DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
Van Blackboard naar Dokeos : pluspunten van een open source leerplatform
Jean-Marie Maes Coo¨rdinator Digitaal Leren, Hogeschool Gent
1. ELO’s en leren 2. Blackboard in Vlaanderen : eerste liefde blijft niet duren ? 3. Hogeschool Gent : de zachte migratie van Blackboard naar Dokeos 3.1. Integratie met backoffice 3.2. De migratie van cursussen 3.3. Ervaringen van gebruikers 3.4. Dokeos en onderwijsvernieuwing 3.5. Project voor secundair (en avond-)onderwijs 3.6. Verdere vernieuwingsimpulsen via stageopdrachten 4. Voordelen en risico’s verbonden aan open source ELO’s 5. Conclusies Noten
Contactgegevens :
[email protected],
8 digitaal-leren.hogent.be
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
189
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
Krachtlijnen Elektronische leeromgevingen (ELO) hebben de hogescholen en universiteiten ingepalmd en duiken steeds meer in secundaire scholen op. Het gaat hier duidelijk om meer dan een kortstondige hype. Wat betekent dat voor het onderwijs ? In Vlaanderen was net als in Nederland Blackboard toonaangevend. Recent zijn een groeiend aantal hogescholen en universiteiten overgestapt naar de open source omgeving Dokeos. Hogeschool Gent migreerde geleidelijk aan van het commercie¨le product Blackboard naar de open source leeromgeving Dokeos. Deze bijdrage geeft aan wat de voordelen en de mogelijkheden zijn van een open source leeromgeving aan de hand van concrete voorbeelden die in een commercie¨le omgeving niet of veel moeilijker realiseerbaar zijn.
190 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
1. ELO’s en leren
&
elektronische
Elektronische leeromgevingen (ELO’s) hebben in korte tijd het onderwijs
leeromgeving
ingepalmd. Ze zijn daarmee de eerste onderwijsgerichte toepassing die op zo’n ruime schaal ingang vond. Voor het eerst lijkt er in de verdere ontwikkeling van de leerplatformen ook echte continuı¨teit te zitten. Wat maakt deze producten zo succesvol ? De eerste versies van leeromgevingen bestonden uit een set van min of meer goed geı¨ntegreerde internettools met een min of meer eenvormige interface. Die hulpmiddelen, zoals discussiefora, agenda, kalender, mail, bestandsuitwisseling, enz., bestonden ook los, maar je moest telkens weer gebruikers invoeren en voor elk van die toepassingen de administratie doen. In leeromgevingen werden die toepassingen nu gebundeld, wat het gebruiks- en beheersgemak sterk verhoogde. Het werd ook snel mogelijk om in zo’n omgeving allerlei bestandstypes op te laden. Dat is een reusachtig pluspunt voor de gewone gebruiker. Zelfs als die alleen vertrouwd is met een tekstverwerker of een presentatieprogramma zoals PowerPoint of Impress (Open Office alternatief), kan hij nu informatie presenteren in een webinterface. Met andere woorden, de instapdrempel ligt laag genoeg om ook de modale computergebruiker over de streep te halen. Gevorderde computergebruikers vonden dat in het begin maar niets. Ze waren immers best in staat om zelf min of meer professioneel ogende websites in elkaar te steken. Natuurlijk kun je webpagina’s in een leeromgeving opnemen en uiteindelijk zagen ook de computerpioniers wel in dat een leeromgeving heel wat tijdswinst mogelijk maakt en net zo goed origineel en gevorderd materiaal kan bevatten. Het is voor hen overigens een uitdaging om de grenzen van het systeem af te tasten en waar mogelijk te verleggen.
