Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2003–2004
21 501-33
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 52
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 3 maart 2004
1
Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Ten Hoopen (CDA), voorzitter, Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van As (LPF), Van den Brand (GroenLinks), Duyvendak (GroenLinks), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), Bruls (CDA), Van Lith (CDA), Haverkamp (CDA), Van der Ham (D66), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), De Krom (VVD), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming (VVD) en Van Hijum (CDA). Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Slob (ChristenUnie), De Grave (VVD), Szabó (VVD), Van Winsen (CDA), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Vos (GroenLinks), Halsema (GroenLinks), Buijs (CDA), Vergeer (SP), Jager (CDA), Mastwijk (CDA), Eurlings (CDA), Giskes (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Van Dam (PvdA), Verdaas (PvdA), Van Beek (VVD), Van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD) en Hessels (CDA).
KST74736 0304tkkst21501-33-52 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2004
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 heeft op 19 februari 2004 overleg gevoerd met mevrouw Peijs, minister van Verkeer en Waterstaat en mevrouw Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over: – verslag van de Transportraad van 5 december 2003; – voorlopige geannoteerde agenda Transport, Telecommunicatie en Energieraad op 9 maart 2004, onderdeel Transport; – brief van de minister van Verkeer en Waterstaat d.d. 5 december over EU-Havendienstrichtlijn, gesprek met FNV-Bondgenoten (21 501-33, nr. 46); – brief van de griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken d.d. 26 januari 2004, ten geleide van het werkprogramma Iers voorzitterschap van de Europese Unie eerste helft van 2004 (VW-04-46); – fiches inzake: – motorvoertuigen, m.b.t. de zitplaatsen en de bevestiging en hoofdsteunen daarvan in motorvoertuigen; – de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten betreffende bevestigingspunten voor veiligheidsgordels van motorvoertuigen; – de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten betreffende veiligheidsgordels en bevestigingssystemen van motorvoertuigen (22 112, nr. 294, fichenr. 3) (VW-03-992); – de ontwikkeling van een Euro-Mediterran vervoersnet (22 112, nr. 295, fichenr. 6) (VW-03-993); – informatie- en communicatietechnologie voor veilige en intelligente voertuigen (22 112, nr. 295, fichenr. 5) (VW-03-994); – een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2320/ 2002 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart (22 112, nr. 296, fichenr. 2) (VW-03-1004); – een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de overdracht van vracht- en passa-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 21 501-33 en 22 112, nr. 52
1
giersschepen tussen registers binnen de Gemeenschap (22 112, nr. 299, fichenr. 1) (VW-04-28); – een voorstel voor een verordening van de Raad inzake beheersstructuren van het Europees programma voor radionavigatie per satelliet (22 112, nr. 299, fichenr. 2) (VW-04-29); – een voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van het gewijzigde voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (22 112, nr. 299, fichenr. 4) (VW-04-30). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie De heer Mastwijk (CDA) vraagt of de vaste commissie nog bijeengeroepen kan worden, als er nog belangrijke punten worden toegevoegd aan de agenda van de Transportraad van 9 maart. Uit het verslag van de Transportraad van 5 december 2003 blijkt dat er niet echt vorderingen zijn te melden wat betreft de richtlijn verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor milieumisdrijven, terwijl Nederland belang heeft bij enige vooruitgang op dit terrein. Een moeilijk punt is de verhouding van deze richtlijn tot het nationaal recht. Hoewel dit niet in overeenstemming was met de wens van de Commissie, is er een akkoord bereikt over het toevoegen van het Seine-Scheldeproject aan de lijst van Trans-Europese Netwerken (TEN). Heeft dit definitief zijn beslag gekregen? De CDA-fractie is geen voorstander van heffingen, en zeker niet van een lappendeken daarvan. Hierop moet worden gelet bij de herziening van de richtlijn inzake het Eurovignet voor het landvervoer. Er wordt voorgesteld om bij het tarief uit te gaan van de uitgaven voor infrastructuur, verkeersveiligheid, bodemsanering en geluidwerende maatregelen. Er kan discussie ontstaan over het doorberekenen van de kosten van verkeersveiligheid en bodemsanering in dat tarief. Als er een geluidwerende voorziening langs een weg wordt aangelegd, rijden daar niet alleen vrachtwagens, maar ook personenauto’s langs. Welke opvattingen zijn er over het toerekenen van de kosten van een voorziening? Op lokaal niveau zijn er ook discussies geweest over de toerekening van de afvalstoffenheffing, en werden er voorschriften gegeven over de maximale kostendekkendheid daarvan. De heer Blom (PvdA) vraagt of het Galileoproject bij de Transportraad van 9 maart op de agenda staat. Als Europa een satellietnavigatiesysteem ontwikkelt, zijn de onderhandelingen met de Verenigde Staten van groot belang. Gaan deze over de frequenties waarmee wordt gewerkt, het aantal satellieten of de specificaties van het systeem? De PvdA-fractie was geen voorstander van dit systeem, maar denkt dat hiermee nog het een en ander kan worden voorkomen. Wanneer treedt de exploitatiefase in? Hoe langer het duurt, hoe meer het GPS-satellietnavigatiesysteem wordt gebruikt bij vrachtwagens en van personenverkeer. Het is heel kostbaar om dit systeem in de marktsector te vervangen. De heer Hofstra (VVD) merkt op dat de VVD-fractie ook geen voorstander was van invoering van het Galileosysteem. Hij vraagt of de apparatuur die veelal in Nederland wordt gebruikt, compatibel is met het Galileosysteem. De afspraak is dat er niet alleen moet worden geïnvesteerd in het Galileosysteem, maar dat de gebruikers er ook voor moeten betalen. Het Amerikaanse systeem dat nu wordt gebruikt, kost niets. Wat zijn de kosten en
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 21 501-33 en 22 112, nr. 52
2
hoe wordt dat uitgewerkt? Wat wordt de vestigingsplaats van de organisatie die dit systeem opbouwt? Er zijn ook investeringen gedaan door Nederlandse transporteurs voor de tolheffing in Duitsland, die voorlopig niet doorgaat. Zijn er afspraken gemaakt over het terugbetalen daarvan door Duitsland of door de Nederlandse overheid? Er wordt nu gedacht over een Europees kader voor infrastructuurheffing, maar dat kan ook leiden tot hoge prijzen die niet verdedigbaar zijn. Volgens de stukken mogen de daadwerkelijke uitgaven voor infrastructuur, verkeersveiligheid, bodemsanering en geluidwerende maatregelen in het tarief worden verwerkt. De heer Hofstra merkt op dat er wel een maximum moet worden vastgesteld. Hij is benieuwd naar de uitwerking daarvan. In de transportbranche bestaat enige bezorgdheid over de digitale tachograaf. Zijn hierbij problemen ontstaan? Wordt de invoering daarvan nu uitgesteld? Bij de Trans-Europese Netwerken wordt de ontwikkeling van een EuroMediterran vervoersnet voorgesteld, waarbij het vooral gaat om vervoer over water. Hierbij moet wel een goede scheiding worden gemaakt tussen wat intern en extern is. Is er al iets bekend over de kosten? De VVD-fractie is geen voorstander van hogere subsidie voor TEN, maar Nederland moet hierbij wel een fair share krijgen. Bij de bespreking van het MIT heeft de heer Hofstra een motie ingediend, waarin een aantal alternatieven worden genoemd. De bestaande regels blijven van kracht voor de rij- en rusttijden, maar er is een verruiming en stroomlijning van de nieuwe regelingen afgesproken. De heer Hofstra merkt op dat de Nederlandse inzet moet zijn dat de transportsector wat meer ruimte krijgt, zodat men niet zo lang stil hoeft te staan. Hij vraagt naar de stand van zaken bij de ruzie met Oostenrijk. Er is een fiche over veiligheidsvoorzieningen in auto’s. Wordt een gordel verplicht in het openbaar vervoer? Dat is bijna niet uitvoerbaar in het stedelijk openbaar vervoer. Bij fiche nr. 5 over veilige en intelligente voertuigen zijn de moderne veiligheidsvoorzieningen in auto’s niet duidelijk omschreven. Een mogelijkheid die past in dit pakket, is het stimuleren van automatische voertuiggeleiding. Daarmee kan de capaciteit van rijstroken worden vergroot en de efficiency worden bevorderd, omdat de wegen niet onbeperkt verbreed kunnen worden. Mevrouw Gerkens (SP) merkt op dat er door de verwerping van de havenrichtlijn door het Europees Parlement ruimte is ontstaan voor nationale wetgeving. Heeft de minister zich al beraden op de vraag of er een kaderstellende havenwet nodig is? Daarbij moet de lijn van de Europese Commissie worden betrokken. Wordt hierover gesproken bij de Transportraad, zodat de havenarbeiders weten waar zij aan toe zijn? In Duitsland en België is wel wetgeving om de havenarbeiders enige bescherming te geven, zodat er geen level playing field is. Mevrouw Gerkens overweegt om hierover zelf een initiatiefwetsvoorstel in te dienen, als de minister dat niet doet. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft na het vastlopen van het overleg van met werkgevers en werknemers gezegd dat hij overweegt om het ILO-verdrag 137 op te zeggen. Door het ongeluk met de containers bij Texel is duidelijk geworden dat sjorren een vak is en dat zelfafhandeling geen goed alternatief is. Wat is de mening van de minister van Verkeer en Waterstaat hierover? Het antwoord van de bewindslieden De minister van Verkeer en Waterstaat deelt mee dat een presentatie over het derde pakket voor de liberalisering van het personenvervoer over het spoor wordt toegevoegd aan de agenda van de Transportraad van
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 21 501-33 en 22 112, nr. 52
3
9 maart, maar dat daarover nog nooit is gesproken. Er zal een verslag van worden gemaakt, zodat de Kamer op de hoogte is van de uitgangspunten van de Commissie bij het derde spoorwegpakket. Bij de vervuiling door schepen is er sprake van internationale regelgeving, de UNCLOS, die in Europese regelgeving moet worden omgezet. Verder gaat het hierbij om interne marktwetgeving en strafrechtelijke zaken, waarbij de eerste en de derde pijler van toepassing zijn. Bij de eerste gaat het om Europese wetgeving met gekwalificeerde meerderheid en bij de derde pijler is meestal unanimiteit nodig. De Ierse voorzitter probeert om de strafrechtelijke aspecten eruit te halen, zodat in de Transportraad van juni besluiten kunnen worden genomen over maritieme zaken. Daarna kunnen de sancties in de derde pijler worden geregeld. De havenontvangstinstallaties moeten goed in orde zijn, voordat er sancties kunnen worden opgelegd aan schepen die illegale lozingen van vuil en olie plegen. Het Seine-Nord of Seine-Scheldeproject stond niet op de lijst voor de TEN, maar Nederland en Frankrijk hebben er bij de Italiaanse voorzitter op aangedrongen om hierover een definitief voorstel te doen bij het Europees Parlement. Daar heeft niemand bezwaar tegen gemaakt. Dit is een heel belangrijk project voor de Nederlandse scheepvaart en de kosten worden gedragen door Frankrijk. Pas nadat de evaluatie in 2006 heeft plaatsgevonden, kunnen er nieuwe TEN-projecten worden ingebracht. Nederland heeft gepleit voor een maximumtarief voor het Eurovignet en om daarin alles op te nemen wat als hardware kan worden beschouwd en waarvoor een rekening is, zoals de geluidsschermen, de weg, het onderhoud en de portalen voor de veiligheid. Er moet niet worden gerekend met het aantal doden en gewonden, omdat daarbij financiering uit verzekeringspremies plaatsvindt. Bij bodemsanering is heel moeilijk na te gaan wat er al is en wat erbij komt, als er vanaf een bepaalde dag wordt gerekend. Voor de meeste wegen is al betaald en gaat het alleen om onderhoud. Er is een heftige discussie gaande over wat er in het tarief moet. Een ander punt is of de opbrengst geoormerkt moet worden voor een infrastructuurfonds. De bedoeling is dat er onder het Ierse voorzitterschap besluiten worden genomen. Nederland is voorstander van een lage heffing die geldt voor het hele Europese wegennet, maar andere landen zijn voor een hoge heffing, alleen bij de doorgaande wegen. De lidstaten stellen zelf een verhouding vast voor goederenvervoer en personenvervoer en op grond daarvan wordt de heffing vastgesteld. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de methode van de heffing, waarbij wordt gedacht aan een standaardheffing met een «mark-up» (toeslag). Een land als Oostenrijk kan dan een toeslag berekenen voor de Brennerbasistunnel, die dan wordt geoormerkt voor infrastructuur. Deze positie van Nederland wordt niet algemeen gedeeld in Europa. Galileo is een belangrijke kwestie voor de Transportraad. Verkeer en Waterstaat is dan ook voor dit onderwerp het eerstverantwoordelijke ministerie. Nederland is er geen echte voorstander van geweest, omdat er al een gratis systeem uit de Verenigde Staten was. De kleine staf van de joint undertaking, die de ontwikkelingsfase coördineert, zit in Brussel. Het bedrijf Galileo Industries, dat een belangrijke uitvoerende rol speelt in de ontwikkelingsfase, is gevestigd in Duitsland dat er veel industriële belangen bij heeft. Nederland was geïnteresseerd in de zetel van het Europees Luchtvaartveiligheidsagentschap EASA, maar de Europese Raad heeft besloten dat die in Keulen komt. Nederland streeft er wel naar dat er een trainingscentrum voor EASA in Hoofddorp wordt gevestigd. De onderhandelingen met de Verenigde Staten hebben onder andere betrekking op de mate waarin de frequenties kunnen overlappen. Over de specificaties van het systeem kan nog niets definitiefs worden gezegd. De exploitatiefase zal ingaan in 2007. China is toegetreden voor ongeveer 200 mln, zodat er meer gebruik kan worden gemaakt van dit systeem. Het
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 21 501-33 en 22 112, nr. 52
4
basissignaal is gratis. Het kan zijn dat er specifieke signalen worden voorgeschreven voor de veiligheid van schepen, omdat dit signaal nauwkeuriger is dan dat van de Verenigde Staten, en dat daarvoor moet worden betaald. Het is van belang om erop te letten dat dit niet onnodig wordt voorgeschreven, maar alleen als de veiligheid in het geding is. De transporteurs gaan wel proberen om de infrastructuurheffing in Duitsland terug te krijgen. Nederland heeft hierover wel kritische vragen gesteld, maar daarmee is nog niet de mogelijkheid voor een schadevergoeding geopend. De schade is nog beperkt, omdat de heffing niet door is gegaan. Nederland heeft vragen gesteld over de digitale tachograaf voor rijen rusttijden, omdat daarbij geen enkele deadline is gehaald. Er moet duidelijkheid zijn, zodat de transporteurs niet in Oostenrijk kunnen worden aangehouden, wanneer zij geen digitale tachograaf hebben. Hiervoor is wel bijval in Europa. De vorige richtlijn over rij- en rusttijden was in te algemene bewoordingen geformuleerd, zodat er problemen ontstonden met de handhaving. De nieuwe formulering is wat preciezer, zodat de handhaving meer gestroomlijnd kan worden. Er wordt geprobeerd om de handhaving van de regelgeving inzake Europees goederenvervoer op één lijn te krijgen. Verder vindt er voorlichting plaats voor de nieuwe lidstaten in Centraal-Europa. Nederland speelt daarbij een belangrijke rol. Een aantal projecten in het kader van TEN kunnen worden opgezet samen met buurlanden, zodat deze er ook wat aan hebben, ook als zij geen lid worden. Europa breidt wel steeds uit, maar komt toch ooit bij een grens. De nieuwe toetreders hebben altijd goede relaties gehad met hun buren, maar zij vormen nu de Europese buitengrens. Met deze projecten kunnen de buitengrenzen voor iedereen leefbaar worden gehouden. De landen in Centraal-Europa zijn over het algemeen tevreden over de vastgestelde TEN-projecten, hoewel sommige liever Oost-Westverbindingen hadden dan Noord-Zuidverbindingen. Er zijn nog wel problemen met de tarieven voor de verbindingen tussen de Baltische staten en hun Russische buren. Het Nederlands voorzitterschap zal proberen om hierin te bemiddelen. Er worden geen gordels verplicht gesteld voor stads- en streekvervoer, maar wel voor touring cars voor lange afstanden. De minister zal de automatische voertuiggeleiding inbrengen bij de discussie over fiche nr. 5 over veilige en intelligente voertuigen. De havenrichtlijn is verworpen door het Europees Parlement. Het kabinet voelt zich niet geroepen om een havenwet op te stellen, omdat het niet wil overgaan tot het voorstellen van wetten die niet strikt noodzakelijk zijn. Het gesprek met de FNV is in een goede sfeer verlopen. De minister zal hierover, en over de Duitse en Belgische wetgeving op dit gebied, schriftelijk nadere informatie geven. Er zijn geen plannen van de Europese Commissie om over zelfafhandeling te spreken. Er komen wel voorstellen om te komen tot transparantie bij de financiering van infrastructuur bij zeehavens, omdat hierbij wel eens sprake is van staatssteun. Nederland wacht deze voorstellen af en staat daar positief tegenover. Wat betreft het ILO-verdrag 137 verwijst de minister naar haar collega van SZW. De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat, Ten Hoopen De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat, Roovers
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 21 501-33 en 22 112, nr. 52
5