Utrecht creëert Nieuwe Energie
Werkprogramma 2008 - 2011
Datum: Datum gewijzigd: Projectnaam:
Gemeente Utrecht Postbus 8406 Telefoonnummer: Bezoekadres:
13 maart 2008 Utrecht creëert Nieuwe Energie
3503 RK UTRECHT 030 - 286 40 01 Ravellaan 96
ALGEMENE GEGEVENS Opdrachtgever:
College van burgemeester en wethouders
Contactpersoon:
E.J.L. van der Waard tel.: (030) 286 4760
2
INHOUD
1.
Voorwoord
4
2.
Inleiding
6
3.
Gemeentelijke Organisatie
10
4.
Wonen
13
5.
Werken
16
6.
Mobiliteit
21
7.
Profilering
25
8.
Toekomstige Activiteiten
27
9.
Monitoring
29
10.
Capita Selecta
30
10.1 Interne communicatie
30
10.2 Risico’s
31
10.4 Rol gemeente
32
10.3 Samenwerken 10.5 Stuurgroep
31 32
10.6 Programmateam
32
11.
Bijlage Betrokken Externe Partijen
33
12.
Bijlage Gemeentelijke Organisatie
34
3
1.
VOORWOORD
Utrecht voor elkaar. Dat is voor ons als college van burgemeester en wethouders het leidend thema voor onze stad. Samen zijn we in staat om de uitdagingen van onze stad aan te gaan. Dat geldt ook voor het klimaat. Het klimaat verandert. Het veranderende klimaat is een bedreiging en een kans. Een kans om anders om te gaan met energie en natuur. Bewuster. Een kans om te innoveren. Bij het thema energie en klimaat neemt de gemeente Utrecht haar verantwoordelijkheid. Samen met u, partners in de stad. Hoewel Utrecht maar een kleine speler in Europa en in de wereld is, kunnen wij in Utrecht een verschil maken. Utrecht heeft een wetenschappelijke en praktische kennisinfrastructuur voor de thema’s energie en klimaat. Uniek in Nederland en Europa. Dit biedt kansen. Deze kansen heeft Utrecht in juli 2007 verwoord met de nota ‘Utrecht creëert Nieuwe Energie’. Onderliggend werkprogramma geeft de nadere invulling van deze nota. De ambitie, CO 2- neutraal in 2030, is hoog. Het doel, 75.000 ton CO 2 verminderen voor 2012, is veeleisend. En toch zijn de activiteiten haalbaar en realistisch. Dit programma vormt een eerste stap die de transitie naar een CO 2- neutrale stad in gang zet. Als college zijn wij verheugd te constateren dat een aantal van u ook geïnspireerd is door deze eerste stap en samen met ons vervolgstappen wil zetten. Wat ons betreft geven we deze eerste stap een vervolg, ook na 2008, met nog meer partners. Samen maken we het verschil: Utrecht voor elkaar. Namens het college van burgemeester en wethouders, Tymon de Weger, wethouder Verkeer en Milieu.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
4
SAMENVATTING Voortbouwend op de nota 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' uit juli 2007 is onderliggend werkprogramma 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' opgesteld. Dit programma is deels in gezamenlijkheid met partijen uit de stad opgesteld. Het programma geeft voor 2008 invulling aan de geformuleerde doelstelling om in 2012 zo'n 75.000 ton CO 2 te reduceren. Ook presenteert dit programma de strategie en inzet om de gemeentelijke organisatie CO 2neutraal te maken. Het programma zet in op de thema's Wonen, Werken, Mobiliteit, Gemeentelijke organisatie en Profilering. De thema's Wonen, Werken en Mobiliteit beogen respectievelijk zo'n 30.000, 30.000 en 15.000 ton CO 2 te reduceren in 2012. De activiteiten in het programma richten zich op een CO 2reductie van zo'n 5000 ton CO 2 in 2009. Met Utrecht creëert Nieuwe Energie kiest Utrecht voor een stadsbreed energie- en klimaatprogramma op de belangrijkste thema’s van de stad: Wonen, Werken en Mobiliteit. Voor elk thema zijn activiteiten benoemd, zoals bijvoorbeeld een energiebesparingscampagne of een onderzoek naar duurzame energiekansen in de stad als windenergie en biomassa. Deze activiteiten worden zoveel mogelijk in samenwerking met partijen in de stad opgesteld. In de beginfase van elke activiteit wordt bewust en selectief naar zinvolle samenwerkingsvormen gezocht 1 vanuit de overtuiging dat in de beginfase niet alleen de basis wordt gelegd voor een goede samenwerking maar vooral ook ruimte is om vernieuwende ideeën en initiatieven toe te passen. Het zijn juist deze vernieuwende inzichten die letterlijk en figuurlijk ‘Nieuwe Energie’ opleveren. Kansen, aanpakken, doen begint bij concrete activiteiten in de stad. Utrecht zet in op samenwerking en innovatie, van onderaf, op projectniveau, op basis van gedeelde belangen, op basis van bewustwording, interesse, draagvlak en doen. Er is bewust voor deze aanpak gekozen omdat dit past bij de mentaliteit en kernwaarden van Utrecht. Utrecht zet daarmee initieel in op een relatief kleinschalig begin, in vergelijking met het grootse 'Rotterdam Climate Initiative'. Maar net als Rotterdam wil ook Utrecht een schaalsprong maken, een verschil maken. Utrecht wil dit laten zien door in 2012 een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie te realiseren. Dit betekent een uitstoot reductie en compensatie van in totaal zo'n 35.000 ton CO 2 . In de voorgestelde aanpak wordt de reductie van CO 2 gekoppeld aan beleidsterreinen waarop de gemeente ook verantwoordelijkheid heeft of neemt. Denk aan het: - verlagen van energie- en woonlasten van huurders en eigen woningbezitters, - prikkelen van innovatie en duurzaamheid, ook één van de peilers van stadspromotie - versterken van de Utrechtse economie, en - bijeenbrengen, genereren en toepassen van kennis rond ‘Nieuwe Energie’ met als beeld: Utrecht, de marktplaats én proeftuin van Nieuwe Energie. In het hoofdstuk 'Profilering' wordt deze boodschap vertaald naar een communicatiecampagne waarin informeren, prikkelen en uitdagen centraal staan. Utrecht wil op een vernieuwende, inzichtelijk, boeiende en interactieve, manier uitleggen waar, en hoe, de stad en haar partners Nieuwe Energie creëren.
1 Eerder aangeduid als ‘ ronde tafels’.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
5
2.
INLEIDING
Klimaat staat op de agenda. Wereldwijd. Nationaal. Lokaal. Een korte greep uit de highlights van afgelopen jaar. In 2007: – wonnen Al Gore en het IPCC de Nobelprijs voor de Vrede voor hun inspanningen om het klimaat internationaal op de kaart te zetten; – definieerden de wereldleiders op Bali de nieuwe contouren voor een nieuw wereldwijd klimaat akkoord, als opvolger van Kyoto 2012; – initieerde de Europese Unie op de klimaattop in Brussel een ambitieus energie- en klimaatplan; – formuleerde het rijk haar werkprogramma 'Schoon en Zuinig'; – schetste Utrecht met 'Utrecht creëert Nieuwe Energie’ de contouren voor het lokale energie en klimaatbeleid. De ambitie van Utrecht is om CO 2 -neutraal te zijn in 2030. Op het eerste gezicht lijkt dit onmogelijk. Toch is er wel degelijk sprake van een reëel handelingsperspectief. Grofweg een derde deel van de stad is aangesloten op stadsverwarming. Indien de NUON centrale op Lage Weide biomassa gaat (bij)stoken, wordt daarmee niet alleen groene elektriciteit opgewekt, maar wordt tegelijkertijd ook een derde deel van de stad duurzaam verwarmd. Medio 2007 introduceerde de gemeente de nota 'Utrecht creëert Nieuwe Energie'. Doel van dit agendazettende document is om partijen met elkaar in contact te brengen en ronde tafels te organiseren. Gedurende 2007 hebben de eerste activiteiten en gesprekken plaatsgevonden. Er zijn ronde tafels georganiseerd voor: • Gemeentelijke organisatie (okt. 2007). Dit heeft geresulteerd in de aanpak zoals omschreven in dit werkprogramma. • Programmaopzet ‘Utrecht creëert Nieuwe Energie’ (okt en dec. 2007). Dit heeft geresulteerd in de prioritering van activiteiten zoals voorgesteld in dit werkprogramma. • Wonen (3x, jan, feb. maart 2008). Dit heeft geresulteerd in twee innovatieve concepten voor ‘Nieuwe Energie’ bij bewoners in de stad Utrecht. Dit wordt met de deelnemende partijen verder uitgewerkt in de vorm van een businesscase, mits zij zelf risicodragend participeren. • Wonen en corporaties (maart 2008). Dit heeft geresulteerd in een zinvolle discussie tussen corporatiedirecteuren en een 'klimaatcafe' met de Bundeling. • Werken (april 2008). In voorbereiding met Syntens, Senternovem, Stadsontwikkeling en enkele Utrechtse bedrijven. Een lijst met betrokken externe partijen is weergegeven in de bijlage bij dit programma. Daarnaast zijn veel partijen binnen de gemeentelijke organisatie geinformeerd en betrokken. De resultaten van de ronde tafel ‘programmaopzet’ zijn gepresenteerd in dit werkprogramma. In feite kan elke activiteit uit het werkprogramma nu worden beschouwd als een ‘ronde tafel’, waarin partners uit de stad participeren. Duidelijk is dat veel partners in de stad kansen zien. Ook is duidelijk dat er nog veel meer gebeurt, kan gebeuren en wat de gemeente betreft gaat gebeuren. Los van de andere kansen die er nog zijn, legt dit werkprogramma prioriteit bij de geformuleerde activiteiten. Nu volgt het aanpakken en doen. Utrecht creëert Nieuwe Energie staat voor stadsbrede dialoog om gezamenlijk met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, corporaties en consumenten invulling te geven aan Nieuwe Energie. De aanwezige kennispartners in en om de stad bieden een kansrijk uitgangspunt. Samen bundelen deze partners een aansprekend kenniscluster Nieuwe Energie. Dit leidt tot kansen voor het klimaat, de leefbaarheid én de economische versterking van stad en regio. Daarnaast zijn talent, vernieuwing en (ge)bouwen zijn de, door stadspromotie, geformuleerde kernwaarden van de stad Utrecht. Deze kernwaarden verenigen zich in Utrecht creëert Nieuwe Energie.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
6
De Programma opzet Voordat inhoudelijk wordt ingegaan op de programmaonderdelen, wordt in deze paragraaf kort de structuur van het programma toegelicht. Ambitie en Doelstelling De ambitie van Utrecht is om in 2030 CO 2 -neutraal te zijn. Deze lange termijn doelstelling is vertaald in een korte termijndoelstelling tot 2012. Het doel is om in 2012, het moment dat de termijn van het Kyoto protocol afloopt, 6% CO 2 te hebben gereduceerd ten opzichte van 1990. Dit komt overeen met de Kyoto doelstelling waartoe de Nederlandse overheid zich heeft verplicht. Dit betekent dat Utrecht de komende 4 jaar 75.000 ton CO 2 moet besparen (zie Utrecht creëert Nieuwe Energie, juli 2007) Het Speelveld In de nota 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' is het speelveld 'Energie en Klimaat' geschetst. Daarbij is aangegeven dat prioriteit wordt gegeven aan de thema's: voorbeeldfunctie, wonen, werken, mobiliteit en draagvlak burgers. Deze thema's zijn gekozen als leidende thema's in het programma. De overige thema's, zoals bijvoorbeeld ‘groen en water’, zijn niet buiten beeld, maar niet prioritair gesteld. Deze niet-prioritaire thema’s kunnen wel in een van de projecten aan de orde komen omdat zij daar in meer of minder mate aan verbonden zijn. Mooi voorbeeld hiervan is het project 'Rijnenburg’. ‘Rijnenburg’ is gerangschikt onder het thema 'wonen' maar heeft een duidelijke link met 'groen en water'. Het Programma Figuur 1 presenteert de hoofdlijn van het programma ‘Utrecht creëert Nieuwe Energie’. Onder elk thema zijn activiteiten benoemd, die later in dit document worden beschreven. De CO 2 -bijdrage van de gemeentelijke organisatie is buiten de doelstelling voor de stad gelaten.
