Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2001–2002
24 077
Drugbeleid
Nr. 96
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 11 januari 2002
1
Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), SwildensRozendaal (PvdA), ondervoorzitter, Middel (PvdA), Van Lente (VVD), voorzitter, Dankers (CDA), Oudkerk (PvdA), Rijpstra (VVD), Bakker (D66), Rouvoet (ChristenUnie), Van Vliet (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Passtoors (VVD), Gortzak (PvdA), Hermann (GroenLinks), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Arib (PvdA), Spoelman (PvdA), Kant (SP), E. Meijer (VVD), Van der Hoek (PvdA), Blok (VVD), Mosterd (CDA), C q örüz (CDA) en Pitstra (GroenLinks). Plv. leden: Lambrechts (D66), Rehwinkel (PvdA), Apostolou (PvdA), Örgü (VVD), Verburg (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Weekers (VVD), Ravestein (D66), Slob (ChristenUnie), Van ’t Riet (D66), Terpstra (VVD), Udo (VVD), Belinfante (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Ross-van Dorp (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Duijkers (PvdA), Smits (PvdA), Marijnissen (SP), O. P. G. Vos (VVD), Hamer (PvdA), Cherribi (VVD), Rietkerk (CDA), Visser-van Doorn (CDA) en Van Gent (GroenLinks). 2 Samenstelling: Leden: Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Middel (PvdA), Van Heemst (PvdA), Dittrich (D66), ondervoorzitter, Rabbae (GroenLinks), Van Oven (PvdA), Kamp (VVD), Rouvoet (ChristenUnie), O. P. G. Vos (VVD), Passtoors (VVD), Van Wijmen (CDA), De Wit (SP), Ross-van Dorp (CDA), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Halsema (GroenLinks) Weekers (VVD), Van der Staaij (SGP) en Wijn (CDA). Plv. leden: Wagenaar (PvdA), Balkenende (CDA), C q örüz (CDA), Van Vliet (D66), Duijkers (PvdA), Kuijper (PvdA), Albayrak (PvdA), Barth (PvdA), Hoekema (D66), Karimi (GroenLinks), Santi (PvdA), Luchtenveld (VVD), Slob (ChristenUnie), Van den Doel (VVD), Rijpstra (VVD), Rietkerk (CDA), Marijnissen (SP), Buijs (CDA), Van Baalen (VVD), Van BlerckWoerdman (VVD), De Vries (VVD), Van Walsem (D66), De Pater-van der Meer (CDA) en Arib (PvdA).
KST58702 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2002
De vaste commissies voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 en voor Justitie2 hebben op 12 december 2001 overleg gevoerd met minister Borst-Eilers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en minister Korthals van Justitie over: – de brief van de minister van VWS van 18 september 2001 inzake de voortgangsrapportage Drugsbeleid 2001 (VWS-011255); – de brief van de minister van VWS van 17 september 2001 inzake het rapport «THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops 2000–2001» van het Trimbosinstituut (24 077, nr. 92); – de brief van de minister van VWS van 2 oktober 2001 inzake de notitie Smart Shops anno 2000 (24 077, nr. 93); – de antwoorden op commissievragen over bovengenoemde stukken (25 077, nr. 94); – de brief van de minister van Justitie van 3 oktober 2001 inzake onderzoeksrapporten «Coffeeshops, Jeugd & Toerisme» en «Coffeeshops in Nederland» (Just-01-779); – een mededeling van de Commissie aan de Raad en het EP betreffende de tenuitvoerlegging van het EU-actieplan inzake drugs (2000–2004) (Just-01–759). Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissies De heer Nicolaï (VVD) vindt dat de drugsmonitor een goed beeld geeft van de verschillende facetten van het beleidsterrein. Het betreft nog altijd een groot maatschappelijk probleem. Het bijzondere karakter van het Nederlandse drugsbeleid verplicht de politiek min of meer om het buitenland een goed inzicht te bieden in de resultaten daarvan. De monitor biedt geen positief beeld. De problemen nemen niet noemenswaardig af. Het gemiddeld gebruik wordt niet minder. Dat geldt ook voor de productie, de distributie en de handel, voorzover daar zicht op is uiteraard. De overlast wordt iets minder, maar dat geldt niet voor de gevoelens van onveiligheid. Is stabilisatie genoeg of heeft het kabinet de ambitie om de problemen terug te dringen? Deze relativeringen doen overigens niets
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 24 077, nr. 96
1
af aan de steun van de VVD voor de grondslagen van het Nederlandse drugsbeleid. Er wordt een aantal goede stappen gezet om het Nederlandse drugsbeleid uit te dragen. De minister van Justitie heeft gelijk dat een te grote nadruk op het eigen beleid averechts kan werken, maar dat neemt niet weg dat de positieve resultaten zeker genoemd mogen worden. Behalve voor XTC is er relatief weinig aandacht voor harddrugs. Wil de minister daar nader op ingaan? Er wordt te weinig gedaan om de overlast die gebruik van en handel in drugs met zich brengt, tegen te gaan, met name in de grenssteden en in bepaalde buurten van de grote steden. Gebruiken de gemeenten wel het gehele ter beschikking staande instrumentarium? Er waren aanvankelijk geen plannen om het aantal plaatsen voor de strafrechtelijke opvang van verslaafden uit te breiden. Er is echter een motie aangenomen, waarin wel om deze uitbreiding wordt gevraagd. Is de regering bereid, alsnog tot uitvoering van deze motie over te gaan? Kloppen de berichten dat apothekers de methadonverstrekking op zich nemen? De heer Nicolaï is geen voorstander van opheffing van de methadonbus. In sommige gevallen is het THC-gehalte van nederwiet schrikbarend hoog. Het lijkt erop dat de regering in haar reactie op de schriftelijke vragen het gevaar hiervan bagatelliseert. Op welke wijze wil het kabinet het gevaarlijke hoge THC-gehalte aanpakken? Het is niet te begrijpen dat de kwaliteit van een harddrug zoals XTC wel gecontroleerd wordt, maar dat dit niet gebeurt bij nederwiet. De stoffen PMMA en GHB moeten als harddrug aangemerkt worden en dus ook worden opgenomen op lijst II van de Opiumwet. Waarom duurt dat zo lang? Het gebruik van XTC is het nieuwe grote probleem. Het kabinet kiest voor de bestrijding hiervan niet de juiste aanpak. Het lijkt erop dat er langzamerhand wordt overgegaan tot een half gedoogbeleid. Van de mobiele controles op kwaliteit van XTC gaat het verkeerde signaal uit, namelijk dat dit gif wordt goedgekeurd door de overheid. Van het daarbij verstrekte advies, dit spul maar beter niet te gebruiken, moet niet te veel verwacht worden. Daarbij komt dat er een soort schijnzekerheid wordt geboden. Pilletjes met hetzelfde embleem behoeven niet dezelfde stof te bevatten als een getest exemplaar. De testen op vaste plaatsen hebben ook nadelen, maar daardoor kan er wel zicht komen op het gebruik van nieuwe stoffen. Waarom wordt er niet strenger opgetreden tegen eigenaren van clubs en organisatoren van party’s? Als het gebruik van XTC enkele keren wordt geconstateerd, moet de vergunning worden ingetrokken. Dat is een zeer effectief middel omdat de betrokkenen hierdoor in de portemonnee worden getroffen. De heer Van de Camp (CDA) merkt op dat het gebruik van klassieke drugs zoals hasj, heroïne en cocaïne zich lijkt te stabiliseren. Voorlichting, preventie en bewustwording lijken vruchten af te werpen. Daarnaast zijn er echter verontrustende ontwikkelingen. Jongeren blowen minder, maar drinken des te meer. De leeftijd waarop jongeren overgaan tot exorbitant drugs- en alcoholgebruik wordt steeds lager. In deze groep zijn 12- tot 14-jarigen geen uitzondering meer. Hoe staat het met de voortgang en financiering van het plan Preventie middelengebruik jongeren 2002–2006? Treedt bij de implementatie hiervan stagnatie op? Binnen de CDA-fractie wordt gediscussieerd over de vraag of de gebruikers van drugs strafbaar gesteld moeten worden. In artikel 10, lid 5, van de Opiumwet worden straffen gemitigeerd bij het aantreffen van een kleine hoeveelheid drugs voor eigen gebruik. Wordt het geen tijd, dit lid te schrappen vanwege het verkeerde signaal dat ervan uitgaat? Is de regering bereid om de mogelijkheden om de gebruiker strafbaar te stellen, te inventariseren?
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 24 077, nr. 96
2
Nederland blijft absoluut koploper wat drugsgerelateerde criminaliteit betreft. Productie, doorvoer en witwassen komen veelvuldig voor. Het lijkt sterk op dweilen met een kraan die steeds verder opengaat. Dit alles leidt vaak tot grote overlast voor de plaatselijke bevolking. In dit verband moet het Rijk de gemeenten Venlo en Heerlen meer aandacht schenken. Bij het toenemend gebruik van de stof GHB dringt zich een vergelijking met de salmonellabacterie op. De maatregelen die bij tragische incidenten met deze laatste besmetting genomen worden, staan in geen verhouding tot de bestrijding van chemische drugs. Het kabinet doet hier te weinig aan. De overheid moet optreden wanneer burgers zichzelf in gevaar brengen. Waarom worden PMMA en GHB op lijst II en niet op lijst I van de Opiumwet geplaatst? Is er verschil in handhaving tussen producten op lijst I en die op lijst II? De quasi legitimerende testen bij de ingang of de aanvang van housefeesten moeten verboden worden. Het DIMS (Drugs informatie en monitoring systeem) moet echter gehandhaafd worden. De overheid – gemeenten en Rijk – heeft een grote verantwoordelijkheid voor veiligheid en gezondheid en het tegengaan van drugshandel. Een van de manieren hiervoor is, de organisatoren van feesten verantwoordelijk te stellen voor hetgeen er wordt gebruikt. De voorwaarden die de gemeenten Den Bosch en Groningen hebben gesteld, hebben resultaat opgeleverd. Voor de zogenaamde afterparty’s is een afzonderlijk vergunningensysteem nodig. De beantwoording van de schriftelijke vragen over het THC-gehalte in nederwiet is buitengewoon verhullend. Inmiddels is gebleken dat 28% van de nederwiet een THC-gehalte heeft van meer dan 20%. Moet de overheid hier niet ingrijpen, bijvoorbeeld via een nieuw AHOJ-G(afficheren, harddrugs, overlast, jeugd en grote hoeveelheden)-criterium? De recente conferentie in Utrecht kan gezien worden als een drugspromotiebijeenkomst. Wat is de mening van de bewindslieden daarover? Welke kosten waren met deze conferentie gemoeid? Is het hoge THC-gehalte in nederwiet daar aan de orde geweest? Het is nog steeds een schande dat Nederland de grootste producent en transporteur van XTC is. Hoe staat het met de uitvoering van het XTC-bestrijdingsplan? Kunnen er voldoende mensen geworven worden voor de USD (Unit synthetische drugs)? De heer Dittrich (D66) citeert officier van justitie Witteveen, die aangeeft dat er te weinig mensen zijn om de productie van en de handel in XTC aan te pakken. Hoe staat het met de USD? Men vreest dat door het verbod op tabletteermachines XTC vaker in poedervorm zal worden aangeboden. Dit is gevaarlijker dan in de vorm van tabletten. Is het wel verstandig om eerst allerlei onderzoek af te wachten alvorens eventueel maatregelen te nemen? XTC is een harddrug. De productie daarvan en de handel daarin moeten worden bestreden. Door het testen van pillen kunnen echter risico’s vermeden worden. De overheid mag haar ogen niet voor de werkelijkheid sluiten. Voorlichting is daarbij essentieel. Er moet op gewezen worden welke gevaren het nemen van XTC voor de gezondheid heeft. De EU steekt 26 mln gulden in allerlei drugsgerelateerde sociale projecten in Heerlen. Tegelijkertijd wordt het budget van het consultatiebureau voor alcohol en drugs in die plaats met 650 000 gulden gekort. Kan die korting nog teruggedraaid worden? Steeds meer landen in Europa zien de positieve kanten van het Nederlandse beleid ten aanzien softdrugs. Hoe was de mening over het Nederlandse beleid op de Europese conferentie over drugs? Vooralsnog lijkt het THC-gehalte in softdrugs mee te vallen. Is het een goed idee om nederwiet door de keuringsdienst van een label te laten voorzien waarop het THC-gehalte is vermeld? Het is jammer dat de
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 24 077, nr. 96
3
minister de – weliswaar met één stem verschil – aangenomen motie over de controle op THC bij de teelt van nederwiet niet wil uitvoeren. Uit onderzoek blijkt dat er ten aanzien van smartshops en paddo’s geen sprake is van onaanvaardbare risico’s voor individuen en voor de samenleving. Waarom wacht de regering met het ontwikkelen van beleid op een uitspraak van de Hoge Raad? De werkgroep Smart shops 2 heeft aangegeven dat er een discrepantie is tussen het huidige wettelijke regime en de risico’s van het gebruik van paddo’s. Het gebruik van verse paddo’s is toegestaan maar dat van gedroogde niet. De producenten van verse paddo’s krijgen vaak bezoek van controleteams; hetgeen onaangename gevolgen heeft. Betrokkenen blijken vervolgens geen hypotheek of verzekering te kunnen afsluiten. Kan er in het beleid een duidelijker onderscheid gemaakt worden tussen de verse en gedroogde paddo’s? De heer Van der Vlies (SGP) wijst erop dat het drugsbeleid nog te veel symptoombestrijding is. Natuurlijk moet er aandacht zijn voor het terugdringen van de overlast, het decriminaliseren van het gebruik en van de handel, maar er moet vooral ook aandacht zijn voor de potentiële verslaafde. Het lijkt erop dat deze categorie steeds jonger wordt. De overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen als keuzes van mensen kunnen leiden tot het schaden van hun gezondheid. Er is sprake van een lastige spagaat omdat het gedoogbeleid diep is geworteld. Enerzijds wordt gedoogd, terwijl het anderzijds geboden is om de gezondheid van mensen te beschermen. Het huidige beleid houdt te veel een legitimering van het drugsgebruik in. Sinds 1997 is het aantal coffeeshops met enkele honderden verminderd, maar het huidige aantal lijkt zich te stabiliseren. De affichering is nog steeds opdringerig. Wanneer komt er een regeringsstandpunt over de motie-Van der Staaij terzake? In de grensstreek heeft men de ervaring dat ook via de 5-gramsnorm redelijk rendabele handelshoeveelheden vergaard kunnen worden als men maar genoeg shops bezoekt. Hoe scherp wordt deze norm gehandhaafd? De heer Van der Vlies sluit zich aan bij de kritische opmerkingen over het testen van XTC-pillen. Mede gelet op de recente incidenten is een krachtiger inzet voor de bestrijding van deze drug nodig. Bij geconstateerde overtredingen moet de desbetreffende zaak gesloten worden. Er is nog geen begin van zicht op de risico’s bij het experimenteren met drugscocktails. Veel combinaties zijn gevaarlijk. De voorlichting op dit punt is onvoldoende. Wat is de regering voornemens, hieraan te doen? Het is beschamend dat Nederland bekend staat als hét land waar XTC geproduceerd en verhandeld wordt. Mr. Witteveen, de landelijk coördinerend officier van justitie voor synthetische drugs zegt dat de XTC-industrie kan floreren omdat Nederland een prettige en open maatschappij heeft waar het goed toeven is en grote criminelen niet worden gecontroleerd. De politiek moet zich hierdoor aangesproken voelen. Mr. Witteveen suggereert een verhoging van de strafmaat voor XTC-bezit, een landelijke opsporingseenheid voor de opsporing van synthetische drug en een verdubbeling van de personele inzet. Wat is de actuele stand van zaken bij de bestrijding van handel in drugs via internet? Klopt het dat 60 tot 70% van de beheerders van coffeeshops, smartshops, ecoshops en growshops criminele antecedenten heeft? Is het dan wel verstandig om de branche tot zelfregulering te bewegen? De heer Rouvoet (ChristenUnie) merkt op dat in verband met de internationale context van het Nederlandse drugsbeleid veelal de nadruk wordt gelegd op twee doelstellingen, namelijk volksgezondheid en harm reduction. Is de regering bereid in een notitie de Nederlandse verplichtingen ten aanzien van demand reduction en supply reduction weer te geven?
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 24 077, nr. 96
4
Daarbij dient dan ook duidelijk gemaakt te worden op welke wijze het Nederlandse beleid zich tot die vereisten verhoudt. Nederwiet is ruim 2,5 keer zo sterk als buitenlandse marihuana. Een groot gedeelte van de nederwiet heeft zelfs een THC-gehalte van meer dan 20%. Hoe hoog moet dit gehalte zijn voordat nederwiet wel als een harddrug wordt beschouwd? Begin dit jaar heeft de minister van Volksgezondheid gezegd dat het hoge THC-gehalte een positief kwaliteitskenmerk is, omdat gebruikers minder joints hoeven te roken om hetzelfde effect te bereiken en dus minder nicotine binnen krijgen. Deze redenering wordt in de meest recente brieven terecht niet meer gevolgd. Waarom wordt een nader onderzoek naar de risico’s van een hoog THC-gehalte aangekondigd? Het gevaar hiervan is toch al bekend? De minister schrijft namelijk in haar brief dat hieraan in de voorlichting aandacht besteed zal worden. XTC is een nationale schande in het kwadraat. Nederland is de grootste producent en distributeur en daarenboven wordt het gebruik ervan gedoogd via het testen. De heer Rouvoet is verheugd dat zijn suggestie van jaren geleden om de organisatoren van dansfeesten waar harddrugs worden verhandeld en gebruikt, steviger aan te pakken, steeds meer steun krijgt. Een bijkomend probleem is dat de intensive-care-afdelingen van ziekenhuizen, waar men toch al met een capaciteitsprobleem worstelt, in de weekends extra worden belast met de opname van XTC-gebruikers. Klopt het dat een Amsterdamse stichting die zich bezighoudt met de opvang van dak- en thuislozen geen subsidie van de gemeente meer krijgt omdat er geen gebruikersruimte is? Wat is het oordeel van de minister terzake? Het aantal coffeeshops loopt terug. Hoeveel shops zijn gedwongen dichtgegaan omdat bijvoorbeeld AHOJ-G-criteria zijn overtreden? Er mag niet te luchtig worden gedaan over de vervlechting van de smartshops met het criminele circuit. Als blijkt dat er harddrugs worden verkocht, worden deze shops toch zeker gesloten? Waarop doelt de minister als zij het heeft over producten met naar verhouding de grootste gezondheidsrisico’s? Waarom noemt de minister in dit verband wel de Keuringsdienst van waren en de Inspectie volksgezondheid maar niet de politie? Wat is concreet de inhoud van de brochure ten behoeve van de integrale aanpak van de handhaving op lokaal niveau? De heer Apostolou (PvdA) steunt namens zijn fractie toch het cannabisbeleid van het kabinet, ondanks dat het de motie over de achterdeur niet uitvoert. Veel landen vragen Nederland om nadere informatie over dit beleid omdat zij met grote problemen worden geconfronteerd. In Europa bestaat brede overeenstemming over decriminalisering van de gebruiker. Het wetsvoorstel inzake het gebruik van cannabis als medicijn is een goed initiatief. Het is te hopen dat dit snel behandeld kan worden. Veel coffeeshops staan nog steeds te dicht bij scholen. Er is veel overlast van koeriers die met brommers af en aan rijden. Wil de minister het OM tijdelijke aanwijzingen geven om hiertegen op te treden? Het schriftelijke antwoord over het afficheringsverbod is onbevredigend. Het lijkt erop dat justitie een soort «laissez faire»-beleid voert. Er wordt trouwens in het algemeen te veel verwezen naar onderzoeken. Het is langzamerhand tijd voor actie als geconstateerd wordt dat de wet wordt overtreden. Ziet de minister het project «Gezonde school en genotmiddelen» als een kernactiviteit? Er is discussie over de financiering via Zorgonderzoek Nederland. Het veld maakt zich ongerust over de voortzetting van dit project. De regering neemt geen duidelijk standpunt in over de smartshops en de paddo’s. De werkgroep stelt dat hierover een politieke beslissing genomen moet worden. Er wordt al heel lang op een uitspraak van de Hoge Raad gewacht. De regering zou hierop kunnen anticiperen, zodat duidelijk wordt in welke richting zij denkt. De wildgroei van smartshops moet worden tegengegaan.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 24 077, nr. 96
5
De heer Apostolou steunt de opvatting van de regering over GHB. Als het als medicijn wordt betiteld, mag het niet via bijvoorbeeld smartshops verkrijgbaar zijn. Het onder het strafrecht brengen van de handel in en gebruik van dit middel heeft consequenties die moeilijk zijn te overzien. Via het testen van XTC kunnen trends worden gemonitord en kan worden ingegrepen als dit nodig is. Het is niet de bedoeling dat gebruikers bij een tafeltje aan de deur hun spullen kunnen laten testen. Daar gaat een verkeerd signaal van uit. Het is goed dat de regering van plan is, DIMS op lokatie uit te breiden. Wanneer komen de antwoorden op de schriftelijke vragen over de dodelijke incidenten met XTC? Het is van groot belang dat er een goed beleid terzake ontwikkeld wordt. De regering heeft adequaat gereageerd op het kaderbesluit drugs. Het optreden tegen grensoverschrijdende criminaliteit in Europa dient in dit verband geharmoniseerd te worden. Mevrouw Hermann (GroenLinks) herinnert eraan dat drugsgebruik van alle tijden is, alleen de vorm verschilt. Het uitbannen ervan is een fictie. De doelstelling van het Nederlandse drugsbeleid, namelijk het voorkomen van risico’s voor individu, directe omgeving en samenleving wordt volledig door de fractie van GroenLinks onderschreven. Het gehele beleid verdient waardering. Uit de nationale drugsmonitor blijkt dat Nederland een middenpositie inneemt, maar het kan altijd beter. Het gevaar is echter dat de repressie overgewaardeerd wordt, terwijl de preventie onderbelicht wordt. Kunnen in de volgende drugsmonitor de preventieactiviteiten expliciet geformuleerd worden? Het programma «Gezonde school en genotmiddelen» loopt al jaren, wordt zeer gewaardeerd en heeft een breed bereik. De financiering hiervan is geregeld tot september 2002. De organisatoren komen 0,9 mln gulden tekort voor het komend jaar. Kan de continuïteit hiervan gewaarborgd worden? Met het oog op de toekomst is het voorstel «Preventie middelengebruik jongeren 2002–2006» van belang. Er wordt terecht gestreefd naar een community-aanpak. Het verbaast mevrouw Hermann, te lezen dat een onlangs ingestelde adviesgroep van deskundigen uit het veld van de verslavingspreventie het ministerie adviseert over de programmering in de nabije toekomst, terwijl er aan de kwaliteit van de campagnes en aan de samenhang met andere leefstijlcampagnes wordt gewerkt door deze te laten toetsen door ZON (Zorgonderzoek Nederland). Er moet kennelijk nog veel vergaderd worden, maar het lijkt toch langzamerhand tijd om besluiten terzake te nemen. Informatie van de gemeente Heerlen leert dat zij door verandering van de financieringssystematiek ongeveer 1 mln gulden minder krijgt op grond van de uitkering voor verslavingszorg, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang. De honorering van het project «Hartslag» is wel geregeld door Justitie maar nog niet door VWS. In totaal gaat het bij dit laatste om 11,4 mln gulden voor drie jaar. Kan de minister op dit punt toezeggingen doen? De kwaliteit van de intramurale motivatiecentra is heel duidelijk aangetoond. Er is echter sprake van verbrokkelde financiering en onduidelijke vooruitzichten. Kan hierover helderheid worden geboden? Wat vindt de minister van de conclusie van het bureau Motifaction inzake een programma voor drugsvoorlichting enpreventie dat preventie hoger op de politieke agenda dient te komen? Het ministerie van VWS is bij uitstek de partij om hierin het initiatief te nemen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 24 077, nr. 96
6
Antwoord van de regering De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport merkt op dat het de ambitie van de regering is om een reductie van drugs te bewerkstelligen, zowel van de vraag als van het aanbod. Het kabinet is bepaald niet gelukkig met de huidige stand van zaken. Het drugsgebruik is echter tamelijk beleidsresistent. Uit internationale vergelijkingen blijkt dat een streng of juist een tolerant beleid weinig invloed op het aantal drugsgebruikers. Het is zeker niet eenvoudig, het gebruik van verslavende middelen terug te dringen. Bij sommige groepen zoals scholieren is duidelijk resultaat te zien van de zeer intensieve voorlichting. Het gebruik van cannabis, XTC, amfetamine en cocaïne onder scholieren daalt, terwijl het gebruik van cocaïne onder jongvolwassenen toeneemt. Daar komt bij dat Nederland een zeer laag aantal drugsdoden kent. Het Nederlandse beleid is zeer succesvol op het punt van het beperken van gezondheidsschade en dat mag zeker uitgedragen worden. Buitenlandse bezoekers moeten toegeven dat Nederland het goed doet op dit onderdeel. Het bericht in het Algemeen Dagblad dat voortaan alle verslaafden de methadon bij de openbare apotheek moeten halen, klopt niet. Het College van zorgverzekeraars heeft drie opties voor de methadonverstrekking genoemd. In de eerste plaats zijn er de uitgiftepunten van de ambulante verslavingszorg. In de tweede plaats worden deze uitgiftepunten ook gebruikt voor door de apotheek op naam gestelde methadon. In de derde plaats kan methadon rechtstreeks door de apotheek worden verstrekt. Die laatste manier van verstrekking kan alleen gelden voor verslaafden die een zeer geregeld leven leiden en dit heeft ook niet de voorkeur van de minister. Verstrekking via uitgiftepunten van de ambulante verslavingszorg heeft het grote voordeel dat daar hulpverleners aanwezig zijn die advies en voorlichting kunnen geven. Men kan daar ook spuiten omruilen en dergelijke. Er wordt een AMvB voorbereid om GHB in de Opiumwet op te nemen. Het afgelopen voorjaar heeft de desbetreffende commissie van de VN besloten om GHB op lijst IV van het verdrag inzake psychotrope stoffen te plaatsen. Dat betekent dat deze stof automatisch op lijst II van de Opiumwet terechtkomt. Overigens kan het gebruik van GHB nu al bestreden worden, namelijk via de Wet op de geneesmiddelenvoorzieningen en artikel 174 van het Wetboek van Strafrecht. Het is volstrekt verboden om mensen geneesmiddelen te verstrekken anders dan via de arts of de apotheek. Opname in de Opiumwet is gewenst met het oog op de strafmaat en de prioriteitenstelling bij de handhaving. Overigens wordt GHB nu al een jaar in EU-verband gemonitord. Het CAM zal bezien welke risico’s zich voordoen. Als daartoe aanleiding is, zal het CAM adviseren over het gewenste wettelijke regime. Het Trimbos-instituut en de inspectie maken er melding van als er gevaarlijke stoffen in drugsvorm opduiken. De minister besluit vervolgens eventueel tot een algemene publiekswaarschuwing. Op dit punt moet zo min mogelijk risico gelopen worden. In 1999–2000 bleek uit onderzoek het THC-gehalte van nederwiet 8,6% te zijn. Een jaar later was dit 11,3%. Dit gaf aanleiding tot een jaarlijkse monitoring. De voorlopige uitslagen voor 2001–2002 geven gelukkig aan dat dit gehalte significant lager is. In de praktijk blijkt dat gebruikers bij een hoog THC-gehalte niet minder joints roken maar dat zij minder wiet in hun joints doen. Er is dus geen positief of negatief effect op de blootstelling aan nicotine. Er is nog niet precies bekend bij welk THC-gehalte er een onaanvaardbaar risico optreedt, met name voor de onervaren gebruiker. Als dit het geval blijkt te zijn, moet er niet alleen gecontroleerd worden, maar moeten er ook grenzen gesteld worden. Ook is niet bekend of een hoog THC-gehalte leidt tot een afvlakkend effect bij het roken van meerdere joints. Onderzoek daarnaar heeft dus wel degelijk zin. Bij de verstrekking van de definitieve uitslagen over de periode 2001–2002 zal de minister de Kamer ook informeren over de aard van de onderzoeken naar
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 24 077, nr. 96
7
het THC-gehalte en over de termijn waarop de uitslagen daarvan verwacht kunnen worden. De verkoop van cannabis wordt gedoogd maar de teelt niet. Daarop gelet, is het voor de overheid niet mogelijk, tijdens de teelt controle op de kwaliteit uit te oefenen. Er kan geen keurmerk voor een illegaal middel worden afgegeven. De Keuringsdienst van waren gaat trouwens niet over de Opiumwet. Er is een protocol voor de voorlichting bij het testen van drugs. Er wordt altijd gemeld dat het gebruik van illegale drugs risico’s heeft, ook als men ze vooraf laat testen. Er wordt op geen enkele manier de indruk gewekt dat de gezondheidsrisico’s van het gebruik van XTC, een harddrug, aanvaardbaar zijn. De meest recente onderzoeken wijzen uit dat het gebruik van XTC een permanente hersenbeschadiging kan veroorzaken. Dit is reden om hieraan in de algemene campagnes extra aandacht te besteden. Uit onderzoek is niet gebleken dat testen gebruiksbevorderend werkt. Veel jongeren gebruiken echter toch XTC, ondanks dat het een harddrug is en ondanks de gezondheidsrisico’s. De gebruiker heeft, na alle voorlichting en informatie, ten slotte een eigen verantwoordelijkheid. Het XTC-gebruik onder jongeren daalt overigens licht. Wellicht hebben alle inspanningen van de overheid terzake toch enig effect. De regering is geen voorstander van standaardtesten op lokatie. Het testen op lokatie gebeurt incidenteel en heeft twee grote voordelen, namelijk het verfijnen van de monitor en het snel kunnen reageren als er extra gevaarlijke stoffen op de markt komen. Het blijkt dat het testen op kantoor alleen niet voldoende is om een sluitend beeld van de markt te krijgen. Uitbreiding van de testlokaties is belangrijk voor de monitorfunctie. De regering is dus niet van plan het testen op lokatie te verbieden. Bij de ingang van de desbetreffende party wordt ontmoedigende voorlichting gegeven. Ook zuivere XTC is niet veilig. Overigens gaat de vergelijking met besmetting met de salmonellabacterie niet op. Men kan mensen die geheel argeloos een besmet toetje tot zich nemen dat niet verwijten. Niemand kan volhouden dat de risico’s van XTC niet bekend zijn. Overigens geldt ook voor het gebruik van alcohol en tabak dat men bekend is met de risico’s, maar er toch mee doorgaat. Het aantal doden als gevolg van het gebruik van alcohol en tabak is vele malen hoger dan dat als gevolg van drugsgebruik. Als het gebruik van drugs strafbaar wordt gesteld, worden gebruikers de illegaliteit ingedrukt. Dan zijn zij niet bereikbaar voor hulpverlening en voorlichting. Wellicht komt op die wijze ook de scheiding der markten in gevaar. Eigenlijk zou dit niet voor moeten komen, maar als mensen toch gebruiken, moeten zij wel bereikbaar blijven. De korting voor de gemeente Heerlen is een gevolg van de herverdeling van de specifieke uitkering, waar de Kamer overigens mee heeft ingestemd. Bij zo’n herverdeling zijn er winnaars en verliezers. Daarbij komt dat sommige gemeenten de financiering van tijdelijke projecten als structurele middelen zijn gaan beschouwen. In Heerlen wordt heel goed werk gedaan. De minister is bereid, om na te gaan of zij behulpzaam kan zijn bij het oplossen van de problemen aldaar. De uitkering is al met drie ton structureel verhoogd en er is eenmalig een bedrag van 2,5 mln gulden verstrekt om de gevolgen van de herverdeling te verzachten. Bij de nota van wijziging op de begroting is 40 mln gulden extra voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg beschikbaar gesteld. Hopelijk is er zelfs sprake van groei van het budget. De minister heeft de intentie, uit de wachtlijstmiddelen GGZ de bijdrage van 11 mln gulden voor de komende drie jaar voor het project «Hartslag» te financieren. Na de nadere besluitvorming in de ministerraad over de GGZ kan hierover duidelijkheid gegeven worden. In het vroege voorjaar zal de Hoge Raad uitspraak doen over paddo’s. Het is wel zo netjes om daarop te wachten. Het komt wel eens voor dat XTC-gebruikers IC-bedden bezetten die men
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 24 077, nr. 96
8
eigenlijk nodig heeft voor andere patiënten. Dat is buitengewoon jammer, maar in Nederland worden mensen niet voor slecht gedrag gestraft. Men probeert zo goed mogelijk met indicatiestellingen om te gaan. De schriftelijke vragen over de dodelijke slachtoffers van XTC-gebruik zullen de Kamer een dezer dagen bereiken. De Keuringsdienst van waren kijkt naar het aanbod in de smartshops. Als er stoffen worden aangetroffen die onder de Opiumwet vallen, waarschuwt men de politie. Het hebben van een gebruikersruimte geldt niet een als subsidievoorwaarde, ook niet bij de gemeente Amsterdam. In Amsterdam heeft het om zorginhoudelijke redenen de voorkeur om een gebruikersruimte aan te haken bij een instelling voor verslavingszorg. De minister is bereid, de gemeente alsnog te vragen, de afwijzing van de desbetreffende aanvraag nader toe te lichten. Op 25 februari wordt er in Brussel een wetenschappelijke conferentie gehouden op uitnodiging van de Belgische en Franse ministers van volksgezondheid. Hierbij zal worden ingegaan op de meest recente wetenschappelijke inzichten ten aanzien van cannabis. Het goede project «Gezonde school en genotmiddelen» moet structureel gefinancierd worden. De scholen mogen zelf blijven beslissen of zij eraan mee doen. Tot nu toe neemt 75% van de scholen hieraan deel, maar het Trimbos-instituut streeft naar een percentage van 90. Verplichting werkt vaak contraproductief, wel wordt deelname sterk aangemoedigd. De structurele financiering zal bij voorkeur via ZON lopen, omdat dit college expertise terzake heeft opgebouwd. Mocht ZON hier bezwaar tegen hebben, dan zal het ministerie dit voor zijn rekening nemen en het betreffende bedrag in mindering brengen op het budget van ZON. Nader onderzoek is vaak nodig om na te gaan of campagnes ter preventie effectief kunnen worden gemaakt en om te zien of de samenwerking verbeterd kan worden. Het is geen kwestie van steeds willen vergaderen, maar werkendeweg wordt getracht het beleid efficiënter te maken. Deze en volgende maand wordt per intramuraal motivatiecentrum besloten over de wijze van voortzetting. De minister van Justitie wijst erop dat op verschillende onderdelen van het beleid de lat hoger wordt gelegd. Na het verschijnen van de XTC-nota in mei jongstleden is er van alles in gang gezet. Er is een bedrag van 41 mln gulden extra ter beschikking gesteld. President Bush heeft het Congres inmiddels gemeld, zeer tevreden te zijn over de samenwerking met Nederland bij de bestrijding van XTC. Alle aandacht is erop gericht dat Nederland zijn slechte naam op dit terrein zo snel mogelijk kwijtraakt. Ook ten aanzien van de bestrijding van heroïne en cocaïne