13 MDK-ACTUEEL
Uitbreiding Zwin
Nieuwsbrief - maart 2010
Het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) van de Vlaamse overheid staat in voor een veilig en vlot scheepvaartverkeer van en naar de Vlaamse havens. Het agentschap is verantwoordelijk voor de beveiliging van de Vlaamse kust tegen overstromingen en ijvert voor een geïntegreerd en duurzaam beheer van de kustzone.
ONTMIJNING............................1 OP- EN AFVAARTREGELING........... 2 LOODSGELDEN 2010................... 3 UITBREIDING ZWIN.................... 4 AFSCHEID BERNARD DE PUTTER..... 5 COMPOSIETMATERIALEN SCHEPEN... 6 VAARGEUL HAVEN OOSTENDE........ 7 WIJZER OP HET WATER................ 7 BLAUWE LOPER........................8
w w w . ag e n t s c h a p m d k . b e
MRCC EN STERN ASSISTEREN DOVO BIJ ONTMIJNING Op zondag 17 januari vaarde het vissersschip O 156 Marretje Aaltje de Oostendse vissershaven binnen, met aan boord een Duitse zeemijn. Een ploeg ontmijners van DOVO Zeebrugge (Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen) kwam ter plaatse en identificeerde het tuig als een beruchte Duitse invloedsmijn uit de tweede wereldoorlog. Deze mijnen bevatten een aantal boobytraps die het demonteren te gevaarlijk maken. Ook de lading van 700 kg hexaniet was reden genoeg om snel tot ruiming over te gaan. Het springtuig werd aan boord van de A963 Stern geladen en in overleg met het MRCC
naar een geschikte vernietigingslocatie bij de Wenduinebank gebracht. Daar is de mijn op de bodem geplaatst, voorzien van een vernietigingslading. Omstreeks 14.30 u. is de mijn vernietigd, met een harde knal en een 50 meter hoge waterzuil tot gevolg. Onmiddellijk daarna zette de Stern koers naar het baggerschip Pinta. Dit had een bom aangezogen en lag ten anker voor Zeebrugge. Het aangezogen tuig was een 38 cm.-granaat van ongeveer 1000 kg., afkomstig van een reusachtig Siegfriedkanon dat de Duitse bezetter als kustbatterij inzette. Deze bom werd om 18.00 u. eveneens op de zeebodem bij de Wenduinebank vernietigd.
2
NIEUWE OP- EN AFVAARTREGELING xxx ANTWERPEN
De Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA) heeft op 9 december 2009, na instemming van de Permanente Commissie, een nieuwe op- en afvaartregeling uitgevaardigd voor de scheepvaart naar en vanuit Antwerpen. Dit vormt het sluitstuk van gedegen nautisch-technisch onderzoek en van zorgvuldige evaluaties van de vaart met MSC containerschepen langer dan 360 meter. De nieuwe regeling verruimt de vaarmogelijkheden naar de haven van Antwerpen die daarmee haar concurrentiepositie binnen de Hamburg–Le Havre Range versterkt. In 2008 was de maximum toegestane lengte voor de schepen op de Westerschelde 360 meter. Gelet op de mondiale schaalvergroting van de scheepvaart, in het bijzonder de containerschepen, beperkte deze lengtelimiet de toegangsmogelijkheden naar Antwerpen. In opdracht van MDK heeft het Waterbouwkundig Laboratorium Borgerhout, met ondersteuning van loodsen, in 2008 een uitgebreid simulatoronderzoek afgerond naar de mogelijkheden om de jongste generatie containerschepen naar
Antwerpen te laten varen. Het betreft schepen met een lengte vanaf 360 meter tot 398 meter en een laadvermogen tot 14.000 TEU. Het onderzoek toonde aan dat een veilige vaart met dergelijke schepen op de Westerschelde mogelijk is, mits aan een aantal nautische voorwaarden wordt voldaan. Die voorwaarden slaan onder meer op simulatoropleiding van de loodsen, de gerichte aandacht van de verkeersleiding en een samenwerking tussen alle schakels in de nautische keten. In maart 2009 kwam het verzoek van de rederij Mediterranean Shipping Compagny (MSC) om met containerschepen langer dan 360 m naar Antwerpen te komen. Bij de voorbereiding van deze scheepsreizen waren alle partijen van de nautische keten betrokken waaronder: GNA, loodsen, havenkapiteinsdienst, sleepvaartbedrijf URS en Brabo (dokloodsen). Zij hebben in gezamenlijk overleg de voorwaarden opgesteld waaronder de vaarten konden plaatsvinden. Grondige evaluaties vonden plaats in april, juni, september en november. Op grond van de opgedane ervaring was vanuit veiligheidsoogpunt een
versoepeling van de voorwaarden mogelijk betreffende diepgang, vaarplanning en windomstandigheden. Zich baserend op de positieve evaluaties heeft de Permanente Commissie op 9 december 2009 definitief toelating gegeven voor de vaart met de MSC superschepen. Deze toelating met de daaraan verbonden voorwaarden is neergelegd in de nieuwe op- en afvaartregeling naar en vanuit Antwerpen. De veilige en vlotte vaart van de MSC schepen is mede te danken aan een goede samenwerking tussen alle nautische actoren. Een fraai staaltje van de ketenwerking! Belangrijk is ook dat in de nieuwe regeling de maximale diepgang bij afvaart voor alle marginale schepen, ongeacht de afmetingen, is vastgesteld op 140 dm. Voor containervaart tot 340 meter lengte kan zelfs een afvaartdiepgang tot 148 dm worden toegelaten mits het schip een tijvenster van minimaal 60 minuten heeft. Dit is een opmerkelijke verbetering ten aanzien van de vroegere op- en afvaartregeling uit 2005, waarin de maximale diepgang bij afvaart als volgt was bepaald: - voor schepen met een lengte tot 340 meter: maximale diepgang van 140 dm; - voor schepen met een lengte vanaf 340 meter: maximale diepgang van 130 dm. Het onderzoek naar een volgende op- en afvaartregeling is reeds gestart, rekening houdend met de verbeterde vaarmogelijkheden na uitvoering van de Scheldeverdieping. De baggerwerken op Vlaams grondgebied zijn al uitgevoerd. De baggerwerken op Nederlands grondgebied zijn op 12 februari 2010 officieel gestart.
3
AANLOOP MSC BEATRICE LOODSGELDEN 2010
Op 9 december vorig jaar besliste de Vlaamse regering om de crisismaatregel voor loodsgelden voor de scheepvaart van en naar de Vlaamse havens te verlengen tot 31 maart 2010. Dit crisistarief dat schommelingen in loodsgelden (zowel stijgingen als dalingen) beperkte, betekende in totaal een verlaging van het loodsgeld voor alle Vlaamse havens van 2 à 3% ten opzichte van de loodsgelden in 2008. Deze maatregel die reeds op 16 maart 2009 werd genomen was een directe reactie van de overheid op de diepe crisis die de scheepvaart vorig jaar doormaakte. Hoewel er stilaan tekenen van herstel zijn en de eerste voorzichtige groeicijfers terug worden genoteerd is het duidelijk dat de crisis die we in de maritieme sector meemaken niet voorbij is. Vooral de oplevering van nieuwe schepen zal de markt nog voor vele jaren onder druk zetten. Daarom werd dan ook de voorbije maanden druk gewerkt aan een nieuw loodstarief voor de Vlaamse havens dat vanaf april 2010 de nodige stabiliteit zal brengen. Het nieuwe tarief zal inderdaad tot medio 2011 van toepassing zijn. Het loodsgeldtarief dat vanaf 1 april 2010 ingevoerd wordt is net zoals het vorige gebaseerd op de blokmaat van het schip. Hierin werd geen verandering gebracht. Wel is de indeling van de blokmaten aangepast. Het nieuwe tarief zal ingedeeld zijn in 57 verschillende klassen ten opzichte van 27 in het vorige model. Hierdoor wordt de spanning tussen de verschillende klassen verlaagd wat een betere spreiding van de tarieven over de verschillende schepen tot gevolg heeft. Verder wordt de tariefreductie voor RO/RO schepen opgevoerd wat eveneens voor deze sector aanzienlijke verbe-
teringen oplevert. Voor een gering aantal schepen en op sommige trajecten is het noodzakelijk omwille van de veiligheid om een tweede loods aan boord te nemen die dan bijvoorbeeld de SNMS bedient. Daar het slechts over een zeer beperkt aantal schepen gaat zal dit voortaan niet extra in rekening worden gebracht om de kosten te drukken. In het vorige model was reeds voorzien dat de zomerdiepgang van de schepen zou beperkt blijven tot de operationele capaciteit van de havens. Dit principe blijft gehandhaafd maar wordt verder uitgebreid met de voorziene diepgangen volgens de in december 2009 goedgekeurde op- en afvaartregeling voor de Schelde. Verder wordt een forfait ingevoerd voor alle schepen die de Bovenschelde bevaren vanaf de rede van Antwerpen tot Wintam.
Dit voorstel voor nieuw loodsgeldtarief 2010 werd de afgelopen maanden uitvoerig getest. Alle facturen vanaf september tot december 2009 werden herberekend op basis van het nieuwe tarief en op basis van de tarieven zoals toegepast in 2008. Ten opzicht van het bestaande crisistarief kon een verdere verlaging geconstateerd worden van 1,1 procent en ten opzicht van de tarieven uit 2008 een verlaging met bijna 3,5 %. De resultaten werden besproken met de Vlaamse havens en vertegenwoordigers van de klantenverenigingen. Tevens werden in de verschillende havenregio’s informatiebijeenkomsten georganiseerd ten behoeve van de klanten en de partners van het Agentschap MDK. Het nieuwe loodsgeldtarief is voorgelegd aan de Vlaamse regering en zal mits goedkeuring ingevoerd worden vanaf 1 april 2010 en geldig zijn tot 30 juni 2011.
4
INFORMATIEMARKT VOOR KUST xxx UITBREIDING ZWIN
De uitbreiding van het Zwin is één van de projecten die voortkomt uit de Ontwikkelingsschets Schelde-Estuarium 2010. Dat stelt dat het estuarium veilig, toegankelijk en natuurlijk moet worden. De uitbreiding van het Zwin is opgenomen in het verdrag dat Vlaanderen en Nederland in 2005 sloten. Het Zwin vormt immers het meest zeewaarts natuurgebied in de monding van de Westerschelde. Op regelmatige basis wordt over de stand van zaken gecommuniceerd met alle betrokkenen. De afdeling Kust nodigde op 13 januari samen met het agentschap voor Natuur en Bos en de Provincie Zeeland de omwonenden en de belangstellenden uit voor twee informatiebijeenkomsten over de uitbreiding van het Zwin. Tijdens twee sessies kon men terecht in het Dorpshuis d’Ouwe Schoole in Retranchement voor meer informatie over de stand van zaken. Verschillende medewerkers van de betrokken Vlaamse en Nederlandse overheden waren aanwezig om alle vragen te beantwoorden. De uitbreiding van het Zwin is van groot belang om het natuurgebied duurzaam te kunnen houden. Zonder ingrepen zal de huidige waarde van het Zwin als leefgebied voor veel dier- en plantensoorten verminderen. De geul die het Zwin met de Noordzee verbindt zal dichtzanden, waardoor een bijzonder slikken- en schorrengebied verloren zal gaan.
Om dit waardevolle gebied te kunnen behouden, is het noodzakelijk het Zwin uit te breiden met ten minste 120 hectare, waarvan 10 hectare op Nederlands grondgebied en 110 hectare in Vlaanderen. Een deel van de Willem-Leopoldpolder zal opnieuw worden ingericht als een getijdenonderhevig natuurgebied van zilte kreken en schorren.
port (MER) opgesteld. Daarin is onderzocht wat de effecten van de uitbreiding op het milieu zijn. Op basis van het MER heeft de Vlaamse Regering op 13 januari 2009 haar goedkeuring verleend aan de realisatie van de uitbreiding van het Zwin met 120 hectare door de landinwaartse verplaatsing van de zeewerende Internationale dijk in de Willem Leopoldpolder.
De initiatiefnemers voor het project zijn aan Nederlandse zijde de Provincie Zeeland en aan Vlaamse zijde de afdeling Kust van het agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust en het agentschap voor Natuur en Bos.
Naar aanleiding van de besluitvorming in Vlaanderen, hebben de Gedeputeerde Staten van Zeeland op 21 april 2009 ingestemd met het voorkeursalternatief, dat de kleinste uitbreiding van het Zwin inhoudt. Het voorkeursalternatief wordt nu nader uitgewerkt in een inrichtingsplan en een plan om de dijk te verplaatsen.
In 2008 is voor de uitbreiding van het Zwin een internationaal Milieu Effect Rap-
‘RECOGNISED FOR EXCELLENCE’ De afdeling KUST mag zich vanaf nu de trotse houder noemen van de onderscheiding EFQM-R4E- Recognised for Excellence 3-sterren!! De EFQM - European Foundation for Quality Management staat voor een systeem van integrale kwaliteitszorg waarbij alle aspecten van de organisatie betrokken worden met het oog op een sterke klantgerichtheid en het bevorderen van een cyclus van voortdurend verbeteren. Door het behalen van het EFQM-certificaat bewijst de afdeling KUST dat zij sterk vooruit is gegaan op haar weg naar UITMUNTENDHEID en dat de principes van voorgezette verbetering werkelijk deel uitmaken van het DNA van de organisatie. Het team van EFQM-assessoren bracht drie verrijkende dagen door in de schoot van de organisatie en was duidelijk onder de indruk van het enthousiasme en het professionalisme van de afdeling.
Op de informatiesessies konden bezoekers met al hun vragen terecht bij de verschillende partners. Op rijk geïllustreerde posters werd het verhaal van de uitbreiding verteld. Op twee ‘maptables’ is het inrichtingsplan voorgesteld. Plaatselijk illustrator Eric Van Rootselaar zorgde nog voor een artist impression van hoe het Zwin er zal uitzien na de uitbreiding.
5
KLARE TAAL OPDEIEDER KANAAL IR. BERNARD PUTTER OP RUST
Ir. Bernard De Putter (°8 maart 1945) heeft als afdelingshoofd de MDK-afdeling KUST geleid sinds eind december 1994. Per 1 april 2010 wordt hij op rust gesteld. “Ik ben op 2 februari 1970 gestart als tijdelijk ingenieur bij het Bestuur van Stedenbouw in Brussel, bij de dienst Oorlogsschade waar ik subsidiedossiers voor aankoop van kerkklokken en orgels afhandelde. Na 14 maanden kon ik terecht bij de Dienst der Kust in Oostende en werd er in september 1973 benoemd. In 1976 startte de zeewaartse uitbouw van de haven in Zeebrugge. In het kader van een Raamcontract heb ik het studiecontract voor de uitbouw en alle bijkomende meet- en onderzoeksprogramma’s geleid tot 1981”, aldus De Putter. In 1982 kende zijn loopbaan een scharniermoment. Hij werd door het ministerie van Openbare Werken “uitgeleend” aan Antwerp Port Engineering & Consultancy voor een opdracht in Saoudi-Arabië. Drie jaar werkte hij er als Port Planning Engineer met een 30-koppig internationaal
team voor de Saoudi Port Authority. De ervaring bood een opstap voor een volgend scharniermoment. “In 1985 kon ik in opdracht van het Algemeen Bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking meewerken aan een project in Azië. De Port Authority of Thailand zette mij in voor de bouw van de nieuwe diepzeehaven Luam Chabang. Als adjunct hoofd van het Engineering Department kon ik het volledig traject van studie, aanbesteding, opvolging van de werken en uitbesteding van de terminaluitbating mee organiseren en begeleiden”, weet ir. De Putter nog. De regionalisering in 1990 was aan hem voorbijgegaan. Als Vlaamse ambtenaar keerde hij in 1991 terug naar de toenmalige Dienst der Kusthavens. Hij kreeg de leiding over de hydrografie, hydrometeorologie en baggerwerken en werkte mee aan de belangrijke realisatie van het 55 voet-programma voor verdieping van de vaargeul naar Zeebrugge, verdieping van de Scheldemonding en berging van wrakken in die vaargeulen.
“Als hoofdingenieur-directeur hoorde ik tot de 1ste generatie van mandaathouders toen ik op 23 december 1994 afdelingshoofd werd van de AWZ-afdeling Waterwegen Kust. De belangrijkste uitdagingen waren het moderniseren van de administratie en de vele veranderingen toen de afdeling Maritieme Toegang de baggerwerken en de infrastructuren in commerciële havens overnam van Waterwegen Kust, toen daarna het luik Waterwegen werd afgesplitst en de Vlaamse Hydrografie werd opgezet. De betrokkenheid van en samenwerking met mijn medewerkers zorgde ervoor dat de gehalveerde afdeling zonder kleerscheuren of frustraties uit de hervorming kwam”, licht De Putter toe. In april 2006 migreerde hij met KUST naar het nieuwe agentschap MDK. Bernard De Putter had meegewerkt aan de blauwdruk voor de ultieme modernisering van de Vlaamse Overheid die ondermeer responsabilisering, verzelfstandiging en decentralisatie tot doel had. “Het stemt mij tevreden dat ik mijn afdeling door de vaak stormachtige periodes heb kunnen leiden. Zonder mijn hecht team van competente, gemotiveerde en loyale medewerkers was dit niet mogelijk geweest. Uit de vloed van veranderingsprocessen haalden wij het positieve naar boven en schiepen een meerwaarde voor de afdeling. We hebben KUST een evenwichtige structuur gegeven met voldoende ruimte voor verdere optimalisering, met een uniek takenpakket dat grote maatschappelijke impact en verantwoordelijkheden inhoudt. De grootste voldoening haalde ik uit het managen, het coachen van mijn eigen mensen en onze constructieve samenwerking”, besluit ir. Bernard De Putter.
6
v lo ot
Onlangs werd aan VLOOT een nieuwe tender voor de dienstverlening aan het LOODSWEZEN opgeleverd. Net zoals voor andere vaartuigen werd hierbij gebruik gemaakt van ‘composietmaterialen’. Tijd dus om hierover wat ‘kennis te delen’ met andere technici en geïnteresseerden in de scheepsbouw in het algemeen en in VLOOT in het bijzonder. Het was met zeer veel enthousiasme dat op 21 januari jl ir. Piet Leeuwerck inging op de uitnodiging van het Koninklijk Gallois Genootschap (studiekring voor scheepswerktuigkundigen en technici – www. gallois.be ) om een lezing te geven over het gebruik van composietmaterialen in de scheepsbouw. De organisatoren konden in het auditorium van de Hogere Zeevaartschool op zeer veel interesse rekenen (98 aanwezigen).
COMPOSIETMATERIALEN IN DE SCHEEPSBOUW xxx
RAVELINGEN
Op woensdag 3 februari liep de nieuwe loodstender ‘Ravelingen’ voor het eerst haar thuishaven Oostende aan. Deze redeboot, die door VLOOT voor het loodswezen zal ingezet worden voor het vervoer van loodsen naar het loodsstation Wandelaar, werd gebouwd op de Chantiers Navals Bernard in het Franse Locmiquelic. Zowel qua vaarcomfort, snelheid als uitrusting voldoet dit vaartuig aan de nieuwste eisen en technieken en maakt het ook op die punten het verschil met de huidige redeboten. Het is een beproefd concept dat reeds jaren in dienst is bij verschillende Franse loodswezens en waarbij de rompvorm aangepast werd aan de bijzondere zeegangeigenschappen van onze Noordzee. Het vaartuig vaart, net zoals alle andere VLOOTschepen, op zwavelarme brandstof. Het haalt tot 26 knopen. De Ravelingen staat voor een investering van iets minder dan twee miljoen euro.
Na zijn introductie over de organisatie en de dienstverlening van VLOOT besprak Piet de concrete toepassing van composietmaterialen in de scheepsbouw. Hierbij kwam de definitie en de historiek van het gebruik van composietmateriaal ter sprake met enkele voorbeelden.
Tevens werden de mechanische en fysische eigenschappen besproken. Aansluitend ging het over de verschillende productiemethodes zoals “hand lay-up”, “spray-up”, “infusie” en het gebruik van “mallen” in het productieproces. Allemaal methodes en termen die dankzij zeer uitgebreid beeldmateriaal werden verduidelijkt. Na de lezing konden de aanwezigen daarenboven talloze stalen en monsters die Piet ter ondersteuning had meegenomen, ook zelf gaan vergelijken en bijkomende vragen stellen. De door de aanwezigen zeer gesmaakte lezing werd afgesloten met een drink waarbij de voor- en nadelen van de composietmaterialen aan sommige tafeltjes nog steeds het gespreksonderwerp was. De vergelijking die Piet tijdens zijn uiteenzetting zelf maakte tussen de verschillende composietmaterialen en structuren enerzijds en het palet waarover een kok beschikt om zowel ‘fastfood’ als ‘haute cuisine’ te realiseren anderzijds, gaf daar nog een bijkomend duwtje aan.
7
VLOOT GAAT NIEUWE VAARGEUL ECO HAVEN OOSTENDE
De Oostendse haven wordt toegankelijker gemaakt. Door de bouw van twee nieuwe strekdammen dieper in zee en het baggeren van een nieuwe vaargeul wordt een bredere en rechtere haventoegang gecreëerd waardoor de haven grotere schepen kan binnenhalen. Hierdoor kan de haven haar capaciteit opdrijven. In het verleden moesten schepen een traject in de vorm van een langwerpige ‘S’ uitvoeren om de haven van Oostende binnen te varen. Enkel schepen tot 150 à 160m konden deze baan volgen. Grotere schepen hadden te weinig ruimte om het traject af te leggen. De werkzaamheden zijn momenteel in een ver gevorderd stadium. Binnenkort gaan we over op de nieuwe aanlooproute 143°. Op 8 februari 2010 zal om 10u de lichtenlijn 128° gedoofd worden en de aanlooproute in deze richting niet meer kunnen gebruikt worden. Tegelijkertijd wordt de nieuwe lichtenlijn (143°) in dienst gesteld met de daaraan verbonden nieuwe aanlooproute. De nieuwe aanlooproute wordt met drie paar laterale boeien gemarkeerd.Kort na de in dienstname van de nieuwe vaar-
geul starten de werken voor de aanleg van de westelijke strekdam juist bewesten de nieuwe vaargeul. Dit is verboden vaargebied en vormt een gevaar voor de scheepvaart. Aan de oostkant van de nieuwe vaargeul zijn de werken voor de aanleg van de oostelijke strekdam al geruime tijd opgestart. Deze zone is eveneens verboden vaargebied en vormt een gevaar voor de scheepvaart. Tijdens de bouw van de dammen worden stortstenen onder de waterlijn gebracht. Voor vissers- en pleziervaartuigen is het erg belangrijk de as van de vaargeul aan te houden en de afgebakende werkgebieden te vermijden. Binnen deze werkgebieden die verboden zijn voor alle scheepvaart, is het gevaar groot om vast te lopen op de gedeeltes van de strekdammen in wording, die onder water liggen. INFO VOOR DE VAARWEGGEBRUIKER De vaarweggebruikers worden van de actuele stand van zaken via de gebruikelijke kanalen ingelicht: Scheldescheepvaartbericht geeft vanaf 25 januari dagelijks de stand van zaken en info betreffende de procedure tot omschakelen vaargeul; Info’s en Dringende Berichten aan Zee-
varenden via Oostende Radio; Berichten aan Zeevarenden via afdeling Kust op www.vlaamsehydrografie.be De verkeersleiders van Verkeerscentrale Zeebrugge geven de eerste twee weken na omschakeling te allen tijde radarbegeleiding. Automatisch voor de grotere beroepsvaart, op vraag voor de andere vaarweggebruikers. Oproepen kan via Traffic Center Wandelaar op VHF 65, de radarbegeleiding zelf wordt gegeven op VHF 4 Een flyer licht de pleziervaarder en visser in, deze werd o.a. verspreid op de Belgian Boatshow, aan de jachtclubs en de sluis in Oostende. DATA De vermoedelijke einddatum van de werken aan de vaargeul is zomer 2010. De vermoedelijke einddatum van de dammenbouw is lente 2012. MDK Afdeling scheepvaartbegeleiding en afdeling Kust (voornamelijk het MRCC en de Vlaamse hydrografie) werken hier nauw samen met elkaar. Een andere grote speler binnen dit Openbare Werken plan, is afdeling Maritieme Toegang als bouwheer voor het project (incl. de baggerwerken).
WIJZER OP HET WATER Heb je net een zeilboot gekocht? Wil je weten welke documenten je verplicht aan boord van jouw pleziervaartuig moet hebben? Weet je niet precies wat wel en wat niet mag op zee en op de binnenwateren? Dan maken wij je wijzer op het water.
voorschriften voor pleziervaarders. Je vindt er ook een uitgebreide reeks aanbevelingen en tips in, die meestal uit de praktijk van ervaren waterrecreanten komen. Al deze informatie en raadgevingen staan garant voor een veilige, aangename en zorgeloze vaart.
Na analyse van de logboeken van het MRCC bleek dat 1/3 van de oproepen komt van yachtsmen die motorproblemen hebben. Deze oproepen kunnen vermeden worden. Een degelijk winteronderhoud, opgeladen batterijen en een volle brandstoftank kunnen problemen voorkomen.
De brochure is tot stand gekomen door een constructieve samenwerking binnen het MDK (afdeling Scheepvaartbegeleiding en afdeling Kust) met de FOD Mobiliteit en Vervoer, de Scheepvaartpolitie en de vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen.Wij wensen je alvast veel leesplezier en natuurlijk ook een behouden vaart.
Na de succesvolle rode sticker ‘MRCC-Noodnummers’ komt nu een fraaie gratis preventiebrochure uit met de verplichte reglementaire
Wil je ook de WIJZER OP HET WATER ? Mail dan jouw vraag en adres naar
[email protected]
8
BLAUWE LOPER MESSAGE IN A BOTTLE Van 29 september tot 2 oktober 2009 vond in IJsland een bijeenkomst van het North Atlantic Coast Guard Forum (NACGF) plaats. Het NACGF is een overleg tussen verschillende landen in de Noord-Atlantische regio, waaronder België, voor alle zaken gerelateerd aan de kustwacht. Op deze vergadering waren maar liefst 20 landen vertegenwoordigd. Voor België zou de heer Jaak Raes, directeur van het Crisiscentrum van Binnenlandse Zaken deelnemen. De heer Raes was echter verhinderd en heeft in zijn plaats Pascal Depoorter, Secretaris Kustwacht aangeduid. De vergadering vond plaats in Akureyri, een stad in het noorden van IJsland. Bij het verkennen van Akureyri vond Pascal een fles met boodschap (of message in a bottle) die aangespoeld was op het strand.
In de fles zaten naast enkele mooie kindertekeningen ook een brief gericht aan de vinder. De fles was in augustus 2009 door kinderen van de plaatselijke kleuterschool in het water gegooid ter gelegenheid van het ‘Akureyri Town Festival’.
BOOT DÜSSELDORF 23 JANUARI - 31 JANUARI 2010
Colofon
Eenmaal terug in België heeft Pascal de schoolkinderen laten weten dat hun message in a bottle gevonden was en een pakketje opgestuurd met enkele leuke gadgets, waaronder ook de gekende sleutelhangers van MDK. De school heeft ons al laten weten dat ze er heel blij mee waren. Internationale bekendheid voor de Belgische kustwacht verzekerd… met dank aan MDK!
BELGIAN BOAT SHOW 6 FEBRUARI - 14 FEBRUARI 2010
Jaargang 4 - nummer 13 - maart 2010 - driemaandelijks magazine Redactie: Tony Vuylsteke, Rik Bervoets, Rita Bertens, Eva Descamps, John Pauwels, Yvette Vandevelde, Tom Moortgat, Ulrike Vanhessche, Katty Cypers Verantwoordelijke uitgever: Kapt. Jacques D’Havé, administrateur-generaal, Maritieme Dienstverlening en Kust Contact: Tom Moortgat, tel 02-553 77 12, fax 02-553 77 05,
[email protected] Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 5, 1000 Brussel