Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2007–2008
31 201
Trendnota Arbeidszaken Overheidspersoneel 2008
Nr. 23
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 januari 2008 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft op 22 en 27 november 2007 overleg gevoerd met minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over: – de brief d.d. 24 september 2007 met de Nota Vernieuwing Rijksdienst (31 201, nrs. 2 en 3) met uitzondering van 3.3. de adviesfunctie; – de brief d.d. 23 mei 2007 met informatie uit de Benchmark Bedrijfsvoering Rijksoverheid over de verschillende percentages die worden gehanteerd voor de omvang van de overhead (30 801, nr. 8). Van deze overleggen brengt de commissie bijgaand samenvattend verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
Samenstelling: Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie). Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen (PvdA), C q örüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (ChristenUnie).
De heer Schinkelshoek (CDA) stelt vast dat de rijksdienst in ieder geval kleiner wordt, maar dat het de vraag is of hij ook beter wordt. Het plan van aanpak is concreet, gedifferentieerd en hanteerbaar. Het is meer dan een platte bezuiniging. De overheid zal zich moeten concentreren op hoofdzaken, zodat het bestuur slagvaardiger wordt, de bureaucratie een stapje terug doet en de verkokering wordt bestreden. Hiervoor moeten nog een aantal slagen worden gemaakt, waarbij cultuurverandering van groot belang is. Is er echter voldoende gevoel van urgentie? – Hoeveel minder ambtenaren zijn er in 2011? Komen via de achterdeur geen nieuwe ambtenaren binnen, bijvoorbeeld als uitvloeisel van eerdere besluiten? – Waarom wordt in de nota zo weinig aandacht besteed aan de kanteling naar een klantgerichte organisatie? Waarom laat de rijksdienst zichzelf geen rapportcijfer geven? – Het terugbrengen van het aantal ambtenaren mag niet met de kaasschaafmethode. Kunnen departementen aangeven wat hun kerntaken zijn? – Er moet een brede centrale organisatie met doorzettingsmacht komen. Hoe wordt voorkomen dat departementale neigingen om steeds weer voor zichzelf te beginnen de centralisatie van de bedrijfsvoering bij het Rijk ondermijnen?
KST114626 0708tkkst31201-23 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2008
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 201, nr. 23
1
1
–
–
– – –
Komen er rijksbrede ICT- en auditdiensten? Wordt de Algemene Bestuursdienst (ABD) een voor alle departementen werkende personeelsafdeling, zodat verkokering wordt doorbroken? Ook de overheidscommunicatie kan meer worden gecoördineerd. Hoe wordt de cultuuromslag gemaakt die noodzakelijk is voor vernieuwing, ontkokering en ontbureaucratisering? Een stevig en slagvaardig actieprogramma is hiervoor nodig. Er is onvoldoende oog voor meedenkend vermogen van de samenleving en het belang van het parlement bij onafhankelijk advies. Welke taken worden gedecentraliseerd naar de provincies? Is er begin volgend jaar een concreet decentralisatieplan? Is de minister bereid om halfjaarlijks aan de Kamer te rapporteren over de stand van zaken? Betekent dit inzicht in wat er per departement verandert en verbetert?
De heer Brinkman (PVV) steunt het streven van de regering om de overheid efficiënter te laten werken, met minder ambtenaren en minder regels. Kan de minister beamen dat de integraliteit en de coördinatie hierbij vaak tekortschieten? Hoe wil zij dit oplossen? Welk departement is verantwoordelijk? – Is de poging om het aantal rijksambtenaren terug te brengen realistisch? – Wordt de daling van het aantal rijksambtenaren niet tenietgedaan door een stijging van het aantal ambtenaren bij gemeenten en provincies? – Wat gaat de minister doen met de verontrustende uitkomsten van het onderzoek onder ambtenaren naar de integriteit van de overheid? De heer Van Raak (SP) is benieuwd of de minister in staat zal zijn om het veelkoppige monster van de ambtelijke bureaucratie te bestrijden. De eerdere pogingen van de afgelopen 25 jaar hebben weinig opgeleverd. Eerst moet duidelijk zijn welke taken de rijksoverheid moet uitvoeren. Vervolgens moet worden bezien hoeveel ambtenaren daarvoor nodig zijn. Bij het terugbrengen van het aantal ambtenaren moet geen kaasschaaf worden gebruikt, maar een visie worden ontwikkeld. – Zullen bezuinigingen op het aantal ambtenaren niet leiden tot het inhuren van meer externen? Beleidsonderzoek en organisatiemanagement moet de overheid in ieder geval zelf doen. – Worden taken afgestoten naar gemeenten en provincies om die vervolgens als bezuiniging op personeel op te voeren? – Wat vindt de minister van het idee om per ministerie een maximum te stellen aan de externe inhuur? Hoe staat het met het vervolg van het project Meer focus op externe inhuur? – Kan de minister bevestigen dat er geen gedwongen ontslagen zullen vallen? – Hoeveel gaat het ontwikkelen van één logo voor de rijksdienst kosten? – Hoe kijken de ambtenaren aan tegen de vernieuwing? Wat vindt de minister van de enquête onder rijksambtenaren in PM? – Waarom heeft de minister besloten om te bezuinigen op de inspecties? Toezicht moet niet worden wegbezuinigd maar overbodig worden gemaakt, waarvoor juist extra investeringen nodig zijn. – Wie voert de regie over het project? – Worden de nieuwbouwplannen bij Justitie en BZK herzien nu er minder ambtenaren komen? – Wat doet de minister met de motie die vraagt om in de memorie van toelichting de reactie van het uitvoerend personeel op te nemen? Mevrouw Van der Burg (VVD) betoogt dat de vernieuwing van de rijksdienst ervoor moet zorgen dat de overheid verandert van een mammoettanker in een speedboot. Het gaat niet alleen om afslanken, maar ook om verbeteren van de kwaliteit. Er moet meer nadruk komen te liggen op de
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 201, nr. 23
2
uitvoering dan op het maken van beleid. Ook is het positief dat wordt uitgegaan van vertrouwen in plaats van wantrouwen in burgers en bedrijven. – Wanneer worden de voorstellen gerealiseerd? – Hoe verhoudt de oproep aan de politiek om «nee» te zeggen tegen overheidsinterventie en gedetailleerde beleidsvorming, zich met het kabinetsbeleid? – Wat is de visie van de minister op de publieke taken? Welke rijkstaken worden afgestoten? – Waarom worden departementen niet naar hoofdthema’s ingericht, zodat ontkokering wordt bestreden en burgers en bedrijven centraal kunnen worden gesteld? – Kan decentralisatie van de controle op de Drank- en Horecawet leiden tot problemen omdat er op lokaal niveau vaak te weinig deskundigheid is? – Wanneer komt de minister met een visie op het toezicht? Wil zij de risicobenadering verder uitwerken? Wanneer wordt gekozen voor preventief toezicht en wanneer voor controle achteraf? Hoe worden bedrijven beloond die zich aan de regels houden? – Welke instrumenten worden ingezet om de arbeidsproductiviteit te verhogen en te voorkomen dat rijksdiensten na verloop van tijd weer groeien? – Hoeveel geld is er beschikbaar voor innovatieve projecten? Hoe wordt dit ingezet? – Hoe belangrijk vindt de minister het terugdringen van de administratieve lasten van burgers? Is het mogelijk om meer dan 25 formulieren in begrijpelijke taal om te zetten? – Is de nota niet te veel naar binnen gericht? Wat merkt de burger ervan? – Hoe zorgt de minister ervoor dat de verschillende departementen de afspraken nakomen? – Hoe wordt het «periodiek informeren van de Kamer» ingevuld? De heer Pechtold (D66) noemt de nota liberaal, omdat wordt uitgegaan van vertrouwen in mensen in plaats van de gedachte dat de overheid alles kan oplossen. Terecht wordt gesteld dat de overheid soms «nee» moet durven zeggen. – Hoe voorkomt de minister dat het verminderen van het aantal ambtenaren een doel op zich wordt? Vermindering moet het gevolg zijn van keuzes in de uit te voeren taken. – Hoe meet de minister het succes van haar vernieuwingsoperatie? – Heeft de minister doorzettingsmacht in haar regierol bij vernieuwing van de rijksdienst? – Leidt vermindering van het aantal ambtenaren niet tot meer inhuur van externen? Wil de minister op dit punt een nulmeting uitvoeren? – Kan de minister de fasering in het terugbrengen van het aantal ambtenaren toelichten? – Wat is de onderbouwing van de efficiencyslag van 5% in vier jaar? – Mogen de twee Kamers der Staten-Generaal hun eigen logo behouden? – Welke elementen uit het programma Andere overheid worden behouden? – Is de minister bereid, het ontslagrecht van ambtenaren te normaliseren? Dit biedt veel voordelen, zoals uit diverse rapporten blijkt. De heer Heijnen (PvdA) vindt de nota ambitieus en aansprekend. Helaas is het cynisme groot. Het is belangrijk dat de vernieuwingsoperatie deze keer slaagt, ook in de ogen van burgers en bedrijven. De externe gerichtheid schiet vaak nog tekort. – Waarom is niet gekozen voor het geheel centraliseren van de personeelsadministratie, één auditdienst en het onderbrengen van de Rijksge-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 201, nr. 23
3
–
– – –
bouwendienst bij het directoraat-generaal Bedrijfsvoering Rijk? Er is nu nog te veel overlappende expertise. De doorzettingsmacht van de minister hierbij moet sterker worden. De politiek moet haar eigen verantwoordelijkheid nemen in het licht van de nota en de doelstellingen. Dit is vooral aan de commissieSchinkelshoek. Waarom geen 2/8ste in plaats van 1/8ste van de bezuiniging in het jaar 2009 realiseren? Wordt voldoende rekening gehouden met informatisering, globalisering en civil society? Is het geen tijd voor een commissie-Bekker II?
De heer Anker (ChristenUnie) is onder de indruk van de opdracht tot verandering. Het gaat om een koersverandering die moet doordringen tot elke vezel van de organisatie. Er is sprake van een goede visie op de overheid en op de verantwoordelijkheid van burgers en politici, die niet steeds moeten vragen om nieuw beleid. Goed is ook dat de nadruk wordt gelegd op uitvoerbaarheid en uitvoering. – Welke rol speelt cultuurverandering in het proces? – Hoe wordt in het beloningssysteem bevorderd dat ambtenaren zich breed ontwikkelen en niet binnen de eigen koker blijven? – Is overwogen om de coördinatie te leggen bij het ministerie van Algemene Zaken? – Op welke termijn worden de plannen verder uitgewerkt? – Wie bepaalt of plannen afdoende zijn? – Hoe wordt gezocht naar oud en overlappend beleid? – Leidt de beperking van toezicht niet tot minder informatie die van belang is voor het beleid? – Hoe kan worden geborgd dat er bij inhuur wordt geleerd van de ervaring van externen? Antwoord van de minister De minister is blij met de steun van de Kamer voor de vernieuwing van de rijksdienst. Zij is ervan overtuigd dat een kleiner ambtenarenapparaat leidt tot een hogere kwaliteit. – De prioriteiten in de operatie vloeien voort uit het regeerakkoord en zijn vertaald in de begrotingen van de departementen. De minister kan zich uiteraard niet bemoeien met de details daarvan. – Als departementen nieuw beleid willen ontwikkelen, zullen zij daarvoor geld moeten vinden binnen de eigen begroting. – Er zijn twee commissies ingesteld die bekijken welke rijkstaken beter kunnen worden uitgevoerd op provinciaal of gemeentelijk niveau. – Bij decentralisatie van taken gaat het geld mee, met een korting van 10%. – Het is mogelijk dat departementen taken verzelfstandigen of afstoten en door de private sector laten uitvoeren. – Er is inderdaad een cultuuromslag nodig om de verkokering tegen te gaan. Om die omslag te bevorderen, wordt het stelsel van adviesraden minder verkokerd of niet-verkokerd ingericht. Er worden interdepartementale beleidsprogramma’s benoemd. Bij de uitvoerende organisaties wordt meer samenwerking nagestreefd. Ook bij de inspecties moet meer samengewerkt worden, eventueel uitmondend in fusies. Er ligt ook een voorstel voor een nieuw directoraat-generaal bedrijfsvoering. Tevens wordt de ambtelijke top verkleind. – Uitwisseling van topambtenaren tussen Rijk en gemeenten vindt plaats via de ABD. Er komt een experiment van de ABD en VNO-NCW om topambtenaren uit te wisselen. – De Kamer ontvangt elk halfjaar een voortgangsrapportage over de kwaliteit en elk jaar een kwantitatieve rapportage. Daarin staat welke
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 201, nr. 23
4
–
–
–
–
–
–
– –
–
–
departementen op schema liggen en op welke wijze de inhoudelijke vernieuwingen vorm krijgen. Hierbij worden ook de inspecties betrokken. De Raad van State adviseert om de diverse taken te bezien alvorens af te slanken. De opvatting van de minister is dat beter kleiner is en dat kleiner beter is. In het verleden is weinig terechtgekomen van analyses van de corebusiness. De regie voor de vernieuwing ligt bij de minister van Binnenlandse Zaken. De SG voor vernieuwing rijksdienst is bij het ministerie van BZK ondergebracht, zonder daarvan deel uit te maken. De rapportage aan het kabinet loopt via de minister. Het ministerie zal verantwoordelijk worden voor de concernfuncties, terwijl de financiële functie bij Financiën blijft. De minister wijst erop dat bij de taakstelling geen gebruik wordt gemaakt van de kaasschaaf. De taakstelling zal niet worden gerealiseerd door taken naar andere overheden te decentraliseren. Het kabinet heeft besloten, op beleid 25% te bezuinigingen en op uitvoering 10%. Bij de departementen varieert de taakstelling van 4% tot 19%. Tevens is afgesproken om vervallen taken niet op te vullen met externe medewerkers. Het kabinet heeft daarnaast besloten om voor de vernieuwing van de rijksdienst geen consultants in te schakelen. Begin volgend jaar komt er een nota met maatregelen om de uitgaven voor inkoop van tijdelijk personeel te beheersen. De meerwaarde van externen is overigens dat die een frisse blik hebben en vaak ervaring in het bedrijfsleven hebben. Op de personeel&materieel-begroting wordt een bepaald deel van de externe inhuur verantwoord. Die kan als nulmeting dienen. De bonden hebben de minister gezegd, voorstander te zijn van vernieuwing van de rijksdienst en van flexibilisering. Het voornemen is om gedwongen ontslagen te voorkomen. De minister spreekt van een inspanningsverplichting. Dat vraagt echter om een flexibele opstelling van de ongeveer 3000 werknemers die niet herplaatsbaar zijn. Deze mensen worden geholpen om een andere plek te vinden onder het motto van-werk-naar-werk. De kosten voor ontwikkeling van één logo voor de Rijksdienst zijn niet bekend. Wie verkokering wil tegengaan, moet voorkomen dat er, zoals nu, met 110 logo’s wordt gewerkt. Daarnaast wordt gestreefd naar een gemeenschappelijke infrastructuur voor internet met een beperkt aantal websites. De ambtenaren reageren verschillend op de voorgestelde vernieuwing. De SG’s zijn erbij betrokken en ook diverse DG’s zien de mogelijkheden in vernieuwing. Het Platform Rijksondernemingsraden (PRO) is positief, met de kanttekening dat de uitvoering zorgvuldig moet plaatsvinden. Er wordt tevens inspraak georganiseerd uit de verschillende geledingen. Er is steun voor de vernieuwing. De ambtenaren zien daartoe ook de mogelijkheid. De minister vindt de inspecties van groot belang. Er valt absoluut winst te behalen door de inspecties samen te laten werken, zonder afbreuk te doen aan het werk. Er moet minder worden geïnspecteerd, maar wel beter, slimmer en efficiënter. Een overzicht van de te decentraliseren inspecties is in de maak. Het is verstandig om in de adviesorganen mensen met verstand van uitvoering op te nemen. Dit komt de uitvoerbaarheid van wetten ten goede. Dat geldt ook voor het starten van pilots voordat een wet ontworpen wordt. Denkbaar is om als onderdeel van de startnota bij het wetgevingsproces de uitvoerbaarheid expliciet aan de orde te stellen. Bekeken wordt of de uitkomst opgenomen kan worden in de memorie van toelichting. Er liggen nieuwbouwplannen voor Binnenlandse Zaken en Justitie
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 201, nr. 23
5
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
omdat de huidige gebouwen te oud zijn. Daarbij wordt gekeken naar de mogelijkheid van deconcentratie en samenvoeging van personeel. In het jaar 2011 moet een kleinere dienst gerealiseerd zijn, parallel met de bezuiniging. In de meerjarenraming is de financiële taakstelling en daaropvolgend de personele taakstelling ingeboekt. De minister spreekt de hoop uit dat sommige ministeries de bezuiniging naar voren halen. De medewerkers weten dan eerder waar zij aan toe zijn. Voor 2011 geldt overigens ook een taakstelling van 25% minder interbestuurlijke lasten. De indicatoren voor succes zijn: 12 800 ambtenaren minder, een rapportcijfer 7 voor uitvoering, 25% minder administratieve lasten en minder overhead volgens de benchmark. De minister erkent dat de overheid burgers en bedrijven centraal moet stellen. De departementale plannen laten dan ook een zwaar programma zien om de administratieve lasten te verminderen. Voor burgers en bedrijven moeten de tien grootste knelpunten opgelost worden. De Inspectieraad werkt aan een programma vernieuwing toezicht. Alle directeuren van de inspectie komen met een voorstel voor minder toezicht en meer samenwerking. De uitwerking van het programma worden nog dit jaar aan de Kamer gezonden. De inspectie op leeftijd en hygiëne bij de Drank- en Horecawet wordt gedecentraliseerd. Samen met Bouw- en Woningtoezicht en de brandveiligheidsinspectie, beide decentraal georganiseerd, moeten synergie en beter toezicht worden bereikt. Het model-Rijnmond van geïntegreerd toezicht is in dit verband een goed voorbeeld. Voor de vernieuwing van de Rijksdienst stelt het kabinet 500 mln. beschikbaar. Minder dan de helft daarvan is voor flankerend beleid. Het merendeel is voor innovatie. De precieze verdeling wordt in het jaar 2008 aan de Kamer gemeld, nadat de door de departementen ingediende innovatieplannen zijn beoordeeld. De arbeidsproductiviteit kan verhoogd worden met behulp van ICT en innovatieve vormen van beleid. Het is wenselijk dat de minister doorzettingsmacht heeft om de afspraken van het nieuwe directoraat-generaal organisatie en bedrijfsvoering Rijksdienst af te dwingen. De begrotingen van de ministeries vormen voor BZK een instrument om te bezien of departementen alsnog een groei in personeel laten zien. De minister hoopt, parallel aan het ministerie van Financiën, de positie te krijgen om de ministeries in het gareel te houden. Het kabinet heeft afgesproken dat uitbreiding van ambtelijke capaciteit altijd de ministerraad moet passeren. Op dat resultaat wil de minister worden afgerekend. In het verleden al goedgekeurde voorstellen tot taakuitbreiding, voor in totaal 5000 fte, vallen hierbuiten. De ervaring leert dat efficiencywinst altijd lukt. Dat ligt anders als het aan de organisaties wordt overgelaten. De minister is positief over het project Andere overheid (AO). De motie-Kos¸er Kaya vraagt om een eventuele versoepeling van het ontslagrecht ook van toepassing op ambtenaren te verklaren. Van die versoepeling is vooralsnog geen sprake nu er een commissie door het kabinet is ingesteld om dit onderwerp nader te bestuderen. De minister is bereid, een brief te schrijven over de positie van ambtenaren in het licht van de modernisering. Dat betekent niet het afbreken van hun sociale rechten. Uitgangspunt daarbij is voor haar het onderscheid tussen de ambtelijke status en werknemers in de marktsector. Eén auditdienst voor de gehele rijksoverheid is moeilijk te realiseren. Uiteindelijk wilden slechts vier ministeries meewerken. De bedoeling is om de gemeenschappelijke auditdienst voor deze departementen zo goed te maken dat de andere ministeries vanzelf aansluiten. Met dit groeimodel komt er waarschijnlijk één auditdienst. In de toekomst moet elke ambtenaar in algemene dienst bij het Rijk werken. Dat betekent dat mensen voortaan zonder administratieve
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 201, nr. 23
6
–
– –
rompslomp van dienst kunnen veranderen. Naast mensen met deskundigheid over één onderwerp heeft de overheid ook behoefte aan mensen die kennis opdoen bij diverse diensten. De gedachte om flexibele medewerkers te belonen is interessant. Er komt een voorstel voor een overheid voor de toekomst. Dat gaat over de ambtelijke organisatie én de bestuurlijke structuur. Voorjaar 2008 wordt duidelijk welke taken worden gecentraliseerd. De afspraak van de staatssecretaris over 25 formulieren in begrijpelijke taal kan de minister niet zomaar veranderen. Moderne ambtenaren moeten internationaal gericht zijn.
Toezeggingen – – –
– –
De minister komt nog dit jaar met een brief over samenwerking en samenvoeging van de inspectiediensten. De Kamer ontvangt jaarlijks een kwantitatieve voortgangsrapportage en halfjaarlijks een kwalitatieve voortgangsrapportage. De minister stuurt voor de zomer van 2008 een brief naar de Kamer over de ambtelijke status en de positie van de ambtenaren in het licht van de modernisering. De Kamer ontvangt maart 2008 de uitwerking van de besteding van de 500 mln. De minister komt met een nota over de overheid voor de toekomst.
De voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Leerdam De griffier van de commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, De Gier
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 201, nr. 23
7