CDA Brummen-Eerbeek
Programma 2014 - 2018
Uw welzijn, onze zorg.
Vóór: een veilige, vitale en sociale plattelandsgemeente.
1
Hoofdstukindeling.
Inleiding.
Het CDA, midden tussen de mensen.
Blz. 3
Hoofdstuk 1. Bestuur en veiligheid.
Blz. 4
Hoofdstuk 2. Ruimtelijke ontwikkeling.
Blz. 5
Hoofdstuk 3. Ruimtelijk beheer.
Blz. 7
Hoofdstuk 4. Economie, werk en sociale voorzieningen.
Blz. 8
Hoofdstuk 5. Samenleving.
Blz. 11
Hoofdstuk 6. Maatschappelijke ondersteuning.
Blz.13
Hoofdstuk 7. Financieel beheer.
Blz.16
2
Inleiding :
Het CDA, midden tussen de mensen.
1 - Wat wil het CDA? De gemeente waarin we wonen is heel aantrekkelijk. Aan de oostzijde ligt het dorp Brummen, omgeven door natuurwaarden, zoals de IJssel en de uiterwaarden. Maar het cultuurlandschap weidegebieden met vee, en ander groen- dragen ook in hoge mate bij aan de "natuurbeleving", dus aan de natuurwaarden. Verder zijn er mooie bossen, houtwallen en beken. Aan de noordwest zijde van de gemeente ligt Eerbeek vlak bij het Veluwe massief, onderdeel van de ecologische hoofdstructuur. Naast de grotere kernen zijn er de kleinere. Enige grote en kleinere landgoederen, historisch tussen de kernen gedrapeerd , bepalen mede de vrij unieke natuurlijke en ook de cultuurlijke waarde van onze omgeving. Een logisch gevolg van de aanwezigheid van schoon grondwater uit het Veluwe massief was, na het graven van de sprengen, de vestiging van papiermolens en wasserijen in het “bedrijvige” Eerbeek. De bedrijven bieden nu nog steeds op directe en indirecte wijze werk aan veel inwoners van de gemeente. Ze zijn van grote economische en sociale waarde. Het zijn de burgers zelf die in belangrijke mate vorm geven aan de leefomgeving. De gemeente kent in de grote kernen alsook in de plattelandsgemeenschap in en rond de kleine kernen een rijk verenigingsleven. Mensen ontmoeten elkaar in verschillende hoedanigheid. Dat schept verbondenheid. Sociale waarden vormen als het ware het cement van de samenleving. We beslissen in de gemeenteraad hoe we het samenleven in de gemeente met elkaar willen inrichten. Met name ook menselijke waarden zijn daarbij in het geding. De CDA- missie is samen te vatten als: verdere duurzame en harmonieuze ontwikkeling van de bovengenoemde waarden. 2- Maar wat wil het CDA nu? We kunnen niet doen alsof er niets aan de hand is. Het CDA constateert allereerst dat de gemeente vergrijst en ontgroent . Dat heeft bijv. financiële gevolgen voor de zorgkosten . Die zullen stijgen. De komende jaren is er nauwelijks economische groei, waardoor de gemeentelijke inkomsten niet zullen toenemen. Ten derde komen er een aantal ingrijpende wetswijzigingen aan. Voor de gemeente meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het terrein van sociale zekerheid,zorg en welzijn. Maar er komen onvoldoende geldmiddelen mee van het Rijk. Dat betekent dat de gemeente de komende tijd krap bij kas zit. En ten slotte is het CDA van mening dat het huidige college nagelaten heeft de gemeente meer elan, meer vitaliteit te brengen. Veel uitdagingen derhalve! Het CDA zal zich daarom sterk maken om de dreigende aantasting van het welzijn in het algemeen en de verschraling in de zorg in het bijzonder, te voorkomen. Zij wil de burgers in de zelfstandige gemeente Brummen toekomst bieden.
Daarom: uw welzijn ,onze zorg! 3- Wat zijn de thema,s waarvoor het CDA zich de komende jaren sterk wil maken? a- We zorgen ervoor dat de mensen zich in de gemeente “thuis” kunnen blijven voelen. Zonder overlast, in leefbare kleine en grote kernen. Een veilige gemeente. b- Het voorzieningenniveau versterken we waar mogelijk . We geven beleidsimpulsen aan de economie. We letten daarbij scherp op duurzaamheid en energieneutraliteit in 2030. Een vitale gemeente. c- De overgang van taken van het Rijk naar de gemeente mag het sociale voorzieningenniveau, en het zorgniveau niet aantasten. Het CDA laat de mensen niet in de kou staan.! Een sociale gemeente. d- De inspanningen om sociaal te vernieuwen, kunnen alleen resultaat hebben als we de bestuurlijke organisatie en de interne organisatie aanpassen. Het CDA zet daarom in op nieuwe bestuurlijke kracht. 4- Hoe houden we in de gaten dat het goed gaat?. De samenleving waar het CDA voor staat, is een samenleving waar je vrij bent, waar je ambities mag hebben, je met elkaar rekening houdt en je elkaar waar nodig helpt en versterkt. Dit is allereerst een verantwoordelijkheid van elke burger zelf. En de eigen initiatieven verdienen onze waardering. Maar sommige problemen kan de burger niet zelf oplossen en dan moet de overheid ze ter hand nemen om ze tot aanvaardbare oplossingen voor de burger te maken. Het CDA wil daarover meebeslissen omdat ze denkt een waardevolle bijdrage te kunnen leveren. Hoe weten we dan welke problemen er leven bij de mensen? Leden en fractieleden van het CDA staan als “verbindingsofficieren” midden in de samenleving. midden tussen de mensen. Zij nemen kennis van wat er leeft in wijkraden, verenigingen,
3
organisaties en maatschappelijke organisaties en laten dit meewegen in hun oordeelsvorming. In de gemeenteraad proberen we dan maatregelen door te voeren. Daarom is gemeentepolitiek van belang. 5-Wat is daarbij de koers van het CDA, de rode draad? Uitgangspunten/visie. Bij het maken van keuzes staat bij het CDA de mens centraal. Als CDA redeneren we niet vanuit tegenstellingen tussen mensen of machtsverhoudingen. Die komen voort uit de strijd om (de verdeling van de) welvaart. We proberen het welzijn van alle mensen te behartigen, waarbij we de meest kwetsbaren scherp in het oog houden. Welzijn is veel meer dan welvaart. Het heeft betrekking op bestaanszekerheid, werk en veiligheid, maar ook op onderwijs, gemeentelijke voorzieningen, onze landelijke omgeving ,ons rijke verenigingsleven en het vermijden van roofbouw op grond en delfstoffen CDA- ers realiseren zich dat aanpakken/werken een bron van inkomen én levensvervulling is. Daar is hij/zij voor verantwoordelijk. Maar niet altijd en niet iedereen - zeker niet de kwetsbare persoon slaagt daar even goed in. Dan moet er zo nodig en mogelijk bijgesprongen worden. We vinden ook, dat er meer is dan geld verdienen. Een mens leeft in sociale verbanden en vormt zo de samenleving. De samenleving en de ( sociale )voorzieningen moeten we samen vormgeven en onderhouden. En we zijn als mensen te “gast” op de kwetsbare planeet aarde. Geen roofbouw op grond en delfstoffen. -------Het CDA, voor goedwillende mensen met een warm kloppend hart.------Waarop zijn de keuzes gebaseerd? Keuzes maken we op grond van onze uitgangspunten maar zijn natuurlijk sterk tijdsafhankelijk. Afhankelijk van wat actueel is. In een crisissituatie liggen de prioriteiten anders dan in een periode van overvloed. Keuzes maken betekent overwegen en uiteindelijk kiezen wat je ( op dat moment het meest) van waarde vindt. Het zijn vooral de menselijke waarden, de economische waarden en de 1 natuurwaarden die een rol hebben gespeeld bij de keuzes. U kunt in de volgende hoofdstukken lezen hoe we dit concreet willen verwezenlijken. We volgen daarbij de indeling van de programmabegroting van de gemeente..
1-Bestuur en veiligheid. (Naar een dienende, ondersteunende overheid) 1- Bestuurlijke aangelegenheden 2 --Gemeentelijke samenwerking. . Bij een vitale en zelfstandige plattelandsgemeente hoort ook een vitaal bestuur. Inwoners van Brummen hebben daar recht op. We willen dat de gemeente ambities heeft met betrekking tot de dienstverlening , maar ook slagvaardig en adequaat reageert. Is het bestuur daar voor toegerust ? Op dit moment worden er in overleg met andere gemeenten diverse beleidslijnen op regionaal niveau uitgezet. Maar er is geen samenhang in de samenwerking. Het is een lappendeken. Goede controle en tijdige bijsturing is lastig. De gemeente moet vanwege het overhevelen van taken van het Rijk naar de gemeente nog meer, en kwalitatief hoogwaardig werk uitvoeren. Kan ze dat in kwalitatieve en kwantitatieve zin aan? En dat met een krap budget ? We verwachten dat ze gedwongen wordt nog meer de samenwerking te zoeken. Daarom wil het CDA in deze zittingsperiode verkennen of een vorm van stabiele en intensieve samenwerking met één of meerdere andere gemeenten de kwaliteit van het beleid, en de effectiviteit en de efficiency van de uitvoering en de dienstverlening kan verhogen. Eventueel wil ze er in deze periode naar toe werken. Met wie samenwerken? Het CDA wil dat doen vanuit een waarden oriëntatie. We kiezen ervoor plattelandsgemeente te blijven. De oriëntatie op landschappelijke waarden ( natuur en cultuurwaarden), menselijke waarden en sociale waarden leidt daartoe. Verstedelijking lokt niet. Een fusie is een brug te ver. Bestuur dat herkenbaar en bereikbaar is voor de burgers; een hoogwaardige dienstverlening en aanspreekpunten minimaal in Eerbeek en Brummen is voorwaarde.
1
Zie voor een korte toelichting op waarden en normen de website, www,cdabrummen.nl , link bovenbalk;afdeling;gemeenschapszin. 2 De normen die we aanleggen zijn de Inrichtingsindicatoren:duurzaamheid, soliditeit, effectiviteit, menselijke maat en gespreide verantwoordelijkheid.
4
--Organisatieontwikkeling en gedragsverandering. Een krappe beurs,extra taken, en meer luisteren en inspelen op wat de burgers echt nodig hebben vragen om een adequaat bestuur en ambtelijk apparaat. Het tot nu toe grotendeels aanbodgericht handelen, dient te kantelen naar het zoveel mogelijk voldoen aan de vraag van de burger. Zowel bestuurlijk als ambtelijk dient een andere houding - een meer dienstverlenende - aangenomen te worden. En daarom moet er een kanteling van de organisatie plaats vinden, waarbij - vooral de mensen wat hoger in de organisatie - een totaal andere gedachtegang, houding en gedrag moeten vertonen. In de zorgsector moet de specifieke hulpvraag van onderop herkend worden. Want anders komt de vraagsturing - dus van onderop - niet van de grond. Geen standaard aanbod meer, maar vraag gestuurd. Dit betekent minder verticale sturing. Meer horizontaal en flexibel. De rugzak van de gemeente zit niet meer vol met instrumenten en hulpmiddelen.!! Maar de echte hulpbehoevenden mag ze niet in de kou laten staan.! Daar zullen we als CDA op letten. Bij nieuwe ontwikkelingen moet de gemeente het maatschappelijk initiatief niet verdringen, maar stimuleren en waar mogelijk faciliteren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het jeugd -en jongerenwerk. De houding en het gedrag van de gemeente moet ook meer gericht worden op de vraag: wat kan de burger zelf. 2- ICT,voorlichting en promotie. Twee zaken lichten we eruit. We zien dat de ICT- kosten erg hoog zijn. Dit is een punt dat we bij de oriëntatie op de gemeentelijke samenwerking beslist mee moeten nemen. Verder vinden we dat we best trots op onze mooie gemeente mogen zijn en derhalve dat ook uit moeten dragen en promoten. 3- Openbare orde en veiligheid. Je veilig voelen in je woon-, werk- en leefomgeving is essentieel. De gemeente heeft een belangrijke taak als regisseur in de veiligheidsketen. De zorg voor veiligheid en dus ook het voorkómen, opsporen, vervolgen en bestraffen van criminaliteit is een kerntaak van de overheid. Het CDA stelt hieraan daarom hoge eisen. --Sociale Veiligheid. Voorkomende overlast, verloedering en criminaliteit dienen aangepakt te worden. Belangrijke middelen hiervoor zijn buurtbemiddeling, projecten gericht op de jeugd met als sleutelfiguur het aanwezig zijn van een jongerenwerker, bereikbaarheid van de politie en zichtbaar blauw op straat. Bestuurders, leidinggevenden en trainers van verenigingen, waar vooral de jeugd actief is, moeten blijvend worden betrokken bij het integraal veiligheidbeleid. We willen geen coffeeshops.. --Fysieke Veiligheid. We werken intensief samen binnen de veiligheidsregio’s. Wel moeten de gegarandeerde uitrijtijden van de hulpverleningsdiensten vastgehouden worden. De Eerbeek/Brummense brandweerposten met hun vrijwilligers moeten voor de lokale samenleving beschikbaar blijven. Bij grootschalige evenementen moeten vooraf heldere en haalbare voorwaarden worden gesteld voor de veiligheid. Op kritieke plekken eventueel ( meer) cameratoezicht. Het CDA wil wijkraden betrekken bij het signaleren van verkeersproblemen en bij voorstellen tot verbeteringen in de infrastructuur.
2- Ruimtelijke ontwikkeling. ( De ruimte ver/indelen met respect voor
ieders belang)
1 - Ontwikkeling: Doel van het CDA bij de ontwikkeling. Vitaliteit (levenskracht) van de gemeente vergroten. Middelen: werkgelegenheid vasthouden/ bevorderen en voorzieningenniveau omhoog brengen. 3 Criteria voor ontwikkeling. "Ruimte" is een schaars goed. Daar ga je zorgvuldig mee om. "Ruimte" staat ook voor het geven van verantwoordelijkheid en respect. Respect voor de natuur én voor de agrariër die al eeuwenlang ons cultuurlandschap onderhoudt. Ruimte voor water,en dijken zodat we veilig wonen. Ruimte om te wonen en om te bouwen. Het CDA kiest voor integrale ruimtelijke kwaliteit. Dat betekent dat we de bovengenoemde waarden in hun onderlinge afhankelijkheid in beschouwing nemen. Het CDA zoekt steeds naar een respectvol evenwicht tussen de waarden bij inpassing van (ontwikkelings) plannen. We wegen algemeen en individueel belang zorgvuldig af. Hoe werkt dat uit voor de verschillende “waarden” die we van belang vinden? 2 - Wat doen we met de Natuurwaarden?. a - IJsselsprong
3
Op dit hoofdstuk zijn met name de Inrichtingsvoorwaarden of normen van toepassing.
5
Met de dijkverlegging in Cortenoever is nu begonnen. Het CDA zal zich inspannen om de afwikkeling voor de bewoners zo rechtvaardig mogelijk te laten regelen. Extra woningbouw in de Hoven is nog steeds zeer onzeker en de komende jaren ook niet aan de orde. Piketpalen( Ruim Zicht) in deze zijn geslagen. Verkeersafwikkeling: het CDA wenst een weg die zo veel mogelijk in noordoostelijke richting - vanaf Brummen gerekend- komt te liggen. Vraag van het CDA: hoe zit het met de waterreservering - by pass- rond de Hoven? b - Platteland. E.H.S, verbindingszones en Natura 2000 gebieden waar mogelijk gereed maken. Waar nodig compensatie bieden aan agrariërs. Niet geforceerd nieuwe natuur. Structuurvisie “Ligt op groen”, blijft belangrijk en is visitekaartje. Deze visie is het spoorboekje voor de ontwikkeling en heeft bewezen een uitstekend ankerpunt te zijn. Het CDA wil de gedachte achter de bestaande structuurvisie onverkort voortzetten. De groene buffer in de stedendriehoek houden we stevig vast. Geen nieuwe wooninitiatieven( bestemmingen) in het buitengebied. Zeker niet in de natuurgebieden en in gebieden gelegen in de ecologische hoofdstructuur. In het buitengebied zo nodig en gewenst- als dat geen nadelige invloed heeft op het landschap- de regelingen “Rood voor Rood”, “tweede bedrijfswoning voor agrarische bedrijven” en voor “mantelzorg”. Een vitaal platteland met ruimte voor recreatie, natuur en agrarische sector. c - Landschap en recreatie. Ons landschap en de aanwezige natuur is zeer waardevol. Het landschap is van ons allemaal. Om in te wonen, te werken en te recreëren. Centraal bij het CDA staat dat wij het landschap en de natuurgebieden willen behouden, maar tegelijkertijd dient het genieten ervan mogelijk gemaakt te worden. Dus voor een breed publiek toegankelijker maken voor recreatie. Daarom is deugdelijk onderhoud aan het wandelpaden- en fietspadenareaal belangrijk. Bedrijfsmogelijkheden voor kleinschalige recreatie en toerisme op landbouwbedrijven is mogelijk zolang dit economisch haalbaar is. CDA wil een onderzoek naar de haalbaarheid van het maken van een “solartuin” op de locaties die niet bebouwd zullen worden. We verstaan onder een solartuin een ruimte die naast een aanzienlijk aantal zonnecollectoren ook een tuinachtige architectuur heeft. Recreatie en “duurzame energie”. d- Relatie natuur, landschap en agrariër. Het CDA zet zich in voor een goede balans tussen de belangen van de agrariër, de recreant en het beheer van de natuur. De agrarische sector waar gewenst sterk houden. Steeds de dialoog zoeken vanuit zorgvuldig omgaan met de ruimte en het besef dat het echt mooier wordt als iedereen meehelpt om eventueel tegengestelde belangen te overbruggen. Agrariërs kunnen en moeten ook in de toekomst belangrijke hoeders van het landschap zijn. Waar dit wenselijk is wordt gezocht naar minder intensieve veehouderij. Compensatie voor de agrariër die het betreft. Differentiatie van veeteelt naast recreatie en landschapsbeheer moet waar mogelijk worden bevorderd. Hiervoor dient intensief gezocht te worden naar nationale en Europese subsidiemogelijkheden. De grootte van de melkveehouderijbedrijven wordt beperkt tot de omvang van familiebedrijven. Geen megastallen. Ook lagere energie-intensiteit en afvalkringloop zijn van belang. 3 - De sociale en cultuurwaarden. Het CDA wil vorkomen dat vergrijzing en bevolkingskrimp de sociale waarden aantasten en ten koste gaan van de leefbaarheid. Dat willen we voorkomen. Nieuw elan! Hoe? a- Ontwikkeling van de centra in grote kernen. De centrumfuncties van Eerbeek en Brummen dienen versterkt te worden. Bestaande en nog op te stellen ruimlelijke plannen dienen met voortvarendheid uitgevoerd dan wel opgepakt te worden. Dat hierbij rekening wordt gehouden met zo mogelijk het tot stand brengen van centrale huisvesting voor eerstelijnszorg ,maatschappelijke en gemeentelijke dienstverlening ligt voor de hand. Dat heeft het college laten liggen. Bestemmingsplan Eerbeek afronden! Voor het CDA geldt dat de maakindustrie in Eerbeek beslist ruimte moet worden geboden. We moeten de publieke en de private dienstverlening (winkels etc.,) in de kern versterken. Waar mogelijk centreren. Met leedwezen constateren we dat er in de kern Brummen eigenlijk niets is gebeurd. Om als gemeente een centrumplan te ontwikkelen - zoals is gebeurd- en dit in de kluis op te bergen met de boodschap te wachten op burgerinitiatief, gaat ons te ver. Temeer omdat er door de grote brand nu op steenworpafstand van de kaalslag bij het van Limburg Stirum plein een nieuw groot gapend gat is ontstaan. Het CDA wil actie. Motto:Dienstverlening aan de burger, daar gaat het om bij het ontwikkelen van de dorpscentra Brummen en Eerbeek. Een kloppend hart ontwikkelen met een goede verkeerscirculatie b - Ontwikkeling kleine kernen Behoud van de leefbaarheid in de kleine kernen is belangrijk. Een speerpunt.! Tegen de vergrijzing; behoud van jongeren en jonge gezinnen! Denk daarbij ook aan het behoud van de school. Waar mogelijk zetten we in op woningen voor jonge gezinnen,seniorenwoningen en voor eigen bewoners
6
die sociaal en/of economisch gebonden zijn aan de kern. In het buitengebied zijn er nog kansen t.a.v. woningsplitsing en functieverandering van boerderijen. 4 - De economische en sociale waarden. Industrie. Om de vitaliteit van de gemeente te waarborgen stelt het CDA zich op het standpunt dat de industrie in Eerbeek,voldoende kansen moet krijgen om eventueel te kunnen uitbreiden. Met name ook schone bedrijven. Bestemmingsplan centrum daarop afstemmen. Kleinere industrie naar bedrijfsterreinen. Volkshuisvesting. Het is onverstandig om alle , tot een lage marktwaarde afgeboekte bouwlocaties in de Elzenbos en de Lombok, blijvend te onttrekken aan de woningbouw. Het CDA koerst op een (gedeeltelijke ) aanwending voor starterwoningen en meergeneratie woningen. Ook het ”Ligt op groen fonds” aanvullen en daar regie op voeren. Gunstige ligging van de gemeente is pré. Verder de woningstichtingen overtuigen om mee te helpen de aankoopprijs van starterwoningen te beperken tot maximaal € 160.000,--. Gemeentelijke bouwgrond en bestemming. Het CDA acht het nuttig en nodig om een deel van de bouwgrond voor met name nieuwbouw te gebruiken. Dat past in de visie om de gemeente zo vitaal mogelijk te houden.
3-Ruimtelijk beheer.
(Economische- , cultuur - , en natuurwaarden versterken. )
1 - Wat willen we bereiken? In dit hoofdstuk vertellen we hoe we het gemeentelijk gebied krachtiger, vitaler willen maken. Dat betekent beter beheren. Vooral de natuurwaarden, de cultuurwaarden en de economische 4 waarden zijn dan in het geding. Deze geven we een hogere waarde. 2 - Beheer van Natuurwaarden. a - Milieu. Het gebruik van fossiele brandstoffen brengt veel uitstoot van kooldioxide (CO2 ) met zich mee. Duurzaam opgewekte energie en ook een spaarzaam gebruik van energie vindt het CDA belangrijk Energie besparen levert het meeste op. Brummen energieneutraal in 2030 is een belangrijk uitgangspunt. Dat moeten we nastreven. De gemeente zou concreter (Vestigings-, Huisvestings-, Ruimtelijke Ordenings) - beleid moeten ontwikkelen om de doelstelling te realiseren. Dat is werken aan het milieu. De verbruikers- en productie coöperatie EBEM heeft een soortgelijke doelstelling. Haar werkgebied is de gemeente Brummen. De belangen sporen dan ook, en zo mogelijk dient de gemeente gelijk op te trekken met de coöperatie en de banden aan te halen zodat men elkaar versterkt. Ook andere private initiatieven die bijdragen aan het bereiken van de doelstelling, bijvoorbeeld die van agrariërs en van de industrie in Eerbeek dienen ondersteund te worden. De noodzaak tot CO2 terugdringing en opwekking van duurzame energie stelt ook eisen aan ruimtelijke ontwikkelingen. We denken hierbij aan de eventuele plaatsing van windturbines voor windenergie in gebieden waar deze landschappelijk zijn in te passen. Ook noemden we al het creëren van een “solartuin” op de locaties die niet bebouwd zullen worden. Voorwaarde voor het CDA is daarbij wel, dat er voldoende draagvlak is. Een ander voorstel is het bevorderen van het isoleren van woningen en andere vormen van energiebesparing.( slimme meters).De overgang van vervoermiddelen, aangedreven door elektriciteit, vraagt innovatief denken en doen. De gemeente moet hierop inspelen door oplaadpunten te realiseren. Ook op de gemeentelijke parkeerplaats. b- Natuur. Het CDA vertaalt het begrip "natuur" niet beperkt. Het gaat niet alleen om bos, heide of moeras. Cultuurlandschap, weidegebieden met vee, en ander groen dragen ook in hoge mate bij aan de "natuurbeleving". Eventueel vrijkomende agrarische grond, grenzend aan bos en "natte gebieden" kunnen we onder beheer stellen van "landschap - en veeteelt agrariërs". Ondersteunt door Europese subsidies. Voor de Brummense Natura 2000 gebieden dienen goede beheerplannen door de provincie gemaakt te worden. Het Waterschap werkt aan Grond- en Oppervlaktewater Regimes (GGOR) Het CDA maakt zich zorgen over de sociaaleconomische effecten daarvan voor de (agrarische) bedrijven. Dat geldt ook voor de plannen met de verbindingszones. Het CDA zal niet meewerken aan projecten als er geen acceptabele (financiële) steun aan agrarische bedrijven wordt verleend. c.- Waterbeheer.
4
Op dit hoofdstuk zijn met name de Inrichtingsvoorwaarden of normen van toepassing.
7
Beheer van de riolen en rioleringen en overlast als gevolg van overtollig hemel- en grondwater vragen in de toekomst meer aandacht. Planmatige beheersing en onderhoud van de riolen zijn belangrijk. Het blijkt dat op een aantal punten het riool ontoereikend is bij grote en wat meer langdurige regenval. Het CDA vraagt daar aandacht voor. We streven naar verbetering van kwaliteit van water in het open landschap en binnen de woonkernen. 3. Beheer van economische waarden. a- Bedrijfsterreinen en Industriegebieden. Het bestaande beleid - ( nieuwe) grote productiebedrijven met veel logistieke bewegingen naar regionale terreinen - is voor het CDA maatgevend. b- Recreatie en Toerisme. (groene) Recreatie zorgt voor enige (nieuwe) werkgelegenheid. De gemeente Brummen moet de recreatiefunctie versterken en daarmee rekening houden in haar Vestigings-, Huisvestings-, Ruimtelijke Ordenings- Verkeers- en Promotiebeleid. Dagrecreatie met aansluitende overnachtingen bevorderen via dat beleid. Aanhaken bij samenwerking tussen alle betrokken partijen, gemeenten en provincies om te komen tot een sterke toeristische sector op de Veluwe en in de IJssel vallei. Een fietsbrug over de N348. Dat is vooral ook gewenst omdat de omgeving van het Bronkhorsterveer wordt opgeknapt. Het CDA wil dat de bevolking actief betrokken wordt bij het ontwikkelen van ideeën en plannen. Invullen van "unieke recreatieve proposities" (URP’s). In dit verband willen we dat er een doorgaand wandelpad/fietspad komt op de IJsseldijk van Leuvenheim tot de nieuwe IJsselbrug, dus op de oude bandijk. Daarin moet het "Gat van Cortenoever" opgenomen worden als recreatieplas,waarbij rekening moet worden gehouden met de belangen van de visvereniging. Het Informatiepunt voor toeristen in de Wereldwinkel zou hersteld moeten worden. c - Verkeer en vervoer IJssellijn. Het CDA verzet zich tegen deze plannen van het Rijk. Al jaren voeren we daar actie tegen. Het CDA vindt uitvoering van de Noordtak van de Betuwelijn (via Nijmegen/Oldenzaal) een veel betere oplossing Mocht er toch toe besloten worden, dan zijn compenserende voorzieningen op zijn plaats. Afgezien daarvan moeten de spoorwegovergangen in Brummen veiliger gemaakt worden.( bijv., fietstunnels) Autoverkeer. Voor de komende jaren is het van groot belang dat verkeersveiligheid en doorstroming van verkeer hoog op de politieke agenda blijft. Doelen: a- Beperking van het sluipverkeer in het buitengebied en goede doorstroming van het agrarische beroepsverkeer en toeristenverkeer; b- Beperking van het verkeer door de kernen. c- Maatregelen, al dan niet in samenwerking met de provincie: Streven naar verbreding van de A1 en goede aansluiting bij het onderliggende wegennet. Vasthouden aan de rondweg Voorst die zodanig aansluit aan de noord-kant van Brummen dat het verkeer zoveel mogelijk in die richting wordt afgewerkt. Het CDA steunt het plan van ondernemers, gemeenten en dorpsraden voor een nieuwe route voor de verkeersader Dieren- aansluiting op de A50. Onderhoud van belangrijke doorgaande wegen niet verder uitstellen. Renovatie van de bruggen over het Apeldoorns kanaal waardoor de verkeersdoorgang geheel wordt hersteld. De renovatie moet fasegewijs ingang vinden en zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in 2015 worden opgestart. Creëren van parkeergelegenheid voor industrie en transport in Eerbeek De N 348 langs Brummen moet een zogenaamde '80 km weg' worden. Terugdringen van de "verkeersborden vervuiling". Het ontlasten en verbeteren van de doorstroming binnen de kern Eerbeek. Dit op basis van het centrumplan Eerbeek. Een veilige, windluwe fietsroute voor de schooljeugd in Cortenoever. Denk aan de dijkverlegging.
4. Economie , werk en sociale voorzieningen . (Werken is de beste zorg) A - Economie en werkgelegenheid. De slechtere economie, de vergrijzing en afname van het aantal inwoners zullen een negatieve invloed hebben op het welzijn in zijn algemeenheid. Het CDA wil niet, zoals de afgelopen 4 jaar is gebeurd, lijdzaam toezien maar wil bewerkstelligen dat de plaatselijke economie een duurzame
8
impuls krijgt. 1.Werkgelegenheid en arbeidsmarkt.; De afnemende werkgelegenheid, sluiting van winkels en (kleine) bedrijven met daaruit voortvloeiende blijvende leegstand en ook het niet meer groeien van de ( gezin )inkomens vragen om een actief 5 beleid van het gemeentebestuur.. Het CDA noemt: -- Een actief woningbouw en infrastructuurbeleid voeren. Op een gepaste schaal uitgevoerd, gericht op het versterken van de kernen Eerbeek en Brummen, zal het ook de positie van de middenstand en de werkgelegenheid verstevigen. -- De gemeente moet in overleg met het bedrijfsleven helpen bij omscholing, stage- en leerplaatsen. -- Het inschakelen van ZZP-ers bij gemeentelijke opdrachten. -- De gemeente moet een actief en consequent vestiging - en vergunningenbeleid voeren voor het aantrekken van milieuvriendelijke dienstverlening. Ook zorginstellingen horen daar bij. 2 .Industrie, handel en ambachten. De papierindustrie in Eerbeek biedt veel mensen werk. Ook de toelevering is in deze belangrijk. Het CDA wil waar het maar kan de industriekern in Eerbeek ondersteunen. Vooral een goede geluidszone met voldoende vergunningen aan de industrie, blijft een hard uitgangspunt. Ook adequate parkeervoorzieningen, voor wachtend, aankomend en verblijvend vrachtverkeer krijgen de hoogste prioriteit. Faciliteren in deze is van groot belang voor onze industrie. Werk het zo genoemde “Akkoord van Beekbergen”- om vraag en aanbod van arbeidskrachten op elkaar af te stemmen - samen met het onderwijs en ondernemers ( ook zzp-ers ) concreet uit. De vestigingsfactoren voor midden- en kleinbedrijf aantrekkelijker maken. Vooral die van arbeidsintensieve dienstverlenende bedrijven. Het beleid om bestaande perifere winkels naar het centrum te halen continueren. Eventuele centrumvestiging stimuleren met concrete maatregelen 3 Circulaire economie, hergebruik en energieneutraliteit. De Regio-stedendriehoek wil één van de eerste energieneutrale regio’s worden. Het CDA wil dat de gemeente Brummen daartoe een belangrijke bijdrage blijft leveren. Nieuwe en bestaande Initiatieven om alle soorten restproducten en afvalwater opnieuw te gebruiken moeten worden ondersteund. Het aantrekken van bedrijvigheid op dit terrein wil het CDA stimuleren door het bieden van gunstige vestigingsvoorwaarden. Het CDA heeft behoefte aan een beleidsnotitie van het nieuwe college om energieneutraliteit en de inspanningen die dat vraagt, goed in beeld te krijgen. Het CDA zegt verder : We willen bij de ontwikkeling van nieuwbouw aandacht voor het plaatsen van micro warmtekrachtkoppelingen. In het kader van energie neutrale wijken is er een loket nodig voor informatie over energiebesparing en de mogelijkheden tot verkrijging van energiesubsidie bij nieuwbouw en bij bestaande bedrijven en woningen. Mogelijk in overleg met EBEM te ontwikkelen. Innoverende activiteiten van de industrie ten aanzien van het zuinig omgaan met energie en het ontwikkelen van alternatieve hernieuwbare energie, moeten worden gestimuleerd. B - Sociale Voorzieningen in het kader van werk en inkomen. De gemeente is financieel verantwoordelijk voor allen die geen regulier inkomen uit werk hebben,dus die vallen onder de Wet Werk en Bijstand (WWB). Ook de ( financiële) wettelijke regeling Wajong (voor jonggehandicapten) en Wet Sociale Werkvoorziening (WSW ) dient de gemeente uit te voeren. Dat geeft zware verplichtingen. Niet alleen voor wat betreft het geld, maar ook voor wat men wel eens het “psychisch inkomen” noemt. Deze mensen mogen zich niet “waardeloos” gaan voelen. Het CDA vindt betaald en onbetaald werk het belangrijkste middel tegen sociaal isolement en uitsluiting. We moeten er alles aan doen om mensen aan het werk te krijgen en te houden. Het traject van WW naar Bijstand moet worden omgebogen. Van Bijstand naar Werk. Dus re-integratie. Dat geldt ook voor mensen met een Wajong - en een GGZ- achtergrond. Maar: de echte minima moeten tegen koopkrachtachteruitgang beschermd worden.!! 1 - De uitvoering. De gemeente heeft op dit moment een dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Apeldoorn. Een uitvoeringsorgaan van de gemeente Apeldoorn ( ‘Werkplein Activerium” ) voert de WBB uit. Voor inwoners van de gemeente Brummen is dit dé plek waar alle diensten op het gebied van werk en inkomen voor inwoners en ondernemers bij elkaar komen.!! Vanuit het Werkplein begeleidt de eenheid inwoners naar een nieuwe baan én voorziet de eenheid werkgevers van geschikt personeel. De 5
In dit hoofdstuk gaat het met name om Menselijke waarden, Economische waarden en Sociale waarden. Ze zijn belangrijk bij datgene wat het CDA hier nastreeft: verhoging van de vitaliteit.
9
uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening voor Brummense ingezetenen gebeurt door Delta in Zutphen, via een gemeenschappelijke regeling. (GR).Vooralsnog loopt dit naar behoren en verandering is niet gewenst. 2 - Ontwikkeling: De Participatiewet.6 De huidige regelingen WWB, Wajong en WSW worden samengevoegd in de participatiewet. De ingangsdatum is vermoedelijk 1 januari 2015. Niet alles ligt al vast. Voor wat betreft de verdere beleidsvorming en uitvoering is door het Rijk al bepaald dat er 35 ( regionale) “werkpleinen” komen. Te denken aan een opzet als nu het Activerium. Daar wordt door ( afgevaardigden van ) Werkgevers, Vakbonden en Overheden overlegd over het regionaal arbeidsmarktbeleid en de uitvoering ervan. Voorts denkt men aan het oprichten van zogenoemde “werkbedrijven “. Ook 35 stuks,waarin ook Delta zal moeten participeren. Bedoeld voor echte beschutte werkplekken. Wanneer het huidige wetsvoorstel wordt goedgekeurd en de Participatiewet doorgaat, krijgt de gemeente een grote inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid voor re-integratie. Standpunten en keuzes van CDA-Brummen in deze : 1- Wij ondersteunen de bedoeling van de wet: zoveel mogelijk mensen moeten deelnemen (participeren) aan werk. Werk is het belangrijkste middel tegen sociaal isolement en uitsluiting. 2- Het CDA vindt dat er op de besturen van publieke instellingen ( gemeenten, provincies, scholen, etc. ), en publieke - en private bedrijven een krachtig beroep mag worden gedaan om de samenleving te helpen bij deze grote operatie. Wij denken hierbij aan een aparte wethouder die dit terrein daadwerkelijk als het zijne beschouwt, en zelf als “makelaar”optreedt. 3 - De gemeente zou ook” sociaal kunnen aanbesteden”! Kwetsbaren aan het werk helpen. 4 - Dit is een enorme uitdaging voor de gemeentes, maar ook voor de bedrijven.!! Er moet nieuw beleid worden ontwikkeld door de gemeente Brummen om haar steentje bij te dragen. Het CDA zal heel kritisch naar het nog op te stellen beleid kijken, met name vanuit het oogpunt van menselijkheid, haalbaarheid en rechtvaardigheid.( denk aan herkeuringen en indicatiestelling) Ook zal ze nauwgezet letten op de controleerbaarheid door de gemeenteraad. 5 - Het CDA wil overwegen om het “ontschotten” van de gelden ( zie boven) voor Brummen ongedaan te maken. Zie ook verder onder het hoofdstuk WMO. 6- In uitvoerende zin pleiten we voor een bundeling van krachten binnen de huidige structuren en samenwerkingsverbanden.( zie boven) Niet snel reorganiseren. Eerst kijken naar wat goed gaat. Beleidsmatig moeten er in goed overleg met de gemeente Apeldoorn( Werkplein Activerium) , Delta en Stichting Welzijn Brummen tijdig afspraken worden gemaakt omtrent de inhoud van de veranderingen en de uitvoering ervan. Het CDA zal verder op het volgende letten: Het CDA wil een actief beleid gericht op sociale activering en re-integratie. Er moet voor gewaakt worden, dat het beleid er toe leidt dat de cliënt in de armoedeval terechtkomt. (Een werkloze die werk vindt en daardoor er in inkomen op achteruit gaat). Jongeren (18 tot 23 jaar) de hoogste prioriteit geven. Wie (nog) geen diploma heeft, moet de kans krijgen om in een leer/werk traject alsnog een startkwalificatie te halen. Stageplaatsen en leerplaatsen zijn een goed middel om ervaring op te doen, leidend tot re-integratie. De bijzondere bijstand moet gereserveerd blijven voor de echt bijzondere gevallen. Er moet een heldere informatie en voorlichting zijn over het minima- en re-integratie beleid. Samenwerking van het "zorgloket" met het "bijstandsloket". De wijzigingen dienen gerealiseerd te worden binnen de bestaande ambtelijke bezetting. Het CDA gelooft voor de beschutte arbeidsplaatsen niet in werkvoorzieningbedrijven die op zeer grote schaal operen. Dat moet worden voorkomen.
6
Het Rijk wil één regeling voor alle mensen die kunnen werken, maar daarbij ondersteuning nodig hebben. Deze regeling heet de Participatiewet. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer moeten het voorstel nog goedkeuren. Pas daarna kan de wet worden ingevoerd. De verwachting is dat de wet 1 januari 2015 ingaat.
10
5- Samenleving.
(Het sociaal kapitaal: wees er zuinig op.) 7
Het gaat hier om de drie belangrijke pijlers van onze samenleving. Zij vormen samen het “Het sociaal kapitaal” van de gemeente Brummen 1-Onderwijs en Kinderopvang. Het CDA vindt het belangrijk dat er goed onderwijs wordt gegeven op een goed bereikbare plek en in een eigentijdse huisvesting. Keuzevrijheid van onderwijs blijft voor het CDA essentieel. Betrokkenheid van ouders bij de school is voor het CDA een grondgedachte. Binnen de wettelijk gestelde kwaliteitseisen worden de scholen door eigen besturen en directies geleid. De gemeente zorgt voor de randvoorwaarden, vooral de huisvesting. Samenspel van alle scholen met het gemeentebestuur bevordert de kwaliteit van het onderwijs. Door de daling van de leerlingenaantallen nemen de kosten meer dan evenredig toe. De kwaliteit komt onder druk. Het CDA is blij dat haar visie op de inhoudelijke ontwikkeling van het basisonderwijs en de huisvesting ervan al jaren geleden neergelegd in een notitie- “ Het Integrale Huisvestingplan” - geleidelijk aan wordt gerealiseerd. Wat is nu belangrijk voor het CDA : Het CDA vindt dat één van de clusters in het “hart” van Brummen, moet komen. Die school kan door de centrale ligging dan jarenlang relatief gemakkelijk bereikbaar zijn voor leerlingen. Bovendien zou het een impuls kunnen geven aan de ontwikkeling van het centrum van Brummen, dat zo,n injectie hard nodig heeft. Bijzondere scholen moeten ook de mogelijkheid hebben uit te groeien tot brede scholen, waarin de basisvoorzieningen, zoals peuterspeelzaal en kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en kinderopvang een plaats hebben. Scholen moeten goed samenwerken met alle partijen binnen het CJG. ( Centrum Jeugd en Gezin) Het gaat om Verian, Politie, Alg. maatschappelijk werk, etc. Denk aan achterstandbeleid, voortijdig schoolverlaten, terugdringen ongeoorloofd schoolverzuim. Het kind moet zich evenwichtig kunnen ontwikkelen in emotionele, sociale en cognitieve zin. Controle op de naleving van regels van de leerplichtwet blijft geboden. Proberen het aantal veilige fietsroutes voor scholieren waar nodig te vergroten. (Veilig Honk). 2 - Voorzieningen en burgerinitiatieven; die moeten we echt koesteren. Hoe gaan we om met dit deel van ons sociaal kapitaal? We hebben onder andere een groot aantal verenigingen van velerlei snit . Het samenleven krijgt daardoor een bijzondere klank en kleur. Voor het eerste kunnen de vele zang en muziekverenigingen model staan, voor de andere de sportverenigingen. Het werk dat door vrijwilligers wordt gedaan valt niet in waarde uit te drukken. Het CDA zal voor hun belangen opkomen. Onderstaand gaan we er op in a - Bibliotheek , Informatie en RTV- Veluwezoom. Het CDA acht de aanwezigheid van een bibliotheekvoorziening in de kernen Brummen en Eerbeek noodzakelijk vanwege het kunnen helpen en inspelen op de taalontwikkeling op de scholen,.de informatievergaring , informatieoverdracht van en aan mensen en de cultuurbeleving. Ten behoeve van een meerjarenbeleid pleit het CDA voor goede subsidieafspraken met de lokale omroep RTV- Veluwezoom. b -. Kunst, cultuur, verenigingen en andere burgerinitiatieven. Kunst en Cultuur dragen bij aan de identiteit van mensen. Leven met andere culturen is een uitdaging die een extra dimensie geeft. Kennis van andere culturen verkrijgt men overal waar mensen elkaar ontmoeten en samen zijn. De kennisvermeerdering draagt bij aan begrip voor het gedrag van mensen die in een andere cultuur leven. Het gaat erom dat de mens zich prettig voelt en kan participeren in de samenleving. In dat verband moeten verenigingen genoemd worden. Veel verenigingen leveren een geweldige bijdrage aan de ontmoeting van mensen, zorgen voor contacten en versterken de onderlinge relaties. De verenigingen werken met vrijwilligers. De inzet van alle vrijwilligers verdient lof. Nieuwe burgerinitiatieven , in welke( rechts)vorm ook , juicht het CDA toe. Het CDA ziet graag dat de gemeente binnen haar mogelijkheden en wettelijke taak, dergelijke initiatieven steunt. Er zijn wellicht 7
Onze oriëntatie is gebaseerd op menselijke waarden, familiewaarden, sociale waarden en immateriële waarden. We kijken daarbij naar alle drie de genoemde maatstaven. Zie ook hoofdstuk 8
11
mogelijkheden van samenwerken of het in een vorm van co-creatie opzetten/ realiseren van initiatieven en projecten. Het CDA zet in op: De algemene muzikale vorming van basisschoolleerlingen moet blijven. Kerken kunnen gevraagd worden betrokken te worden bij (onderdelen van) de WMO. Het in eigen beheer nemen van gebouwen en locaties steunen we.. Gebouwen met een cultuur - en/of natuurhistorische waarde beschermen we. Kunst in de openbare ruimte en in civiele werken is belangrijk. Hierbij ook te denken aan de rol van de muziek in de openbare ruimte, zoals de uitvoeringen in de muziektenten. c - Sport en sportaccommodaties Uit oogpunt van volksgezondheid is sporten voor jong en oud noodzakelijk. Bovendien is sport een sociaal bindmiddel . Het levert dan ook een belangrijke bijdrage aan de gemeenschapszin en aan de door de samenleving gewenste normen en waarden. De taak van de gemeente is voorwaardenscheppend en faciliterend. Het CDA steunt initiatieven om: 1- via privatisering tot zelfstandig beheer van accommodaties en terreinen te komen 2-.het ter hand nemen van de breedtesport voor alle leeftijd- en doelgroepen,. 3- continuering van de sportjasuitgifte. 4- het opnemen en integreren van allochtonen, zoals die van Turkse en Molukse afkomst. d- Wijk- en dorpsraden Het CDA ondersteunt de werkzaamheden van de wijkraden van harte. Zij dienen verplicht gehoord te worden voor relevante wijkaangelegenheden. Waar mogelijk en nodig moeten ze ook in financiële zin geholpen worden bij hun activiteiten. 3 - Welzijn, Jeugd- en Ouderenwerk Ook hier geldt dat we een boodschap hebben aan elkaar. We moeten ervoor zorgen dat degene die echt buiten zijn schuld niet mee kan doen in de samenleving, in de gelegenheid wordt gesteld te participeren. Solidariteit vraagt van ons om de meest essentiële voorzieningen in stand te houden. De 8 Stichting Welzijn Brummen is actief op deze gebieden. a- Ouders/gezinnen Voor het CDA vormt de familie de hoeksteen van de samenleving. Indien de relatie tussen ouders en kinderen echter is verstoord is directe hulpverlening van belang. Deze moet laagdrempelig zijn en blijven en aansluiten bij de behoefte . Herstel van de balans tussen draaglast en draagkracht binnen het gezin is uitgangspunt. Opvang van kinderen kan eventueel wenselijk zijn. De gemeente is beleidsverantwoordelijk voor het Centrum voor Jeugd en Gezin. De uitvoering van de taken ligt bij de Stichting Welzijn Brummen. Van belang is een goede samenwerking tussen scholen, gezondheidszorg en de SWB. Partijen, betrokken bij de hulpverlening en begeleiding van gezinnen, moeten gestimuleerd worden tot samenwerking . b- Jeugd en jongeren Het is van het grootste belang dat de jeugd en de jongeren opgroeien tot maatschappelijk betrokken mensen, die zich verantwoordelijk voelen voor de samenleving. Jongeren moeten in het beleid voldoende aandacht krijgen en initiatieven van jongeren dienen gesteund te worden. Daarvoor is de inzet van een jongerenwerker een goed middel. Initiatieven van of door jongeren , zoals pannakooien, skatebanen en trapveldjes worden door het CDA ondersteund . Dat geldt ook voor initiatieven voor jongerencentra. Jongeren moeten betrokken worden bij het creëren van voorzieningen. Daarbij moet men er mee rekening houden dat jongeren niet een homogene groep vormen met gelijke belangstelling. Het gemeentelijke beleidsplan moet daar rekening mee houden. c- Ouderen Het percentage ouderen in de gemeente Brummen neemt gestaag toe. Het is belangrijk, dat de gemeente -samen met een derde zoals S.W.B. - actief blijft om de behoeften van de groep te volgen. Naast het bieden van thuiszorg is het stimuleren van vrijwilligers en mantelzorgers een mogelijkheid om het ouderen mogelijk te maken langer zelfstandig te blijven. (Zie ook hoofdstuk 6, Maatschappelijke ondersteuning) Op het gebied van de huisvesting moet er een beleid komen gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen van ouderen. Domotica (huisautomatisering) zou mogelijk ook een middel kunnen zijn om vereenzaming van ouderen tegen te gaan. Een ouderenbeleidsplan moet inspelen op de verschillen in belangstelling en noodzakelijke ondersteuning. Ze vormen geen homogene groep.
8
Voor de activiteiten van de SWB zie hoofdstuk 6.1
12
6- Maatschappelijke Ondersteuning- “ gekanteld” (Van aanbod gericht naar vraag gestuurd en op maat) 6 -1.Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO ) in werking getreden. Maatschappelijke ondersteuning staat voor alle hulpverlening, zorg en begeleiding aan en voor mensen. Zonder dat kunnen ze niet zelf in de maatschappij functioneren. De wet geeft gemeenten de taak te zorgen voor een samenhangend pakket van uiteenlopende diensten en voorzieningen ( ze worden doorgaans geordend in een negental typen activiteiten), zodat iedereen kan participeren in de samenleving. In de gemeente Brummen heeft de S.W.B. op dit moment een belangrijke taak bij de uitvoering. Er is één WMO loket in de beide kernen Eerbeek en Brummen. Dat loket valt onder de Stichting Welzijn Brummen. 9
Het CDA hanteert de volgende algemene uitgangspunten voor de toepassing van de WMO. Het CDA vindt dat burgers niet in een afhankelijkheidspositie moeten worden gebracht , maar zo veel mogelijk de eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Maar wel uitdrukkelijk met de aanvulling dat er beslist een “achtervang” nodig is voor de kwetsbaren , waar ook voldoende geld voor beschikbaar moet zijn. Wie echt niet kan, moet op overheidssteun kunnen rekenen.!!! Voor het CDA telt ieder mens. Onze kernuitgangspunten gerechtigheid en solidariteit doen ook een appèl op de samenleving om ieder individu tot zijn of haar recht te laten komen. Samen leven betekent omzien naar elkaar, mensen ondersteuning bieden waar dat nodig is. Deze ondersteuning kan vaak tijdelijk van aard zijn, omdat in de visie van het CDA het beleid vooral gericht moet zijn op een mogelijk herstel van de eigen verantwoordelijkheid. Vroeg - signalering is daarbij belangrijk. Dit neemt niet weg dat er ook mensen zijn die langdurig op ondersteuning en hulp van de overheid zijn aangewezen. Gemeenten hebben daarbij, afhankelijk van wet- en regelgeving, een bijzondere taak. 6-2 .Verdere decentralisatie AWBZ en de overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten. Per 1 januari 2015 gaan er een aantal AWBZ -voorzieningen naar de WMO. Het Rijk bepaalt dat. Dit betekent dat de betreffende voorzieningen onder de paraplu van de gemeente gaan vallen. Maar er vindt een korting plaats op het geld wat overgeheveld wordt. Eveneens vallen per die datum alle vormen van jeugdhulp onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Derhalve wordt ook voor de jeugdhulp de gemeente de verantwoordelijke instantie. Ook hier met een financiële korting. Er moeten door de gemeente onder andere nieuwe 4-jarige beleidsplannen worden opgesteld. Het uitgangspunt is dat mensen niet meer een recht hebben op een voorziening, maar ze op maat worden gecompenseerd voor hun beperking. Gemeenten mogen zelf bepalen op basis van welke indicaties men toegang krijgt tot het begeleidings - en verzorgingsaanbod binnen de WMO. Essentieel bij deze benadering is dat de zorgaanbieder precies moet uitzoeken welke de beperking(en) is (zijn) waar men onder lijdt. De vraag komt centraal te staan. Dat noemt men de “kanteling” binnen de WMO. 6-3. Van verzorgingsstaat naar participatiestaat. De kanteling van denken en doen. De schaduwzijde van de verzorgingsstaat is dat mensen, juist doordat er steun en zorg voorhanden was en het geld ook, de hulp vanzelfsprekend zijn gaan vinden . Ja er zelfs een “claim” op legden en het als een recht gingen beschouwen. Gezien het tekort aan financiële middelen kan de overheid dat niet waarmaken. Een ommekeer is noodzakelijk!. Van recht op voorzieningen wordt het nu : eerst precies onderzoeken wat het probleem is en er de juiste oplossing voor vinden. Er wordt ook gedacht aan het inschakelen van familie, buren en eventueel andere wijkbewoners. Daarbij zal ook een andere werkwijze van de welzijnswerker worden gevraagd. Een meer uitdagende houding naar de burgers toe wordt verwacht. Laat zien wat je wel kunt.! Het zal in het begin een grote omschakeling zijn voor alle betrokkenen. Hoe een en ander er precies komt uit te zien is op dit moment nog niet duidelijk. In beleidnotities komt men de termen “integrale benadering”, “ teams van generalistisch opererende, bekwame welzijnswerkers” die in “wijkteams opereren” en “regiefunctie van de gemeente” vaak tegen. Maar dat moet allemaal nog verder 9
Menselijke waarden en sociale waarden zijn in het geding. Solidariteits - en ontplooiings normen leggen we aan.
13
concreet worden uitgewerkt. In de onder 6.2 genoemde beleidsplannen moet o.a. aangegeven worden hoe de KANTELING concreet gestalte krijgt, hoe de REGIEFUNCTIE van de gemeente wordt ingevuld en hoe de INFORMATIE- en ADVIES functie is geregeld. 6.4 Bestuurlijke en organisatorische visie van het CDA hierop:in hoofdlijnen. Duurzame omslag in het sociale domein:vraaggericht en organisatieverandering. Zoals gezegd, we kennen op dit moment alleen de hoofdlijnen van het nieuwe beleid. Hoe een en ander georganiseerd en concreet uitgevoerd moet worden is voor een belangrijk deel overgelaten aan de bestuurders van gemeenten en aan uitvoeringsorganen Ook vanwege de aanzienlijke inkomstenreductie wordt er een duidelijke nieuwe visie verwacht. Die visie zal naast ideële motieven, ook creativiteit en zoeken naar nieuwe wegen moeten inhouden. Er is druk vanuit de Rijksoverheid om de uitvoering te bundelen , zelfs druk om deze zo nodig gepaard te laten gaan met schaalvergroting van gemeenten. Vanuit de CDA uitgangspunten benadrukken we allereerst dat het besef in de samenleving door moeten klinken dat we er voor elkaar moeten zijn wanneer dat nodig is. Onderstaand schetsen we de hoofdlijnen van onze aanpak . Dat doen we vanuit het thema:
“uw welzijn, onze zorg” We geven aanzetten voor de aanpak van de beleidsvorming ( A ) en de uitvoering /doelen.( B ) Verder zijn we van mening dat we de aanpak het meest gericht kunnen benaderen door accenten te leggen op: De omslag en verankering van vraag gestuurd werken. Het anders doen! De ontwikkelingen en kwaliteit van het organiseren. Het effectief uitvoeren! Op welke zorg en ondersteuning kan de burger rekenen? Een kanteling van denken en perceptie bij de “vrager” van zorg. Tenslotte formuleren we enige concrete uitvoeringscriteria.( C ) A - Beleidsvorming - visie daarop Het anders doen;Vraagsturing. Omschakelen naar vraaggericht werken is de koers. Er wordt niet meteen in producten of diensten gedacht en gesproken , maar eerst worden de context en mogelijkheden van de burger zelf en zijn sociale omgeving in kaart gebracht. Pas als blijkt dat de eigen kracht, het sociale netwerk en de algemene voorzieningen onvoldoende mogelijkheden bieden komt een individuele voorziening in beeld. Het effectief uitvoeren( reorganiseren) We investeren aan de voorkant bij de zorgbepaling, bij de zorgvrager dus, en besparen aan de achterkant . Een effectieve uitvoering kan alleen worden bereikt door het samenvoegen van activiteiten binnen de huidige structuren en samenwerkingsverbanden. Binnen de hele keten van zorg en welzijn. Bijeen brengen, afstemmen en weghalen wat feitelijk overbodig is of dubbel gebeurt. Niet domweg reorganiseren en fuseren, maar vasthouden van wat goed gaat en op een natuurlijke en geleidelijke wijze dynamisch verder ontwikkelen. Eén loket voor alle zorg en effectieve uitvoering achter het loket. Daarbij zou aangesloten kunnen worden bij de gunstige resultaten van de huidige organisatie van de “loketten” bij Stichting Welzijn Brummen. Ook moet onderzocht worden of en zo ja, op welke wijze er een integratie moet komen met het loket voor de Sociale Voorzieningen. ( hfdst.4) Op welke zorg en ondersteuning kan de burger rekenen? Bij de inhoud kiezen we voor - nader te bepalen- harde uitgangspunten en bepalen het niveau van zorg waarop men kan rekenen. We stellen daar ook prioriteiten voor in termen van financiële keuzes. Zorg en welzijn krijgt heel hoge prioriteit We willen echter wel ombuigen. Niet alle zorg is altijd nodig. Denken vanuit perceptie van de vrager. Bij het gesprek ”rond de tafel” moet de zorgvrager vanuit de gedachte van de zelfredzaamheid geïnformeerd worden. Het anders doen komt vooral van de individu zelf. Mensen moeten in staat worden gesteld hun leven in te richten zoals zij dat zelf willen. We stimuleren de ontwikkeling van eigen kracht om als inwoner zelf de regie over de eigen zorg te hebben. B- Uitvoering/doelen - visie daarop. Het anders doen;Vraagsturing. We kiezen er voor dat elke wijk beschikt over een herkenbaar gezicht, die het gesprek over de
14
zorgverlening op maat professioneel kan voeren. Een generalist die vanuit de nieuwe “vraaggerichte diagnostiek” de cliënt kan benaderen. Dat vindt plaats in de “ binnencirkel” rond het centrum, dat is de cliënt die centraal staat. Dat betekent kennisverwerving ( opleiding ) voor de “wijkverpleegster anno 2014 en verder”. Voorts een “ wijkteam van specialisten” vanuit meerdere kennisgebieden. Dat moet beschikbaar zijn voor verdere verdiepingsslagen waar dat aan de orde is. In ieder geval een gekwalificeerd aanspreekpunt vanuit specialistische diagnostiek. Het zorgaanbod geënt op de specifieke, strikt noodzakelijk zorgvraag, vanuit het professionele veld, de buitenste cirkel. Het effectief uitvoeren( reorganiseren) We kiezen voor de ontwikkeling vanuit de huidige organisaties, geen bestuurlijke drukte..Maar wel vanuit een daadkrachtig bestuur dat helder doelen en beleidsregels maakt. De komende jaren dient de gemeente via een krachtig programma en een projectstructuur de decentralisatie te realiseren. Werkende weg en langs de lijnen van natuurlijke ontwikkeling moet worden beoordeeld welke structuur het beste bij de gemeente past. Daarbij is verbinding van alle zorg in de keten hoogste doelstelling. Dit willen we opbouwen vanuit de basis. Alle overhead opheffen. Op welke zorg en ondersteuning kan ik rekenen? Het CDA kiest er voor om de komende jaren door efficiencywinst bij de uitvoering, en vraag- gerichte zorgverlening, met een krimpend budget vanuit de Rijksoverheid de zorg toch op een aanvaard baar niveau te houden. Niet vanuit regelzucht, maar vanuit bestuurlijke daadkracht en creativiteit. Desnoods vullen we extra bezuinigingen in op andere beleidsterreinen. Denken vanuit de perceptie van de vrager. We willen een vitale plattelandsgemeente zijn. Daarbij hoort dat zij die zorg nodig hebben óók in hun kracht worden gezet. De eigenwaarde, het gevoel er toe te doen en zoveel mogelijk de eigen zorg kunnen bepalen alsmede het krijgen van eigen verantwoordelijkheid en vertrouwen, zal bij deze categorie inwoners de vitaliteit doen toenemen. Vertrouwen en mandaat geven staan hierbij centraal. C - Concrete uitvoeringscriteria. Inkomen Het CDA is voorstander van een eigenbijdrageregeling. Minder draagkrachtigen moeten worden ontzien. Contracten gemeente Bij het contracteren van de zorgaanbieders wil het CDA dat de gemeente zo veel mogelijk rekening houdt met de verscheidenheid binnen de Brummense bevolking. We pleiten voor vrije keuze van de burgers. Het CDA is van mening dat plaatselijke( private) aanbieders reële kansen moeten hebben om mee te dingen. De kwaliteit van het gebodene moet daarbij bewaakt worden. Indicatiestelling Het samenwerken met de omringende gemeenten (Stedendriehoek), voor de indicatiestelling moet zo mogelijk, worden gecontinueerd. We willen integrale (samenhangende) indicatiestellingen. De rol van de Stichting Welzijn Brummen..