gebeurt er het nodige. Nieuwe smokkelmethoden worden tegengegaan, waardoor meer kilo’s heroïne en cocaïne in beslag worden genomen. Twee kernteams houden zich hiermee bezig. Verder wordt intensief samengewerkt met de Duitse collega’s om heroïne uit het Verre Oosten tegen te houden. Ten aanzien van de bestrijding van de aanvoer van cocaïne wordt goed samengewerkt met de Spaanse collega’s; 50% van deze drug komt via Spanje Europa binnen. Onlangs is er versterkte actie geweest op Schiphol gericht op bolletjesslikkers. Deze actie wordt voortgezet. Het gevolg hiervan is echter dat er een te groot beslag op de gevangeniscapaciteit wordt gelegd. De strafrechtelijke opvang van verslaafden is een van de middelen om recidive tegen te gaan. Dit punt ligt echter nogal moeilijk, vooral in de Eerste Kamer. Na de evaluatie, die zo vroeg mogelijk gehouden zal worden, zal bezien worden of de SOV kan worden uitgebreid. In 38 gevallen is SOV opgelegd: 12 in Rotterdam, 2 in Utrecht en 24 in Amsterdam. Over het algemeen wordt deze maatregel door de betrokkene aanvaard en dat is een gunstig voorteken.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 24 077, nr. 96
9
Bij brief van 11 december jl. heeft BZK aangegeven dat de plaatselijke autoriteiten het primaat hebben bij de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Justitie kan ervoor zorgen dat er zo nodig wordt ingegrepen. Hierover vindt overleg plaats in de lokale driehoek. Er is geen landelijk kader omdat het lokale bestuur dit het beste kan regelen. Het was inderdaad de bedoeling dat op de stedenconferentie het Nederlandse beleid zou worden uitgedragen. In alle landen die daar aanwezig waren, heeft men de neiging, het gebruik niet langer strafbaar te stellen. Het voorstel om daar in Nederland weer toe over te gaan, kan dan ook als «tegendraads» gekwalificeerd worden. Deze conferentie was zeer verhelderend. Achteraf is het te betreuren, dat de Kamerleden niet waren uitgenodigd. Sinds de start van het project in Venlo op 1 februari is er 277 kilo softdrugs met een waarde van 1 648 000 gulden in beslag genomen. Er zijn 71 panden doorzocht in het kader van het strafrechtelijk onderzoek. In 67 gevallen is gewaarschuwd dat bij een nieuwe overtreding sluiting zal volgen en 46 maal is daadwerkelijk tot sluiting overgegaan. Er zijn 19 extra belastingaanslagen opgelegd. Over de precieze omvang daarvan zal de Kamer nader geïnformeerd worden. Het is duidelijk dat het werk in Venlo ook zoden aan de dijk zet. Dit goede project dient dan ook te worden voortgezet. Hiervan gaat tevens een goede voorbeeldwerking uit. Vervolgens is het dan de vraag of er ook geld voor projecten in andere steden beschikbaar is. In het kader van de bespreking van de XTC-nota zal onder andere nader worden ingegaan op de USD. Er is zeer veel gaande op dit terrein. De bij motie gevraagde explicitering van het plan terzake zal de Kamer in februari aanstaande bereiken. In totaal moeten 180 mensen zich uitsluitend bezighouden met de bestrijding van XTC. De werving is gaande en voor de zomer moet alles in werking zijn. Het OM heeft advies ontvangen terzake van de uitvoering van de motie-Van der Staaij. Conform de toezegging komt er nog deze maand een brief naar de Kamer. Het rapport inzake de criminele antecedenten van coffeeshophouders was redelijk eenzijdig. In de thans lopende doorlichting van de coffeeshops zal aan dit aspect ook aandacht worden besteed. De verkoop van harddrugs is verboden. Indien deze drugs in een smartshop worden aangetroffen, volgt zeker sluiting plus strafrechtelijke vervolging. Zolang smartshops niet illegaal zijn, heeft het ministerie van Justitie er geen bemoeienis mee. De vragen over de eisen die aan vestiging en dergelijke moeten worden gesteld, zullen worden overgebracht aan de desbetreffende minister. De richtlijnen ten aanzien van supply reduction liggen vast in de Weense VN-conventies. De Kamer zal een brief krijgen over hoe de richtlijnen voor supply en demand reduction zich verhouden tot de door Nederland benadrukte harm reduction. In de EU wordt een aantal gezamenlijke acties uitgevoerd. Ook is er het EU-actieplan drugs. Europese samenwerking op het terrein van drugsbeleid houdt ook een risico in. Als de handel in internationaal verband strafbaar wordt gesteld, ontvalt de basis aan het Nederlandse coffeeshopbeleid. De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Van Lente De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie, Swildens-Rozendaal De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Teunissen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 24 077, nr. 96
10