uitgangspunt :
Elektronische leeromgevingen zijn bedoeld voor het onderwijs. Ze mikten
grotendeels
oorspronkelijk uitsluitend op het hoger onderwijs, maar nu raken leerom-
pragmatisch en
gevingen in toenemende mate in secundaire scholen ingeburgerd. In de VS is
praktisch
die ontwikkeling al wat langer aan de gang en daardoor ook duidelijker. Toch blinken de meeste leeromgevingen niet uit in een originele pedagogische visie. Het uitgangspunt van de meeste leeromgevingen is pragmatisch en praktisch. Slechts een minderheid is ontworpen vanuit duidelijke en up-todate pedagogische principes. Veruit de meeste leeromgevingen zijn opgebouwd vanuit een vrij traditionele cursusmetafoor of bevatten in het beste geval tools die vanuit verschillende onderwijsvisies bruikbaar zijn. Pas nu ze zo succesvol zijn geworden, neemt de aandacht voor digitale didactiek sterk toe, wat o.m. blijkt uit de gelijknamige website (8 www.digitaledidactiek.nl) van het Nederlandse Surf. Surf is de samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek op het gebied van netwerkdienstverlening en informatie- en communicatietechnologie (ICT) in Nederland. De site di-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
191
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
gitale didactiek is een van de talrijke Surfprojecten. De site behandelt specifieke onderwerpen die te maken hebben met het didactisch verantwoorde gebruik van ICT in het onderwijs. Ze worden gepresenteerd in de vorm van ‘ideee¨n’, dat zijn volgens een vast stramien uitgewerkte scenario’s die beschrijven hoe je het best bij de implementatie van een ‘idee’ te werk kunt gaan. Leerobjecten :
Recente leeromgevingen zijn veelal gebouwd op basis van een CMS (content
herbruikbare
management systeem), wat o.a. het hergebruik van materiaal (‘leerobjec-
inhouden... p. 107
ten’) sterk vergemakkelijkt. Een aantal vertrekt vanuit een duidelijke didactische visie, veelal gebaseerd op het constructivistische leerparadigma. Dat
eWorkz als constructief
gaat ervan uit dat leren veel efficie¨nter verloopt als leerlingen hun kennis zelf in een realistische context opbouwen.
leren, p. 140
Recente onderzoeken over het rendement van elektronische leeromgevin-
sleutel tot
gen leveren niet bepaald denderende resultaten op. In het beste geval kun je met inzet van ELO’s soortgelijke resultaten behalen als in een meer klassieke lessituatie. Het uitgangspunt van een aantal van die onderzoeken (vnl. Amerikaanse) zorgt voor een vertekend beeld. In vele landen waar afstanden een belangrijke rol spelen, zoals in de VS of in de Scandinavische landen, worden leeromgevingen vooral gebruikt voor distance learning. blended learning
De situatie in Vlaanderen en Nederland verschilt hier grondig van. In onze landen worden ELO’s vooral bij het reguliere onderwijs ingeschakeld. Daarbij wordt gestreefd naar een ideale mix, het zogenaamde ‘blended learning’, van face to face en ELO-gebruik, waarbij beide leervormen aanvullend en versterkend worden ingezet. Uit geslaagde concrete voorbeelden kun je beslist concluderen dat deze combinatie winst kan opleveren. Natuurlijk hangt veel af van de kwaliteit van het ELO-gebruik, maar dit geldt net zo goed voor de kwaliteit van een gewone les of een handboek.
gericht op de gewone
Samenvattend kunnen we concluderen dat elektronische leeromgevingen
gebruiker
‘are here to stay’. Ze zijn niet het zoveelste pakket met een korte en onsuccesvolle onderwijscarrie`re. Ze richten zich niet in de eerste plaats op de computer literates en pioniers, maar op de gewone gebruiker. In een combinatie met bestaande lesvormen kunnen mooie resultaten worden bereikt. Het inzetten van ELO’s gaat goed hand in hand met onderwijsvernieuwingsprojecten, omdat ELO’s de nodige hulpmiddelen bieden op het vlak van communicatie en groepswerking, waardoor bijvoorbeeld peer to peer werk en projectondersteuning relatief eenvoudig kunnen worden georganiseerd.
