Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2005–2006
30 300 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2006
Nr. 128
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 5 juli 2006
Samenstelling: Leden: Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD), Lenards (VVD) en Krähe (PvdA). Plv. leden: Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GroenLinks), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Van den Brink (LPF), Knops (CDA), Vendrik (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Kos¸er Kaya (D66), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD), Van der Sande (VVD) en Crone (PvdA).
De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft op 7 juni 2006 overleg gevoerd met minister Dekker van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over: – de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 6 oktober 2005 over brommerlawaai (30 300-XI, nr. 6); – de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 25 oktober 2005 over de naleving en handhaving van het vuurwerkbesluit (30 300-XI, nr. 13); – de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 16 december 2005 over de rapportage van het VROM-Inspectie-onderzoek inzake de uitvoering en naleving van het Vuurwerkbesluit bij vuurwerkopslagen (30 300-XI, nr. 77); – de brief van de minister van VROM d.d. 13 februari 2006 met rapportage Onderzoek veiligheid en gezondheid bij discotheken (22 343, nr. 128); – de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 24 februari 2006 over aanbieding rapportage legionellapreventie in gevangenissen (30 300-XI, nr. 94); – de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 7 maart 2006 over level playing field bij toepassing van methylbromide in de havens van Nederland en België (22 343, nr. 130); – de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 7 april 2006 over aanbieding rapport lekkages ozonlaagafbrekende en broeikassen uit koelinstallaties in zeeschepen (30 300-XI, nr. 110); – de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 5 april 2006 over aanbieding rapport toezicht op de naleving van de regelgeving m.b.t. PCB’s door niet-elektriciteitsbedrijven (22 343, nr. 132); – de brief van de minister van VROM met Jaarrapportage VROMInspectie d.d. 4 mei 2006 (30 300-XI, nr. 114); – de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 8 mei 2006 over het informatieblad «Handhaving afgedankte elektronica 2005» (29 383, nr. 49);
KST99392 0506tkkst30300XI-128 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2006
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 128
1
1
–
de brief van de minister van VROM met rapportage gemeenteonderzoek 2005 (nog te ontvangen, onder voorbehoud). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie Mevrouw Spies (CDA) waardeert de pogingen om brommers veiliger te maken en overlast door brommerlawaai te beperken. De sector heeft daar bijvoorbeeld door het convenant met de minister aan bijgedragen. In de praktijk kunnen de maatregelen alleen effect sorteren als gemeenten en politie prioriteit geven aan de handhaving. Meer dan faciliteren kan de staatssecretaris niet. Nu moeten de gemeenteraden aan de slag. De opslag en verkoop van vuurwerk is inmiddels op orde. Gevaarlijke situaties komen nauwelijks meer voor. Dat heeft terecht veel aandacht gekregen. Jammer genoeg eindigt de periode waarop het voorliggende rapport betrekking heeft medio 2005. Juist de verkoop voor de jaarwisseling zal hebben laten zien of de voorbereidingen effectief waren. Is dat al bekend? Welke consequenties verbindt de inspectie aan de resultaten? Nog niet lang geleden haalde een VROM-onderzoek over de veiligheid van discotheken het nieuws. Er zijn ernstige tekortkomingen geconstateerd en twee discotheken moesten gesloten worden. Bij nadere lezing geeft het rapport een genuanceerder beeld. Vaak leiden verbouwingen tot onveilige situaties op het gebied van brandveiligheid en vluchtroutes. Daar moet stevig tegen worden opgetreden. Het rapport toont ook aan dat er nog te veel regels zijn. Voorschriften worden overtreden, omdat men niet weet waar men zich aan te houden heeft. De VROM-Inspectie moet zich bij de handhaving concentreren op zaken die echt van belang zijn. Deelt de minister deze lijn? Hoe gaat zij zorgen voor een handhaving die mensen kunnen begrijpen? De resultaten van het onderzoek naar legionella in gevangenissen zijn moeilijk te waarderen. 40% van de installaties blijkt besmet te zijn, maar voorzover bekend, werd niemand ziek. Wat zegt dat? Gelden vergelijkbare cijfers voor thuissituaties, voor scholen, voor ziekenhuizen en verzorgingstehuizen? Wordt de door de Kamer aangenomen beleidslijn voldoende toepast in de handhaving? Van de ozonlaagafbrekende gassen uit koelinstallaties in zeeschepen mag freon vanaf 2015 niet meer worden gebruikt. Tot dan moeten de eigenaren van zeeschepen de investeringen plegen die nodig zijn om dit doel te bereiken. De Nederlandse rederijen schijnen aardig op weg te zijn, maar zij verschillen van mening met de VROM-Inspectie over wat er tot die tijd moet gebeuren. De Inspectie stelt eisen aan de naleving die volgens de rederijen niet te halen zijn en die niet aansluiten bij hun investeringsritme. Nederland