2030 CO2 neutraal 2012 75.000 ton CO2 besparing 2012 Wonen -30.000 ton CO2
2012 Werkenl -30.000 ton CO2
2012 Mobiliteit -15.000 ton CO2
2012 Voorbeeldfunctie CO2 neutraal - 35.000 ton CO2
2012 Profilering Utrecht creert nieuwe energie
Figuur 1: De programmastructuur met ambitie 2030, doel 2012 en smart subdoelen voor wonen, werken, mobiliteit en draagvlak burgers. De Activiteiten Binnen het programma worden drie typen activiteiten onderscheiden: Innovaties, Projecten en Routines. Deze typologieën zijn uitgewerkt in tabel 1. Alle drie typen activiteiten zijn SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijd/planmatig) omschreven. Het verschil zit hem in abstractien iveau. Denk aan lobby, draagvlak, uitvoering die alle in meer of mindere mate innovatief kunnen zijn.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
7
Tabel 1: Typologie van activiteiten in het programma ‘Utrecht creëert Nieuwe Energie Innovaties Projecten Routines
Zijn nog wat onzeker, nieuw, zoekend naar draagvlak, gericht op initiëren, het koppelen van belangen en partijen, delen kennis, business case opstellen – op zoek naar Nieuwe Energie. Zijn uniek, samen met partners, partijen zijn partners geworden, eenmalig, planmatig, resultaat te omschrijven, gerichte focus is mogelijk, duidelijke activiteiten die toewerken naar resultaat – creëren Nieuwe energie. Zijn duidelijk, bekend, 'standaard' activiteiten die toewerken naar resultaat, meer procedurele aanpak, - gericht op realiseren van Nieuwe Energie (waarbij het Nieuwe niet meer letterlijk is).
Programmeren volgens de IPR-methode Om CO 2 -uitstoot nú te verminderen zijn concrete activiteiten nodig: het benutten van de bodemwarmte -en koude, het toepassen van zonnepanelen, energiebesparing, e.d. Deze activiteiten worden nu projectmatig opgepakt. Idealiter worden deze projecten na verloop van tijd routinematig toegepast. Bij energiebesparing is dat nu al denkbaar, aangezien veel ervaring beschikbaar is en er voor een aantal maatregelen geen financiële belemmeringen meer bestaan. Toch blijkt er voor routinematig energiebesparing wel wat extra’s nodig zijn om deze routine ook echt routine te laten worden. Regelgeving kan hierbij helpen. De 'routine' matige structuur is hiervoor beschikbaar in de vorm van het toepassen en handhaven van de Wet milieubeheer. Ook kan men denken aan nieuwe, innovatieve activiteiten die het belang van energie besparen op een andere, leukere en mogelijk effectievere manier benadrukken. Indien men daarvoor kiest, dan is iets nieuws, iets inspirerend nodig: een 'Innovatie'. Dit werkprogramma beoogt een goede balans te creëren tussen de drie typen activiteiten: Innovatie, Projecten en Routine. Hiermee wordt onder andere de continuïteit op de lange termijn gewaarborgd. Het nationale werkprogramma 'Schoon en Zuinig' onderscheidt een soortgelijke methodiek. Dit programma onderscheidt de drie fasen meters maken, meters voorbereiden en verdergaande innovaties. Zie figuur 2.
Figuur 2: Strategie van het nationale werkprogramma 'Schoon en Zuinig' (p.11)
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
8
In de nota Utrecht creëert Nieuwe Energie (juli 2007) is kort de historie geschetst die Utrecht heeft opgebouwd met energie en klimaatactiviteiten. Deze activiteiten zijn verder uitgewerkt in een voorbeeldenboek. Deze voorbeelden laten zien dat Utrecht een goede reputatie heeft ten aanzien van Nieuwe Energie. Dit voordeel heeft het nadeel dat het nu lastiger is om 'meters te maken'. Veel 'standaard'-campagnes en -methodieken zijn al eens toegepast. Herhaling kan zinnig zijn, maar heeft ook kans op minder succes, juist vanwege dat herhalingseffect. Dus moet Utrecht op zoek naar iets nieuws. En dat kan, moet kunnen met de innovatiekracht die de kennisbedrijven in Utrecht hebben. Daarom, én vanwege de economische versterking van de regio, is 'innovatie' een belangrijke onderdeel in de programmering van Utrecht creëert Nieuwe Energie. Hier komen de twee dimensies van Nieuwe Energie creëren in de stad naar voren. Enerzijds, figuurlijk: de kracht in de stad opzoeken, mobiliseren en tot bloei laten komen. Anderzijds, concreet: daadwerkelijk CO 2 reduceren, nu en in de toekomst. De kracht van de stad mobiliseren is bewust als eerste genoemd omdat het veelal private partijen, instellingen en burgers zijn die Nieuwe Energie kunnen creëren en implementeren. Expliciet staat in de vorige zin 'kunnen creëren'. Voor het realiseren van een CO 2 -neutrale stad is het noodzakelijk dat niet alleen gemeente, maar vooral ook burgers en bedrijven in de stad in actie kunnen komen, moeten komen. De gemeente is zelf een weliswaar belangrijke, maar kleine speler. Utrecht, als gemeente alleen, maakt het verschil niet. Samen kunnen we wel het verschil maken. Daarin wil Utrecht haar verantwoordelijkheid pakken door een coördinerende faciliterende rol in dit proces te vervullen. En Utrecht wil het goede voorbeeld geven. Het programma 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' zet een eerste stap op weg naar een herkenbare positie. Utrecht wil laten zien dat energie- en klimaatbeleid niet alleen iets is van ‘moeten’, meer is dan CO 2 -reductie en Nieuwe Energie kan opleveren. Dit wil Utrecht bereiken door nieuwe, slimme oplossingen aan te dragen en toe te passen in concrete activiteiten. Daarom zet Utrecht in op samenwerking met partners in de stad, bundeling van kennis, creativiteit en innovatiekracht. Met als doel toegevoegde waarde creëren om efficiënt en effectief CO 2 te reduceren. Utrecht wil deze toegevoegde waarde ook inzichtelijk maken. Utrecht de proeftuin en marktplaats van Nieuwe Energie. Hiermee wil Utrecht een goede uitgangspositie bereiken voor Nieuwe Energie, als een belangrijk uitdaging voor de toekomst.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
9
3.
GEMEENTELIJKE ORGANISATIE
De gemeentelijke organisatie heeft zich tot doel gesteld om CO 2 -neutraal te willen zijn in 2012. Deze doelstelling is ambitieuzer dan de doelstelling voor de thema's Wonen, Werken en Mobiliteit. Door voor de gemeentelijke organisatie te laten zien dat het kan, CO 2 -neutraal te zijn in 2012, wil de gemeente een voorbeeldfunctie vervullen. Figuur 3 presenteert de daartoe te ondernemen activiteiten. De activiteiten in de ongemarkeerde, witte blokken zijn lopende activiteiten. De grijs geblokte activiteiten zijn nieuwe initiatieven die in het kader van Utrecht creëert Nieuwe Energie worden opgepakt. Deze activiteiten zijn weergegeven in onderstaande tabel 2, inclusief beoogt einddoel. Het gaat immers niet zozeer om het onderzoek maar om het beoogde einddoel van dit onderzoek: Energiebesparing op het Stadhuis, een CO 2 -neutraal Stadskantoor, een nieuwe impuls voor een brede, enthousiasmerende energiebesparingscampagne voor ambtenaren. 2010 Voorbeeldfunctie
Energiezuinig Zwembaden
Energieadvies Stadhuis
Energieadvies >1000 m2
Energievisie Bibliotheek
Installatieadvies Stadskantoor
Impuls Energiebesparingscampagne
Openbare verlichting
Gemalen, VRI en Bruggen
Elektrisch rijden
CO2 compensatie brandstoffen
Het Nieuwe Rijden
Zero emissie bierboot
CO2 compensatie vliegreizen
100% groene elektriciteit
CO2 compensatie
Figuur 3: 'Nieuwe Energie' Activiteiten ten behoeven van de eigen gemeentelijke organisatie. (De grijs geblokte activiteiten zijn nieuwe activiteiten die in het kader van Utrecht creëert Nieuwe Energie zijn gedefinieerd. De overige activiteiten zijn reeds opgestart in staand beleid van de gemeente. Met cofinanciering van SenterNovem en andere geldstromen wordt gepoogd deze vijf activiteiten in 2008 te starten. De reden van cofinanciering van het onderzoek ligt in het gedeelde belang. Het gaat niet alleen om energie, maar ook om gebruikerskosten, milieu, communicatie, PR waarde, betrokkenheid e.d.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
10
Tabel 2: Activiteiten van het programma Utrecht creëert Nieuwe Energie - gemeentelijke organisatie.
Activiteit Energieadvies Stadhuis Energieadvies > 1000 m2 gebouwen Energievisie Bibliotheek Installatieadvies Stadskantoor Impuls Energiebesparings-campagne Het Nieuwe Rijden
Type Routine
Beoogd resultaat Inzicht in type en rentabiliteit technische maatregelen
Beoogd Einddoel Energierenovatie in 2009
Routine
Inzicht in type en rentabiliteit technische maatregelen
Energierenovatie in 2010, 2011
Project
Inzicht in type en rentabiliteit technische maatregelen
Duurzame Energievoorziening
Routine
Inzicht in type en rentabiliteit technische maatregelen
CO 2 -neutraal kantoor
Innovatie
Zicht op nieuwe impuls, enthousiasme
Project
10 – 15 % brandstofbesparing t.o.v. ‘oud’ rijden
CO 2 -compensatie
Innovatie
Plan voor meest effectieve CO 2 -compensatie
Nieuwe, internet based, e-learning gedragscampagne Innovatieve campagne om bij medewerkers en burgers HNR te promoten Overeenkomst duurzaam CO 2 -compensatie en (bos)beheer
Totaal
Dekking Terugverdientijd 5 tot 10 jaar Terugverdientijd 5 tot 10 jaar Terugverdientijd 5 tot 10 jaar Terugverdientijd 5 tot 10 jaar Gemeentelijk Gemeentelijk Gemeentelijk
Deze activiteiten zijn niet 'ad hoc' tot stand gekomen. De gemeente heeft ervoor gekozen om tot 2012 te werken langs de lijn van de 'Trias Energetica': 1. energie besparen 2. duurzame energiebronnen toepassen 3. fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk inzetten Het fossiele energieverbruik dat anno 2012 resteert wordt met CO 2 -rechten gecompenseerd. Door de logica van de 'Trias Energetica' te volgen wordt energie bespaard én hoeven we de bespaarde energie in 2012 niet te compenseren. Dit bespaart energiekosten vanaf het moment van energiebesparing en vanaf 2012 is de gemeente minder kwijt aan compensatiekosten. Op dit moment zijn deze kosten zo'n 20 € per ton CO 2 . Met activiteiten rond besparing, efficiënt gebruik, duurzame energie en compenseren wordt in totaal de gehele gemeentelijke organisatie in 2012 CO 2 -neutraal, zie ook tabel 4 en 5.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
11
Tabel 4: Activiteiten die leiden naar een CO 2- neutrale gemeentelijke organisatie in 2012 (zie ook figuur 3) – Trias Energetica Activiteit
Trekker
Type activiteit
Tijdspad
Beoogd resultaat
Energiezuinig Zwembaden en sporthallen Energieadvies Stadhuis Energieadvies >1000 m 2 Energievisie nieuwe Bibliotheek Installatieadvies Stadskantoor Impuls Energiebesparingscampagne Openbare verlichting Gemalen, VRI en Bruggen Aankoop schone en zuinige bedrijfsvoertuigen Elektrisch Vervoer Het Nieuwe Rijden Energiebeheer Totaal 1 : Verkeersregelinstallaties
DMO, SO SO
Project Routine Routine
2010 2008 2009
Inzicht in rentabiliteit technische maatregelen Inzicht in rentabiliteit technische maatregelen Inzicht in rentabiliteit technische maatregelen
Beoogde CO 2- reductie (ton/jaar) 200 80 100
POS / SO POS / SO
Project Routine
2008 2008
Inzicht in rentabiliteit technische maatregelen Inzicht in rentabiliteit technische maatregelen
100 1500
SO SW SW SW SW SW SO
Innovatie Project Project Project Innovatie Project Project
2008 nieuw impuls / enthousiasme 2008 e.v. energiezuinig verlichting 2008 internet monitoring 2008 schonere en zuinigere bedrijfsauto's 2008 Emissie arme bierboot en bedrijfsvoertuigen 2008 10-15 % brandstofbesparing tov 'oud' rijden 2008 minder energieverbruik
Tabel 5: Activiteiten Compensatie die leiden naar een CO 2- neutrale gemeentelijke organisatie in 2012 (zie ook figuur 3) - Compensatie
200 900 20 pm 16 280 230 3.626
Activiteit
Trekker
Type activiteit
Tijdspad
Beoogd resultaat
CO 2- compensatie voertuigbrandstoffen CO 2- compensatie vliegreizen
SW gemeente breed gemeente breed BIS
Routine Routine
2008 2008
CO 2- neutraal CO 2- neutraal
Beoogde CO 2- reductie (ton/jaar) 2.836 120
Project
2008
CO 2- neutraal
18.000
Innovatie
2012
CO 2- neutraal - Maatschappelijk verantwoord compenseren door duurzame energie en/of bosaanplant in Leon,
10.500
100 % groen elektriciteit
CO 2- compensatie Totaal
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
31.456
12
4.
WONEN
De doelstelling voor het thema ‘Wonen’ is de CO 2- uitstoot in 2012 met 30.000 ton te reduceren. 2 Door het toepassen van slimme product- en proc esinnovaties kan CO 2- reductie ook gepaard gaan met lagere energie- en woonlasten. Figuur 4 presenteert, met de grijs geblokte vakken, de nieuw geïnitieerde activiteiten in het kader van Utrecht creëert Nieuwe Energie. Tabel 6 verwoordt de beoogde einddoelen en daaraan verbonden begrote kosten in 2008 en langere termijn, voor zover reeds inzichtelijk.
Wonen
Prestatieafsprake corporaties
Kansen Utrecht
Stadsverwarmin Leidsche
Rijnenburg Duurzaam
Energievisi Leidsche Centrum
Energiebesparings campagne particuliere
Energiebesparings campagne corporaties energiebedrij
Corporatie lokaal energiebedrij
Corporatie vervroegd investeren energiebesparin
Corporatie vervangen koelkasten apparatuur
Figuur 4: De geïnitieerde activiteiten voor het thema Wonen in het kader van Utrecht creëert Nieuwe Energie (grijs geblokt) De overige activiteiten zijn initiatieven die door derden zijn opgepakt.
2 De doelstelling is afgeleid van het feit dat ‘Wonen’ een aandeel heeft van ca. 40 % in de stedelijke CO2-uitstoot. Het doel van Utrecht creëert nieuwe energie is om in 2012 de CO2uitstoot met 75.000 ton te reduceren (40% van 75.000 = 30.000 ton).
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
13
Tabel 6: Activiteiten van het programma Utrecht creëert Nieuwe Energie, thema wonen.
Activiteit Rijnenburg 'Duurzaam'
Type Innovatie
Beoogd resultaat Plan voor energieneutrale woonwijk, inclusief 100% duurzame energie
Beoogd Einddoel 100 % CO 2- neutrale wijk, volledig lokaal ingevuld
Leidsche Rijn Centrum Energiebesparingscampagne eigen woning bezitters Energiebesparingscampagne corporaties Energieconvenant
Project
Combi Warmte-KoudeOpslag en stadsverwarming Project definitie, business case omtrent gedrag en techniek
50 % CO 2- besparing ten opzichte van 'conventioneel'
Project definitie, business case omtrent gedrag en techniek
Minimaal 1 ton CO 2- besparing bij minimaal 20 % van de Utrechtse huurders
gemeentelijk
Convenant
30% energiezuinige woningen
gemeentelijk provincie, rijk
Innovatie Innovatie 3
Minimaal 1 ton CO 2- besparing bij minimaal 20 % van de Utrechtse particuliere woningbezitters
Dekking Programma Rijnenburg Provincie, VROM Ruimte voor Klimaat Terugverdientijd < 5 tot 10 jaar gemeentelijk
Naast de nieuwe geïnitieerde activiteiten, zijn er ook bestaande initiatieven, bijvoorbeeld van de woningcorporaties. Deze activiteit(idee)en zijn als wit geblokte activiteiten in figuur 6 opgenomen. Deze lijst is nog niet compleet. Gedurende 2008 wordt bepaald of, en hoe, deze activiteiten in het programma Utrecht creëert Nieuwe energie kunnen worden geregistreerd en gecommuniceerd. Dit geldt ook voor koplopers bij de particulieren, zij die bewust omgaan met energie en daarmee energie besparen of soms zelfs al Nieuwe Energie toepassen. Rijnenburg Het idee van Rijnenburg 'Duurzaam' is om toe te werken naar een klimaatvriendelijke wijk. Met klimaatvriendelijk wordt hier ten minste verstaan: energieneutraal en 'state of the art' op het gebied van adaptatie. Rijenburg: een wijk van Utrecht die geen energie meer verbruikt. Sterker nog, misschien zelfs wel energie opwekt. En, Rijnenburg een wijk die zo goed mogelijk is ingericht en toegerust op de onvermijdelijke gevolgen van de klimaatverandering. Deze duurzaamheidgedachte is in lijn met het, door Braungart en McDonough, geformuleerde ‘cradle tot cradle’ principe. Niet meer ontwerpen van ‘wieg naar graf’, met grote afvalstromen tot gevolg, maar van ‘wieg tot wieg’. Tot restproducten die men weer kan gebruiken in een volgende levensfase van het product. In samenwerking met Provincie Utrecht wordt een projectaanpak gedefinieerd. Doel is om samen met de bij Rijnenburg betrokken partijen Rijnenburg duurzaam vorm te geven werken. Het beoogde einddoel is om naar een duurzaam, klimaatbestendig Rijnenburg toe te werken. Duurzaam is daarbij breder gedefinieerd dan sec energie. Leidsche Rijn Centrum Het beoogde einddoel voor Leidsche Rijn Centrum is om, analoog aan stationsgebied, een duurzaam energiesysteem toe te passen. In Leidsche Rijn levert Eneco stadsverwarming. Dit is een CO 2- vriendelijke manier van warmtelevering, die verder kan worden versterkt door gebruik van bodemwarmte. Energiebesparing
3 opmerking: energiebesparingscampagne is anders dan anders, moet gewoon leuk zijn om mee te doen.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
14
Energiebesparing in de gebouwde omgeving is te bereiken via techniek en gedrag. Bij techniek kan gedacht worden aan maatregelen als: isolatie, stadsverwarming, zonnepanelen, spaarlampen e.d. Bij gedrag gaat om het bewust omgaan met aankoop én gebruik van producten. Dit laatste is een lastig onderwerp, maar een bepalende sleutel tot succes. Utrecht creëert Nieuwe Energie onderzoekt een nieuwe aanpak om energie besparen ook 'leuk' te laten zijn. De idee is om het 'me too' effect te creëren. De aanpak maakt gebruik van bestaande initiatieven als de klimaathypotheek, Wonen ++ , Meer met Minder, e.d. en wordt vorm gegeven door o.a. de creatieve industrie uit Utrecht, gedragwetenschappers en een aantal marktpartijen. Oorspronkelijk was deze aanpak bedoeld als opmaat voor de eigen woningbezitters. Het eindproduct lijkt bredere inzetbaar. Ook voor woningcorporaties biedt deze aanpak kansen. Woningcorporaties De vijf Utrechtse woningcorporaties hebben zelf een aantal Nieuwe Energie activiteiten geïnitieerd of voeren die al langer uit. Bijvoorbeeld in het herstructureringsprogramma Utrecht Vernieuwt. Enkele corporaties denken na over de oprichting van een eigen energiebedrijf. Met zo’n energiebedrijf kan op een innovatieve manier gebruik worden gemaakt van Nieuwe Energie, bijvoorbeeld door de warmte in de bodem slim te gebruiken. Door de oprichting van een eigen energiebedrijf kunnen corporaties de energiekosten in eigen hand houden en zo hun woningen voorzien van lage energiekosten en daarmee lagere woonlasten voor de huurder. Zo worden aantrekkelijke woningen gerealiseerd, nu en in de toekomst. Dit is volledig in het eigenbelang van de corporaties, in belang van de huurders en van het milieu. Inmiddels zijn er diverse corporaties in Nederland die hier succesvolle ervaringen mee hebben opgedaan. Een ander activiteit betreft het vervroegd initiëren van groot onderhoud. Zo kunnen energiebesparende maatregelen als HR ++ en extra spouwisolatie vervroegd worden toegepast. Een ander, verrassende gedachte is de idee van een Utrechtse woningcorporatie om de vele oude koelkasten in studentenhuizen te vervangen door nieuwe, energiezuinige. Zo zijn er ongetwijfeld nog meerdere aansprekende activiteiten die op worden gepakt. Ook deze initiatieven, mits toegepast in concrete uitvoeringsprojecten dragen bij aan de doelstelling van Utrecht creëert Nieuwe Energie. Overigens heeft bij de corporaties een grote denkomslag plaatsgevonden. Duurzaamheid staat duidelijk en prominent op de agenda. Een voorbeeld daarvan is de ondernemingstrategie 2008 - 2012 van Mitros. De gemeente is van mening dat het voor zowel de woningcorporaties als gemeente van toegevoegde waarde is om toe te werken naar een convenant. De gemeente gaat hierover overleg voeren met de woningcorporaties. Zeker gezien de gezamenlijke Utrecht Vernieuwt opgave biedt dit kansen.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
15
5.