192 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
2. Blackboard in Vlaanderen : eerste liefde blijft niet duren ?
&
de pioniers in
In Nederland had Blackboard een vliegende start genomen. Dat lag toen
Vlaanderen
vooral aan de lage instapdrempel in vergelijking met het toen internationaal dominante WebCT. Vlaanderen kon niet achterblijven. Via de overleggroep Teleteaching in de Vlaamse Hogescholenraad werd een raamakkoord onderhandeld waardoor hogescholen relatief voordelig in de basisversie van Blackboard konden instappen (najaar 2000). Heel wat hogescholen gingen op dat aanbod in. In vergelijking met Nederland was het merkwaardig dat in Vlaanderen voornamelijk hogescholen pioniers waren, terwijl in Nederland vooral universiteiten het voortouw namen. Een dergelijke basisversie heeft voor de hand liggende nadelen. Integratie met de eigen backofficesystemen (studenten- en personeelsadministratie bijvoorbeeld) is niet mogelijk. Na enkele jaren gestage groei van het ELOgebruik stonden vele hogescholen voor een moeilijke beslissing. Zouden ze de stap zetten naar het volwaardige ‘learning system’ met alle verstrekkende gevolgen op het financie¨le vlak, of zouden ze migreren naar een alternatief en zo ja, welk ? Concurrerende commercie¨le producten waren in het beste geval slechts marginaal voordeliger dan Blackboard en boden om die reden niet echt een goed alternatief. De zoektocht leidde bijna automatisch naar open source softwareoplossingen. Die waren enkele jaren geleden nog vrij schaars en niet altijd van het niveau van de commercie¨le producten. Open source biedt een aantal principie¨le voordelen die in andere bijdragen al uitvoerig worden behandeld. Bovendien sluit open source goed aan bij de academische tradities van vrij en open onderzoek. De Gentse universiteit was nog niet van start gegaan met een elektronische leeromgeving en koos onmiddellijk voor open source software (Claroline1, de voorganger van Dokeos). De Associatie UGent nam vrij snel dezelfde beslissing. Voor Artevelde Hogeschool en Hogeschool Gent was dit geen evidente beslissing, omdat Blackboard op beide instellingen al goed was ingeburgerd. Blackboard is in het algemeen ook een stabiel en degelijk product. De redenen waarom er dan toch voor een migratie werd gekozen, waren divers. Een uitgesproken zwak punt van Blackboard is de ondersteuning. Hoge-
nadelen Blackboard
school Gent heeft (net als vele andere gebruikers) daar bijna uitsluitend negatieve ervaringen mee gehad. Vooral vanaf versie 6 doken er hardnekkige problemen op die niet werden opgelost. Klachten daarover (tot op het hoogste niveau) lokten wel een kleine lawine aan telefoons en mails uit, maar brachten enige oplossing geen stap dichterbij. Het feit dat je als klant geen enkele impact hebt op de ondersteuning, is een belangrijk negatief aspect van commercie¨le software en dat wordt pijnlijk duidelijk als die ondersteuning nagenoeg achterwege blijft of blijkbaar bijzonder inefficie¨nt is georganiseerd. Een tweede duidelijk nadeel bij Blackboard is de onduidelijk-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
193
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
heid van de kostprijs van de integratie met de eigen backofficetoepassingen. Ervaringen van andere gebruikers hiermee waren zeker niet geruststellend. Overschakelen van de basisversie naar de volledige, is dan ook voor een belangrijk deel een stap in het onbekende, zowel wat kostprijs als wat het tijdsbestek betreft waarin de koppeling met de eigen systemen kan worden gerealiseerd. Op beide punten biedt open source software betere garanties. voordelen open
Toegang tot de code maakt het mogelijk eventuele bugs desnoods zelf zo
source software
snel mogelijk op te lossen en diezelfde toegang maakt ook een koppeling met de eigen systemen veel eenvoudiger. Ten slotte speelden financie¨le redenen ook een rol. De keuze voor open source software werd terecht niet beschouwd als een snelle manier om op korte termijn geld te besparen. Integendeel, er werd besloten om de financie¨le besparingen in een blijvende investering in ontwikkelaars om te zetten, zodat de hogeschool actief mee de route zou kunnen uitstippelen waarlangs Dokeos zich verder zou ontwikkelen. Omdat Blackboard voor veel gebruikers al een goed ingeburgerde omgeving was, werd er uiteindelijk voor een zachte, geleidelijke migratie naar Dokeos gekozen.
&
3. Hogeschool Gent : de zachte migratie van Blackboard naar Dokeos
migratie naar
In het academiejaar 2003-2004 werd Claroline/Dokeos uitvoerig intern ge-
Dokeos
test. De koppeling met de eigen systemen, zowel LDAP2 voor authenticatie als de studenten- en personeelsadministratie, werden voorbereid en konden op relatief korte termijn tot stand worden gebracht. Vervolgens werd er een migratietool ontwikkeld en ter beschikking gesteld van het personeel. Dokeos 1.5.4 werd op basis van het voorgaande bij de start van het academiejaar 2004-2005 in productie genomen. Parallel daarmee bleef de basislicentie van Blackboard doorlopen. De reden daarvoor was vooral het ontbreken van een volwaardige oefeningenmodule in Dokeos met bijbehorende registratie van resultaten. Dat maakte het onmogelijk het oefeningenmateriaal uit Blackboard te migreren. Hoewel maar een minderheid van de oefeningenmodule in Blackboard gebruik maakte, wilden wij die meest actieve gebruikers zeker niet ontmoedigen. Daarom werd er besloten de volledige migratie een jaartje uit te stellen, in afwachting dat het ambitieuze Curiosproject van UGent beschikbaar zou worden. Curios zou een oefenomgeving worden met de mogelijkheden en ambities van de marktleider Question Mark Perception, maar dan makkelijker in gebruik. In het academiejaar 2005-2005 werden nieuwe cursussen in principe alleen in Dokeos aangemaakt. Een aantal departementen voltooiden de migratie meteen tijdens datzelfde academiejaar, een aantal departementen zullen pas bij de start van het academiejaar 2005-2006 volledig migreren.
