord met deze vorm van zelflevering; de investerende burgers zijn BTW en energiebelasting verschuldigd (zie ook model van De Windcentrale). Varianten van dit type samenwerking zijn in ontwikkeling, bijvoorbeeld tussen zzp’rs met geld zonder dak en buren zonder geld met dak (BedrijfenBuur). Kern is steeds dat eigendom en locatie verschillen. Landgoed Lekker Leven creëert zelfvoorzienende woongemeenschappen voor 50-plussers die bewust in het leven staan. De woongemeenschap wordt zelfvoorzienend op het gebied van biologisch-dynamische landbouw, veeteelt en energie. Het geheel wordt geleid door een boer of boerin. Landgoed Lekker Leven Een plek waar iedereen zichzelf kan zijn. Natuurmonumenten start met de aanleg van de Marker wadden, een kunstmatig eilandenrijk dat kan uitgroeien tot een vogelparadijs dat zijn weerga niet kent. De aanleg van de eilanden lost tegelijkertijd een groot slibprobleem in het Markermeer op. Crowdfeeding burgerinitiatief in Tilburg organiseert eigen lokale voedselketen. Zonder enige financiering of subsidie blijken burgers uit Tilburg in staat gezamenlijk hun voedselvoorziening anders te organiseren; Crowdfeeding. Meer dan 200 burgers hebben zich al aangesloten bij de Stichting Goei Eete en kopen vanaf deze zomer al gezamenlijk vers voedsel rechtstreeks van de lokale boer. Zo’n tien jaar geleden is het project EVA-Lanxmeer in Culemborg gestart vanuit een particulier initiatief als bijdrage aan de ontwikkeling van een duurzame en milieubewuste samenleving. Inmiddels is de wijk EVALanxmeer uitgegroeid tot een landelijk en internationaal voorbeeld voor duurzame stedenbouw en voor sociale en maatschappelijke ontwikkelingen. EVA-Lanxmeer is een coproductie van de gemeente Culemborg en Stichting E.V.A. Stichting Duurzaam Texel (SDT) initieert en stimuleert vanaf 2000 activiteiten die een duurzame ontwikkeling van het eiland bevorderen. De stichting kijkt niet alleen naar milieuverbeteringen, maar ook naar sociale en economische duurzaamheid. Zodat een ieder ook in de toekomst nog van en op het eiland kan genieten. Brede beweging
Communities Organisatie “Creatief beheer” en de tuinvrouw van buitenplaats Spangen
Energie coöperatie in Amsterdam West
23
Wie de plattegrond van Spangen en omgeving bekijkt, ziet dat de wijk eigenlijk ‘midden in de natuur’ ligt. Het idee achter het project Buitenplaats Spangen is om deze natuur te ontsluiten en te ontwikkelen als nieuw 'natuurpark'. Het Bureau Creatief Beheer is door de deelgemeente Delfshaven, Woonstad en de dS+V gevraagd deze transformatie voor het doelgebied Spoordijk e.o., programmatisch en participatief te ondersteunen. De aanpak van gebiedsontwikkeling door Creatief Beheer is uniek. In de methode Creatief Beheer staan de behoeftes van de bewoners in een wijk centraal, worden interventies altijd samen met bewoners gedaan, beginnen projecten informeel, worden bewoners en professionals uit hun vaste patronen gehaald en met elkaar in contact gebracht door mee te doen met creatieve en innovatieve projecten. Hieke Pars is al ruim drie jaar lang de tuinvrouw van Buitenplaats Spangen. Nog één keer laat ze zien hoe ze de buitenplaats runt en kunnen we genieten van zomerse beelden. Helaas is de toekomst van Buitenplaats Spangen in deze vorm onzeker. De energie cooperatie in A'dam West is maar een voorbeeld. Elke week start er wel een nieuwe energie cooperatie in de buurt/ wijk.
Transiton Towns
PostzegelPark Stadstuin
Bedrijfs-initiatieven Nespresso Recycling
Mengvormen Green Deal Groene Gevangenis Veenhuizen
Transition Towns Nederland is een netwerk van groepen burgers in steden, dorpen of buurten, die aan de slag zijn om hun manier van wonen, werken en leven minder olie-afhankelijk, meer duurzaam en meer sociaal te maken.Piekolie,klimaatverandering en de hiermee samenhangende economische crises, zijn de belangrijkste drijfveren om in actie te komen. De postzegeltuin in Amersfoort staat in de wijk en wordt onderhouden door buurtbewoners. Tuinindestad is een laatste rafelrand in het centrum van Groningen. heeft een duurzaam en ecologisch ontwikkelingsplan geschreven, dat een basis moet vormen voor toekomstig zelfstandig beheer, onderhoud en exploitatie. Belangrijk is het creëren van een (waterdichte, verwarmbare) ruimte met voldoende functioneel sanitair (toiletten, keuken). Hierdoor kunnen het werk en de activiteiten het hele jaar doorlopen (alle seizoenen). Handig en populair, koffie uit een cupje. Maar het is natuurlijk niet zo’n duurzame manier van koffiedrinken. Dat vindt Nespresso zelf ook. Het Zwitserse bedrijf maakt daarom serieus werk van de inzameling van de lege aluminium cupjes. In 2013 wil men wereldwijd zeker 75 procent van alle capsules kunnen recyclen. Nespresso heeft de inzameling voor de klanten zo makkelijk mogelijk gemaakt. Dus nu zijn wij aan zet! Als Nespresso Clublid kun je nu voor 5 eurocent een Recycling Bagbestellen. Er kunnen 200 cups in een zak. Als er een bestelling bij je afgeleverd wordt, neemt de koerier je zak met gebruikte capsules weer mee. En natuurlijk kun je je gebruikte capsules ook nog steeds zelf inleveren bij de recyclingcorners in de Nespresso Boutiques. Naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio, dat is de Groene Gevangenis Veenhuizen. Omgeving, ondernemers, lagere overheden en Rijk zetten zich in voor de verwarming van een deel van de PI Veenhuizen met duurzame energie uit de directe omgeving. Tegelijk wordt op deze manier een bijdrage geleverd aan een duurzaam beheer van natuur en landschap, regionale economische ontwikkeling en het behoud van cultuurhistorisch erfgoed. Betrokken partijen zijn Provincie Drenthe, Drentse Energie Organisatie, gemeente Noordenveld Rol Rijksoverheid: inzet en informatie bij het opstellen van de businesscase, aanbestedingskennis, opheffen eventuele belemmeringen, stimuleren draagvlak bij natuurbeheerders Ondersteuners
.. Van de Spelbepalers RSPO
The international Round Table for Sustainable Palm Oil is set up to advance the production, procurement, finance and use of sustainable palm oil products; • To develop, implement, verify, assure and periodically review credible global standards for the entire supply chain of sustainable palm oil; • To monitor and evaluate the economic, environmental and social impacts of the uptake of sustainable palm oil in the market; • To engage and commit all stakeholders throughout the supply chain, including governments and consumers. Currently some 600 companies and NGOs are member of the RSPO. RSPO was initiated by WWF and Unilever and other companies
SAM (dochter van Robeco)
SAM is er steeds in geslaagd zijn rol als pionier op het gebied van duurzaam beleggen vast te houden door innovatieve beleggingsoplossingen te ontwikkelen. De opname van algemene en sectorspecifieke duurzaamheidscriteria in een traditionele waarderingsmethode vormt de hoeksteen van de beleggingsfilosofie van SAM. De kennis van SAM is gebaseerd op een eigen, onafhankelijke onderzoeksmethode en een actief, internationaal netwerk van experts op het gebied van duurzaamheid.