WERKEN
Voor het thema ‘Werken’ luidt de doelstelling om de CO 2- uitstoot in 2012 met 30.000 ton te reduceren. 4 Aanvullend blijkt dat Utrecht creëert Nieuwe Energie resulteert in innovatie, economische versterking en city promotie. Figuur 4 geeft, met de grijs geblokte vakken, de nieuw geïnitieerde activiteiten weer van 'Utrecht creëert Nieuwe Energie'. Tabel 7 presenteert de beoogde einddoelen en begrote kosten 2008. Werken
Bedrijven toepassen Wmb
Opzet besparing campagne
Energiefonds
Inspiratienetwerk
Expertmeeting Energietransitie
Opleiding
Monitoring
Gaming
Rabobank Energiezuinig hoofdkantoor
Fortis CO2 neutrale organisatie
BCC energietips aan klanten en CO2 neutrale organisatie
Figuur 4: De geïnitieerde activiteiten voor het thema Werken in het kader van Utrecht creëert Nieuwe Energie (grijs geblokt) De overige activiteiten zijn initiatieven die door derden zijn opgepakt. Deze activiteiten worden in 2008 verder uitgewerkt, uiteraard in samenspraak met de betrokken partners. Deze partners realiseren, min of meer autonoom, zelf ook Nieuwe Energie activiteiten. Rabobank en Fortis zijn hier sprekende voorbeelden van. Deze zijn ook in figuur 6 aangegeven, wit geblokt. Deze lijst is nog niet compleet. Net als bij de overige thema's, die gericht zijn op externe integratie zoals 'Wonen' en 'Mobiliteit', wordt gedurende 2008 nagegaan of en hoe deze activiteiten kunnen worden geregistreerd en gecommuniceerd in het programma Utrecht creëert Nieuwe energie.
4 De doelstelling is afgeleid van het feit dat ‘Werken’ een aandeel heeft van ca. 40 % in de stedelijke CO2-uitstoot. Het doel van Utrecht creëert nieuwe energie is om in 2012 de CO2uitstoot met 75.000 ton te reduceren (40% van 75.000 = 30.000 ton).
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
16
Tabel 7: Activiteiten van het programma Utrecht creëert Nieuwe Energie, thema werken.
Activiteit Bedrijven
Type project
Beoogd resultaat Besparingscampagne
Kenniscentrum
Innovatie
Citypromotie Nieuwe Energie in Stationsgebied
Project
Opzet energiefonds, inspiratienetwerk, expertmeeting energietransitie, opleiding Monitoring, 'gaming TV format voor duurzame Utrechtse bedrijven
Innovatie
Opzet uitvoeringsorganisatie
Beoogd Einddoel Hernieuwde aandacht voor energiebesparing bij bedrijven, in kader van Wmb om de 30.000 ton CO 2 te bereiken Toonaangevend, internationaal (h)erkend Kenniscentrum
Dekking Gemeentelijk Pinda Aanvraag ‘Clean Tech’
Brede bekendheid van de Utrechtse 'Duurzame' parels
Gemeentelijk
Realisatie van het grootste warmte koude opslag systeem van Nederland, gecombineerd met innovatieve grondwatersanering
Publiek Private samenwerking
Bedrijven Voorzichtige schattingen tonen aan dat de realisatie van 30.000 ton minder CO 2- uitstoot voor het thema Werken relatief makkelijk te halen is met eenvoudige maatregelen. De cruciale vraag is echter: hoe? Hoe krijg je bedrijven op brede schaal zo ver om te investeren in (rendabele) energiebesparende maatregelen. De praktijk leert helaas dat dit niet zomaar gebeurt. De 'weg der verleiding' werkt lang niet altijd. De Wet milieubeheer is er tenslotte ook niet voor niets. Oftewel, kies je voor de wortel of de stok? Utrecht kiest voor een combinatie van beide. De voorlopers en de partijen van goede wil zijn te benaderen met een goede, gerichte voorlichting over de mogelijkheden. ' De ondernemers, die ook na ruimschoots de tijd te hebben gehad, geen actie ondernemen, worden gecontroleerd en gehandhaafd. Volgens het instrument ‘verruimde reikwijdte’ in de Wet milieubeheer kan grofweg worden gesteld dat bedrijven verplicht kunnen worden om investeringen te plegen in energiemaatregelen met een terugverdientijd minder dan vijf jaar. In 2008 wordt een doordachte campagne opgesteld, die in de jaren daarna in uitvoering kan gaan. Een dergelijke campagne is te organiseren per branche of per locatie, bijvoorbeeld een bedrijventerrein. Wellicht kan eenzelfde opzet worden toegepast als bij de succesvolle ‘Actie Energiewinst’, de Utrechtse energie aanpak voor energiebesparing bij lagere inkomens. Hoewel er geen zicht is op aanvullende financiering vanuit het rijk, blijft een dergelijke campagne genoeg inhoudelijke aanknopingspunten bieden voor een reïntegratietraject van langdurig werklozen. Het feit dat de deelnemende ondernemers een kwalitatief goed advies verwachten, stelt wel hoge eisen aan de deelnemende reïntegranten en begeleiding. Ook kan in samenspraak met de bedrijven op een bedrijventerrein of met detailhandel in de binnenstad, gezamenlijk worden nagedacht over een goede marketing/ communicatie strategie. Indien ongeveer 20 à 30 detailhandelbedrijven gloeilampen vervangen door spaarlampen wordt al gauw een aansprekend CO 2- getal bespaard. Communicatietechnisch van groot belang voor deelnemende ondernemer en gemeente. Los van deze nieuwe campagne, worden in 2008 de top 25 bedrijven qua energieverbruik, zoals die bij de gemeente bekend zijn, gecontroleerd. Overigens betekent dit niet noodzakelijkerwijs dat hier ook een, dan wel de meeste, CO 2- uitstoot reductie te behalen is. Ook worden dit jaar 20 gemeentelijke gebouwen gecontroleerd, met extra nadruk op het energieverbruik. Bij de 500 regulier te controleren bedrijven zal energieverbruik/besparing ook aandacht krijgen. Het Midden- en Klein Bedrijf kan ook in 2008 gebruik blijven maken van de energieadviezen van MilieuZorg Utrecht.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
17
Veel 'werken'-activiteiten zijn gericht op 'innovatie', kennisuitwisseling- en bundeling, wat op de (middel)lange termijn CO 2- reductie bewerkstelligt. De reden dat Utrecht hier op inzet ligt in het feit dat Utrecht, of beter de partijen in de stad, hier een verschil kunnen maken. Een verschil ten aanzien van innovatie, economische versterking, citypromotie, sociale versterking en CO 2- reductie. Kenniscentrum De Universiteit Utrecht is internationaal toonaangevend in het wetenschappelijk klimaatonderzoek. De samenwerking tussen de bèta- en geowetenschappen, vakdisciplines waar de Universiteit van oudsher sterk in is, levert (h)erkend rendement. De Universiteit is echter niet het enige vooraanstaande instituut dat Utrecht op dit vakgebied rijk is. Het Copernicus Instituut, en het Utrecht Centrum voor Energieonderzoek zijn beide, zowel wetenschappelijk, als in meer toegepaste zin, partijen met een internationale waardering. Naast deze instituten is de regio Utrecht de basis van vele gerenommeerde adviesbureaus en kennisinstellingen. Denk aan het KNMI, het Milieu en NatuurPlanbureau, TNO, Ecofys, SenterNovem etc. De samenwerking tussen de Universiteit en TNO heeft eind 2007 geleid tot de oprichting van de Klimaat Kennis Faciliteit in Utrecht. Hierin participeert ook het KNMI en de Universiteit van Wageningen. De Klimaat Kennis Faciliteit bundelt belangrijke kennis voor het ambitieuze Nationaal Programma Kennis voor Klimaat, wat sterk op adaptatie 5 is gericht. Voor dit programma heeft het Rijk medio 2007 50 miljoen euro ter beschikking gesteld. Naast onderzoekspartijen heeft Utrecht ook een aantal belangrijke marktpartijen die leidend zijn in dit vakgebied. Econcern, oorspronkelijk ontstaan uit de Universiteit, is hier wel het meest spraakmakende voorbeeld van. Naast Econcern zijn er nog diverse andere marktpartijen, zoals adviesbureaus, bouwondernemingen, installatiebureaus die elk op eigen wijze invulling geven aan Nieuwe Energie. Utrecht heeft, voor velen ongemerkt, een unieke positie opgebouwd ten aanzien van de kennis over energie en klimaat. Een positie die het niet alleen waard is om te laten zien, maar daardoor ook (h)erkend kan worden en de partners in het kenniscentrum (en stad) kan helpen hun positie te versterken. Een van de manieren om dit te bereiken is deze kennis te bundelen en voor derden toegankelijk te maken in een kenniscentrum. Dit kan virtueel en fysiek. Beide bieden kansen die binnen het programma Utrecht creëert Nieuwe Energie kunnen worden gefaciliteerd. Binnen dit brede spectrum aan kennis zijn vele initiatieven van partijen mogelijk: 'Virtueel bouwen'. Virtueel bouwen is een initiatief van de Hogeschool Utrecht om via een virtuele wereld het integraal ontwerpen in de bouwwereld van de grond te tillen. Integraal ontwerpen wordt al jaren onderkend als het middel om de Nederlandse bouwpraktijk te veranderen, opdat het bouwproces kan worden versneld en de faalkosten worden verminderd. Door integraal ontwerpen worden installaties, dus ook energie-installaties, van het begin af aan integraal in het ontwerp meegenomen. Dit voorkomt niet alleen fouten in ontwerp, bouw en gebruik, maar levert ook een beter en energiezuiniger gebouw tegen lagere kosten. Ook dat is innovatie, procesinnovatie. 'Monitoring' en ‘Gaming’. Samen met de Gamefactory, HKU, HU, Eneco wordt onderzocht hoe een inzichtelijk, internet based, monitoringsinstrument kan worden gemaakt. Dit instrument maakt gebruik van relatief nieuwe ontwikkelingen als ‘Google Maps’ en ‘Google Earth’. Het doel is om eenvoudig, inzichtelijk en vrij toegankelijk internet based monitoringsinstrument te maken opdat iedereen een beeld krijgt van de CO 2- uitstoot in de stad én aansprekende activiteiten. Door het fenomeen ‘gamen’ hieraan te koppelen kan wellicht een geheel nieuwe energiebesparingcampagne worden ingezet. ‘Opleiding’. Naar aanleiding van de ervaringen met een concreet ‘Nieuw Energie’ voorbeeldproject wordt gekeken welke kennis en ervaring van eerste idee tot en met beheer nodig is op LBO, MBO, HBO en universitair niveau om dit soort projecten succesvol te kunnen realiseren. Mogelijk kan daar in samenwerking met ROC, Hogeschool, Universiteit en bedrijfsleven een nieuwe opleidingsrichting voor worden opgericht. 5 Adaptatie staat voor het aanpassen aan de wereldwijde klimaatverandering, bijvoorbeeld met ruimtelijke maatregelen.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
18
-
'Energietransitie'. Onderzoek naar de mogelijkheden op korte, midden en lange termijn om duurzame energie toe te passen in Utrecht. Denk aan energie uit zon, wind, bodem, afval e.d. 'Expertmeeting'. Naar aanleiding van de visie op duurzame energie in de stad Utrecht een expertmeeting organiseren op lokaal, regionaal niveau. Agenda zettend. Laten zien welke kansen er zijn. Inspiratienetwerk aankondigen. ‘Inspiratienetwerk’. Oprichten van een inspiratienetwerk (zie www.skillcity.nl) ‘Energiefonds’. Er zijn partijen die bereid zijn te investeren in nieuwe, innovatieve energietechnieken. Het matchen van deze partijen aan vragende partijen is dan ook meer dan zinnig. In dit kader is het zinvol om gebruik te maken van bestaande expertise op dit vlak, zoals de TaskForce Innovatie, Utrecht Innovation Partner, Stichting Nieuwe bedrijvigheid Utrecht e.d.
Bovenstaande voorbeelden illustreren welke nieuwe denklijnen kunnen ontstaan als partijen met elkaar in contact komen en met een gedeelde focus oplossingen bedenken voor bestaande problemen, uitdagingen op het energie en klimaatvlak. Het is goed op te merken dat het uitdrukkelijk niet de bedoeling is van Utrecht creëert Nieuwe Energie om vrij te ondernemen en publiek geld te investeren aan ‘leuke ideetjes’. Integendeel, afhankelijk van het (eigen)belang van het programma wordt al dan niet (deels) geparticipeerd. Zonder regisserende facilitator zoeken partijen elkaar minder makkelijk op, komen lastiger met elkaar in contact en is er daardoor minder dynamiek. Op het moment dat de dynamiek er is, en de toegevoegde waarde helder is, kan de markt de regisseursrol overnemen. Dit is ook de achterliggende achter de ‘Clean Tech’ PINDA aanvraag, de Pieken IN de Delta Aanvraag, die Utrecht in Noordvleugelverband bij het ministerie van Economische Zaken heeft ingediend. Citypromotie In samenwerking met de Hogeschool van Utrecht, de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en een lokale of nationale televisie omroep wordt een TV programma gemaakt rondom het thema ‘ Nieuwe Energie’. De idee is om studenten, onder begeleiding van een ervaren programmamaker, een ‘format’ voor een TV programma op te laten stellen en dat programma aansluitend ook daadwerkelijk te realiseren en uit te zenden. De studenten zullen zelf de interviews afnemen met de partijen. Een soortgelijk project in Delft bleek erg succesvol. Eerst wordt een business case opgesteld met als doel het idee concreet te maken en vooral ook om de interesse bij partijen in de stad te peilen. In de eerste periode kunnen de voorlopers in de stad geïnterviewd worden om daarna de middenmoters uit te dagen. Op dit moment zijn er al een aantal aansprekende partijen die claimen CO 2- neutraal te zijn, binnenkort te worden of ‘gewoon’ duurzaam te zijn. Denk aan, in willekeurige volgorde: Fortis, Rabobank, Econcern, NS, Universiteit, Provincie Utrecht, Gemeente Utrecht, maar ook een partij als ‘Stichting de Arm’ kan wellicht een verrassend perspectief brengen. Enkele van deze partijen werken een zeer energiezuinig gebouw. Dit heeft promotionele waarde, die tot op heden niet gebruikt wordt en waarvan de kracht, juist in deze tijd, onderschat wordt.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
19
Stationsgebied Het vernieuwde Stationsgebied Utrecht wordt een icoon van de stad Utrecht. Ook ten aanzien van energie spreekt dit project tot de verbeelding met waarschijnlijk het grootste warmte- en koudeopslag systeem van Nederland. Dit systeem wordt niet alleen ingezet om ongeveer 50 % CO 2 te besparen ten opzichte van conventionele verwarming en koeling, maar ook voor een innovatieve grondwatersaneringstechniek. In 2008 komt het er op aan om een goede uitvoeringsorganisatie op te zetten.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
20
6.
MOBILITEIT
Voor ‘Mobiliteit' is de doelstelling gedefinieerd om de CO 2- uitstoot in 2012 met 15.000 ton te verminderen 6 . Figuur 5 geeft, met de grijs geblokte vakken, de nieuw geïnitieerde activtieiten weer. Tabel 8 presenteert de begrote kosten. Mobiliteit
Scenarioanalyse
Verladers en vervoerders
Mobiliteitsplatforms
Het Nieuwe Rijden
Openbaar Vervoerbedrijven
Gemeente Utrecht
P+R
Autodelen, bijvoorbeeld Greenwheels
Utrecht fietsstad
Rabobank mobiliteitsmanagement
Figuur 5: De geïnitieerde activiteiten voor het thema Mobiliteit in het kader van Utrecht creëert Nieuwe Energie (grijs geblokt) De overige activiteiten zijn initiatieven die door derden zijn opgepakt. Veel overige activiteiten zijn ook nieuw en opgestart in andere programma's zoals Actieplan Luchtkwaliteit. Voor deze activiteiten geldt dat aangehaakt wordt en CO 2- reductie wordt ingebracht. De samenspraak met de betrokken partners is evident van belang. Ook hier geldt dat enkele partijen, op eigen kracht, activiteiten hebben geïnitieerd die bijdragen aan de doelstelling. De Rabobank is hier een goed voorbeeld van met haar ideeën omtrent vervoersmanagement van haar medewerkers. Deze zijn ook in figuur 5 aangegeven, wit geblokt. Deze lijst is nog niet compleet en wordt verder gecompleteerd en gecommuniceerd.
6 De doelstelling is afgeleid van het feit dat ‘Mobiliteit’ een aandeel heeft van ca. 20 % in de stedelijke CO2-uitstoot. Het doel van Utrecht creëert nieuwe energie is om in 2012 de CO2-uitstoot met 75.000 ton te reduceren (20% van 75.000 = 15.000 ton). De verbruikskilometers op de rijkswegen zijn buiten beschouwing gelaten.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
21
Tabel 8: Activiteiten van het programma Utrecht creëert Nieuwe Energie, thema Mobiliteit.
Activiteit Scenario analyse
Type Project
Beoogd resultaat Inzicht, monitoring
Beoogd Einddoel Inzicht
Dekking -
Verladers en vervoerders Mobiliteitsplatforms Het Nieuwe Rijden
Project
Inbreng in actieplan luchtkwaliteit
Project
Inbreng in actieplan luchtkwaliteit
gecoördineerd goederenvervoer 50 % minder vrachtauto's in binnenstad gecoördineerd goederenvervoer
Innovatie
Campagne aanpak
10 tot 15% brandstofbesparing bij deelnemers
Actieplan Luchtkwaliteit Actieplan Luchtkwaliteit gemeentelijk
Scenario analyse Hoewel de auto's van vandaag de dag schoner zijn dan een decennium geleden en ongeveer 13% minder CO 2- uitstoten is het aantal auto's toegenomen. Tussen 1990 en 2004 is het aantal auto's in de EU met bijna 40% toegenomen. Ook de gemiddelde grootte en het vermogen van de auto zijn gestegen. Het netto effect is dus een duidelijke toename. De bijdrage van wegverkeer en vervoer (auto's en vrachtwagens) aan de CO 2- uitstoot in de Europese Unie bedraagt zo'n 20 % 7 . Tot 2000 heeft de auto industrie op eigen initiatief de milieuprestaties van de auto's verbeterd. Daarna heeft deze stijgende lijn zich gestabiliseerd. Mede daarom heeft Europa bepaald dat in 2009 een personenauto maximaal 140 gram CO 2 per km mag uitstoten. In 2012 moet dit verder worden gereduceerd tot 130 gram CO 2 per km. TNO stelt dat dit met de huidige technieken een realistische doelstelling is. Om na 2012 aan nog scherpere normen te voldoen zullen andere technieken en technologieën nodig zijn, denk aan de hybride concepten van Toyota en Honda. Met gegevens over het gemiddelde vervangingspercentage van auto's zijn voor Utrecht goede scenario's te berekenen die de autonome groei of reductie in CO 2- uitstoot in beeld brengen. Ook aardig om in dat licht het positieve aandeel van het openbaar vervoer, vertramming en de fiets (!) te beschouwen. Ook van belang in het licht van de Mobiliteitsvisie. Verladers en vervoerders (goederen) De gemeente Utrecht voert structureel overleg met vertegenwoordigers van vervoerders en de detailhandel in de Binnenstad (het CABU). Een van de agendaonderwerpen is het Actieplan Luchtkwaliteit en de bijbehorende (potentiële) maatregelen. Dit structurele overleg is onder andere gericht op minder groei van het aantal vrachtautokilometers, ten gunste van de luchtkwaliteit. Minder kilometers komen ook ten goede aan minder brandstofverbruik én minder CO 2- uitstoot. Aan de vertegenwoordigers wordt gevraagd wie in hun achterban reeds CO 2- vriendelijk handelt of dit zou willen doen en wat men daarvoor nodig heeft. Wellicht kan dit het gezamenlijk initiatief versterken of een nieuw initiatief worden opgestart. Bijvoorbeeld door chauffeurs deel te laten nemen aan de cursus 'Het Nieuwe Rijden' wat 10 tot 15 % op de brandstofkosten (en daarmee fijn stof uitstoot) kan sparen. Gerichte publiciteit rondom CO 2 kan daarmee meerdere doelen dienen. Aanvullend kan er bijvoorbeeld worden gedacht aan zuinige stadsdistributievoertuigen (DHL en GLS: aardgas of hybride en later op waterstof) en meer uitgiftepunten aan de rand van de stad (P&R) en wijken. Grote verladers als V&D, Hema, DE en Pouw (Lage Weide, containervervoer) kunnen mogelijk een soortgelijke bijdrage leveren. Mobiliteitsplatform (personen) Circa 20 bedrijven in Utrecht West inclusief het centrum hebben zich verenigd in het Platform Bereikbaarheid Utrecht West. Er is afgesproken tijdelijk 2000 tot 4000 minder auto's de stad in te laten rijden gedurende de spitsuren op de vijf belangrijkste invalsroutes in Utrecht West. Daarmee wordt 7 Europarlementariër Johan van Hecke
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
22
ook de CO 2- uitstoot verminderd. Wanneer deze tijdelijke maatregelen structureel worden doorgevoerd is structurele winst voor de CO 2- uitstoot én luchtkwaliteit geboekt. Dit initiatief verdient uitbreiding naar andere gebieden in de stad. Denk aan bedrijventerreinen als: Rijnsweerd, de Uithof, Papendorp, Stationsgebied, Leidsche Rijn Centrum, Westraven, Kanaleneiland-zuid, e.d. Deze mobiliteitsplatforms 8 dienen derhalve meerder doelen: invulling van de afspraken met de Minister van Verkeer en Waterstaat in het kader van de Pakketstudie Ring Utrecht, invulling van het Actieplan Luchtkwaliteit, CO 2- reductie en op termijn ook geluidsreductie.
Wellicht zijn er, naast de Rabobank als ambassadeur, meer partijen die zo'n trekkersfunctie op zich willen en kunnen nemen. Bij maatregelen wordt gedacht aan het stimuleren van het openbaar vervoer en de fiets en het mijden van de spitsuren. Het leasen van zuinige lease-auto's zou hier bijvoorbeeld aan toe kunnen worden gevoegd (inclusief 'Het nieuwe rijden'). Het Nieuwe Rijden Het Nieuwe Rijden vraagt aandacht voor bewust autorijden. In deze landelijke campagne worden tips en lessen aangeboden voor particulieren en professionals. De voordelen zijn meerdelig: - Concreet financieel voordeel; - Minder brandstofverbruik; tot - 15%. - Minder schade en onderhoud; - Meer comfort en veiligheid voor passagiers en chauffeurs; - Grotere verkeersveiligheid; - Minder stress en ziekteverzuim bij de chauffeurs; - Minder belasting van het milieu; - Een positieve bijdrage aan het imago van uw bedrijf. De campagne is gestart in 2004, onder andere met de bekende televisiereclame van de gebroeders 'Doeks' ut Hasselt. Inmiddels bieden diverse partijen, verkeer- en rijschoolhouders trainingen aan voor zowel particulieren als professionals: personenvervoer, wagenparkbeheerders en wegtransport. Zie ook www.hetnieuwerijden.nl. In 2008 wordt, in samenwerking met SenterNovem en anderen, een plan van aanpak opgesteld hoe gemeentebreed in Utrecht het nieuwe rijden onder de aandacht én in praktijk te brengen. Hier ligt een kans om dit initiatief te koppelen aan de Milieuprijs 2008. Overigens is het aardig om te melden dat vanaf 1 januari 2008 het Nieuwe Rijden onderdeel is geworden van de reguliere rijlessen en examen.
8 In het kader van de Pakketstudie Ring Utrecht is met de Minister van Verkeer en Waterstaat afgesproken dat er in alle economische kerngebieden in Utrecht en regio Mobiliteitsplatforms worden opgericht.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
23
Openbaar vervoerbedrijven Het Bestuur Regio Utrecht heeft concessies afgesloten met alle vervoerders in de regio. In deze concessie zijn voertuigeisen opgenomen. Het BRU neemt in nieuwe concessies aan de voertuigeisen ook normen op met een lage CO 2- uitstoot. Uit de laatste aanbesteding kwam de hybride bus als beste naar voren, ook ten aanzien van milieuprestatie. Overigens heeft het gemeentelijk vervoerbedrijf in Utrecht een goede reputatie ten aanzien van milieu. Als één van de eersten werkt dit bedrijf met LPG bussen, wat uit oogpunt van fijn stof en CO 2 -uitstoot gunstig is. Daarnaast wordt het BRU gevraagd om in hun periodiek overleg met de vervoerders, het thema energie en klimaat op de agenda te zetten met de vraag welke maatregelen de vervoerders nemen, dan wel extra kunnen nemen. Te denken valt aan gedrag (het nieuwe rijden), compensatie, extra zuinige bussen zoals de nieuwe hybride bussen, inkoop of bijmengen van tweede generatie biobrandstoffen e.d. Vanwege de prominente rol die Openbaar Vervoer speelt in de maatschappelijke bereikbaarheidsdiscussie kan gerichte communicatie hier een zinvolle aanvulling opleveren. De gemeentelijke organisatie, voorbeeldfunctie De gemeente Utrecht is één van de deelnemende bedrijven in het Platform Bereikbaarheid Utrecht West. In die hoedanigheid gaat zij een bijdrage leveren aan het verminderen van het autogebruik van haar werknemers en bezoekers in de spitsuren. Bovendien kan de gemeente evenals in de actieplannen lucht en geluid een voorbeeldfunctie vervullen door het eigen wagenpark energiezuiniger te maken dan thans het geval. Om deze reden wordt in 2008 bekeken of elektrificatie van een deel van het wagenpark een optie is. Zie ook hoofdstuk 3, voorbeeldfunctie. Ook kan de gemeente het parkeertarief in betaald parkeergebieden differentiëren naar milieu-uitstoot, indien dit door het kabinet mogelijk wordt gemaakt. Het kabinet heeft dit in onderzoek. Het Utrechtse beleid in het kader van het Actieplan Luchtkwaliteit is het stimuleren van het aanschaffen van schone en stille voertuigen. Dit beleid wordt aangevuld met zuinige voertuigen. Utrecht stimuleert het gebruik van schone, stille en zuinige voertuigen. Als eerste wordt dit beleid uitgevoerd voor de eigen organisatie. P+R De P+R terreinen aan de rand van de stad leveren ook een bijdrage aan vermindering van autokilometers in de stad en dus aan de CO 2 -reductie. Met een gemiddelde bezetting van 5300 auto's per maand, ongeveer 100 ton CO 2 -besparing per jaar. Overige projectideeën: - Faciliteren van de inzet van lange, zware vrachtauto's (lzv) op Utrechtse bedrijventerreinen. De inzet van LZV's levert 30% km reductie op ten opzichte van het oorspronkelijke vervoer. De brandstof- en milieuwinst zijn van dezelfde ordegrootte. - Stimuleren van ontkoppeling van vervoersmodaliteit aan stadsrand. al dan niet in combinatie met het stimuleren gebruik SDC (nog los van schonere voertuigen) (het kan ook een simpel parkeerterrein zijn waar trailers even kunnen worden neergezet) - Versterken van regionaal netwerkvervoer. - Aanschaffen van een zero-emissie bierboot, als aanvulling op de eerste 'standaard' bierboot. Zie voorbeeldfunctie. - Integratie van bevoorrading en retourlogistiek (emballage, afval etc). - Fiets in de laatste kilometer(s) van de bevoorrading. - Goederenvervoermanagement aanbieden. Denk aan 'digiscans' waarmee bedrijven eenvoudig in beeld kunnen brengen waar efficiencywinst kunnen boeken (brandstof, km's).
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
24
7.
PROFILERING
Utrecht creëert Nieuwe Energie staat voor een stadsbrede aanpak en zoekt de samenwerking met burgers en bedrijven in de stad. Zoals in voorgaande hoofdstukken uiteen is gezet zet Utrecht creëert Nieuwe Energie in op het gezamenlijk definiëren en uitvoeren van activiteiten, Daarnaast is een doordacht communicatie inzet belangrijk. Dit hoofdstuk beschrijft de 'externe' kant van deze communicatie, de profilering van het programma. Hoofdstuk 12 presenteert de elementen van de 'interne' communicatie. Communicatie doelstelling Met het programma Utrecht creëert Nieuwe Energie: – kiest de gemeente een faciliterende en regisserende rol, – zet de gemeente in op creativiteit en innovatie als dragende motor, – functioneert Nieuwe Energie als middel om de doelstelling, de vermindering van de uitstoot van CO 2 , te halen. Voor de communicatiedoelstellingen betekent dit dat ingezet wordt op het: – positioneren (bekendmaken) van het programma bij de partijen in de stad: de bewoners, bedrijven, belangenorganisaties en medewerkers, – enthousiasmeren van partijen in de stad; – het uitleggen van samenhang in activiteiten die uit naam van het programma worden uitgevoerd en – het laten inzien van nut en noodzaak van het programma. Communicatiestrategie: profiel en samenhang De samenwerkingsrelatie is de belangrijkste basis van Utrecht creëert Nieuwe Energie. Deze samenwerkingsrelatie is daarmee bepalend voor de communicatiestrategie en de positionering van het programma. De gemeente profileert zich als 'mede-mogelijk-maker'. De creativiteit van anderen staat bovenaan, de gemeente ondersteunt initiatieven en haakt aan 9 . Dat neemt niet weg dat er ook aandacht besteed wordt aan de bekendmaking van het programma vanuit de gemeente. Voor 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' is gekozen voor de 'endorsed' positioneringsstrategie. Dit houdt in dat de gemeente vertelt over de noodzaak van het programma en verbindingen legt tussen de diverse activiteiten. Ook visueel is een verbinding tussen programma en activiteiten mogelijk 10 . De afzonderlijke activiteiten die onder het programma worden uitgevoerd kunnen een eigen stijl hanteren. Een stijl die bijvoorbeeld beter aansluit op de beoogde doelgroep Belangrijke kernbegrippen in de activiteiten van Utrecht creëert Nieuwe Energie zijn creativiteit en innovatie in product én proces, aansluitend op de wensen van de verschillende doelgroepen. Dit heeft consequenties voor de communicatiemiddelen die op programmaniveau worden ingezet. Bij voorkeur zijn deze eigentijds, nieuw en verrassend. Tegelijkertijd moeten de communicatiemiddelen goed passen bij de verschillende doelgroepen. 9 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' volgt het relationele model van Betteke van Ruler. Betteke van Ruler beschrijft vier communicatiestrategieën die de zender in meer of mindere mate centraal stelt. De twee strategieën: informeren en overtuigen stellen de zender van de boodschap centraal en houden minder rekening met de ontvanger. De strategieën dialogiseren en formeren gaan meer uit van samenwerken en -ontwikkelen. Dit sluit sluiten aan op de samenwerkingsrelatie die Utrecht creëert Nieuwe Energie nastreeft. 10 Naast de 'endorsed' positionering kan ook gekozen worden voor 'Monolithisch' of 'branded' positionering. Monolotisch positionering gaat primair uit van het programmaniveau. Branded positionering zet de projecten en hun projectstijl centraal. Endorsed positionering omvat beide.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
25
Op programmaniveau staan voor 2008 twee activiteiten centraal: het opzetten van een communicatiecampagne en de nadere uitwerking daarvan in o.a. Virtueel Utrecht. Communicatiecampagne In de opzet van de communicatiecampagne wordt de basis gelegd voor de profilering van 'Utrecht creëert Nieuwe Energie'. Wat is het herkenbare beeld van het programma? Wat of wie is de drager die uitbeeldt wat het programma beoogd? Kan elke activiteit die drager benutten om te duiden dat men onderdeel uitmaakt van 'Utrecht creëert Nieuwe Energie'? Wordt daar ook een meerwaarde aan ontleent? Virtueel Utrecht - het digitale platform De communicatiecampagne is de basis voor de vertaling naar de verschillende communicatie middelen. Het digitale platform - Een Virtueel Utrecht is hiervoor de basis. Via dit virtuele platform vindt zowel de informatievoorziening als de onderlinge verbinding tussen de diverse activiteiten plaats. De ambitie is om dat zo te doen dat het voor elke bewoner (doelgroep) van Utrecht mogelijk en interessant wordt om dit overzicht te krijgen. Instrumenten als 'Google Maps' en 'Google Earth' bieden hiervoor interessante en bruikbare aanknopingspunten. Op de digitale plattegrond kan eenvoudig in vogelvlucht worden gepresenteerd wat er allemaal in de stad gebeurt. Zo kan men er: – eenvoudig en snel overzicht creëren; – inzoomen op projecten en activiteiten in de stad; – bijhouden hoeveel CO2 er inmiddels in de stad is bespaard; – in contact komen met initiatiefnemers van activiteiten; – eventueel kennis uitwisselen over activiteiten; – indien die wens ontstaat 'communities' oprichten, e.d. Deze opzet opent goede mogelijkheden voor nieuwe 'cross media' initiatieven, die door hun eigentijdsheid en verrassingseffecten goed aansluiten bij de kernbegrippen van Utrecht creëert Nieuwe Energie: innovatie, creativiteit en doelgroepgerichtheid. Communicatie per activiteit Elke activiteit in 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' kent zijn eigen dynamiek in communicatiemomenten. Dit wordt vastgelegd in een communicatiekalender.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
26
8.
TOEKOMSTIGE ACTIVITEITEN
Over het algemeen zijn in het klimaatbeleid twee belangrijke programma-activiteiten te onderscheiden: mitigatie en adaptatie. Mitigatie legt het accent op maatregelen die de CO 2- uitstoot verminderen. Adaptatie betreft het nemen van mogelijke maatregelen tegen de onvermijdelijke effecten van de klimaatverandering. Adaptatie Binnen 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' bewust is gekozen om te starten met een inzet op mitigatie. Toch is het voor de stad Utrecht zinvol om bewust te zijn van de onvermijdelijke effecten van de klimaatverandering. Denk aan effecten als het toenemen van het aantal hoosbuien, langere en warme periodes van droogte, hittegolven etc. Nationaal wordt hier de nodige aandacht aan besteed in het programma 'Kennis voor Klimaat'. Het Rijk heeft hiervoor € 50 miljoen beschikbaar gesteld. Het is voor Utrecht zinnig zijn om hier aansluiting bij te zoeken. Mitigatie 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' zet in op mitigatie, het reduceren van CO 2 . CO 2- reductie wordt het efficiëntst bewerkstelligt door de 'Trias Energetica': energie besparen, duurzame energiebronnen toepassen en fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk inzetten. Utrecht creëert Nieuwe Energie zet in op alle drie, met een accent op energiebesparing. Duurzame Energie Het toepassen van duurzame energie is een kansrijke stap die meer aandacht verdient. Om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen is deze stap essentieel en zelfs noodzakelijk. Dit biedt kansen voor het Utrechtse bedrijfsleven, zeker in de vorm van strategische allianties met de Utrechtse kennisinstituten en -instellingen. Ook de stad zelf is gebaat bij het vroeg inzetten op alternatieve energiebronnen. Niet alleen wordt de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen minder, ook resulteert het op termijn in lagere energielasten zeker bij de al maar stijgende olieprijzen. Dit vergroot de concurrentiepositie en de uitstraling van de stad. Het sluit aan bij de visie van 'Utrecht: marktplaats én proeftuin van energie', en draagt daardoor bij aan de waardevermeerdering, het imago van de stad, de beleving van en in de stad. In 2008 wordt gestart met het inventariseren van de duurzame energiekansen voor de stad. Aan de orde komen de kansen voor windenergie, zonneenergie, biomassa (inclusief vergroenen van de NUON centrale door (bij)stook biobrandstoffen), energie uit afval 11 , e.d. Op voorhand kan worden gesteld dat deze inventarisatie verdere verdieping behoeft. CO 2- compensatie CO 2- compensatie lijkt onvermijdelijk om de ambitie CO 2- neutraal in 2030 te halen. Als stad zouden we ervoor kunnen kiezen om in León en omgeving te kiezen voor bosaanplant. Of daar Duurzame Energie op te wekken. Zo'n traject hoeft de gemeente niet zelf op te zetten, maar een commerciële exploitant, met kennis van zaken, kan hier risicodragend in opereren, waarbij Utrecht de CO 2 -rechten overneemt.
11 In Utrecht vindt al op bescheiden schaal groen gas productie plaats door verbranding/vergisting GFT afval. Dit is wellicht uit te breiden met snoeiafval.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
27
Internationaal De gemeente Utrecht participeert in diverse netwerken. Ook haar partners in de stad hebben soortgelijke netwerken met andere accenten. Het verdient aanbeveling om, met een gericht aantal partijen zoals bijvoorbeeld de Universiteit, een netwerk te vormen. Het gaat dan om gezamenlijk kennis te delen, kennis te halen, commerciële partijen een platform te bieden om kennis te verkopen. Kortom, op zoek te gaan naar een goede vorm die meerwaarde oplevert voor de stad en marktpartijen.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
28
9.
MONITORING
Zoals aangegeven heeft Utrecht een (onbekende) goede reputatie op het gebied van Nieuwe Energie. Zo was Utrecht de eerste stad met stadsverwarming (1923) en heeft het nu het grootste stadsverwarmingsnet van Nederland. Warmte/koudeopslag werd als eerste in Nederland toegepast op De Uithof. De komende jaren wordt het grootste WKO systeem van Nederland in het centrumgebied gerealiseerd. Deze en de jarenlange aandacht voor energiebesparing heeft geresulteerd in relatief lage CO 2 -uitstoot ten opzichte van andere steden. Een inwoner in Utrecht 'verbruikt' gemiddeld zo'n 5 ton CO 2 per jaar, waar het gemiddelde huishouden in Nederland op zo'n 8 ton CO 2 per jaar staat . 12 In totaal is Utrecht verantwoordelijk voor 1,3 miljoen ton CO 2- uitstoot. 1000 ton CO2 1600 1400 1200
Bouw Leidsche Rijn Actief energiebeleid
Gemeentelijke herindeling
i.s.m. Remu 1000 Start Bouw Leidsche Rijn
800 600 400 200 0
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
tijd
Figuur 6: CO 2 -uitstoot van de stad Utrecht vanaf 1990 (Utrecht creëert Nieuwe Energie, juli 2007). Vanwege het jarenlang niet kunnen beschikken over eenduidige verbruiksgegevens is bovenstaande curve deels gebaseerd op expert meningen, van experts b i nnen en buiten de gemeentelijke organisatie. Omdat het programma gebaat is bij goede monitoring en een betrouwbare basis wordt een externe partij gevraagd om een 'second opinion' te leveren. Deze set aan verbruikgegevens, gecombineerd met de set van bijna 100 bekende uitgevoerde activiteiten zal op een publieksvriendelijke manier op internet worden gepresenteerd (project monitoring, onderdeel Werken). 12 exclusief uitstoot zware industrie en verkeer op rijkswegen.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
29
10.
CAPITA SELECTA
10.1
Interne communicatie
Het positioneren van het programma en aanbrengen van de samenhang tussen programma en activiteiten vraagt om een strategische aanpak. Dit is uitgewerkt in hoofdstuk 7, profilering. In deze paragraaf staan de uitgangspunten voor de interne communicatie. Figuur 7 presenteert de vier aandachtsvelden die bij interne communicatie belangrijk zijn .
Opdrachtgever
Programma commiteren positioneren afstemmen
legitimeren samenhang
Projecten
betrekken
Partners
Figuur 7: Schematische weergaven van begrippen die bij programmacommunicatie een rol spelen 13 . Bij interne communicatie speelt commitment, legitimatie, afstemming en betrokkenheid een rol 13 . Toegepast op Utrecht creëert Nieuwe Energie: Herkenbaar commitment van college aan het programma is van belang. Voor een programma als 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' is dit belangrijk omdat de partijen in de stad deze samenwerking willen herkennen om zo van partijen 'partners' te worden. Het commitment is de basis voor de legitimatie naar de partners in de stad. Naast commitment, verwachten zij ook 'partnership', bijvoorbeeld in de vorm van financiële middelen, maar vooral ook in een gezamenlijk inspanning in activiteiten, in lobbycircuit, draagvlak. Het betrekken van de juiste partners bij de juiste activiteiten is bepalend voor het succes van het programma. In de activiteiten wordt het werk gedaan. Voorliggend programma is de eerste stap in het afstemmen tussen de programmadoelen en de bijbehorende activiteiten. Programma- en projectmanagement is inzetbaar om de gestelde doelen te halen.
13 De aandachtsgebieden voor programmacommunicatie staan beschreven in Bruggen bouwen, Communicatiedossier 26, 2006, Kluwer, Alphen aan de Rijn.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
30
10.2
Risico’s
Inhou de lijke redenen waarom Utre cht de klimaat uitdaging niet op zou willen pakken: - Pa rtn ers in de stad zien de n oodzaak van transitie niet én denken dat hun eigen handelingsperspectief te duur is of schier onmogelijk. “Waarom zou ik .. , als mijn buurman nie t ... “. Dit hangt nauw samen met de al dan niet gedeelde 'sense of urgency' of 'sense of changability. - Het goed gaat met Utrecht. Bedrijven, bewoners komen toch wel naar Utrecht om andere redenen. Utrecht is al een gewilde woon- en vestigings stad. Waarom deze stad nog gewilder maken? - Er is een kennisachterstand bij partners in de stad, dan wel gefragmenteerde kennis. - Er is onvoldoende bestuurlijk perspectief in 4 jaar. - onvoldoende cofinanciering Anderzijds is er ook de uitdaging. De gemeente heeft het leidmotief 'Ondernemen met hart voor de stad'. Zij kan/moet dit zeker maatschappelijk verantwoord doen. De thema's energie en klimaat zijn daar belangrijke pijlers in. Utrecht kan: zich (nog) beter profileren als vestigingsstad voor bedrijven en bewoners, met oog en inzet voor de leefomgeving; bestaande en gerenommeerde bedrijven een platform bieden om zich blijvend te onderscheiden; nieuwe bedrijvigheid in een groeiend, innovatief vakgebied aantrekken; - door samenwerking van partijen in de stad blijvend nieuwe kansen laten ontstaan in en om de stad, inclusief het aantrekken van financiële middelen; - zich als voorloper presenteren in een markt die vroeg of laat toch een energietransitie van fossiel naar meer duurzame brandstoffen laat zien; - win-winsituaties mogelijk maken en zinvol laten zijn, bijvoorbeeld op het gebied van de luchtkwaliteit, waardoor ruimtelijke ontwikkelingen beter doorgang kunnen vinden; zijn publieke verantwoordelijkheid pakken om uitvoering te geven aan de 'sense of urgency'. Een uitgebreide SWOT is opgenomen in het startdocument 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' (voorjaar 2007). Bij verder evolutie van het programma w o rde n ook de management risico’s benoe m d. 10.3
Samenwerken
In feite zijn het de partijen in de stad, de burgers en bedrijven, die resultaat boeken. Zij zijn de partijen die de CO 2 -reductie moeten zien te realiseren door: - energie te besparen, zoals meer isolatie, dubbel glas, aanpassen gedrag; - nieuwe vormen van energie te gaan toepassen, zoals warmte/koude-opslag, zonneboilers, zonnepanelen en inkoop groene stroom; - zo efficiënt mogelijk met fossiele brandstoffen om te gaan, onder andere door inzet stadsverwarming, HR ketels, warmtepompen. Het toepassen van deze 'Trias Energetica' heeft enkele partijen in de stad reeds voordelen opgeleverd. Meer voordelen dan sec CO 2 -besparing. Zij hadden de kennis, de juiste houding en durfden in gedrag te handelden. Andere Utrechtse partijen zijn niet per definitie van ‘slechte wil’, maar ontberen veelal de juiste kennis, houding en gedrag.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
31
10.4
Rol gemeente
In hoofdzaak vervult de gemeente twee rollen: privaat en publiek. De private rol is gericht op het 'bedrijf' gemeente Utrecht. Hier vervult de gemeente een voorbeeldfunctie. De publieke rol is gericht op de aanjaagrol, de regiefunctie en de beheerstaak: zorg dat partijen geïnspireerd raken, aan de slag gaan, aan de gang blijven, voorkom dat tegenstrijdige belangen escaleren en bind. Juist door te binden kan het geheel sterker zijn dan de som de r delen. De gemeente ondersteunt, wil een partner zijn en kan beperkt financieel bijdragen om fina nciële drempels helpen te verlagen. Eventueel kan gezam e nlijk een bod bij het Rijk worden neergelegd. Wellich t kunnen ook Europe se fondsen worden aangesproken. De gemeente is dus nadrukkelijk een g e sprekspartner aan tafel die zij n kennis, netwerk en er varing inzet, maar geen bank 10.5
Stuurgroep
De p rogrammamanager organiseert een stuurgroep, die als een klankbordgroep, een denktank functio neert. De groep d raagt ideeën aan voor een re su ltaatgerichte dialoog met private en publieke partijen, opdat deze partije n zelf met eigen ideeën komen. De stuurgroep probeert het geheel ster ke r te laten zijn dan de som der delen. Deze groep stelt geen blauwdruk op voor een uitvoeringsprogramma, waaraan de private partijen zich moete n committeren. 10.6
Programmateam
H et programmateam is bemenst met medewerkers van Stadswerken, Stadsontwikkeling, Maatschap pelijke Ontwikkeling, en de Bestuurs- en Concernd ienst. Opdrachtgever is het college van burgemeester en wethouders, gedelegeerd opdrachtgever directeur StadOntwikkeling / Sectormanager Ontwikkeling.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
32
11.
BIJLAGE BETROKKEN EXTERNE PARTIJEN
Aldus bouwinnovatie - SLD Gemeente Amsterdam Gemeente Apeldoorn Bo-ex (Woningbouwcorporatie) Bundeling Copernicus instituut CreateToday Gemeente Den Haag Dutch Game Garden DWA/Advies Econcern Econcern / Ecofys Econcern / Ecostream ENECO Energie Eneco Netwerkbeheer Eneco projectontwikkeling Evident (interactief bureau) Funda FunX (radioprogramma door jongeren) Greenbookings (klimaatvriendelijke reizen) Groenrand Wonen Hewlett Packard HKU / Kunst Media en Technologie Hogeschool Utrecht Kamer van Koophandel KRO Digitaal en Innovatie/ KRO Radio Lomboxnet (Utrecht West)
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
Milieu Centraal Milieuraad Mitros Monkeybizniz (interactieve animatie) Multimedia skills Natuur en Milieu New-Energy TV (webomroep energie) One Shoe (communicatie bureau) Portaal Provincie Utrecht Rabobank Gemeente Rotterdam SenterNovem Synthens Taskforce Innovatie Tendris Gemeente Tilburg Triodos Bank TwijstraGudde Universiteit Utrecht Universiteit van Wageningen Utrecht centrum voor energieonderzoek Utrecht School of arts (HKU) VPRO Digitaal / Virtueel e-platvorm
33
12.
BIJLAGE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE
Gemeente Utrecht heeft voor de eigen gemeentelijke organisatie zich tot doel gesteld CO 2- neutraal te willen zijn in 2012. De gemeente kiest ervoor om tot 2012 te werken langs de logische lijn van de 'Trias Energetica', de zogenaamd Trias Enerlogica: 1. energie besp aren en inzetten op efficiency 2. duurzame en ergiebronnen toepassen 3. restant c ompenseren met CO 2 -credits Het fossiele energieverbruik wa t anno 2012 resteert, w ordt met CO 2- rechten gecompenseer d. Deze systematiek is toegepast op de gemeentelijke organisati e en is modelmatig weergegeven in figuur 11. 1. Per thema is d e 'Trias Energetica' toegepast, hetgeen resulteert in een aantal te ondernemen acties en op te starten activiteiten. Deze activiteite n zijn opgenomen i n het programma Utrecht creëert Nieuwe Energie. De logica achter deze activiteiten wordt in deze bijlage kort toegelicht. Door de logica van d e 'Trias Energetica' te volgen wordt energie bespaard én hoeven we de bespaarde energie in 2012 niet te compenseren. Dit bespaart in 20 12 kost en, tegen de huidige kosten van CO 2- emissies, zo'n 2 0 € per ton CO 2 . Kortom, door nu actief in te zetten op energiebesparing en daar bew ust mee om te gaan, wordt in 2012 geld bespaart, een besparing die boveno p de bespaarde brandstofkosten komt.
Figuur 11.1: Totale C O 2- uitstoot in de eigen gemeentelijke organisatie, inclusief percentuele verdeling per ‘veroorzaker’ .
2012 Voorbeeldfunctie CO2 neutra al -35.000 ton CO2 Gebouwen 50%
Openbare Verlichting Gemalen en Bruggen 30% 3%
Wagenpark 15%
Overig 2%
Duurzaam inkopen
Sporthallen zwembaden Gebouwen > 1000 m2
Sporthallen Sporthallen hebben een ongelukkige warmte/koudevraag Meer isolatie heeft minder effect aangezien dit de koelvraag vergroot. Energiebesparende activiteiten concentreren zich dus op het elektriciteitsverbruik en CO 2 -effectieve koeling. Daarbij zijn zowel technische als gedragsmaatregelen mogelijk. Bij deze complexen blijkt gedrag echter moeilijk te beïnvloeden door de verscheidenheid aan doelgroepen die van de sporthal gebruik maken.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
34
Zwembaden In te ge nstelling tot sporthallen hebben zwembade n een grote warmtevraag en beperkt koeling nodig. Bij renovatie en nieuwbouw wordt gelet op een lage energieprestatienorm en nieuwste technische mogelijkheden voor energie- en waterverbruik. Ook voor zwembaden geldt dat gedragsturing / beïnvloeding lastig is. Daarom wordt meer aandacht gegeven aan energiebesparende technieken en duurzame(re) energievormen dan aan gedrag. Zo wordt bij de nieuwbouw van het zwembad Krom me Ri jn met nadruk gekeken naar energiebesparende maatregelen en een mogelijke aansluiting op st a dsverwar ming. Wellicht dat warmte koude opslag ook nog een optie, wanneer er een naburige afnemer voor de kou kan worden gevonden. Overig e ns zijn bi j Fletiomare, het nieuwe zwembad in Vl euten/ De Meern meerdere energiebesparende maatregelen toegepast. Voor De Hommel en de Kwakel worden op dit moment energiescans uitgevoerd en zal, daar waar mogelijk naar de laatste stand van de techniek LED verlichting worden to egepast, bij onderwaterverlichting en noodverlichtingsarmaturen. Activiteit 2008: Energiezuinige zwembaden en grote sprothallen. Gebouwen Voor gebouwen, groter dan 1000 m2, die ook na realisatie van het stadskantoor in eigendom van de gemeente blijven, zoals het Stadhuis, een energielabel op laten stellen en maatwerk energiebesparingsadvies uit laten voeren. Maatregelen die een terugverdientijd hebben van minder dan 10 jaar toepasse n , daar waar gemeente ook verantwoordelijk is beheer. Voor scholen waar de schoolbesturen verantwoordelijk zijn voor ve rbruik wordt bij de schoolbesturen op aangedrongen om het energieadvies over te nemen. Op basis van het energieadvies en de CO 2- effectivit eit van maatregelen kan in 2009 of op een later tijdstip overwogen worden subsidie te verlenen. Gebouwen < 1000 m2 worden vooralsnog buiten beschouwing ge laten. Actie: uitzoeken overige gebouwen waarvoor energieadvies kan worden opgesteld. Activiteit 2008: Energieadviezen Stadhuis en andere > 1000 m2 gebouwen Activiteit 2009: Energiemaatregelen Stadhuis (en andere > 1000 m2 gebouwen) toepassen Activiteit 2008: Voor bibliotheek wordt een energievisie opgesteld die onderzoekt of dit gebouw als energieneutraal gebouw kan worden gerealiseerd of tot welke mate dit (financieel) haalbaar is. Hierbij worden nadrukkelijk de mogelijkheden van duurzame energiebronnen, zoals windenergie en zonnepanelen betrokken. Voor het stadskantoor is deze analyse uitgevoerd en is een installatietechnisch advies met energiezuinige maatregelen nu meer geschikt. Bovenstaande activiteiten zijn vooral gericht op technische maatregelen, ten aanzien van gedrag blijkt ook veel CO 2 te besparen. Puur door bewustwording. Activiteit 2008: opstarten nieuw impuls energiebesparingcampagne, meer gericht op verleiden dan bestraffen. Openbare verlichting Utrecht is ee n van de koplopers in Nederland, daar waar het gaat om energiezuinig en veilig verlichten van de openbare ruimte. Activiteit 2008: doorzetten GemeentelijkOpenbaar Verlichtingsplan gericht op besparingsdoelstelling van ca. 3 % per jaar tot 2015, met in totaal 2,8 miljoen kWh bezuiniging (25 % ten opzichte van 2007): 900 ton CO 2 -reductie in 2010.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
35
Bruggen, sluizen en gemalen StadsWerken heeft in nauw overleg met Eneco zogenaamde ‘slimme meters’ geplaatst bij ca. 60 % van de meer dan 1000 installaties die Stadswerken in beheer heeft. Bruggen, verkeersregelinstallaties en gemalen zijn reeds voorzien, openbare verlichting volgt. Met deze slimme meters kan op elk moment het energieverbruik van deze installaties worden nagegaan. Dit heeft al tot interessante inzichten en energiebesparingen geleid, zoals een v erdacht hoog verbruik van een brug, waar een vergeten elektrische straalkachel de veroorzaker bleek te zijn. Dergelijke incidenten geven aan dat 'Meten is Weten' belangrijk is. Met dit monitoringsprogramma loopt Utrecht landelijk voorop. Activiteit 2008: doorzetten huidig innovatief monitoringsprotocol. Wagenpark Actie: Volgen van ontwikkelingen rondom 2 e generatie biobrandstoffen, die niet meer concurreren met de voedselproductie. Activiteit 2008 doorzetten huidig onderzoek naar mogelijkheden elektrisch aangedreven voertuigen Activiteit 2008 doorzetten CO 2- compensatie brandstoffen Activiteit 2008: Introductie het nieuwe rijden bij chauffeurs. Activiteit 20 08: Nieuwe, elektrische zero emissie 'bierboot', naast de bestaande (wegens grote vraag wordt een tweede boot aangeschaft). Overig Actie 2008: besluitvorming over doorzetten CO 2- compensatie vliegreizen in relatie tot discussie ecotax. Duurzaam inkopen Activiteit 2008: inkoop 100 % groene elektriciteit Bovenstaand activiteiten zijn op hoofdlijnen verder uitgewerkt in tabel 11.1.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
36
Tabel 11.1: Lopende en Nieuwe Activiteiten die leiden naar een CO 2- neutrale gemeente in 2012. Tijdspad
Beoogd resultaat
Beoogde Energiebesparing
DMO,
Type activiteit Project
2010
Inzicht in rentabiliteit technische maatregelen
10%
Beoogde CO 2- reductie (ton/jaar) 200
SO
Routine
2008
10 % tov referentie
80
SO
Routine
2009
10 % tov referentie
100
POS / SO
Project
2008
Routine
2008
SO
Innovatie
2008
30 - 50 % tov conventionele warmtelevering 10 - 30 % tov conventionele warmtelevering 5 - 10 % tov referentie
100
POS / SO
Inzicht in rentabiliteit technische maatregelen Inzicht in rentabiliteit technische maatregelen Inzicht in rentabiliteit technische maatregelen Inzicht in rentabiliteit technische maatregelen nieuw impuls / enthousiasme
SW
Project
2008 e.v.
energiezuinig verlichting
900
SW
Project
2008
internet monitoring
5½, aflopend naar 2 % per jaar, totaal 25 % in 2015 tov 200 7 5 % tov 2007
SW
Project
2008
schone en zuinige bedrijfsauto's
pm
SW SW
Innovatie Routine
2008 2008
haalbaarheid
6 2.836
SW
Project
2008
280
SW
Innovatie
2008
10-15 % brandstofbesparing tov 'oud' rijden
gemeente breed gemeente breed BIS
Routine
2008
120
Routine
2008
18.000
Innovatie
2012
Activiteit
Trekker
Energiezuinig Zwembaden en sporthallen Energieadvies Stadhuis Energieadvies >1000 m 2 Energievisie nieuwe Bibliotheek Installatieadvies Stadskantoor Impuls Energiebesparingscampagne Openbare verlichting Bruggen, VRI, en gemalen Aankoop schone en zuinige bedrifjsvoertuigen Elektrisch vervoer CO 2- compensatie brandstoffen Het Nieuwe Rijden Zero Emissie bierboot CO 2- compensatie vliegreizen 100 % groen elektriciteit CO 2- compensatie
Maatschappelijk verantwoord compenseren door duurzame energie en/of bosaanplant in Leon,
1500 200
20
10
10.500
Tabel 11.2 presenteert de in het verleden geboekte resultaten.
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
37
Tabel 11.2: Enkele gerealiseerde energiebesparingprojecten in de gemeentelijke organisatie Sinds
Project
Resultaat
CO 2- effect
1970
Intensivering energi ebele id openb are verlich ting
1923
Stadverwarming in nagenoeg alle gemeentelijke gebouwen Energiebesparingcampagne
26,5 % energiebesparing in 1983 diverse aansprekende voorbeelde n 50 % CO 2- be sparing ten opzichte van gasketels
3.500
1995
2006 2007 2008
Compensatie CO 2- uitstoot voertuigen Reiniging & Inzam eling
Compensatie CO 2- uits too t buitenl and se vlie greizen Inkoop groen e el ektricitei t
Programma Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
Eind jaren ‘ 90: 11 % energiebesparing voor verwa rmi ng 3 % energiebesparing voor elektriciteit Sinds 2002 weer licht stijgend ver bru ik, minder dan nationale trend
(ton CO 2 ) per jaar 3.500
230
2.836 120 18.0 00
38