THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat?
Hoe?
Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
HANDREIKING
Veilig en Sociaal -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wet op PO, Arbo-wet, Milieuwetgeving, Bouwregelgeving, Jeugdrecht (Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Strafrecht), Wet op de Jeugdzorg en wet Meldcode.
CBS De Braakhekke te Emmer-Compascuum Continu Het gaat - kort samengevat - om alle menselijke handelen, dat geestelijke, lichamelijke of financiële schade veroorzaakt bij een andere persoon of bij een organisatie. En, hoe je als schoolteam en schoolleiding daarmee moet of kan omgaan om de gevolgen van incidenten in goede banen te leiden of kan voorkomen. Het plan is zowel curatief als preventief van aard, maar is er ook aandacht voor nazorg daar waar dit moet of gewenst is. Het plan is gebaseerd op vraagpatronen in de dagelijkse praktijk. En, wordt ondersteund met een register met zoektermen. Plus een overzicht met bereikbaarheidsgegevens van sleutelfiguren. Deze gegevens zijn alleen intern bekend en zijn uit deze openbare versie verwijderd. De school is een sociaal-veilige omgeving voor kind en medewerker. Dat is een plicht!
Per item afhankelijk Eenmaal per twee jaar, maar kan tussentijds wel worden bijgesteld. Enquêtes onder ouders/verzorgers en onder personeel. Evaluaties van incidenten tussentijds. Algehele evaluerende gesprekken met sleutelfiguren. Leeswijzer > Vraagpatronen > Register > Trefwoorden > Toelichting > Sleutelfiguren > Om een goed inzicht te hebben in de veiligheidsbeleving van de kinderen, de ouders-verzorgers en de personeelsleden worden tweejaarlijks de zogenaamde PO-spiegels gehouden. Deze digitale enquêtes geven veel informatie, analyse van de uitslagen kan leiden tot aanpassing van de maatregelen.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
PO-SPIEGELS
De volgende enquêtes zijn voorbereid en periodiek toegepast (vanaf 2013): - t.b.v. de doelgroep Leerlingen - t.b.v. de doelgroep Medewerkers - t.b.v. de doelgroep Ouders/Verzorgers Hiermee wordt voldaan aan de eisen en wensen van de Overheid respectievelijk de Onderwijsinspectie. En, in intern onderdeel van Integrale Kwaliteitszorg.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Vragenlijst personeel ALGEMEEN 1 Wat is uw geslacht?
Man Vrouw
0 0
2
Wat is uw leeftijd?
Jonger dan 25 jaar 25 - 35 jaar 36 - 45 jaar 46 - 55 jaar Ouder dan 55 jaar
0 0 0 0 0
3
Hoeveel jaren onderwijservaring heeft u?
0 - 2 jaar 3 - 5 jaar 6 - 10 jaar 11 - 15 jaar 16 jaar of meer
0 0 0 0 0
4
Welke omvang heeft uw dienstverband?
10 uren of minder 11 - 20 uren 21 - 30 uren 31 - 40 uren
0 0 0 0
5
Wat is uw (hoofd)functie?
(Groeps) leerkracht Onderwijs ondersteunend personeel (OOP) Ondersteunend personeel (OP) Directielid / schoolleider
0 0 0 0
6
Indien u leerkracht bent; in welke groep of groepen geeft u les? (u mag hier meer dan een antwoord geven)
Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8
0 0 0 0 0 0 0 0
7
Hoe lang is uw reistijd naar school?
15 min. of minder 16 - 30 min Meer dan 30 min Meer dan 60 min
0 0 0 0
SCHOOLGEBOUW Hoe tevreden bent u over ...? -- - -/+ 8 ... de sfeer en inrichting van het gebouw 0 0 0 9 ... de hygiëne binnen de school 0 0 0 10 … de netheid binnen de school 0 0 0 11 … de sanitaire voorzieningen voor het personeel 0 0 0 12 … het meubilair voor het personeel 0 0 0 13 … het uiterlijk van het gebouw 0 0 0 14 … de staat van onderhoud van het gebouw 0 0 0 15 Hoe belangrijk vindt u het schoolgebouw voor een goede school, uitgedrukt in een rapportcijfer? (1 = onbelangrijk,10= belangrijk)
+ 0 0 0 0 0 0 0
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
++ 0 0 0 0 0 0 0
? 0 0 0 0 0 0 0
SCHOOLKLIMAAT Hoe tevreden bent u over ...? -- - -/+ 16 ... de sfeer op school 0 0 0 17 ... de rust en orde op school 0 0 0 18 … de duidelijkheid van de schoolregels 0 0 0 19 … de aanpak van ordeproblemen 0 0 0 20 … de aanpak van pestgedrag 0 0 0 21 … de aandacht voor normen en waarden 0 0 0 22 … de aanpak van schoolverzuim en te laat komen 0 0 0 23 Hoe belangrijk vindt u het schoolklimaat voor een goede school, uitgedrukt in een rapportcijfer? (1 = onbelangrijk,10= belangrijk)
+ 0 0 0 0 0 0 0
++ 0 0 0 0 0 0 0
? 0 0 0 0 0 0 0
WERKKLIMAAT 24
Hoe tevreden bent u over de veiligheid binnen de school?
-0
0
-/+ 0
+ 0
++ 0
? 0
INTERNE COMMUNICATIE 25
Vindt u dat er op school sprake is van wandelgangenpraat?
SOCIAL MEDIA 17 Maakt u gebruik van Social Media? (meerdere antwoorden mogelijk)
18
Welk ander Social Media gebruikt u?
19
Heeft uw school beleid bij Social Media?
20
Gebruikt u Social Media en Internet actief tijdens de lessen? Heeft u contact met uw leerlingen via Social Media? Begeleidt u uw kinderen in de klas bij Social Media? Houdt u de Social Media van u kind in de gaten en grijpt u in?
21 22 23
Ja 0
Nee 0
Weet niet 0
Hyves Facebook Twitter Linked-In Andere
0 0 0 0 0
Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Hartelijk dank voor het invullen!
PO-spiegels >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Vragenlijst ouders/verzorgers ALGEMEEN Als u meer kinderen op deze school heeft, beperk het dan tot één van deze kinderen en wel die het langst op deze school zit. 1
lk vul deze lijst in voor mijn kind in:
Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8
0 0 0 0 0 0 0 0
2
Is het kind waar voor u deze lijst invult een jongen of een meisje?
Jongen Meisje
0 0
SCHOOLGEBOUW Hoe tevreden bent u over … ? 3 … de sfeer en inrichting van het gebouw 4 … de hygiëne en netheid binnen de school 5 … het uiterlijk van het gebouw? 6
Hoe belangrijk vindt u het schoolgebouw voor een goede school?
OMGEVING VAN DE SCHOOL Hoe tevreden bent u over … ? 7 … de speelmogelijkheden op het plein? 9 … de veiligheid op het plein? 10 … de veiligheid van de weg naar school? 11
Hoe belangrijk vindt u de schoolomgeving voor een goede school?
BEGELEIDING Hoe tevreden bent u over … ? 12 … de aandacht voor pestgedrag? 13 … hoe de leerkracht met de kinderen omgaat?
-0
0
-/+ 0
+ 0
++ 0
Niet belangrijk Beetje belangrijk Belangrijk Erg belangrijk
-0 0 0
0 0 0
-/+ 0 0 0
0 0 0 0
+ 0 0 0
++ 0 0 0
Niet belangrijk Beetje belangrijk Belangrijk Erg belangrijk
-0 0
0 0
-/+ 0 0
? 0
? 0 0 0 0 0 0 0
+ 0 0
++ 0 0
? 0 0
ALGEMENE TEVREDENHEID 14 15
Gaat uw kind over het algemeen met plezier naar school? Voelt u zich thuis op deze school?
Nee 0 0
Ja 0 0
Weet niet 0 0
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
ACHTERGRONDGEGEVENS 16 Maakt u gebruik van Social Media? (meerdere antwoorden mogelijk)
17
Welk ander Social Media gebruikt u?
18
Begeleidt u uw kinderen bij Social Media en Internet? Houdt u de Social Media en surfgedrag op Internet van u kind in de gaten en grijpt u in? Heeft u Internet met een kinderbeveiliging? (softwarematig)
19 20
Hyves Facebook Twitter Linked-In Andere
0 0 0 0 0
Ja Nee Ja Nee Ja Nee
0 0 0 0 0 0
HARTELIJK DANK!
PO-spiegels >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Vragenlijst leerlingen LEES DIT EERST - Gebruik bij het invullen een zwart potlood of een pen! - Je mag bij elke vraag maar één hokje invullen. - Zet geen kruisje door het rondje, maar kleur het bolletje - Als je een fout hebt gemaakt, tipp-ex het foute antwoord uit en vul het goede rondje in. - Je mag dit blad niet vouwen. - Als je op een vraag echt geen antwoord weet, hoef je niets in te vullen. - Wacht met invullen tot dat de jut of meester zegt dat je mag beginnen!
ALGEMEEN 1 Ben je een jongen of een meisje?
2
In welke groep zit je?
Jongen Meisje
0 0
Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8
0 0 0 0
DE GROEP 3 4 5 6 7 8 9 10
Is hat leuk met de kinderen waarmee je aan een tafeltje zit? Zou je liever op een andere plek willen zitten? Vind je de jongens van je klas aardig? Vind je de meisjes van je klas aardig? Heb je het naar je zin in de groep? Heb je veel vriendjes en vriendinnetjes op school? Heb je veel vriendjes en vriendinnetjes in de klas? Zijn er duidelijke regels over wat wel en niet mag?
11 12 13 14 15 16
Voel je je wel eens alleen op school? Wordt er wel eens ruzie gemaakt in je groep? Word je wel eens gepest? Worden andere kinderen wel eens gepest? Pest je zelf andere kinderen? Verveel je je weleens op school?
Niet zo 0
Gaat wel 0
ja 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
(Bijna) nooit 0 0 0 0 0 0
Soms 0 0 0 0 0 0
Vaak 0 0 0 0 0 0
DE SCHOOL 17 18 19 20 21 22
Vind je het schoolgebouw er van binnen mooi uitzien? Vind je het schoolgebouw er van buiten mooi uitzien? Vind je het schoon en netjes op school? Vind je het schoolplein leuk? Vind je het speelkwartier leuk? Is de weg naar school veilig?
Niet zo 0 0 0 0 0 0
Gaat wel 0 0 0 0 0 0
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Ja 0 0 0 0 0 0
ALGEMENE TEVREDENHEID 23
Vind je het leuk om naar school te gaan?
24
Dank je wel eens: "Zat ik maar op een andere school"?
25
Waarom?
26
Welk rapportcijfer zou je deze school geven? (1= heel slecht t/m 10= heel goed)
Niet zo 0
Gaat wel 0
Ja 0
(Bijna) nooit 0
Soms 0
Vaak 0
(Bijna) nooit 0 0 0 0 0 0
Soms 0 0 0 0 0 0
Vaak 0 0 0 0 0 0
Ja 0 0
Nee 0 0
ACHTERGRONDGEGEVENS 27 28 29 30 31 32
Verveel je je thuis wel eens? Speel je weleens buiten? Lees je thuis wel eens een boek? Lees je thuis wel eens een stripboek? Kijk je thuis televisie? Luister je thuis naar de radio?
33 34
Zit je op een sportclub? Zit je op een andere club of vereniging? (bijv. muziek, toneel, dans, hobby)
35
Wat doe je het meest als je uit school komt? (meerdere antwoorden mogelijk)
36
Speel je thuis met Nintendo, Playstation of andere computerspelletjes? Speel je thuis ook spelletjes zonder een Nintendo, Playstation of Computer? Gebruik je thuis de Computer voor schoolwerk? Gebruik je thuis de Computer om te oefenen (taal en rekenen)? Gebruik je thuis weleens Internet? Maak jij gebruik van Social Media (zoals Hyves en Faceboek)? Mag jij van jouw ouders gebruik make van Social Media? Begeleiden jouw ouders jou als jij gebruik maakt van Social Media?
37 38 39 40 41 42 43
44 45
Vindt jij Social Media leuk? Wordt jij gepest via Social Media?
Buiten spelen Televisie kijken Lezen Computerspelletjes Club of vereniging lets anders
0 0 0 0 0 0
(Bijna) nooit 0
Soms 0
Vaak 0
0
0
0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Ja 0 0
Nee 0 0
Soms 0 0
Weet niet 0 0
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
46
Van welke Social Media maak jij gebruik? (meerdere antwoorden mogelijk)
47
Welke andere Social Media gebruik je ook?
Hyves Facebook Twitter Google+ Picasa YouTube Andere(n):
Dank je wel voor het invullen!
PO-spiegels >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
0 0 0 0 0 0 0
VRAAGPATRONEN VEILIG & SOCIAAL (dit moet nog worden afgerond) Hoe om gaan met: - arbeidsomstandigheden? - bij beveiliging? - diefstal? - discriminatie? - ernstige incidenten? - huiselijk geweld? - Internet? - kindermisbruik? - kindermishandeling? - leerlingen? - het fenomeen Loverboys? - machtsmisbruik? - ongewenste aanwezigheid? - ontvoering? - pesten? - seksueel misbruik? - schoolomstandigheden? - Social Media? - sterfgevallen? - bij verkeersonveilige situaties? - vermissing? - vernielingen? - verwaarlozing? - vuurwerkbezit? - wapenbezit? - weglopen? Hoe te handelen bij: - bij brand? - bij een ramp?
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
REGISTER VEILIG & SOCIAAL (dit moet nog worden afgerond)
Thema Veilig & Sociaal
Rubriek Omgeving-gebonden zaken Object-gebonden zaken Werk-gebonden zaken
Mens-gebonden zaken Situatie-gebonden zaken Overige zaken
Item
Sub-item
Arbeidsomstandigheden
Arbo-beleid Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Verzuimmanagement
Vertrouwenspersoon Leeswijzer
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
TREFWOORDEN
(nog niet afgerond afgerond)
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VEILIG & SOCIAAL Sleutelfiguren
(dit moet nog worden afgerond) Per 1 december 2012
Alleen in geval van nood mogen de volgende telefoonnummers worden aangewend: Bevoegd gezag Schooldirecteur Veiligheidscoördinator Controleur speeltoestellen Arbo-dienst Vertrouwenspersoon Rouwcoördinator Schoolmaatschappelijk werker Vertrouwenspersoon
060606060606060606-
Deze functionarissen zijn voor noodsituaties via deze telefoonnummers 7 dagen en 24 uur per dag bereikbaar. Deze telefoonnummers mogen nimmer aan derden worden verstrekt!!
Overige relevante telefoonnummers: Hulpverleningsdienst Politie (geen spoed en meldingen) GGD GGZ RIAGG Bureau Jeugdzorg Kindertelefoon Sociaal Pedagogische Dienst Algemeen Maatschappelijk Werk Vertrouwensinspecteur (Inspectie) Leerplichtambtenaar Provinciale Advies- en steunpunt huiselijk geweld Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
Hulplijn bij vermissing en weggelopen kind Jeugdarts Raad voor de Kinderbescherming Schoolbegeleidingsdienst
112 (Alarmnummer) 0900 – 8844 0592 – 306 300 0591 – 856 000 0 0800 – 0432 0900 – 9888 (toestelcode : 2864) 0591 – 680 850 0900 – 111 3 111 (meldpunt) 0 0900- 3711711 0900 – 123 123 0 U wordt automatisch doorgeschakeld naar het AMK in uw eigen regio. 116000 0 0 0
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VEILIG & SOCIAAL Algehele toelichting
In dit stuk is vastgelegd wat er op een school van Viviani in het kader van veiligheid mag worden verwacht. In grote lijnen geldt voor elke school hetzelfde. In sommige gevallen zal elke school zelf een invulling moeten geven aan het plan. Reikwijdte Dit schoolveiligheidsplan heeft betrekking hebben op alle werknemers, maar ook op alle leerlingen en hun ouders/verzorgers. Bij de aanmelding van kinderen worden ouders/verzorgers gewezen op hun rol en daarom wordt dit plan ook actief gepubliceerd via de besloten community voor ouders/verzorgers via Internet. Binnen het schoolteam wordt periodiek stil gestaan bij dit plan en actueel gehouden. Input Aan dit plan liggen enquêtes ten grondslag, zowel onder ouders/verzorgers als onder het personeel. Periodiek wordt door middel van enquêtes en polls de strekking van dit plan getoetst en actueel gehouden. Draagvlak De school is onderdeel van de scholenstichting Viviani te Emmen. Een deel van dit plan is stichting breed bepaald en is men daar verantwoordelijk voor het toetsen van dit plan, de rest op het niveau van de school. Dit wordt per aandachtspunt nader aangegeven. Daarmee wordt dit plan voorgelegd aan zowel de GMR (bovenschools) en MR (binnen CBS Braakhekke). Evaluatie Minimaal moet een Sociaal-Veiligheidsplan eens per vier jaar geëvalueerd worden. Maar, de opzet van dit plan is dusdanig dat het op onderdelen continu actueel gehouden kan en moet worden. Dit in verband met de hoogste graad van veiligheid. Maar, daarbij is ook bekend wie waarvoor verantwoordelijk is. Opzet Het plan is een verzameling kwaliteitskaarten, waarmee alle relevante informatie SMART is weergegeven in één A4-tje. En, door middel van hyperlinks kan door deze verzameling kaarten genavigeerd worden om snel de juiste informatie te vinden, niet alleen binnen het document, maar ook extern via Internet. Daarmee is Internet en Document geïntegreerd. En, is het Sociaal-veiligheidsplan zelf ook niet groter dan één A4-tje. Voorwaarde Het snel en adequaat de juiste informatie vinden is onderdeel van het veiligheidsdenken. In crisissituaties zal er snel gehandeld moeten worden. Daarmee is deze verzameling kaarten geschikt om via Internet op PC, Smartfone en Tablet te kunnen raadplegen. Toegankelijkheid Vooralsnog vindt dit via Internet plaats. Echter, bij camaliteiten kan het Internet des-functioneren. Zodra alle medewerkers een Smartfone of een Tablet hebben, wordt dit document daarop geïnstalleerd. Hierdoor kunnen deze kaarten ook zonder Internet geraadpleegd worden. Daarmee heeft iedereen de basisinformatie ‘op zak’. Protocol versus handreiking Door middel van een kwaliteitskaart is een bepaald aspect uitgewerkt in termen van Handreiking. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen preventieve- en curatieve handreikingen. Nadrukkelijk wordt er gesproken over een Handreiking en niet over Handelen. Immers, elke situatie en incident is uniek. Hierdoor kan niet alles in detail worden voorspeld in termen van Handelingen. Elke medewerker zal in die situaties en bij deze incidenten zijn professionaliteit moeten tonen. Om zover te komen, zijn er Handreikingen en Hulpmiddelen beschikbaar. Daarmee is de term Protocol losgelaten, omdat dit (teveel) geassocieerd kan worden met Handelingen en niet met Handreikingen en Hulpmiddelen.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Vraagpatronen Het zoeken naar informatie heeft te maken met de vraag naar informatie. Door van uit de optiek van de gebruiker te denken, zijn er vraagpatronen achterhaald. Dat overzicht is niet uitputtelijk. Het is verstandig om continu te kijken of er ook andere vraagpatronen zijn en deze toe te voegen aan het overzicht. Hierdoor neemt de functionaliteit van dit document toe. Zoekpatronen Het vinden van gewenste informatie wordt niet alleen bepaald hoe men de vraag stel (vraagpatronen), maar ook door de manier waarop men naar informatie zoekt (zoekpatronen). Daarom wordt er ook een Kennissysteem ontwikkeld, waardoor op verschillende manier informatie gezocht en ontsloten kan worden. Het gaat om een pilot met behulp van het basisdocument Sociaal-veiligheidsplan, maar waaraan andere basisdocumenten toegevoegd kunnen worden (zoals Schoolplan, ICT-plan etc.), eveneens met dezelfde kwaliteitskaarten. Hierdoor worden al deze basisdocumenten geïntegreerd tot een ‘kaartenbak’ met kwaliteitskaarten. Onderwijsvernieuwing Met deze aanpak wordt ingespeeld op Onderwijs 2.0. Daarin staan de medewerkers, als professionals, centraal. Er wordt veel verlangd van deze professionals, dat is inherent aan hun beroep. Hierbij ligt het accent niet op het weten, maar op het weten te vinden en weten toe te passen. Dat vraagt om een organisatie om de professionals daarbij goed te faciliteren en goede gereedschap daarbij mee te geven. Daarmee ligt het accent binnen de organisatie op Kennismanagement. Namelijk, zorgen dat de informatie in één bron beschikbaar is en de informatie daarin makkelijk en op verschillende manieren te ontsluiten is, waardoor deze professionals adequaat kan handelen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VEILIG & SOCIAAL Omgeving-gebonden zaken
Per school zijn de omgevingsfactoren verschillend. Hierdoor is voor wat betreft deze factoren per school maatwerk nodig binnen een Sociaal-veiligheidsplan. Het evalueren en bijstellen van dit deel van het plan ligt dan ook op het niveau van de school.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Omgeving-gebonden zaken Verkeersveiligheid
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. )
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
CBS De Braakhekke te Emmer-Compascuum Permanent Diverse maatregelen Op advies en in samenspraak met andere partijen. Een veilige weg van en naar school.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Schoolteam en Verkeerscommissie Jaarlijks Evaluerend gesprek
HANDREIKING
Per school is de directe omgeving uniek. Hierdoor wordt per school naar de verkeersveiligheid in deze omgeving gekeken. Het gaat om maatwerk qua maatregelen. Binnen CBS De Braakhekke bestaat een Adviescommissie, bestaande uit ouders/verzorgers van kinderen op deze school. Deze commissie doet (gevraagd en ongevraagd) aanbevelingen om de verkeersveiligheid in de omgeving van de school te verbeteren. CBS De Braakhekke is gelegen in een herstructureringswijk. Gedurende een lange reeks van jaren zijn er sloop- en bouwactiviteiten. Dat gaat gepaard met intensief en zware vrachtverkeer. Hierdoor is de omvang van risico’s significant toegenomen. Dat vraagt om tijdelijk extra maatregelen in samenwerking met de gemeente, Veilig Verkeer Nederland (VVN), Politie, bouwbedrijven en vervoersbedrijven, opdrachtgevers (woningcorporatie), wijkraad en ouders/verzorgers. Bijvoorbeeld, dat de af- en aanvoerroute voor de bouw niet langs de school gaat, maar buitenom (N.B, het overleg is nog gaan en er zijn nog geen concrete afspraken of maatregelen. Zodra deze alsnog bekend zijn, worden deze alsnog toegevoegd aan de al bekend zijnde maatregelen).
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
MAATREGELEN VERKEERSVEILIGHEID
In verband met de verkeersveiligheid gelden de volgende regels. Zij die niet hieraan voldoen, worden door het personeel hierop aangesproken en in het uiterste geval door de Schooldirecteur dringend verzocht wel hieraan mee te werken. Faciliteiten Er is voldoende ruimte in de fietsenstalling; de fietsen dienen daar geplaatst te worden. Op het schoolplein mag niet gefietst worden. Er is toezicht op het plein vanaf een kwartier voor schoolaanvang, in de pauze en bij het uitgaan van de school. Halen/brengen Als de algemeen geldende verkeersregels in acht genomen worden, kunnen de leerlingen op een veilige manier gehaald en gebracht worden. De ouders/verzorgers worden nadrukkelijk uitgenodigd de kinderen niet de halen/brengen met een motorvoertuig. Immers, de kinderen wonen op loop- en fietsafstand van de school. Stopverbod Volgens het Verkeersreglement bestaat er een stopverbod midden op straat. Stoppen is alleen mogelijk langs de stoeprand. Parkeren Parkeren is alleen mogelijk in de daarvoor aangelegde parkeerstroken/havens. Parkeren op de stoep of in het openbaar groen wordt niet aanvaard. Kinderen moeten via de stop onbelemmerd en veilig de school kunnen bereiken. Samenscholing De kinderen moeten onbelemmerd en veilig het schoolterrein kunnen betreden. Daarom worden de ouders/verzorgers dringend verzocht niet over te gaan tot samenscholing bij de toegangsmogelijkheden tot het schoolterreinen. En, de toegangspaden tot het terrein vrij te houden. Gehandicaptenvervoer Daar waar een toegangspad is tot het schoolterrein mag geen auto stoppen of parkeren. Deze ruimte is uitsluitend bestemd voor gehandicaptenvervoer. Daartoe wordt ook gerekend het halen/brengen van kinderen die tijdelijk beperkt zijn in lopen en staan (bijvoorbeeld, een gipsbeen). Vervoer per fiets Groep 1 t/m 4 gaan niet op de fiets weg! Groep 5 t/m 8: Alleen vervoer per fiets over de meest fietsveilige routes (N.B., vanwege het zware vrachtverkeer zijn de kinderen verplicht op de stoep te fietsen! En, te stoppen bij elke oversteek van een straat). Begeleiding op routes Daar waar sprake is van een route waar langs ineens meerdere kinderen langs gaan, worden de ouders/verzorgers van deze kinderen uitgenodigd deze groep kinderen (bij toe-beurt) te begeleiden (minimaal twee volwassenen). Deze begeleiders maken met de kinderen (en hun ouders/verzorgers) afspraken over de te rijden route en hoe (waaronder het oversteken bij straten). Eén begeleider rijdt voorop, de andere achter in de rij. Dit is niet verplicht, wel een advies aan ouders/verzorgers. Klaar-over Gelet op het stratenplan en in normale omstandigheden sprake is van alleen aanwonend-verkeer. Er zijn geen gevaarlijke oversteekplaats en derhalve zijn er geen klaar-overs nodig. Oversteek procedure Indien kinderen onder leiding van leerkracht(en) en ouders per fiets een andere locatie bezoeken wordt er bij oversteken als volgt gehandeld: - Vooraf (voor vertrek) worden er door de leerkracht afspraken gemaakt over hoe te handelen bij een min of meer gevaarlijke oversteekplaats (op basis van inschatting van de leerkracht). - Er gaan altijd minimaal twee volwassenen mee ter begeleiding. Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
De kinderen fietsen twee-aan-twee en allemaal in hetzelfde tempo. De leerkracht fietst voorop en minimaal één volwassene achteraan de groep. Bij het naderen van de oversteekplaats stopt de gehele groep (op aanwijzing van de leerkracht). De achterste volwassenen komt naar voren en houdt het verkeer tegen. De gehele groep steekt snel over. De achterste volwassene sluit weer achteraan bij de groep. Bij verkeerslichten worden deze altijd gebruikt en wordt er niet door rood gereden, de groep die als eerste door het verkeerslicht is wacht aan de overkant. Dit geldt alleen bij groep 5 t/m 8. De kinderen van groep 1 t/m 4 worden gebracht en gehaald (door middel van particulier vervoer). Particulier vervoer Tijdens de schooltijden wordt particulier vervoer toegestaan mits: - Er een inzittendenverzekering is afgesloten ( geadviseerd wordt inzittendenverzekering, daar deze bij ongevallen de persoonlijke schade dekt). - Er niet meer personen in de auto gaan dan het op de polis toegestane aantal. - Ter begeleiding voldoende aantal volwassenen meegaan. - De Schooldirecteur vooraf toestemming verleent.
een
schade--
Verder dient er met het volgende rekening te worden gehouden: - De bestuur(d)(st)er van de auto rijdt op eigen risico. Schade aan auto's of verhaal van no-claim verlies wordt niet vergoed. - De benzinekosten worden door de school betaald. Maar, kan op verzoek van de auto-eigenaar ook (fiscaal) omgezet worden in een Schenking aan de school. - Kinderen en bestuurders dienen, vooraf aan elk uitstapje, op de hoogte gesteld te worden van hoe een ieder zich in de auto dient te gedragen. - Alle kinderen, kleiner dan 1,35 meter met een maximaal gewicht van 36 kilo, moeten zowel voorin als achterin gebruik maken van een geschikt en goedgekeurd kinderzitje of zittingverhoger . Dit geldt alleen voor 'eigen' kinderen. Als er incidenteel andere kinderen meerijden dan hoeven deze geen gebruik te maken van een kinderzitje. Ons beleid is erop gericht om alle kinderen, die voldoen aan vernoemd criterium, gebruik te laten maken van een zittingverhoger of kinderzitje. - Kinderen boven de 1,35 meter moeten gebruik maken van de veiligheidsgordel. Een driepuntsgordel als heupgordel gebruiken mag niet meer. Ook gordelgeleiders mogen niet gebruikt worden, behalve voor kinderen die kleiner zijn dan 1,50 meter voor wie geen zittingverhoger te krijgen is omdat ze te zwaar (>36 kilo) zijn. De gordelgeleider moet goed door het oog van de naald kunnen bewegen. - Als niet alle zitplaatsen op de achterbank voorzien zijn van een autogordel, mogen passagiers groter dan 1,35 meter los op de achterbank vervoerd worden, zolang de aanwezige gordels maar worden gebruikt. Er mogen niet méér passagiers vervoerd worden dan er gordels beschikbaar zijn. Openbaar vervoer Er gaat altijd 'begeleiding' respectievelijk benodigde aantal volwassenen mee. De directie moet voor het uitstapje toestemming verlenen. Reizen met busmaatschappij Alle groepen mogen met een bus van een bus maatschappij op schoolreisje mits er aan de volgende voorwaarden voldaan wordt: - Één kind per zitplaats. - Kinderen in de stoelgordel zitten. - Er niet meer personen meegaan dan het voor de bus maximaal aantal toegestane passagiers. - Alle aanwijzingen van de chauffeur dienen te worden opgevolgd. - Ter begeleiding voldoende aantal volwassenen meegaan. - De Schooldirecteur vooraf toestemming verleent. Reisbegeleiding van groepen De begeleiding bij groepen (ongeacht de manier van vervoer) dient als volgt samengesteld te zijn: - Groep 0-1-2: 1 leerkracht en 2 ouders op 8 kinderen Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
Groep 3-4-5: Groep 6-7-8:
1 leerkracht en 3 ouders op 16 kinderen 1 leerkracht en 3 ouders op 16 kinderen
Activiteiten buiten schooltijd Activiteiten die buiten schooltijd plaatsvinden, maar wel door school worden aanbevolen, vallen onder verantwoording van de ouders/verzorgers. Bij elk van deze activiteiten dienen de ouders op de hoogte te worden gebracht van deze activiteit. Bij activiteiten buiten school dienen de ouders het vervoer van hun kinderen zelf te regelen. Verantwoordelijkheden Deze afspraken zoals hier genoemd dienen zowel bij de leerkrachten als bij de ouders bekend te zijn. Eindverantwoording Schooldirecteur De schooldirecteur behoudt zich het recht voor om in voorkomende gevallen geen toestemming te geven aan een aanvraag vervoer.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
HANDREIKING
Veilig en Sociaal Omgeving-gebonden zaken Rampenplan -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting In geval van een ramp in het gebied waarbinnen de school is gelegen Calamiteitenplan en Ontruimingsplan activeren. En, chaos en paniek voorkomen. Instructies van de Hulpverleningsdiensten opvolgen Veiligheid van alle aanwezigen binnen het gebouw en op het terrein van de school.
Bevoegd gezag Na plaatsgevonden incident Evaluatie gesprek met betrokkenen en Hulpverleningsdiensten. En, daarna een eindgesprek met het Directieoverleg en tot slot een gesprek met de Burgemeester (als eindverantwoordelijke bij rampenbestrijding). Het gaat hierom situaties die plaatsvinden tijdens schooltijd en de school verantwoordelijk is voor andermans kinderen. Cruciaal is de periode dat de Hulpverleningsdiensten nog moeten arriveren en de school ‘zelfvoorzienend’ moet zijn. In het gemeentelijk rampenplan is bekend waar scholen zijn en dat er ten aanzien van scholen gehandeld moet worden door Hulpverleningsdiensten (evacuatie en elders de kinderen en personeel opvangen in afwachting op nadere instructies). Als in de wijk of dorp de gemeentelijke sirene gaat: - ga direct naar binnen; - Sluit deuren en ramen; - zet de radio aan (regionale zender) en eventueel de TV; - Waarschuw alle leerkrachten (als eerste de leerkracht/groep die buiten is). - Iedere leerkracht controleert m.b.v. leerlingenlijst of alle kinderen aanwezig zijn en geeft schriftelijk de namen door van de leerlingen, die zonder reden absent zijn aan de BHV (deze onderneemt actie). Actuele Groepsoverzichten leerlingen >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
ZELFVOORZIENEND BIJ RAMPEN
Type situaties Bij een ramp kan de Schooldirecteur en de BHV-ers samen met drie type situaties te maken krijgen. Namelijk: - De ramp is veraf - De ramp is nabij - De ramp is (mede) op het schoolterrein Communicatie Hierbij moet u zich realiseren, dat de normale communicatielijnen (zoals mobielnetwerk) (deels) niet werken. De Schooldirecteur zal ‘geïsoleerd’ toch besluiten moeten nemen. Welke besluit dat ook zal zijn, bij geen enkele optie staat vooraf vast of deze goed is of niet. Ontruiming Het ontruimingsplan is niet automatisch van toepassing. De BHV-ers en Schooldirecteur overleggen terstond en de Schooldirecteur neemt een ad hoc besluit. Het kan zijn, dat de kinderen binnen veiliger zijn dan buiten. Is de ramp nabij of zelfs (mede) op het schoolterrein, dan rest maar één ding: massaal en lopend evacueren naar een veilige locatie en zover mogelijk vanaf de ramp-plek zien te komen en daar samen wachten op de Hulpverleningsdiensten. Keuzes Het wegkrijgen van de kinderen, personeel en anderen naar een veiliger plek, heeft prioriteit, tenzij het schoolgebouw de veilige plek is of als veilige plek beschouwd kan worden. Daarbij kan niet gewacht worden op het behandelen van gewonden of het zoeken naar een gemiste. Het leven van een grote groep mensen weegt dan zwaarder dan deze enkeling. De Schooldirecteur heeft bij voorbaat het mandaat om deze keuzes te maken en staan achteraf niet ter discussie. Contactpersoon Belangrijk is dat alle medewerkers worden ingezet bij een evacuatie, dus ook de BHV-ers en EHBOers. Slechts één EHBO-er en BHV-er kan achterblijven als er gewonden zijn (mits het leven van dezee vrijwillige hulpverleners niet in gevaar is of komt.. En, het is de Schooldirecteur die contactpersoon is richting Hulpverleningsdiensten en de aanpak verder afstemt. Voorop staat: het in veiligheid brengen van de kinderen en personeel en anderen. Uitgangspunt Blijf bij de kinderen en houd de kinderen bij elkaar! Dit betekent, dat de ouders/verzorgers die (in paniek) op de kinderen afkomen, gesommeerd worden mee te gaan in de ‘optocht’ naar een veiliger plek, maar mogen het kind niet meenemen. Wordt dat wel gedaan, dan is het vervolgens moeilijk en zelfs onmogelijk om te inventariseren. Inventarisatie Met behulp van de groepsoverzichten met namen van de leerlingen wordt eerst nagegaan of er niemand wordt vermist. Deze informatie wordt aan de Hulpverleningsdiensten meegegeven. Daarom dagelijks nagaan of deze overzichten ook actueel zijn. Bijvoorbeeld, wie afwezig is of ziek.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Omgeving-gebonden zaken Internet
Grondslag
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Permanent Veilig gebruik van Internet door kinderen Afspraken maken Voorkomen dat kinderen door onwetendheid fouten maken.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Directieoverleg Eens per jaar Evaluerend gesprek
HANDREIKING
Van oudsher heeft de school te maken met de fysieke omgeving waarbinnen de kinderen voortbewegen, spelen en leven. Vandaar ook aandacht aan, bijvoorbeeld, de verkeersveiligheid. Inmiddels hebben we ook te maken met de digitale omgeving, waarbinnen kinderen voortbewegen, spelen en leven. Vandaar dat dit ook aandacht krijgt. Binnen deze omgeving zijn kinderen kwetsbaar en in het verlengde daarvan ook anderen. Kinderen zijn slachtoffer van ongewenste praktijken. Door het maken van afspraken met kinderen kan preventief het niveau van risico’s worden belaagd. Deze afspraken maken de kinderen – en in het verlengde daarvan de ouders/verzorgers – bewust van de voor- en nadelen van Internet en hoe je daarmee kan of moet omgaan. Het belang van deze afspraken is toegenomen nu kinderen ook Internet op school kunnen gebruiken. De leeftijd, waarop men de digitale omgeving betreedt, vindt meer-en-meer op een jongere leeftijd plaats. Het gaat om generaties kinderen die opgroeien met het bestaan van Computers en Internet. Daarom worden deze afspraken ook meer-en-meer op jongere leeftijd gemaakt (thans vanaf groep 4). Daarom is het jaarlijks herinneren aan deze afspraken ook een must. De ouders/verzorgers worden nadrukkelijk hierbij betrokken, daar zij een rol hebben bij het monitoren van het Internetgebruik van hun kind(eren) en bij het handhaven van deze afspraken. Bovendien kunnen ouders/verzorgers software aanschaffen om het Internetgebruik van kinderen op hun PC’s thuis nog beter af te schermen. De ouders/verzorgers worden daarop actief voorgelicht en gestimuleerd daar wat mee te doen.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
INTERNETAFSPRAKEN
Dit is een lijst met afspraken die je met iemand maakt. Deze lijst bevat afspraken waaraan je je moet houden, zowel op school als thuis. Als je akkoord gaat met die regels kun je dat laten zien door deze afsprakenlijst te ondertekenen, samen met je ouders/verzorgers. Dat betekent dus wel dat, de school en jouw ouders/verzorgers, ervan uitgaan datje je aan die afspraken gaat houden. Hierbij verklaar ik, dat ik me aan de volgende afspraken zal houden: - Ik zal nooit zonder toestemming van mijn juf/meester of van mijn ouders/verzorgers het volgende op/via Internet doorgeven: - mijn eigen naam, e-mailadres, huisadres en telefoonnummer; - e-mailadres, werkadres, bedrijfsnaam en telefoonnummers van mijn ouders; - de namen van mijn ouders/verzorgers; - e-mailadres, (post)adres en telefoonnummer van mijn school; - de namen van de juffen en de meesters op mijn school. - Bij gebruik van een zoekmachine gebruik ik normale woorden als zoektermen. Ik zoek geen woorden, die te maken hebben met grof woordgebruik, racisme, discriminatie, seks of geweld. - Ik vertel het mijn juf/meester als ik informatie zie of e-mailberichten krijg, waardoor ik me niet prettig voel of die ik niet vertrouw in verband met mogelijke virussen. - Ik weet dat alle sites die ik bezoek worden geregistreerd. - Ik zal nooit afspreken met iemand die ik op internet 'online' heb ontmoet en die ik verder niet ken. Chatten mag niet zonder toestemming van mijn juf/meester of ouders/verzorgers - Ik verstuur geen e-mailtjes zonder overleg met mijn juf/meester of ouders/verzorgers. - Ik zal nooit een foto of iets anders van mijzelf per e-mail of via Internet versturen of uploaden zonder toestemming van mijn juf/meester of ouders/verzorgers. - Ik Schrijf nooit mijn achternaam en mijn adres of telefoonnummer in een e-mail bericht. Wil je dat toch doen, vraag dan altijd aan je juf/meester of ouders/verzorgers of dat mag. - Krijg je berichtjes die je niet leuk of raar vindt of die te maken hebben met grof woordgebruik, seks of geweld, vertel dat dan meteen aan je juf/meester en ouders/verzorgers. - Ik mag geen bestanden downloaden zonder overleg met mijn juf/meester of ouders/verzorgers. - Ik print op school alleen met toestemming van mijn juf/meester. - Op school verander ik niets aan de instellingen en screensavers. - Ik spreek met mijn juf/meester en ouders/verzorgers af op welk tijdstip en hoe lang ik op Internet mag en welk programma’s ik mag gebruiken. - Als ik toestemming krijg van mijn juf/meester of ouders/verzorgers om te Chatten, dan mag dat alleen met een andere school of met een instantie die met de school te maken heeft in verband met educatieve doeleinden. Ik gebruik daarbij niet mijn eigen naam, adres en telefoonnummer, maar een schuilnaam. Deze schuilnaam is bij mijn juf/meester en ouders/verzorgers bekend. Bestanden (muziek, film, foto, documenten e.d.) van Internet naar je eigen computer halen heet downloaden. Op vragen om te "downloaden" is het antwoord in principe altijd nee. Je mag dus geen bestanden downloaden. Als je twijfelt overleg je met je juf/meester of ouders/verzorgers. Als ik deze afsprakenlijst onderteken, maar ik houd me er niet aan, dan mag ik vier weken niet Internetten op school en/of thuis.
Plaatsnaam:
Handtekening leerling
Datum:
Handtekening ouder/verzorger
Handtekening leerkracht
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VEILIG & SOCIAAL Object-gebonden zaken
Het schoolgebouw is een per school uniek. Hierdoor is voor wat betreft deze factoren per school maatwerk nodig binnen een Sociaal-veiligheidsplan. Het evalueren en bijstellen van dit deel van het plan ligt dan ook op het niveau van de school. Binnen dat gebouw zijn wel zaken aan de orde, die per school niet uniek zijn. Het evalueren en bijstellen van deze onderdelen ligt op het niveau van de scholenstichting. Immers, de scholen kunnen daar van elkaar leren.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Object-gebonden zaken Schoolomstandigheden -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbowet
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Continu Afwikkelen aandachtspunten Aanstellen van een bovenschoolse Veiligheidscoördinator In verband met: - welbevinden van de leerlingen; - arbeidsomstandigheden personeel.
Veiligheidscoördinator Jaarlijks Rapportage De Arbowet schrijft voor dat de werkgever zich moet laten bijstaan door deskundige werknemers (artikel 13, Arbowet). Dit zijn gewone werknemers in dienst van de werkgever die specifieke taken op het gebied van veiligheid en gezondheid als (onderdeel van hun) functie toegewezen hebben gekregen. De werkgever moet taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van deze deskundigen intern goed afstemmen op de risico's en ook formeel vastleggen en bekend maken in de organisatie. Hulp van externe deskundigen daarbij is wenselijk. Bij het onderzoek en het opstellen van concrete beleidsvoornemens wordt gebruik gemaakt van diverse instrumenten die in het onderwijs zijn ontwikkeld, waaronder: - Project de veilige school [www.mijnveiligeschool.nl]; - Veiligheidsthermometers [www.schoolenveiligheid.nl]; - De vragenlijst De veilige school. Alle scholen binnen de scholenstichting besteden in het leerstofaanbod op systematische wijze aandacht aan het welbevinden van de leerlingen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. De school is verantwoordelijk voor het welzijn, de veiligheid en de gezondheid van de leerling(en), van een kwartier voor schooltijd tot een kwartier na schooltijd.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AANDACHTSPUNTEN SCHOOLOMSTANDIGHEDEN
Schoolplein Er wordt door teamleden aan de directie melding gemaakt van onvolkomenheden op en bij het Schoolplein. De aanwezige speeltoestellen worden jaarlijks door of namens de scholenstichting gekeurd en zo nodig in opdracht van de schooldirecteur gerepareerd of verwijderd. Het speelplein is onderverdeeld in een bovenbouw- en een onderbouwgedeelte. De perken behoren niet tot het schoolplein. Eén keer per maand wordt de gehele schoolomgeving schoongemaakt (per toerbeurt door een groep). Voor het buitenspelmateriaal zijn opbergruimtes beschikbaar. • De verantwoordelijkheid t.a.v. het gebruik en het opruimen van het buitenspel-materiaal ligt bij de gebruikers. Op de speelplaats(en) mag niet gefietst worden. Lokaal De lokalen dienen doelmatig, vrij van obstakels, overzichtelijk en netjes ingericht te zijn. Tassen dienen aan de kapstokhaken opgehangen te worden in de gang. Er worden geen dieren in de klaslokalen gehouden. Ten aanzien van materiaalgebruik worden de regels gehanteerd zoals aangegeven in de klassenmap. Gymnastiek Elke groep loopt in een geordende rij van en naar de sporthal. Er wordt gymnastiekkleding gedragen. Tijdens de gymles worden er geen sieraden gedragen. Vanaf groep 5 wordt er van een jongens- en meisjeskleedkamer gebruik gemaakt. De beheerder van de sporthal is verantwoordelijk ten aanzien van materialen, toestellen en de vereiste hygiëne. De EHBO-middelen bevinden zich in het kantoor van de beheerder; is tijdens gymnastieklessen direct beschikbaar. De leerkracht heeft een telefoon bij de hand om direct de Hulpverleningsdiensten te benaderen voor hulp. Overige - Jaarlijkse inspecties van gebouwen het schoolplein. - Controleren van de logboeken ongevallen - Actualiseren van huisregels. - Het opstellen en bewaken van het ontruimingsplan. - Het bijhouden van de registratie van ongevallen. - Inventarisatie van de veiligheidsbeleving binnen de school. - Maken van een stappenplan naar sociale veiligheid. - Opstellenen en naleven van regels voor het sociale verkeer op school. - Terugdringen van agressie en wapengeweld op school. - Afsluiten van veiligheidsconvenanten - Jaarlijkse controle van de speeltoestellen en gymtoestellen en -materialen - Het schrijven van een rapportage van de inspectie - Het uitvoeren van een her-controle nadat gebreken zijn hersteld - Het invullen van de betreffende ruimte in het logboek speeltoestellen
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
DESKUNDIGHEID ARBO
De verschillende rollen (Preventiemedewerker, Arbo-coördinator en Veiligheidscoördinator) die de wetgever onderkent in het kader van de Arbo-wet- en –regelgeving, zijn binnen een kleine organisatie, zoals een scholengroep, samengevoegd bij één functionaris, in dit geval met de titel van Veiligheidscoördinator. En, los daarvan een Vertrouwenspersoon en BHV-ers. Intern De werkgever moet taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van deze deskundigen intern goed afstemmen op de risico's en ook formeel vastleggen en bekend maken in de organisatie. Hulp van externe deskundigen daarbij is wenselijk. Die deskundige werknemers heten vaak preventiemedewerker of Arbo-coördinator. De taken van de preventiemedewerker omvatten in ieder geval: - het verlenen van medewerking aan de risico-inventarisatie en -evaluatie (rie), in het onderwijs meestal in de vorm van de Arbo-coördinator; - het uitvoeren van diverse maatregelen op Arbogebied; - het adviseren aan en nauw overleggen met de medezeggenschapsraad. De aan te wijzen werknemers moeten de bijstand "naar behoren" kunnen verlenen. Dit houdt in dat er eisen moeten worden gesteld in verband met • deskundigheid en ervaring • uitrusting • aantal • beschikbaarheid in en buiten lesuren • organisatie en instructie De bijstand houdt in, dat de preventiemedewerker risico's inschat en passende oplossingen geeft. Hij kan iedereen in de scholen van hoog tot laag, werknemers, ouders en leerlingen, aanwijzingengeven. Hij is echter niet verantwoordelijk voor de oplossing van het probleem; die taak ligt formeel bij de werkgever. De Arbo-functionaris neemt een onafhankelijke positie in, en heeft daarom op grond van de wet een aparte vorm van ontslagbescherming gekregen: hij mag vanwege zijn taakuitoefening niet benadeeld worden in zijn positie binnen de organisatie. Extern Naast de interne spelers hierboven beschreven zijn er nog meer personen betrokken bij de uitvoering van het beleid. De werkgever is wettelijk verplicht ondersteuning in te roepen van een Arbodienst, meestal een externe dienst. Hij koopt steeds dienstverlening in voor hulp op maat bij de opzet en de uitvoering van het Arbobeleid. Werkgevers werken met elkaar sedert jaar en dag samen in het Vervangingsfonds (sinds kort alleen voor het PO) en bij het Arboservicecentrum VOo Vakbonden zoals de AOb zijn hierbij actief betrokken, en spelen als zodanig een rol bij de ontwikkeling van diverse instrumenten voor het Arbobeleid en het Schoolveiligheidsplan Hoewel dit niet in alle gevallen ondersteuning genoemd kan worden, werken werkgevers steeds meer samen met: Wijkagent of speciale Jeugd-agenten. De Politie is in het kader van de preventie bereid om schoolbesturen advies op maat te geven op voorwaarde dat een schoolbestuur zelf de verantwoordelijkheid heeft genomen om een Schoolveiligheidsplan voor de eigen scholen op te stellen. Bij contact zal de Politie het schoolbestuur vragen een 'inventarisatieformulier schoolveiligheid' in te vullen, op basis waarvan Politie en schoolbestuur samen een 'checklist schoolveiligheid' invullen. De afspraken zullen vervolgens kunnen leiden tot een "Convenant veiligheid in en om de school in.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Bronnen: - Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (www.hetccv.nl) - Bureau Jeugdzorg - GGD en RIAGG - Bureau HALT - VFPF (www.vfpf.nl/vfpf/arbeidsomstandigheden/default.asp) - Arbo-PO (www.arbo-po.nl)
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom? EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Object-gebonden zaken Beveiliging
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Continu Alarm aan- en uitzetten Elektronisch beveiliging. Inbraak en diefstal te voorkomen
Veiligheidscoördinator Jaarlijks Rapportage Het technische gedeelte wordt verzorgd door bemiddeling van VB&T, terwijl Securitas de alarmopvolging afhandelt. De conciërge heeft (in de kast) een map met specifieke informatie inzake Elektronisch beveiliging. Nadere instructies >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
INSTRUCTIES ELECTRONISCHE BEVEILIGING Contactpersonen bij alarm 1 .. 2 .. 3 .. 4 .. Beveiligingsbedrijf
0 0 0 0 0
Uitschakeltijden alarm Het alarm wordt met de hand uit- en ingeschakeld als het gebouw betreden wordt. Wat te doen bij alarmering De meldkamer komt met een melding ten aanzien van het alarm. Afhankelijk van de melding zijn er verschillende acties te ondernemen. Veelal zal men naar school moeten om het probleem op te lossen. Het beveiligingsbedrijf komt naar de locatie binnen school waar het eventuele alarm is veroorzaakt. Aanpak op locatie bij alarm - Poolshoogte nemen bij en in de school. Maar, doe dit nooit alleen! - Benader het gebouw vanaf de voorkant en observeer of er iets opvallends is. - Ga bij duidelijk onraad het gebouw niet binnen en waarschuw de Politie. Wacht tot de Politie is gearriveerd en betreed samen met de Politie het gebouw. - Als alles op loos alarm lijkt kan de school worden betreden en moet de situatie ter plaatse van de locatie waar het alarm is veroorzaakt bekeken worden. Verwijder eventuele bewegende zaken die het alarm hebben veroorzaakt. - Laat een korte notitie achter op het bureau (of in het postvakje) van de Schooldirecteur waarop de tijd en de oorzaak van het alarm staat. - Controleer of de deuren op slot zitten en schakel het alarm weer in. Wat te doen bij storing Als de alarminstallatie niet goed functioneert (bijvoorbeeld niet wil in- of uitschakelen), dan kun je bellen met de storingsdienst van de firma Niscayah (0900-5720000). Er wordt om de schoolcode gevraagd. Deze is aan de teamleden verstrekt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe?
Veilig en Sociaal Object-gebonden zaken Brandveiligheid
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Gebruikersvergunning (Brandweer) Bedrijfshulpverlening Arbeidsomstandighedenwet (BBA) Normen t.a.v. Brandbestrijdingsmiddelen (gemeente)
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Continu Aanwijzingen van de Brandweer en gemeente opvolgen Calamiteitenplan en Ontruimingsplan Vluchtrouteplan Bedrijfshulpverlening (BHV) Brandbestrijdingsmiddelen Herhalingscursussen BHV
Waarom?
Veiligheid van alle aanwezigen binnen het gebouw.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Veiligheidscoördinator Jaarlijks Rapportage
HANDREIKING
De schooldirectie is ten alle tijden verantwoordelijk voor de organisatie in gevallen van calamiteiten, noodsituaties en eerst hulpverlening. Alle scholen hebben brandpreventie hoog in het vaandel staan. Het Bevoegd gezag wordt direct geïnformeerd over de ontstane situatie en komt het Opvangteam bijeen. Calamiteitenplan > Ontruimingsplan > Vluchtrouteplan > Actuele Groepsoverzichten leerlingen >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
BRANDPREVENTIE
Brandveiligheid Ook een school heeft als inrichting op basis van wet- en regelgeving een Gebruikersvergunning. De Brandweer controleert jaarlijks of deze Gebruikersvergunning gecontinueerd kan worden. Eventuele noodzakelijke aanwijzingen van de Brandweer worden dan ook zo mogelijk uitgevoerd. Dit is de verantwoordelijkheid van de schooldirecteur in samenwerking met de veiligheidscoördinator binnen de scholenstichting. Calamiteitenplan en Ontruimingsplan Het calamiteitenplan en het ontruimingsplan zijn in samenspraak met de Brandweer opgesteld. Het ontruimingsplan wordt minimaal twee keer per jaar geoefend (één keer aangekondigd en één keer onaangekondigd). Het calamiteitenplan wordt jaarlijks herzien. Dit is de verantwoordelijkheid van de Schooldirecteur in samenwerking met de BHV. Bedrijfshulpverlening (BHV) Per 1 januari 1997 is de BBA (Bedrijfshulpverlening Arbeidsomstandighedenwet) van toepassing op het onderwijs. Hierin is vastgelegd dat een basisschool minimaal 1 BHV 'er dient te hebben per 50 aanwezige mensen (leerlingen, personeel etc.). Elk jaar moeten alle BHV-ers verplicht een herhalingscursus doen. In het Calamiteitenplan is de taakverdeling tussen de BHV-ers onderling en tussen de BHV-ers en de schooldirecteur vastgelegd. BHV-ers Binnen CBS De Braakhekke te Emmer-Compascuum moeten er twee BHV-ers continu aanwezig zijn. Omdat er mensen ook parttime werken of ziek kunnen zijn, zijn er totaal x mensen die moeten voldoen aan de eisen van BHV-er. Taak BHV-ers Deze functionarissen hebben tot taak: - bij ongevallen in en rondom de school de eerste hulp te verlenen; - contacten te leggen met Hulpverleningsdiensten; - bij brand een begin te maken met het blussen; - te alarmeren en te evacueren. Middelen De op school aanwezige brandbestrijdingsmiddelen worden jaarlijks op initiatief van de gemeente gecontroleerd. Los hiervan zijn er ook voldoende EHBO-middelen aanwezig met materialen binnen de houdbaarheidsdatum. Deze worden regelmatig (minimaal één keer per half jaar) gecontroleerd en aangevuld. EHBO-ers Alle medewerkers hebben een EHBO-diploma en volgen de herhalingscursussen. Eén daarvan draagt zorg voor het onderhoud van de EHBO-koffers. Vluchtrouteplan In alle ruimtes hangt de vluchtroute. Dat plan is vooraf door de Veiligheidscoördinator afgestemd met de Brandweer en ook samen met de Brandweer actueel gehouden. Overige medewerkers Terwijl de BHV-ers én één EHBO-ers bezig zijn, waken de andere medewerkers over alle kinderen en zorgen dat deze bij elkaar blijven. Is er een sporthal of een wijkcentrum in de buurt zijn, dan zorgen deze medewerkers dat deze kinderen in optocht direct daar naar toe gaan. In de winter en op regenachtige momenten is dit zelfs een must (omdat de kinderen geen tijd hebben en krijgen om hun jas aan te doen).
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Overdracht Sta niet toe dat ouders/verzorger hun kind meenemen. De overdracht van het kind kan pas plaatsvinden als: - in het wijkcentrum of de sporthal - de BHV-ers weten wie wel of niet aanwezig zijn. Geef nooit kinderen aan ‘vreemden’ mee, alleen maar aan de ouders/verzorgers. Dit kan betekenen, dat een deel van de kinderen langdurig opgevangen moet worden in het wijkcentrum/sporthal. Betrek terstond vrijwilligers hierbij. Aandachtspunt Een aandachtspunt voor het Opvangteam is, dat er direct activiteiten worden georganiseerd voor de geëvacueerde leerlingen tijdens hun aanwezigheid in de opvang (wijkcentrum/sporthal). Een draaiboek daarvoor is bij de veiligheidscoördinator aanwezig. Groepsoverzichten Voor de BHV-ers en de Brandweer is het van belang om te weten of er nog slachtoffers in het pand aanwezig zijn. Daarom om dagelijks de groepsoverzichten actueel gehouden worden. Bijvoorbeeld, wie afwezig is of ziek. En, dat de medewerkers dat overzicht bij zich heeft. Met behulp van dat overzicht wordt door de BHV-ers nagegaan wie geëvacueerd is en wie vermist wordt. En, deze informatie wordt aan de Brandweer overgedragen. Zo ook houden de BHV-ers bij wie gewond zijn afgevoerd. Impact Brand is een ernstig incident en heeft impact op de kinderen. Dat vraagt om een goede nazorg. Het gaat hierom een aandachtspunt voor het Opvangteam om dit samen met deskundigen dit goed te organiseren. Aangepast schoolbeleid Als het schoolgebouw (deels) is beschadigd en (deels) onbruikbaar is geworden, zijn er noodvoorzieningen nodig. Ook dit is een aandachtspunt voor de Opvangteam, waarbij de Bouwcoördinator binnen de scholenstichting en de gemeente betrokken zijn. Zo ook zullen schoolboeken en lesmaterialen e.d. met spoed besteld moeten worden. In afwachting daarop zal er een aangepast schoolbeleid gelden, wat afgestemd is met de Onderwijsinspectie. Een draaiboek daarvoor is aanwezig bij de veiligheidscoördinator en bouwcoördinator. Nazorg Als er kinderen gewond zijn geraakt, dan is er ook nazorg nodig richting deze kinderen en hun ouders/verzorgers. Daartoe neemt de Schooldirecteur (of diens plaatsvervanger) met deze ouders/verzorgers contact op.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
CALAMITEITENPLAN
Rampen en calamiteiten kunnen zich ook in Nederland voordoen. Het is noodzakelijk dat in een dergelijke situatie ieder weet hoe te handelen. Een calamiteitenplan is een noodzakelijkheid. Het wordt pas echt een ramp als je niet weet wat je moet doen. In een school heb je te maken met kinderen, personeel, meerdere toegangen en veel ramen. Hoe regel je alles snel en effectief in geval van een calamiteit. Hiervoor is een ontruimingsplan ontworpen. Dit plan is bij een ieder bekend en hangt in elke klas met daarbij behorende groepslijsten. In de teamkamer hangt eveneens het ontruimingsplan met daarbij de van elke klas een groepslijst. De administratief medewerker zorgt ervoor dat de groepslijsten up too date zijn. Elk personeelslid is op de hoogte van zijn/haar taken. Deze taken staan omschreven in het ontruimingsplan en calamiteitenplan die in de klas hangt en ook in het handboek zit. Bij dit plan is tevens een plattegrond gevoegd van de school en omgeving met daarop aangegeven: - de vluchtwegen - de meterkast - de gasmeter - de verwarmingsketel Tijdens de jaarlijks op te stellen klassenmap en vaststellen van het handboek wordt elke leerkracht op het Calamiteitenplan geattendeerd. In de directe en naaste omgeving van de school zijn geen risicogebieden (gebieden waar te verwachten is dat er een ramp kan gebeuren). Er zijn dus geen speciale richtlijnen nodig. Jaarlijkse actie Om te voorkomen dat een brand, explosie of een andere calamiteit op een school resulteert in een groot aantal slachtoffers, moet de school in zo kort mogelijke tijd veilig kunnen worden ontruimd. Om deze ontruiming zo effectief mogelijk te laten verlopen tonen de leerkrachten aan het begin van elk schooljaar de videoband "ONTRUIMEN VAN EEN BASISSCHOOL" en wordt er twee maal per schooljaar een ontruiming met de leerlingen geoefend (oktober en mei). Constateren van een brand 1 Melden bij BHV 2 BHV controleert brandhaard voorzien van brandblusser 3 BHV geeft wel of niet ontruimingssignaal 4 Ontruimingsplan treedt in werking Ontruimingsplan 1 Volg de vluchtroute naar het verzamelpunt. 2 Ga niet door het raam als het niet echt noodzakelijk is 3 Jassen en tassen blijven in school 4 Leerkracht sluit alle ramen en deuren (indien dit nog kan) 5 Leerkracht controleert of er iemand achterblijft (zonder zichzelf in gevaar te brengen) 6 Leerkracht neemt Ontruimingsplan mee 7 Op het verzamelpunt wordt aan de hand van de leerlingenlijsten gecontroleerd of een ieder aanwezig is. 8 Bevindingen worden doorgegeven aan de Schooldirecteur of diens plaatsvervanger. Verzamelpunt Het verzamelpunt is in principe het schoolplein. Echter, de situatie kan dusdanig zijn, dat het verzamelpunt buiten het schoolterrein komt te liggen, mede om ruimte te geven aan de Hulpverleningsdiensten. De gehele groep (leerlingen en personeel) begeven zich dat naar he nieuwe verzamelpunt. Nadere instructies Voor de groepen 1 t/m 4: de leerlingen verlaten hand in hand het gebouw. Bij slecht weer gaan de kinderen onder begeleiding van de medewerkers naar x
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Handelingen BHV 1 Controleert brandhaard, voorzien van brandblusser. 2 Is de brand binnen een afgesloten ruimte, open dan NIET de toegangsdeur!! 3 Geeft wel of niet opdracht tot ontruiming. 4 Geeft opdracht tot ontruiming d.m.v. alarmsignaal. 5 Geeft opdracht om alarmnummer 112 te bellen. 6 Geeft melding van ontruiming: naam, plaats, oorzaak, genomen maatregelen, eventuele slachtoffers. 7 Blijft in verbinding met Meldkamer van de Hulpverleningsdiensten voor instructies. 8 Zorgt voor afsluiten gas en water. 9 Controleert de ruimten in het gebouw op aanwezigheid van personen (deze worden begeleid naar verzamelplaats). 10 Controle gebouw of ramen en deuren gesloten zijn. 11 Wacht bij de ingang op komst van hulpverleners. 12 Legt aan de hand van plattegrond-gebouw de situatie aan bevelvoerder uit. 13 Bevelvoerder hulpverlening neemt de leiding over. 14 BHV-ers sluiten zich aan bij de groep leerlingen en personeel Brand blussen Tracht uit te zoeken waar de brandhaard is en hoe groot deze is. Probeer te blussen met aanwezige brand haspels en blusapparatuur. En: - Voor dat begonnen wordt het blussen zorgen, dat iedereen uit het gebouw is. - Gebruik de dichts bijzijnde brandslang haspel. - Eerst de afsluiter bij de haspel opendraaien. - De slang daarna zoveel als nodig afrollen. - Afhankelijk van de aard van de brand, de hendel op gebonden- of sproeistraal zetten. - De brand blussen. - Blijf zo laag mogelijk bij de grond. Verder: - Open binnendeuren bevorderen de rookverspreiding binnen. Zorg dat binnen de binnendeuren dicht zijn. - Neem geen (onnodige) risico's! Voorwaarde Het personeel moet: - Steeds weten hoeveel kinderen en welke kinderen in de school aanwezig zijn. - Goed op de hoogte zijn van de situatie van en in het gebouw (vluchtweg, blusmateriaal en uitgang). - Weten wat voorrang heeft als er iets meegenomen kan worden (ontruimingsplan, calamiteitenplan en groepsoverzicht). Overdracht aan de Brandweer De Schooldirecteur of deins plaatsvervanger ontvangt de Brandweer en informeert deze over aard, omvang en plaats van de brand en de maatregelen die al genomen zijn. Opmerking: - Officier van Dienst: geel hesje - Bevelvoerder: groen hesje - Korpsleden: blusoveral Slothandelingen Het Opvangteam zorgt er voor dat: - de opvang van de kinderen elders en waar de overdracht plaatsvindt naar de ouders/verzorgers - verstrekken van noodjassen (bij slecht en koud weer) - het inlichten van ouders/verzorgers (met behulp van een kopie van de leerlingenoverzichten, waarom tevens de bereikbaarheidsgegevens van de ouders/verzorgers staan) - (in samenwerking met de Brandweer) het verzamelen van persoonlijke bezittingen (zoals jassen en tassen, mits deze door de ouders/verzorgers van naam zijn voorzien) Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Hinds - Gerust stellen is heel belangrijk! - Het ideale verband is snelverband - Laat alleen water drinken als ze het kopje zelf kunnen vasthouden - Gebruik zo weinig mogelijk jodium Behandel brandwond ten minste tien minuten met water (als afkoeling), waarbij de straal niet op de wond gericht mag worden (dit ter voorkoming van infectie). - Slachtoffer nooit uitkleden. - Er is een blusdeken aanwezig in de volgende ruimtes: x - Geen blaren doorprikken - De een open blaar steriel af - Eerst de hoofdstroom afsluiten, daarna pas de stekkers er uittrekken - Vlucht nooit in de richting van een rook- of vuurhaard - Sluit zoveel mogelijk elke ruimte Taken - Coördinator BHV: - Bel 112 - Maak het alarm bekend bij alle medewerkers - Informeer de collega’s BHV - Controleer de taken - Volg aanwijzingen van de Brandweer op - Wijs personen aan die de toegangsdeuren bewaken - Geef leiding aan de evacuatie - Waarschuw de pleinwacht. - Leerkrachten: - Verzamel de kinderen uit jouw groep - Verlaat het gebouw samen met de kinderen. - Controleer of alle kinderen aanwezig zijn. - Volg aanwijzingen BHV op - Overige taken BHV: - Blokkeerde mechanische ventilatie - Controleer of de ramen in de "nevenvertrekken" zijn gesloten - Houdt contact met de Schooldirecteur - Beantwoord de telefoon - Schooldirecteur of diens plaatsvervanger: - Houdt contact met de Coördinator BHV - Houdt contact met de leerkrachten - Informeer direct het Bevoegd gezag - Beantwoord de telefoon
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
ONTRUIMINGSPLAN
-
-
-
-
Zorg eerst alleen voor de kinderen Ontruimingssignaal d.m.v. zoemer (korte signalen gedurende 30 sec.) De medewerker die de ramp ontdekt waarschuwt direct de BHV Opdracht voor ontruiming (het signaal) wordt gegeven door de BHV Groepsleerkracht zorgt voor ontruiming van zijn lokaal en wel als volgt: - Neem mee: Calamiteitenplan; Ontruimingsplan, Vluchtrouteplan en Leerlingenoverzicht - Verlaat samen met de leerlingen het lokaal volgens Vluchtrouteplan Op het Schoolplein staat de BHV-coördinator voor de Hoofdingang om de groepen te verwijzen naar de verzamelplaats. Verzamelen op het grasveld (naast het schoolplein) aan Spindop (en daarmee buiten de gevarenzone en werkgebied van de Brandweer). De coördinator geeft verzamelplaats aan (als er elders verzameld moet worden vanwege de veiligheid en rookontwikkeling) Zorg dat de aanvoerroute vrij wordt gehouden. Opstelling op verzamelplaats: - groep 1/2 links achter - groep 3/4 rechts achter - groep 5/6 links voor - groep 7/8 rechts voor Registratie van de leerlingen op de verzamelplaats met behulp van de Leerlingenoverzichten. Controle door BHV of iedereen het schoolgebouw verlaten heeft BHV kan medewerker, die geen klas heeft, aanwijzen om extra hulp te bieden bij controle gebouw. Alle ruimten in het gebouw controleren. Melding BHV van de ontruiming: - Naam: - Plaats: - Aard van de ontruiming: - Eventueel slachtoffers: - Genomen maatregelen - In verbinding blijven met Meldkamer voor instructies Neem draadloze telefoon mee Onder begeleiding van de medewerkers vertrekken alle leerlingen naar x. De leerlingen mogen de groep niet verlaten, ook niet op verzoek van ouders/verzorgers De bereikbaar van de school wordt door BHV bewaakt. Het verkeer wordt daarom rondom het schoolterrein geregeld en gesommeerd de weg vrij te maken en te houden voor de Hulpverleningsdiensten
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VLUCHTROUTEPLAN
Wordt nog toegevoegd
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
GROEPSOVERZICHTEN
Wordt nog toegevoegd.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Object-gebonden zaken Gedragsregels -
Grondslag
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Continu Basisgedragsregels zijn van toepassing op elke school. Uitdragen, handhaving en disciplinaire maatregelen Dat iedereen zich thuis voelt op de school.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Veiligheidscoördinator Jaarlijks Rapportage
HANDREIKING
Binnen alle basisscholen van de scholenstichting gelden ten minste de volgende regels voor medewerkers, leerlingen, ouders/verzorgers en derden: - wij accepteren elkaar zoals we zijn in geslacht, geaardheid, geloof, ras, fysieke en/of geestelijke beperking; - wij onthouden ons van elke vorm van agressie, geweld en/of seksuele intimidatie; - wij pesten niet; - wij vernielen niets; - wij tolereren geen wapenbezit; - wij tolereren geen vuurwerkbezit; - wij tolereren geen drugs en drugshandel. Algemene afspraken zijn: - We helpen elkaar om te zorgen, dat iedereen zich thuis voelt op school. - We gaan met de ander om, zoals we zelf ook graag behandeld willen worden. - We zijn zuinig op onze eigen en andermans spullen en die van de school. - We zorgen ervoor, dat de school en de omgeving netjes, overzichtelijk en veilig is. - Kinderen moeten binnen de hekken blijven. - Voor schooltijd, in de pauze en tussen de middag, mag niemand ongevraagd in de school. - Voor de veiligheid van iedereen fietsen we niet op het schoolplein. - Loop rustig in school, dan gebeuren er geen ongelukken. Voor alle aanwezigen geldt: In de school geldt een algemeen rookverbod. Er mag door leerkrachten en anderen buiten het schoolterrein gerookt worden maar niet in het zicht van de kinderen.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Object-gebonden zaken Ongewenste aanwezigheid -
Grondslag
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wetboek van Strafrecht
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Continu Toegang ontzeggen Verklaring opstellen Veiligheidsgevoel bij personeel, leerlingen en ouders/verzorgers
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Schoolteam Per incident en jaarlijks Evaluerend gesprek
HANDREIKING
Het gaat om personen, die door feiten of omstandigheden niet welkom zijn op het schoolterrein, mits dit kenbaar is gemaakt. De handhaving daarvan vindt plaats in samenwerking met de Politie. Toelichting >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AANPAK ONGEWENSTE PERSONEN
Definitie Algemeen:
Juridisch:
Onder ongewenste aanwezigheid op het schoolterrein wordt verstaan de aanwezigheid van een persoon die door feiten of omstandigheden niet welkom is op het schoolterrein (inclusief het gebouw/de gebouwen). De aanpak is gepasseerd op Artikel 461 van Wetboek van Strafrecht (WvS), te weten: Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond, waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Concreet Deze definitie geldt voor een duidelijk omheind terrein, waarbij bij elke toegang tot dat terrein een bordje is geplaatst met de volgende tekst: Verboden toegang voor onbevoegden, Artikel 461 van Wetboek van Strafrecht. Beheer Er moet op school (door de conciërge) dagelijks controle zijn dat deze bordjes (nog) aanwezig zijn. Zo niet, dan zal acuut een nieuwe geplaatst moeten worden. Zonder dat bordje is er geen zeggingskracht. Handhaving Op de school is de directeur of diens plaatsvervanger de persoon die het mandaat heeft om een Verklaring (ten behoeve van de Politie) op te stellen dat er en ongewenst persoon op het terrein van de school aanwezig was. Medeverantwoordelijkheid Met het bord geeft de eigenaar, beheerder of toezichthouder aan dat het gebouw (of gebied) niet betreden mag worden door buitenstaanders, zonder toestemming, dus ook niet per fiets. Naast de eigenaar, beheerder of toezichthouder mag ook iedere burger (en daarmee elke medewerker), als deze een persoon het verbod ziet negeren, deze persoon aanhouden (niet staande houden). Randvoorwaarde De persoon mag worden vastgepakt, indien deze zich hieraan wil onttrekken. Er mag geen geweld worden gebruikt. Om de persoon daadwerkelijk te verwijderen c.q. staande te houden, dient de Politie te worden gebeld. Aanpak In samenspraak met de Politie is in de loop der jaren de volgende aanpak ontstaan: - Ga in gesprek met deze persoon en leg uit waarom het niet wenselijk is om zich op het terrein van de school te zijn en te begeven. - Wordt hieraan geen vervolg gegeven, dan de ongewenst persoon expliciet verzoeken om zich te verwijderen; eerst vriendelijk, dan dringend - Bij weigering: overleg tussen de school en Politie. Politie komt en sommeert nogmaals (maximaal driemaal) de persoon zich te verwijderen. - Bij weigering wordt er door de Politie een Proces-Verbaal opgemaakt en de persoon van het terrein verwijderd. - Bij (fysiek) verzet kan de Politie betrokken persoon ook afvoeren. - De schooldirecteur stelt het Bevoegd gezag onmiddellijk op de hoogte van deze situatie. Sinds de invoering van de Legitimatieplicht heeft de Politie meer mogelijkheden. Herhaling Indien ongewenst persoon terug komt respectievelijk herhaaldelijk zich ophoudt op het terrein van de school, dan is de aanpak als volgt: - Wederom wordt ongewenst persoon verzocht zich te verwijderen. - Bij weigering: de schooldirecteur of een medewerker belt de Politie. - Politie komt en maakt direct een Proces-Verbaal en de persoon van het terrein verwijderd. - De Politie en de school wisselen de naw-gegevens uit van de persoon in kwestie. Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
-
De Schooldirecteur verstuurt (in samenwerking met het stafbureau binnen de scholenstichting) nog dezelfde dag een Aangetekende brief naar deze persoon (of eventueel diens ouders/verzorgers). Daarin wordt gesommeerd voortaan zich te houden aan het gebod en verbod en aan de aanwijzingen van het personeel op school. Een afschrift van deze brief is bestemd voor de Politie en het Bevoegd gezag
Samenwerking De school en de Politie werken samen. Het verdient de aanbeveling dat bij de Politie één contact persoon wordt aangesteld die de problematiek van het geval behandelt. Impact Wanneer de kinderen getuige zijn van het optreden van het personeel en zeker van de Politie, neem dan binnen de groepen de ruimte om hierbij stil te staan, uit te leggen en de emotie te verwerken. Vraag hierbij om begrip voor de betrokken persoon, maar geef ook aan dat zijn handelen niet juist en passend is. Aandachtspunt Betreft de betrokken persoon een ouder/verzorger van één of meer kinderen op de school, besteed dan ook aandacht aan de nazorg van het incident. De kinderen van deze persoon kunnen binnen de groep en school in een vervelende positie terecht komen. Dat zal goed begeleid moeten worden. Verplaatsen van het probleem De kans is aanwezig dat het probleem zich verplaatst naar buiten de omheining van het terrein, maar nog altijd al hinderlijk en vervelend ervaren kan worden en het veiligheidsgevoel aantast. Echter, de betrokken persoon bevindt zich dan in de Openbare ruimte en/of op de Openbare weg. Daar heeft de school geen zeggenschap over. Wel kan samen met de Politie worden nagegaan welke mogelijkheden er dan nog zijn. En, dat het Bevoegd gezag hierover contact heeft met de Burgemeester (verantwoordelijk voor Openbare Orde en Veiligheid). Uitgangspunt Om escalatie te voorkomen, is het beste om met betrokken persoon in gesprek te zijn en te blijven. Het aanhouden van personen is dan ook in het uiterste geval aan de orde. Hierbij speelt mee, dat de veiligheid van personeel en kinderen voorop staat. Neem, indien mogelijk, zo’n iemand ook apart ver van de kinderen op het terrein.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VEILIG & SOCIAAL Werk-gebonden zaken
Het Bevoegd gezag is conform de wet- en regelgeving bestuurlijk verantwoordelijk voor de werkomstandigheden van alle (tijdelijk en vast) personeelsleden, al dan niet ingehuurd of gedetacheerd. Daarmee is het Bevoegd gezag ook verantwoordelijk voor de evaluatie en bijstelling van de aanpak en plannen. Bij het uitvoering geven aan deze verantwoordelijkheid kan het Bevoegd gezag worden bijgestaan door medewerkers en daaraan bevoegdheden overdragen, maar blijft op grond van de wet- en regelgeving wel verantwoordelijk. In verband hiermee heeft Bevoegd gezag frequent contact met de medewerkers waaraan bepaalde bevoegdheden zijn overgedragen. Deze bevoegdheden staan vermeld in de functieomschrijvingen en het Delegatie- en Mandaat-besluit van het Bevoegd gezag.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe?
Veilig en Sociaal Werk-gebonden zaken Arbeidsomstandigheden -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbowet
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Gedurende elk kalenderjaar De werkgever voert een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid ten behoeve van zowel zijn werknemers als voor de leerlingen op de betrokken onderwijsinstellingen.
Waarom?
Door middel van: - Arbo-beleid - Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) - Verzuimmanagement Op grond van de Arbo-wet, artikel 4, lid 2.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Veiligheidscoödinator Eenmaal per jaar Jaarverslag
HANDREIKING
Het gaat hierbij louter en alleen om het welbevinden van de medewerkers binnen de stichting, hoewel deze kaart vooral betrekking heeft op het personeel op de scholen binnen de stichting. Agressie, geweld en seksuele intimidatie en welbevinden worden samen ineens jaarlijks aan de orde gesteld tijdens: - Individuele gesprekken met medewerkers (te weten, de jaarlijkse functioneringsgesprekken) - Teamvergaderingen op scholen en binnen het Bestuursbureau - Directie-overleg - Bestuurlijk overleg - Overleg met de Gezamenlijke Medezeggenschapsraad
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe?
Waarom? EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
HANDREIKING
Veilig en Sociaal Werk-gebonden zaken Arbeidsomstandigheden Arbo-beleid
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbowet
Alle basisscholen binnen de stichting Continu De werkgever voert een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid ten behoeve van zijn werknemers. Ter uitvoering van het voorgenomen beleid moet er een plan van aanpak worden opgesteld. Elk jaar dient op basis van de wet verslag te worden uitgebracht aan de Medezeggenschapsraad over de resultaten van het gevoerde beleid en de feitelijke aanpak en een overzicht te worden verstrekt van de concrete beleidsvoornemens voor de komende tijd. Jaarlijks wordt met elke Schooldirecteur een voortgangsgesprek gehouden naar aanleiding van het Plan van Aanpak. Op grond van de Arbo-wet, artikel 4, lid 2.
Veiligheidscoödinator Eenmaal per jaar Een (jaarlijkse) registratie van arbeidsongevallen en incidenten die zich hebben voorgedaan of afgespeeld. Plus een overzicht samenstellen van de concrete beleidsvoornemens voor het komende schooljaar. Eventueel gedifferentieerd per school gelet op specifieke omstandigheden per school. Accent ligt op de werknemers. Jaarlijks wordt met elke Schooldirecteur een voortgangsgesprek gehouden naar aanleiding van het Plan van Aanpak. De verslaggeving wordt door middel van "het voortgangsverslag" aangeboden aan de GMR. Het Plan van Aanpak en eventueel ook de RI&E kan indien nodig worden aangepast. De GMR heeft instemmingsrecht met betrekking tot voornemens van het bevoegd gezag om regels vast te stellen of te wijzigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat?
Hoe? Waarom? EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
HANDREIKING
Veilig en Sociaal Werk-gebonden zaken Arbeidsomstandigheden Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbowet
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Per kalenderjaar De RI&E bevat een jaarlijkse registratie van arbeidsongevallen en incidenten die zich hebben voorgedaan of afgespeeld in en rond de betrokken instelling. Deze zijn vastgelegd in het Arbo-jaarverslag. Registratie van arbeidsongevallen en incidenten Op grond van de Arbo-wet, artikel 4, lid 2.
Veiligheidscoödinator Eenmaal per jaar Registratie van arbeidsongevallen en incidenten nader analyseren in verband met risico’s. En, aan de hand van de uitkomsten desgewenst het Arbo-beleid en Plan van Aanpak aanpassen respectievelijk actualiseren. De RI&E is een belangrijk onderdeel van het Arbo-beleid. Dit in verband met de arbeidsomstandigheden van het personeel. Dit in samenwerking met de Arbodienst. Specifiek moet aandacht worden besteed aan: - bepaalde risicogroepen binnen de school; - bejegening van de medewerkers door ouders/verzorgers en anderen; - apparaten; - werkdruk. Hierbij kan worden gedacht aan, bijvoorbeeld: - jongeren die meer dan volwassenen geneigd zijn tot het 'uitproberen' van mensen, en situaties - leerlingen die de taal onvoldoende machtig zijn en bijgevolg: o en/of instructies en aanwijzingen onvoldoende begrijpen o en/of hun emoties niet goed kunnen uiten en uit machteloosheid handelen o en/of waarden en normen die niet helemaal aansluiten op de gangbare opvattingen binnen de school
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat?
Veilig en Sociaal Werk-gebonden zaken Arbeidsomstandigheden Verzuimmanagement
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbowet
Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Continu Het voorkomen of beperken van ziekteverzuim ten arbeidsomstandigheden. Inzet van gespecialiseerde medewerkers van de Arbodienst Het beperken van het ziekteverzuim.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Bevoegd gezag in samenwerking met de desbetreffende schoolleider Dagelijks Op basis van het advies van de bedrijfsarts
HANDREIKING
gevolge
van
Verzuimmanagement is een belangrijk onderdeel van het Arbo-beleid. Dit in verband met de arbeidsomstandigheden van het personeel. Dit in samenwerking met de Arbo-dienst.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Werk-gebonden zaken Omgang met leerlingen -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. )
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Continu Wel betrokken, niet te intiem met elkaar omgaan Bij vermoeden een melding bij Vertrouwenspersoon Voorkomen (schijn van) ongewenst gedrag
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Alle medewerkers binnen de school Dagelijks Sociale controle
HANDREIKING
Tussen ‘normaal’ gedrag en ongewenst gedrag zit een grijs gebied. Namelijk de mate van intiem met elkaar omgaan en over kan gaan in verliefdheid en in het uiterste geval in seksueel contact. Door middel van preventief beleid wordt daarop een rem gezet, ook om seksueel misbruikt door het personeel te voorkomen. Dit door regels te stellen over de omgangsvormen op en buiten de school en schooltijden. Deze regels gelden voor alle medewerkers en vrijwilligers binnen de school en bij schoolactiviteiten. Om te voorkomen dat medewerker wel signaleren enerzijds en medewerkers niet onnodig beschadigd kunnen worden door valse aantijgingen anderzijds, er een belangrijke rol weggelegd voor de Vertrouwenspersoon. Samen met de melder wordt nagegaan wat hij/zij ervaart en ziet. Eventueel onderzoek wordt door de Vertrouwenspersoon in alle stilte uitgevoerd. En, bij zorgelijke bevindingen, wordt het Bevoegd gezag hierover gerapporteerd. Het is aan het Bevoegd gezag om eventueel maatregelen te nemen en welke.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
OMGANGSVORMEN
Cultuur en klimaat Het personeel, leerlingen en ouders onthouden zich van seksistisch taalgebruik, seksueel getinte grappen, seksistisch getinte gedragingen, of gedragingen die door een andere als zodanig kunnen worden ervaren. Het personeel ziet er op toe dat dergelijke gedragingen niet voorkomen tussen leerlingen onderling. Het personeel zorgt er voor dat binnen de school geen seksueel getinte affiches, tekeningen, artikelen in bladen (o.a. schoolkrant), e-mail e.d. worden gebruikt of opgehangen die kwetsend kunnen zijn voor een bepaalde groep of individu. Medewerker-leerling Leerlingen worden buiten schooltijd niet langer dan een half uur alleen op school gehouden. Wanneer een leerling na schooltijd op school wordt gehouden, worden de ouders/verzorgers en de schooldirecteur vooraf op de hoogte gebracht. Uit de aard van het docentschap vloeit de norm voort dat een leraar nimmer een leerling thuis uitnodigt zonder aanwezigheid van een gezinslid van het kind. In voorkomende gevallen worden de redenen en tijdsduur aangegeven. Tevens wordt dit vooraf gemeld bij de schooldirecteur (m.u.v. eigen kinderen van de leerkracht). Aanraken leerling De wensen en gevoelens van zowel kinderen en ouders met betrekking tot troosten, belonen en feliciteren worden gerespecteerd. Kinderen hebben het recht aan te geven wat ze prettig of niet prettig vinden (kussen, omhelzen, hand geven of geen fysiek contact). Spontane reacties bij troosten of belonen in de vorm van een zoen zijn nooit toegestaan. Zo ook is het niet toegestaan een kind op schoot te nemen. Felicitaties moeten een spontaan gebeuren blijven. Het personeel houdt hierbij rekening met het voorgaande. Fysieke hulp Bij de kleuters komt het regelmatig voor, dat er geholpen moet worden bij het aan- en uitkleden. Bijvoorbeeld bij het naar het toilet gaan, omkleden bij gym, zwemmen en verkleden. Ook in hogere groepen kan dit nog een enkele keer voorkomen. Deze hulp behoort tot de normale taken van de betrokken groepsleerkracht. De leerkrachten houden hierbij rekening met de wensen en gevoelens van de leerlingen. Een vraag als: "Wil je het zelf doen of heb je liever dat de juffrouw/meester je helpt?", wordt door de oudere leerlingen als heel normaal ervaren en meestal ook eerlijk beantwoord. Bovendien vindt dit altijd plaats in aanwezigheid van andere kinderen. Scheiding sekse Vanaf groep 4 worden jongens en meisjes zo mogelijk gescheiden bij het aan-, uit- en omkleden. De (vak)leerkracht betreedt de kleedruimte uitsluitend na een duidelijk vooraf gegeven teken. De (vak)leerkracht beoordeelt of het gezamenlijk aan-, uit- en omkleden in lagere groepen als onprettig wordt ervaren. In dat geval worden de jongens en meisjes gescheiden. Eerste hulp Wanneer er eerste hulp wordt geboden waarbij het kind zich moet ontkleden, moet er naast de hulpgevende een derde aanwezig zijn. De leerling mag zelf aangeven of dit een man of een vrouw is. Indien er hulp geboden moet worden bij ongevallen, ziek worden/zijn of anderszins, waarbij het schaamtegevoel van de kinderen een rol kan spelen, wordt de uitdrukkelijke wens van het kind gerespecteerd. Dit geldt uiteraard niet bij levensbedreigende situaties. Buitenschoolse activiteiten Tijdens het schoolkamp of andere meerdaagse schoolreizen slapen jongens en meisjes gescheiden. De begeleiding slaapt zo mogelijk op een andere plaats dan de leerlingen. Is dit laatste niet mogelijk dan slaapt de mannelijke begeleiding bij de jongens en de vrouwelijke begeleiding bij de meisjes. Tijdens het aan-, uit- en omkleden van de leerlingen worden de betreffende ruimtes uitsluitend door de leiding betreden na een duidelijk vooraf gegeven teken. Dit is van toepassing als de mannelijke begeleiding de ruimtes van de meisjes binnengaat of als vrouwelijke begeleiders de ruimtes van de jongens binnengaan. Op deze manier wordt rekening gehouden met het zich ontwikkelend schaamtegevoel bij jongens en meisjes. Jongens en meisjes maken gebruik van gescheiden douches. In principe gaat een begeleider niet alleen met een leerling op pad. Mocht dit toch noodzakelijk zijn, dan moet dit gemeld worden bij de dan leidinggevende of een collega en moet de reden en de Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
tijdsduur aangegeven worden. Ten aanzien van schoolreizen en sportevenementen gelden deze regels - voor zover van toepassing - ook. Handhaving Bij het niet handhaven van deze regels wordt hiervan de Vertrouwenspersoon geïnformeerd. De Vertrouwenspersoon stel een onderzoek in en pas hoor-en-wederhoor toe, zo ook kan er een gesprek aangegaan worden met het desbetreffende kind. Het bevoegd gezag wordt geïnformeerd over de bevindingen en de conclusies van de Vertrouwenspersoon. Daarna kunnen er desgewenst maatregelen worden genomen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VEILIG & SOCIAAL Mens-gebonden zaken
Centraal staat het handelen welke rechtstreeks gerelateerd is aan één persoon of kind. En, het handelen betreft met impact voor de organisatie, personeel en/of kinderen. Het gaat dan om een reactie daarop die gericht is tot die ene persoon of kind. En, het gaat om een type reactie waarbij de bevoegdheid ligt bij het Bevoegd gezag en/of Raad van Toezicht. Daarmee is het Bevoegd gezag en/of Raad van Toezicht ook verantwoordelijk voor de evaluatie en bijstelling van de aanpak en plannen. Bij het uitvoering geven aan deze verantwoordelijkheid kan het Bevoegd gezag worden bijgestaan door medewerkers en daaraan bevoegdheden overdragen, maar blijft wel verantwoordelijk. In verband hiermee heeft Bevoegd gezag contact met de medewerkers waaraan bepaalde bevoegdheden zijn overgedragen. Deze bevoegdheden staan vermeld in de functieomschrijvingen en het Delegatie- en Mandaat-besluit van het Bevoegd gezag. Hierbij speelt mee, dat het omtreden handelen te wijten is aan een persoon met mandaat en waaraan bevoegdheden zijn gedelegeerd. Dat onderstreept het belang van de eindverantwoordelijkheid van het Bevoegd gezag. Of, dat het Bevoegd gezag zelf in beeld komt bij omstreden handelingen. Dan is het aan de Raad van Toezicht om maatregelen te nemen en is zij verantwoordelijk voor de evaluatie van deze aspecten in het Sociaal-veiligheidsplan. De essentie is, dat er een stelsel is van checks and balances in verband met het borgen van de integriteit binnen de organisatie. En, dat deze evaluaties worden uitgevoerd door een onafhankelijk persoon.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer?
Veilig en Sociaal Mens-gebonden zaken Personeelsgerichte aspecten Machtsmisbruik
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbo-beleid
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Moment van melding (reactief) Bij vermoeden (preventief)
Wat?
Het gaat hierbij om de verhoudingen tussen medewerkers en de gezagsverhoudingen tussen deze medewerkers. Er kan dan melding worden gedaan bij de Vertrouwenspersoon. Indien een kind op school op een erg onaangename manier is lastig gevallen kan door de ouders, de school of het bestuur van de school de hulp worden ingeroepen van de Vertrouwensinspecteur
Hoe?
Er is sprake van machtsmisbruik wanneer een medewerker op een emotionele, intimiderende-, manipulerende- of gewelddadige wijze gebruik maakt van zijn of haar positie en bevoegdheden ten koste van degene(n) tot wie hij/zij in een vertrouwens- en/of gezagsrelatie staat. Nepotisme en narcisme binnen de organisatie voorkomen. Integriteit staat hoog in het vaandel.
Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Vertrouwenspersoon Jaarlijks en/of per incident Zelfevaluatie Twijfel uiten omtrent integriteit kan iemand schaden, terwijl de vraag is of deze twijfel juist is. Hierdoor kan er een dilemma ontstaan bij diegene die signalen opvangt waardoor deze twijfel wal kan ontstaan. Daarom dat er met vertrouwenspersoon en vertrouwensinspecteur wordt gewerkt. De melder kan daaraan zijn dilemma voorleggen en hulp krijgen om zijn twijfel te kunnen staven. Wanneer deze twijfel gestaafd zijn, is er een reden voor de Vertrouwenspersoon om een onderzoek in te stellen. Ook daarin opereert zij behoedzaam vanwege de zorgvuldigheid. Of, dat de melder (ook) doorverwezen wordt naar de Vertrouwensinspecteur. Meer informatie >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
ACHTERGRONDINFORMATIE MACHTSMISBRUIK
Diffuus begrip Iedereen heeft er wel een idee van wat machtsmisbruik inhoudt, de grenzen liggen echter niet bij iedereen gelijk. Wat de één leuk vindt of acceptabel, is voor de ander onaangenaam. Omschrijving Bij machtsmisbruik kan het gaan om handelen, nalaten en/of het nemen van een besluit. Onder machtsmisbruik vallen ook alle vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en pesten die zich voordoen binnen of in samenhang met een werk- en onderwijssituatie, waarbij sprake is van een gezags-/machtsverhouding. Nepotisme en narcisme Dat heb je in gradaties. En, het heeft niet bij voorbaat te maken met een persoonlijkheidsstoornis. Het is onderdeel van ieders leven. Alleen het kan storend gaan werken op de omgeving en uiteindelijk het functioneren van een schoolorganisatie gaan raken en uiteindelijk schaden. Afbakening Het gaat niet alleen om de verhouding bij het personeel, maar ook om de verhouding tussen medewerker en kind en/of ouder/verzorger van dat kind. Zorgvuldigheid Machtsmisbruik is ernstig, maar tegelijk een diffuus begrip. En, een label die je voorzichtig moet hanteren om te voorkomen dat mensen onnodig worden geschaad (en daarmee gebrandmerkt). Elke melding wordt serieus genomen, maar discreet behandeld. En, hoor en wederhoor wordt toegepast. Het gaat om een uiterst zorgvuldig uit te voeren onderzoek, waarbij het niet eenvoudig is om feiten en omstandigheden objectief en expliciet boven tafel te krijgen om op een verantwoorde wijze tot een (harde) conclusie te komen. De Vertrouwenspersoon en Vertrouwensinspecteur zijn wel professionals die daartoe zijn uitgerust. Maatregelen
Het is aan het Bevoegd gezag en/of de Voorzitter van de Raad van Toezicht om maatregelen te nemen en, zo ja, welke. Dit naar aanleiding van de gerapporteerde bevindingen van de Vertrouwenspersoon. Deze rapportage wordt pas aan het Bevoegd gezag en/of Voorzitter van de Raad van Toezicht beschikbaar gesteld na hoor en wederhoor door de Vertrouwenspersoon ten aanzien van de betrokken medewerker.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Mens-gebonden zaken Personeelsgerichte aspecten Pesten
Grondslag
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbo-beleid
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden of signaleren van pesten Een directe aanpak Bespreekbaar maken en eventueel een melding Zorgen voor een goede werksfeer voor iedereen.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Bevoegd gezag Eens per jaar in het kader van het Arbo-verslag Evaluerend gesprek samen met Vertrouwenspersoon
HANDREIKING
Pesten komt niet alleen voor tussen leerlingen. Ook personeelsleden kunnen onderling hiermee worden geconfronteerd. Om pesten tegen te gaan zijn er regels. Onderzoek toont aan dat bijna 1 op de 10 basisschoolkinderen structureel wordt gepest, maar de omvang is nauwelijks toegenomen en blijft hangen rond de 8%. Het gaat vooral om verbaal en mentaal gedrag (uitsluiten, schelden en roddelen), dan fysiek. Het aantal basisschoolkinderen dat digitaal wordt gepest is toegenomen (van 9% in 2008 naar 18% in 2012). Door de opkomst van Social Media is het toegenomen. Daarom dat er ook hier nadere regels zijn. Meer dan de helft van de gepeste leerlingen geeft aan dat zij niet met een leraar hierover praat! Hierdoor hebben leerkrachten beperkt zicht op wat er werkelijk gebeurd. Kinderen zijn ‘gevoelig’ voor de sfeer tussen medewerkers. Met andere woorden, een sfeer op school voor de kinderen kan beïnvloed worden door de werksfeer bij het personeel. Daarom pesten bij personeel onderling tijdig signaleren en daarop reageren.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
REGELS PERSONEEL
Om pesten bij personeel onderling tegen te gaan kunnen de volgende 'regels' worden gegeven: - Maak de pester duidelijk dat hij te ver gaat, dat zijn 'grapjes' niet meer leuk zijn. - Zoek steun bij de contactpersoon van de school of de vertrouwenspersoon. Vergeet niet de rol van de schooldirecteur te bespreken. Een goede leidinggevende kan het pesten in de kiem smoren. - Houd zelf een logboek bij. Zo weet u wanneer er ongewenste zaken plaats hadden en wie erbij aanwezig waren. Het logboek kan dienen als bewijs, maar ook om uw hart te luchten. - Bedenk dat u niet alleen het slachtoffer bent, maar ook de organisatie. Uiteindelijk heeft ook het Bevoegd gezag belang bij goede onderlinge verhoudingen binnen een schoolteam. - Vraag u af wat de motieven zijn van de pester. Dan weet u beter hoe u moet optreden. Sommige mensen pesten simpelweg omdat ze er voordeel mee verwachten te behalen. - Praat met mensen die getuige zijn van het pestgedrag. Vaak vormen zij de zwijgende meerderheid. Ze zien het pesten wel, maar treden niet op, misschien om te voorkomen dat ze het volgende slachtoffer worden. - Lees over het onderwerp. Verhalen van anderen kunnen u het gevoel geven dat u niet alleen staat. U kunt leren van hun ervaringen. - Neem contact op met de Vertrouwenspersoon. Het Bevoegd gezag is op grond van de Arbo-wet verplicht maatregelen te nemen als de uitkomsten van het onderzoek van de Vertrouwenspersoon daartoe aanleiding geeft.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
SIGANALEN PESTEN BIJ PERSONEEL
Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: _ altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen _ zogenaamde leuke opmerkingen maken over een collega _ een collega voortdurend ergens de schuld van geven _ beledigen _ opmerkingen maken over kleding _ isoleren binnen het schoolteam _ negeren (bijvoorbeeld, bij drinken inschenken) _ discriminerend zijn Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid: je kunt het zo gek niet bedenken of volwassenen hebben het bedacht. Collegae en Schooldirecteur moeten daarom alert zijn op de manier waarop medewerkers met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Mens-gebonden zaken Leerlinggerichte aspecten Machtsmisbruik
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. )
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden of melding Indien een kind op school op een erg onaangename manier is lastig gevallen
Melding maken bij de Vertrouwensinspecteur Een Vertrouwensinspecteur is aanspreekpunt voor ouders/verzorgers bij scholen. De inspecteur helpt bij het zoeken naar oplossingen, bij het vinden van de juiste weg of bij het doen van Aangifte.
Bevoegd gezag Jaarlijks en/of per incident Zelfevaluatie Twijfel uiten omtrent integriteit kan iemand schaden, terwijl de vraag is of deze twijfel juist is. Hierdoor kan er een dilemma ontstaan bij diegene die signalen opvangt waardoor deze twijfel wal kan ontstaan. Daarom dat er met vertrouwenspersoon en vertrouwensinspecteur wordt gewerkt. De melder kan daarom zijn dilemma voorleggen de Vertrouwensinspecteur en daar hulp krijgen om zijn twijfel te kunnen staven. Wanneer deze twijfel gestaafd is, is er een reden voor de Vertrouwensinspecteur om een onderzoek in te stellen. Daarin opereert hij behoedzaam vanwege de zorgvuldigheid. In voorkomende gevallen kan hij daarbij samenwerken met de Vertrouwenspersoon of slechts informatie met elkaar delen. Of, dat de melder naar elkaar wordt doorverwezen. Meer informatie >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Mens-gebonden zaken Leerlinggerichte aspecten Pesten
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. )
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden of signaleren van pesten Duidelijk stelling nemen Een directe aanpak Pestproblemen voorkomen
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Schoolteam Periodiek (minimaal eenmaal per jaar) Evaluatie incidenten
HANDREIKING
Pesten komt helaas voor, niet alleen op school. Deels kan dit ook plaatsvinden via Social Media. Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers. Toelichting > Signaleren > Regels > Directe aanpak >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
PESTEN BIJ LEERLINGEN
Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders/verzorgers) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak. Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en de schooldirecteur adviseren. De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt er gepest. Een pestproject alleen is niet voldoende om een eind te maken aan het pestprobleem. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te laten komen, zodat het ook preventief kan werken. Op school wekelijks een onderwerp in de kring aan de orde stellen. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies etc. kunnen aan de orde komen. Andere werkvormen zijn ook denkbaar, zoals; spreekbeurten, rollenspelen, regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten. Een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het afspreken van regels voor de leerlingen. Maar, bovenal pestgedrag tijdig signaleren en daarop direct reageren.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
PESTGEDRAG SIGNALEREN
Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: _ altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen _ zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot _ een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven _ briefjes doorgeven _ beledigen _ opmerkingen maken over kleding _ isoleren _ buiten school opwachten, slaan of schoppen _ op weg naar huis achterna rijden _ naar het huis van het slachtoffer gaan _ bezittingen afpakken _ schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid: je kunt het zo gek niet bedenken of volwassenen en dus ook leerlingen hebben het bedacht. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
REGELS IN VERBAND MET PESTEN
Regel 1 Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep brengen we kinderen dit al bij: je mag niet klikken, maar……als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt je er zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken. Regel 2 Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. Regel 3 Samenwerken zonder bemoeienissen. School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is, bijvoorbeeld, niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Bij problemen van pesten zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid (moeten) nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders blijft bij voorkeur beperkt tot het aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties en tot het ondersteunen van de aanpak van de school. Regels die voor alle groepen gelden - Doe niets bij een ander kind, wat je zelf ook niet prettig zou vinden. - Kom niet aan een ander als de ander dat niet wil. - We noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen scheldwoorden. - Als je kwaad bent ga je niet slaan, schoppen, krabben (je komt niet aan de ander). Probeer eerst samen te praten. Ga anders naar de meester of de juf. - Niet: zomaar klikken. Wel: aan de juf of meester vertellen als er iets gebeurt wat je niet prettig of gevaarlijk vindt. - Vertel de meester of de juf wanneer je zelf of iemand anders wordt gepest. - Blijft de pester doorgaan dan aan de meester of juf vertellen. Kinderen die pesten zitten zelf in de nesten! - Word je gepest praat er thuis ook over, je moet het niet geheim houden. - Uitlachen, roddelen en dingen afpakken of kinderen buitensluiten vinden we niet goed. - Niet aan spullen van een ander zitten. - Luisteren naar elkaar. - Iemand niet op het uiterlijk beoordelen of beoordeeld worden. - Nieuwe kinderen willen we goed ontvangen en opvangen. Zij zijn ook welkom op onze school. - Opzettelijk iemand pijn doen, opwachten buiten school, achterna zitten om te pesten is beslist niet toegestaan. - Probeer ook zelf een ruzie met praten op te lossen. Na het uitpraten kunnen we ook weer vergeven en vergeten. Deze regels gelden op school en ook daarbuiten! Groepsregels Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze vastgestelde schoolregels, in overleg met de leerkracht. Die aanvulling wordt opgesteld, door en met de groep, dit zijn dan de groepsregels. Zowel schoolregels als groepsregels zijn zichtbaar in de klas opgehangen. We bieden alle regels tegelijk aan en iedere groep kiest een regel van de week en hangt deze goed zichtbaar op in het lokaal. Ook kunnen we een regel, goed zichtbaar, in gangen van de school ophangen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
DIRECTE AANPAK PESTEN
Leerkrachten en ouders uit de oudercommissie en de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk deze aanpak. Waarom? Alle kinderen mogen zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Hoe? Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan! Stappen Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten proberen zij en wij: Stap 1: Er eerst zelf ( en samen) uit te komen. Stap 2: Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt ( in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen. Stap 3: De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Bij herhaling van pesterijen / ruzies tussen dezelfde leerlingen volgen sancties (zie bij consequenties). Stap 4: - Bij herhaaldelijke ruzie/ pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest /ruzie maakt. De fases van bestraffen treden in werking (zie bij consequenties). - Ook wordt de naam van de ruziemaken/ pester in de “Dit-kan-niet” map genoteerd. Bij iedere melding in de map omschrijft de leerkracht ‘de toedracht’. Bij de derde melding in de map worden de ouders op de hoogte gebracht van het ruziepestgedrag. - Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. - De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Consequenties De leerkracht heeft het idee dat er sprake is van onderhuids pesten. In zo’n geval stelt de leerkracht een algemeen probleem aan de orde om langs die weg bij het probleem in de klas te komen. De leerkracht ziet dat een leerling wordt gepest (of de gepeste of medeleerlingen komen het bij hem melden). Als vervolgens de stappen 1 t/m 4 geen positief resultaat hebben (voor de gepeste), dan neemt de leerkracht duidelijk een stelling in. De straf is opgebouwd in 5 fases en is afhankelijk van hoelang de pester door blijft gaan met zijn/ haar pestgedrag en geen verbetering vertoond in zijn / haar gedrag. Fase 1:
Fase 2:
-
Een of meerdere pauzes binnen blijven. Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn. Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem. - Door gesprek: bewustwording voor wat hij met het gepeste kind uithaalt. - Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde. Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in de ‘Dit-kan-niet’ map en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Fase 3: Fase 4:
Fase 5:
Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld, zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de Schoolarts van de GGD of Schoolmaatschappelijk werk. Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school. Ook het (tijdelijk) plaatsen op een andere school behoort tot de mogelijkheden. In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.
Begeleiding van de gepeste leerling - Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest - Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten - Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. - Zoeken en oefenen van een andere reactie bijvoorbeeld je niet afzonderen. - Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest. - Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. - Sterke kanten van de leerling benadrukken. - Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders/beter opstelt - Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s) - Het gepeste kind niet overbeschermen, bijvoorbeeld, naar school brengen of ‘ik zal het de pesters wel eens gaan vertellen’. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen. Begeleider van de pester - Praten: zoek naar de reden van het ruzie maken/ pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen) - Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste. - Excuses aan laten bieden. - In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft. - Pesten is verboden in en om de school. Wij houden ons aan deze regel. - Straffen als het kind wel pest – belonen (schouderklopje) als kind zich aan de regels houdt. - Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de ‘stop-eerst-nadenken-houding’ of een andere manier van gedrag aanleren. - Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind: wat is de oorzaak van het pesten? - Zoeken van een sport of club; waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn. - Inschakelen hulp (Jeugdgezondheidzorg, huisarts, GGD), eventueel Sociale vaardigheidstrainingen aanbieden. Oorzaak van pesten Oorzaken van pestgedrag kunnen onder andere zijn: - Een negatief zelfbeeld - Fysiek minder sterk en mondig minder vaardig - De waarden en normen thuis en anders dan op school. - Zelf eerder gepest geweest (school, thuis of elders) - Te weinig aandacht thuis. - Lichamelijke afstraffing thuis. - Ouders/verzorgers corrigeren geen agressief gedrag. - Reactie op bepaalde kleur- en smaakstoffen - Slecht voorbeeld van ouders/verzorgers en/of volwassenen. - Slecht voorbeeld van de leerkracht (!) - Blootstelling aan geweld op TV of PC-spelletjes. - Voortdurend met elkaar de competitie aan gaan. - Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen). - Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt. - Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt. Of, een combinatie hiervan. En, sommigen van deze oorzaken zijn in de ogen van mensen omstreden.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Aanleiding tot pesten Kinderen die gepest worden hebben vaak iets anders dan bij andere kinderen. Bijvoorbeeld: - Een bril, beugel, gehoorapparaat e.d. - Flaporen, scheelkijken en andere lichamelijke kenmerken - Bepaalde gedragskenmerken (Autisme, Asperge, spastisch, spraakgebrek e.d.) - ‘Verkeerde’ kleding - Een andere rol meegekregen vanuit het gezin en niet past binnen de groep. - De waarden en normen die vanuit het gezin wordt meegegeven (waaronder geloofs-, politieke- en maatschappelijke opvattingen). Het zijn dergelijke kenmerken welke als excuus gelden voor de pester. Signalen van pestgedrag Kinderen veranderen tijdens het opgroeien. Soms zijn deze veranderingen gemakkelijke te begrijpen en soms niet. Meestal gaan de vervelende periodes, die bij deze veranderingen horen, weer (vanzelf) over. Maar, wanneer het moeilijke gedrag van het kind niet over gaat, is er vaal meer aan de hand. Pestgedrag kan hier een oorzaak van zijn. Wanneer een kind gepest wordt kunnen de volgende verschijnselen gesignaleerd worden: - Binnen de thuissituatie: - Niet meer naar scholen willen. - Thuis niets meer verteld over school - Nooit andere kinderen mee naar huis neemt en nooit bij anderen wordt gevraagd - Op school slechtere resultaten haalt dan vroeger. - Vaak dingen kwijt is of met kapotte spullen thuis komt. - Vaal (vooral ’s ochtends) hoofdpijn of buikpijn heeft. - Niet wil gaan slapen, veel wakker wordt of nachtmerries heeft. - Blauwe plekken heeft op ongewone plaatsen - Zijn verjaardag niet wil vieren. - Niet wil buiten spelen. - Niet meer naar de club of speeltuin wil gaan. - Niet alleen een boodschap durft te doen. - Bepaalde kleren absoluut niet meer aan wil. - Thuis prikkelbaar, boos of verdrietig is. - Moeite heeft om geconcentreerd te blijven. - Somber, futloos of teruggetrokken is. - Slechts eetlust heeft - Binnen de school: - Het kind wordt (herhaaldelijk) op een gemene manier gepest, uitgescholden, bespot, gekleineerd, belachelijk gemaakt, vernederd, bedreigd, gecommandeerd, overheerst of onderworpen. - Groepsgenoten steken de draak met hem en lachen hen op een spottende en onvriendelijke manier uit. - Het kind wordt lastig gevallen en weggeduwd, gestoten, gestompt, geslagen, geschopt en hij is niet in staat zichzelf adequaat te verdedigen. - Het kind is betrokken bij ‘ruzies’, waarin hij totaal niet kan verdedigen en waaruit hij soms huilend probeert te ontsnappen. - Zijn boeken, geld of andere eigendommen worden beschadigd aangetroffen of slingeren rond. - Het kind heeft blauwe plekken, verwondingen, sneeën, schrammen of gescheurde kleding, die niet op een normale manier opgelopen kan hebben. - Het kind is (vaak) alleen en hij wordt uitgesloten door de groep tijdens pauzes. - Het kind lijkt geen enkele goede vriend in de groep te hebben. - Het kind wordt als één van de laatste gekozen bij het samenstellen van een team. - Het kind probeert in de pauze dicht bij de leerkracht of andere volwassene te blijven. - Het kind vindt het erg moeilijk hardop te praten in de klas en geeft een angstig en onzekere indruk. - Het kind ziet erg bank, ongelukkig en huilerig uit.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Vormen van pestgedrag Er zijn verschillende vormen van pesten en kunnen in de volgende zes categorieën worden ingedeeld: Verbaal: Dit is één van de meest voorkomende vormen van pesten. Het is de gemakkelijkste manier en een manier die niet opvalt. Het kan al door te fluisteren, wanneer de leerkracht even van de groep weg loopt. Non-verbaal: Hier wordt bewust lichamelijk een ander pijn gedaan. Het gepeste kind wordt, bijvoorbeeld, geschopt en geduwd. Achtervolging: Achtervolging zorgt er voor dat kinderen er bang worden op straat. Ze zijn bang dat er ergens een groepje kinderen op hem zal wachten en het gepaste kind neemt daarom een andere weg naar en van school. Vaak wordt door de pesters van tevoren bedacht waar ze het gepeste kind op gaan wachten. Uitsluiting: Uitsluiting zorgt er voor dat het gepeste kind nergens aan mee mag doen. Er wordt net gedaan of het kind niet bestaat. Het kind staat tijdens de pauzes alleen en heeft geen vriendjes of vriendinnetjes. Het kind kan zich dan er eenzaam voelen en een gedachte hebben dat hij anders en minder is als de anderen. Het kind kan daardoor bang worden om met andere kinderen om te gaan. En, een vicieuze cirkel ontstaan omdat daardoor het kind nog meer als een aparteling wordt gezien door de groep en nog meer gepest wordt. Stelen en vernieling: Het kan voorkomen dat het gepeste kind opeens allerlei spullen kwijt is, zoals pennen, etui, knikkers e.d. De pesters proberen het kind hier extra van streek te maken. Ze zijn vaak jaloers op de bezittingen die het gepeste kind heeft. Afpersing: Hierbij kan het voorkomen dat het gepeste kind of de meelopers gedwongen worden om iets te doen wat ze eigenlijk niet willen. Bijvoorbeeld, snoep meebrengen of geld stelen. Als er sprake is van pesten, worden meestal meerdere vormen tegelijk toegepast. Gevolgen van pestgedrag Over het algemeen geven de kinderen, die gepest worden, zichzelf de schuld hiervan. Zij schamen zich en praten niet of weinig hierover, ook naderhand. De gevolgen van het pesten kan pas later, soms jaren later, zichtbaar worden. Bijvoorbeeld: - Minder gemotiveerd - Vaak hoofd- en buikpijn, niet lekker in de vel zitten. - Psychosomatische klachten. - Lichamelijke reacties. - Angstgevoelens en faalangst. - Nachtmerries. - Het gevoel dat niemand om je geeft. - Achteruitgang in prestaties - Zelfmoord(neigingen). - Gevoelens ontwikkelen van minderwaardigheid, eenzaamheid, wantrouwen en argwaan - Gebrek aan zelfvertrouwen - Moeite met contacten en relaties aan te gaan. Het zijn voorbeelden uit de harde praktijk, die onderschrijven dat iedereen alert moet zijn, tijdig en adequaat gereageerd moet worden op pesten. Door recente zelfmoorden bij jongeren is het Pesten een aandachtspunt binnen het Onderwijs. Het gaat hierbij om pestgedrag dat al in het Basisonderwijs is begonnen. Adviezen aan de ouders - Ouders van gepeste kinderen: - Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. - Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. - Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken - Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen. - Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. - Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt. - Ouders van pesters: - Neem het probleem van uw kind serieus. - Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden. Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
- Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. - Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. - Besteed extra aandacht aan uw kind. - Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. - Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. - Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Alle andere ouders: - Neem de ouders van het gepeste kind serieus - Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan - Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. - Geef zelf het goede voorbeeld - Leer uw kind voor anderen op te komen. - Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
Meelopers Een specifiek aandachtspunt is het fenomeen Meelopers. Bij pesten heeft vaak 1 kind de leiding, die noemen we de leider van de groep, de anderen noemen we de meelopers. De grootste groep pesters zijn de kinderen die dan weer eens meedoen en dan weer niet. Voor hen is het heel wat gemakkelijker om er iets aan te doen, dan voor de pesters en de gepeste kinderen. Soms doen kinderen mee, omdat ze bang zijn om zelf gepest te worden. Er zijn kinderen die nooit meedoen, maar het pesten wel zien gebeuren (toeschouwers). Ook zijn er kinderen die helemaal niet weten dat er gepest wordt. Misschien omdat het in hun omgeving niet gebeurt of omdat ze met andere dingen bezig zijn en daarom het pesten niet zien. Hierbij geldt: - Ook met de ouders/verzorgers van deze kinderen praten. - Deze kinderen moeten leren om niet werkloos toe te zien als er iemand gepest wordt. - Dat deze kinderen bewust worden en ervoor moeten zorgen dat het pestgedrag (door hun) niet in stand wordt gehouden. - Moeten zich gaan realiseren dat de rol die ze spelen, veel groter is dan ze denken.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Mens-gebonden zaken Leerlinggerichte aspecten Social Media
Grondslag
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de stichting Bij vermoeden of signaleren van pesten Duidelijk stelling nemen Een directe aanpak Pestproblemen voorkomen
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Schoolteam Periodiek (minimaal eenmaal per jaar) Evaluatie incidenten
HANDREIKING
Mensen kunnen goed met elkaar omgaan, maar ook minder goed. De communicatie krijgt dan een ander karakter. Bij Social Media is dat niet anders. Dat vraagt om samenwerking met ouders/verzorgers, een directe aanpak en nadere regels afspreken. Toelichting >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AANPAK SOCIAL MEDIA
Social Media is een medium, een middel om te communiceren. Het brengt mensen bijeen, ook binnen het Onderwijs. Nog jaren later na hun tijd op de basisschool kunnen kinderen nog met elkaar in contact zijn, terwijl men voorheen elkaar uit het oog verloor. Social Media wordt binnen het Onderwijs ook als een middel gezien om kennis over te brengen en in deze kennis verder te bekwamen. Dit als aanvulling op de bestaande methoden. Zowel kinderen als volwassenen, waaronder de medewerkers op school en ouders/verzorgers, maken volop gebruik van Social Media in welke vorm en intensiteit dan ook. Definitie Hierbij gaat het niet alleen om de platforms via Internet (zoals Hyves, Facebook, Twitter, Linked-In etc.), maar ook via de Mobile telefoon, waaronder SMS. Maar, ook via E-mail en Chat-programma’s. Al deze communicatie mogelijkheden wordt samengevat met de term ‘Social Media’. Het gaat om ‘Social Media’ in de ruimste zin des woords. Inzet Al deze vormen kunnen ook ingezet worden bij Pesten, maar ook om tot Kindermisbruik te komen. Inmiddels is Social Media een veel voorkomend kanaal om te pesten. Het is vaak een gemakkelijke manier van pesten en weinig opvalt. Zo kan een te pesten kind anoniem bedreigd worden. Of, door geen gebruik te maken van nummerweergave vervelende of bedriegende berichten te sturen. Toezicht en handhaving Ouders/verzorgers hebben een belangrijke rol op pesten via Social Media tijdig en adequaat te onderkennen en preventieve maatregelen te nemen. Dit door controle uit te oefenen op wat hun eigen kind doet. Dit door toegang te hebben tot de Social Media van hun kind. Gedrag Er zijn talloze manieren waarop je iemand structureel het leven zuur kunt maken. Het gaat niet alleen om schelden en bedreigen. Het gaat ook om beeldmateriaal (intieme foto- of videobeelden) openbaar maken) uitsluiten (blokkeren in sociale media), misbruik van privégegevens (inlogaccounts) of haatcampagnes. Ontwikkeling
Kinderen ervaren pesten ‘in het echt’ als heftiger dan digitaal pesten. En, door digitale mogelijkheden worden niet meer kinderen gepest, maar wel vaker. Hoewel online pesten een serieus probleem is, blijft het gelukkig bij het overgrote deel tot een mislukt plagerijtje dat wordt opgelost. Bij kinderen heeft online pesten met hersenontwikkeling te maken. Training Volwassenen, waaronder de school, kunnen kinderen helpen om de (hersen)vaardigheden te trainen. Door telkens te wijzen op het innemen van andermans standpunt en strategische vragen te stellen. Bijvoorbeeld, wie komt hiermee in aanraking? Hoe vind ik het zelf als iemand mij zo benadert? Gesprek De oplossing voor een pestsituatie is met name een gesprek met de pester(s) en gepeste(n). Spreek over de bedoeling, de ontvangst en de gevolgen. Besteed ook aandacht aan de pester(s). Niet zelden blijkt de dader zelf slachtoffer te zijn geweest. Samenwerking Betrek de ouders/verzorgers nadrukkelijk hierbij en wijs hen op hun rol en verantwoordelijkheid om het gedrag en gebruik van Sociale Media door hun kind, beter te monitoren en eerder in te grijpen, zo ook de school tijdig hierover te informeren.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Preventie Door als volwassenen te ‘infiltreren’ in digitale netwerken heeft een preventieve werking. Men weet, dat er dan over de schouders wordt meegekeken door ouders/verzorgers en door medewerkers van de school. De profielen bij digitale netwerken kunnen dusdanig worden ingesteld, dat ouders/verzorgers op afstand (per e-mail) kunnen zien welke berichten door hun kind zijn ontvangen en verstuurd. Door als ouders/verzorgers het SMS-gedrag in de gaten te houden (mede vanwege de kosten daarvan) en de e-mails (regelmatig) na te kijken. Spelregels Hierdoor is het mogelijk om tijdig en adequaat gedrag in te grijpen. Verder, door het gedrag van kinderen in de gaten te houden, open te staan voor signalen, direct daarop te reageren en spelregels afspreken. Traceerbaarheid Wat via Social Media gebeurd klinkt door tot in de groep als het gaat om onderlinge relaties. Veel wat daar ‘geschreven’ wordt is achteraf veelal te traceren, mist het niet is gewist. Bij chat-sessies is dat lastig. Deze ‘berichten’ worden door het systeem niet bewaard. De ‘discussie’ tussen kinderen die kan ontstaan over wat wel of niet over elkaar is ‘gezegd’ is niet meer concreet te achterhalen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Mens-gebonden zaken Leerlinggerichte aspecten Discriminatie
Grondslag
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de stichting Bij vermoeden of signaleren van discriminatie Duidelijk stelling nemen Een preventieve- en een curatieve aanpak Uitsluiting voorkomen en spanningen binnen de samenleving dempen.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Schoolteam Periodiek (minimaal eenmaal per jaar) Evaluatie incidenten
HANDREIKING
Discriminatie en vooroordelen kunnen op verschillende zaken betrekking hebben. De schoolbevolking is een afspiegeling van de samenleving. Het vraagt wel extra inzet en aandacht/alertheid om tot een goed (pedagogisch) klimaat voor alle leerlingen te komen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AANPAK DISCRIMINATIE
Discriminatie en vooroordelen kunnen op verschillende zaken betrekking hebben. Te denken valt aan: huidskleur, levensovertuiging, seksuele voorkeur, volksgewoonten zoals kleding en voedsel, op grond van ziekten enzovoort. Deze kenmerken kunnen ook ten grondslag liggen van Pesten, al dan niet via Social Media. Waarom? We leven in een multiculturele samenleving. Dit houdt in dat verschillende groepen uit onze samenleving hun eigen cultuur hebben. De schoolbevolking is een afspiegeling hiervan en dit wordt binnen het onderwijs als een verrijking ervaren. Het vraagt wel extra inzet en aandacht/alertheid om tot een goed (pedagogisch) klimaat voor alle leerlingen te komen. Aanpak Het volgende wordt van iedereen binnen de school verwacht: - Het personeel, de leerlingen en hun ouders worden gelijkwaardig behandeld. - Er wordt geen discriminerende taal gebruikt. - Er wordt voor gezorgd dat er in school geen discriminerende teksten en/of afbeeldingen voorkomen op posters, in de schoolkrant, in te gebruiken boeken, e-mail e.d. - Er wordt op toegezien dat leerlingen en ouders/ouders ten opzichte van medeleerlingen en hun ouders/verzorgers geen discriminerende houding aannemen in taal en gedrag. - De leerkracht, leerling en ouders/verzorgers nemen duidelijk afstand van discriminerend gedrag en maken dit ook kenbaar. - Bij discriminatie door personeel wordt het personeelslid door de directie uitgenodigd voor een gesprek. Bij het herhaaldelijk overtreden van de gedragsregels wordt melding gedaan bij het Bevoegd gezag, dat vervolgens bepaalt of en zo ja welke disciplinaire maatregelen er worden genomen. - Bij discriminatie door vrijwilligers, stagiaires, ouders en/of leerlingen worden deze door de schooldirecteur uitgenodigd voor een gesprek. Handhaving Bij herhaaldelijk overtreding van de gedragsregels wordt melding gedaan bij het Bevoegd gezag, dat vervolgens bepaalt of, en zo ja, welke maatregelen er worden genomen. In het uiterste geval kan hierbij gedacht worden aan schorsing of verwijdering/ontzegging van betrokkene tot de school en het schoolterrein. Meldingen Zij die menen dat zij gediscrimineerd zijn of voelen kunnen dat melden bij de Vertrouwenspersoon. De Vertrouwenspersoon stel onderzoek in en rapporteert de bevindingen richting Bevoegd gezag. Op grond daarvan kan door het Bevoegd gezag desgewenst maatregelen worden genomen. Preventie In de lessen regelmatig aandacht besteden aan het thema Discriminatie en Vooroordelen. Zo kan, bijvoorbeeld, meer aandacht geven aan een bepaalde discriminatiegrond, zoals seksuele gerichtheid, afkomst of lichamelijke beperking. Hierbij kan ook gebruik worden gemaakt van lespakketten die elders beschikbaar worden gesteld. Milieu Kinderen hebben met voorbeeldgedrag te maken. Bij (ernstige) vormen van discriminatie en vooroordelen zal niet alleen een gesprek met de leerling plaatsvinden, maar ook met diens ouders/verzorgers om tot een gemeenschappelijke aanpak te komen. Begeleiding Net als bij pesten zal ook het slachtoffer van discriminatie en vooroordelen begeleid worden. De gevolgen van discriminatie en vooroordelen kan op termijn negatieve effecten hebben bij het slachtoffer. Neem hiervoor contact op met GGD als adviseur en hulpverlener.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Mens-gebonden zaken Leerlinggerichte aspecten Voorbehouden handelingen
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wet op de gezondheidszorg
Alle basisscholen binnen de stichting Wanneer sprake is van (para)medische handelen Handelingen die voorbehouden zijn aan bevoegde medisch personeel en/of artsen Maatwerkoplossingen In verband met levensreddende of-verlengende of leven-verbeterende handelingen. En, alle kinderen toegang hebben tot het Onderwijs.
Directieoverleg Eens per jaar Aan de hand van concrete gevallen in alle scholen Als gevolg van de Wet passend onderwijs zullen meer leerlingen met zorgen/of leerbehoeften zich aanmelden bij het regulier onderwijs. Los daarvan maakten leerlingen al structureel gebruik van medicijnen. Dit in verband met een (ernstige) aandoening. Normaliter worden deze medicijnen thuis of op de kinderopvang (onder toezicht) ingenomen en niet tijdens de schooltijd. Bij bepaalde aandoeningen moet alleen medicijnen worden toegediend als de verschijnselen van deze aandoening aan de orde zijn. Er moet dan acuut het medicijn worden toegediend. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen eenvoudige en niet-eenvoudige handelingen. Met betrekking tot eenvoudige handelingen (zijnde geen voorbehouden handelingen) worden de desbetreffende medewerkers door de arts of medische medewerker (bij aanvang van elk schooljaar) geïnstrueerd hoe dat moet (in aanwezigheid van de ouders/verzorgers en het kind). Bij niet-eenvoudige handelingen wordt maatwerk geleverd in samenwerking met Thuiszorg respectievelijk wijkverpleegkundige of vrijwillige Verpleegkundigen in de buurt. Soms kan het een situatie zijn, dat een verpleegkundige permanent bij het kind aanwezig moet zijn om te zien wat er aan de hand is en bepalen wat nodig is. Het gaat dan om Voorbehouden handelingen, waarvoor men BIG-geregistreerd moet zijn. BIG staat voor: Wet op de Beroepen in Individuele Gezondheidszorg. Het register geeft duidelijkheid over de bevoegdheid van de zorgverlener (arts en verpleegkundigen).
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Door toenemende mate worden kinderen minder snel doorverwezen naar het Speciaal Onderwijs. Het is de bedoeling dat kinderen binnen het normale onderwijs (blijven) meedoen. In het kader van Persoonsgebonden Budget (PGB) en Wmo (gemeente) en eventueel zorgverzekeraar kan nagegaan worden hoe de kosten gedekt kunnen worden.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VEILIG & SOCIAAL Situatie-gebonden zaken
Elke school is uniek. Maar, op alle scholen komen dezelfde situaties voor. Door wet- en regelgeving enerzijds en dat er bij deze situaties op alle scholen met dezelfde partners wordt samengewerkt anderzijds, maakt dat de aanpak bij deze situaties op alle scholen hetzelfde is. Gelet op de maatschappelijke impact van deze situaties maakt dat de positie van het Bevoegd gezag meer-en-meer centraal is komen te staan bij deze aanpak. Daarmee is het Bevoegd gezag ook verantwoordelijk voor de evaluatie en bijstelling van de aanpak en plannen. Bij het uitvoering geven aan deze verantwoordelijkheid kan het Bevoegd gezag worden bijgestaan door medewerkers en daaraan bevoegdheden overdragen, maar blijft wel verantwoordelijk. In verband hiermee heeft Bevoegd gezag contact met de medewerkers waaraan (ad hoc) bepaalde bevoegdheden zijn overgedragen maar kan (ad hoc) worden teruggenomen. De essentie bij dergelijke situaties is: crisismanagement (veelal op schoolniveau). Omdat scholen hierbij van elkaar kunnen leren, is er bij het evalueren van een plaatsgevonden incident ook een rol weggelegd voor het directieoverleg.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat?
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbo-beleid en Wetboek van Strafrecht
Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de stichting In het geval van AG&SI (Agressief gedrag en Seksuele intimidatie) Om verdere escalatie van problemen als gevolg van incidenten te voorkomen, biedt het Bevoegd gezag afdoende begeleiding aan personeelsleden, leerlingen en ouders, die geconfronteerd zijn met agressie, geweld of seksuele intimidatie. Handreikingen Veiligheid en welbevinden voor leerlingen, personeel en ouders/verzorgers
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Veiligheidscoördinator Jaarlijks Protocollen actueel houden naar aanleiding van leermomenten bij een incident.
HANDREIKING
In een specifieke situatie kunnen meerdere maatregelen van toepassing zijn. Verder: Anti-agressie aanpak > Wettelijke kaders bij fysiek geweld > Samenstellen opvangteam > Opvang personeel bij ernstige incidenten > Opvang leerlingen bij ernstige incidenten > Melding bij Politie > Melding AG&SI intern > Registratie AG&SI intern > Schorsing en verwijdering leerlingen > Schorsing en ontslag medewerker > Ordegesprek met ouders/verzorgers > Verhalen van schade > Mediacontacten >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
WETTELIJKE KADERS BIJ FYSIEK GEWELD
In die gevallen waarin je als medewerker geconfronteerd worden met fysiek geweld, biedt de wet mogelijkheden om jezelf of een ander hiertegen te beschermen. Een en ander is geregeld in de wettelijke regeling die bekend staat als 'noodweer'. Noodweer Noodweer staat beschreven in het Wetboek van Strafrecht (artikel 41) en luidt als volgt: - Lid 1: Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. - Lid 2: Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt. Wederrechtelijke aanranding In het eerste lid wordt gesproken over wederrechtelijke aanranding. Aanranding dient hierbij niet te worden uitgelegd als seksueel getint, doch als een aanval. Deze aanval dient dan wel zonder recht of toestemming te gebeuren. Vermijd dus opmerkingen als: 'Sla maar', 'doe maar' of 'moet je proberen' op het moment dat iemand dreigt met het uitdelen van een klap of iets dergelijks. Ogenblikkelijk Het woord ogenblikkelijk, in het eerste lid, slaat terug op het feit dat de aanranding op dat moment bezig (in uitvoering) moet zijn. Dus niet als je het idee hebt dat er wel eens iets zou kunnen gebeuren of in die gevallen dat de rust (relatief) weer is teruggekeerd. Lijf Het eigen of een anders lijf mag duidelijk zijn. Het betreft hier gewoon je lichaam. Eerbaarheid De eerbaarheid is ook hier weer niet seksueel bedoeld, doch het betreft je eer of goede naam. Goed Een goed is een materieel (tastbaar) voorwerp. Voorbeelden (hoewel niet uitputtend) die je kunt tegenkomen, zijn: - Iemand pakt je bij je arm omdat je niet doet wat hij wil. - Iemand pakt je bij je hals en legt een verwurging aan. - Iemand zet zijn hond tegen je op. - Iemand stormt op je af met een tot vuist gebalde hand of met een voorwerp en hij dreigt te slaan. - Iemand beschadigt het meubilair of voorwerpen van de school of anderen. Proportioneel Optreden tegen dit soort voorvallen is dus geoorloofd. Dit optreden dient dan wel volgens gelijke hevigheid te worden ingezet. Slaat iemand je, dan mag je terugslaan. Slaat iemand je met de hand, dan sla je echter niet met een voorwerp of iets dergelijks terug. Word je aangerand in je eerbaarheid, dan mag het duidelijk zijn dat je er niet op los beukt, maar die persoon naar buiten geleidt. Heeft iemand je echter in een verwurging (levensgevaar) dan zijn alle middelen geoorloofd om deze aanranding te beëindigen. Beledigen Iemand scheld je de huid vol en roept daarbij op je persoon gerichte beledigingen. Dat is geen reden voor noodweer. Immers, je kunt dat negeren en weglopen. Uitlokking Voorkom escalatie, waardoor alsnog fysiek geweld kan ontstaan. Terugschelden kan als uitlokking van geweld worden beschouwd en kan tegen je gebruikt worden. En, de betrokken persoon heeft het recht om een klacht in te dienen bij het Bevoegd gezag.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Andermans lijf Het mag duidelijk zijn dat als de aanranding plaatsvindt ten opzichte van je collega, je dus ook mag ingrijpen. We helpen elkaar! Ligt het nog in de sfeer van dreigen, ga dan bij je collega staan, zodat deze er niet alleen voor staat. Maar, bemoei je niet met het ‘gesprek’ tussen deze college en betrokken persoon. Aanpak Pas een anti-agressie aanpak toe (aanspreken, waarschuwen, reageren). Reageer dan met gelijke middelen. Je hebt op die manier alles gedaan om aanranding te voorkomen. Proces-Verbaal Bedenk wel dat je bij het toepassen van geweld zelf een strafbaar feit pleegt. Hiertegen zal door de Politie dan ook Proces-Verbaal worden opgemaakt. En, de betrokken persoon kan ook Aangifte bij de Politie doen. Toetsing De rechter bepaalt of er sprake is van noodweer en zal je in voorkomend geval niet schuldig achten. Het is dus aan de individuele medewerker om tegen fysiek geweld op te treden. De tolerantiegrens is bij iedereen verschillend. Laat echter jezelf of je collega niets aandoen. Noodweer exces Het tweede lid van artikel 41 beschrijft die situaties waarin je door een hevige gemoedsbeweging de grenzen van gelijkwaardig optreden overschrijdt. Men noemt dit 'noodweer exces'. Dit kan zich voordoen als de 'overlevingsdrang' het overneemt van rationeel denken. Het komt sporadisch voor en is ook ter toetsing van de rechter. Wapens Indien de agressor je echter met een (vuur)wapen bedreigt, geef je dan over, zowel in houding als in gedrag. De agressor zal zich dan 'veilig' voelen en zijn aandacht zal verslappen. Strafbepaling Het gaat hierom Artikel 139 van het Wetboek van Strafrecht (WvS). Daarin is het volgende geregeld: - Hij die in een voor de openbare dienst bestemd lokaal wederrechtelijk binnendringt, of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van de bevoegde medewerker aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. - Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. - Deze gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen. Verder kan het gaan om Artikel 284 WvS. Daarin is het volgende aangegeven: Met gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft: - hij die een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden; - hij die een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden. In het laatste geval omschreven, wordt het misdrijf niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is. Verder, Artikel 285 WvS: Bedreiging met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie. Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Artikel 261: Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie. Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastlegging eiste. Artikel 262 Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. Ontzetting van de in artikel28, eerste lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken. Artikel 267 De in de voorgaande artikelen van deze titel bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien de belediging wordt aangedaan aan: 1. het openbaar gezag, een openbaar lichaam of een openbare instelling; 2. een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening; 3. het hoofd of een lid van de regering van een bevriende staat.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
ANTI-AGRESSIE AANPAK
Het gaat om agressie en geweld op het werk. Namelijk, voorvallen waarbij een werknemer psychisch en/ of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen wordt onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de te vervullen functie van de desbetreffende medewerker. Dit wel met de kanttekening, dat op het moment van het incident zich voordoet, nog niet altijd duidelijk is of het wel of niet werk gerelateerd is. In elke geval wordt agressie en geweld, om welke reden dan ook, niet geduld op het terrein van de school. Vindt het net buiten dat terrein plaats, dan trekt de medewerker – indien mogelijk – zich terug op het terrein van de school. Het wettelijke kader, waarop noodweer van toepassing is, is binnen en buiten het terrein van de school hetzelfde. Inleiding Medewerkers van (semi-)overheidsinstanties worden geconfronteerd met agressief en gewelddadig gedrag van mensen ( hieronder verstaan we (oud-)leerlingen, ouders en andere volwassenen). Onder het motto ‘Voorkomen is beter dan genezen’ is het hierna volgende anti-agressie aanpak opgesteld met als doel inzicht te geven in wat agressie is, hoe gehandeld kan of moet worden, welke stappen ondernomen moeten worden, en hoe agressie beperkt en voorkomen kan worden. Algemeen doel van deze aanpak is een instrument te bieden voor zowel de medewerker als de leidinggevende voor de omgang met en preventie van agressie en geweld op de werkplek. Vormen van agressie We kennen verschillende vormen van agressie. Per agressievorm is in het kort omschreven wat hieronder verstaan wordt. Namelijk: Hinderlijk gedrag Onder hinderlijk gedrag wordt verstaan ‘gedrag dat hinderlijk is voor medewerkers, leerlingen en andere bezoekers c.q. klanten’. Een voorbeeld van hinderlijk gedrag is dat iemand op de grond of de bank gaat liggen in een wachtruimte. Onacceptabel gedrag Onacceptabel gedrag is een brede term, waaronder diverse vormen van agressie vallen. In het algemeen kan gesteld worden dat onder onacceptabel gedrag wordt verstaan ‘gedrag dat niet voldoet aan de algemeen geldende maatschappelijke normen en waarden’. Telefonische agressie Onder telefonische agressie wordt verstaan ‘het telefonisch door middel van eisen en dreigen iets gedaan proberen te krijgen’. Schriftelijke agressie Onder schriftelijke agressie wordt verstaan ‘het schriftelijk doen van bedreigingen ten aanzien van medewerkers’. Verbaal geweld Onder verbaal geweld wordt verstaan ‘grof taalgebruik, discriminerende taal en/of schelden’. Verbaal geweld hoeft niet specifiek tegen een persoon gericht te zijn. Ernstige bedreigingen Onder ernstige bedreigingen en intimidatie wordt verstaan ‘gerichte en intimidatie bedreigingen en/ of grof taalgebruik tegen een specifieke persoon met als doel deze te intimideren’. Fysiek geweld Onder fysiek geweld wordt verstaan ‘escalatie van agressie door gericht geweld tegen voorwerpen dan wel personen’. De agressor probeert gewapend dan wel ongewapend een medewerker, leerling, bezoeker of het interieur te beschadigen. Alhoewel deze vorm van agressie zelden voorkomt, moeten we deze wel ten alle tijde proberen te voorkomen. De schade die hierdoor ontstaat is wellicht niet reparabel, met name de immateriële schade! En, dat er binnen de wettelijke kaders wordt gehandeld. Gedragsregels Zowel medewerkers als derden dienen zich aan gedragsvoorschriften te houden om mogelijke Agressief gedrag en/of gewelddadige situaties te voorkomen. Gedragsregels derden Derden dienen zich volgens de algemeen geldende maatschappelijke normen en waarden te gedragen. Het is dan ook niet toegestaan voor derden om: Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
De publieksruimte te betreden met slag-, steek- of vuurwapen of andere voorwerpen die als zodanig kunnen dienen; - Met een hond de publieksruimte te betreden; - Te roken, drugs of alcohol te gebruiken in de publieksruimte; - Onder invloed van drugs of alcohol de publieksruimte te betreden; - Zonder vooraankondiging zich te begeven naar een andere afdeling binnen het gebouw; - In de wachtruimte te verblijven zonder doel/ zonder aanleiding daartoe; - Te schelden, discriminerende taal te gebruiken of met grote stemverheffing te spreken; - Bedreigingen te uiten naar medewerkers, leerlingen, (ex)levenspartners of familieleden en derden; - Met voorwerpen (dreigen) te gooien of vernielingen aan te richten; - Handtastelijk te worden; - Anderen lastig te vallen. Onder publieksruimte wordt verstaan: schoolgebouw en schoolterrein. Onder afdeling wordt verstaan: klaslokalen en andere ruimtes. Onder wachtruimte wordt verstaan: centrale hal binnen een schoolgebouw. Gedragsregels medewerkers Een medewerker mag nooit zelf de veroorzaker zijn van agressief en/of gewelddadig gedrag. Het doel is juist om agressief en gewelddadig gedrag te voorkomen. Dit kan door het opvolgen van een aantal (simpele) regels bij contacten met mensen: - Wees (en blijf) altijd vriendelijk en beleefd; - Wees servicegericht: beantwoord vragen van klanten zo goed mogelijk en los eventuele problemen zo snel mogelijk op; - Luister naar diegene, toon begrip en interesse en probeer te achterhalen wat men daadwerkelijk wenst, waar hij/zij daadwerkelijk behoefte aan heeft; - Maak geen beloften aan de klant die je niet waar kunt maken; - Biedt bezoekers hulp, indien je constateert dat ze niet begrijpen waar ze moeten zijn; - Ga niet in groepjes in het zicht van de betrokkene een gesprek voeren; - Ga niet kennelijk zonder bezig te zijn aan de balie zitten; - Voer geen luidruchtige gesprekken met andere collega’s in het bijzijn van mensen, maar geef zelf het correcte voorbeeld; - Laat een geïrriteerde persoon eerst stoom afblazen en maak het niet erger door zelf ook geïrriteerd te reageren; - Geef je grenzen aan! Preventie Niet alleen verbale, maar ook non-verbale communicatie kan duiden op potentieel agressief of gewelddadig gedrag. Door zich hier van bewust te zijn, kan eventuele escalatie van een dergelijke situatie voorkomen worden. Mogelijke fysieke uiterlijkheden die (kunnen) duiden op potentieel agressief of gewelddadig gedrag zijn: - Een plotseling rood of bleek gelaat; - Zichtbaar (extreem) zweten; - Verstrakte kaaksbenen en gebalde vuisten; - Grijnzend gezicht; - Overdreven of gewelddadige bewegingen; - Stemverheffing; - Vlugge en weinig diepe ademhaling; - Wazige of misprijzende blik; - Woedende of ontwijkende oogopslag; - Zich persoonlijk opdringen. Indien een klant (opeens) erg zenuwachtig is en (meerdere van) de bovenstaande fysieke uiterlijkheden vertoont, dient er rekening te worden gehouden met een potentieel agressieve of gewelddadige situatie. Om een eventuele escalatie van de situatie te voorkomen, is het zaak om: - Nooit een gesprekspartner te onderschatten en niet in discussie te gaan. Het is immers geen bekende; - Voldoende afstand te houden (ongeveer 120 cm om een verrassingsaanval te kunnen ontwijken) en je stoel schuin te zetten richting de beste ontsnappingsroute; - Gebruiksvoorwerpen, zoals pennen en potloden, buiten het bereik van de persoon te houden; Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
Elke agressieve of provocerende houding te vermijden (gekruiste armen, handen op de heupen, gefixeerde oogopslag); Indien de agressor rechtop staat, hem of haar uit te nodigen om zo mogelijk te gaan zitten opdat hij of zij zich niet in een dominante positie voelt; Kalm en beleefd te blijven, maar wel een vastberaden houding te blijven aannemen; Verwijten, kritiek of een neerbuigende houding te vermijden; Integer te blijven en nooit te liegen; Op een rustige en zachte toon te praten, zonder het gebruik van vakjargon; De persoon te betrekken bij het zoeken naar een oplossing, laten merken een en al oor te zijn.
Instructie Mocht de situatie onverhoopt toch escaleren, dan gelden voor de medewerker en de leidinggevende de volgende instructies. Hinderlijk gedrag/ onacceptabel gedrag - Reactie medewerker: - Klant aanspreken op gedrag - Past gedrag aan? Ja/nee - Bij nee: Directie informeren - Agressieregistratie invullen - Reactie leidinggevende: - Leidinggevende geeft waarschuwing - Past gedrag aan? Zo nee, Politie waarschuwen - In bijzijn van Politie 2x verzoek aan betrokkene om het gebouw direct te verlaten - Nazorg leidinggevende: - Waarschuwingsbrief naar betrokken persoon - Interne melding agressief gedrag (via Veiligheidscoördinator) - Sprake van recidive ? ja/nee - Bij ja: Toegangsontzegging voor bepaalde tijd. Telefonische agressie Vaak is het telefonisch uiten van verbale agressie een ‘onschuldige vorm van stoom afblazen’. Van medewerkers wordt ook verwacht dat zij een professioneel incasseringsvermogen hebben om met dergelijke voorvallen om te gaan. Echter, indien de bellende persoon niet tot rede kan worden gebracht, dient er over te worden gegaan tot registratie van het telefoongesprek en melding van het gesprek aan de leidinggevende. - Reactie medewerker: - Betrokken aanspreken op gedrag - Past gedrag aan ? ja / nee - Bij nee: Waarschuwing geven - Bij negeren waarschuwing : gesprek beëindigen - Leidinggevende informeren - Agressieregistratie invullen - Reactie leidinggevende: Eventueel een ‘Plan van Aanpak’ maken mocht de betrokken persoon op de werkplek verschijnen. - Nazorg leidinggevende: - In overleg met medewerker eventueel een Waarschuwingsbrief - Interne melding agressief gedrag (via Veiligheidscoördinator) - Sprake van recidive ? ja / nee - Zo ja, dan altijd een Waarschuwingsbrief - Stalken en recidive ? ja/nee - Telefoonverbod instellen - Eventueel een geheim privénummer regelen Schriftelijke agressie - Reactie medewerker: - Leidinggevende informeren - Agressieregistratie invullen (en kopie van de brief daaraan toevoegen) Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
Reactie leidinggevende: n.v.t. Nazorg leidinggevende: - Waarschuwingsbrief naar betrokkene - Interne melding agressief gedrag (via Veiligheidscoördinator) - Eventueel ordegesprek
Verbaal geweld / ernstige bedreiging en intimidatie - Reactie medewerker: - Klant aanspreken op gedrag - Past gedrag aan? Ja/nee - Bij nee: waarschuwing geven - Wordt waarschuwing genegeerd ? Gesprek beëindigen - Schooldirecteur informeren - Agressieregistratie invullen - Reactie leidinggevende: - Leidinggevende geeft waarschuwing - Bij bedreiging of weigering te vertrekken: Politie-assistentie vragen - In bijzijn van Politie 2x verzoek aan betrokkene om het gebouw en terrein direct te verlaten - Nazorg leidinggevende: - Indien nodig: psychische en/of juridische ondersteuning geven aan medeweker - Waarschuwingsbrief richting betrokken persoon - Interne melding agressief gedrag (via Veiligheidscoördinator) - Eventueel ordegesprek - Sprake van recidive: ja / nee - Bij ja: Toegangsontzegging voor bepaalde tijd. - Bij strafbare feiten: altijd een Melding bij de Politie Fysiek geweld - Reactie medewerker: - Vluchten of door collega’s uit situatie laten proberen weg te halen. - Breng anderen (leerlingen en volwassenen) in veiligheid - Waarschuw direct de Politie (112) - Informeer direct de leidinggevende - Agressieregistratie invullen - Reactie leidinggevende: Politie grijpt in (in het bijzijn van leidinggevende) - Nazorg leidinggevende: - Psychische nazorg en/of juridische ondersteuning van de medewerker - Nagesprek met Schoolteam - Voor veroorzaker een schriftelijk Toegangsontzegging van 6 maanden - Na deze 6 maanden eventueel een ordegesprek - Altijd Aangifte doen bij de Politie! - Interne melding agressief gedrag (via Veiligheidscoördinator) - Schade melden bij Verzekeringsmaatschappij (via Veiligheidscoördinator) Aankondiging komst agressief persoon - Reactie medewerker: - Collegae informeren - Leidigngevende informeren over de inhoud van het gesprek - Reactie leidinggevende: - Vaststellen van de te ondernemen actie - Informeren van de in te zetten medewerkers - Leidinggevende neemt zelf het voortouw in het naderende gesprek/conflict - Nazorg leidinggevende: n.v.t. Verbreken toegangsverbod - Reactie medewerker: - De persoon wijzen op het Toegangsverbod en meteen verzoeken het schoolterrein te verlaten Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
-
- Verlaat gebouw/ plein ? ja / nee - Bij nee: Waarschuw de leiding - Agressieregistratie invullen Reactie leidinggevende: - De persoon verzoeken schoolgebouw en –terrein te verlaten. - Bij weigering: Politie waarschuwen. - In bijzijn van Politie 1x het verzoek doen om gebouw en terrein te verlaten Nazorg leidinggevende: - Bij recidive: schriftelijk het Toegangsverbod verlengen - Aangifte doen bij Politie
Ordemaatregelen In de voorgaande paragrafen is een aantal mogelijke maatregelen genoemd dat genomen wordt ten aanzien van mensen die agressief zijn of gewelddadig gedrag vertonen. In het kort worden deze hieronder nogmaals toegelicht. In bijzondere omstandigheden kan hiervan worden afgeweken. Een en ander ter bepaling door de Schooldirecteur (in overleg met het Bevoegd gezag). Waarschuwing Een waarschuwing is een eerste maatregel ten aanzien van een dergelijk persoon nadat deze zich voor de eerste keer agressief en/ of gewelddadig heeft geuit tegen een medewerker of de organisatie. Een waarschuwing kan worden gegeven bij: - Hinderlijk en onacceptabel gedrag; - Telefonische of schriftelijke agressie; - Verbaal geweld Ordegesprek Een ordegesprek wordt gehouden naar aanleiding van alle vormen van agressief en/of gewelddadig gedrag. Doel is om het gedrag van de persoon te bespreken om herhaling te voorkomen. De leidinggevende nodigt de betrokken persoon telefonisch dan wel mondeling uitgenodigd voor een ordegesprek. En, vervolgens ook schriftelijk. Het ordegesprek wordt gevoerd door de Schooldirecteur samen met de medewerker die geconfronteerd is met het agressief en/of gewelddadig gedrag van deze persoon. Tijdens dat gesprek wordt de bezoeker aangesproken op zijn gedrag en wordt getracht duidelijkheid te krijgen over de motieven voor dit gedrag. Uiteindelijk dient het gesprek uit te monden in afspraken met de persoon. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd. Indien betrokkene de gemaakte afspraken uiteindelijk alsnog niet nakomt, volgt er een Gebouw- en terreinverbod en – indien noodzakelijk – eventuele justitiële maatregelen. Gebouw- en terreinverbod Een gebouwverbod wordt opgelegd wanneer een iemand herhaaldelijk agressief en/of gewelddadig gedrag heeft vertoond. Bij het vertonen van fysiek geweld wordt een Gebouw- en terreinverbod echter meteen schriftelijk opgelegd. Dat verbod wordt opgelegd voor bepaalde of onbepaalde tijd. De duur van deze termijn is afhankelijk van het incident of recidive en wordt situationeel bepaald. De brief met het verbod is afkomstig van het Bevoegd gezag. Telefoonverbod Een telefoonverbod wordt opgelegd wanneer een persoon zich telefonisch herhaaldelijk verbaal agressief uit en/of door middel van dreiging en eisen iets gedaan probeert te krijgen. De duur van het telefoonverbod is afhankelijk van het incident of recidive en wordt situationeel bepaald. En, is als volgt opgebouwd: 1e overtreding: Waarschuwen 2e overtreding: Ordegesprek 3e overtreding: Telefoonverbod en Gebouwverbod gedurende 3 maanden 4e overtreding: Telefoonverbod en Gebouwverbod gedurende 6 maanden 5e overtreding: Permanent Telefoonverbod en Gebouwverbod
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Aangifte In het geval van ‘ernstig’ agressief en/of gewelddadig gedrag, vindt altijd Aangifte plaats bij de Politie binnen 24 uur na het incident. Aangifte dient door het slachtoffer of een getuige te worden gedaan. Namelijk, bij - Strafbare bedreiging - Fysiek geweld - Ernstige voorvallen (naar eigen beoordeling) Aangifte bij de Politie is (in ‘ernstige’ gevallen) altijd zinvol. Wellicht is de agressor reeds bekend bij de Politie en kan de aangifte worden meegenomen bij de afhandeling van andere strafzaken. De strafbepalingen voor verschillende geweldsdelicten is verschillend. Schadeclaim/ -regeling Bij ontstane materiële of immateriële schade, als gevolg van fysiek geweld, dient de schade bij de verzekering opgegeven te worden. Indien het immateriële schade betreft, dient de medewerker zelf de schade te verhalen. Indien het materiële schade betreft, dan wordt de schade door het Bevoegd gezag verhaalt. Echter, het Bevoegd gezag zal ten allen tijde de werknemer zo goed mogelijk ondersteunen bij schadeverhaal en ervoor zorgdragen dat de medewerker geen ‘speelbal’ wordt tussen de verzekering en de agressor. Opvang na agressie- of geweldsdelict Agressie- of geweldsdelicten kunnen een grote impact hebben op zowel het slachtoffer(s) als op de andere personen die bij het delict betrokken waren, zeker als deze vaker voorkomen. Door adequate opvang kunnen de gevolgen echter beperkt en/of voorkomen worden. Opvanggesprekken zijn dan ook een belangrijk instrument bij dergelijke incidenten. Hiervoor wordt de Vertrouwenspersoon ingezet. Een belangrijk facet bij de verwerking van een incident is de bewustwording dat niet iedereen hierover makkelijk kan praten. Er kunnen allerlei psychische- en fysieke bijwerkingen optreden die ‘noodzakelijk’ zijn het voorval te verwerken. De vertrouwenspersoon is hiervan op de hoogte en kan zorgdragen voor deskundige hulp. Planning Het eerste gesprek vindt direct na het incident plaats. Doel: het aftappen van emoties, ‘hoe voelt iemand zich’. Het tweede gesprek vindt een tot drie dagen na het incident plaats. Doel: - Reconstructie van het incident, ‘wat is er nu precies gebeurd?’ - Meer informatie geven - Eventuele psychologische en fysieke klachten signaleren Het derde gesprek vindt circa vier weken na het incident plaats. Doel: - De huidige stand van zaken opnemen - Eventuele ‘oude’ klachten bespreken en eventuele ‘nieuwe’ klachten signaleren - Eventueel verwijzen naar gespecialiseerde hulp, of indien dit niet nodig is, het nazorgtraject afsluiten In het geval van een ziektemelding vind afstemming plaats tussen Vertrouwenspersoon en Bedrijfsarts. Evaluatie Ook al blijkt een opvanggesprek niet noodzakelijk te zijn, er zal wel altijd informatieoverdracht tussen de betrokken medewerker en de leidinggevende moeten plaatsvinden. Tijdens deze evaluatie en is gericht op leermomenten voor iedereen en dient het volgende besproken te worden: - ‘Wat heeft er zich precies afgespeeld?’ - ‘Hoe is er gehandeld door de betrokken medewerker?’ - ‘Welk vervolg is – gezien de aard van het incident – gewenst of vereist?’ Bij een vervolg kan gedacht worden aan een van de eerder genoemde maatregelen - Het agressieregistratieformulier verder of alsnog in orde maken Rapportage voorval Welke maatregel er ook wordt genomen, elk agressie- of geweldsdelict dient in ieder geval gerapporteerd te worden. Hiervoor dient gebruikgemaakt te worden van het Agressieevaluatieformulier.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Het originele formulier wordt de directie gearchiveerd. Verder dient een kopie van dat formulier te worden verstrekt aan: - De betrokken medewerker(s); - De Veiligheidscoördinator respectievelijk Arbo-coördinator. Deze houdt een registratie bij ten behoeve van de Risico Inventarisatie (RIE) respectievelijk het de jaarlijkse verslaglegging.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AGRESSIEREGISTRATIEFORMULIER Gegevens medewerker: - Naam: - Personeelsnummer: - Naam leidinggevende: - Naam betrokken collega(‘s) (optioneel) - Datum en tijdstip incident: - Rapportagedatum: Gegevens veroorzaker (indien bekend): - Naam: - Adres: - Postcode: - Geboortedatum: - Reden van zijn aanwezigheid: - Herkenbare uiterlijke kenmerken: Soort incident (aanvinken): 0 Onacceptabel gedrag 0 Telefonische agressie 0 Schriftelijke agressie (kopie brief bijgevoegd) 0 Verbaal geweld 0 Ernstige bedreigingen en initmidatie 0 Fysiek geweld t.a.v. een of meerdere personen 0 Fysiek geweld t.a.v. voorwerpen/goederen Genomen maatregelen: 0 Waarschuwing 0 Ordegesprek 0 Gebouw- en terreinverbod (kopie brief bijgevoegd) 0 Aangifte bij Politie (afschrift toegevoegd) 0 Schadeclaim ingediend (kopie bijgevoegd) Nazorg: 0 Juridische ondersteuning 0 Psychische ondersteuning 0 Vertrouwenspersoon Toelichting en omschrijving van incident:
In te vullen door de directie: - Kopie verstrekt aan: 0 Betrokken medewerker(s) 0 Veiligheidscoördinator - Interne communicatie: 0 Interne melding agressief gedrag (via Veiligheidscoördinator) 0 Berichtgeving aan medewerkers 0 Evaluatie in schoolteam
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AGRESSIE-EVALUATIEFORMULIER
Gegevens medewerker: Personeelsnummer: Naam school: Naam leidinggevende: Datum van incident:
Omschrijving gebeurtenis:
Hoe gehandeld door betrokken medewerker?
Gewenste/vereiste vervolgmaatregel:
Bespreking agressieregistratieformulier:
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
MAATREGELEN BIJ ERNSTIGE INCIDENTEN (EI&SI)
Ziekteverzuim Indien een incident leidt tot ziekteverzuim, wordt gehandeld conform het algemeen geldende ziekteverzuimbeleid binnen de scholenstichting. Ook als een incident niet tot verzuim leidt, is aandacht voor het slachtoffer (en eventueel agressor) gewenst. De schoolleiding stimuleert (indien de betrokkene dit op prijs stelt) de betrokkenheid van leidinggevenden en collega's bij de situatie. Telefoontjes, persoonlijke gesprekken en dergelijke worden aangemoedigd. Voorlichting De ouders/verzorgers worden bij aanmelding van kind geïnformeerd over gewenst gedrag en eventuele consequenties. Meldpunt Personeel, leerlingen en ouders die incidenten willen melden kunnen dit doen bij de Bevoegd gezag of de veiligheidscoördinator. Voor machtsmisbruik kan de melding ook plaatsvinden via de vertrouwenspersoon, waardoor privacy is gewaarborgd. Registratie Om te kunnen sturen, evalueren en bij te stellen zorgt de veiligheidscoördinator voor een nauwkeurige registratie en administratie van incidenten inzake AG&SI. Hiervoor maakt deze functionaris gebruik van een registratiesysteem, waarin de gegevens van het meldingsformulier zijn verwerkt. Rapportage Het Bevoegd gezag maakt regelmatig (minimaal 1 maal per jaar) een overzicht van het aantal meldingen per school. En, dat wordt opgenomen in het Arbo-verslag respectievelijk Sociaal jaarverslag van de scholenstichting. Dat overzicht bevat algemene (dit wil zeggen geen individuele) gegevens. Inventarisatie Eén maal per vier jaar vindt, als onderdeel van de RI&E, een onderzoek plaats onder alle personeelsleden, waarmee het aantal incidenten wordt geïnventariseerd, de bekendheid en handhaving van het beleid wordt onderzocht en onveilige plekken/situaties kunnen worden aangegeven. Beleid In het sociaal jaarverslag en het Arbo jaarverslag worden de activiteiten in het kader van AG&SI beschreven. Voortgangsbewaking Er vindt een voortgangsgesprek plaats met het Bevoegd gezag en de schooldirecteur tijdens het jaargesprek. In da gesprek worden de verbetervoorstellen, welke vermeld staan in het plan van aanpak, besproken en worden de verbeteringen geëvalueerd. Eventuele verbeteracties voortkomende uit de evaluatie worden opgenomen in het Plan van Aanpak van de RI&E. Via dat plan wordt ook de voortgang in de uitvoering bewaakt. Indien de school niet (geheel) aan de verbetering heeft voldaan, wordt overlegd op welke manier alsnog het doel kan worden bereikt. Inbreng Verbetervoorstellen met betrekking tot het beleidsplan kunnen door iedereen worden gemeld bij de veiligheidscoördinator. Het beleidsplan wordt jaarlijks geëvalueerd in het bestuursoverleg, directieoverleg en met de (G)MR. Eventuele verbeteracties voortkomende uit de evaluatie worden opgenomen in het Plan van Aanpak van de RI&E. Via dat plan van aanpak wordt ook de voortgang in de uitvoering bewaakt. Klachten Ingeval zich op het terrein van AG&SI klachten en/of bezwaren voordoen, wordt de algemene procedure van de klachtenregeling gehanteerd.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Begroting In de jaarlijkse budgetteringsronde worden de activiteiten in het kader van AG&SI begroot. De omvang van de kosten worden mede bepaald door het aantal te ondernemen verbeteractiviteiten, die zijn opgenomen in het Plan van Aanpak van de RI&E. Op basis van de jaarlijkse voortgangsgesprekken zou de begroting kunnen worden aangepast.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat?
Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) Opvang personeel bij ernstige incidenten
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbo-beleid
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij ernstige incidenten (AG&SI) Op het moment dat een ernstig incident van AG&SI met een personeelslid als slachtoffer heeft plaatsgevonden, wordt terstond het Bevoegd gezag en de veiligheidscoördinator geïnformeerd en het Opvangteam bijeen geroepen. Een lid van het opvangteam neemt contact op met het betrokken slachtoffer(s) om, indien gewenst, een afspraak te maken. Tevens wordt door het betrokken slachtoffer(s) of de veiligheidscoördinator het meldingsformulier ingevuld. Er is een reeks aandachtspunten. De geestelijke schade van een ernstig incident beperken en het liefst wegnemen.
Bevoegd gezag Na afloop (inclusief nazorg) van een incident Evaluatiegesprek Opvangteam Het is aan het Bevoegd gezag om te besluiten of er volgens deze werkwijze zal worden gehandeld. Wel is er een set met een minimaal aantal acties.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
OPVANG PERSONEEL (ALS SLACHTOFFER)
Aandachtspunten Van de leden van het opvangteam mag verwacht worden, dat zij: - Een luisterend oor bieden; - Advies geven over symptomen die kunnen optreden na een schokkende gebeurtenis; - Informatie geven over opvangmogelijkheden; - De eigen grenzen aangeven wat betreft de mogelijkheden voor hulpverlening en mee zoeken naar oplossingen (eventueel doorverwijzen naar professionele instanties); - Aan belanghebbenden informatie geven met betrekking tot het omgaan met schokkende gebeurtenissen; - Vertrouwelijk omgaan met de informatie die zij krijgen. Taken en verantwoordelijkheden na een schokkende gebeurtenis: - Een directe collega en de veiligheidscoördinator zijn verantwoordelijk voor een goede eerste opvang; - De veiligheidscoördinator is verantwoordelijk voor het (laten) invullen van het meldingsformulier en het registreren van het incident; - Het Bevoegd gezag (eventueel samen met de directeur van de school) is verantwoordelijk voor de voorlichting binnen de organisatie en de contacten met externe instanties als slachtofferhulp, e.d.; - De veiligheidscoördinator bewaakt de voortgang van de hulpverlening aan het slachtoffer; - De directeur is verantwoordelijk voor het organiseren van de continuïteit in de school (onder andere opvang klas); - De veiligheidscoördinator is verantwoordelijk voor een adequaat vervolg van de opvang van het slachtoffer; - De directie neemt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen 72 uur, contact op met het slachtoffer; - De Arbo-arts heeft een signalerende functie. Hij/zij informeert de werkgever als er signalen binnen komen die wijzen op het gepasseerd zijn van schokkende gebeurtenissen en/of problemen die daarmee samenhangen en leiden tot mogelijke uitval van medewerkers. Als een medewerker een schokkende gebeurtenis meemaakt, wordt de volgende procedure gevolgd: - Iedereen is verplicht het slachtoffer uit de situatie te helpen en de eerste opvang te verzorgen; - Bevoegd gezag en de Veiligheidscoördinator worden direct geïnformeerd; - Indien nodig wordt er direct (of later) een opvangteam geformeerd; - Het opvangteam wordt terstond geïnformeerd; - Een lid van het opvangteam zorgt voor de eerste begeleiding van het slachtoffer; - De Veiligheidscoördinator en/of Personeelsconsulent neemt direct (doch uiterlijk binnen 24 uur) contact op met het slachtoffer en biedt adequate hulp; - De Personeelsconsulent onderhoudt contact met het slachtoffer en zorgt ervoor, dat hij/zij op een verantwoorde wijze kan terugkeren op het werk of in de klas.
Acties Contact met slachtoffer: Het is de taak van de directeur om contact te houden met het slachtoffer en de medewerkers en de leerlingen te (blijven) informeren over de situatie. Op deze manier verliest het slachtoffer niet het contact met het werk of de klas. Binnen drie dagen na het incident heeft de directie een gesprek met de betrokkene(n). Tijdens dit gesprek wordt onder meer bezien of hulp aan betrokkene(n) gewenst is. Binnen drie weken vindt een vervolggesprek plaats, waarin de directie onder meer informeert of de opvang naar tevredenheid verloopt. Na ongeveer twee maanden vindt een afsluitend gesprek plaats. In veel situaties kan het wenselijk zijn, dat het slachtoffer informatie krijgt over de dader en de manier waarop deze zijn daad verwerkt.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Terugkeer op het werk: De schooldirecteur en de personeelsfunctionaris hebben de verantwoordelijkheid de betrokkene bij de terugkeer te begeleiden. Na een schokkende gebeurtenis komt er een moment van confrontatie met de plaats waar - of de persoon met wie de schokkende gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Dit kan een moeilijk moment zijn afhankelijk van de aard en oorzaak van de gebeurtenis. Soms zal er weer een basis moeten worden gelegd voor een werkbare relatie met de leerling of collega, in ieder geval zal het vertrouwen in zichzelf en de omgeving weer opgebouwd moeten worden. Extra aandacht van collega's kan ondersteunend werken. Twee weken na terugkeer moet door de directie worden onderzocht of betrokkene zich weer voldoende veilig voelt. Als dit niet zo is, dan worden initiatieven ontwikkeld om tot een oplossing te komen. De personeelsfunctionaris speelt hierin een belangrijke rol. Het betrokken lid uit het team volgt het proces in ieder geval conform de gemaakte afspraken. Zo nodig moeten door het Bevoegd gezag, in overleg met de veiligheidscoördinator, maatregelen worden genomen om herhaling te voorkomen en aanvullende preventieve maatregelen te nemen. Ziekmelding: Afhankelijk van de ernst van de gebeurtenis, waarbij wordt uitgegaan van de beleving van de betrokkene, wordt hij / zij in de gelegenheid gesteld om naar huis te gaan. Hoewel de situatie dit bemoeilijkt, dient in verband met de praktische consequenties de betrokkene ziek te worden gemeld (waarbij aangegeven wordt dat de aard van de ziekte ten gevolge van een incident op het werk is). Tevens dient de mogelijkheid geboden te worden om op korte termijn contact te hebben met de personeelsconsulent en het opvangteam. Meldingsformulier: Het meldingsformulier wordt om de volgende redenen ingevuld: - In de eerste plaats voor de medewerker zelf om op een rijtje te zetten wat er is gebeurd. Het meldingsformulier komt terecht bij de directie en de veiligheidscoördinator. Op deze wijze worden zij geïnformeerd. - In de tweede plaats wordt de informatie uit de formulieren gebruikt om schokkende gebeurtenissen, daar waar mogelijk, tot een minimum te beperken en daar waar noodzakelijk de opvang te verbeteren. Alle registratieformulieren worden door de veiligheidscoördinator bewaard. Overzichten en analyses met informatie over; het aantal, de frequentie. De aard en de omstandigheden, waaronder de schokkende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, komen op deze wijze ter beschikking van directie, opvangteam en medezeggenschapsraad.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) Opvang leerlingen bij ernstige incidenten
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. )
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat?
Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Alle basisscholen binnen de scholengroep Bij ernstige incidenten (AG&SI) Op het moment dat een ernstig incident van AG&SI met een leerling als slachtoffer heeft plaatsgevonden, wordt terstond het Bevoegd gezag en de veiligheidscoördinator geïnformeerd. Deze bepalen of er een Opvangteam geformeerd moet worden en uit welke personen dit moet bestaan. Een lid van het opvangteam neemt contact op met betrokken ouders/verzorgers van de/het slachtoffer(s) om, indien gewenst, een afspraak te maken. De veiligheidscoördinator vult (eventueel samen met het slachtoffer en diens ouder/verzorger) het meldingsformulier in. Er is een reeks aandachtspunten. De geestelijke schade van een ernstig incident beperken en het liefst wegnemen.
Directieoverleg Na afloop (inclusief nazorg) van een incident Evaluatiegesprek Opvangteam Het is aan het Bevoegd gezag om te besluiten of er volgens deze werkwijze zal worden gehandeld. Wel is er een set met een minimaal aantal acties.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
OPVANG LEERLING (ALS SLACHTOFFER)
Aandachtspunten Van de leden van het Opvangteam mag verwacht worden, dat zij: - Een luisterend oor bieden; - Advies geven over symptomen die kunnen optreden na een schokkende gebeurtenis; - Informatie geven over opvangmogelijkheden; - De eigen grenzen aangeven wat betreft de mogelijkheden voor hulpverlening en mee zoeken naar oplossingen (eventueel doorverwijzen naar professionele instanties); - Aan leerling en ouders informatie geven met betrekking tot het omgaan met schokkende gebeurtenissen; - Vertrouwelijk omgaan met de informatie die zij krijgen. Taken en verantwoordelijkheden na een schokkende gebeurtenis: - Het bij het incident aanwezige personeel en de veiligheidscoördinator zijn verantwoordelijk voor een goede eerste opvang; - De veiligheidscoördinator is verantwoordelijk voor het (laten) invullen van het meldingsformulier en het registreren van het incident; - Bevoegd gezag (eventueel samen met de directeur van de school) is verantwoordelijk voor de voorlichting binnen de organisatie en de contacten met externe instanties als slachtofferhulp,. e.d.; - De veiligheidscoördinator bewaakt de voortgang van de hulpverlening aan het slachtoffer; - De schooldirecteur is verantwoordelijk voor het organiseren van de continuïteit in de school (bijvoorbeeld opvang klas indien leerkracht bij slachtoffer is en blijft); - De veiligheidscoördinator is verantwoordelijk voor een adequaat vervolg van de opvang van het slachtoffer; - De directie neemt ter stond contact op met de ouders/verzorgers van het slachtoffer. Als een leerling een schokkende gebeurtenis meemaakt, wordt de volgende procedure gevolgd: - Iedereen is verplicht het slachtoffer(s) uit de situatie te helpen en de eerste opvang te verzorgen. - Het lid van het opvangteam zorgt voor de eerste begeleiding van het slachtoffer(s); - De desbetreffende schooldirecteur neemt terstond contact op met de ouders/verzorgers van het slachtoffer en biedt adequate hulp of dat er aan deze ouders/verzorgers adequate hulp wordt aangeboden. - De schooldirecteur onderhoudt contact met de ouders van het slachtoffer en zorgt, in samenspraak met eventuele hulpverleners, voor een verantwoorde wijze van terugkeer naar de school. Nazorg: - Binnen 2 werkdagen na het incident heeft de schooldirecteur een gesprek met de ouders/verzorgers van het slachtoffer. Tijdens dit gesprek wordt onder meer bezien of (meer) hulp aan slachtoffer alsnog gewenst is. - Binnen drie weken vindt een vervolggesprek plaats, waarin de schooldirecter zich laat informeren of de opvang naar tevredenheid verloopt - Na ongeveer twee maanden vindt een afsluitend gesprek plaats. In veel situaties kan het wenselijk zijn, dat het slachtoffer informatie krijgt over de dader en de manier waarop deze zijn daad verwerkt. Melding: Klachten en voorvallen over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld worden gemeld bij de Vertrouwensinspecteur.
Acties Incidenten die vallen binnen de categorie AG&SI hebben impact binnen een samenleving, zeker als het ineens om meerdere slachtoffers gaat. Het Bevoegd gezag is daarom de liaison officer richting Burgemeester en stemmen samen de aanpak af, waaronder de media-berichtgeving.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Aard van incident: Er is geen uitputtelijke lijst met voorvallen. Wel kan bij deze categorie incidenten worden gedacht aan onder andere: verbaal en fysiek geweld (met de intentie om iemand letsel toe te brengen) of daarmee te dreigen; wapenbezit of voorwerpen die als wapen ingezet kunnen worden en bij zich gedragen worden met ook die intentie; seksuele intimidatie (in welke vorm dan ook); afpersing; (ernstige vorm van) discriminatie. Opschaling: Indien er meerdere slachtoffers zijn, dat neemt het Bevoegd gezag terstond contact op met de Burgemeester, als hoofd van het gemeentelijk Rampenplanteam. Zeker als de Hulpverleningsdienst ingezet wordt door de aard van de gevolgen van het plaatsgevonden incident. De werkwijze van het Opvangteam wordt dan afgestemd met het Rampenplanteam. Bij meerdere slachtoffers wordt de schoolleider geassisteerd door zijn één of meer collega schooldirecteuren, zeker in de contacten richting desbetreffende ouders/verzorgers. Het Bevoegd gezag wijst deze collega schooldirecteuren ter stond aan. Contacten: Het is de taak van de directeur om (via de ouders) contact te houden met het slachtoffer en de medewerkers en de leerlingen te (blijven) informeren over de situatie. Op deze manier verliest het slachtoffer niet het contact met de school. Ondersteuning: In verband met doorverwijzen naar professionele instanties neemt de Schooldirecteur samen met de ouders/verzorgers contact op met de desbetreffende instantie en draagt zorg voor een goede overdracht van de case aan deze instantie. Hiermee wordt voorkomen dat deze ouders/verzorgers hun eigen weg moeten vinden onder moeilijke omstandigheden. En, dat de zorg adequaat georganiseerd wordt. Deze taak wordt nadrukkelijk aan de schooldirecteur opgedragen, daar de ouders/verzorgers hem beter kennen dan andere functionarissen binnen het Opvangteam. Wel dat de schooldirecteur binnen zijn school tijdelijk assistentie krijgt om reguliere werkzaamheden over te dragen ten gunste van deze extra en bijzondere taak. Terugkeer op school: De groepsleerkracht en de schooldirecteur hebben de verantwoordelijkheid de leerling bij de terugkeer te begeleiden. Na een schokkende gebeurtenis komt er een moment van confrontatie met de plaats waar - of de persoon met wie - de schokkende gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Dit kan een moeilijk moment zijn afhankelijk van de aard en oorzaak van de gebeurtenis. Soms zal er weer een basis moeten worden gelegd voor een werkbare relatie, in ieder geval zal het vertrouwen in zichzelf en de omgeving weer opgebouwd moeten worden. Nazorg: Twee weken na terugkeer moet door de school directie worden onderzocht of het slachtoffer zich weer voldoende veilig voelt. Als dit niet zo is, dan worden initiatieven ontwikkeld om tot een oplossing te komen. Het opvangteam kan hierin een rol krijgen. Het betrokken lid uit het team volgt het proces in ieder geval conform de gemaakte afspraken. Zo nodig moeten door de schooldirecteur, in overleg met de veiligheidscoördinator, maatregelen worden genomen om herhaling te voorkomen en aanvullende preventieve maatregelen te nemen. Ziekmelding: Afhankelijk van de ernst van de gebeurtenis, waarbij wordt uitgegaan van de beleving van de leerling, wordt hij / zij in de gelegenheid gesteld om naar huis te gaan. De leerling wordt conform de hiervoor geldende procedure ziek gemeld. Tevens dient de mogelijkheid geboden te worden om op korte termijn contact te hebben met het Opvangteam. Meldingsformulier: Het meldingsformulier wordt om de volgende redenen ingevuld: - In de eerste plaats voor de medewerker zelf om op een rijtje te zetten wat er is gebeurd. Het meldingsformulier komt terecht bij de directie en de veiligheidscoördinator. Op deze wijze worden zij geïnformeerd.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
In de tweede plaats wordt de informatie uit de formulieren gebruikt om schokkende gebeurtenissen, daar waar mogelijk, tot een minimum te beperken en daar waar noodzakelijk de opvang te verbeteren. Alle registratieformulieren worden door de veiligheidscoördinator bewaard.
Overzichten en analyses met informatie over; het aantal, de frequentie. de aard en de omstandigheden, waaronder de schokkende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, komen op deze wijze ter beschikking van directie. opvangteam en medezeggenschapsraad.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) Melding bij Politie
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Strafrecht (Burgerlijk Wetboek)
Alle basisscholen binnen de scholengroep Bij strafbare feiten Het stimuleren van het doen van een Aangifte Door Bevoegd gezag of slachtoffer Volgens de wet is elke burger verplicht strafbare feiten te melden. Het Bevoegd gezag heeft kennis van een strafbaar feit en zal hiervan melding moeten maken.
Bevoegd gezag Na afloop nazorg incident Evaluatiegesprek met Opvangteam. Bij een misdrijf zal het Bevoegd gezag alles in het werk stellen, dat er aangifte wordt gedaan bij de Politie. Feitelijke aangifte bij de Politie kan alleen door het slachtoffer zelf worden gedaan. Bij kinderen jonger dan 18 jaar kunnen alleen de ouders aangifte doen. Wel is Bevoegd gezag verplicht om een Melding te maken van het voorval bij de Politie los van het feit of er wel of geen Aangifte wordt gedaan.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe?
Waarom?
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) Melding AG&SI intern
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbo-beleid
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Moment van melding ‘Lik op Stuk’-beleid. AG&SI, in welke vorm dan ook en ongeachte de mate waarin, wordt absoluut niet getolereerd. Er is daartoe een algemeen stappenschema beschikbaar als hulpmiddel. Hoe daaraan vervolgens invulling wordt gegeven is per doelgroep verschillend. De volgende doelgroepen worden onderkend met elk een eigen aanpak: Personeel; Leerlingen; Ouders/verzorgers en; Derden. Op het schoolterrein en binnen de schoolpoorten iedere vorm van verbaal en fysiek geweld/agressie en seksuele intimidatie, door ouders, personeel, leerlingen, vrijwilligers, stagiaires, e.d. niet getolereerd wordt. Hieronder worden tevens verstaan aanhoudend pesten, diefstal, vernieling, vuurwerkbezit en/of wapenbezit. Wanneer een Personeelslid het slachtoffer is, dan is ook Artikel 9 Wet Arbo van toepassing. Dit in verband met de arbeidsomstandigheden (te weten, arbeidsveiligheid).
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Directie-overleg respectievelijk Opvangteam Jaarlijks respectievelijk na elk ernstig incident Evaluerende gesprekken
HANDREIKING
Er zijn een aantal aandachtspunten en randvoorwaarden.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AANDACHTSPUNTEN EN RANDVOORWAARDEN BIJ MELDING EI&SI
Zeggenschap De zeggenschap van de school en de scholenstichting reikt niet verder dan het eigen erf van de school. Binnen dat afgebakend gebied kan en mag de school en de scholenstichting eigen huisregels hanteren, mits deze gepubliceerd zijn en actief onder de aandacht zijn gebracht van leerlingen en vooral ouders/verzorgers. Partnerschap Buiten dat gebied behoort dat tot de competentie van de gemeente en Politie. Dit neemt niet weg, dat de school wel partner is voor deze partijen als het gaat om AG&SI in de directe omgeving van het schoolterrein als het gaat om gedragingen van personeel, leerlingen en ouders/verzorgers en derden (jegens leerlingen, personeel en/of ouders/verzorgers). Dossier Van elk voorval wordt een dossier bijgehouden, waarin chronologisch (datum en tijd) is aangegeven wat er is gebeurd en welke stappen er zijn genomen, door wie en waarom. Meldingsformulier - De betrokken medewerker/leerling/ouder: Vult (met of zonder hulp) het meldingsformulier in en geeft het formulier aan de schooldirecteur (of Bevoegd gezag). - De schooldirecteur (of Bevoegd gezag): - Bewaakt het invullen van dat meldingsformulier; - Parafeert het meldingsformulier en stuurt het per omgaande een exemplaar naar de Veiligheidscoördinator; - De veiligheidscoördinator administreert elke melding en verwerkt dit anoniem in het Arbojaarverslag van het Bevoegd gezag. Indirecte meldingen De aanpak is alleen van toepassing bij een directe melding en on-anoniem is. Komt de melding via een personeelslid, ouders/verzorger of een derde bij de schooldirecteur binnen, dan stelt de schooldirecteur een nader onderzoek in. Dit door het vermeende slachtoffer en/of ‘dader’ (elk apart) persoonlijk te benaderen voor een gesprek. En, gelet op de uitkomsten van dat gesprek of de gesprekken, het slachtoffer geadviseerd wordt om alsnog een meldingsformulier in orde te maken, waardoor de reguliere aanpak alsnog van toepassing is. Anonieme meldingen Er wordt een ‘dader’ genoemd, maar het slachtoffer is niet bekend en wie de melding gedaan heeft is evenmin niet bekend. Voorzichtigheid is dan geboden. Of, het is inderdaad waar en onder druk (van de ‘dader’ durven slachtoffer en/of melder niet vrijuit te spreken. Of, het gaat om een valse beschuldiging. Bijvoorbeeld, om een personeelslid te ‘beschadigen’. In elk geval is er reden om extra alert te zijn, zonder dit te laten blijken richting personeel, leerlingen, ouders/verzorgers en derden. In elk geval maakt de schoolleider zelf een meldingsformulier in orde en brengt ook dit onder de aandacht van de Veiligheidscoördinator. Samen met deze coördinator wordt een nadere strategie afgesproken en het Bevoegd gezag wordt hierover geïnformeerd.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
STAPPENSCHEMA MELDING EI&SI
Opvang bij ernstige incidenten
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Agressie en/of geweld
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Seksuele intimidatie
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) Schorsing en verwijdering leerling
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Toelatingsgesprek (bij inschrijving school), Schoolreglement en Arbo-beleid
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Moment van melding Ordegesprek, sanctie, verwijdering of ontzegging. Een stappenschema is beschikbaar. De leerlingen hebben recht op een veilige en sociale leef- en leeromgeving. Hierbij hebben de ouders/verzorgers hun zorg voor hun kind toevertrouwd aan de school. En, elk leerling zal daarom moeten bijdragen aan een optimale sociale veiligheid. Bij aanmelding worden de ouders/verzorgers hierop nadrukkelijk geattendeerd en wat de consequenties zijn, als hun kind hieraan geen of onvoldoende invulling geeft. En, dat dit een primaire verantwoordelijkheid is voor de ouders/verzorgers.
Directieoverleg Eens per twee jaar, tenzij er signalen zijn waardoor dit eerder moet gebeuren. Onderzoek door veiligheidscoördinator, waaronder enquêtes en analyse van de voorvallen. En, komt met aanbevelingen richting Bevoegd gezag. Samenwerking: Het staat en valt met de samenwerking tussen school en ouders/verzorgers om gedrag van een kind te kunnen kanaliseren. Daarom dat de ouders/verzorgers er direct betrokken wordt bij een voorval. Bij aanmelding van een kind worden de ouders/verzorgers bij voorbaat op deze gewenste samenwerking gewezen. Ondersteuning: Er kunnen complexe factoren ten grondslag liggen aan bepaalde gedragingen. Samenwerking met ouders/verzorgers houdt ook in om samen na te gaan welke professionele hulp nodig is om het aanstotend gedrag alsnog in goede banen te leiden. En, dat én de school én de ouders/verzorgers door deze professionele zorgverleners zich laten bijstaan. Maatregelen: Kinderen hebben recht op onderwijs. Er moeten dan ook zeer zwaarwegende redenen zijn om tot maatregelen over te gaan. En, dat eerst andere wegen zijn bewandeld om tot een oplossing te komen (lees: komen tot samenwerking met ouders/verzorgers en komen professionele zorg). Worden deze oplossingen of door de leerling of door de ouders/verzorgers niet of onvoldoende benut, dan worden de gronden om tot maatregelen te komen versterkt.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
STAPPENSCHEMA SCHORSING EN VERWIJDEREN LEERLING
Het volgende stappenschema is van toepassing: - Slachtoffer meldt incident bij directie; - De ernst van het voorval wordt door schooldirecteur gewogen en besproken met schoolteam; - De directie voert zo spoedig mogelijk een 'ordegesprek' met betrokkene. Als het om een leerling gaat, dan zijn/is de ouder(s)/verzorger(s) er bij. Daartoe worden deze ouders/verzorgers uitgenodigd (mondeling en schriftelijk). - Door de schooldirecteur wordt aan én de leerling én de ouders/verzorgers verteld, dat er een brief volgt met daarin de sanctie. In de brief wordt ook melding gemaakt van mogelijke maatregelen (waarschuwing, gele kaart) of dat aan het Bevoegd gezag een voorstel zal worden gedaan om de leerling van school te verwijderen, dan wel de toegang tot de school te ontzeggen (rode kaart); - De schooldirecteur stelt – voor zover van toepassing – de groepsleerkracht op de hoogte van het voorval en van de afspraken die zijn gemaakt met de desbetreffende leerling; - Ingeval van herhaling van bedreiging door de leerling wordt er door de schooldirecteur een melding gedaan bij het Bevoegd gezag, dat vervolgens bepaalt of, en zo ja welke, ordemaatregelen er worden genomen. - De schooldirecteur beoordeelt samen met het Bevoegd gezag of er alsnog een gesprek tussen Bevoegd gezag en de betreffende ouders/verzorgers dient plaats te vinden.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) Schorsing en ontslag medewerker
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbeidsovereenkomst
Alle scholen binnen de scholenstichting Moment van melding Waarschuwing, schorsing of ontslag Een stappenschema is beschikbaar. Personeel heeft zondermeer een voorbeeldfunctie. En, het is strijd met de beroepscode binnen het Onderwijs. Bovendien kan het strafbaar zijn.
Bevoegd gezag Eens per twee jaar, tenzij er signalen zijn waardoor dit eerder moet gebeuren. Onderzoek door veiligheidscoördinator, waaronder enquêtes en analyse van de voorvallen. En, komt met aanbevelingen richting Bevoegd gezag. Corrigerende tik: Fysiek geweld als straf door de leerkracht wordt niet getolereerd. Mocht het toch voorkomen dat een lid van het personeel (bijvoorbeeld op grond van een emotionele reactie) de leerling een corrigerende tik geeft, dan deelt de leerkracht dit onmiddellijk mee aan de schooldirecteur. Verder neemt de leerkracht in overleg met de schooldirecteur dezelfde dag nog contact op met de ouders/verzorgers om het gebeurde te melden en uit te leggen. Klacht: Als de ouders/verzorgers van de leerling een klacht indienen bij de schooldirecteur, wordt er binnen een week een gesprek geregeld tussen de ouders/verzorgers en de schooldirecteur. Rechten: Let wel: ondanks het feit dat valt uit te leggen dat er sprake was van een emotionele reactie (om als kort daarna blijkt dat het personeelslid overspannen bleek te zijn en sindsdien ziek thuis is), houden ouders/verzorgers het recht om aangifte te doen bij de Politie en/of om de Vertrouwensinspecteur te informeren. Zo ook om gebruik te maken van de officiële klachtenprocedure binnen de scholenstichting.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
STAPPENSCHEMA SCHORSING EN ONTSLAG MEDEWERKER
Het volgende stappenschema is van toepassing: - Het slachtoffer meldt het incident bij de schooldirecteur; - Personeelslid wordt door de schooldirecteur onmiddellijk uitgenodigd voor een gesprek; - De ernst van het voorval wordt door de schooldirecteur gewogen en besproken met betrokkenen (leerkracht en leerling); - Ingeval van daadwerkelijk fysiek geweld of seksuele intimidatie wordt door de schooldirecteur onmiddellijk melding gedaan bij het Bevoegd gezag, dat vervolgens samen met de schooldirecteur bepaalt of, en zo ja welke, ordemaatregelen worden genomen; - De schooldirecteur houdt van elk voorval een dossier bij. De schooldirecteur kan gebruik maken van zijn bevoegdheid om, in overleg met het Bevoegd gezag, een schorsingsmaatregel op te leggen; - In verband met een schorsing wordt het desbetreffende personeelslid verteld dat er een brief volgt met daarin de sanctie. In de brief wordt ook melding gemaakt van mogelijke rechtspositionele maatregelen. Bijvoorbeeld, waarschuwing of schorsing. Deze brief wordt door de Personeelsfunctionaris opgesteld en door het Bevoegd gezag verstuurd naar de betrokken medewerker. De schooldirecteur ontvangt een afschrift ten behoeve van het personeelsdossier. - Het Bevoegd gezag – voor zover van toepassing – de schooldirecteur op de hoogte van de afspraken die zijn gemaakt; - Het Bevoegd gezag zal alles in het werk stellen, in het geval van een wetsovertreding, aangifte bij de Politie wordt gedaan door (de ouders/verzorgers van) het slachtoffer. In elk geval wordt door het Bevoegd gezag wordt het voorval gemeld bij de Politie - Ingeval van herhaling van bedreiging door het personeelslid wordt door de schooldirecteur onmiddellijk melding gedaan bij het Bevoegd gezag, dat vervolgens bepaalt of, en zo ja welke, rechtspositionele maatregelen worden genomen (alsnog schorsing of (oneervol) ontslag). Daar waar schooldirecteur staat moet gelezen worden als Bevoegd gezag indien de melding betrekking heeft op deze schooldirecteur.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) Ordegesprek met ouders/verzorgers
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Burgerlijk wetboek
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Moment van melding bij aanstootgevend gedrag Ordegesprek, toegang weigeren en eventueel een omgevingsverbod Een stappenschema is beschikbaar. Het gaat om de veiligheidsgevoel bij én het personeel én leerlingen én andere ouders/verzorgers én derden
Veiligheidscoördinator Eens per twee jaar, tenzij er signalen zijn waardoor dit eerder moet gebeuren. Onderzoek door veiligheidscoördinator, waaronder enquêtes en analyse van de voorvallen. En, komt met aanbevelingen richting Bevoegd gezag. Rekening houden met de consequenties en handhaafbaarheid en mogelijke vervolgstappen. Bij aanstootgevend gedrag kan gedachten worden aan onder andere: bedreiging (passief en actief); grove taal, onbehoorlijke bejegening (in gebaar en taalgebruik), beledigingen en schelden; geen gehoor geven aan instructies van het personeel om de ruimte, gebouw of terrein te verlaten.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
STAPPENSCHEMA ORDEMAATREGEL OUDERS/VERZORGERS
Het volgende stappenschema is van toepassing: - Slachtoffer meldt incident bij schooldirecteur. - De ernst van het voorval wordt door schooldirecteur gewogen en besproken met het schoolteam; - De schooldirecteur voert zo spoedig mogelijk een 'ordegesprek' met de desbetreffende ouders/verzorgers (en worden daartoe mondeling en schriftelijk uitgenodigd). - Door de schooldirecteur wordt aan deze ouders/verzorgers verteld, dat er een brief volgt met daarin de (vooraankondiging van een) sanctie waarbij toegang tot het schoolterrein is aangegeven (bij herhaling). - De schooldirecteur stelt – voor zover van toepassing – de groepsleerkracht en/of schoolteam op de hoogte van het voorval en van de afspraken die zijn gemaakt met de desbetreffende ouders/verzorgers; - Ingeval van herhaling van bedreiging door de ouders/verzorgers wordt er door de schooldirecteur een melding gedaan bij het Bevoegd gezag, dat vervolgens bepaalt of, en zo ja welke, ordemaatregelen er worden genomen. - De schooldirecteur beoordeelt samen met het Bevoegd gezag of er alsnog een gesprek tussen Bevoegd gezag en de betreffende ouders/verzorgers dient plaats te vinden;
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
CONSEQUENTIES EN HANDHAAFBAARHEID
Consequentie sanctie Het weigeren van toegang tot het terrein heeft consequenties voor het desbetreffende kind. Dit aspect zal zeker moeten meewegen. Daarom dat er sterk wordt aangestuurd op dialoog met de desbetreffende ouders/verzorgers. Alleen in het uiterste geval kan alsnog een sanctie worden overwogen of dat de Burgemeester wordt geïnformeerd (door Bevoegd gezag).
Handhaving Een sanctie afkondigen vraagt ook om handhaving. Dat ligt in de handen van het schoolteam. Daarom zal het team betrokken moeten worden bij het afkondigen van deze sanctie.
Handhaafbaarheid Het personeel kan slechts op een passieve wijze handhaven. Namelijk, de desbetreffende ouders/verzorgers te verzoeken om het terrein te verlaten door te wijzen op de afgekondigde sanctie. Wordt hieraan geen gehoor gegeven, dan is de school bevoegd om Politie-assistentie in te schakelen. En, wordt er door de schooldirecteur aangifte gedaan van Huisvredebreuk.
Openbare orde Hebben de gedragingen van de ouders/verzorgers plaatsgevonden bij de nabijheid van het schoolterrein, dan kan er geen sanctie worden opgelegd. Wel dat het Bevoegd gezag de Burgemeester (in verband met Openbare Orde) hierover informeert en verzoekt om maatregelen te nemen (door de Politie). Blijft het gedrag daarna hinderlijk of zelfs gevaarlijk, dan rest niets anders dan de Politie te verzoeken om maatregelen te nemen.
Aanhouding Elke burger is wettelijk verplicht om daders aan te houden en over te leveren aan de Politie. Of, melding te maken waar daders zich ophouden. Dat geldt ook voor het personeel van de school. Echter, de veiligheid van de kinderen en van het personeel (Arbo-wet) op en nabij de school staat hierbij voorop. Daarom dat het handhaven beperkt blijft tot het sommeren om het schoolterrein te verlaten en tot het aanvragen van Politie-assistentie. Bij dreiging van escalatie wordt hoe dan ook de kinderen en personeel direct uit de omgeving van betrokkene(n) ‘geëvacueerd’.
Titel De schoolterreinen zijn voorzien – en ook duidelijk zichtbaar – van het predicaat ‘Verboden toegang voor onbevoegden’. Dit op grond van het Wetboek voor strafrecht. De opgelegde sanctie houdt dan ook in, dat zij op grond van dat predicaat ook strafbaar zijn als men alsnog het schoolterrein betreed. En, is voor de Politie reden om iemand staande te houden en een Proces-Verbaal op te stellen. In de brief aan de desbetreffende ouders/verzorgers zal dan ook op deze consequenties gewezen moeten worden.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe?
Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) Toegang ontzeggen aan derden.
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Burgerlijk wetboek en Algemene Politieverordening (per gemeente verschillend)
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Moment van melding Aangifte Er zijn twee situaties mogelijk elk met een iets andere aanpak: - Op het schoolterrein: dan wordt hoe dan ook om Politie-assistentie gevraagd wegens Huisvredebreuk. En, daartoe ook aangifte gedaan door de schooldirecteur. - Buiten het schoolterrein: dan wordt hoe dan ook om Politie-assistentie gevraagd wegens Openbare Orde en Veiligheid. Het slachtoffer wordt geadviseerd om aangifte te doen en wordt daarbij begeleid. Tevens wordt Bevoegd gezag hierover geïnformeerd en Bevoegd gezag informeert vervolgens de Burgemeester (vanwege zijn verantwoordelijkheid voor de Openbare Orde en Veiligheid) Het gaat om de veiligheid van én het personeel én leerlingen én andere ouders/verzorgers én derden.
Directieoverleh Eens per twee jaar, tenzij er signalen zijn waardoor dit eerder moet gebeuren. Onderzoek door veiligheidscoördinator, waaronder enquêtes en analyse van de voorvallen. En, komt met aanbevelingen richting Bevoegd gezag. Er zijn een aantal aspecten waarmee rekening gehouden moet worden. Het gaat om aanstootgevend gedrag, waarbij het veiligheidsgevoel negatief wordt beïnvloed. Hierbij kan gedachten worden aan onder andere: bedreiging (passief en actief); grove taal, onbehoorlijke bejegening (in gebaar en taalgebruik), beledigingen en schelden; aantastelijkheden (of pogingen daartoe), fysiek geweld (of pogingen daartoe), bedreiging (passief en actief), vuurwerk (op een hinderlijke- of gevaarlijke wijze). Het gaat hier om een lastig vraagstuk als het buiten de schoolterrein aan de orde is. Volgens de wet en regelgeving is er pas sprake van een feit als er iets is concreets is gebeurd. Zo lang er niets is gebeurd en de betrokkene alleen ‘aanwezig’ is, hoe vervelend dat ook wordt ervaren, zijn er geen gronden om als Overheid op te treden. Alleen via overreding kan iemand tot andere gedachten worden gebracht. Alleen op eigen terrein heeft de school een bevoegdheid.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
TOEGANG ONTZEGGEN AAN DERDEN
Er zijn een aantal aspecten om rekening mee te houden. Titel Daarom zijn de schoolterreinen voorzien van de officiële aanduiding van ‘Verboden toegang voor onbevoegden’. Op grond hiervan mag het personeel een derde toegang tot het terrein weigeren en alsnog verzoeken om het schoolterrein te verlaten. Handhaving Indien een derde geen gehoor geeft aan dat verbod en aan het verzoek om het schoolterrein te verlaten, dan mag de school de Politie vragen om assistentie. Afweging Op een willekeurige wijze kan geen derde toegang tot het schoolterrein geweigerd worden of worden verzocht om dat terrein te verlaten. De bedoelde aanduiding is hiervoor niet voldoende. Er moeten ook duidelijke aanwijzingen zijn, dat het ook om aantoonbare aanstotend gedrag gaat waarmee een veilige en sociale omgeving voor een kind negatief wordt geraakt of dat de school in haat functioneren wordt geschaad. Met andere woorden, er moeten wel zwaarwegende redenen zijn. Uitgangspunt Het uitgangspunt is om dialoog aan te gaan met betrokken derde. En, te overreden gehoor te geven aan de wens van de school. Alleen in het uiterste geval kan alsnog tot handhaving worden overgegaan. Aanhouding Elke burger is wettelijk verplicht om daders aan te houden en over te leveren aan de Politie. Hierbij mag geen geweld worden ingezet, dat is voorbehouden aan de Politie. Of, melding te maken waar daders zich ophouden. Dat geldt ook voor het personeel van de school. Echter, de veiligheid van de kinderen en van het personeel (Arbo-wet) op en nabij de school staat hierbij voorop. Daarom dat het handhaven beperkt blijft tot het sommeren om het schoolterrein te verlaten en tot het aanvragen van Politie-assistentie. Bij dreiging van escalatie wordt hoe dan ook de kinderen direct uit de omgeving van betrokkene(n) ‘geëvacueerd’. Melding Ingeval van herhaling van bedreiging door derde wordt, in overleg met het Bevoegd gezag, terstond door de schooldirecteur (namens het Bevoegd gezag) melding gedaan bij de Politie. De schriftelijke weerslag daarvan wordt in het dossier opgenomen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe?
Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) Verhalen van schade
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wettelijke aansprakelijkheid
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Onderdeel van nazorg incident Eventuele materiële schade vaststellen De directie heeft de taak om samen met het slachtoffer eventuele materiële schade vast te stellen en zorgen voor een snelle afwikkeling van de schadevergoeding. Dat het slachtoffer is al gedupeerd en moet niet nogmaals gedupeerd worden door de opgelopen financiële schade.
Veiligheidscoördinator Eens per twee jaar, tenzij er signalen zijn waardoor dit eerder moet gebeuren. Onderzoek door veiligheidscoördinator, waaronder enquêtes en analyse van de voorvallen. En, komt met aanbevelingen richting Bevoegd gezag. Indien de betrokkene blijvend letsel heeft, geldt zijn/haar normale verzekering, tenzij de organisatie onzorgvuldigheid of nalatigheid te verwijten valt. Bij kosten kan er sprake zijn van een Eigenrisico, verlies aan Non-claim of Bonusverlies e.d. wat rechtsreeks het gevolg is van het incident. De veroorzaker van het incident kan dan verzocht worden om ten minste deze kosten bij voorbaat te voldoen los van andere schadeclaims. Wanneer het slachtoffer een beroep doet op een verzekering, zoals een Ziektekostenregeling, dan zal hij/zij moeten aangegeven of deze kosten wel of niet door een derde/ongeval zijn veroorzaakt. Deze informatie is voor de verzekeringsmaatschappij van belang om deze kosten op een andere partij of diens verzekering te verhalen. Attendeer het slachtoffer daarop. Bij een Aangifte bij de Politie is er ook sprake van Slachtofferhulp. Ook zij kunnen het slachtoffer bijstaan bij het beperken van de schade en het verhalen van schade. Bij een strafrechtelijk proces kan het slachtoffer partij zijn om via een gerechtelijke uitspraak de schade te verhalen op de dader. Daarom het slachtoffer adviseren gebruik te maken van de dienst van Slachtofferhulp en gebruik te maken van hun eigen Rechtsbijstandsverzekering.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ernstige incidenten (AG&SI) Mediacontacten
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Per incident Persvoorlichting en informeren van ouders/verzorgers Conform de Comunicatieplan. Incidenten hebben impact op de organisatie, leerlingen, alle ouders/verzorgers en soms ook de samenleving. Dat vraagt om transparantie en dat het proces van het afwikkelen van een incident en de nazorg daarvan beheersbaar is in het belang van het slachtoffer en de leerlingen.
Bevoegd gezag Evaluatie plaatsgevonden incident Evaluatiegesprek met Opvangteam. Het Bevoegd gezag onderhoudt de contacten met de media en derden ingeval van incidenten. Het personeel van de school (inclusief de schooldriecteur) verwijst de media en derden dan ook consequent door naar het Bevoegd gezag en onthouden zich van commentaar of van het geven van een inhoudelijke bijdrage. Overtreding van deze regel leidt tot disciplinaire maatregelen. Ook de desbetreffende ouders/verzorgers worden (door de schooldirecteur) actief begeleid bij eventuele media-aandacht. Dan wel dat deze ouders/verzorgers begeleid worden door een media-expert of persvoorlichter.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
COMMUNICATIEPLAN
Dit is geen onderdeel van het Sociaal-veiligheidsplan, maar een apart basisdocument binnen de scholengroep, te weten een Communicatieplan. Vanuit het Sociaal-veiligheidsplan wordt dan verwezen naar dat Communicatieplan. Zodra dat Communicatieplan ook digitaal beschikbaar is, wordt er met hyperlinks gewerkt naar het desbetreffende onderdeel binnen het Communicatieplan. Het gaat hierbij om een Communicatieplan die op dezelfde wijze als dit Sociaal-veiligheidsplan vorm krijgt. Hierdoor worden de basisdocumenten meer-en-meer geïntegreerd binnen een (in ontwikkeling zijnde) kennissysteem.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Huislijk geweld -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wet Meldcode (per 1-7-2013)
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van Huislijkgeweld Meldcode toepassen (na doorlopen een stappenplan) Melding maken Huislijk geweld heeft impact op het welbevinden van het kind, ook op latere leeftijd als men volwassen is.
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Ook de positie van de Leerkrachten is verbijzonderd bij het signaleren van Huiselijk geweld en dat daarop wordt gereageerd. Er is nu een Meldcode ingesteld. In verband hiermee is er een stappenplan ontwikkeld en aan schoolorganisaties beschikbaar gesteld om intern toe te passen. Toelichting > Meldcode > Stappenplan >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
TOELICHTING HUISELIJK GEWELD
Plicht Medewerkers op scholen verkeren, evenals enkele andere beroepsgroepen, in een situatie dat zij signalen kunnen oppakken van mogelijk huislijk geweld. Deze kunnen op verschillende manier tot de school komen. Het signaleren van deze situaties wordt belangrijk gevonden (www.huiselijkgeweld.nl). Beroepskrachten zijn, naar verwachting vanaf 1 juli 2013, verplicht deze externe Meldcode te gebruiken bij signalen van huiselijk geweld. Daarom is er aanvullend een interne stappenplan opgesteld. Impact Onder huiselijk geweld wordt het volgende verstaan: 'Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. Geweld betekent in dit verband aantasting van de persoonlijke integriteit. Onderscheid wordt gemaakt tussen geestelijk en lichamelijk geweld (waaronder seksueel geweld)'. Bron: Nota Privé Geweld – Publieke Zaak. Een nota over de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld. 2002 Waarom Het gaat om huiselijk geweld, waarbij kinderen en jongeren betrokken zijn. Dit betekent, dat de meest voorkomende signalen betrekking zullen hebben op het getuige zijn van geweld en het slachtoffer zijn van kindermishandeling. Kinderen die opgroeien in een gewelddadig gezin voelen de spanning, horen de kreten, zien de verwondingen, willen tussenbeide springen en kunnen daardoor ernstige psychische schade oplopen. Naast het getuige zijn van geweld in de thuissituatie kunnen kinderen ook zelf het slachtoffer zijn van het geweld. Intern overleg De meldcode toepassen is geen lichtzinnige handeling. Immers, het gaat slechts om een vermoeden. Maar, tegelijk weegt huiselijk geweld zwaar en in het uiterste geval kan er zelfs sprake zijn van strafbare handelingen. Met behulp van een stappenplan is ook het schoolinterne proces in deze georganiseerd.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Kindermishandeling -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wet op de Jeugdzorg en Wet Meldcode
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van Kindermishandeling Meldcode toepassen (na doorlopen stappenplan) Melding maken Kindermishandeling heeft impact op het welbevinden van het kind, ook op latere leeftijd als men volwassen is.
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Ook de positie van de Leerkrachten is verbijzonderd bij het signaleren van Kindermishandeling en dat daarop wordt gereageerd. Er is nu een Meldcode ingesteld. In verband hiermee is er een stappenplan ontwikkeld en aan schoolorganisaties beschikbaar gesteld om intern toe te passen. Een passieve vorm van Kindermishandeling is Verwaarlozing. Toelichting > Meldcode > Stappenplan >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VORMEN VAN KINDERMISHANDELING
Het signaleren van deze situaties wordt belangrijk gevonden Beroepskrachten zijn (naar verwachting) vanaf 1 juli 2013, verplicht deze externe meldcode te gebruiken bij signalen van Kindermishandeling. Daarom is er aanvullend een interne stappenplan opgesteld. Definitie Onder Kindermishandeling wordt verstaan: 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel' (Wet op de Jeugdzorg, art.1 sub m). Uitleg Het gaat in de definitie om de manier waarop ouders/verzorgers of anderen met een kind omgaan. In die omgang kan zoveel mis zijn dat er sprake is van kindermishandeling. Kindermishandeling is meer dan lichamelijk geweld: het gaat om elke vorm van voor het kind bedreigende en gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard. Dat ook verwaarlozing tot kindermishandeling gerekend wordt, blijkt uit het woord 'passief' in de definitie. Schade De schade als gevolg van mishandeling kan zich op verschillende manieren voordoen: in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Het gaat dus niet alleen om zichtbare schade, zoals blauwe plekken of brandwonden. Kindermishandeling kan ook geestelijke schade veroorzaken. Vormen van mishandeling Het kan zijn dat een kind of een jongere veel geslagen wordt, constant wordt uitgescholden, niet goed te eten of nauwelijks aandacht krijgt, of gedwongen wordt tot seks, enzovoorts. Kindermishandeling wordt vaak ingedeeld in vijf vormen. In een gezin waar kinderen mishandeld worden, is vaak sprake van meerdere vormen tegelijk. De laatste jaren is er ook steeds maar aandacht voor kinderen die getuigen zijn van Huiselijk geweld. Lichamelijke mishandeling:
Lichamelijke verwaarlozing:
Psychische mishandeling:
Psychische verwaarlozing:
Seksueel misbruik:
Aan lichamelijke kindermishandeling kun je denken als een kind geregeld een pak slaag krijgt thuis. Meestal is daar geen reden voor en komt het voor het kind onverwacht. Mishandeling is nooit verdiend! Als een kind niet de benodigde lichamelijke en emotionele zorg krijgt, is er sprake van verwaarlozing. Dat is het geval wanneer ouders niet zorgen voor schone kleding, voor goed eten en wanneer ze niet goed voor je zorgen als je ziek bent. Verwaarlozing is dus ook kindermishandeling! Als een kind geregeld wordt uitgescholden of vernederd is er sprake van psychische mishandeling. Een moeder zegt bijvoorbeeld vaak tegen het kind dat ze hem nooit had moeten krijgen. Of een vader kraakt het kind altijd af als er andere mensen bij zijn, of juist in het geniep. Dan krijgt een kind niet de liefde en de aandacht die hij nodig hebt. Als een kind niet de nodige zorg krijgt voor zijn geestelijk welzijn, is er sprake van psychische verwaarlozing. Dat is het geval wanneer de ouders geen enkele interesse voor het kind hebben en het niet het respect krijgt dat het verdient. Verwaarlozing is dus ook kindermishandeling! Seksueel misbruik is elk seksueel contact dat een kind wordt opgedrongen door iemand die lichamelijk en psychisch overwicht heeft. Dat kan een vader of een moeder zijn die het kind dwingt tot dingen die het niet wil. Of een familielid of een andere bekende van het kind.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Afbakening Men spreekt van lichamelijke mishandeling wanneer er fysiek geweld wordt gebruikt tegen een kind. Het kan hier slaan, schoppen of knijpen betreffen, maar ook verbranden, moedwillig laten vallen van een kind, het vastbinden of opsluiten zijn vormen van lichamelijke mishandeling. Zelfs roken in de nabijheid van kinderen wordt tegenwoordig meer en meer beschouwd als mishandeling, aangezien passief roken vooral voor kinderen erg schadelijk geacht wordt. De grens tussen lijfstraffen en mishandeling is vaak onderwerp van discussie. Een 'corrigerende tik' wordt meestal niet als mishandeling beschouwd, al is in zowel België als Nederland voorgesteld elke fysieke agressie tegen kinderen te verbieden.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Verwaarlozing -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wet op de Jeugdzorg en Wet Meldcode
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van Verwaarlozing kind Meldcode toepassen (na doorlopen stappenplan) Melding maken Verwaarlozing heeft impact op het welbevinden van het kind, ook op latere leeftijd als men volwassen is.
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Ook de positie van de Leerkrachten is verbijzonderd bij het signaleren van Verwaarlozing van een kind en dat daarop wordt gereageerd. Er is nu een Meldcode ingesteld. In verband hiermee is er een stappenplan ontwikkeld en aan schoolorganisaties beschikbaar gesteld om intern toe te passen. Verwaarlozing is een passieve vorm van Kindermishandeling. Toelichting > Meldcode > Stappenplan >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VORMEN VAN VERWAARLOZING
Verwaarlozing is een passieve vorm van kindermishandeling, omdat ouders structureel iets nalaten: het vervullen van de basisbehoeften van kinderen. Tussen lichamelijke en psychische verwaarlozing bestaan verschillen maar ook veel overeenkomsten. Het signaleren van deze situaties wordt belangrijk gevonden Beroepskrachten zijn, naar verwachting vanaf 1 juli 2013, verplicht deze externe meldcode te gebruiken bij signalen van huiselijk geweld. Daarom is er aanvullend een interne stappenplan opgesteld. Definitie Verwaarlozing is een passieve vorm van kindermishandeling, omdat ouders structureel iets nalaten: het vervullen van de basisbehoeften van kinderen. Tussen lichamelijke- en psychische verwaarlozing bestaan verschillen, maar ook veel overeenkomsten. En, vertoont de gezinsomstandigheden een bepaald patroon. En, vraag om intensieve hulpverlening. Lichamelijke verwaarlozing Bij lichamelijke verwaarlozing komen ouders of opvoeders langdurig onvoldoende tegemoet aan de lichamelijke basisbehoeften van het kind. Verzorging betreft het voorzien van voldoende en gezond voedsel, het verschaffen van gepaste schone kleding, het zorgen voor de nodige hygiëne van kind en omgeving en toegang verlenen tot medische verzorging indien nodig, veilige ontwikkelingsmogelijkheden en onderwijs. Bij Lichamelijke verwaarlozing gaat het om structureel te weinig, slechte of onregelmatige verzorging als hiervoor bedoeld. Het kind krijgt niet de zorg en verzorging waar het gezien zijn leeftijd behoefte aan heeft en recht op heeft. Psychische verwaarlozing Van psychische verwaarlozing is sprake wanneer een kind systematisch geen aandacht of genegenheid krijgt. Men spreekt van psychische of emotionele verwaarlozing wanneer een kind niet de nodige aandacht krijgt om zich op een gezonde manier mentaal en sociaal te ontwikkelen. Het gaat om het negeren van het bestaan van het kind, het onvoldoende interesse tonen in het kind en zijn leefwereld of het aan zijn lot overlaten. Bij jonge kinderen kan het gevolg zijn dat ze niet leren hoe ze zich emotioneel aan een ander moeten hechten. Men spreekt ook wel eens van “cognitieve verwaarlozing”, waarbij de ouder het kind de mogelijkheid, bijvoorbeeld, op onderwijs (gedeeltelijk) ontneemt. Psychische verwaarlozing begint vaak al vanaf de eerste levensjaren. De ouder is in emotioneel opzicht niet beschikbaar en negeert het huilen en andere signalen van onrust, onvrede, vragen om hulp, aandacht, warmte en geruststelling. De ouder doet dit ondanks de spontane initiatieven van de baby om wel te communiceren. Ook oudere kinderen worden verwaarloosd doordat hun ouders hen aan hun lot overlaten, negeren, opsluiten of op een andere manier in de steek laten. Het lijkt alsof het kind niet bestaat. De relatie tussen ouder en kind kenmerkt zich door liefdeloosheid en afwijzing. Gevolgen Bij jonge kinderen kan het gevolg zijn dat ze niet leren hoe ze zich emotioneel aan een ander moeten hechten. Men spreekt ook wel eens van “cognitieve verwaarlozing”, waarbij de ouder het kind de mogelijkheid op onderwijs (gedeeltelijk) ontneemt. Machteloosheid en lage verwachtingen In gezinnen waarin sprake is van verwaarlozing overheersen vaak gevoelens van machteloosheid. Alle gezinsleden, maar de ouders in het bijzonder, ervaren op voorhand hun eigen inspanningen en die van anderen als zinloos. Ze uiten hun gevoelens minder en vager dan in andere gezinnen gebeurt. Bovendien is de band tussen de gezinsleden zwak en is er in vergelijking met andere gezinnen meer rolvervaging. Daarnaast zijn er in deze gezinnen weinig regels en grenzen. De ouders verwachten weinig van hun kinderen of zijn daar uitgesproken vaag over. De ouders kijken nauwelijks om naar hun kinderen, corrigeren hen soms met een schreeuw zonder erop te letten of dat effect heeft of niet. De kinderen gaan hun eigen gang en zoeken hun eigen vertier.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Beperkte mogelijkheden van ouders Verwaarlozing is in het algemeen het gevolg van de beperkte mogelijkheden van ouders om de behoeften van hun kinderen te vervullen. Meer specifiek speelt bij deze ouders: - Gebrek aan bewustzijn en kennis: de ouders zijn zich er onvoldoende van bewust dat de kinderen voor hun ontwikkeling afhankelijk zijn van hen. Ouders beschikken over onvoldoende kennis van de ontwikkeling van kinderen en zijn onvoldoende op de hoogte van manieren waarop zij de ontwikkeling van hun kinderen kunnen stimuleren. - Gebrek aan bekwaamheid: de ouders missen bepaalde opvoedingsvaardigheden; op bepaalde gebieden is er sprake van onkunde of handelingsonbekwaamheid. - Gebrek aan bereidheid: de ouders willen niet voor hun kinderen zorgen of anderen die daartoe wel in staat zijn voor hun kinderen laten zorgen. - Gebrek aan beschikbaarheid: de ouders zijn fysiek of emotioneel onvoldoende aanwezig voor hun kinderen, terwijl ze onvoldoende voor compensatie door anderen kunnen zorgen. Bij verwaarlozende ouders komt een gebrek aan kennis over de ontwikkeling van kinderen en van de manier waarop die gestimuleerd zou moeten worden, het meeste voor. Niet kunnen gedijen Lichamelijke verwaarlozing door ondervoeding zorgt voor groei- en ontwikkelingsachterstand bij het kind. Dan is er sprake van 'organic failure to thrive': het kind kan niet gedijen. Kenmerkend voor dit syndroom zijn een te geringe toename of zelfs een stilstand van de groei door het tekort aan noodzakelijke voedingstoffen. Op den duur leidt deze vorm van verwaarlozing tot een daling van het lichaamsgewicht. Het gedrag van het kind verandert ook. Het huilt snel, is snel geprikkeld, is moeilijk te kalmeren of juist apatisch, maakt weinig oogcontact en reageert niet adequaat op menselijke stemmen en gezichten. Verder is er een vertraagde ontwikkeling van de psychomotoriek en de spraak. Lichamelijke verwaarlozing komt het meest voor in de eerste twee levensjaren van een kind. Dat is de periode van snelle groei en grote afhankelijkheid van volwassenen. Ook psychische verwaarlozing leidt tot groeiachterstand Verschillende auteurs wijzen erop dat ook ernstige psychische verwaarlozing ertoe leidt dat kinderen, ondanks voldoende lichamelijke zorg, een duidelijke achterstand in hun groei en ontwikkeling krijgen. Een tekort aan emotionele zorg kan leiden tot een groeiachterstand zonder organische oorzaak: 'nonorganic failure to thrive'. Intensieve hulp nodig De hulpverlening voor gezinnen waarin verwaarlozing voorkomt is vaak een kwestie van een lange adem. Dat komt door de beperkte cognitieve vermogens van ouders, hun gebrek aan besef van wat er schort aan de manier waarop ze met hun kinderen omgaan. Ook spelen de sociale en materiële omstandigheden van deze gezinnen een rol. Doorslaggevend is vooral hun gebrek aan vertrouwen dat zij zaken in positieve zin kunnen veranderen. Deze gezinnen hebben meestal intensieve hulp nodig waarbij de ouders op meerdere fronten ondersteuning krijgen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Seksueel misbruik -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wet op de Jeugdzorg en Wet Meldcode
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van Seksueel misbruik. Meldcode toepassen (na doorlopen stappenplan) Melding maken Seksueel misbruik heeft impact op het welbevinden van het kind, ook op latere leeftijd als men volwassen is.
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Ook de positie van de Leerkrachten is verbijzonderd bij het signaleren van Seksueel misbruik van een kind en dat daarop wordt gereageerd. Er is nu een Meldcode ingesteld. In verband hiermee is er een stappenplan ontwikkeld en aan schoolorganisaties beschikbaar gesteld om intern toe te passen. Seksueel misbruik is strafbaar. En, seksueel misbruik komt niet alleen bij meisjes voor! Een specifieke vorm van Seksueel misbruik is het fenomeen Loverboys. Voyeurisme is een passieve vorm van seksueel misbruik van minderjarigen en is eveneens strafbaar. Toelichting > Meldcode > Stappenplan >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AANDACHTSPUNTEN BIJ SEKSUEEL MISBRUIK Het signaleren van deze situaties wordt belangrijk gevonden Beroepskrachten zijn (naar verwachting) vanaf 1 juli 2013, verplicht deze externe meldcode te gebruiken bij signalen van huiselijk geweld. Daarom is er aanvullend een interne stappenplan opgesteld. Omschrijving Onder seksueel misbruik verstaan we elke handeling van seksuele aard tussen een minderjarige en een gezagsdragend persoon of een minimum 5 jaar oudere persoon of tegen de wil van de minderjarige indien het geen van voorgaande betreft. Het kan gaan om zowel passieve als actieve handelingen door of met minderjarigen. Seksueel getinte aanrakingen, aanranding, verkrachting en kinderprostitutie vallen onder seksueel misbruik, maar ook bijvoorbeeld kinderpornografie. Reikwijdte De kring rondom het kind is ten opzichte van andere vormen van kindermisbruik groter bij seksueel misbruik. Het gaat niet alleen om wat in het gezin kan plaatsvinden, maar ook binnen de familie, derden of een medewerker van de school. Het signaleren van seksueel misbruik is dan niet alleen een aangelegenheid voor de medewerker die rechtstreeks contact heeft met het kind, maar is een aandachtspunt voor het gehele schoolteam. Aanpak Bij plotselinge gedragsveranderingen bij kinderen tot ongeveer 10 jaar is het raadzaam vragen te stellen aan het kind of advies te vragen aan een hulpverlener. Kinderen zwijgen vaak over seksueel misbruik. Dat komt meestal omdat ze zich schamen, zich schuldig voelen of bang zijn dat de pleger en zijzelf het nog moeilijker krijgen als het misbruik naar buiten komt. Vertrouwenspersoon Bij vermoeden van seksueel misbruik door een (nog onbekende) medewerkers van school, heeft elke medewerker de plicht dat te melden bij een Vertrouwenspersoon. De bron van deze melding wordt door de Vertrouwenspersoon geheim gehouden. Naar aanleiding van een melding stelt de Vertrouwenspersoon een onderzoek in samenwerking met deskundigen, waar onder een Kinderarts en Kinderpsycholoog. Vertrouwelijk worden de bevindingen gedeeld met het Bevoegd gezag en Voorzitter van de Raad van Toezicht. Vervolg Zijn er sterke vermoedens, dan wordt er (door het Bevoegd gezag en/of Voorzitter van de Raad van Toezicht) melding hiervan gedaan bij de Politie. En, in afwachting daarop de medewerker op nonactief gezet in afwachting op de uitkomsten van nader onderzoek. Zijn er harde bewijzen dan wordt er Aangifte gedaan en is er sprake van Ontslag op staande voet. En, direct komt het Opvangteam bijeen om het proces richting kinderen en alle ouders/verzorgers goed te organiseren. En, in het bijzonder richting het desbetreffende kind(eren) en zijn/hun ouders/verzorgers. Ook krijgt de desbetreffend medewerker die de melding heeft gedaan bij de Vertrouwenspersoon aandacht en het schoolteam (in het kader van Arbo-wet). Opvang slachtoffer(s) Dit is buitengewoon belangrijk! En, doe dit altijd samen met deskundigen. Dit onderdeel brengt de voorzieningen in kaart welke regulier aan de vraag van opvang van slachtoffers kan voldoen. Het in kaart brengen is belangrijk. Dat heeft mede te maken wie de dader is en welke relatie het slachtoffer met de dader had.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
GEDRAGSVERANDERINGEN BIJ SEKSUEEL MISBRUIK KINDEREN
Voor buitenstaanders is het moeilijk de signalen van seksueel misbruik te herkennen. Wel zijn er signalen waar u op kunt letten. In de volgende situaties kan er sprake zijn van seksueel misbruik: - slaapproblemen, bang zijn in het donker, nachtmerries, extreme vrees voor monsters; - verlies van eetlust, eetproblemen, voortdurend buikpijn hebben zonder aanwijsbare reden; - plotselinge wisselingen in de stemming van het kind: ongelukkig zijn, boos, teruggetrokken gedrag bij een voorheen opgeruimd kind; - vrees voor bepaalde mensen of plekken, bijvoorbeeld: het kind wil niet alleen gelaten worden met een oppas, huisvriend of familielid; - een ouder kind dat zich gedraagt zoals een jong kind: weer bedplassen, duimzuigen of heel eenkennig worden; - weigeren om over een geheimpje te praten dat het kind met een andere volwassene heeft; - praten over een nieuwe, oudere vriend en daar vaak over de vloer komen; - plotseling over veel zakgeld beschikken; - niet bij de leeftijd passend seksueel gedrag vertonen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Loverboys -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wet Meldcode
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van Loverboys Meldcode toepassen (na doorlopen stappenplan) Melding maken Seksueel misbruik heeft impact op het welbevinden van het kind, ook op latere leeftijd als men volwassen is.
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Ook de positie van de Leerkrachten is verbijzonderd bij het signaleren van Loverboys en dat daarop wordt gereageerd. Er is nu een Meldcode ingesteld. In verband hiermee is er een stappenplan ontwikkeld en aan schoolorganisaties beschikbaar gesteld om intern toe te passen. Seksueel misbruik is strafbaar. En, seksueel misbruik komt niet alleen bij meisjes voor! Een specifieke vorm van Seksueel misbruik is het fenomeen Loverboys. Toelichting > Meldcode > Stappenplan >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AANPAK LOVERBOYS
Het signaleren van deze situaties wordt belangrijk gevonden. Beroepskrachten zijn (naar verwachting) vanaf 1 juli 2013, verplicht deze externe meldcode te gebruiken bij signalen van huiselijk geweld. Daarom is er aanvullend een interne stappenplan opgesteld. De kans dat een basisschool te maken krijgt met het fenomeen Loverboys is gering en zal veelal beperkt blijven tot de oudste kinderen op school en met name om ‘late leerlingen’ (hoewel dat niet meer bestaat) en zij die tijdens de basisschoolperiode gedoubleerd zijn en lager over deze periode hebben gedaan. Hierdoor dreigen deze kinderen de basisschool al te ontgroeien. Het fenomeen Loverboys Er zijn jongens/mannen die meisjes onder druk zetten om betaalde seks te hebben met anderen. Deze 'loverboys' winnen eerst het vertrouwen door hen te verwennen met aandacht en cadeaus. Maar uiteindelijk misbruiken ze die gegroeide vertrouwensband om de meisjes te dwingen tot prostitutie. Signalen Er zijn twee type signalen waar men op moet letten. Namelijk: - Het showen van hun nieuwe ‘rijkdom’ kan al een signaal zijn en een voorbode. - Gedragsverandering, zoals ook bij Seksueel misbruik. Aanpak De problematiek van de Loverboys ligt in het verlengde van het vraagstuk van Seksueel misbruik. In belangrijke mate is de aanpak dan ook hetzelfde, maar tegelijk heeft deze aanpak het een eigen karakter. Het reageren op een vermoeden van Loverboys vindt op dezelfde wijze plaats als bij andere vormen van mishandeling conform de Meldcode en interne stappenplan en via deze weg komt deze informatie van de school ook bij de Politie. Preventie De scholen (in PO en VO) vervullen een belangrijke rol bij preventie. Namelijk, voorlichten van meisjes in de leeftijd vanaf 13 jaar met betrekking tot het fenomeen Loverboy en de gehanteerde wervingsmethoden. Verder, de medewerkers die met deze meisjes te maken hebben, voorlichting geven met betrekking tot het fenomeen Loverboy. Bijvoorbeeld, het signaleren en interventies plegen. Ook de ouders/verzorgers zullen alert moeten zijn. Dit door hen tijdig actief te informeren eer de leeftijd van 13+ wordt bereikt. De basisschool kan hierbij een rol spelen door middel van jaarlijks een thema-avond te organiseren voor ouders/verzorgers van kinderen in de leeftijd van 11 en 12 jaar. Dit in samenwerking met de Welzijnsinstelling in de buurt. Deze instellingen hebben hiervoor een programma. Verder, via de website wijze op: http://www.lover-boy.nl/ Opvang slachtoffers Dit is buitengewoon belangrijk! En, doe dit altijd samen met deskundigen. Dit onderdeel brengt de voorzieningen in kaart welke regulier aan de vraag van opvang van slachtoffers kan voldoen. De bestaande opvangtrajecten en organisaties worden dekkend gemaakt voor crisisopvang. De werkprocedures van de organisaties worden daarop aangepast. Van belang is dat de capaciteit van vervolgplaatsing in kaart wordt gebracht. Opsporing en vervolging De aanpak van de Loverboy-problematiek kent naast het belang van opvang en hulpverlening aan slachtoffers het belang van opsporen en vervolgen van daders. Dit laatste betreft een verantwoordelijkheid van Politie en Justitie. Voor een effectieve aanpak is het nodig dat alle netwerkpartners (waaronder de school) op uitvoerend niveau samenwerken. Hierbij gaat het om signaleren van probleemsituaties en het gezamenlijk formuleren van casusgerichte aanpak op het terrein van de opvang/hulpverlening en het strafrecht.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Voyeurisme
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wetboek van Strafrecht
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van Voyeurisme Signaleren Melding bij Politie of Vertrouwenspersoon Seksueel misbruik heeft impact op het welbevinden van het kind, ook op latere leeftijd als men volwassen is.
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Ook de positie van de Leerkrachten is verbijzonderd bij het signaleren van Voyeurisme en dat daarop wordt gereageerd. Dat vraagt wel om zorgvuldigheid. Er zijn twee situaties mogelijk, te weten intern en extern. Intern vermoeden van voyeurisme zal vertrouwelijk het signaal worden doorgegeven aan de Vertrouwenspersoon. Bij extern vermoeden zal de schooldirecteur een Melding doen bij de Politie en vervolgens het Bevoegd gezag hierover informeren. Verder is er een vorm van voyeurisme, waarbij ouders/verzorgers daarin hebben ingestemd en meewerken, waarbij hun kinderen object zijn. Bij deze situaties is er sprake van seksueel misbruik en is de Meldcode van toepassing met de daarbij behorende interne stappenplan. Toelichting >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
SIGNALEREN VAN VOYEURISME
Het signaleren van deze situaties wordt belangrijk gevonden. Omschrijving Voyeurisme is het heimelijk en doorgaans met seksuele lustgevoelens kijken naar een of meerdere mensen of kinderen, die geheel of gedeeltelijk naakt zijn en al dan niet seksuele handelingen verrichten. In engere zin is voyeurisme een voorkeur voor kijken boven aanraken. Het kan problematisch zijn als het gaat om heimelijk gluren (bespioneren) of juist hinderlijk staren. De hierboven beschreven beheersbare interactie wordt in zo'n geval doorbroken. Degenen die bekeken wordt voelt zich niet meer veilig. Dat kan tot grote problemen leiden. Mannen zijn over het algemeen meer voyeuristisch ingesteld dan vrouwen. Zowel homo- als heteroseksuele mannen genieten ervan. Overigens, de voyeuristische behoefte van mannen wordt ook commercieel uitgebuit. Om hun kooplust aan te wakkeren worden in de reclame bijvoorbeeld foto's gebruikt van aantrekkelijke en vaak schaars geklede vrouwen die zich onbespied lijken te wanen. Het begrip voyeurisme wordt ook in niet-seksuele zin gebruikt voor de nieuwsgierigheid naar privézaken van vreemden. Binnen de context van een school kan ook dat als onveilig worden ervaren. Strafbaar Voyeurisme speelt zich af op de grens van wat als strafbaar is gesteld. Echter, dat is in de dagelijkse praktijk niet eenvoudig te bepalen en vast te stellen wegens het ontbreken van harde bewijzen. Immers, het vindt in het geniep plaats. En, door de komst van Internet heeft dat een extra dimensie gekregen. Bijvoorbeeld, het kijken synoniem is geworden voor fotografie (dankzij mobiele telefoons met camera’s) en het beeldmateriaal met anderen binnen een besloten community wordt gedeeld. Behandeling De behandeling is er op gericht de toestand tot een beheersbare interactie terug te brengen. Dat begint met het tijdig signaleren van deze gedragingen binnen de omgeving van de dader. Zorgvuldigheid Zoals dat ook bij andere Partialtriebe (seksuele driften) het geval is gaat het hier om een drift die in ieder mens aanwezig is, bij de een meer en bij de ander in mindere mate. Een grens tussen het normale en het afwijkende is moeilijk te trekken. Zomaar het etiket Voyeurisme op iemand plakken is niet mogelijk. En, kan valselijk werken en iemand onnodig schaden. Daarom dat bij intern vermoeden dat gedeeld wordt met alleen de Vertrouwenspersoon. En, deze vertrouwenspersoon samen met de melder nagaat wat nu wordt gesignaleerd en hoe gedragingen van iemand ingeschat kan of moet worden. Ook de Politie werkt zo bij extern vermoeden. Commerciële voyeurisme Een specifieke vorm van voyeurisme zijn situaties waarbij ouders daarbij instemmen en daaraan meewerken, waarbij hu kinderen het object zijn voor de voyeur. Hiervoor ontvangen deze ouders/verzorgers een vergoeding van deze voyeur. Met name gezinnen waar sprake is van stille armoede, kunnen bezwijken voor deze financiële verlokkingen. Het is een passieve vorm van seksueel misbruik. De kinderen worden niet aangeraakt, maar doen wel handelingen die niet als passend worden beschouwd gelet op de leeftijd van deze kinderen, als het gaat om de manier van kleden en poses. Met verhullende termen wordt uitvoering aan deze praktijken gegeven. Bijvoorbeeld, kinderportretfotografie. Beroepskrachten kunnen deze signalen opvangen, hoewel dit niet eenvoudig is, omdat de kinderen vanuit huis een zwijgplicht hebben. Er wordt dan wel gesproken over een fotosessie, maar vervolgens doet men geheimzinnig over de resultaten van deze sessies.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Bij vermoeden, kan een beroepskracht zeer belangstellend vragen naar de foto’s die er zijn gemaakt. Trotse ouders/verzorgers en kinderen zullen zeker foto’s tonen. Echter, dit zegt nog niets over wat er verder heeft plaatsgevonden. Wees daarom ook alert hoe een kind zich uitdrukt.
Nota bene Maak een afweging welke foto’s op de website van de school wordt geplaatst. Wees in elk geval hierin terughoudend als het gaat om het openbare gedeelte van deze website. Beperkt het tot een besloten deel van de website. En, maan ouders/verzorgers om zeer zuinig om te gaan met de inlog-gegevens. Namelijk, dat deze niet in vreemde handen komen (bijvoorbeeld, via de kinderen).
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
MELDCODE HUISLIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING
De vijf verplichte stappen van de meldcode inzake huiselijk geweld en kindermishandeling: 1 In kaart brengen van signalen. 2 Overleggen met de schooldirecteur en eventueel raadplegen Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of Steunpunt Huiselijk geweld 3 Gesprek met het kind en/of ouders/verzorgers. 4 Wegen van het huislijkgeweld en/of de kindermishandeling en/of verwaarlozing en/of seksueel misbruik 5 Beslissen: (hulp organiseren of) melden Aanpak Het gesprek aangaan met het kind en/of ouders/verzorgers vraagt om bepaalde vaardigheden en zal door de medewerker nooit alleen worden gedaan. De schooldirecteur is altijd hierbij aanwezig als procesbegeleider, terwijl de medewerker gericht is op de inhoud (feiten en omstandigheden). Beter is, om dit gesprek aan een deskundige over te laten (namens de school) en dat de schooldirecteur hierbij aanwezig is en de medewerkers hiervan te vrijwaren. ‘Bij twijfel niet inhalen’. Het melden is niet nodig als alle twijfels weggenomen zijn. Deze twijfels kunnen soms terugkeren na nieuwe signalen. Zolang er twijfel is of weer terugkeert, dan melding hiervan maken. De school is niet toegerust om hulp te verlenen, dat is aan andere instanties. De school kan deze hulp ook niet organiseren zonder medeweten van betrokkenen. De school kan deze betrokkenen wel stimuleren om gebruik te maken van hulp en doorverwijzen of helpen deze hulp te benaderen. De achterliggende gedachten hierbij is het belang van het kind en dat het onderwijs kan volgen en bijblijft op school. Lukt dit niet of in onvoldoende mate, dan kan alsnog een melding bij het meldpunt of steunpunt worden gedaan, al dan niet na het raadplegen van het Adviespunt. Code Als huisarts, leerkracht, verpleegkundige, kinderopvang begeleider, hulpverlener, zelfstandige beroepsbeoefenaar, kun je te maken krijgen met slachtoffers van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dat brengt altijd schrik en zorg met zich mee. Daarom is de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld. Beroepskrachten zijn, (naar verwachting) vanaf 1 juli 2013, verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Geen meldplicht Een verplichte meldcode is iets anders dan een meldplicht. Bij een meldplicht moet de professional zijn vermoeden van geweld melden bij andere instanties. Die verplichting bestaat niet bij een meldcode. De beslissing om vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling wel of niet te melden, neemt de professional. Het stappenplan van de meldcode biedt hem houvast bij die afweging. Beroepsgeheim Hulpverleners die hulp, zorg, steun of een andere begeleiding bieden, hebben vaak een beroepsgeheim. Dit wordt ook wel zwijgplicht genoemd. Vanwege die zwijgplicht mag de hulpverlener/leerkracht geen informatie over de cliënt/kind/ouder/verzorger aan anderen geven, behalve als de cliënt/ouder/verzorger daarvoor toestemming geeft. De cliënt/ouder/verzorger kan zich hierdoor vrij voelen om alles te vertellen. Toch kan het in het belang zijn van de cliënt/kind/ouder/verzorger om vertrouwelijke gegevens uit te wisselen met collega's of anderen. In de wet Meldcode komt een meldrecht voor huiselijk geweld. Dit recht bestaat al voor kindermishandeling. Een meldrecht houdt in dat professionals met een beroepsgeheim (vermoedens van) huiselijk geweld mogen melden bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling en provinciale Advies- en steunpunt huiselijk geweld. Maar ook nu al is vaak meer toegestaan dan professionals denken.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Om te voorkomen dat beroepskrachten onnodig terughoudend zijn bij de uitwisseling van informatie zijn deze hulpmiddelen beschikbaar: - Wegwijzer voor beroepskrachten - Modelconvenant gegevensuitwisseling Advies Scholen kunnen zich laten bijstaan door een provinciale Advies- en steunpunt huiselijk geweld. Doel van het Advies- en steunpunt is Het stoppen en voorkomen van geweld in afhankelijkheidsrelaties, bouwen aan veilig relaties. Dit met behulp van praktische informatie over hulp bij huiselijk geweld (www.huiselijkgewelddrenthe.nl).
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
STAPPENPLAN Schoolinterne proces in verband met: - Huiselijk geweld - Kindermishandeling - Verwaarlozing - Seksueel misbruik - Loverboys
Stap 1
Actie Vermoeden
Omschrijving Een medewerker heeft een vermoeden: • observeren • onderzoek naar onderbouwing • delen van de zorg met alleen de schooldirecteur
2
Overleg
De medewerker bespreekt zijn onderbouwde vermoeden in een overleggroep (bestaande uit schooldirecteur en vertrouwenspersoon): • bespreken informatie • (eventueel) extra gegevens • plan van aanpak
3
4
5
6
Plan van Aanpak
Beslissen
Evalueren
Hulpmiddel Toelichting > Aanbevelingen > Signaallijst > Observatiepunten >
Toelichting > Aanbevelingen >
Het uitvoeren van het gemaakte Plan van Aanpak: • consulteren van: - Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en/of - provinciale Advies- en steunpunt huiselijk geweld (ASG) • praten met de ouders/verzorgers • onderzoek Jeugdarts • huisbezoek • inschakelen Schoolbegeleider • bespreken van de resultaten
Toelichting > Aanbevelingen >
Beslissing: • hulp op gang brengen • melden bij het AMK en/of ASG • indien een crisissituatie: dan ook melden bij: - de Politie (wijkagent) en/of - de Raad voor de Kinderbescherming • indien aanwijzingen van strafbare feiten, dan ook een melding bij Politie
Toelichting > Aanbevelingen >
Evalueren: • de overleggroep evalueert en stelt zo nodig het Plan van Aanpak bij
Toelichting > Aanbevelingen >
Nazorg
Nazorg: • blijf het kind volgen • eventueel overleggroep bijeenroepen
Nota bene
Elke persoon houdt op elk moment de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid om contact op te nemen met het AMK, en ASG voor consultatie of melding.
Toelichting > Aanbevelingen > Signaallijst > Observatiepunten >
Meldcode >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Stap 1: de leerkracht heeft een vermoeden Toelichting De bron van het vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld kan zijn: a. u heeft een vermoeden; b. iemand (bijvoorbeeld een ander kind) vertelt u een zorgwekkend verhaal over een kind uit uw klas; c. een kind neemt u in vertrouwen over de eigen situatie. Ad a/b
Als u een vermoeden heeft, of een ander vertelt u een zorgwekkend verhaal over een kind uit uw klas, dan: - Observeert u het kind gedurende een aantal dagen heel goed, let hierbij op opvallend gedrag of opmerkelijke lichamelijke signalen, zoals blauwe plekken, schaaf- of brandwonden, herhaalde botbreuken, ander letsel zoals doofheid, mank of moeizaam lopen, hoge spierspanning. Kijk ook goed naar de ouder-kind relatie (zie Signalenlijst). - Noteert u wat u aan signalen bij de leerling opmerkt. Dit worden uw persoonlijke aantekeningen (zie Observatiepunten). - Overlegt u met mensen die u informatie kunnen geven over het kind of de thuissituatie, zoals een collega, een andere leerkracht die het kind of het gezin kent, of de leerkracht die een broertje of zusje in de klas heeft, de contactpersoon van de school, de JGZ-medewerker (jeugdverpleegkundige of jeugdarts) of de schoolmaatschappelijk werker. U kunt ook de interne leerlingbegeleider vragen mee te observeren. - blijft u aan de vertrouwensrelatie met het kind bouwen. - bepaalt u een tijdslimiet voor deze fase (maximaal één maand).
Ad. c
Als een kind u in vertrouwen neemt, dan: - luistert u rustig naar hetgeen het kind u te vertellen heeft en reageert u niet al te emotioneel of paniekerig. U neemt het kind serieus en spreekt uw zorgen uit; - noteert u wat het kind verteld heeft. Dit worden uw persoonlijke aantekeningen; - houdt u contact met het kind en vraagt ook wat het kind zelf zou willen; - zie verder ad. a/b
Aan het einde van deze fase besluit u (in overleg met de schooldirecteur): 1 Of, Het vermoeden is onterecht / ongegrond (Er is een andere reden voor het gesignaleerde gedrag. Zoek uit wat er wel aan de hand is en blijf alert). 2 Of, er is twijfel over/geen bevestiging van het vermoeden (U blijft nauwkeurig registreren wat u bij het kind opvalt of wat u verteld wordt. Na twee maanden bekijkt u uw aantekeningen opnieuw en wordt het kind opnieuw besproken met de schooldirecteur). 3 Het vermoeden wordt bevestigd of versterkt (Dit wordt ingebracht in de Overleggroep (fase 2)). Aanbevelingen - Vertrouw op uw intuïtie en houd dat niet voor uzelf: praat erover. U heeft tenslotte niet voor niets een niet-pluis gevoel. - Ga niet overhaast te werk. Wie iets wil bereiken moet zorgvuldig handelen. Betrek anderen tijdig en niet pas dan, wanneer het voor u 'zo niet langer kan': dan bent u te lang zelf bezig geweest en geeft u anderen niet de tijd rustig aan het werk te gaan. - Accepteer kindermishandeling en huiselijk geweld als één van de vele mogelijke oorzaken van onverklaarbaar/ opvallend gedrag van een kind. Probeer in deze fase het beeld completer te krijgen. Speel geen politieagent: het is niet de taak van de leerkracht om speurwerk naar de dader te doen. Ga uit van een patroon aan signalen, uitgezonden door het kind of door een derde. Blijf (het gedrag van) het kind aandachtig volgen, dat wil zeggen observeren en noteren wat je ziet en hoort, maar voorkom een uitzonderingspositie van het kind. - Ga zorgvuldig om met de privacy van het kind en van de ouders/verzorgers. - Indien een kind u in vertrouwen neemt, beloof dan nooit aan het kind absolute geheimhouding. Beloof dat u geen volgende stap zult nemen zonder dat met het kind besproken te hebben. Steun het kind in het feit dat het zijn geheim verteld heeft. U kunt in dit gesprek doorvragen of het kind zich veilig voelt en of het zelf ook geslagen wordt. Maak eventueel met het kind een Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
-
veiligheidsplan. Daarin is opgenomen hoe het kind zich het beste in veiligheid kan brengen (bijvoorbeeld naar kamer gaan, naar vriendje etc.) Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is de centrale instantie voor het vragen van advies over of het melden van kindermishandeling. Elke provincie en grootstedelijke regio heeft haar eigen AMK. In sommige plaatsen is er een speciaal steun- of meldpunt huiselijk geweld opgericht. Hier kan men ook terecht voor advies en melding. In crisissituaties is het ook mogelijk te melden bij de Politie of de Raad voor de Kinderbescherming (via AMK of Bureau Jeugdzorg). Het vertrekpunt van uw inzet blijft de zorg die u, met de ouders/verzorgers, voor het kind hebt.
Fase 2: de leerkracht bespreekt zijn onderbouwde vermoeden in een overleggroep Toelichting - De medewerker neemt het initiatief en adviseert de schooldirecteur de volgende personen bijeen te roepen (als Overleggroep): - Schooldirecteur - Intern-begeleider - JGZ-medewerker (Jeugdverpleegkundige of Jeugdarts); - schoolmaatschappelijk werker. - Eén persoon is verantwoordelijk voor de coördinatie en de voortgang; bij voorkeur is dit de intern begeleider. - U kunt gebruik maken van de gestelde vragen op het observatieformulier. - Indien nodig overlegt u of iemand anders uit de Overleggroep met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Dit kan anoniem. U kunt tijdens dit gesprek tips vragen voor vervolgstappen. - De Overleggroep bekijkt welke gegevens over dit kind beschikbaar zijn; dit wordt ook vastgelegd. Maak hierbij onderscheid tussen objectieve en subjectieve gegevens. Wees zorgvuldig met informatie van derden. - De coördinator let ook op de tijd en stelt een tijdslimiet voor deze fase. Aan het eind van deze fase: - Of, als de Overleggroep geen bevestiging van het vermoeden heeft, maar het gedrag heeft bijvoorbeeld een andere oorzaak, dan: - blijven u en de JGZ-medewerker alert; - blijft u bouwen aan de vertrouwensrelatie met het kind; - noteren u en de JGZ-medewerker in hun agenda dat ze na een bepaalde periode nog eens samen overleggen over het gedrag of lichamelijke gesteldheid van het kind. - Of, indien u twijfelt of er bestaat een redelijk vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling en/of verwaarlozing en/of seksueel misbruik, dan maakt de Overleggroep een Plan van Aanpak (zie voor mogelijke stappen fase 3). Aanbevelingen - Bij het vormen van een overleggroep kan ook gedacht worden aan andere disciplines, werkzaam binnen het schoolsysteem, die zich met leerlingen bezighouden. Het kan praktisch zijn een vaste overleggroep te vormen, waarin vertegenwoordigd zijn: de directie, de intern begeleider, de leerkracht, de contactpersoon, de jeugdverpleegkundige of jeugdarts van de GGD en de schoolmaatschappelijk werker. - Bij voorkeur vindt het overleg niet plaats op school, maar op locatie (bijvoorbeeld, het hoofdkantoor van de scholengroep). - Zodra een overleggroep is gevormd, draag je samen de verantwoordelijkheid. Het is dan ook heel belangrijk steeds te overleggen voordat er iets wordt ondernomen. - Wanneer persoonlijke aantekeningen zijn gemaakt, is het belangrijk deze goed op te bergen, het liefst zonder naam. Zodra het mogelijk is, worden deze aantekeningen weer vernietigd. Dit in verband met privacy. - De taak van de school met betrekking tot huiselijk geweld/ kindermishandeling is het signaleren en het aankaarten ervan bij de ouders en bij de verantwoordelijke instanties. De school is niet verantwoordelijk voor de verandering van de situatie of voor de hulpverlening.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Fase 3: de uitvoering van het plan van aanpak Toelichting In fase 2 is besloten tot een Plan van Aanpak. Mogelijke stappen zijn: a een advies- of consultvraag bij het AMK; b een gesprek met de ouders; c de jeugdarts roept het kind op voor onderzoek; d een huisbezoek door jeugdverpleegkundige of schoolmaatschappelijk werker; e het inschakelen van een intern begeleider; f resultaten van a t/m e bespreken in de Overleggroep. Te weten: Ad. a Een consultatie bij het AMK: - iemand van de overleggroep spreekt met het AMK. (De Jeugdgezondheidszorg heeft een structureel overleg met het AMK); - deze geeft advies over de verdere stappen die genomen kunnen worden; - de resultaten van het gesprek met het AMK worden doorgesproken in de overleggroep. Naar aanleiding hiervan wordt het plan van aanpak eventueel bijgesteld. Ad. b Een gesprek met de ouders: - overleg binnen de overleggroep, welke persoon het beste met de ouders kan spreken. Uit ervaring blijkt dat bij allochtone ouders, degene die het kind het beste kent (meestal de leerkracht), de beste ingang heeft; - bereid het gesprek goed voor in de Overleggroep (zie aanbevelingen); - voer het gesprek bij voorkeur nooit alleen; - overleg na afloop van het gesprek in de overleggroep over verdere stappen. Ad. c De jeugdarts roept het kind op voor onderzoek: - de jeugdarts kan een kind oproepen voor onderzoek, nadat de school de zorgen heeft besproken met de ouders/verzorgers; - de jeugdarts onderzoekt de leerling en spreekt met de ouders/verzorgers; - de resultaten worden in de Overleggroep ingebracht voor zover ze betrekking hebben op het vermoeden van Huiselijk geweld, Kindermishandeling tec, rekening houdend met de privacy van het kind. Ad. d Een huisbezoek: - de jeugdverpleegkundige van de GGD of een schoolmaatschappelijk werker kunnen het gezin thuis bezoeken; - in de Overleggroep wordt verslag gedaan van het huisbezoek. Ad. e Het inschakelen van de intern begeleider: - de intern begeleider probeert te achterhalen of er sprake is van cognitieve of emotionele problematiek; - de resultaten worden ingebracht in de Overleggroep. Ad. f Resultaten bespreken: - analyse van de waarnemingen; - verzamelen van feitelijke informatie; - beeld van de verzorgingssituatie van het kind; - (emotionele en sociale) draaglast/ draagkracht van de ouders/verzorgers. Aanbevelingen - Als het kind met u gesproken heeft, praat dan niet met de ouders/verzorgers zonder het kind daarvan in kennis te stellen. Afhankelijk van de leeftijd kun je met het kind afspreken wat je wel en niet met ouders/verzorgers bespreekt. - Bepaal voor u het gesprek gaat voeren met de ouders/verzorgers, wat het doel van uw gesprek is. Het doel van het gesprek kan, bijvoorbeeld, zijn om na te gaan of de ouders/verzorgers uw zorgen herkennen. Vaak is uw zorg delen met de ouders/verzorgers de beste ingang: blijf bij welk concreet gedrag u ziet bij het kind, herkennen ouders/verzorgers de signalen van hun kind ook in de thuissituatie? Bespreek niet uw vermoedens, maar uw zorgen en geef aan dat u hierbij allebei een verantwoordelijkheid kent. Stel open vragen en zeg dat u op zoek bent naar de oorzaak of de aanleiding van het voor het kind ongewone gedrag. Spreek af welke vervolgacties worden ondernomen. Bijvoorbeeld, ‘de leerkracht zal er binnen de school met intern begeleider over spreken’. Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
-
Praten met de ouders/verzorgers kan vele gevolgen hebben. Zo kan door een gesprek een deel van de vermoedens onterecht blijken. Ook voelen sommige ouders/verzorgers zich al geholpen als u hun zorg blijkt te delen en u de problemen bespreekbaar hebt gemaakt. Maar, uw vermoeden kan ook worden gesterkt. Onderbouwing van uw vermoeden en het delen van uw zorgen in de Overleggroep zijn dan de volgende stappen. Ouders/verzorgers kunnen het gesprek zien als bewijs van de loslippigheid van hun kind en van uw bemoeizucht. Weeg u woorden goed! Wanneer u zich afvraagt hoe u het beste een gesprek met de ouders/verzorgers kan voeren is het altijd mogelijk advies te vragen bij het AMK. Huisbezoeken bieden goede mogelijkheden om het samenspel tussen ouders/verzorgers en kinderen te observeren. Zorg ervoor dat ouders/verzorgers met slechts 1 of hooguit 2 personen uit uw school te maken krijgen gezien de vertrouwensrelatie die tot stand dient te komen. Vanzelfsprekend heeft het betreffende kind behoefte aan steun en hulp. Bekijk wie het kind het beste ondersteuning kan bieden.
De beoordeling van de resultaten zal tot een beslissing moeten leiden: 1 Of, er is geen sprake van kindermishandeling en huiselijk geweld: - er vindt geen verdere actie plaats (zie fase 6) en sluit het traject af met fase 5 (Evaluatie), - eventueel benodigde andere ondersteuning van het kind en/of het gezin vindt plaats - binnen de op school afgesproken zorgstructuur. 2 Of, er bestaat twijfel over (het vermoeden van) Kindermishandeling, Huiselijk geweld etc.: - er kan nu tot een extra observatie periode besloten worden, het verdient de voorkeur af te spreken wat er geobserveerd gaat worden en hoe lang (zie fase 6); 3 Of, er bestaat gegrond vermoeden of zekerheid over Kindermishandeling, Huiselijk Geweld etc.: zie fase 4.
Fase 4: beslissing Toelichting - Hulp aan ouders/verzorgers: als ouders/verzorgers het probleem onderkennen en mee willen werken aan verandering van hun situatie, kan de Overleggroep adviezen geven en doorverwijzen naar instanties voor hulpverlening. Het is daarom belangrijk dat men kennis heeft van de Sociale Kaart in de omgeving. - Melding bij Advies- en Meldpunt Kindermishandelingcx (AMK): als het vermoeden gegrond is en de zorg over het kind blijft bestaan, dan is de enige mogelijkheid een melding te doen bij het AMK, ook voor registratiedoeleinden en dossiervorming. Dat kan de directeur, de leerkracht, de intern begeleider, de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige van de JGZ doen. Bespreek in de Overleggroep wie gaat melden. -
-
-
Na de melding ligt de verantwoordelijkheid voor het op gang brengen van hulpverlening mede bij het AMK. De melder wordt op de hoogte gesteld van stappen die gezet worden met inachtneming van de privacy van het gezin. Het gaat hier om vrijwillige hulpverlening. Als dat niet lukt, terwijl de situatie ernstig blijft, dan zal het AMK de Raad voor de Kinderbescherming inschakelen. Uitsluitend in een crisissituatie of levensbedreigende situatie voor het kind kan men direct melden bij de Politie en via het AMK of BJZ bij de Raad voor de Kinderbescherming. Een melding bij deze Raad kan niet anoniem. Indien er aanwijzingen zijn van mogelijke strafbare feiten, dan wordt er een melding gedaan bij de Politie en wordt de Politie bij de Overleggroep betrokken.
Aanbevelingen - Als ouders zelf hulp willen, dan zullen de ouders in het algemeen door de leerkracht naar BJZ worden verwezen. - Voor elke zaak rondom een vermoeden van huiselijk geweld, kindermishandeling etc. kan advies/ consult worden gevraagd bij het AMK zonder de naam van het kind en/ of ouder te noemen. - Wanneer een vermoeden van kindermishandeling gemeld wordt bij het AMK, moet men rekening houden met de tijd die het AMK nodig heeft om informatie te verzamelen en mensen te mobiliseren. Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
Soms moet men bij een zaak wachten op een gunstig moment om in te kunnen ingrijpen of om iets in beweging te kunnen zetten. Melden bij het AMK maakt de kans dat dit lukt groter. Bij de Politie is melding mogelijk. Echter, alleen het slachtoffer kan een Aangifte doen. De leden van de Overleggroep kunnen hooguit een melding doen. Het doen van een Melding kan niet anoniem. Dat maakt de school terughoudend om een Melding te doen, tenzij de Overleggroep overtuigende bewijzen heeft. Immers, de Politie doet aan opsporing en start een (strafrechtelijk) onderzoek.
Fase 5: evaluatie Toelichting - De Overleggroep evalueert datgene wat er is gebeurd en de procedures die zijn gevolgd. - Zo nodig wordt de zaak ook doorgesproken met andere betrokkenen, zoals interne en externe betrokkenen. - Zo nodig worden verbeteringen in afspraken en/of procedures aangebracht. - Besluit welke informatie in het leerling-dossier wordt vastgelegd. Immers, de ouders/verzorgers hebben recht op inzage in het kind-dossier. Aanbevelingen - Leg op schrift vast hoe er gewerkt is. (stappen, acties, besluiten). - Het is van belang op van tevoren vastgestelde tijdstippen met direct betrokkenen een tussentijdse evaluatiebijeenkomst te plannen. - Het bieden van permanente educatie en het regelmatig opfrissen van kennis, kunde en houding is van groot belang en noodzakelijk om goed om te kunnen gaan met signalen van Huiselijk geweld, Kindermishandeling etc. Fase 6: nazorg Toelichting - Los van de gekozen weg, blijft de leerkracht zeker vier maanden na evaluatie het gedrag van het kind nauwkeurig volgen. - Blijf het kind steunen. - Indien er aanleiding toe is, roept de leerkracht de overleggroep opnieuw bij elkaar (fase 2). - Bij blijvende twijfel wordt bij het AMK gemeld. - Als gebleken is dat het vermoeden niet gegrond was, kunnen de werkaantekeningen worden vernietigd en kan het dossier met betrekking tot dit kind afgesloten worden. - De zorgen rondom een leerling kunnen bij de leerkracht en Overleggroep allerlei twijfels en gevoelens losgemaakt hebben. Het is van belang dat er ook nazorg voor hen beschikbaar is. Aanbevelingen - Het belang van het bieden van ondersteuning aan het kind moet niet onderschat worden. Veel mensen die in hun jeugd mishandeld of misbruikt zijn, hebben het gered doordat andere volwassenen zich om hen bekommerden. - Sta open voor ondersteuning om uw eigen machteloosheid en teleurstellingen te hanteren wanneer onverhoopt toch blijkt dat de hulpverlening anders verloopt dan u had gedacht. - In het kader van nazorg voor de leerkracht heeft de school de taak om te zorgen voor een veilige werkplek (Arbo-wet).
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
OBSERVATIEPUNTEN Vragen over ‘opvallend gedrag van een leerling’ Leerlingnummer kind: Jongen / Meisje: Leeftijd: Groep: JGZ-medewerker:
1. Sinds wanneer vertoont het kind opvallend gedrag?
2. Is er de laatste tijd iets in het gedrag of in de situatie van het kind veranderd?
3. Het opvallende gedrag bestaat uit (zie Signaallijst):
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
4. Hoe is de verhouding tot de medeleerlingen?
5. Hoe is de uiterlijke verzorging van het kind, zoals kleding en dergelijke?
6. Hoe is de verhouding tot vrouwelijke/mannelijke leerkrachten?
7. Hoe is het contact tussen de school en de ouders?
8. Zijn er bijzonderheden over het gezin te melden? Indien mogelijk ook de bron vermelden.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
9. Wat is er bij u bekend over eventuele broertjes en zusjes?
10. Zijn er opvallende veranderingen in de schoolresultaten?
Volgens de Wet op Persoonsregistraties hebben ouders het recht op inzage en correctie in het dossier van hun kind. Daarom dienen gegevens in het dossier zorgvuldig en zo objectief mogelijk te worden beschreven. Persoonlijke werkaantekeningen zijn geen onderdeel van het dossier en niet ter inzage voor ouders. Het is daarom belangrijk zeer zorgvuldig om te gaan met deze werkaantekeningen. Zet deze niet op naam. Zodra het mogelijk is vernietigt u ze.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
SIGNALENLIJST In verband met: - Huiselijk geweld - Kindermishandeling - Verwaarlozing Voor wat betreft de leeftijdsgroep 4-12 jaar. Aanvullend is er een lijst met signalen als het gaat om: - Seksueel misbruik en - Loverboys
Voorwoord Als kinderen mishandeld, verwaarloosd en/of misbruikt worden, kunnen ze signalen uitzenden. Het gebruik van een signalenlijst kan zinvol zijn, maar biedt ook een zekere mate van schijnzekerheid. De meeste signalen zijn namelijk stressindicatoren, die aangeven dat er iets met het kind aan de hand is. Dit kan ook iets anders zijn dan kindermishandeling en huiselijk geweld (echtscheiding, overlijden van een familielid, enz.). Hoe meer signalen van deze lijst een kind te zien geeft, hoe groter de kans dat er sprake zou kunnen zijn van kindermishandeling en huiselijk geweld. Het is niet de bedoeling om aan de hand van een signalenlijst het 'bewijs' te leveren van de mishandeling. Het is wel mogelijk om een vermoeden van mishandeling meer te onderbouwen naarmate er meer signalen uit deze lijst geconstateerd worden. Een goed beargumenteerd vermoeden is voldoende om in actie te komen!
1. Lichamelijke signalen - wit gezicht (slaaptekort) - hoofdpijn, (onder)buikpijn - blauwe plekken, schaafplekken, brandwonden, gebroken ledenmaten - slecht verzorgd er uit zien - geslachtsziekte - jeuk of infectie bij vagina en anus - urineweginfecties - vermageren of dikker worden - pijn in bovenbenen, samengeknepen bovenbenen - houterige lichaamsbeweging - niet zindelijk (urine/ontlasting) - zwangerschap - lichamelijk letsel - achterblijven in taal-, spraak-, motorische, emotionele en/of cognitieve ontwikkeling 2. Gedragssignalen - somber, lusteloos, in zichzelf gekeerd - eetproblemen - slaapstoornissen - schrikken bij aanraking - hyperactief - agressief - plotselinge gedragsverandering (stiller, extra druk, stoer, agressief) - vastklampen of abnormaal afstand houden - isolement tegenover leeftijdgenoten - zelfvernietigend gedrag (bv. haren uittrekken, praten over dood willen, suïcidepoging) - geheugen en concentratiestoornissen - achteruitgang van leerprestaties - overijverig - zich aanpassen aan ieders verwachtingen, geen eigen initiatief - extreem zorgzaam en verantwoordelijk gedrag Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
- verstandelijk reageren, gevoelens niet tonen (ouwelijk gedrag) - geseksualiseerd ("verleiden") gedrag, seksueel getint taalgebruik - opvallend grote kennis over seksualiteit (niet passend bij de leeftijd) - verhalen of dromen over seksueel misbruik, soms in tekeningen - geen spontaan bewegingsspel - moeite met uitkleden voor gymles of niet meedoen met gym - spijbelen, weglopen van huis - stelen, brandstichting - verslaving aan alcohol of drugs 3. Kenmerken ouders/gezin - ouder troost kind niet bij huilen - ouder klaagt overmatig over het kind, toont weinig belangstelling - ouder heeft irreële verwachtingen ten aanzien van het kind - ouder is zelf mishandeld of heeft psychiatrische- of verslavingsproblemen - ouder gaat steeds naar andere artsen/ziekenhuizen ('shopping') - ouder komt afspraken niet na - kind opeens van school halen - aangeven het bijna niet meer aan te kunnen - 'multi-problem' gezin - ouder die er alleen voorstaat - regelmatig wisselende samenstelling van gezin - isolement - vaak verhuizen - sociaal-economische problemen: werkloosheid, slechte behuizing, migratie, etc. - veel ziekte in het gezin - geweld wordt gezien als middel om problemen op te lossen 4. Signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld 1 - agressie: kopiëren van gewelddadig gedrag van vader , agressie naar medeleerlingen. leeftijdgenoten, agressie en wreedheid naar dieren - alcohol- of drugsgebruik - opstandigheid, angst, depressie - negatief zelfbeeld - passiviteit en teruggetrokkenheid, verlegenheid - gebrek aan energie voor schoolactiviteiten - zichzelf beschuldigen - suïcidaliteit - sociaal isolement: proberen thuissituatie geheim te houden en ondertussen aansluiting te vinden met leeftijdsgenoten (zonder ze mee naar huis te nemen) - gebrek aan sociale vaardigheden - vaak wordt de verkeerde diagnose ADHD gesteld
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > 1
Sommige jongeren, met name jongens, kopiëren hun vaders gedrag door hun moeder of jongere broertjes/zusjes te slaan. Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Vermissing
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van vermissing Afhankelijk hoe het signaal binnenkomt, maar de basisaanpak is hetzelfde Melding maken Vermissing van een kind uit je eigen omgeving, heeft impact op de overige kinderen op school
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Tijdens of na het proces kan blijken dat er geen sprake is van vermissing, maar van weglopen of van ‘ontvoering’. Hierdoor ontstaan er nuanceverschillen, welke bepalend zijn bij het hoe daarmee omgaan. Het signaal kan op verschillende manieren binnenkomen. De aanpak is hetzelfde, maar de uitvoering daarvan kan iets anders zijn door de bron van dat signaal. De volgende bronnen worden onderkend: - Ouders/verzorgers; - Anderen; - Politie; - School.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
BASISAANPAK BIJ VERMISSING KIND
Bij binnenkomst van een signaal in dezen, wordt direct de Opvangteam geformeerd. Zo ook het schoolteam direct bijeen geroepen. De medewerkers informeren vervolgens hun leerlingen direct en vervolgens daarover samen praten. Impact Een kind, dat bij je op school zit, vermist wordt, maakt diepe indruk op de andere kinderen op school. Het zal de kinderen lang bezig houden. De impact wordt groter als dit het gesprek van de dag is binnen de gezinnen van deze kinderen. En, de impact krijgt een extra lading als deze vermissing ook in de media gemeld wordt. Begeleiding Een vermissing kan een kind op school onzeker maken. Daarom is een goede begeleiding (met behulp van deskundigen) gewenst. Vooral de onzekerheid over wanneer het weer voorbij is, kan knagen. Deze begeleiding zal dan een langdurig proces zijn. Het kan dan raadzaam zijn om: - een stilte hoek in te richten, als kinderen behoefte hebben om zich even terug te trekken. Straal hoop uit, maar doe geen ‘valse beloftes’! - Kringgesprek voeren. Reacties kanaliseren. Geen fantasieverhalen laten vertellen. Notities maken. - Tekenen/schilderen/gedichtjes maken - Extra vrij spel werd in die week geven. Met andere woorden, hoe speel je in op de leerlingen. Uiteraard is dat afhankelijk van de conceret situatie. Laat je de lessen gewoon doorgaan? Geef je de leerkrachten ruimte om lessen inhoud te geven of regisseer je dat laatste heel strak als schooldirecteur en/of Opvangteam? Bijstand Binnen de scholengroep wordt de rouwcoördinator direct betrokken bij het interne proces op school. De rouwcoördinator is adviserend richting schoolteam en zorgt dat de juiste instanties bij dat proces worden ingeschakeld. Hulp De school kan de ouders/verzorgers van het vermiste kind in contact brengen met de Hulplijn. Deze speciale hulplijn beidt begeleiding aan achterblijvers na een vermising. Samenwerking De schooldirecteur neemt contact op met de Politie en hulpverleners, en stemt de verdere aanpak daarmee af. En, de schooldirecteur informeert direct het Bevoegd gezag. Het Bevoegd gezag informeert de Burgemeester als hoofd van de Politie en stemt de aanpak af omtrent het informeren van de ouders/verzorgers van alle kinderen op de school. Immers, deze informatie heeft impact op de lokale samenleving. De Burgemeester is immers verantwoordelijk voor Openbare Orde en Veiligheid. Broers en zussen Extra aandachtspunt is de broer of zus van het vermiste kind. Of, deze zitten op dezelfde school of deze zitten op een andere school (speciaal onderwijs of Voortgezet Onderwijs). Vang deze broer/zus op school op! En, als men op een andere school zit, informeer direct die ander school (indien bekend), opdat opvang daar plaatsvindt. Ouders/verzorgers De ouders/verzorgers van alle kinderen worden direct geïnformeerd en aangegeven hoe de school daarmee om gaat. Dit door middel van een stencil die aan de kinderen wordt meegegeven (bij voorkeur al tussen de middag). Vrijstelling Het ingaan op het signaal betekent een automatische vrijstelling van reguliere werkzaamheden van de schooldirecteur. Daarom dat het Bevoegd gezag direct wordt geïnformeerd als het signaal bij de school binnenkomt.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Terugkeer Als het gemiste kind weer terecht is en daarna weer op school terugkeert, zorg voor een goede opvang voor dat kind (in samenspraak met hulpverleners en ouders/verzorgers). En, pas het gedrag van de groep kinderen daarop aan door middel van instructie. Andere afloop Het kan blijken dat er sprake is van ‘ontvoering’ of dat er sprake is van weglopen of van een sterfgeval (al dan niet onder bijzondere omstandigheden). Dan zal de vervolgaanpak daarop geënt zijn. Aandachtspunten voor de school - Maak elk jaar van de leerlingen een digitale foto. Stel de ouders/verzorgers hiervan in kennis. Geef de reden aan waarom je dat doet. Immers, deze foto kan nodig zijn bij vermissing, weglopen en ontvoering. - Zorg ervoor dat de school (en de directeur thuis) altijd een actuele lijst heeft van alle leerlingen ingedeeld per groep. Op die lijst staan de namen van de leerlingen, de adresgegevens, de vaste telefoonnummers en de mobiele nummers. De politie kan ernaar vragen bij een ontvoering/vermissing. - Geef, als schooldirecteur, het mobiele nummer aan de Politie en spreek af wat zij van jou verwachten. - Geef duidelijk aan hoe je bereikbaar bent voor de desbetreffende ouders/verzorgers indien zij met vragen zitten. - Spreek (binnen het Opvangteam) duidelijk af wie de communicatie voert naar de betrokken ouders, de overige ouders, de leerlingen en naar anderen. Overleg dit ook met de betrokken ouders en de Politie . - Wanneer laat je een eerste, korte brief naar alle ouders/leerlingen uitgaan? Welke zaken komen in die brief wel en welke juist nog niet aan de orde komen? Bijvoorbeeld stand van zaken, de toegang voor de pers in school of op schoolplein. Maak hiervan een lijstje en houdt de verstrekte informatie bij. Houdt een lijst bij met wie en wanneer gesproken is. Dit kan heel nuttig zijn bij het verder informeren van de Politie en de ouders/verzorgers van het desbetreffende kind. - Wie spreekt er met de pers? De Politie, de betrokken ouders, de directie van de school? Realiseer je dat pers, journalisten en camera's ook buiten het schoolplein kunnen zijn. Ga na wat je kunt of moet doen en wat wil je doen op zo'n moment. Overleg steeds met betrokken ouders en Politie. Stem dit intern af in het Opvangteam. - Observatie van alle leerlingen: Hoe gedragen ze zich? Is dat anders dan anders? Klitten ze om het bewuste kind of is het kind helemaal alleen? - Houdt er rekening mee dat reacties ook nog later kunnen komen. Blijf daarover expliciet in contact met alle ouders/verzorgers. - Slachtofferhulp wordt gegeven door vrijwilligers. Levert dat het juiste gewenste resultaat op of moet er misschien gezocht worden naar professionele nazorg?
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Vermissing Vermissing volgens ouders/verzorgers
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van vermissing Er is een basisaanpak Intern melding maken Vermissing van een kind uit je eigen omgeving, heeft impact op de overige kinderen op school
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Als de ouders/verzorgers de school informeren, dan is direct het volgende van belang: - Vraag of de Politie al is benaderd (zo nee, hen daartoe motiveren) - Ga na wat de Politie gaat doen (door met de Politie contact op te nemen) - Informeer de ouders over de desbetreffende Hulplijn
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Vermissing Vermissing volgens derden
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van vermissing Er is een basisaanpak Intern melding maken Vermissing van een kind uit je eigen omgeving, heeft impact op de overige kinderen op school
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Neem signaal serieus. Op weg naar school kan veel gebeuren. En, het gaat wel om een kind, waarvan de zorg aan de school is toevertrouwd, al begint deze zorg formeel bij de poort van de school en niet in de openbare ruimte. Neem direct contact op met de ouders/verzorgers. Het kan zijn dat het kind nog thuis is en nog niet is afgemeld. Is het kind ook niet daar en de ouders/verzorgers worden nu ook ongerust, ga als schooldirecteur direct naar deze ouders/verzorgers en vang hen op tot dat de Politie en hulpverleners zijn gearriveerd op verzoek van deze ouders/verzorgers en dit al dan niet na advies van de schooldirecteur. Zorg voor een overdracht naar de Politie en hulpverleners en trek dan als schooldirecteur terug om op school terug te keren voor de volgende actie. Het kan zijn dat de ouders/verzorgers niet aanwezig zijn en ook niet bereikbaar. Neem dan contact op met de Politie voor nader overleg en laat de Politie hierin leidend zijn.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Vermissing Vermissing volgens de Politie
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van vermissing Er is een basisaanpak Intern melding maken Vermissing van een kind uit je eigen omgeving, heeft impact op de overige kinderen op school
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek De Politie kan uit eigen beweging de school proactief informeren. Maar, de Politie kan ook in het kader van hun onderzoek contact met de school opnemen. Neem, na overleg met de Politie, als Schooldirecteur direct contact op met de desbetreffende ouders/verzorgers.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Vermissing Vermissing volgens de school
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van vermissing Er is een basisaanpak Intern melding maken Vermissing van een kind uit je eigen omgeving, heeft impact op de overige kinderen op school
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek De school zit in een positie dat ook zij een vermissing kan signaleren. Neem maximaal één kwartier in acht eer de school in actie komt. Immers, de schooltijden zijn bekend en worden gehandhaafd. Wanneer de school deze tijden niet strak bewaakt dan kan er ‘ruis’ ontstaan en zal er langer afgewacht moeten worden eer de conclusie wordt getrokken om in actie te komen. Hoe strakker de schooltijden worden gehandhaafd, hoe eerder actie ondernomen kunnen worden. Bij vermissing moet je niet te lang afwachtend zijn! Neem direct contact op met de ouders/verzorgers. Het kan zijn dat het kind nog thuis is en nog niet is afgemeld. Is het kind ook niet daar en de ouders/verzorgers worden nu ook ongerust, ga als schooldirecteur direct naar deze ouders/verzorgers en vang hen op tot dat de Politie en hulpverleners zijn gearriveerd op verzoek van deze ouders/verzorgers en dit al dan niet na advies van de schooldirecteur. Zorg voor een overdracht naar de Politie en hulpverleners en trek dan als schooldirecteur terug om op school terug te keren voor de volgende actie. Het kan zijn dat de ouders/verzorgers niet aanwezig zijn en ook niet bereikbaar. Neem dan contact op met de Politie voor nader overleg en laat de Politie hierin leidend zijn.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat?
Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Ontvoering -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van ontvoering Er is een basisaanpak en geldt ook bij ‘ontvoering’ Alleen het gaat dan om een specifieke vorm van vermissing. Daarbij is er een soortgelijke aanpak als bij sterfgevallen. Intern melding maken. Vermissing van een kind uit je eigen omgeving, heeft impact op de overige kinderen op school
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Helaas wordt het Onderwijs geconfronteerd met situaties waarbij het kind plotseling is meegenomen door één der ouders/verzorgers, veelal naar een ander land. De kans dat het kind terugkeert, is veelal gering. Zonder afscheid te kunnen nemen is een kind uit de groep verdwenen. Dat is een vorm van rouw. In samenspraak met de rouwcoördinator wordt er in de groep hieraan aandacht besteed en het incident verwerkt. Veelal is het niet direct duidelijk dat er sprake is van een ‘ontvoering’. Het begint veelal als een vermissing. Er ontstaat dan een dubbel gevoel. Aan de ene kant de opluchting dat er niets vreselijks is gebeurd met het kind. En, aan de andere kant het ineens missen van dat kind. Dat vraagt om een goede begeleiding van de kinderen in de groep en op school. De rouwcoördinator kan hierin adviserend en ondersteunend zijn.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Weglopen -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij vermoeden van ontvoering Er is een basisaanpak en geldt ook bij ‘ontvoering’ Alleen het gaat dan om een specifieke vorm van vermissing. Intern melding maken. Vermissing van een kind uit je eigen omgeving, heeft impact op de overige kinderen op school, ook als het vervolgens blijkt dat het kind is weggelopen.
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Helaas wordt het Onderwijs geconfronteerd met situaties waarbij het kind is weggelopen. Dat kan vanaf huis, maar ook tijdens het begeven van en naar school of elders, maar ook school. Op dat moment is het veelal nog niet bekend wat de reden is. Veelal is het niet direct duidelijk dat er sprake is van een ‘weglopen’. Het begint veelal als een vermissing. Gaandeweg en veelal achteraf blijkt, waarom het kind is weggelopen. Deze reden is het vertrekpunt voor hoe er verder gehandeld kan worden en wie daarbij betrokken zijn. Hierbij onderscheid maken tussen: wel school gerelateerd en niet school gerelateerd redenen. Mogelijk kan het samenhang vertonen met Pesten op en/of buiten de school of met de thuissituatie (huiselijk geweld, seksueel- en machtsmisbruik, verwaarlozing). Of, een andere reden. Hoe er verder gehandeld kan en moet worden: doe dit in samenspraak met deskundigen. Dit mede vanwege de relatie tussen dat kind en de kinderen in de groep en op school. Dat proces zal goed begeleid moeten worden. ‘Weglopen’ heeft impact op de kinderen in de groep en op school. Een terugkeer zal goed begeleid moeten worden >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AANDACHTSPUNTEN BIJ WEGGELOPEN KINDEREN
Een terugkeer van een kind dat weggelopen is, zal goed begeleid moeten worden. Dat vraagt om deskundigheid. Immers, het leidt tot opluchting in de groep en op school en tegelijk tot veel vragen over het waarom. De manier van omgaan met het teruggekeerd kind kan niet los worden gezien van mogelijke interventies bij het gezin door instanties of dat het schoolteam bijeen moet komen i.v.m. ontdekte situaties op en rondom de school. Het is dan ook raadzaam de aanpak op elkaar af te stemmen in het belang van het desbetreffende kind. Soms kan het verstandig zijn, dat het kind een nieuwe start maakt op een andere school. Maar, dan zal er wel een goede overdracht moeten plaatsvinden, ook om dat de kinderen op de school ook in zijn buurt/wijk/dorp wonen. Of, dat het kind eerst ‘rust’ krijgt en pas later op school terugkeert. Veelal wordt dit niet gedaan vanuit de vrees dat het ‘weglopen’ op die manier wordt beloond en dat de leerachterstand te groot wordt. Belangrijk is, dat het kind het gevoel heeft dat hij welkom is en er bij hoort en anderen om hem (wel) geven en hem vergeven. Een belangrijke vraag is ook om na te gaan hoe herhaling voorkomen kan worden. Dit is bij uitstek een vraag om met deze deskundigen te bespreken en tot een aanpak te komen. Het belang van deze vraag neemt toe als het een kind betreft die eerder of vaker is weggelopen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe?
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Sterfgevallen -
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Alle basisscholen binnen de scholenstichting In het geval van een sterfgeval in de directe omgeving van het kind Aandacht voor de emotionele aspecten Als hulpmiddel is er een stappenschema beschikbaar. Binnen dit schema wordt een (mogelijke) moord gerangschikt onder de noemer ‘ongeluk’.
Waarom? EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek Het gaat om het overlijden of moord of zelfmoord van een leerkracht (die op school werkzaam is), één van de huidige leerlingen of ouders/verzorger van één der kinderen. Het is niet uitgesloten dat het sterfgeval een vervolg is op een vermissing. Het omgaan met het sterfgeval is dan tevens onderdeel van het al lopend proces bij vermissing en de rol van het Opvangteam daarbij.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
AANPAK STERFGEVALLEN
Op het moment dat er een bericht van een sterfgeval van een leerling of leerkracht heeft plaatsgevonden, wordt terstond het Bevoegd gezag en de Rouwcoördinator geïnformeerd. Deze bepalen of het Opvangteam geformeerd moet worden en uit welke personen dit moet bestaan. De ontvanger van het bericht (i.c. één van de personeelsleden) zorgt voor: - de opvang van degene die het meldt; - de overdracht van de melding rechtstreeks aan de schooldirecteur en/of Bevoegd gezag Coördinatie De Schooldirecteur coördineert, in het geval van: - een ongeluk in de buurt van de school; - een (mogelijke) moord (in de buurt van de school); - een (mogelijk) zelfmoord; - een brand in de buurt. Vakantie Wanneer er een leerkracht of leerling verongelukt of plotseling overlijdt in een schoolvakantie geldt een zelfde maar wel met enkele aanvullingen. Bereikbaarheid Tijdens schoolvakanties zijn de leden van het schoolteam bereikbaar via mobiele telefoon, SMS-dienst en/of e-mail. De schooldirecteur heeft hiervan een overzicht. Maandelijks wordt via het schoolteam nagegaan of dat overzicht nog volledig is. Voorbereiding Soms komt het overlijden plotseling, soms is het na een (lange of korte) ziekbed. In het laatste geval kunnen er al voorbereidende handelingen zijn gedaan in afwachting op het slechte nieuws. Probeer adequaat te reageren door al voorbereid te zijn, daar waar mogelijk. Specifieke situaties - Bij het overlijden van een ouder/verzorger dan gaat het soms om meerdere kinderen uit een gezin in verschillende groepen in de school. Dat vraagt om interne afstemming tussen de leerkrachten bij deze groepen. Eenduidig ‘geluid’ is dan belangrijk. - Het is niet uitgesloten dat de beide ouders/verzorgers (tegelijk) zijn overleden (of dat één van de ouders/verzorgers als was overleden) en de kinderen wees worden. De impact is dan groter, omdat de kans aanwezig is dat deze kinderen mogelijk elders worden onder gebracht en de school verlaten. Hierdoor krijgt het voorval emotioneel gezien een extra lading binnen de school. In dat geval zal de schooldirecteur nauw contact moeten hebben met de voogdijinstellingen en/of de familie. - Het kan zijn, dat een ouder/verzorger overlijdt of verongelukt terwijl de kinderen op school zitten. Het slechte nieuws moet dan op school worden verteld en het kind of de kinderen uit dat gezin moet(en) dan acuut op school opgevangen worden in afwachting op de familie die hen afhaalt. Deze kinderen nooit zonder begeleiding laten gaan! - Het is niet ondenkbaar dat er tijdens een schoolreisje of een uitje met de groep een ongeval plaatsvindt, al dan niet met dodelijke afloop. Het Bevoegd gezag en/of de Rouwcoördinator worden dan direct ingelicht. En, door of namens hen wordt direct contact gelegd met de ouder/verzorger. Verder zal het Opvangteam direct bijeen komen en moeten beoordelen wat er met de rest van de groep moet gebeuren (repatriëring en opvang door en samen met de ouders/verzorgers en met behulp van professionals). - Indien bij een schoolreisje of een uitje met de groep meerdere kinderen ineens een ongeval hebben, al dan niet deels daarvan met een dodelijke afloop, dan wordt door het Bevoegd gezag ook de Burgemeester direct geïnformeerd en de aanpak afgestemd. Bijvoorbeeld, het beschikbaar stelen van faciliteiten en professionals.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Training Gelukkig komt een sterfgeval niet veel voor. Wel is het belangrijk om hierop voorbereid te zijn. Dit door regelmatig hierbij stil te staan en te ‘oefenen’ en daarbij rekening te houden met verschillende scenario’s. Stappenschema
Opvang - Tijd en ruimte vrijmaken voor emoties. Wees erop voorbereid dat dit droevige bericht andere verlieservaringen kan reactiveren, zowel bij leerlingen als bij leerkrachten. - Ook denken aan afwezige collega's en leerlingen - Het betrokken klaslokaal als rustige ruimte beschikbaar stellen in pauzes en eventueel ook na schooltijd voor klasgenoten tot en met de dag van de uitvaart. - Geen rouw opdringen; - Geen mausoleum van het klaslokaal maken; - Ook personeel mag emoties hebben en tonen. En, elkaar hierin ondersteunen als collega's. - Ruimte bieden aan kinderen die een persoonlijk briefje willen schrijven aan de nabestaanden; - Opvang in groepsverband van de desbetreffende leerlingengroep. Dood bespreekbaar maken. Dit kan door de rouwcoördinator gebeuren. Overleg hierover in het Opvangteam. - Bereid je goed voor; wat ga je zeggen, wees duidelijk, eerlijk en feitelijk zonder eromheen te draaien, welke effecten kun je verwachten. - In eerste instantie alleen de hoogst noodzakelijke informatie geven - Neem voldoende tijd voor emoties. Wanneer de emoties wat luwen kun je overstappen naar de volgende informatie: - Vertel hoe het contact verloopt met de familie; - Geef uitleg over gevoelens van verdriet die naar boven komen. (Huilen mag, niet huilen is ook normaal.); - Vertel bij wie de leerlingen terecht kunnen voor een persoonlijk gesprek; Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
-
-
Laat de kinderen weten hoe het programma van deze dag en de komende dagen eruit ziet; - Geef als er naar gevraagd wordt, heel summier uitleg over rouwbezoek en uitvaart. (Vaak kan dat beter in een later stadium.) - Als leerlingen perse naar huis willen, ga dan na of de ouders thuis zijn, op de hoogte zijn en hun kind kunnen ophalen of zorg voor begeleiding naar huis; - Regel desgewenst de organisatie van een afscheidsdienst op school. Stilte plek in het klaslokaal creëren. Laat zijn/haar bureau nooit een lege plek zijn in deze dagen en zeker niet wegzetten. Bedenk met de klas hoe je het best kunt gedenken. Foto, kaars, bloemen, attributen van de leerkracht en dergelijke, Cd's draaien met geschikte muziek. (Bijvoorbeeld: Conquest of paradise van Vangelis werkt erg rustgevend en ontspannend bij kinderen evenals zachte klassieke muziek.). Deze muziek is op school aanwezig; Opvang bieden buiten de klas in een daarvoor geschikte ruimte aan individuele kinderen die alleen maar kunnen huilen en erg overstuur zijn; Zorg dat er werkvormen bij de hand zijn die verwerking stimuleren. (gekleurd A4-papier voor troostboek, papieren vlinders, vogels etc.); Creëer veel ruimte voor leerlingen die niet zo verbaal zijn, zij uiten zich liever creatief. Voor de jongere kinderen kan spelen, bv in de poppenhoek (begrafenisje spelen) de verwerking bevorderen; Maak zo nodig gebruik van speciale lessen om met de leerlingen te praten over hun gevoelens en te werken aan het afscheid nemen. Hiervoor is materiaal op school aanwezig.
Faciliteiten Algemene stilteplek creëren in gemeenschappelijke ruimte. Namelijk: - Een plek waar tot en met de dag van de uitvaart een paaskaars brandt; - Waar eventueel een foto van de gestorvene staat (altijd in overleg met de familie); - Een plek waar kinderen uit andere klassen, die daar behoefte aan hebben, een tekening of iets dergelijks neer kunnen leggen; - Rouwregister openen. Uitvaartdienst - Spreek af wie het contact met de naaste familie onderhoudt; - Ga na overleg met de familie van de overledene, met de kinderen aan het werk om bijdragen te leveren voor de dienst(en); teksten, tekstboekjes maken, muziek maken, bloemen dragen, etc.; - Bespreek de bij de komende uitvaartdienst gebruikelijke symbolen. (Dit kunnen Christelijke, nietChristelijke, Islamitische, Rooms-katholieke en andere rituelen zijn.); - Wanneer de familie toestemming geeft dat de leerlingen persoonlijk afscheid kunnen nemen controleer zo nodig of de overledene toonbaar is alvorens met de kinderen op rouwbezoek te gaan. Als het maar enigszins mogelijk is dit bezoek door laten gaan. Het is heel belangrijk om echt reëel afscheid te kunnen nemen, ook voor jonge kinderen. Keuze uiteraard vrijlaten (en wat de kinderen samen met ouders/verzorgers maken). - Bereid het bijwonen van de uitvaart goed voor. Vertel aan de leerlingen wat ze kunnen verwachten; - Bijwonen uitvaartdienst is: samen heen, samen terug en napraten - Houd rekening met cultuurverschillen. Bijvoorbeeld, een Molukse begrafenis is anders dan een Rooms-katholieke of Turkse of Marokkaanse viering. Hierover literatuur op school aanwezig. - Overweeg de vlag halfstok te hangen. Contact met nabestaanden - Het eerste bezoek: - Maak zo snel mogelijk een afspraak voor een bezoekje door twee mensen uit het opvangteam; - Stel je van te voren op de hoogte van de rituelen die je thuis kunt verwachten. In bepaalde culturen is het de gewoonte dat je in het zwart gekleed komt, een aantal uren blijft en mee de maaltijd gebruikt; - Houd er ook rekening mee dat het eerste bezoek meestal alleen een uitwisseling van gevoelens is; - Vraag of je een tweede bezoek mag brengen om wat verdere afspraken te maken. Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
-
Het tweede bezoek: - Vraag wat de school kan betekenen voor de nabestaanden; - Overleg over alle te nemen stappen: - Bezoekmogelijkheden van leerlingen; - Het plaatsen van de rouwadvertentie; - Het afscheid nemen - Eventuele bijdragen aan de uitvaart; - Bijwonen van de uitvaart; - Afscheidsdienst op school. (Om zoveel mogelijk kinderen de kans te geven afscheid te nemen). Niet verplicht, maar ook niet te vrijblijvend. Het kan zijn dat een leerkracht of leerling verongelukt is in de schoolvakantie. Dan zeker iets organiseren na de vakantie. Of, in het geval als slechts enkelen de plechtigheid konden of mochten bijwonen;
Nazorg - Creëer voor enige tijd een blijvende plek voor de overledene, maar laat de leerlingen ook merken dat het leven weer doorgaat; - Omgaan met de zichtbare leegte. Ergens tussen ‘het er niet meer over hebben’en ‘erover blijven praten’. - Probeer zo mogelijk de dag na de uitvaart weer te starten met de lessen; - Organiseer gerichte activiteiten om het rouwproces te bevorderen zoals schrijven, tekenen of het werken met gevoelens. Er zijn op school videobanden of DVD’s aanwezig, die aanleiding kunnen geven tot een gesprek. - Let op signalen van kinderen die het moeilijk hebben. Sommige kinderen stellen hun rouw uit en tonen pas na maanden verdriet; - Let speciaal op risicoleerlingen, zoals kinderen die al eerder verlies hebben geleden; - Sta af en toe stil bij herinneringen, besteedt aandacht aan speciale dagen zoals de verjaardag en de sterfdag van de overleden leerkracht; - Denk op speciale dagen ook aan vrouw/ man/ partner/ kinderen van de overleden collega; - Heb oog voor de moeilijke momenten van de familie van de overledene; schoolreisjes, ouderavonden, afscheidsavonden en dergelijke. Een kaartje of een gebaar op die momenten is voor familie heel ondersteunend; - Rond aan het einde van het schooljaar iets af met de kinderen van de klas van de overleden leerkracht; - Houd oog voor alle collega's. Administratieve afwikkeling Dit is een aandachtspunt voor én de schooldirecteur én het Bevoegd gezag. Namelijk: - Handel de administratieve zaken zorgvuldig af; - Ga zorgvuldig om met alles wat er van de overleden collega nog op school is. Voor familie zijn dat hele waardevolle zaken. Geef geen bezittingen mee aan derden; - Tijdens latere contacten kunnen ook financiële zaken ter sprake komen; - Administratie: streep geen namen door maar verwijder de naam - Onmiddellijk uitgaande post blokkeren; - Abonnementen die op naam staan afmelden of op naam overzetten
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Sterfgevallen Ongeluk in de buurt
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. )
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Een ernstig ongeval in de buurt van de school (en kinderen van de school getuige zijn geweest). Aandacht voor de emotionele aspecten Het veiligheidsgevoel bij Kinderen en/of ouders/verzorgers kan geraakt zijn. Emotionele ontwikkeling van het kind staat voorop en ruimte is voor emoties.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek
HANDREIKING
Het gaat om een zeer ernstig ongeval met één of meer zeer zwaar gewonde of dodelijke slachtoffers. En, het incident impact heeft op de gemeenschap binnen deze buurt. Omdat het in de buurt van de school is (wijk, buurt of dorp) is het niet uitgesloten dat de leerlingen deze slachtoffers kennen. Een aantal aspecten bij een sterfgeval is ook hier van toepassing. Indien kinderen getuige zijn geweest van een zeer ernstig ongeval in de buurt van de school, dan kan het soms verstandig zijn om de Opvangteam bijeen te roepen en het proces in goede banen te leiden. Als er sprake is van een (mogelijke) moord of zelfmoord, dan zijn er aanvullende instructies en aandachtspunten van toepassing.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer?
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Sterfgevallen Overlijden tijdens schoolvakantie
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Een ernstig ongeval in de buurt van de school (en kinderen van de school getuige zijn geweest). Aandacht voor de emotionele aspecten Rouwverwerking Emotionele ontwikkeling van het kind staat voorop en ruimte is voor emoties.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek
HANDREIKING
Wanneer er een leerkracht of leerling verongelukt of plotseling overlijdt in een schoolvakantie geldt hetzelfde aanpak als bij overlijden met enkele aanvullingen: - de ontvanger van het bericht informeert de schooldirecteur. - de schooldirecteur informeert de leden van het schoolteam. - op de eerstvolgende schooldag komt de desbetreffende leerlingengroep, een leerkracht, de schooldirecteur en Interne begeleider direct bijeen. Voor de rest van de dag geldt een aangepast programma. - Personen en instanties die mogelijk contact opnemen met de familie, zoals externe hulpverlening, leerplichtambtenaar, GGD, RIAGG, Bureau Jeugdzorg e.d.; - Afspreken wie de informatie verstrekt en aan wie deze informatie moet worden gegeven - Contact met pers; artikel of rouwadvertentie (collega's en leerlingen hierbij betrekken)
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Sterfgevallen Moord
Grondslag
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Wanneer er sprake is van een (mogelijke) moord Aandacht voor de emotionele aspecten Rouwverwerking De impact daarvan op het sociaal-veiligheidsgevoel.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek
HANDREIKING
Het overlijden heeft impact, maar een moord nog meer! Wanneer er een leerkracht of leerling of een ouder/verzorger is vermoord (in een schoolvakantie) geldt hetzelfde protocol bij een ongeval in de buurt en bij overlijden in de vakantie. Door al in scenario’s te denken, kunnen er al draaiboeken op hoofdlijnen aanwezig zijn (opgesteld door de Rouwcoördinator), waar het Opvangteam op terug kan vallen. Dit in verband met de communicatie richting doelgroepen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
SCENARIO’S BIJ MOORD Bij moord zijn er verschillende scenario’s mogelijk. De aanpak is elke keer hetzelfde, alleen door de scenario andere zijn de accenten bij deze aanpak anders. Welke scenario van toepassing en hoe daarmee omgaan is aan het Opvangteam. Scenario’s Op dit moment kunnen ten minste de volgende scenario’s worden onderkend: - Het gaat om een onbekend iemand die in de buurt vermoord is aangetroffen. - Het gaat om een bekende die in de buurt of elders vermoord is aangetroffen. - Het gaat om een familielid (maar geen ouder/verzorger), die vermoord is, van één der kinderen op school en het kind is vol hiervan en deelt dit met andere kinderen op school. - Het gaat om een ouder/verzorger die vermoord is. - Het gaat om een ouder/verzorger die verdacht wordt. Het gaat om een ouder/verzorger die getuige is. - Het gaat om een ouder/verzorger die vermoord is en de andere ouder/verzorger verdachte is. - Het gaat om een kind (die op school zit) die vermoord is. - Het gaat om een kind (die op school zit) die verdacht wordt. - Het gaat om een kind (die op school zit) die getuige is. - Het gaat om een kind (die op school zit) die vermoord is en de ouder/verzorger die verdacht wordt. - Het gaat om een medewerker die vermoord is. - Het gaat om een medewerker die verdachte is (en mogelijk voortvluchtig) - Het gaat om een medewerker die getuige is. - Het gaat om een medewerker die vermoord is en een ouder/verzorger die verdacht wordt - Het gaat om een medewerker die vermoord is en een kind (die op school zit of heeft gezeten) die verdacht wordt Als er sprake is van een (mogelijke) zelfmoord, dan zijn er andere aanvullende instructies en aandachtspunten van toepassing. Het is raadzaam om regelmatig bij deze scenario’s stil te staan om te oefenen en daarmee beter voorbereid te zijn op voorvallen. De coördinatie hiervoor ligt in handen van de Rouwcoördinator. Aandachtspunten - Laat media-contacten verlopen via het Bevoegd gezag - Laat het Opvangteam eventueel (met spoed) een bijeenkomst organiseren voor de ouders/verzorgers en voorlichting geven. En, stem dat af met de Burgemeester (verantwoordelijk voor de Politie en de Openbare Orde) en eventueel het Openbaar Ministerie (via de Burgemeester). - Zolang het Politieonderzoek nog loopt, doe geen uitspraken of ga niet (mee)speculeren wat er echt aan de hand is en wat (mogelijk) de toedracht is of kan zijn! - Als aangegeven is, dat iemand onder verdachte omstandigheden het leven heeft gelaten, wil nog niet zeggen dat er sprake is van moord of zelfmoord. Het enige wat hiermee wordt aangegeven, is dat de Politie dit gaat onderzoeken of moord en zelfmoorduitgesloten moeten worden en derhalve sprake is van een natuurlijke doodsoorzaak. - Zijn er (ook) arrestaties, wees dan bewust dat dit alleen maar verdachten zijn. Men is verdacht tot dat de Rechter een uitspraak heeft gedaan. Deze instructie geldt voor alle medewerkers, ook als dit privé is en buiten schooltijd! - Het voorval is onderwerp in de media. Geef ruimte in de groep om daar bij stil te staan en leg uit hoe wat dit echt betekent (in termen van proces).
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVEN S Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Sterfgevallen Zelfmoord
Grondslag
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Wanneer er sprake is van een (mogelijke) zelfmoord Aandacht voor de emotionele aspecten Rouwverwerking De impact daarvan op het sociaal-veiligheidsgevoel.
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek
HANDREIKING
Het overlijden heeft impact, maar een zelfmoord nog meer! Het stelt een ieder, van jong tot oud, voor de vraag: waarom? En, hoe hadden we dit kunnen of moeten voorkomen? Dat vraagt om een goede begeleiding. Dit aanvullend op de aanpak bij sterfgevallen in het algemeen en in vakantieperioden. Soms is de ‘schuldvraag’ terecht, als bij nader onderzoek blijkt: - dat er een relatie is tussen de zelfmoord (van een kind) en wat op school heeft afgespeeld, zoals pestgedrag; - dat er een relatie is tussen de zelfmoord (van een medewerker) en wat op zijn werk speelde; - Dat er een relatie is tussen de zelfmoord (van een ouder/verzorger) en wat eerder heeft plaatsgevonden heeft (binnen het gezichtsveld van de school of van een voorval waarvan de school kennis had). Wees in dit soort situatie transparant met behoud van privacy en met behoud van respect voor de overledene en zijn/haar nabestaanden. En, geef aan hoe je voortaan anders hiermee zal omgaan. Omdat nader intern onderzoek nodig is eer je tot conclusies kan komen, is het verstandig dat onderzoek in handen te leggen van de Vertrouwenspersoon en dat aan het Bevoegd gezag en/of Voorzitter van de Raad van Toezicht wordt gerapporteerd.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Situatie-gebonden zaken Besmettelijke ziekte -
Grondslag
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Arbo-beleid
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Bij uitbraak besmettelijke ziekte Overleg met GGD Informatieplicht richting ouders/verzorgers Beperken van de gezondheidsrisico’s
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Directie-overleg Eenmaal per vier jaar en/of na een incident Evaluatiegesprek
HANDREIKING
Op het moment dat er een besmettelijke ziekte door een arts is geconstateerd wordt door de ouder/verzorger dient er contact opgenomen met de Schooldirecteur. Deze neemt dan hierover contact op met de GGD om samen na te gaan hoe hiermee omgegaan kan en moet worden. In het algemeen is deze melding ook via de desbetreffende arts bij de GGD binnen gekomen. Op basis van het overleg met de GGD worden de ouders/verzorgers van alle kinderen op school of alleen in de desbetreffende groep nog dezelfde dag (schriftelijk) geïnformeerd en geadviseerd. De school behoudt zich het recht voor om in geval van twijfel de desbetreffende leerling naar huis te sturen. En, wordt het Bevoegd gezag, Leerplichtambtenaar en Onderwijsinspectie hierover geïnformeerd.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
VEILIG & SOCIAAL Overige zaken
Per aspect zijn de verantwoordelijkheden voor de evaluatie en bijstelling van het beleid verschillend. Veelal liggen deze niet op het niveau van een school.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Overige zaken Vertrouwenspersoon
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. )
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat?
Hoe?
Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Structureel Deze persoon is op geen enkele wijze, expliciet en impliciet, verbonden aan de school en de scholenvereniging of met geledingen aldaar. Het gaat om een volledig onafhankelijk persoon. Gevraagd en ongevraagd onderzoek kan instellen, zo ook zelfstandig beschikt of er een onderzoek plaatsvindt naar aanleiding van een melding waarbij de integriteit van een medewerker in het geding is. De drempel verlagen om toch signalen door te geven van ongeoorloofd gedrag. En, om nepotisme en narcisme binnen de organisatie te voorkomen. Maar, bovenal, de veiligheid voor leerlingen en personeel te kunnen borgen.
Vertrouwenspersoon Jaarlijks Rapportage aan Bevoegd gezag en Raad van Toezicht. Elke scholengroep heeft een Vertrouwenspersoon aangesteld, die onder andere klachten over niet of slecht functionerende werknemers oppakt, en signalen over dreigende escalaties in geweldssituaties zou kunnen doorgeven aan het Bevoegd gezag. Taak- en functieomschrijving Vertrouwenspersoon > Algemene opmerkingen >
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
TAAK- EN FUNCTIEOMSCHRIJVING VERTROUWENSPERSOON
Nog toevoegen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
ALGEMENE OPMERKINGEN INZAKE VERTROUWENSPERSOON
Melding Personeel, leerlingen en ouders/verzorgers, die een incident willen melden kunnen dit doen bij een Vertrouwenspersoon. Het meldpunt is vrij toegankelijk en anonimiteit is gewaarborgd. Bereikbaarheid De telefoonnummer van de Vertrouwenspersoon staat vermeld op de website van de school en schoolvereniging en in de schoolgids. Opvang De Vertrouwenspersoon zorgt voor de eerste opvang van de melder. Vertrouwelijkheid Er wordt zorgvuldig omgegaan met informatie. Op geregistreerde gegevens is de Wet Persoon Registratie (WPR) van toepassing.
Geheimhouding Zij die direct of indirect kennis hebben van een melding of een lopend onderzoek zijn gehouden aan Geheimhouding (bij voorbaat opgelegd door het Bevoegd gezag). Schending hiervan leidt tot aangifte bij het Openbaar Ministerie en tot een intern onderzoek, eveneens door de Vertrouwenspersoon. Zelfevaluatie De verbeterpunten die voortkomen uit de zelfevaluatie wordt door de Vertrouwenspersoon gedeeld met het Bevoegd gezag en de Voorzitter van de Raad van Toezicht. Hierbij gaat het niet om individuele zaken. Verantwoording Omtrent de inhoud van de adviezen is de Vertrouwenspersoon geen verantwoording verschuldigd aan wie dan ook. De Vertrouwenspersoon is volstrekt onafhankelijk. Mediation De Vertrouwenspersoon heeft de mogelijkheid om mediation toe te passen in situaties waar onduidelijkheid blijft bestaan en dat dit het functioneren van de betrokken medewerker kan gaan schaden. Dit vindt plaats in samenwerking met het Bevoegd gezag en/of Voorzitter van de Raad van Toezicht en de betrokken medewerker. Met andere woorden, iemand kan slachtoffer worden van beelden die men in zijn omgeving van hem/haar heeft. Ook dat vraagt om zorgvuldigheid. Verslaglegging De vertrouwenspersoon is voor de uitvoering van haar taken uitsluitend verantwoording schuldig aan het Bevoegd gezag en/of Voorzitter van de Raad van Toezicht. Het Bevoegd gezag en de Raad van Toezicht krijgen samen jaarlijks een overzicht van de Vertrouwenspersoon inzake het aantal uitgevoerde interventies. Maar, daarin wordt niet inhoudelijk ingegaan op deze interventies. Maatregelen
Het is aan het Bevoegd gezag en/of de Voorzitter van de Raad van Toezicht om maatregelen te nemen en, zo ja, welke. Dit naar aanleiding van de gerapporteerde bevindingen van de Vertrouwenspersoon. Deze rapportage wordt pas aan het Bevoegd gezag en/of Voorzitter van de Raad van Toezicht beschikbaar gesteld na hoor en wederhoor door de Vertrouwenspersoon ten aanzien van de betrokken medewerker.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe? HANDREIKING
Veilig en Sociaal Overige zaken Opvangteam
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
CBS De Braakhekke te Emmer-Compascuum Bij ernstige incidenten In verband met coördinatie bij afwikkeling en nazorg incident Samenstellen uit Schooldirecteur, veiligheidscoördinator en (interne- en externe) deskundigen Het borgen van het gevoel van veiligheid en welbevinden van leerlingen en personeel. Dit door het incident zorgvuldig af te wikkelen en zorg te dragen voor nazorg.
Veiligheidscoördinator Na elk afgewikkeld incident Leermomenten traceren en door-vertalen in de handreikingen Op verzoek van de Schooldirecteur wordt het Opvangteam terstond samengesteld door de Veiligheidscoördinator. Deze coördinator roept met spoed de functionarissen en deskundigen op die zitting (moeten) hebben in dat team. Het opvangteam bestaat minimaal uit: Bevoegd gezag; Directeur van de getroffen locatie; Veiligheidscoördinator en; Vertrouwenspersoon (indien er sprake is van seksuele intimidatie). Eventueel ook een media-deskundige of persvoorlichter. De taak van het team is crisismanagement bij incidenten, het afwikkelen van een incident en de coördinatie bij de nazorg bij een incident, zowel intern als extern, inclusief het ondersteunen van het Bevoegd gezag in verband met contacten met de Media. Bevoegd gezag heeft contact met de Burgemeester in verband met de verantwoordelijkheid van de Burgemeester ten aanzien van Openbare Orde en Openbare Veiligheid.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal > Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
CRISISMANAGEMENT BIJ INCIDENTEN
Taak De taak van het opvangteam is om aan de volgende geledingen informatie te verstrekken: - Personeel; - Klas van de leerkracht; - Leerlingen van de hele school; - Ouders van alle leerlingen; - MR; - Eventueel buurtscholen (nazorg aanwezige leerlingen bij het ongeval) en buurthuizen rondom de school indien noodzakelijk geacht; Informatie De inhoud van de informatie van het Opvangteam moet uit de volgende punten bestaan: - De gebeurtenis; - Organisatorische roosterwijzigingen; - De zorg voor de leerlingen op school; - Contactpersonen op school; - Regels over aanwezigheid; - Rouwbezoek en aanwezigheid bij de uitvaart; - Eventuele afscheidsdienst op school; - Nazorg voor de leerlingen. Faciliteiten Het beschikbaar stellen of ruimte geven voor faciliteiten en begeleiding in samenwerking met externe deskundigen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Veilig en Sociaal Overige zaken Verzekeringen
Grondslag
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) Wettelijke aansprakelijkheid
SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat? Hoe? Waarom?
Alle basisscholen binnen de scholenstichting Structureel Het afdekken van financiële schades en -claims Verzekeringspolissen Om ouders/verzorgers tegemoet te komen
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Bevoegd gezag Per incident Evaluatiegesprek
HANDREIKING
De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een Ongevallenverzekering en een Aansprakelijkheidsverzekering. Er kan niet zondermeer een beroep op deze verzekeringen worden gedaan. Er zijn beperkingen.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
TOELICHTING VERZEKERINGEN
Ongevallenverzekering Op grond hiervan de zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekert. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval leidt tot blijvende invaliditeit. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van de betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade, zoals een kapotte bril of fiets, valt niet onder de dekking van deze verzekering. Aansprakelijkheidsverzekering Deze verzekering biedt, zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers), dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Twee zaken die hierbij belangrijk zijn om te onderscheiden: - De school c.q. het schoolbestuur is niet zonder meer aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school, of zij die voor de school optreden, moeten dus tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is dus mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld als tijdens de gymles een leerling een bal tegen de bril krijgt. Deze schade valt niet onder de Aansprakelijkheidsverzekering en wordt dus niet door de school vergoed. - De school is niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen zijn (of als ze jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens schooluren of tijdens door de school georganiseerde activiteiten, door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus zelf (c.q. de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van groot belang, dat ouders zelf een Aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
THEMA Rubriek Onderwerp Sub-onderwerp BASISGEGEVENS Periode Reikwijdte Versie Datum Draagvlak
Grondslag SAMENVATTING Waar? Wanneer? Wat?
Veilig en Sociaal Overige zaken Leeswijzer
2013-2017 school 2.0 1 maart 2013 Dit plan heeft instemming van: - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Bevoegd gezag (d.d. ) - Medezeggenschapsraad (d.d. ) - Schoolteam (d.d. ) -
Hoe? Waarom?
CBS De Braakhekke te Emmer-Compascuum Bij het raadplegen van het Sociaal-veiligheidsplan Hoe werken met de kwaliteitskaarten waarmee het Sociaal-veiligheidsplan is samengesteld Door deze leeswijzer te raadplegen Het kunnen werken met deze interactieve Sociaal-veiligheidsplan
EVALUATIE Wie? Wanneer? Hoe?
Schoolteam Eens per vier jaar Evaluatiegesprek
HANDREIKING
De hoofdbestandsdelen is elke keer: - Thema: Daarmee wordt ordening aangegeven aan de informatie binnen het plan - Basisgegevens: Voor welke periode het plan geldt, wanneer deze is vastgesteld en instemming heeft gekregen en van wie. Zo ook wordt het versienummer aangegeven en op grond waarvan de kwaliteitskaart is ontstaan (bijvoorbeeld een eerder besluit of wet- en regelgeving). Alleen de actuele versie wordt digitaal gepubliceerd via een digitale werkomgeving. - Samenvatting: Kernachtig wordt aangegeven wat en wanneer en door wie wat gedaan kan of moet worden en waarom. - Evaluatie: Elk onderdeel in een plan wordt geëvalueerd door aan te geven wanneer, door wie en hoe deze evaluatie plaatsvindt. Dit wordt door-vertaald in de meerjaren activiteitenplanning van een school of scholenstichting. - Handreiking: Het zijn geen instructies. Het is wel een hulpmiddel voor de professional om adequaat te kunnen handelen. Deze handreiking wordt kernachtig verwoord en zo nodig doorverwezen naar achtergrondinformatie en hulpmiddelen.
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.
Naar startpagina > Vraagpatronen > Trefwoorden > Veilig & Sociaal >
Omgeving-gebonden zaken > Object-gebonden zaken > Werk-gebonden zaken > Mens-gebonden zaken > Situatie-gebonden zaken > Overige zaken >
Alle rechten voorbehouden © ®. Zonder toestemming van ATH-group kan en mag hiervan geen gebruik worden gemaakt.