194 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
Ondertussen deden de medewerkers van ‘Digitaal Leren’ van de Hogeschool Gent – de cel die o.m. de migratie van Blackboard naar Dokeos begeleidde – ruime ervaring op met Dokeos, zowel op het vlak van de gebruikers als op het technische vlak. Er waren vorig academiejaar ruim 1000 cursussen in gebruik voor ruim 14000 gebruikers. We verwachten meer dan een verdubbeling van het gebruik op het ogenblik dat de migratie van Blackboard zal zijn voltooid (najaar 2005). Op een aantal van die ervaringen wordt dieper ingegaan in wat volgt. De beschreven voorbeelden zijn precies haalbaar gebleken, omdat Dokeos open source is. In een gesloten omgeving hadden we die onmogelijk zo snel kunnen realiseren of tegen een veel hogere kostprijs en op een beperktere schaal. 3.1. Integratie met backoffice Zoals al vermeld, is de soepele integratie met de eigen backofficesystemen
soepele integratie
een van de belangrijke voordelen van het gebruik van open source software. Die integratie gaat op Hogeschool Gent heel ver. Alle curriculumcursussen (dat zijn de officie¨le opleidingsonderdelen) worden niet alleen automatisch in Dokeos gegenereerd, maar alle studenten komen ook automatisch in de cursussen van hun persoonlijke curriculum terecht. Alle wijzigingen in het administratieve systeem worden elke nacht in Dokeos verwerkt. Dit is bijvoorbeeld het geval als een student een ander keuzevak kiest. Hetzelfde geldt voor het personeel. Docenten worden automatisch (mede)cursusbeheerder in de cursussen van hun lesopdracht. Willen zij een curriculumcursus gebruiken in Dokeos, dan moeten ze die gewoon ‘aanmaken’, wat met een klikje is gebeurd. Is de cursus klaar voor gebruik door studenten, dan maken ze die in Dokeos actief en pas dan wordt de cursus ook voor de student in zijn cursuslijst zichtbaar. Op die manier worden studenten niet met een lijst van ongebruikte cursussen geconfronteerd. In het academiejaar 2005-2006 wordt er nog een extra stap gezet. In die gevallen waarin (klas)groepen in het administratieve pakket gedefinieerd zijn, wordt het mogelijk die groepen aan groepen in Dokeos te linken. Zo kunnen groepen automatisch door de klassengroepen worden ‘bevolkt’. Dat is in vele gevallen heel nuttig, o.a. wanneer klassengroepen voor het geheel of een deel van het opleidingsonderdeel een verschillende docent hebben. Een inloopprobleem bij een dergelijke ver doorgedreven integratie bestond hierin dat de administratie zich bewust moest worden van het belang van een snelle verwerking van de gegevens. Aangezien studenten en docenten bij hen kwamen aankloppen, verliep die mentale verschuiving in het algemeen vrij vlot. Het gevolg van die doorgedreven integratie is dat studenten
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
195
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
en docenten zich niet om hun eigen gegevens en inschrijvingen hoeven te bekommeren. Meteen is het hele systeem een dubbelcheck van de administratieve data. Als daar een vergissing gebeurt, dan komt die via Dokeos snel aan het licht. Dat is vooral belangrijk gebleken voor de talrijke aanpassingen in het administratieve pakket in verband met de bachelor-masterstructuur. Die aanpassingen veroorzaakten een aantal extra problemen die eigenlijk niet met de leeromgeving zelf te maken hebben, maar daar wel tot uiting zijn gekomen. integratie in e´e´n
Er zijn natuurlijk nog vele andere voorbeelden waarin Dokeos nuttig kan
systeem
worden ingezet en die buiten het bestek van opleidingsonderdelen vallen. Hogeschool Gent koos ervoor om alles in e´e´n systeem te integreren. Universiteit Gent heeft daarvoor een andere server opgezet. Naast de curriculumcursussen bestaan er ‘algemene’ cursussen. Die kunnen op eenvoudige vraag worden aangemaakt en kunnen worden ingezet voor talrijke zeer uiteenlopende zaken. Zo zijn er veel voorbeelden waarin Dokeos gebruikt wordt als communicatie- of samenwerkingsplatform en voor de ondersteuning van specifieke projecten op de hogeschool, interne, maar ook met derden en internationaal. Voor die cursussen is een automatische registratie van gebruikers niet mogelijk. Een cursusbeheerder beschikt wel over de nodige instrumenten om snel groepen gebruikers in te schrijven. Het gebruikersbeheer is ook voor deze cursussen efficie¨nt en uniform. 3.2. De migratie van cursussen
geen volledige
De migratie werd doelbewust niet volledig geautomatiseerd. In een leerom-
automatisering
geving die een aantal jaren in gebruik is geweest, zit onvermijdelijk heel wat overtolligs. Wij wilden alleen maar migreren wat echt nog in gebruik is. Het is de docent zelf die actie moest ondernemen om de migratie van een of meer van zijn cursussen in gang te zetten. We vroegen de docenten uitdrukkelijk om hun cursussen op te schonen. De migratie zelf bestond uit twee stappen : n
n
de cursus exporteren uit Blackboard : ook daarbij kon de docent de items selecteren die moesten worden gemigreerd; de cursus importeren in Dokeos : dit duurt in de regel maar enkele seconden en indien de docent dat wilde, kon hij opnieuw elementen selecteren of deselecteren.