… Van de Pioniers Urgenda
24
Urgenda is de actie-organisatie voor duurzaamheid en innovatie die Nederland sneller duurzaam wil maken, samen met bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren. Dat doen we
aan de hand van een lange-termijnvisie, een concreet actieplan van nu tot 2050 en onze icoonprojecten. Met o.a. regiotouren en de Dag van de Duurzaamheid laten we zien hoeveel koplopers in Nederland al actief zijn. Stichting DOEN! Stichting DOEN streeft naar een leefbare wereld waaraan iedereen kan meedoen. DOEN stimuleert mensen en bedrijven die het voortouw nemen op het gebied van duurzame, sociale en culturele vernieuwing. DOEN gaat op zoek naar deze voorlopers, ondersteunt en inspireert ze en verbindt ze met elkaar. Stichting DOEN is het fonds van de drie goededoelenloterijen: de Nationale Postcode Loterij, de VriendenLoterij en de BankGiro Loterij. The HUB Another world is not just possible, it's happening. All around us individuals ranging from corporate executives to community leaders, from policy-makers to freelance professionals are pursuing ideas and initiatives for a better world. At The Hub we offer an inspiring place for meeting, working, innovating, learning and sharing. Members of The Hub Rotterdam enjoy access to touchdown meeting and work spaces, a cafe, a garden and a program of lectures, films, debates and workshops, as well as the hosting of a team who connect talents, knowledge and resources to build a strong community of social entrepreneurs. … Van de brede beweging Dream support. Stichting
Groene Sint Ecoteams/ Verduurzamen door gedragsverandering. Internationale NGO, met afdeling NL. SAM (dochter van Robeco)
DHV: Duurzaamheidsstrategie
25
Project Generatie Groen is een initiatief om betrokkenheid van kinderen en jongeren bij de natuur en duurzaamheid te vergroten. Hiervoor bedenken en organiseren HBO-studenten als 'peereducaors' activiteiten voor kinderen en jongeren van onder meer basis- en middelbare scholen, buitenschoolse opvang, scoutings en jongeren netwerken. De activititeiten zijn afgestemd op verschillende leeftijden en gebaseerd op pedagogische methodieken. Campagne van Oxfam Novib om eerlijke chocolade te promoten GAP Nederland. Het netwerk van Global Action Plan bestaat uit specialisten op het gebied van duurzame gedragsverandering en sociale innovaties in het binnen- en buitenland. Onder het kopje GAP International vindt u meer informatie over de internationale samenwerking met landen als Spanje, Engeland, Zweden, België, Polen en de Verenigde Staten. SAM is er steeds in geslaagd zijn rol als pionier op het gebied van duurzaam beleggen vast te houden door innovatieve beleggingsoplossingen te ontwikkelen. De opname van algemene en sectorspecifieke duurzaamheidscriteria in een traditionele waarderingsmethode vormt de hoeksteen van de beleggingsfilosofie van SAM. De kennis van SAM is gebaseerd op een eigen, onafhankelijke onderzoeksmethode en een actief, internationaal netwerk van experts op het gebied van duurzaamheid. DHV voert uit eigen intiatief een reeks aan duurzame projecten uit. Daarnaast is men intern bezig om te bepalen of DHV wel ‘onduurzame’ projecten wil aanpakken, wat onduurzaam is en welke rol ze daarin neemt. De duurzaamheidsmissie volgens de website: “Een maatschappelijke bijdrage leveren met een combinatie van kennis, tijd en geld past goed bij DHV. Wij ondersteunen projecten die bijdragen aan educatie en duurzame ontwikkeling. Daarnaast zijn onze medewerkers actief met het initiëren van maatschappelijke projecten. Onze voornaamste bijdrage leveren wij in onze projecten. U vindt talrijke voorbeelden op deze pagina. Daarnaast ontwikkelt DHV innovatieve concepten die een antwoord kunnen bieden op belangrijke vraagstukken van nu”