Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Uitbreiding Zwin prospectie en monitoring Verslag EM31-metingen 22 april 2014
(Bron: Google Earth Inc, 2013)
AGTref.: 2014/C/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007-a
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Uitbreiding Zwin prospectie en monitoring Verslag EM31-metingen 22 april 2014 Klant:
Technum – Tractebel Engineering nv Coveliersstraat, 15 - 2600 ANTWERPEN Tel.: 03-270.00.37 Contact: Katelijne Verhaegen
Studiebureau:
Envirosoil nv Siemenslaan 13 B-8020 Oostkamp Tel.: 050-833.740 Fax: 050-833.743 E-mail:
[email protected] Website: http://www.envirosoil.be Contact: Pieter Nieuwlaet AGT nv Kontichsesteenweg 38 B-2630 Aartselaar Tel.: 03-871.09.61 Fax: 03-871.09.63 E-mail:
[email protected] Website: http://www.agt.be Contact: ir. David Simpson
AGTref.: 2014/C/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007-a
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
1 Inleiding De uitbreiding van het Zwin-gebied heeft potentieel een impact op het zoet-zout water evenwicht in de polder. Om de effecten van deze uitbreiding objectief te evalueren is het noodzakelijk het huidige zoet-zout water evenwicht gedetailleerd te karteren. Deze huidige situatie wordt de tijdstip-nul of t0situatie genoemd. Tijdens en na de uitvoeringswerken van de uitbreiding kan het zoet-zout waterevenwicht met deze t0-situatie vergeleken worden om na te gaan wat de effecten zijn. De t0-monitoring bestaat uit verschillende metingen. Eerst zal een verkennende prospectie uitgevoerd worden om na te gaan op welke plaatsen de zoet-zout grondwater overgang ondiep of diep voorkomt. Op basis van de verkennende metingen zal in een tweede fase meer verfijnd gemeten worden hoe diep de overgang juist ligt. Deze metingen zullen afgewerkt worden in de periode april-juni. In de periode september-november zal een tweede, gelijkaardige meetcampagne uitgevoerd worden om de variaties van het zoet-zout evenwicht in de tijd te evalueren. Het is namelijk geweten dat na natte of droge perioden de zoet-zout water overgang dieper of ondieper kan voorkomen. De metingen zijn allemaal gebaseerd op het principe dat bij toenemende zoutconcentraties de elektrische geleidbaarheid van water ook toeneemt. Dus door de elektrische geleidbaarheid van het grondwater te meten, kan de zoutconcentratie nauwkeurig worden bepaald.
2 Beschrijving van de veldmetingen Op 15, 16 en 17 april 2014 zijn verkennende elektrische geleidbaarheidsmetingen uitgevoerd door ir. David Simpson en Mathieu Degros (AGT) langsheen vooraf uitgestippelde raaien op de akkers en weiden rondom het natuurgebied Het Zwin. Daarvoor werd een Geonics EM31-MK2 meettoestel gebruikt, waarvan de werking gebaseerd is op het principe van elektromagnetische inductie. Het meettoestel bestaat uit twee horizontale armen, waarvan in de uiteindes twee spoelen zitten. In de ene spoel wordt een zwak, elektromagnetisch veld opgewekt, dat kleine elektrische stromen genereerd in de bodem, zonder contact te maken met de bodem. Hoe hoger de elektrische geleidbaarheid van het grondwater (bij een hoger zoutgehalte), hoe sterker de elektrische stroom. De stroomsterkte wordt indirect gemeten in de tweede spoel. Hoe dichter het zout grondwater zich bij het bodemoppervlak bevindt, hoe hoger de elektrische geleidbaarheid die gemeten wordt. Op deze wijze kunnen de zones waar het zout grondwater ondiep voorkomt gekarteerd worden. Naast het zoutgehalte heeft ook het bodemtype, het bodemvochtgehalte en de dichtheid een invloed. Een kleibodem heeft een hogere geleidbaarheid dan een zandbodem. In de praktijk wordt de meting als volgt uitgevoerd (Figuur 1):
Eén persoon houdt de sensor op heuphoogte en stapt over het terrein, langsheen vooraf uitgestippelde raaien.
De sensor meet op iedere seconde de elektrische geleidbaarheid tijdens het afstappen.
Tegelijk met de sensormetingen wordt ook de positie van de meting bepaald met een GPS (Hemisphere XF100 RCVR).
De meting gebeurt tweemaal over dezelfde raai in twee configuraties, waarbij de ene dipooloriëntatie (horizontaal) ondiep meet en de andere dipooloriëntatie (verticaal) dieper.
AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 1/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Figuur 1 Uitvoering van de EM31-metingen (17/04/2014).
Iedere dag werd het EM31-MK2 toestel alvorens de start van de metingen gekalibreerd ( Figuur 2). De metingen werden afwisselend (voormiddag/namiddag) uitgevoerd door twee personen (ir. David Simpson en Mathieu Degros). De kalibratieposities werden gemarkeerd met paaltjes (Figuur 3) en de posities geregistreerd met een GPS. Deze kalibratiepunten kunnen dienen als referentie wanneer de tweede meetcampagne zal uitgevoerd worden. De eerste twee kalibratiepunten werden op een dijklichaam uitgevoerd, waar de invloed van het zout grondwater hoogstwaarschijnlijk minimaal is. Op dag 2 en 3 werd als eerste meting steeds een traject van de vorige dag deels opnieuw gemeten, om eventuele wijzingen in meetwaarden door de verschillende kalibraties aan te duiden. Verder werd de invloed van de verschillende positie van het toestel bij iedere persoon (heuphoogte) nagegaan door bij iedere afwisseling een uitgevoerd traject door de ene persoon deels opnieuw te laten meten door de andere persoon.
AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 2/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Figuur 2 Kalibratieposities geprojecteerd op een satellietbeeld.
Figuur 3 Aanduiding van de kalibratiepositie door paaltjes aan weerszijden van de sensor.
Door de zeer beperkte neerslag van de voorbije weken was het terreinoppervlak gedurende alle metingen erg droog. Er is ook geen neerslag voorgekomen gedurende het veldwerk. Ten noorden van de noordwestelijke sectie was tijdens de metingen een filterbemaling actief ten behoeve van de bouw van het nieuwe ZWIN natuurcentrum ( Figuur 4). Deze bemaling heeft mogelijk de nabije metingen beïnvloed.
AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 3/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Figuur 4 Zuigerpomp filterbemaling t.h.v. toekomstig ZWIN natuurcentrum
3 Verwerking van de gegevens 3.1 Integratie EM31-metingen en GPS-posities De lengte van elke raai werd berekend door de puntmetingen te verbinden. Zo kan de individuele lengte per raai en de totale lengte van alle raaien worden bepaald (Tabel 1). De totale lengte van de raaien bedraagt 29,5 km, dus iets meer dan voorheen was ingeschat (27 km). De GPS-datapunten werden niet exact simultaan opgenomen met de EM31-metingen. Vandaar dat beide tijdreeksen geïntegreerd werden in één reeks, waarbij voor elke meetwaarde de positie werd bepaald.
3.2 Aanpassing EM31-waarden tot schijnbare elektrische geleidbaarheid De EM31-meting berust op het principe dat onder bepaalde omstandigheden (“low-inductionnumber”), de meetwaarde lineair toeneemt met de geleidbaarheid van de bodem. Deze aanname is echter enkel geldig bij lage geleidbaarheden. Bij hogere geleidbaarheden, voornamelijk boven de 100 mS/m, is deze relatie niet meer lineair en dienen de gemeten waarden naar boven aangepast te worden (McNeill, 1980). Deze correctie is afhankelijk van de spoeloriëntatie en is gegeven door de complexe functies:
Op basis van deze functies werden de gemeten waarden gecorrigeerd. De EM31-sensor meet een volume rond de sensor, waarbij zowel de lucht als de ondergrond worden opgemeten. Lucht heeft een verwaarloosbaar lage geleidbaarheid ten opzichte van de ondergrond, AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 4/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
dus de sensor reageert voornamelijk op de ondergrond. Indien de ondergrond gelaagd is opgebouwd, en in de horizontale richting vrij homogeen is, dan kan de invloed van de individuele grondlagen op de sensormeting worden benaderd door een functie (McNeill, 1980). De gemeten geleidbaarheid is dan een integratie van deze functie met de geleidbaarheid van elke bodemlaag. Aangezien de sensor op heuphoogte wordt gedragen en dus een extra luchtlaag wordt gemeten, is de gemeten geleidbaarheid lager dan de werkelijke geleidbaarheid zoals gemeten op het bodemoppervlak. Uitgaande van een heuphoogte van 1 m, moet de gemeten waarde in de verticale spoeloriëntatie gedeeld worden door 0,878 en de horizontale door 0,593. Na deze correctie doorgevoerd te hebben, kan de gemeten geleidbaarheid van de sensor voor verschillende dieptes van het zout grondwater theoretisch worden bepaald op basis van een homogeen grondvolume (klei of zand met een constante geleidbaarheid). Als voorbeeld wordt de theoretische meetwaarde bepaald voor zand met een EC van 5 mS/m, klei (EC = 80 mS/m) en grond verzadigd met zout grondwater (EC = 400 mS/m). Een grafiek met de theoretische waarde voor klei en zand, in beide spoeloriëntaties is weergegeven in Figuur 5. Uit deze curves kunnen de volgende conclusies worden getrokken: - De horizontale dipoolwaarde neemt initieel sterker af met de diepte dan de verticale. - Theoretisch is de invloed van het zout grondwater zelfs op 30 m diepte nog meetbaar. Het grootste effect op de meting wordt wel veroorzaakt door de eerste meters grond. - De gemeten geleidbaarheid hangt sterk af van het bodemtype, dus er is geen éénduidige relatie te leggen tussen een bepaalde EC-waarde en de diepte van de zoet-zout overgang, zonder de EC van de bodem in zoetwateromstandigheden te kennen. In een heterogene bodem is deze relatie nog moeilijker vast te leggen. - In dit theoretisch model is uitgegaan van een scherpe overgang tussen zoet en zout grondwater, in de praktijk neemt het zoutgehalte soms langzaam toe in de diepte.
Figuur 5 Theoretische meetwaarde voor een homogene bodem met een variërende diepte van de zoet-zout grondwater overgang.
AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 5/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Tabel 1 Lengte per raai voor de twee sensororiëntaties en de totale lengte.
Verticale dipooloriëntatie Horizontale dipooloriëntatie Profielnr Lengte (m) Som (m) Profielnr Lengte (m) Som (m) p001 292 14625 p002 292 14898 p003 326 p004 327 p005 509 p006 530 p007 504 p008 506 p009 515 p010 512 p011 629 p012 630 p013 444 p014 445 p015 168 p016 168 p017 206 p018 196 p019 122 p020 246 p021 775 p022 771 p023 911 p024 910 p025 883 p027 879 p028 143 p029 139 p031 313 p030 314 p032 339 p034 338 p035 70 p036 67 p037 310 p038 310 p039 319 p040 319 p042 372 p041 373 p043 769 p044 772 p045 776 p046 810 p047 668 p048 654 p049 356 p050 349 p051 303 p052 300 p053 107 p054 200 p055 377 p056 376 p057 379 p058 385 p059 314 p060 315 p061 71 p062 100 p063 69 p064 70 p065 90 p066 90 p067 178 p068 178 p069 151 p070 147 p071 289 p072 290 p074 76 p075 78 p076 557 p077 558 p078 209 p079 211 p080 365 p081 366 p082 369 p083 375
AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
Totaal (m) 29522
- 6/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
4 Resultaten Vervolgens werden de gegevens van de horizontale en verticale sensororiëntatie apart geplot op de bodemkaart (Figuur 6), de topografische kaart (Figuur 7) en de verziltingskaart (Figuur 8). De statistieken van de metingen in beide oriëntaties zijn weergegeven in Tabel 2. Tot slot werden de schijnbare elektrische geleidbaarheidswaarden geklasseerd in drie klassen:
Klasse 1: volgens theoretisch model zoutwaterlaag onder 6 m-mv.
Klasse 2: volgens theoretisch model zoutwaterlaag tussen 3 en 6 m-mv.
Klasse 3: volgens theoretisch model zoutwaterlaag boven 3 m-mv. De klassen zijn weergegeven in Figuur 9 en Figuur 10. Op basis van deze klassering kan een beslissing genomen worden over waar het volgend onderzoek, de prikstokmetingen en de EM34-metingen, kunnen uitgevoerd worden. Er zijn duidelijk drie zones zichtbaar op de kaarten waar klasse 2 en 3 voorkomen: in het noordwesten en zuidwesten aan Belgische zijde en in het noordoosten aan Nederlandse zijde. Op die plaatsen is het aangewezen de ondiepe prikstokmetingen te concentreren. De andere zones komen eerder in aanmerking voor de diepere EM34 metingen. Tabel 2 Statistieken van de puntmetingen, voor beide spoeloriëntaties.
Oriëntatie Horizontaal Verticaal
Minimum Percentiel 10 Percentiel 25 Percentiel 50 Percentiel 75 Percentiel 90 Maximum 5.2 11.8 27.0 44.2 72.5 116.0 426.2 0.1 14.2 29.7 52.9 90.1 163.5 421.2
AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 7/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Figuur 6 Schijnbare elektrische geleidbaarheid (mS/m) bij horizontale (boven) en verticale (onder) dipooloriëntatie met als achtergrond de Belgische bodemkaart. AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 8/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Figuur 7 Schijnbare elektrische geleidbaarheid (mS/m) bij horizontale (boven) en verticale (onder) dipooloriëntatie met als achtergrond het hoge resolutie Digitaal Hoogtemodel. AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 9/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Figuur 8 Schijnbare elektrische geleidbaarheid (mS/m) bij horizontale (boven) en verticale (onder) dipooloriëntatie met als achtergrond de contouren van de nieuwe verziltingskaart. AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 10/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Figuur 9 Klassering van de horizontale dipoolmetingen, in drie klassen (blauw: 0-119 mS/m, oranje: 119-150 mS/m, rood: 150-426 mS/m).
AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 11/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Figuur 10 Klassering van de verticale dipoolmetingen, in drie klassen (blauw: 0-149 mS/m, oranje: 149-198 mS/m, rood: 198-421 mS/m).
5 Besluiten In totaal werd met de EM31 14,7 km raai opgemeten, in zowel de verticale als de horizontale dipooloriëntatie. Uit de elektrische geleidbaarheidswaarden konden duidelijk drie zones worden onderscheiden waar het zout grondwater zich waarschijnlijk binnen de drie meter onder het maaiveld bevindt. Op deze locaties is het aangewezen om de ondiepe prikstokmetingen uit te voeren, terwijl op de andere locaties het zoute grondwater dieper zit en dus eerder met de EM34 kan opgemeten worden. Bij deze resultaten dienen wel de volgende opmerkingen in acht genomen te worden:
Verschillende bodemtypes en voornamelijk het kleigehalte heeft ook een invloed op de meting. Deze invloed is weliswaar ondergeschikt, maar een kleibodem kan gemakkelijk een elektrische geleidbaarheid hebben van 80 mS/m ten opzichte van 5-10 mS/m voor een zandbodem.
De meting betreft een “schijnbare” of “bulk” meting, waarbij een volume grond wordt bemeten onder de sensor. Daarbij hebben verschillende lagen op een andere diepte een andere bijdrage aan de totale meetwaarde.
Lokale artefacten kunnen een invloed hebben op de metingen, zoals prikkeldraad, metalen voorwerpen, microreliëf, wegverharding, nutsleidingen… Over het algemeen zijn deze verstoringen relatief weinig aanwezig op het gemeten terrein.
Het theoretisch model dat gebruikt is in de verwerking berust op een groot aantal aannames, vandaar dat het model slechts een indicatie geeft van de werkelijke situatie op het veld. Het
AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 12/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
is dus mogelijk dat de zone afgebakend op basis van dit model in werkelijkheid groter of kleiner is dan voorgesteld.
6 Literatuur McNeill, J.D., 1980. Electromagnetic terrain conductivity measurement at low induction numbers. Geonics Ltd. Technical Note TN-6.
AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 13/14 -
Siemenslaan 13 8020 OOSTKAMP Tel 050 833 740 Fax 050 833 743 e-mail:
[email protected]
Opgemaakt te Aartselaar op 18 april 2014
Mathieu Degros, Msc Projectmedewerker AGT n.v. ___________________________________________________________________________ Interne kwaliteitscontrole uitgevoerd op 22 april 2014
Ir. David Simpson Projectleider AGT n.v. ___________________________________________________________________________
AGTref.: 2014/O/01-1465-03 md/ds 22/4/14 Ref Envirosoil: EB1309/007
- 14/14 -