De migratie grijpt nergens in op Blackboard. Voor de migratie gebruiken we de exportfunctie van Blackboard zelf, zonder op enige wijze op de data in te grijpen. De importfunctie is intussen aangepast en uitgebreid voor Dokeos 1.6.
196 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
3.3. Ervaringen van gebruikers De reacties en ervaringen van gebruikers zijn overwegend positief. Het ge-
gebruiksgemak
bruiksgemak van Dokeos wordt sterk op prijs gesteld. Dokeos overtreft Blackboard in dat opzicht. Het feit dat het nu mogelijk is geworden erg kort op de bal te spelen, wordt ook algemeen heel positief ingeschat. Dat geldt niet alleen voor bugs, waarvan de meeste op heel korte termijn kunnen worden weggewerkt, maar ook voor kleine wijzigingen en verbeteringen op suggestie van de gebruikers. Zo werd op hun vraag de mogelijkheid gecree¨erd om de gebruikerslijst van een cursus in een aantal direct bruikbare formaten af te drukken. Hogeschool Gent telt dertien departementen op diverse campussen in Gent,
subadministrators
Melle en Aalst, met een vrij grote graad van autonomie. Om de drempel zo laag mogelijk te houden en een goede communicatie met de eindgebruikers te bevorderen, cree¨erde ‘Digitaal Leren’ een systeem van subadministrators in Dokeos. Op die manier kunnen beheerstaken flexibel worden toegekend aan coo¨rdinatoren op de departementen zelf. Zij staan het dichtst bij de eindgebruikers en ze zijn evident het best op de hoogte van de lokale vragen en problemen. Zij maken de algemene cursussen aan voor hun departement. Er is geregeld overleg met alle coo¨rdinatoren, waardoor ervaringen formeel kunnen worden gedeeld en plannen besproken. De invoering van Dokeos zien we dan ook niet als een top-down gebeuren, maar bottom-up is voor ons zeker even essentieel : pas als de informatie van de gebruikers vlot ‘Digitaal Leren’ bereikt, is het mogelijk soepel in te spelen op de ree¨le vragen en problemen van eindgebruikers. 3.4. Dokeos en onderwijsvernieuwing change
De invoering van een elektronisch leerplatform, de migratie naar een ander
management
platform, het introduceren van nieuwe onderwijsvormen, dat zijn allemaal voorbeelden van veranderingen. Om de kans op succes van veranderingsprocessen te vergroten, is een vorm van change management aangewezen. Op Hogeschool Gent is er bewust voor gekozen om het promoten van het gebruik van een ELO waar zinvol aan nieuwe onderwijsvormen te koppelen. ‘Digitaal Leren’ is (het grootste) onderdeel van Onderwijsontwikkeling en -innovatie. Bij de keuze van de ontwikkelingsdoelen in Dokeos houden we o.a. rekening met de didactische meerwaarde van die ontwikkelingen. Ee´n duidelijk voorbeeld daarvan is het uitbouwen van de groepsfunctionaliteit. Die was in 1.5 nog erg beperkt en vooral heel statisch. In 1.6 kunnen groepseigenschappen verschillen van groep tot groep, zijn subgroepen mogelijk en beschikken de groepen nu over de volledige functionaliteit van de documen-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
197
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
tentool. Later komen behalve forums, ook de agenda en de aankondigingen op groepsniveau beschikbaar. Op Hogeschool Gent voegen we daar nog een ‘wiki’3 aan toe. De bedoeling is na te gaan hoe die kan worden ingezet bij kennisopbouw in diverse projecten en bij peersamenwerking in groepen. Het gebruik van
Wiki’s zijn een succesvol voorbeeld van hoe samenwerking snel tot mooie
wiki’s in het
resultaten kan leiden. We zijn ervan overtuigd dat via de groepstool samen-
onderwijs, p. 119
werkingsprojecten, peer-to-peer werk en andere vormen van samenwerkend leren efficie¨nt kunnen worden ondersteund, veel efficie¨nter en eenvoudiger dan dit het geval is bij Blackboard.