De SWB moet zowel bij de beleidsvorming als bij de uitvoering intensief worden betrokken. Hun expertise op dit terrein is groot en het is gebleken dat ze in staat zijn de materie ( WMO) onder hun hoede te nemen. Wellicht kunnen ze de generalisten leveren die hiervoor onder punt B worden genoemd. Het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers. Bij de indicatiestelling moet uitdrukkelijk rekening worden gehouden met de draagkracht en de draaglast van de mantelzorgers Voorts vinden we dat mantelzorgers en vrijwilligers zelf recht hebben op ondersteuning en deskundigheidsbevordering. Het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid..( zie ook hoofdstuk 4 B)
Mensen waarvan de verdiencapaciteit te laag is voor de reguliere arbeidsmarkt moeten hun talenten kunnen benutten. Eventueel met (tijdelijke ) loonkostensubsidie; Maatschappelijke participatie van kinderen in gezinnen met een minimuminkomen moet worden ondersteund.(denk aan tegemoetkoming voor mogelijkheden gebruik van internet en lidmaatschap van sportverenigingen) Aanvullende bijstand voor ouderen met alleen AOW via de Sociale Verzekeringsbank. Kwijtschelding van de OZB en de afvalstoffenheffing voor mensen met een minimuminkomen. Voorzieningen voor mensen met een beperking.
15
Het CDA is erop tegen dat er versnippering optreedt in de voorzieningen en de regelingen. Er moet een onafhankelijke klachtenregeling zijn voor de gehandicapten. Maatschappelijke opvang, geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid.
Overlast en criminaliteit als gevolg van drugsgebruik en handel moet worden bestreden. We willen geen coffeeshops. De aanpak van drugsproblematiek is gericht op afkicken en vervolgens resocialisatie. Verslaafden aan drugs, alcohol of gokken vervallen tot grote afhankelijkheid maar blijven verantwoordelijk voor het eigen gedrag.
7 - Financieel beheer:sober, efficiënt en doelgericht. 1- Algemeen: 10 Het CDA staat voor een sluitende begroting. Soliditeit is één van de uitgangspunten in dit kader. Daarbij kan het wel voorkomen dat er in een bepaald jaar een verlies moet worden genomen. Dat betekent tegelijkertijd dat er ook reserves moeten zijn om dat verlies op te vangen. 2- Huidige staat van de financiën. Het CDA vindt de huidige stand van de reserves zorgelijk. Dit te meer omdat het College aanzienlijke bedragen gehaald heeft uit de voorzieningen WMO , en deze, naar onze mening oneigenlijk en dus onjuist, heeft gebruikt voor de bezuinigingen n.a.v. de afschrijving van de grondexploitatie en deels gebruikt voor andere zaken. O.a. voor de toekomstvisie. Geld wat we de komende jaren naar alle waarschijnlijkheid hard nodig hebben om de transities van het Rijk naar de gemeenten te laten slagen. Immers de overdracht van taken gaat gepaard met fikse financiële kortingen. En het is niet onwaarschijnlijk dat we de voorziening WMO hard nodig hebben om tekorten op dit beleidsterrein op te vangen. Voorts is er door het College de laatste jaren bezuinigd op een zodanige wijze dat het algemeen welzijn voor de burger op veel terreinen,bijv. het voorzieningenniveau, en de volkshuisvesting om er maar enkele te noemen, in het gedrang is gekomen. 3- Waar ziet het CDA mogelijkheden? Het CDA ziet wel perspectief voor nieuw beleid. a- De (meerjaren)begroting. Hoe tegenstrijdig het ook moge klinken, maar het financieel beleid van het College is in de ogen van ons eigenlijk steeds te restrictief geweest. Dat heeft het CDA ettelijke malen ook geventileerd. Ze heeft geconstateerd dat er nagenoeg elk jaar wel een( niet groot), maar toch substantieel positief saldo kon worden vastgesteld. Ook voor 2013 wordt weer ruimte gevonden in de begroting om extra uitgaven te doen. Dat betekent dat ook in de meerjarenraming naar alle waarschijnlijkheid gelden vrijkomen voor een besteding of een aanwending in de reserves. b- Tegengaan van versnippering in de zorg. Bij de decentralisaties in het sociale domein zullen we moeten proberen een efficiencyslag te maken. We zijn ons ervan bewust dat dit niet gemakkelijk is. Maar dat is dan ook de reden dat we inzetten op “nieuwe bestuurlijke kracht”. 11 In het tijdschrift “Gemeenten in perspectief” staat in een onderzoek door het COELO te lezen : “Professionalisering ( in de zorg) heeft geleid tot versnippering, waarbij specialisten zich richtten op deelproblemen waarbij een integrale aanpak ontbrak. Vandaar de roep om “één gezin,één plan, één regisseur”. De veronderstelling is dat gemeenten deze taken beter kunnen uitvoeren , maar ook met minder geld doordat zij wel integraal beleid kunnen voeren op basis van lokale omstandigheden.”. c- Efficiencyslag door verdere samenwerking met ander gemeenten. Hier ligt de oplossing dus in nieuw beleid door samenwerking, gekoppeld aan de invoering van de Participatiewet. d- Vrijval stille reserves. De gemeente heeft in de afgelopen periode fors afgeboekt op de bouwgrondlocaties in bezit. Dat betekent dat er een forse stille reserve besloten ligt in de waardering van de betreffende locaties in de 10
Het is gebaseerd op ons beginsel van “rentmeesterschap”. Je zadelt de toekomstige generatie niet op met door jou gemaakte schulden. 11 Wetenschappelijk onderzoeksinstituut van de RUG.
16
boeken. Mochten we er in slagen om in de komende jaren de grond( gedeeltelijk) toch te exploiteren, dan valt er veel geld vrij. 4- En verder nog: We kiezen ervoor om samen de schouders eronder te zetten. Niet zomaar bezuinigen om politieke redenen, maar sturen op de ambitie om veranderingen te realiseren. We willen samen met de uitvoerende ambtenaren en alle instellingen die beleid uitvoeren, op zoek naar de meest effectieve weg van ombuiging. Slimmer en efficiënter werken is volgens het CDA de drive voor de toekomst. Alleen dan kunnen we de basisvoorzieningen op orde houden, de ambitieuze plannen realiseren en de daling van de bijdrage van het rijk het hoofd bieden. We kiezen voor een financieel beleid dat gericht is op een sobere en efficiënte besteding van middelen. Een heldere begrotingsopzet met concrete meetbare doelen. Wij streven naar kostendekkendheid van gemeentelijke tarieven en heffingen, ook als dit een stijging tot gevolg kan hebben. Voor een gezonde financiële gemeente richt het CDA zich de komende jaren op de volgende maatregelen. 1. Elk jaar een gedegen doorrekening van de financiële positie voor de lange termijn en de effecten van nieuw beleid. 2. Analyseren van de begroting als het gaat om onderuitputting en onderbesteding, met andere woorden: waar is er ruimte in de begroting. 3. Nagaan of de door het Rijk voorgestelde ontschotting van de verkregen middelen nuttig en noodzakelijk is. Zo niet : schotten er tussen. 4. De efficiency van de uitvoering verbeteren en door anders werken minder loonkosten realiseren. 5. Daar waar we bouwen, willen we een sluitende grondexploitatie. De risico’s bij het uitvoeren van de bouw leggen we zo veel mogelijk bij de bouwondernemingen met wie de gemeente de overeenkomsten afsluit . 6. De problemen en meningsverschillen met de marktpartijen, voortvloeiend uit de ingebrachte claims brengen we in goed overleg met hen en de provincie, tot oplossing Bij dit alles wil het CDA in elk geval vast blijven houden aan: Het zorgvuldig beoordelen van de gemeentelijke financiële lastendruk voor de burgers en eventueel noodzakelijke stijgingen zoveel mogelijk beperken. In principe niet meer dan trendmatige verhoging van de gemeentelijke belastingen en tarieven, tenzij de kostendekkendheid in gevaar komt. Het minimabeleid zoals we dat in voorgaande hoofdstukken hebben aangegeven.
17