lijkt hier meer aandacht aan te besteden dan andere landen. Wat is de rechtsbasis van de handhaving? De minister wordt dringend verzocht, in gesprek te gaan met de VROM-Inspectie en met de branche. De partijen moeten nader tot elkaar komen. Het jaarrapport van de VROM-Inspectie en de begeleidende brief van de minister laten zien dat het kwartje op het departement gevallen is. Het toezicht moet slagvaardiger worden, de werkzaamheden van de diverse Rijksinspecties moeten worden samengevoegd en op termijn moet er een einde komen aan het toezicht op de toezichthouder. VROM is goed bezig, maar het kan nog beter. Er is haast. In 2006 moet voor bedrijven meet- en zichtbaar worden dat de toezichtslast afneemt. Het moet duidelijk zijn aan welke regels men moet voldoen. Op welke wijze gaat de minister daarvoor zorgen? Mevrouw Van Velzen (SP) constateert dat de Kamer het minimaal één keer per jaar over de handhaving van regels heeft. Uit de jaarrapportage «Handhaving met perspectief» blijkt dat 40% van de gemeenten de verbeteradviezen niet heeft doorgevoerd en dat 20% van de gemeenten er
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 128
2
helemaal niets mee heeft gedaan. Is de professionaliseringsoperatie dan gelukt of mislukt? Getuige de resultaten is de handhaving niet teruggebracht tot het niveau dat de Kamer gewenst heeft. Nu handhaven gemeenten vergunningen die zij zelf hebben afgegeven en zij controleren de plaatselijke bedrijven. In plaats daarvan moet er een verticale inspectie komen. Menen de bewindslieden niet ook dat de regionaal gerichte milieu-inspectie versterkt moet worden in plaats van daarop te bezuinigen, zoals de motie-Sterk/Koopmans dat eist? De Stuurgroep Handhaven op Niveau concludeert dat handhaving door derden doorgans sterker is dan handhaving ten opzichte van de eigen organisatie of andere overheidsactoren. Dat vraagt om een reactie. Als er geen handhaving is, ontbreekt ook ieder toezicht op de kwaliteit. Er staan geen handhavingsparagrafen in 85% van de bestemmingsplannen van gemeenten die in het Groene Hart liggen en dat terwijl het een kwetsbaar gebied betreft dat bovengemiddelde bescherming verdient. Het fenomeen handhavingsparagraaf is relatief nieuw, maar het leeuwendeel van de bestemmingsplannen in kwestie is meer dan tien jaar oud. Sommige zijn al sinds zeven jaar verlopen. Het Groene Hart versnippert meer en meer. Er moet handhaving op niveau komen en bestemmingsplannen die up to date zijn. Het wordt tijd voor een complete inhaalslag. Hoe gaan de bewindslieden dat doen? Het gassen van containers lijkt routine te zijn geworden, al blijkt uit onderzoeken dat het bij de meeste containers die Nederland binnenkomen volstrekt nutteloos is. 80% van de containers wordt met schadelijke stoffen gegast, terwijl dat niet nodig is. In Duitsland is men verder. Daar geldt met een aantal kleine uitzonderingen een verbod op het gassen, ook voor de import. In Nederland zelf mag niet gegast worden, maar wat er hier binnenkomt, onttrekt zich aan die regel. De staatssecretaris heeft in 2003 toegezegd, daar stevige maatregelen op te zetten. Later vroeg hij uitstel, toen werd het erg stil en nu bepleit de staatssecretaris een terughoudend beleid. Waarom volgt hij niet het idee van Hamburg en komt met een gassingsverbod? Waarom dient hij niet het wetsvoorstel in dat reeds klaarligt en waarin een gasvrijverklaring wordt geëist van de afnemers van de producten die in containers in Rotterdam binnenkomen? De staatssecretaris bepleit opnieuw een APK-keuring voor bromfietsen. Brommerherrie wordt door 19% van de Nederlandse bevolking als erg irritant ervaren. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft in een brief aan de Kamer aangegeven waarom zij niet kiest voor een dergelijke keuring. Er liggen voorstellen van de Vereniging van Milieuprofessionals voor lokale maatregelen die genomen kunnen worden. De verantwoordelijkheid voor het toezicht op buisleidingen ligt nu bij de staatssecretaris van VROM. Mevrouw Van Velzen is een dossier onder ogen gekomen over grote gasleidingen vlak bij de stadsgevangenis van Rotterdam. Daarin wordt onder hoge druk licht ontvlambaar propaangas getransporteerd. De aanwezigheid van die leiding vormt een veiligheidsrisico voor de gevangenis en de mensen die zich daarin ophouden. Voelt de staatssecretaris zich ook aangesproken op dit lokale probleem? Wat gaat hij daaraan doen? Wat het EVOA-beleid van Nederland betreft en de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen, heeft mevrouw Van Velzen de indruk dat er nog steeds loodaccu’s vanuit Nederland naar Frankrijk geëxporteerd worden ter omsmelting op een manier die niet door de beugel kan. Voormalig minister Pronk heeft indertijd toegezegd, de Nederlandse producenten van loodaccu’s daarop aan te spreken en de antwoorden op vragen van de SP-fractie toe te sturen aan de Franse milieu-inspectie. Alles duidt erop dat niets is veranderd. Wil de staatssecretaris desnoods schriftelijk, maar voor het zomerreces, aangeven hoeveel vergunningen er nu nog afgegeven worden voor het exporteren van deze accu’s, wat de reactie was van de Franse milieu-inspectie op het schrijven van de toenmalige minister Pronk en wat de reactie van de producenten was?
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 128
3
Het is de heer Krähe (PvdA) tijdens werkbezoeken gebleken dat gemeenten vaak problemen hebben met de opstelling van de VROMInspectie. Veel gemeenten hebben in de afgelopen jaren een professionaliseringstraject doorlopen en gekozen voor een andere manier van handhaven, bijvoorbeeld branchegericht of gebiedsgericht, terwijl de VROM-Inspectie blijft vasthouden aan de oude VROM-systematiek. Is het professionaliseringstraject inmiddels ook voor de VROM-Inspectie afgerond? Wordt in de daarbij behorende procesbeschrijvingen rekening gehouden met het flexibel omgaan met de verschillende manieren van handhaven die er leven bij de gemeenten? Er liggen verschillende rapporten over gebruiksvergunningen, onder meer over discotheken. Gemeenten blijken veel moeite te hebben met gebruiksvergunningen. Bij de professionalisering is een scheiding gemaakt tussen handhaving en vergunningsverlening. Bij gebruiksvergunningen daarentegen doet nog bijna altijd de brandweer zelf de controles. Dat kan niet de bedoeling zijn. Uit het onderzoek naar discotheken blijkt dat er veranderingen zijn aangebracht en dat er verkeerde voorschriften worden toegepast. Dat zou met een scheiding van verlening en handhaving goed in beeld kunnen worden gebracht. Hoe gaan de bewindslieden ervoor zorgen dat die scheiding er alsnog komt? De heer Krähe maakt zich ernstige zorgen over de situatie bij discotheken. Er is slechts een beperkt aantal discotheken bezocht. In 7% van alle bezoeken was directe actie nodig, wat impliceert dat er veiligheidsproblemen moeten zijn. 10% van alle discotheken heeft nog geen gebruiksvergunning. Hoe het bij die bedrijven gesteld is met de veiligheid, is onduidelijk. De aanbevelingen in de voorliggende rapportage zijn lang niet concreet genoeg. Is hier vervolgactie op te verwachten van de VROMInspectie? Het gaat immers om bedrijven waar meer dan 50 mensen samenkomen. In de afgelopen jaren is er meermaals gediscussieerd over externe veiligheid. Gebleken is dat verschillende provincies met verschillende registratiesystemen werken en dat er verschillende gegevens worden geregistreerd. Veel is onduidelijk. Komt er nu een landelijk systeem of wordt er in ieder geval gezorgd voor afstemming? Op welke termijn kunnen de verzamelde gegevens worde ingezien? Dat bevordert de naleving door gemeenten en zal uiteindelijk ook verplicht worden gesteld door het Verdrag van Aarhus. Integrale handhaving begint in veel gemeenten al behoorlijk vorm te krijgen, vooruitlopend op de ontwikkeling van de omgevingsvergunning. Ook in de praktijk blijkt deze manier van werken veel voordelen te hebben. Dat geldt niet alleen voor de gemeenten, maar ook voor bedrijven. Zij krijgen geen vier inspectiebezoeken meer, maar slechts een. Als dat zorgvuldig gebeurt, kan het de handhaving verbeteren. Ook dubbele regels zouden zo beter in kaart kunnen worden gebracht. De gemeenten kunnen efficiënter werken, zonder dat de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers buiten beeld komt. In de praktijk blijken gemeenten gebrek te hebben aan juridische ondersteuning, bijvoorbeeld in het geval van dwangsommen. Ook de kennisvermeerdering van medewerkers is een probleem. In Nederland zijn de opleidingen voor handhavers gericht op een specifiek gebied zoals milieu of bouw, terwijl gemeenten behoefte hebben aan breed opgeleide mensen. Kan er, vooruitlopend op de invoering van de omgevingsvergunning, op korte termijn een stimuleringsregeling komen voor de integrale handhaving bij gemeenten? Bestaande regels moeten worden nageleefd, ook door de politie en het OM. Kan er extra aandacht worden besteed aan flankerend beleid? De scheiding tussen vergunningsverlening en handhaving is belangrijk en moet ook bij gebruiksvergunningen worden doorgevoerd. Kan er bij gemeenten en provincies op worden aangedrongen dat dit niet alleen op ambtelijk, maar ook op bestuurlijk vlak gebeurt? In de praktijk blijkt de
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 128
4
integriteit in het geding te komen, wanneer bestuurders verantwoordelijk zijn voor de verlening én handhaving van vergunningen. Uit de voorliggende rapportages blijkt dat gemeenten en provincies zich niet houden aan hun wettelijke taak en dat de inspectie daar nauwelijks tegen optreedt. Wellicht is «naming and shaming» een optie. Er zou op korte termijn een landelijke lijst kunnen komen van gemeenten die het goed doen – zij dienen daarvoor geprezen te worden – en van gemeenten die het slecht doen. Wat de ozonafbrekende stoffen in de zeevaart betreft, roept de heer Krähe op tot een dialoog. In een gesprek met reders kreeg hij de indruk dat de betrokken partijen nu niet communiceren. Dat moet op korte termijn veranderen. De inspectie lijkt nu de handhaving van regels heel strikt per schip te bezien, terwijl de internationale overeenkomst ter voorkoming van zeevervuiling door schepen MARPOL oproept tot differentiatie. Zo zou ook handhaving per rederij een optie kunnen zijn. De heer De Krom (VVD) heeft de indruk dat het de VROM-Inspectie aardig lukt, de maatschappelijke opdracht te vervullen die zij in 2005 voor het eerst kreeg: meer effect en minder toezicht. Het aantal fte’s bij de VROMInspectie is gedaald en er wordt gewerkt aan inspectievormen met minder toezichtslast. De VVD-fractie wil graag nog verder gaan. Zo roept de met brede steun aangenomen motie Aptroot (30 300-XIII, nr. 29) de regering ertoe op, per 1 januari 2009 te komen tot één algemene inspectie- en controledienst voor het bedrijfsleven. Heeft de VROM-Inspectie al stappen ondernomen om tot een dergelijk model te komen? De minister schrijft in haar beleidsbrief dat de inspectie de naleving van regels niet alleen met klassieke handhavingsinstrumenten wil bevorderen, maar ook bijvoorbeeld met vormen van beloning. Zijn daar al ervaringen mee opgedaan en zo ja, op welke gebieden? In het gemeenteonderzoek 2005 wordt ten aanzien van de handhaving geconcludeerd dat de achterhoede aansluit bij het peloton, maar dat de kopgroep buiten het zicht van het peloton blijft. Een ondernemer uit de branche van carwash-, truckwash- en poetsbedrijven zei tegen de heer De Krom dat hij zelf de regels keurig naleeft, maar weet dat sommige concurrenten dat niet doen, waardoor zij goedkoper kunnen opereren. Zijn dit soort signalen bekend bij de staatssecretaris? Wat gaat hij aan die situatie doen? De VVD-fractie wil het aantal vergunningen per eind 2006 aanzienlijk verminderen, zoals ook bepleit in de motie-Van Aartsen (30 300, nr. 15). Er wordt gewerkt aan die ene VROM-vergunning. Zit er nog meer in de pijpleiding? Op het moment besteedt de overheid vanuit een basishouding van juridisch wantrouwen heel veel tijd aan de verlening van vergunningen, terwijl te weinig mankracht op controle en toezicht wordt gezet. Er moet tijd en mankracht van de vergunningsverlening worden verschoven naar de handhaving. De basishouding van de overheid moet er een van vertrouwen zijn, totdat in de praktijk blijkt dat iemand dat vertrouwen niet verdient. Vergunningen kunnen dan sneller worden verstrekt, onder voorwaarde dat er controles zijn en dat er wordt ingegrepen bij regelovertredingen. Ten aanzien van de brommers sluit hij zich aan bij wat mevrouw Spies daarover zei. De vuurwerkbranche is gesaneerd en het aantal vuurwerkbedrijven komt overeen met waar VROM op had gerekend. Hoeveel geld is uitgekeerd uit het saneringsbudget? Hoeveel daarvan is besteed aan onderzoekers en overige externe adviseurs? Methylbromide wordt in Nederland en België alleen toegepast door gecertificeerde bedrijven, maar in andere landen is dat niet zo. Het probleem is dan ook de import. Hoe ver zijn de internationale afspraken hierover gevorderd? Internationaal wil de staatssecretaris samen met minister
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 128
5
Veerman het gebruik van alternatieven voor methylbromide stimuleren. Daar schijnt in EU-verband over gesproken te zijn. Hoe luidden de conclusies? Het is goed dat het ministerie probeert om in annex 6 van het MARPOLverdrag meer handhavingseisen op te nemen ten aanzien van ozonlaagafbrekende stoffen. Klopt het dat Nederland de bestaande annexes nog niet heeft geratificeerd? Wat is daarvan de reden? Op welke termijn zal annex 6 gewijzigd zijn? Het inspectierapport lijkt een nationale ambitie na te streven, maar de daarin opgenomen normeringen voor de toekomst en de daarbij behorende dwangsommen brengen reders in de zeescheepvaart en zeevisserij in een ongelijke concurrentiepositie. Ook op dat vlak handhaven andere landen veel minder strikt dan Nederland. Vindt de staatssecretaris deze aanpak duurzaam? Is het niet verstandiger en effectiever om met de sector zelf afspraken te maken? Kan de staatssecretaris toelichten op welke basis dwangsommen worden bepaald? Volgens de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KNVR) worden de normen die zijn vastgesteld in 2006 met terugwerkende kracht opgelegd voor overtredingen uit het jaar 2005. De Raad van State heeft op 6 juni de beschikking voor een tweetal rederijen geschorst. Hoe zit dat precies? Antwoord van de bewindslieden De minister is blij met het accent dat door dit overleg wordt gelegd op de handhaving. Uiteindelijk gaat het om kwalitatief goede regels, om de verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven of andere overheden om zich daaraan te houden, om het toezicht daarop en om de handhaving. Kritiekpunten van de inspectie moeten worden teruggekoppeld naar het niveau van de wetgeving, zodat regels uitvoerbaar en naleefbaar blijven. Handhaving dient effectief te zijn. Daarom staat bij de VROM-Inspectie selectiviteit voorop, waarbij de risico’s een belangrijke rol spelen. In haar rapportages wil de minister inzicht bieden in de nalevingsstrategie van de afgelopen periode. Ook is er maatschappelijke druk om zicht te krijgen op de samenwerking van verschillende inspecties. VROM loopt inmiddels voor op dat gebied, getuige de samenwerking tussen de VROM Inlichtingen- en Opsporingsdienst en de politie of de overdracht van expertise aan de milieuteams van de politie. Het gaat niet om de inspectie zelf, maar om een verbetering van de naleving en een vermindering van de risico’s. De blik moet gericht blijven op de oorzaken van niet-naleving en op de vraag hoe je burgers, gemeenten, provincies en bedrijven kunt helpen, aan de eisen te voldoen. Sinds de komst van de gemeenteonderzoeken worden tekorten in de naleving veel beter aan de orde gesteld. Gemeenten reageren inderdaad soms gevoelig op uitspraken van de VROM-Inspectie. In 2005 is er een conferentie georganiseerd, waarin de Inspectie de opzet van de onderzoeken toelichtte en met bestuurders en ambtenaren kon bezien hoe de onderzoeksresultaten overkomen. Op grond hiervan is de werkwijze aangepast, tot tevredenheid van de gemeenten. De rapporten zijn openbaar. Zij dienen niet alleen ter verbetering van de uitvoering door het ambtelijke apparaat, maar ook als basis voor vervolggesprekken met de verantwoordelijke bestuurders. Gepland zijn ook onderzoeken bij de provincies. In het jaarverslag van volgend jaar zullen deze worden meegenomen. Waar de provincie de verantwoordelijkheid heeft, moet zij die ook nemen. Compliance assistance is een nieuw instrument, waarmee de inspectie overheden dan wel burgers kan overreden om tot naleving te komen. Het is een aanvullend instrument en komt niet in de plaats van toezicht of controle. De minister staat achter de strenge veiligheidscontroles die de inspectie uitvoert in discotheken. Een andere vraag is of het niet zinvoller zou zijn
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 128
6
om de voorschriften van bijvoorbeeld politie en brandweer te bundelen. De minister streeft naar meer eenduidigheid. In het kader van de bouwvoorschriften komen er algemene regels voor ruimtes met een bepaalde functie. Dat vereenvoudigt het toezicht en vermindert de verwarring bij de ondernemers. Als het gemeentelijk toezicht echt tekortschiet, moet de inspectie daar heel kritisch over zijn. Gepleit is voor een scheiding van vergunningsverlening en toezicht. Bij de gemeentebezoeken is gebleken dat beleidsuitvoering en -handhaving los van elkaar georganiseerd zouden moeten zijn. In de laatste jaren is veel kennis en kunde bij de gemeenten weggevloeid. Er is niet voor niets besloten om de milieuhandhaving te professionaliseren; een oplossing is vaak de handhaving regionaal te organiseren. Gemeentelijke samenwerking blijft echter van groot belang. VROM is aan het bezien hoe het vergunningenmanagement beter georganiseerd kan worden. Het zou goed zijn als de vergunningsverlening bij de gemeenten één onderdeel zou vormen en het toezicht een ander. De verantwoordelijkheden moeten duidelijk zijn. Ter voorbereiding op de invoering van de omgevingsvergunning per 1 januari 2008 vinden er pilotprojecten plaats in gemeenten. Er zijn bijeenkomsten van gemeenteambtenaren en de VNG, om de kennis en kunde op het gebied van het vergunningsmanagement te verspreiden. De komst van de omgevingsvergunning biedt gemeenten de mogelijkheid om met grotere effectiviteit te werken. Andere winstpunten zijn dat er meer duidelijkheid komt voor alle betrokkenen en dat het toezicht duidelijker wordt. De vermindering van de toezichtslast voor bedrijven staat bij de minister hoog in het vaandel. Er wordt nu al interdepartementaal samengewerkt en de VROM-Inspectie werkt via professionalisering en standaardisering van de inspectieprocedures aan een vermindering van de toezichtslast. In het kader van het interbestuurlijk toezicht wordt er selectiever toezicht gehouden, vooral bij medebewindstaken van andere overheden. De inspectie heeft haar methodieken veel professioneler ingericht en er is nu compliance assistance. De horizontalisering van het toezicht, bijvoorbeeld door de gemeenteraad op het gemeentebestuur, staat op de agenda. De vermindering van de verticale verantwoording kan ook iets opleveren. Reeds in 2006 wordt gestart met de uitwerking van front offices voor de branches chemie en afval. Er wordt volop doorgegaan met het verminderen van de toezichtslasten. De minister is zich bewust van de motieAptroot en van de wensen van de Kamer. De staatssecretaris weet hoe moeilijk het voor gemeenten is om prioriteiten te stellen, maar betreurt het soms wel dat er relatief weinig aandacht wordt besteed aan de handhaving van regels waarmee de zeer breed ervaren overlast door brommers tegengegaan zou kunnen worden. Een indicatie daarvoor is het feit dat er bij VROM al tijden een bedrag van € 250 000 beschikbaar is voor geluidsmeters en dat daar geen belangstelling voor is. Dat eenmaal gekeurde brommers na de keuring eenvoudig weer aangepast kunnen worden, is geen argument om af te zien van een APK-keuring. Het kabinetsstandpunt is nog steeds dat er bezien moet worden of een APK-keuring voor brommers kan bijdragen aan meer veiligheid, minder overlast en een betere luchtkwaliteit. Zeker in de steden zijn brommers een behoorlijke bron van verontreiniging. De resultaten op het gebied van vuurwerk zijn bemoedigend. De vorige verkoop is rustig en veilig verlopen. Er hebben 1500 verkooppunten meegedaan aan de verkoop. De VROM-Inspectie volgt de provincies nauwkeurig in de begeleiding van verkooppunten. De Kamer zal binnenkort een rapportage daarover ontvangen. Nu de situatie is verbeterd en de uitvoering er goed uitziet, vermindert de handhaving door de inspectie op dit punt. Er zijn 176 verkooppunten gesaneerd. Het ministerie had oorspronkelijk gerekend op 1000 bedrijven, maar die verwachting was
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 128
7
gebaseerd op de veel te hoog gebleken schatting van het bestaande aantal bedrijven. De kosten van de operatie bleven onder de 10 mln. Voorzover bij het ministerie bekend, is niemand ziek geworden door de aanwezigheid van legionella in gevangenissen. In de legionellabestrijding wordt niet met een kanon op een mug geschoten. Het zeer ambitieuze plan van eind 2002 om op grote schaal preventieve maatregelen te treffen, is teruggedrongen en beperkt zich nu tot omgevingen waar mensen kwetsbaar zijn door leeftijd, ziekte et cetera. Dat zijn heldere prioriteiten. Uit onderzoek in 500 zorginstellingen, hotels, zwembaden en jachthavens blijkt dat de regels in 75% van de gevallen niet voldoende worden nageleefd. Er wordt dus terecht streng gehandhaafd. Wat de ozonlaagafbrekende stoffen betreft, kan de overheid niet anders dan rekening houden met het investeringsritme dat bedrijven hebben om uiteindelijk per 2015 het gestelde doel te bereiken. Niemand doet moeilijk over een beetje lekkage, maar als de VROM-Inspectie constateert dat over een periode van drie jaar 42% van de 76 gecontroleerde schepen een lekpercentage van boven de 40 had, dan moet er iets gebeuren. Daarom zijn dwangsombeschikkingen uitgereikt aan reders in overtreding. De Inspectie werkt aan een handreiking met daarin technische en organisatorische maatregelen die per direct kunnen worden genomen om lekverliezen te beperken. Deze wordt in de zomer verwacht. De Raad van State heeft recent twee beschikkingen geschorst. De staatssecretaris is gaarne bereid, in overleg te treden met de reders om te bezien hoe de problematiek van het level playing field en de zeer hoge lekverliezen kan worden aangepakt. Wat de professionalisering van de handhaving betreft, zijn de afspraken met de gemeenten helder en het ministerie wil bij provincies en gemeenten scherp toezien op nakoming daarvan. Er kan enige vertraging optreden om legitieme redenen, maar als er sprake is van onwilligheid, kan er een aanwijzingsprocedure gestart worden. Op papier is er van alles geregeld, maar of dat in de praktijk gebracht wordt, is de volgende vraag. De resultaten van een voorlopig onderzoek daarover stemmen niet onverdeeld vrolijk. De provincie heeft hierbij de regie. De EU-Milieuraad probeert het gebruik van methylbromide terug te dringen. In Nederland wordt nog ongeveer 4000 kg gebruikt. In België is dat nog steeds 40 000 kg. Duitsland treedt restrictiever op. De inspectie is aan het nagaan of er in overleg met België en Duitsland gekomen kan worden tot een level playing field. Het heeft even geduurd om tot helderheid te komen. De discussie draaide niet alleen om de effecten van de containergassing op goederen, maar ook om de vraag via welke wetgeving men dat het beste kan aanpakken. Gezien de hoge mate waarin gassing de veiligheid beïnvloedt van mensen die met de containers werken, is besloten dat de arbo-wetgeving voldoende aanknopingspunten biedt om te handhaven. Dat gebeurt nu nog te weinig. De staatssecretaris zal daar enige druk achter zetten en de Kamer na de zomer informeren over de voortgang op dit gebied. Het ongeval in Ghislenghien heeft het dossier van de buisleidingen en de externe veiligheid weer op de agenda gezet. Er is veel te doen, zowel op het gebied van regelgeving als ook in de handhaving. Waar nodig zal de inspectie op concrete gevallen gewezen worden. Er zijn regels op het gebied van de externe veiligheid die gemeenten moeten toepassen. Op het ministerie zijn acht formatieplaatsen bezig om dit in het verleden verwaarloosde dossier weer op orde te krijgen. Over de problematiek van de export van loodaccu’s naar Frankrijk zal de minister de Kamer schriftelijk informeren. Het is erg belangrijk dat er internationaal aan wordt gewerkt, level playing fields te creëren. De eerder genoemde branche van de carwash-, truckwash- en poetsbedrijven biedt niet de grootste milieurisico’s met het grootste naleeftekort, zodat zij niet prioritair behandeld zal worden. Als individuele bedrijven klagen over branchegenoten die zich niet aan de
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 128
8
regels houden, dan staat de VROM-Inspectie ervoor open, een klacht in behandeling te nemen. Nadere gedachtewisseling Mevrouw Spies (CDA) acht de meeste vragen adequaat beantwoord. Zij verwelkomt het komende overleg met de eigenaren van koelschepen. Kan het Europese veld daar ook in betrokken worden? Het zou goed zijn, te weten hoe andere Europese landen dit doen. Als er een klanttevredenheidsonderzoek komt, kan bij het volgende handhavingsoverleg over een halfjaar gekeken worden of de Kamer uit het veld dezelfde geluiden hoort als de minister. De professionalisering van de handhaving is pas echt gelukt als men in het veld een verbetering ervaart. De handhaving is de afgelopen jaren geprofessionaliseerd en daarmee worden nu andere eisen aan handhavers gesteld. Dat debat moet nog een keer worden voortgezet. Daarbij moet wellicht ook gepraat worden over de waardering van het vak van handhaver. Het is niet te begrijpen waarom de vergunningverlener praktisch altijd een salarisschaal hoger zit dan de handhaver. Mevrouw Van Velzen (SP) meent dat de effectiviteit van beleid alleen maar aan concrete voorbeelden af te meten is en stelt daarom graag voorbeelden aan de orde. Zij vraagt minister Dekker om in te gaan op de bestemmingsplannen van de gemeenten in het Groene Hart, omdat dit een casus is waaruit blijkt dat het beleid in ieder geval daar niet werkt. Wil de staatssecretaris kijken naar de propaanbuisleiding nabij de gevangenis in Rotterdam en daar schriftelijk op reageren? Containergassingen via de arbo-wetgeving tegengaan is misschien interessant, maar lost het probleem niet op. Het verdient de voorkeur, het voorbeeld van Hamburg te volgen en met een verbod te komen. De mening van de staatssecretaris over de APK-keuring voor brommers wordt gedeeld. De gelaakte uitspraak is niet van mevrouw Van Velzen, maar van minister Peijs van Verkeer en gedaan in het Staatsblad. De heer Krähe (PvdA) vindt het jammer dat er geen «naming and shaming» komt bij de gemeenten. De informatie mag dan beschikbaar zijn, maar zij bereikt de gemeenteraden in de praktijk vaak niet, ook omdat de bevolking geen druk kan uitoefenen. Hij betreurt het dat het stimuleren van gemeenten wordt afgeschoven naar de VNG. Er wordt veel geïnvesteerd in de verlening van vergunningen, maar het handhaven blijft te veel liggen. De handhaving en de mensen die daarmee belast zijn, moeten meer waardering krijgen. Nog niet beantwoord is de vraag over het landelijke systeem voor externe veiligheid en het verzoek om er bij gemeenten en provincies op aan te dringen, ook op bestuurlijk vlak een scheiding aan te brengen tussen vergunningverlening en handhaving. De minister ziet wel iets in een klanttevredenheidsonderzoek als modern management tool. Zij neemt die suggestie mee. Een hogere waardering voor handhavers zou zeker aan de orde moeten zijn, maar dan binnen de gemeentelijke apparaten. Volgens de minister worden de gemeenteonderzoeken door de VROM-Inspectie zelf in het college en desgewenst in de raden toegelicht. De gewenste openbaarheid is er dus. Het Groene Hart is een nationaal landschap en staat als zodanig in de ruimtelijke hoofdstructuur van de Nota ruimte. Nationale landschappen horen omgrensd te worden in het streekplan van de provincie en van daaruit wordt het bestemmingsplan opgebouwd. In het Groene Hart zijn de gemeenten wat dat betreft niet up to date. Gemeenten waarvan de bestemmingsplannen bijna zijn verlopen, worden vanuit het ministerie gewaarschuwd dat er een actualisering moet komen. De minister wil na een aanvullend onderzoek in gesprek met de betrokken gemeenten. Er moet duidelijkheid komen over die bestemmingsplannen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 128
9
De staatssecretaris licht toe dat de uitspraak van minister Peijs gedaan is in een periode waarin men brommers wilde uitzonderen van een APK-plicht. Inmiddels is echter, mede vanuit het oogpunt van de luchtkwaliteit, besloten om toch te bezien of een keuring zinvol is. Het ministerie zal kijken naar de propaanleiding in Rotterdam. Wat het landelijk afgestemde systeem voor externe veiligheid betreft, is nu afgesproken hoe de informatie over risicovolle installaties op provinciaal niveau georganiseerd moet worden. Een aantal provincies heeft dat al omgezet, andere zijn nog bezig. Het ministerie is nu aan het bezien welke informatie openbaar moet worden en welke niet, bijvoorbeeld in verband met terrorismerisico’s. De verplichtingen die voortvloeien uit het Aarhusverdrag zullen daarin worden meegenomen. De voorzitter constateert dat de minister en de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het volgende hebben toegezegd: de minister zal een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren onder bedrijven over de kwaliteit van de uitvoering van het toezicht door de inspecties(s); de staatssecretaris zal met de scheepvaartsector overleg voeren over het terugbrengen van lekkage van ozonlaagafbrekende- en broeikasgassen uit koelinstallaties in zeeschepen; de staatssecretaris zegt toe de veiligheidssituatie bij de propaanbuisleiding die ligt bij de stadsgevangenis Rotterdam, te zullen bekijken; de staatssecretaris zal de Kamer na de zomer met betrekking tot de gegaste containers per brief informeren over: – het resultaat van het overleg met de bewindspersoon van Sociale Zaken over de intensivering van de handhavingsinspanningen op grond van de arbo-regelgeving bij problematiek containergassen; – de voortgang in de afspraken met België en Duitsland over het level playing field; – de wijze waarop de staatssecretaris het RIVM-rapport inzake de schadelijkheid van de met methylbromide gegaste containers interpreteert; – de staatssecretaris zal de laatste stand van zaken in de problematiek van de export van loodaccu’s naar Frankrijk naar de Kamer sturen (waaronder afgegeven vergunningen, reactie Franse inspectie en producenten). De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Buijs De adjunct-griffier van de vaste commissie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Van Halen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 128
10