tools uit de prive´-context
Het is beslist ook zinvol om de tools op te volgen die jonge mensen in een prive´-context gebruiken. Voorbeelden zijn te vinden op het vlak van mobiele communicatie en het exponentieel toenemende gebruik van weblogs die wel een populair en persoonlijker alternatief zouden kunnen worden voor portfolio’s. Zogenaamde ‘social software’ is nog zo’n voorbeeld. Het maakt het mogelijk om via een eenvoudige webinterface je eigen persoonlijke sociale netwerk te managen. Dergelijke tools hebben nagenoeg alle te maken met (persoonlijke) communicatie en informatieverspreiding. Het gaat om toepassingen met een eenvoudige webinterface, een lage instapdrempel en een open, dynamische structuur. RSS (Really Simple Syndication)4 is nog zo’n voorbeeld van een eenvoudige, maar krachtige tool. RSS komt uit de wereld van de weblogs. Het maakt het mogelijk op e´e´n plaats op de hoogte te blijven van alle nieuwigheden van het snel groeiende aantal websites die RSS ondersteunen. Ze zijn een zinvol alternatief voor nieuwsbrieven allerhande die een belasting vormen voor je mailbox en sowieso nooit meer dan een samenvatting achteraf kunnen leveren voor de nieuwe elementen in een website. Gebruikers van Dokeos aan de hogeschool kunnen RSS gebruiken om op de hoogte te blijven van nieuwe items in de leeromgeving. Zo hoeven ze niet eerst in Dokeos in te loggen om te kijken of er iets nieuws is.
vele projecten voor
Er zijn op Hogeschool Gent nog vele projecten waarin Dokeos en onderwijs-
onderwijs-
vernieuwing hand in hand gaan. Een van de departementale onderzoeks-
vernieuwing
projecten (TRACE) heeft studenten- en trajectbegeleiding als onderwerp. Het is de bedoeling een programma tot stand te brengen dat voor studenten, coaches, begeleiders, enz. een bruikbaar instrument is. Het wordt in nauw overleg ontwikkeld met ‘Digitaal Leren’ en zal later werken als een plugin bij Dokeos. Verder vermelden we nog de samenwerking van de Hogeschool in het Surfproject over digitale didactiek, met hun bekende en alom geprezen website (8 www.digitaledidactiek.nl). Digitale Didactiek wordt als onderwijsvernieuwingsproject gesubsidieerd door Surf. Stichting Surf is zoals al vermeld de samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek op het
198 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
gebied van netwerkdienstverlening en informatie- en communicatietechnologie (ICT). De hogeschool heeft o.m. een aantal bijdragen geleverd tot de website. een stevige
De ontwikkeling van open source software is zelf sterk afhankelijk van de
ontwikkelings- en
inbreng van de gebruikers en intense samenwerking is zonder meer een
gebruikersbasis
vereiste voor de betrokken ontwikkelaars. De filosofie van open source sluit dan ook nauw aan bij hoe we een leeromgeving zien. Een stevige ontwikkelings- en gebruikersbasis is een garantie voor continuı¨teit bij open source ontwikkelingen. Vandaar dat Hogeschool Gent inspanningen wil doen om de gebruikersbasis te vergroten via een ondersteuningsproject voor scholen voor secundair onderwijs. 3.5. Project voor secundair (en avond-)onderwijs Open source projecten hebben een brede gebruiksbasis nodig voor hun continuı¨teit. Scholen voor secundair onderwijs beschikken evenwel vaak niet
totaalpakket
over de nodige middelen (financieel of knowhow) om een leeromgeving op te zetten. Om die redenen is Hogeschool Gent gestart met een kleinschalig project, waarbij scholen secundair (en avond-) onderwijs een volledige open source softwareoplossing krijgen aangeboden. Het pakket bestaat uit een door ons gehoste Dokeosinstallatie, een administratoropleiding en een pedagogische gebruikersopleiding. De hogeschool beschouwt dit als een vorm van maatschappelijke dienstverlening en tegelijk als public relations naar potentie¨le studenten. Het geheel wordt tegen kostprijs aangeboden. Wij hopen dat op die manier in secundaire en avondscholen langzamerhand een Dokeos-gebruikersgroep wordt gecree¨erd. Wij zijn ervan overtuigd dat zij vanuit hun situatie nieuwe vragen zullen stellen aan de ontwikkeling van Dokeos, die het product alleen maar ten goede kunnen komen. Dat is intussen al gebleken. Op hun vraag hebben we de mogelijkheden voor invoer van gebruikersgegevens via bestanden aanzienlijk verruimd en versoepeld. We verwachten ook veel aandacht voor pedagogische toepassingen. Ook dat kan alleen maar een positieve bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van Dokeos. Van hun kant krijgen secundaire scholen toegang tot een uitgebreide leeromgeving die ze zonder enige beperking in hun onderwijsproject kunnen inschakelen. De hogeschool biedt daarbij niet alleen technische en didactische ondersteuning, maar is ook van plan bij te dragen tot verdere ontwikkelingen in Dokeos die zijn gebaseerd op de specifieke wensen van secundaire scholen. Dat kan bijvoorbeeld via een stageopdracht.