Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Zitting 1977-1978
14 623
Nota Sectorraden Wetenschapsbeleid
Nr.7
AANVULLENDE ANTWOORDEN OP VRAGEN GESTELD TER VOORBEREIDING VAN EEN OPENBARE COMMISSIEVERGADERING Ontvangen 11 augustus 1978 70. Het aantal personen, met een universitaire of hogere beroepsopleiding, dat bij de onderscheiden departementen voor tenminste de helft van hun dagtaak is belast met de voorbereiding en uitvoering van wetenschapsen onderzoekbeleid kan als volgt worden geraamd (medio 1978): Toelichting Algemene Zaken
Geen rekening is gehouden met de activiteiten van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid Betreft coördinatie van vraagstukken in verband met internationale wetenschappelijke samenwerking voor zover van invloed op het buitenlands beleid (Directie Raad van Europa en Wetenschappelijke Samenwerking)
Buitenlandse Zaken
Ontwikkelingssamenwerking
Justitie
Binnenlandse zaken Financiën
Defensie
2 vel
21
Betreft technische hulp aan ontwikkelingslanden (Directie Internationale Technische Hulp van het Ministerie van Buitenlandse Zaken). Betreft hoofdzakelijk de leiding van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) Betreft Bureau Wetenschappelijk Onderzoek van de Directie Binnenlands Bestuur Verspreid over het gehele departement Geen rekening is gehouden met de activiteiten van het secretariaat van de Commissie voor de Ontwikkeling van de Beleidsanalyse (COBA) Betreft 5 personen ten departemente en 16 personen in de krijgsmachtdelen.
Tweede Kamer,zitting 1977-1978,14 623, nr.7
1
O n d e r w i j s en Wetenschappen 17
Wetenschapsbeleid
25
Volkshuisvesting en Ruimtelijke O r d e n i n g
14
Verkeer en Waterstaat Economische Zaken
9 15 37
L a n d b o u w en Visserij
20
Sociale Zaken
23
Cultuur, Recreatie en Maat- 22 schappelijk Werk Volksgezondheid en Milieuhygiëne
12
Betreft 14 personen in de H o o f d d i r e c t i e Onderzoekbeleid v a n het DG v o o r het Hoger O n d e r w i j s en Wetenschappelijk O n derzoek en 3 personen in de Directie Verzorgingsstructuur (Onderwijsresearch). Betreft de ambtelijke eenheid o n d e r de directeur-generaal v o o r Wetenschapsbeleid bij het Ministerie v a n O n d e r w i j s en W e t e n schappen. Betreft Centrale Directie v a n de Volkshuisvesting en Directie B o u w n i j v e r h e i d . Betreft Rijksplanologische Dienst. Verspreid over het gehele d e p a r t e m e n t . Betreft 26 personen in de Directie Research en Ontwikkeling van het DG v o o r Industrie en 11 in overige directies. Betreft 15 personen in de Directie Landb o u w k u n d i g Onderzoek e n 5 in o v e r i g e d i recties. