STUDIE 21 BEROEPSPROFIEL interieurvormgever (m/v)
BEROEPSPROFIEL interieurvormgever (m/v)
sector : studiegebied : opleiding : beroep :
architectuur architectuur interieurvormgeving interieurvormgever
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1997/6356/9 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De VLOR heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
I N H O U D
1
SITUERING VAN HET BEROEP
1
2
BEROEPSPROFIEL
2
2.1
Exacte benaming van het beroep
2
2.2
Globale situering van het beroep
2
2.2.1
Omschrijving van het beroep
2.2.2
Beschrijving van de beroepscontext 2.2.2.1 2.2.2.2 2.2.2.3 2.2.2.4
2.3
Omstandigheden Hoedanigheden Werkverbanden Toepassingsvelden
Vereiste opleiding 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5
2 2 2 3 3 3 4
Diploma Niveau Interieurarchitect Beroepsvereniging Typefunctie: voorstudie 2.3.5.1 Deelfunctie: kennismaking probleeminstelling 2.3.5.2 Deelfunctie: waarneming 2.3.5.3 Deelfunctie: documentatie 2.3.5.4 Deelfunctie: synthese 2.3.5.5 Deelfunctie: aspect beschouwing 2.3.5.6 Deelfunctie: presentatie 2.3.5.7 Deelfunctie: terugkoppeling 2.3.5.8 Deelfunctie: uitwerking uitvoeringsdossier
4 4 4 6 7 7 8 9 10 10 11 12 12
2.3.6 Typefunctie: ontwerp
14
2.3.6.1 2.3.6.2 2.3.6.3 2.3.6.4
15 15 16 17
2.3.7
Typefunctie: advies 2.3.7.1 2.3.7.2 2.3.7.3 2.3.7.4 2.3.7.5
2.3.8
Deelfunctie: studie Deelfunctie: sturing Deelfunctie: voorontwerp Deelfunctie: ontwerp Deelfunctie: advies interieurvormgeving Deelfunctie: advies in winkel Deelfunctie: materiaaladvies Deelfunctie: kleuradvies Deelfunctie: verlichtingsadvies
Typefunctie: verkoop 2.3.8.1 2.3.8.2 2.3.8.3
Deelfunctie: verkoop project Deelfunctie: verkoop eigen product Deelfunctie: verkoop ander product
18 18 19 19 20 20 21 21 22 22
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
2.3.9
Typefunctie: organisatie 2.3.9.1 2.3.9.2
Deelfunctie: planning Deelfunctie: uitvoering
2.3.10 Bronnen
23 23 24 25
3
LIJST VAN MEDEWERKERS
26
4
IDENTIFICATIEGEGEVENS
27
5
BIJLAGEN
28
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
1
D
1
SITUERING VAN HET BEROEP IN DE SECTOREN
e beroepencluster waartoe de interieurvormgever behoort is deze van de (interieur)architect en de productontwikkelaar. Het beroep van de interieurvormgever is multisectorieel.
Als ontwerper kan hij/zij werkzaam zijn in de bouwsector, waarbij inrichting en afwerking, en ook meubilair, zijn specifieke werksegment uitmaken. Hij is dus actief op het terrein van verbouwingen en vernieuwbouw en heeft een gedeeltelijke opdracht bij nieuwbouw. Binnen grotere beroepsverbanden (zie verder) kan zijn taak afgebakend zijn en toegespitst op creatie of presentatie of calculatie. Het uit te voeren programma van zijn opdrachten in de bouwsector kan onbeperkt verscheiden zijn: van programma’s in de privé-sfeer tot de openbare, over het commerciële, het culturele, beroepsruimten, kantoren, (zie verder). Even belangrijk is de plaats van de interieurvormgever in de meubelsector. Hier ontwerpt hij meubels en objecten voor interieur en exterieur. Dit kan zowel vast aangebouwde meubels betreffen, als het losstaand exclusief meubelobject. Soms doet hij aan productontwikkeling (meubelontwerp voor productie op grote aantallen), echter met een lage graad van techniciteit. Hetzelfde geldt binnen de sector van het design. Maar ook in de verlichtingssector en de verf- en textielsector kan hij een dergelijke rol spelen. Niet enkel beweegt hij zich als ontwerper in deze sectoren, maar mogelijk ook als adviseur op het gebied van meubels, verlichting of kleur. In bepaalde gevallen zelf als verkoper, vertegenwoordiger of als uitbater van een gespecialiseerde handelszaak. Heel dikwijls is hij als ontwerper actief in de sector van de standenbouw, bij beursconcepten, tentoonstellingen, displays en signalisatie.
2
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
2
2.1
BEROEPSPROFIEL
De exacte benaming van het beroep Beroep : Interieurvormgever In het verleden werden de termen binnenhuisarchitect(uur), binnenhuisontwerper, binnenhuiskunst door elkaar gebruikt. In specifieke situaties worden ook de termen meubelontwerper, standenontwerper, decorateur gebruikt. Deze laatste beroepen worden niet in afzonderlijke beroepsprofielen behandeld omdat een interieurvormgever zich zelden exclusief tot deze toepassingsvelden beperkt. In de praktijk wisselt hij (meestal) opdrachten van allerlei aard en specialisatie af. Het beroep van interieurvormgever mag niet verward worden met de uitvoerende beroepen: schilder-decorateur, meubelmaker, wooninrichter.
2.2
De globale situering van het beroep
2.2.1
Omschrijving van het beroep Het vormgeven, organiseren, plannen, visualiseren en realiseren van het interieur van de gebouwde omgeving en al haar elementen. Uitgaande van een programma in een bepaalde ruimtelijke situatie en maatschappelijke context wordt een concept uitgewerkt dat als sturend element zal gebruikt worden om de fysische en psychische omgeving van de mens vorm te geven. De uitstraling van identiteit en karakter, de praktische oplossingen voor functionaliteit en gebruikscomfort, het beheer van budget en timing worden zorgvuldig bestudeerd en opgelost met geschikte materialen, aangepaste constructiewijzen en hedendaagse technologie.
2.2.2
Beschrijving van de beroepscontext De interieurvormgever is opgeleid om een groot gamma van beroepsmogelijkheden op instapniveau aan te kunnen. Er is echter een nog groter aantal verschillende omstandigheden, hoedanigheden, werkverbanden en toepassingsvelden waarin hij uiteindelijk terecht kan komen. 2.2.2.1 Omstandigheden De betrekking/het beroep wordt thuis of in een bureau/tekenatelier en/of op de werf/het uitvoeringsatelier (als controleur) uitgeoefend.
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
3
2.2.2.2 Hoedanigheden De Interieurvormgever kan zijn/haar beroep uitoefenen als zelfstandig interieurvormgever, als vennoot, als ontwerper/uitvoerder, beheerder van een speciaalzaak, in dienstverband. Interieurvormgevers kunnen de functie invullen van ontwerper, standenbouwontwerper, decoratieontwerper, octrooihouder, coördinator, werfcoördinator, organisator, tekenaar, bestekmaker, kostprijsberekenaar, vertegenwoordiger, verkoper, adviseur, deskundige, lesgever, publicist, aannemer van interieurrealisaties. Niet al deze functies echter zijn instapfuncties. 2.2.2.3 Werkverbanden Het beroep kan vaste samenwerking noodzaken met andere ontwerpberoepen die deelnemen aan het concept (architect, ingenieur) of aan de realisatie (aannemers, vaklui, ambachten). Interieurvormgevers kunnen werkzaam zijn in een ontwerpbureau, een interieurvormgeversbureau, een interieurarchitectenbureau, een architectenbureau, een bureau voor productontwikkeling, of in gemengde vormen (en b.v. samen met ingenieurs) in een bouwbureau, een bouwbedrijf en een inrichtingsbedrijf. De interieurvormgever kan dan specifieke competentie (ontwikkeld) hebben in tekenwerk, opmetingen, plantekenen, normtekenen, beeldende media, modelbouw, prototypebouw, visualiseren en perspectieftekenen, CAD. Of in materiaalgebruik, (-toepassing, -verwerking), in meubilair, in technische installaties (elektriciteit, sanitair, verwarming), in wand-, vloer-, plafondafwerking, inergonomie, hygiëne en comfort, in verlichting, kleur, domotica, in decoratie, in onderhoud en herstel of binnen de immobiliënsector. 2.2.2.4 Toepassingsvelden Vooral de toepassingsvelden zijn onuitputtelijk. Het gaat dikwijls om gebouwen (privé, openbaar, semi-openbaar) en heeft het doorgaans met meubels en vast meubilair of inrichting en interieurafwerking te maken. Voor de hand liggend zijn de inrichtingen in particuliere woningen of appartementen, in hun geheel of per afzonderlijke private woonvertrekken: leefruimten, keuken, sanitair. Voorts zijn er de commerciële ruimtes, handelszaken, winkelinrichtingen (boetiek, apotheek, voeding), warenhuizen, winkelgalerijen. Ook de horeca: hotel, restaurant, keukenuitrusting, zaaluitrusting, administratieve ruimtes, conferentieruimtes, service-uitrusting, ontvangst, balie en hotelkamerinterieur. Verder bureelinrichting, kantoren en ruimten voor administratie, (systeemmeubilair, systeemwanden, -vloeren en -plafonds), conferentieruimten (didactisch-, projectie- en communicatiemateriaal). Beroepslokalen: inrichting van dokters- en tandartskabinetten, advocaten- en notariskantoren. En openbare gebouwen: inrichting van bioscopen, feestzalen, kerken, banken, (inkomhallen, ontvangstlokalen, vergaderzalen) en bibliotheken.
4
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
Ziekenverzorging, hospitalen, medische en paramedische praktijkruimten. Scholen en vormingscentra, inrichting cursus- en leslokalen, inrichting auditoria en projectielokalen, inrichting werkplaatsen en ateliers, kantines en ontmoetingsplaatsen. Tentoonstellingsarchitectuur, museuminrichting, inrichting culturele centra, standenbouw, showrooms, etalages, tentoonstellingen, handelsbeurzen, displays, signalisatie, stilering en decoratie, theater- of tv-decor en rekwisitie. Meubels, verlichtingsarmaturen, prototypes, gebruiksvoorwerpen, designobjecten. Restauratie interieurs en/of meubels. Kleurenstudies, materialenkeuze, hedendaagse afwerkingstechnieken, woonadvies, zelfbouwadvies, licht- en verlichtingsadvies, domotica, technische uitrustingen. Publieke ruimte (exterieur), het ontwerp van buiteninterieurs. Hij/zij creëert straatmeubilair.
2.3
Vereiste opleiding
2.3.1
Diploma Hiervoor verwijzen we naar het vigerende decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap van 13 juli 1994.
2.3.2
Basisopleiding
:
gegradueerde in de interieurvormgeving
studieduur
:
drie studiejaren (3x 60 studiepunten), één cyclus
studiegebied
:
architectuur
Niveau Hiervoor verwijzen we naar het Europese SEDOC-systeem voor niveaubepaling (Art.2, Besluit van de Raad d.d. 16 juli 1985). Het beroep van interieurvormgever behoort tot niveau 4. Het betreft hier een kwalificatie die het mogelijk maakt op autonome en onafhankelijke manier verantwoordelijkheid op te nemen voor planning en/of leiding en/of beheer. De toegang tot het beroep veronderstelt dus een artistieke en technische vorming van behoorlijk niveau (bewijs van technieker in toegepaste artisticiteit). De studie tot interieurvormgever wil de student een ruime, polyvalente, kwalitatief hoogstaande basisopleiding meegeven, voortbouwend op een lange traditie en ervaring ter zake in de opleiding binnenhuisarchitectuur-binnenhuiskunst.
2.3.3
Interieurarchitect1 De interieurvormgever is de logische opvolger van de vroegere binnenhuisarchitect (qua studentenprofiel instroom, qua vakgebied der studie, qua beroepsbezigheden na het afstuderen). Bij de opsplitsing, vanaf september ’93, van de vroegere opleiding tot binnenhuisarchitect in, enerzijds, de opleiding tot interieurarchitect en, anderzijds, de opleiding tot interieurvormgever heeft zich in Vlaanderen hetzelfde studentenpubliek (stijgend in aantal) ingeschreven voor de opleiding tot interieurvormgever als datgene dat zich voordien inschreef voor de opleiding tot binnenhuisarchitect.
1
De Vlor wijst erop dat deze visie tot de verantwoordelijkheid van de auteur behoort.
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
5
Vóór ‘93 had de opleiding tot binnenhuisarchitect in alle hogescholen (behalve één) een studieduur van vier jaren. Zij behoorden allen tot het korte type (of tot een niet toegekende tweede graad). Niets wees erop dat er een niveauverschil zou geweest zijn tussen de opleidingen in de verschillende hogescholen. In ’93 komt daar plots verandering in, en wel zonder dat hier maatschappelijk enige behoefte toe was (is). Vooral de docenten binnenhuisarchitectuur binnen de hogescholen voelden zich tot het toenmalige “lange type” aantrokken. Reeds lang vóór’93 wou men de studies van binnenhuisarchitect naar het lange type loodsen. In het decreet betreffende de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap wordt dus ingeschreven: na de kandidatuurjaren (eerste cyclus) van de opleiding tot architect kan de student kiezen voor een tweede cyclus architectuur of voor een tweede cyclus van twee jaren, waarvoor de graad van interieurarchitect wordt verleend. Door op deze manier de studie interieurarchitectuur te koppelen aan de studie architectuur sloot men meteen al die hogescholen uit die géén architectuuropleiding inrichtten. Waar men geen eerste cyclus architectuur inrichtte kon men immers ook geen interieurarchitecten meer opleiden. De binnenhuisarchitectuuropleidingen van deze hogescholen moesten dus node omgevormd worden tot een opleiding zonder gebruik van het woord “architectuur” in de titel. Vandaar: gegradueerde in de interieurvormgeving, na één driejarige cyclus. Een consequentie van deze “upgrade” voor de interieurarchitectuuropleiding naar een opleiding van twee cycli is de inbreng van een wetenschappelijke basis in de kandidatuurjaren. Vraag hierbij is of de kandidaat-studenten interieurarchitectuur dat niveau aankunnen. Dus kozen Antwerpen (Henry van de Velde) onmiddellijk en Hasselt (PHAI) zeer snel om de studenten voor architectuur reeds bij de inschrijving van het eerste jaar op te splitsen in studenten architectuur enerzijds, en studenten interieurarchitectuur anderzijds (Sint-Lucas houdt de kandidatuurjaren consequent gemeenschappelijk, zowel te Gent als te Brussel). Onder het mom van “verschillende accenten leggen in de beide kandidaturen” haalde men dus in twee van de vier hogescholen voor interieurarchitectuur de drempel van de opleiding tot interieurarchitect terug omlaag. Ook slaagt men er op geen enkele manier in de maatschappelijke relevantie van een opleiding op academisch niveau tot het beroep aan te tonen. De opleidingen tot interieurarchitect slagen er, inhoudelijk en qua niveau, niet in afstand te nemen van de interieurvormgevingopleidingen. Afsplitsen van de architectuuropleidingen, drempelverlagend werken om het typische studentenpubliek vooralsnog te rekruteren en dus de facto terugkeren naar het vroegere korte type is bovendien een totaal onwettelijke toestand: het decreet toont in bijlage 1 duidelijk dat er maar één (gemeenschappelijke) eerste cyclus architectuur kan georganiseerd worden, waarvoor de graad van kandidaat in de architectuur wordt verleend. Pas in de tweede cyclus mag er gedifferentieerd worden tussen architectuur en interieurarchitectuur. Als het decreet conform zou worden uitgevoerd, zou er geen conflict zijn qua overlappend beroepsprofiel en later nog minder qua overlappend opleidingsprofiel. Echter duidelijk moet zijn: de huidige hogescholen voor interieurvormgeving behoorden met hun opleidingen binnenhuisarchitectuur tot het korte type en organiseren nu logischerwijs een ééncyclusopleiding interieurvormgeving. Zij kunnen met hun profielen en programma de lijn van de binnenhuisarchitectuur doortrekken. Wie echter een hogere graad ambieert moet zich als zodanig herprofileren.
6
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
2.3.4
Beroepsvereniging De AINB (Associatie van Interieurarchitecten van België), vroeger beroepsvereniging van alle binnenhuisarchitecten, heeft zich achter de “lange typevisie” geschaard en aanvaardt bijgevolg geen interieurvormgevers. (Zie brief dhr. Jan De Schepper, voorzitter, in bijlage) De UDB (Unie Designers België), die in afzonderlijke kamers naast grafisch ontwerpers en productontwikkelaars ook binnenhuisarchitecten onder haar hoede heeft, erkent interieurvormgevers en neemt ze op als lid. (Robert Permentiers, UDB-voorzitter kamer binnenhuisarchitecten, woonde de vergadering bij van 26 mei ’96).2 De opleiding interieurvormgeving, gedwongen “bevrijd” uit de architectuurwereld, heeft immers haar blik verruimd van het interieur tot design en productontwikkeling (met een lage graad van complexiteit). De opleiding geldt momenteel als het “korte type equivalent” van zowel de architectuuropleiding als van de opleiding tot productontwikkelaar (ze behandelt een afgebakend deelgebied van deze beide opleidingen, is veel beroepsgerichter van inhoud, geeft geen wetenschappelijke basis). Vandaar dat het spijtig is dat architectuur en productontwikkeling in twee verschillende studiegebieden zijn ondergebracht. ♦ Specifieke beschrijving van de beroepsactiviteiten Het beroep interieurvormgever heeft één hoofdtypefunctie: creatie. Altijd hebben zijn/haar handelingen, rechtstreeks of onrechtstreeks, tot doel het creëren van iets nieuws. Hetzij via het realiseren van een ontwerp, voor een ruimte of van een object, via het veranderen van een bestaande situatie door toevoeging van een element, via het beantwoorden van een vraag betreffende de fysische omgeving of via het ontwikkelen van een idee. Altijd betreft het een creatieve daad, verstandelijk ontwikkeld, al dan niet uitgevoerd. De hoofdtypefunctie creatie wordt het makkelijkst getypeerd met het beeld van de zelfstandige interieurvormgever die een project realiseert. De cyclus van handelingen die hiervoor nodig zijn is dus de meest logische leidraad om het beroep op te splitsen in functies en taken. Toch kan de interieurvormgever in zijn specifieke beroepssituatie, in zijn specifiek werkverband, instaan voor een gedeelte of zelf maar voor één van de opgesomde functies of taken van de totale cyclus. De typefuncties zijn: voorstudie, ontwerp, advies, verkoop, organisatie. De typefunctie voorstudie heeft in de hierna volgende tekst het grootste aantal deelfuncties en taken. Omdat deze typefunctie als eerste wordt beschreven, werden een aantal deelfuncties hierbij ingedeeld terwijl ze ook als deel zouden kunnen beschouwd worden van de typefuncties ontwerp of organisatie (waar zij niet werden hernomen). Advies en verkoop krijgen wel de titel van typefunctie toebedacht, terwijl ze niet in dezelfde mate typerend zijn voor het beroep als de andere drie echte typefuncties: voorstudie, ontwerp, organisatie.
2
Unie Designers België, Washingtonstraat 40 bus 12, 1050 Brussel, tel 02/640.12.00 - fax 02/640.14.25
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
2.3.5
7
Typefunctie: voorstudie De hoofdtypefunctie creatie houdt voor de interieurvormgever altijd eerst een voorbereidende fase in. Een groot deel van zijn/haar activiteiten valt onder ‘voorstudie’ omdat zijn/haar inbreng grotendeels een uitvoering voorafgaat, gaande van een eerste gesprek, over de analyse van het programma of de probleemstelling, tot het opmaken van een uitvoeringsdossier. 2.3.5.1 Deelfunctie: kennismaking probleemstelling ♦ Taken Taak: afspraak maken Met de opdracht(gever) komt de interieurvormgever doorgaans eerst telefonisch in contact. De probleemstelling wordt in dat gesprek reeds heel summier aangehaald. Men oordeelt dat het zinnig is een afspraak te maken voor een eerste gesprek. Taak: een gesprek voeren Een eerste gesprek voeren waarin men enerzijds zichzelf (en zijn werk) voorstelt en anderzijds kennis neemt van de opdracht en verder peilt naar de probleemstelling en het programma. Taak: een verslag maken In sommige omstandigheden is het nodig om een verslag te maken van een eerste gesprek (en het ter bevestiging op te sturen). ♦ Contextgegevens Zoals hierboven reeds aangehaald is de typecontext deze van een cliënt en een als zelfstandige gevestigde interieurvormgever. De probleemstelling hoeft niet altijd een woning te betreffen, het kan ook gaan om een winkel, kantoren, iets in de horeca, standenbouw (volledige opsomming zie hoger). Is de opdracht een meubel dan spreekt men over een eisenpakket. Wordt het meubel in grote getallen geproduceerd dan refereert men naar een doelgroep. De interieurvormgever kan echter ook, binnen een firma of bureau, door een medewerker of overste gebrieft worden. ♦ Ondersteunende kennis Een telefoongesprek kunnen voeren. Een afspraak kunnen maken in een agenda. Zichzelf en het reeds gerealiseerde werk in een eerste gesprek kunnen voorstellen. Kunnen luisteren en peilen naar de wensen van de opdrachtgever, of de inhoud van een briefing. Een verslag kunnen maken. ♦ Beroepshoudingen Contactbereidheid, imagobewustzijn, empathie.
8
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
2.3.5.2 Deelfunctie: waarneming ♦ Taken Taak: opmeten Opmeten en (met de vrije hand) optekenen van de site, waarin het programma moet gerealiseerd worden, in zijn bestaande toestand. Taak: analyseren ruimte Niet enkel de metrische gegevens van (een) gegeven ruimte(n) zijn belangrijk. De ruimte(n), de architecturale omgeving moet ook waargenomen worden. In functie van het ontwerpen (zie verder) wordt de ruimte reeds beoordeeld tijdens het meten, het programma wordt (in gedachten) getoetst. Er zijn de proporties, de zonering, de doorkijken, de looplijnen. Er is ook de constructieve en bouwfysische analyse, het materiaalonderzoek. Taak: nota nemen van de omgeving Het uitzicht en de oriëntatie van (een) ruimte(n) zijn belangrijk. Dus moet ook de verdere omgeving en de context van het project onderwerp zijn van analyse. Deze zintuigelijke waarnemingen kunnen leiden tot het noteren van aandachtspunten en (waardevolle) eigenaardigheden. Taak: opnemen beelden situatie Foto’s nemen van ruimte(n), video-opnamen, digitaliseren, multimedia. ♦ Contextgegevens Voor het opmeten en waarnemen van een bestaande toestand wordt gewerkt door één, twee à drie mensen in een ruimte of een gebouw of in een heel complex. Het gebouw kan reeds in gebruik zijn of in ruwbouwtoestand. Naargelang de schaal van het project wordt gewerkt met plooimeters (2m), lintmeters (5m tot 25m), hoogtemeters, niveautoestellen. Soms betreft de opdracht een grote ingreep, soms gewoon de inpassing van (een) meubel(s). Bij een meubel dat in grote hoeveelheden zal geproduceerd worden, is een opmeting van de bestaande toestand uiteraard niet van toepassing. In het geval van standenbouw wordt er ontworpen binnen de afmetingen van het perceel dat is opgegeven. ♦ Ondersteunende kennis Ruimtelijk inzicht hebben. Met de vrije hand een plan kunnen schetsen. De techniek beheersen om een ruimte of gebouw op te meten. De apparatuur hiervoor nodig (lint- en plooimeter, hoogtemeter, niveautoestel) kunnen hanteren. Foto’s kunnen nemen (multimediatechnieken). De opmeting schetsmatig kunnen optekenen als hulp voor de latere uittekening op schaal. Een gebouw ook kunnen wegen op zijn (bouw)fysische en emotionele kwaliteiten. Architectuur kunnen lezen en begrijpen. Ook oude, zelfs historische gebouwen, interieurs, meubels en meubilair, kunnen lezen en begrijpen. (Historische) stijlkennis architectuur, interieur en meubel. De omgeving van het project fysisch en psychisch kunnen aanvoelen. ♦ Beroepshoudingen Accuratesse, zin voor samenwerking.
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
9
2.3.5.3 Deelfunctie: documentatie ♦ Taken Taak: informatie verzamelen Typische informatie over de functie van het project (bakkerswinkel, kabinet van een dokter) moet worden ingewonnen, zeker als men de eerste keer met een project voor deze functie wordt geconfronteerd. De vigerende reglementeringen nagaan (bouwverordeningen, voorschriften brandveiligheid, algemeen arbeidsreglement. Deze informatie wordt verkregen via de opdrachtgever, opzoekingswerk, het bezoeken van bestaande situaties met een gelijkaardige functie. ‘Productieve informatieverwerking’ is echter niet opgenomen als typefunctie. Het verwerken van informatie is voor de interieurvormgever geen doel op zich, maar maakt integrerend deel uit van de voorstudie. Taak: actualiteit opvolgen Zich op de hoogte houden van de actualiteit en evolutie der verschillende strekkingen in de architectuur, wooncultuur, mode, kunst, design, meubel en industriële evoluties. Het efficiënt en kritisch leren verwerken van professionele documentatie en vakliteratuur. Bibliotheekbezoek, lezingen, tentoonstellingen, musea. Taak: zich op de hoogte houden van materialen Permanent professioneel verzamelen van stalen en folders, catalogi van materialen. Hier ook de evoluties volgen. Vertegenwoordigers uitnodigen, bedrijven en vakbeurzen bezoeken. Taak: externe adviseurs inlassen Inschatten waar externe adviseurs moeten geraadpleegd worden: ingenieur, architect, expert, adviseur (b.v. verlichtingsadviseur - kan een andere, gespecialiseerde interieurvormgever zijn), studies bijzondere technieken (b.v. nieuwe uitvoeringen) of technische installaties (b.v. lift). ♦ Contextgegevens De interieurvormgever documenteert zich door te lezen: inhoudelijke en technische vakliteratuur. Hij/zij verkrijgt informatie door te telefoneren, te faxen. Of hij/zij verplaatst zich naar firma’s, beurzen, tentoonstellingen, recente representatieve realisaties. ♦ Ondersteunende kennis Basiskennis van uiteenlopende programma’s: keuken, badkamer, woonvormen, winkels, horeca, kantoren, standenbouw, vast meubilair, losstaande meubels, verlichtingsarmaturen. Begrijpend kunnen lezen (inhoudelijk zowel als technisch). Kunnen opzoeken. Een bibliotheek kunnen raadplegen. Documentatiecentra kunnen raadplegen. Internet kunnen raadplegen. Telefoneren en faxen. Zich vlot kunnen verplaatsen. Reeds verschillende fabrieken, merken en beurzen bezocht hebben. Ervaring hebben met internationale contactname op vlak van interieur. Reeds culturele manifestaties (theater, dans, muziek, beeldende kunst, opera, film, literatuur) meegemaakt hebben. Zich permanent willen bijscholen (via tentoonstellingen, lezingen, literatuur, beurzen). Technisch en artistiek ontwikkeld zijn. Kunst- en cultuurhistorisch ontwikkeld zijn. Intellectuele bagage hebben.
10
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
In het geval hij/zij op vaste basis samenwerkt met adviseurs of andere interieurvormgevers: op de hoogte zijn van mogelijke vennootschapsvormen. ‘Samenwerking’ is niet opgenomen als typefunctie, al is het meer en meer belangrijk in de uitvoering van het beroep. Maar het kan niet beschreven worden losstaand van de andere functies die het beroep typeren. ♦ Beroepshoudingen Kritische ingesteldheid, zin voor initiatief, leergierigheid, (desgevallend) zin voor samenwerking. 2.3.5.4 Deelfunctie: synthese Deze deelfunctie is eventueel ook te beoordelen als eerste stap van het ontwerpen. (Ontwerp is als volgende typefunctie beschreven). ♦ Taken Taak: programma afleiden Uit het eerste gesprek (of de mondelinge briefing) moet een probleemstelling en programma gepuurd worden (bij schriftelijke briefing is dit meestal reeds gebeurd). De interieurvormgever moet het programma weten te herformuleren tot een geschematiseerd en bespreekbaar beeld. Taak: beoordelen ruimte Uit de analyses van de gegeven ruimte (plan, geometrie, (bouw)fysiek) en zijn omgeving moeten conclusies worden getrokken (krachtendaling, dragende constructies, lichtinval, looplijnen). Taak: ordenen en selecteren Het programma analyseren en ordenen volgens hiërarchie van prioriteiten: essentie, noodzaak, wenselijkheid, ondergeschiktheid en overbodigheid, afbakening van mogelijkheden, beperkingen, uitdagingen, geven van meerwaarden aan de basisopties. 2.3.5.5 Deelfunctie: aspect beschouwing Is nog meer dan de vorige deelfunctie, ook te beoordelen als deel uitmakend van het ontwerpproces (Ontwerp is als volgende typefunctie besproken). ♦ Taken Taak: reflecteren Deze taak slaat op het psychisch-inzichtelijk aspect van het beroep. Interieurvormgeving wordt steeds voor mensen gemaakt. Een grote bezorgdheid voor en affiniteit met is gewenst met betrekking tot de menselijke psyche en noden, maatschappelijke context, het historische kader, ... . Taak: stelling nemen Vanuit reflectie over het gestelde programma ontwikkelt de interieurvormgever een persoonlijke stellingname, die hij of zij als sturende idee hanteert om tot
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
11
een visie te komen (dit laatste, een visie ontwikkelen, behoort al echt tot het ontwerpen). ♦ Contextgegevens Deze taken worden ‘uitgevoerd’ zonder materieel of plaats: zij gebeuren in het hoofd van de interieurvormgever. Zijn/haar verantwoordelijkheid is hier zeer groot: hij/zij bepaalt in hoge mate zelf het resultaat van het project of concept. ♦ Ondersteunende kennis Over een gezonde dosis psychologie beschikken. Inleving in de mondiale context van de huidige maatschappij (overstijgt eventueel de grenzen van de eigen cultuur). Stelling kunnen, durven nemen. ♦ Beroepshoudingen Kritische ingesteldheid, assertiviteit, beslissingsvermogen, empathie, leergierigheid. 2.3.5.6 Deelfunctie: presentatie ♦ Taken Taak: voorstellingswijzen onderzoeken Inschatten welke visualeringstechniek(en) de meest geschikte is (zijn) voor een bepaald project (bv. 3D-modellen of tekeningen, manuele of geautomatiseerde technieken). Taak: grafisch visualiseren Het project grafisch visualiseren naar een leek (cliënt) toe. Schetsen maken, perspectieftekeningen maken, manueel of computergestuurd. Taak: maquette maken Maken van schaalmodel of prototype. Taak: nota maken Verklarende nota ten behoeve van cliënt. Of voor een wedstrijd, of naar de media toe. Taak: mondeling presenteren Zie verder typefunctie verkoop. ♦ Contextgegevens Om dit voorstellingsdossier op te maken werkt de interieurvormgever in zijn bureel, tekenkamer of atelier. Hij of zij beschikt over een tekentafel en een computer voor tekst- en tekeningverwerking. De kwaliteit van de presentatie heeft een grote invloed op de beslissing het project door te laten gaan. ♦ Ondersteunende kennis Een artistiek aanvoelen hebben. Tekenvaardig zijn: kunnen schetsen, manuele en computergestuurde voorstellingstechnieken beheersen. Voorstellingswijzen
12
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
beheersen (perspectief, isometrie, ...). Maquettes kunnen maken. Techniek van geautomatiseerde tekstverwerking beheersen. ♦ Beroepshoudingen Accuratesse, zin voor esthetiek, imagobewustzijn. 2.3.5.7 Deelfunctie: terugkoppeling Maakt eigenlijk deel uit van het ontwerpproces (Ontwerp is als volgende typefunctie beschreven). Maar vaak betekent terugkoppelen ook: teruggaan naar de fase voorstudie. ♦ Taken Taak: bijsturen Na bespreking met cliënten of na andere evaluatiesessies in één of meerdere evoluerende fasen, moet een voorontwerp of een deelaspect bijgestuurd worden. Taak: herwerken Soms moet een concept helemaal herwerkt worden, of moet men zelf totaal afwijken van de initiële idee, het initiële programma (of zelfs de initiële locatie). Soms moet naar een variante oplossing gezocht worden. ♦ Contextgegevens Normale bureau-omstandigheden. Zelfde verantwoordelijkheden als bij ontwerp-deelfuncties. ♦ Ondersteunende kennis Idem als voor respectievelijke deelfuncties van voorstudie en ontwerp. ♦ Beroepshoudingen Doorzettingsvermogen, flexibiliteit, kritische ingesteldheid, zin voor esthetiek, assertiviteit, beslissingsvermogen, empathie. 2.3.5.8 Deelfunctie: uitwerking uitvoeringsdossier ♦ Taken Taak: uittekenen bestaande toestand De schetsen van de bestaande toestand, verkregen door opmeting, uittekenen op schaal, in plan(nen van de niveaus) en doorsneden en eventuele aanzichten, volgens de geldende normen. Taak: raming maken In de verschillende stadia (preliminaire schets, voorontwerp, goedgekeurd ontwerp) een inschatting van de te verwachten uitgaven maken, toetsen aan het vooropgestelde budget en bijstellen.
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
13
Taak: timing opmaken Kalender opmaken van het verloop van het project en bijstellen in de verschillende fasen. Taak: opmaken bouwaanvraag In opdracht binnen een architectenbureel een bouwaanvraagdossier voorbereiden. Voor zover ook privé-personen binnen de wettelijke beperkingen een bouwaanvraag kunnen indienen (beperkingen welke zijn uitgedrukt in m2 veranderde geveloppervlakte, of in m3 bijgebouwd volume) maakt de interieurvormgever desgevallend het bouwaanvraagdossier van zijn eigen project op, voor de opdrachtgever. Taak: uittekenen uitvoeringsplannen In de voorbereidende fase maakt de interieurvormgever werktekeningen betreffende de in te richten ruimtes of het te realiseren object. Naar de uitvoering toe worden technische tekeningen en detailtekeningen gemaakt. Deze plannen, sneden en opstanden geven de plaatsing aan van structuur-elementen, wanden, perforaties, vloeren en plafonds, trappen en liften, meubilair… of (in het geval van een meubel) beslag, verbindingen, plaatmateriaal, structuurelementen, mallen,… (zie ook opsomming bij de deelfunctie ontwerp 2.3.6.4, typefunctie ontwerp). Taak: opmaken lastenboek Een lastencohier opmaken waarin de materialen en hun plaatsing of verwerking worden beschreven, waarin kwaliteitseisen worden gesteld, termijnen bepaald. Taak: opmaken meetstaat In de metingstaat worden de afmetingen en hoeveelheden (nagemeten op de plannen) van de materialen of elementen die het project uitmaken aangegeven. Taak: offertes opvragen Aan de hand van lastenboek en meetstaat kan een aanbesteding gebeuren door het opvragen van vergelijkbare offertes. Taak: selecteren van de uitvoerders Aan de hand van de offertes kan de interieurvormgever, na prijsvergelijking, de werken gunnen aan de uitvoerders (en kan een definitieve kostprijsberekening worden opgemaakt). Taak: rekeningen nazien Na (en bij grote werken tijdens) de uitvoering ziet de interieurvormgever de (eventuele vorderingstaten en uiteindelijk) afrekeningen na. ♦ Contextgegevens Tekeningen, metingen en beschrijvingen gebeuren aan een werktafel en tekentafel, vandaag meestal geautomatiseerd (computer). Als zelfstandige draagt de interieurvormgever hier juridisch een grote verantwoordelijkheid. In een architectenbureau (of bureau voor productontwikkeling) is de interieurvormgever helemaal betrokken op het uitvoeringsdossier van interieurelementen. Eventueel tewerkgesteld bij aannemersuitvoerders is zijn taak veeleer het verwerken van de gegevens naar uitvoerbaarheid toe.
14
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
♦ Ondersteunende kennis Beheersen van de tekennormen. Al deze taken noodzaken van langsom meer het gebruik van gedigitaliseerde tekstverwerkings- en tekentechnieken. Verder: planinzicht en ruimtelijk inzicht hebben, technieken tekenen, lastenboeken, meetstaten, vorderingstaten beheersen. Vaardigheden hebben op administratief vlak. Prijsaanvragen, brieven kunnen opstellen. Kennis van facturatie. Noties van bedrijfsorganisatie. Door de snelle evolutie van de wetenschap is het hoofdzaak inzicht te verwerven in de basismechanismen en structuren in de bouw- en afbouwsector. Een degelijke technische scholing hebben op dit vlak: technologie (materialenkennis), constructieleer met betrekking tot bouw, afwerking (interieurtechnieken), en meubel (meubelconstructie, meubeltechniek, meubelproductie), technische installaties in gebouwen (verlichting, elektriciteit, sanitair, verwarming). Grondige kennis ergonomie. (Desgevallend) kunnen samenwerken. ♦ Beroepshoudingen Accuratesse, flexibiliteit, omgaan met stress, organisatievermogen, resultaatgerichtheid, zelfstandigheid, zin voor samenwerking.
2.3.6
Typefunctie: ontwerp (creatie) De hoofdtypefunctie creatie houdt altijd een ontwerpfase in. Het woord creatie wordt dikwijls vereenzelvigd met de type- (of zelfs de deelfunctie) ontwerp. Maar de interieurvormgever “creëert” niet zomaar vrijblijvende kunst. Er is een concreet programma, er is ook de noodzakelijke voorstudie, het dossier en de organisatie van de uitvoering (zie laatste typefunctie: organisatie). Ontwerpen kan de interieurvormgever dus pas na een grondige voorstudie. De voorstudie vloeit over in het ontwerp. De grens waar de voorstudie eindigt, en waar het ontwerpen begint, is eigenlijk niet te bepalen. Zelfs een fase van overgang van het ene naar het andere is niet aan te duiden. Tijdens de voorstudie treden de ontwerpmechanismen reeds (onbewust) in werking. Er is bij de typefunctie voorstudie, hoger in de tekst, reeds aangeduid dat de deelfunctie synthese (2.3.5.4), met als taken “programma afleiden”, “beoordelen ruimte”, “ordenen en selecteren programma”, zeker reeds met het ontwerpen te maken heeft. Dat geldt eveneens en in nog hogere mate voor de deelfuncties beschouwing (2.3.5.5) en terugkoppeling (2.3.5.7). Bij “beschouwing” ontwikkelt de interieurvormgever een (ontwerp)visie, bij “terugkoppeling” doet hij/zij een (paar) stap(pen) terug in het (ontwerp)proces. Mogelijk nog moeilijker te bepalen is waar het ontwerpen eindigt. Tijdens de opmaak van de presentatie (2.3.5.6) en vooral bij het uitwerken van het uitvoeringsdossier (2.3.5.8) blijft de interieurvormgever ontwerpbeslissingen nemen. Tot en met de uiteindelijke uitvoering (zie typefunctie organisatie, deelfunctie uitvoering 2.3.9.2) moet er creatief omgegaan worden met noodzakelijke bijsturingen, of moeten ontwerpbeslissingen worden herzien. De typefunctie ontwerp is zelf ook het moeilijkst te beschrijven of op te delen in deelfuncties en vooral taken. Wat speelt zich af in het hoofd van een ontwerper? Zijn “een koffietje nemen”, “het blokje omlopen”, “er eens over slapen” valabele taken?
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
15
Het artistiek-creatieve aspect van het beroep berust op een zeker talent. Een gevolg voor het opleidingsprofiel zal zijn: creativiteit en artisticiteit kan niet aangeleerd (als zijnde een geheel van taken), maar wel ontwikkeld worden! Opleidingsprogramma’s zullen hier vooral ‘ruimte’ moeten aan geven. 2.3.6.1 Deelfunctie: studie ♦ Taken Taak: instuderen van het programma Bestuderen eisen opdrachtgever, situatie, doelstellingen, prioriteiten, middelen, context. Taak: zich eigen maken opdracht Zich inleven in de opdracht(gever), de eisen. ♦ Contextgegevens Niet gebonden aan plaats of omstandigheden. Meestal bureel. ♦ Ondersteunende kennis Inzicht kunnen hebben en kunnen houden in (soms) complexe gehelen met (soms heel) veel randvoorwaarden. ♦ Beroepshoudingen Kritische ingesteldheid, beslissingsvermogen, empathie. 2.3.6.2 Deelfunctie: sturing ♦ Taken Taak: visie ontwikkelen Van sturende idee, de initiële standpunten die tijdens voorstudie reeds worden ingenomen, werken naar een visie toe (en later een concept, maar dat is reeds de volgende deelfunctie: voorontwerp). ♦ Contextgegevens Niet bepaald, meestal bureel. ♦ Ondersteunende kennis Consequent kunnen werken vanuit een visie ♦ Beroepshoudingen Resultaatgerichtheid, beslissingsvermogen.
16
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
2.3.6.3 Deelfunctie: voorontwerp ♦ Taken Taak: aftasten Onderzoeken van mogelijke oplossingen voor de probleemstelling om uiteindelijk (volgens procedures of methodes die persoonsgebonden zijn, en die dus zeker niet in een beroepsprofiel horen, ook niet in het opleidingsprofiel, eventueel wel in de programma’s van de respectievelijke hogescholen) te kunnen: Taak: creëren Creatieve benadering van organisatie, zonering, afbakening structuren, geometrie, maat, schaal, proporties, rekening houdend met oriëntatie en belichting, fysische en psychische ruimte-ervaringen. Of in het geval van een meubel: functie, gebruik, structuur, vorm, geometrie en proporties. Taak: varianten zoeken Eventueel kan de interieurvormgever variante oplossingen zoeken op hetzelfde thema of vanuit verschillende visies werken. (Het geschikt maken van deze schetsontwerpen, voorontwerpen voor een eerste gesprek met de opdrachtgever werd behandeld onder 2.3.5.6 presentatie, een deelfunctie van de typefunctie voorstudie). ♦ Contextgegevens Meestal ontwerpt de interieurvormgever in zijn bureau. Hij gebruikt potlood of computer om te ontwerpen. Of werkt via studiemaquettes, ontwerpmaquettes. ♦ Ondersteunende kennis Artistiek-creatieve capaciteiten. Creatief talent. Originaliteit. Soepelheid van geest. Ruimtelijk inzicht hebben. Het ontwerpen van interieurs onder de knie hebben. Het ontwerpen van vast meubilair, afzonderlijke meubels, productiemeubels en verlichtingsarmaturen onder de knie hebben. Vlot kunnen schetsen. Kennis computertekenen en computermanipulatie. Vormbeheersing. Kennis kleurenpsychologie. Kennis ergonomie. Esthetisch-technische capaciteiten. In staat zijn een meerwaarde toe te voegen aan een project. Historisch-cultureel inzicht hebben betreffende o.a. wooncultuur, interieurs en meubel. Op deze vlakken ook op de hoogte zijn van de actualiteit. ♦ Beroepshoudingen Doorzettingsvermogen, flexibiliteit, kritische ingesteldheid, resultaatgerichtheid, zin voor esthetiek, zin voor initiatief, beslissingsvermogen, empathie, zelfstandigheid, (desgevallend) zin voor samenwerking.
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
17
2.3.6.4 Deelfunctie: ontwerp ♦ Taken Taak: beslissen Definitief beslissen tot een creatief èn realistisch, technisch haalbaar concept, rekening houdend met het programma, persoonlijk standpunt, site & context en doelgroep. Taak: uitwerken Het concept volledig vormgeven, in het geval van een interieurproject, van geheel naar detail: architectuur, structuurelementen (kolom, balk, paneel, spant,…), verantwoorde en bewuste selectie (stapelen, plaat, vakwerk, kabel, pneumatisch, …) voor bodem, vloer, verticale verbindingen, trap, lift, hellend vlak, wanden (vast of verplaatsbaar, tijdelijk of definitief, systeem-, schermen…), plafond, dak, overkapping, systeemplafonds, perforaties en onderbrekingen (deuren, vensters, luiken, leidingen, kokers, schouwen), materialen en constructiewijzen, relaties tussen bouwmateriaal, afwerkingsmateriaal, constructiewijze modulaire systemen, meubilair (vast -, mobiel, lig, zit-, leg-, bergmeubel, esthetische samenhang, kleurgebruik, oppervlakte-structuur, afwerking, belichting (daglicht: lichtopeningen en zonwering), verlichting (planning en oplossingen, bediening en armaturen), meubel, objecten, voorwerpen, …. Voorgaande opsomming toont duidelijk dat het ontwerpen blijft doorlopen tijdens de uitwerking van het uitvoeringsdossier (2.3.5.8). Standenbouw heeft zijn eigen techniciteit. In het geval van een te ontwerpen meubel liggen de beslissingen op een andere schaal: structuur, verbindingen, plaatmateriaal, beslag, …. Bij een productiemeubel zijn er nog andere productiemogelijkheden: schuimen, gietvormen, spuitgiettechnieken, vacuümvormen, … ♦ Contextgegevens Bureelsituatie. De interieurvormgever is verantwoordelijk voor al zijn ontwerpbeslissingen. De consequenties van deze beslissingen zijn vaak groot, ze zijn ingrijpend in het dagelijkse leven van de opdrachtgever, de doelgroep. ♦ Ondersteunende kennis Bij het ontwerpen spelen functionele en esthetische overwegingen mee. Maar creativiteit wordt hier gevoed door een grondige technische kennis. Kennis van en inzicht in bouwconstructie, technologie, interieurtechnieken, meubelconstructie en bijzondere technieken (verwarming, sanitair, elektriciteit, verlichting). Het beheersen van een ontwerpmethodiek voor interieurs, vast meubilair, losstaande meubels, verlichtingsarmaturen. Verder: ruimtelijk inzicht hebben, binnen een budget kunnen werken, computergestuurd kunnen tekenen, vormbeheersing, kennis kleurenpsychologie en ergonomie.
18
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
♦ Beroepshoudingen Accuratesse, doorzettingsvermogen, flexibiliteit, kritische ingesteldheid, resultaatgerichtheid, zin voor esthetiek, zin voor initiatief, beslissingsvermogen, zelfstandigheid, (desgevallend) zin voor samenwerking.
2.3.7
Typefunctie: advies De hoofdtypefunctie creatie houdt voor de interieurvormgever meestal de voorwaarde in dat de opdrachtgever het uitgebrachte advies, in de vorm van een ontwerp, idee of voorstel, opvolgt en laat realiseren of aankoopt. 2.3.7.1 Deelfunctie: advies interieurvormgeving Een interieurvormgever kan, vrijblijvend, gecontacteerd worden voor inlichtingen. Daarnaast kan hij echt informatie en raad verstrekken, ambulant of via een voorontwerp. ♦ Taken Taak: inlichtingen verstrekken Zoals elke vrijberoepsbeoefenaar verstrekt de zelfstandige interieurvormgever informatie over zijn beroep, de procedure waarmee hij of zij werkt, de contractvoorwaarden. Hij of zij kan een algemeen beeld schetsen van de stappen, fasen die zich voordoen tussen aanvang van de opdracht en de realisatie. Taak: advies formuleren De interieurvormgever kan mondeling of schriftelijk een advies of raad formuleren aangaande een probleem in de sfeer van de interieurvormgeving. Taak: voorontwerp Meestal gebeurt het advies in grafische vorm of via een ruimtelijk schaalmodel. Een voorontwerp is eigenlijk een advies: de opdrachtgever wordt aangeraden om via het voorgestelde ontwerp antwoord te geven op de probleemstelling (typefunctie ontwerp, zie hoger). ♦ Contextgegevens Interieurvormgeverspraktijk uitgerust met computer voor grafische- en tekstverwerking (werktafel, eventueel tekentafel). De interieurvormgever is verantwoordelijk voor zijn advies. ♦ Ondersteunende kennis Op de hoogte zijn van de procedures en werking eigen aan het beroep, de deontologie van het beroep. Op de hoogte zijn van inhoud en waarde van een contract. Kunnen antwoorden op een probleemstelling binnen de sfeer van de interieurvormgeving. Een nota kunnen opstellen. ♦ Beroepshoudingen Kritische ingesteldheid, zin voor esthetiek, assertiviteit, beslissingsvermogen, contactbereidheid, dienstverlenende ingesteldheid, empathie, imagobewustzijn.
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
19
2.3.7.2 Deelfunctie: advies in winkel In de commerciële sector kan hij instaan voor deskundig advies bij aankoop en combinatie van meubilair, interieurobjecten, decoratieve producten, verlichtingsarmaturen, textiel, …. ♦ Taken Taak: adviseren in winkel In bovengenoemde speciaalzaken kan een interieurvormgever tewerkgesteld zijn om de cliënten bij te staan in de combinaties van stukken of materiaal, de inpasbaarheid in een ruimte (soms via voorontwerp: zie hoger bij de typefunctie ontwerp). (Zuiver verkoop: zie verder typefunctie verkoop.) ♦ Contextgegevens Speciaalzaak. De interieurvormgever heeft de verantwoordelijkheid over de inhoud van zijn advies. ♦ Ondersteunende kennis Kennis van wat op de markt is in de specifieke sectoren en ook algemeen qua objecten en producten. Kunnen inschatten wat het beste antwoord is op de probleemstelling. Een advies kunnen formuleren. ♦ Beroepshoudingen Flexibiliteit, kritische ingesteldheid, zin voor esthetiek, assertiviteit, beslissingsvermogen, contactbereidheid, dienstverlenende ingesteldheid, empathie, leergierigheid, zelfstandigheid. 2.3.7.3 Deelfunctie: materiaaladvies De interieurvormgever kan advies geven op vlak van materiaalgebruik voor de afwerking van (een) ruimte(n). ♦ Taken Taak: materiaaladvies geven Adviseren op vlak van materiaal: antwoorden op probleemstelling betreffende het gebruik van afwerkingsmaterialen of stoffering. Taak: opmaken van materiaalstudie Plan voor de plaatsing van de verschillende afwerkings- of stofferingsmaterialen. ♦ Contextgegevens Bureau van de interieurvormgever. Hij of zij draagt de verantwoordelijkheid over de inhoud van zijn/haar advies of studie. ♦ Ondersteunende kennis Grondige kennis van afwerkingsmaterialen en hun toepassing. Kunnen samenwerken met plaatsers van afwerkingsmaterialen.
20
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
♦ Beroepshoudingen Zin voor esthetiek, beslissingsvermogen, zelfstandigheid. 2.3.7.4 Deelfunctie: kleuradvies Een interieurvormgever kan advies geven op vlak van kleuren. Hij of zij kan er zich ook exclusief op toeleggen, zich specialiseren en optreden als kleuradviseur. ♦ Taken Taak: kleuradvies geven Adviseren op vlak van kleuren: antwoorden op probleemstelling betreffende kleuren, materialen en texturen van de elementen van het interieur. Taak: opmaken van kleurenstudie Een voorstel (via plan of schaalmodel) opmaken betreffende de kleuren en texturen van de elementen van het interieur. ♦ Contextgegevens Bureel van interieurvormgever, kleuradviseur. Hij of zij draagt de verantwoordelijkheid over de inhoud van zijn/haar advies of studie. ♦ Ondersteunende kennis Kennis van kleurentheorieën, kleurenclassificaties, kleurenwerking, kleurenpsychologie. ♦ Beroepshoudingen Zin voor esthetiek, beslissingsvermogen, zelfstandigheid. 2.3.7.5 Deelfunctie: verlichtingsadvies De interieurvormgever kan advies geven op het gebied van verlichting. Hij of zij kan hier ook een specialisatie van maken: verlichtingsadviseur. ♦ Taken Taak: verlichtingsadvies geven Adviseren op het gebied van verlichting: antwoorden op probleemstelling betreffende belichting en verlichting. Taak: opmaken van verlichtingsstudie Plan van lichtpunten en schakelaars, berekening lichtsterkten, reflexiewaarden, sfeerbepaling,…. ♦ Contextgegevens Bureau van interieurvormgever, verlichtingsadviseur. Hij of zij draagt de verantwoordelijkheid over de inhoud van zijn/haar advies of studie.
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
21
♦ Ondersteunende kennis Grondige kennis van verlichting (lichtsterkten, reflexie, …). Kennis van elektriciteit. Kunnen samenwerken met verlichtingsinstallateur, architect. ♦ Beroepshoudingen Zin voor esthetiek, beslissingsvermogen, zelfstandigheid.
2.3.8
Typefunctie: verkoop De hoofdtypefunctie creatie houdt meestal in dat men het ontwerp moet ‘verkopen’ aan de cliënt. Een interieurvormgever kan echter ook vertegenwoordiger zijn voor een specifiek materiaal in de sfeer van de interieurafwerking, of voor een meubel of verlichtingsmerk. Hij kan ook verkopen in een eigen speciaalzaak (meubel, verlichting). 2.3.8.1 Deelfunctie: verkoop project Op de keper beschouwd verkoopt de interieurvormgever een ontwerp in ruil voor een ereloon. Via een voorontwerp verwerft hij/zij definitief de opdracht. Een ontwerp verdedigen bij de opdrachtgever heet dus soms een ontwerp ‘verkopen’. ♦ Taken Taak: mondeling presenteren Een idee, een ontwerp, een project, argumenteren (toelichten, verdedigen). Taak: verslag presentatie maken Zo nodig een schriftelijke neerslag maken met de conclusies van de presentatievergadering. Taak: contract afsluiten De verbintenis die zijn/haar ontwerpopdracht omschrijft formeel vastleggen. ♦ Contextgegevens In domicilie cliënt, of in eigen kantoor. Een contract aangaan voor het realiseren van een product of project is een grote verantwoordelijkheid. ♦ Ondersteunende kennis Kunnen onderhandelen. Beheersen noties van verkoops- en andere marketingtechnieken. Schriftelijke neerslag van een gesprek kunnen maken. Contracten kunnen afsluiten met cliënt, met de uitvoerder, (met de werkgever). ♦ Beroepshoudingen Assertiviteit, contactbereidheid.
22
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
2.3.8.2 Deelfunctie: verkoop eigen product Een eigen product (meubel, verlichtingsarmatuur,…), in een (eventueel klein) aantal aangemaakt, kan verkocht worden aan de gebruiker. Of een ontwerp van een dergelijk product (eventueel prototype) kan verkocht worden aan een producent. ♦ Taken Taak: prototype verkopen Ontwerpen van objecten (meestal met lage complexiteit), verkopen aan producent. Taak: object verkopen Objecten, in klein aantal geproduceerd, verkopen aan de eindgebruiker. ♦ Contextgegevens Ter plaatse bij de producent, of via een speciaalzaak of galerie, of in de eigen praktijk. De interieurvormgever is verantwoordelijk voor zijn product. ♦ Ondersteunende kennis Beheersen noties verkoops- en andere marketingtechnieken. ♦ Beroepshoudingen Zin voor initiatief, assertiviteit, contactbereidheid. 2.3.8.3 Deelfunctie: verkoop ander product ♦ Taken Taak: een merk vertegenwoordigen Een merk van een afwerkingsmateriaal, van meubilair of van verlichting. ‘Onderhandelen’ wordt in dit geval wel een typefunctie. Taak: verkopen Presentatie in toonzaal. Een op de markt bestaand product voor een bestaande omgeving aanbieden en er de eigenschappen van demonstreren, met als doel aanzetten tot aankoop, en de verkoop afsluiten. Taak: een eigen winkel beheren Kiezen van collecties en beheren van een eigen speciaalzaak. Inkoop/aankoop wordt in dit geval een typefunctie. ♦ Contextgegevens Een speciaalzaak van verlichting of meubels. Als vertegenwoordiger bezoek aan bureaus voor interieurvormgeving of (interieur)architectenbureaus.
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
23
♦ Ondersteunende kennis Taalvaardigheid is hier belangrijk, een goed verkoopsgesprek kunnen voeren, verkoopstechnieken beheersen, prijzenkennis, kennis van boekhouding, een winkel kunnen beheren. ♦ Beroepshoudingen Kritische ingesteldheid, zin voor esthetiek, zin voor initiatief, assertiviteit, contactbereidheid, dienstverlenende ingesteldheid, empathie, imagobewustzijn, zelfstandigheid, (desgevallend) zin voor samenwerking.
2.3.9
Typefunctie: organisatie Interieurvormgeving is een toegepaste kunst: wat bedacht wordt moet uiteindelijk gerealiseerd worden. De hoofdtypefunctie creatie houdt dus, tenzij in de enkele gevallen waar de interieurvormgever zelf uitvoert wat hij ontwierp, het realiseren in via derden. Dat brengt een enorme organisatie mee voor het beroep, een aspect dat heel veel tijd in beslag neemt. Veel van het organisatorische aspect is reeds aanwezig in de deelfuncties die onder de typefunctie voorstudie vallen. Wat hierna nog is opgenomen zijn de elementen planning en controle van de uitvoering zelf. Inschakeling in en medewerking aan (de organisatie van) grootschalige concepten is mogelijk wanneer zijn/haar opleiding aangevuld wordt met specifieke ervaring of een gespecialiseerde opleiding na zijn/haar basisstudie. Omdat we het beroep in dit profiel op instapniveau ontwikkelen, zijn typefuncties als bedrijfsbeleid of bedrijfsbeheer niet weerhouden. Een interieurvormgeverspraktijk groeit doorgaans geleidelijk doorheen de jaren. 2.3.9.1 Deelfunctie: planning ♦ Taken Taak: organiseren Praktische organisatie en planning van het verdere projectverloop, de concrete uitwerking. Ordening dus van handelingen en middelen met als doel de realisatie van een bepaald project of product. Taak: timing opmaken Kalenderschema’s maken met het oog op het realiseren, binnen de vooropgestelde termijn, van het project of product. In dit schema de werktijden van de verschillende partijen, incluis het eigen werk (typefunctie voorstudie en typefunctie ontwerp) verwerken. Taak: uitbesteden Taken die buiten de bevoegdheid van de interieurvormgever vallen besteedt hij/zij uit (b.v. stabiliteitstudie, studie bijzondere technieken). In het geval hij of zij ook de uitvoering in opdracht heeft en dus als aannemer optreedt, geldt dit uitbesteden voor alle onderaannemingen nodig voor de uitvoering. (In het courantere andere geval is de interieurvormgever gewoon coördinator van de uitvoering: zie volgende taak.)
24
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
Taak: coördineren Het plannen en coördineren der verschillende aannemersuitvoerders. De interieurvormgever is tussenpersoon tussen cliënt en aannemers. ♦ Contextgegevens De interieurvormgever maakt, als zelfstandige of in dienstverband, de planning op in zijn bureau of praktijk. Het steeds bijsturen van de planning eist een volledige betrokkenheid bij het project en een grote (financiële) verantwoordelijkheid. ♦ Ondersteunende kennis Kunnen organiseren en zèlf binnen een termijn kunnen werken (deadlines). Brief, faxbericht kunnen opmaken. In het geval van vaste samenwerking met andere beroepsmensen: basiskennis bedrijfsbeheer. ♦ Beroepshoudingen Doorzettingsvermogen, flexibiliteit, omgaan met stress, organisatievermogen, resultaatgerichtheid, zin voor initiatief, beslissingsvermogen, contactbereidheid, zelfstandigheid, zin voor samenwerking. 2.3.9.2 Deelfunctie: uitvoering De deelfunctie planning blijft doorlopen tijdens de (deelfunctie) uitvoering. In het geval van een project is er sprake van een werf, in het geval van een product uiteraard niet. Dan zijn er eventueel wel verschillende (deel)uitvoerders en assemblage achteraf. ♦ Taken Taak: organiseren werf De werf opstarten en begeleiden (zie ook volgende taken). Taak: opvolgen Werfopvolging van de werken tot de volledige realisatie. (Controle: zie volgende taak.) Taak: controleren Werfcontrole: zorgvuldig controleren van de door verschillende aannemers uitgevoerde werken. Het slagen van een ontwerp hangt af van een correcte materiële uitvoering door de vaklui. Controle is echter geen typefunctie voor de interieurvormgever. Taak: werfverslag opmaken Tijdens of na de werfcontrole wordt een verslag opgemaakt (met de stand van zaken, de gevraagde wijzigingen) en meegedeeld aan alle aanwezige partijen. Taak: opleveren Opleveringen van de door verschillende aannemers uitgevoerde werken. Taak: nakijken rekeningen Nazicht van de rekeningen van de verschillende aannemers en budgetcontrole.
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
25
♦ Contextgegevens Behoudens het nakijken van de rekeningen worden deze taken uitgevoerd op de werf. De verplaatsingen zijn veelvuldig en de uitvoeringstermijnen van een opdracht brengen onregelmatige werktijden mee. Geen type dag- of weekindeling. ♦ Ondersteunende kennis Organisatietalent. Het nodige technische inzicht en kennis gekoppeld aan gezond verstand. Basiskennis bouwconstructie, interieurtechnieken, meubelconstructie, bijzondere technieken (verwarming, sanitair, elektriciteit, verlichting). De interieurvormgever moet zich bewust zijn van de hoge professionele eisen die gesteld worden in de beroepenwereld. Oog voor professionalisme en vakmanschap. Goede notie van stabiliteit en bijzondere technieken. Bovendien moet een interieurvormgever voldoende communicatiekwaliteiten ontwikkelen. Hij of zij moet zich kunnen aanpassen aan verschillende communicatieniveaus van werfleiders, aannemers, cliënten, architecten. Kennis kleurenclassificaties. Techniek verslag opmaken. Vergadertechniek. ♦ Beroepshoudingen Doorzettingsvermogen, flexibiliteit, kritische ingesteldheid, omgaan met stress, organisatievermogen, resultaatgerichtheid, zin voor esthetiek, zin voor initiatief, assertiviteit, beslissingsvermogen, contactbereidheid, zelfstandigheid, zin voor samenwerking.
2.3.10 Bronnen Dit beroepsprofiel werd uitgeschreven volgens de richtlijnen van de “Handleiding voor het schrijven van beroepsprofielen”, uitgegeven door de Dienst Voor Onderwijsontwikkeling (DVO).
26
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVER
3
LIJST VAN MEDEWERKERS
♦ Hugo De Belder Departementshoofd Departement architectuur, audiovisuele en beeldende kunsten van de Vlaamse Autonome Hogeschool Gent
♦ Carlo Seminck
Werkgroep beroepsprofiel
♦ A.J.L. Janssens Departementshoofd Departement architectuur van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst
♦ Raf Van Den Storm Opleidingscoördinator interieurvormgeving ♦ W. De Greef Directeur Rik Denys Afdelingshoofd Interieurvormgeving Hogeschool Sint-Lukas Brussel
♦ A. Verbeeck Departementshoofd Koen Kennes Opleidingscoördinator interieurvormgeving Departement Coloma van de Katholieke Hogeschool Mechelen
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVING
4
IDENTIFICATIEGEGEVENS HOGESCHOLEN
♦ Vlaamse Autonome Hogeschool Gent Departement architectuur, audiovisuele en beeldende kunsten Jozef Kluyskensstraat 6 9000 Gent tel: 09/266.08.82 fax: 09/266.08.81 Departementshoofd: Hugo De Belder tel & fax: 09/225.42.00 Werkgroep opleidingsprofiel: Carlo Seminck
♦ Hogeschool voor Wetenschap En Kunst
Departement architectuur St.Lucas Zwartezustersstraat 6 9000 Gent tel: 09/225.42.90 fax: 09/223.46.36 Departementshoofd: A.J.L.Janssens Opleidingscoördinator interieurvormgeving: Raf Van Den Storm tel: 02/466.13.99
♦ Hogeschool Sint-Lukas Brussel
Paleizenstraat 70 1030 Brussel tel: 02/250.11.00 fax: 02/250.11.11 Directeur: W. Degreef Afdeling interieurvormgeving Afdelingshoofd interieurvormgeving: Rik Denys tel & fax: 03/652.06.36
♦ Katholieke Hogeschool Mechelen
Departement Coloma Colomalaan 1 2800 Mechelen tel: 015/41.09.46 fax: 015/42.38.60 Departementshoofd: A. Verbeeck Opleidingscoördinator interieurvormgeving: Koen Kennes tel: 075/81.90.21 fax: 015/27.00.06
27
28
BEROEPSPROFIEL INTERIEURVORMGEVING
BIJLAGEN
BIJLAGE 1: Brieven van de beroepsverenigingen. BIJLAGE 2: Enquête afgestudeerden.
Een kopie van deze bijlagen kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.