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
199
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
3.6. Verdere vernieuwingsimpulsen via stageopdrachten verdere uitwerking
Open source maakt het mogelijk om zelf bij te dragen tot de ontwikkeling
via stagiairs
van de software. ‘Digitaal Leren’ draagt daar niet alleen zelf rechtstreeks toe bij. De dienst speelde daarop in door een aantal stagiairs uit informaticaopleidingen specifieke opdrachten te laten uitwerken die verband houden met Dokeos. Op die manier is het mogelijk bepaalde ontwikkelingen een flinke impuls te geven. Twee studenten legden vorig academiejaar de basis voor een content management systeem in Dokeos. Dit jaar zullen weer een paar stage- en eindwerkopdrachten dit systeem verder uitwerken. Een van de stageopdrachten zal volledig worden gewijd aan uitbreidingen waarvoor het secundair onderwijs vragende partij is, zoals een puntenboekje en een reservatietool.
&
4. Voordelen en risico’s verbonden aan open source ELO’s
voordeel : eigen
Alle beschreven voorbeelden waren maar te verwezenlijken omdat Dokeos
inbreng
open source software is. We hadden hetzelfde op zo’n korte termijn nooit met een commercieel product kunnen bereiken. Bovendien bood open source software ons de mogelijkheid eigen accenten te leggen in de ontwikkeling op die aspecten die we belangrijk achten voor onze gebruikers en voor de toekomst van Dokeos. Daarbij houden we terdege rekening met de doelstellingen die we willen bereiken op het vlak van onderwijsvernieuwing en -innovatie. Die vergaande eigen inbreng is bij een commercieel product ondenkbaar.
open source hype
Zijn er dan aan open source software geen risico’s verbonden ? Die zijn er zeker. Er is op dit ogenblik iets als een open source hype. Op zich is dat niet negatief, zolang men maar kritisch blijft staan tegenover zichzelf. Door die hype dreigt die kritische zin wel eens te verbleken.
gevaar voor
Er zijn heel wat nieuwe open source software initiatieven in het veld van de elektronische leeromgevingen. Die nieuwe producten hebben het voordeel
versnippering
dat ze vertrekken vanuit de nieuwste ontwikkelingsvisies. Ze zijn bijvoor-
nieuwe initiatieven :
beeld nagenoeg zonder uitzondering op een content management systeem gebouwd, wat heel wat winst betekent op het vlak van efficie¨nte opslag (volgens het bekende adagio ‘store once, use many’) en mogelijkheden biedt voor bijvoorbeeld portfolio-opbouw. Door die vele nieuwe initiatieven dreigt er ongetwijfeld een gevaar voor versnippering. Een ELO heeft een brede ontwikkelings- en gebruikersbasis nodig (ook internationaal) om te kunnen blijven bestaan en evolueren. Een te groot aanbod van ELO’s kan verstorend werken. Dokeos was tot voor kort een vrij kleinschalig project. Nu er steeds meer hogescholen en universiteiten instappen en bijdragen aan de ontwik-
200 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
keling, is het een uitdaging geworden om de organisatie nog voldoende efficie¨nt en soepel te laten verlopen. Dit soort managementproblemen doet zich uiteraard ook bij commercie¨le producten voor, maar bij open source projecten worden beslissingen zo veel mogelijk bij consensus genomen. Met de groei van de ontwikkelingsgemeenschap van Dokeos is dit nog moeilijk volstrekt te handhaven. Dokeos is een afsplitsing van Claroline en het zou beslist een heel funeste ontwikkeling zijn, mochten zich weer andere producten afsplitsen ten gevolge van onenigheid bij de ontwikkelingsgroep. Er is niet echt ervaring aanwezig bij Dokeos over het managen van een groeiend open source ontwikkelingsproject. Dat wordt dus beslist een van de belangrijke uitdagingen voor de nabije toekomst.
5. Conclusies
&
Het is niet vanzelfsprekend een intensief gebruikte leeromgeving voor een andere in te ruilen. Het is een ingrijpende wijziging die goed moet worden voorbereid. De migratie zelf is tot nu toe relatief vlot verlopen. Natuurlijk rijzen er bij elke introductie van een uitgebreide omgeving zoals Dokeos een aantal problemen. Het grote voordeel van open source software is precies de mogelijkheid om bij dergelijke problemen snel in te grijpen. De meeste bugs kunnen snel worden weggewerkt. De belangrijkste ergernissen hebben veeleer te maken gehad met de wijzigingen in de administratieve software in verband met de bachelor/masterhervorming. Het gebruik van open source software heeft het mogelijk gemaakt belangrijke initiatieven te nemen voor de verdere ontwikkeling van Dokeos met o.m. het inzetten van stagiairs. De hogeschool kan zo voor een deel de richting mee bepalen waarin Dokeos zal evolueren. Bij een commercieel product kan een hogeschool nooit een dergelijke impact hebben. De hogeschool draagt met het initiatief tot ondersteuning van secundaire scholen bij het gebruik van Dokeos zowel bij tot de verruiming van de gebruikersbasis van het leerplatform, als tot het didactisch verantwoorde gebruik van de omgeving in de scholen zelf. De keuze van de hogeschool om de introductie en het gebruik van een leeromgeving in de ruimere context van onderwijsinnovatie te zien, is heel belangrijk. Op die manier wordt de aandacht in de eerste plaats op inhoudelijke aspecten gericht, meer dan op louter technische. Recent is het aantal instellingen dat naar Dokeos is gemigreerd of dat overweegt, snel toegenomen. De uitdaging voor de toekomst is die snelle groei op te vangen in een coherent samenwerkingsverband waarin alle instellingen zich kunnen vinden.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
201
DEEL 4
&
MIGRATIE VAN GESLOTEN NAAR OPEN SOFTWARETOEPASSINGEN
Noten 1.
2.
3. 4.
Een citaat uit het verslag dat de keuze motiveert : ‘‘Met de keuze en de aankoop van commercie¨le ELO software zijn de problemen voor de instelling nog lang niet opgelost. Noch Blackboard, noch enig ander commercieel systeem biedt ons inziens op dit ogenblik voldoende meerwaarde om een aankoop te verrechtvaardigen. Bovendien is de dienstverlening van Blackboard niet van die aard dat het de meerkost verantwoordt. Open source software, in het bijzonder het door de Universiteit Gent gekozen Claroline, hebben alle basisfunctionaliteit en kunnen vlotter aangepast worden aan universitaire didactische modellen. De volledige beschikking over de code en de vrijheid om deze zelf aan te passen met totale onafhankelijkheid van een commercie¨le firma zijn belangrijke troeven voor de instelling.<\n>In open source wordt een groot aantal producten aangeboden die voor een ELO inzetbaar zijn. De meest uitgebreide ontlopen elkaar evenwel weinig qua functionaliteit. De keuze voor Claroline is daarom vooral gebaseerd op het feit dat deze ELO wordt ontwikkeld aan de UCL, zodat samenwerking op een vlotte manier kan verlopen en ook face-to-face contact geen probleem is’’. LDAP staat voor Lightweight Directory Access Protocol. Je kunt het systeem vergelijken met een elektronische telefoongids, maar dan e´e´n waarin meer gegevens zoals gebruikersnamen en paswoorden worden bijgehouden. Het is een protocol dat toegang verschaft tot diverse databanken, zodat die informatie uit die diverse bronnen met eenzelfde loginnaam en paswoord kan worden ontsloten. WIKI : zie http ://nl.wikipedia.org/wiki/Wiki voor meer informatie. RSS (Really Simple Syndication) is een begrip uit de wereld van de weblogs. Informatie van de site wordt via RSS aangeboden in een formaat waarmee andere websites of programma’s deze informatie automatisch in hun eigen omgeving kunnen tonen. Een voorbeeld van zo’n webapplicatie waarmee je gegevens uit andere sites kunt bundelen, is www.bloglines.com.
202 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING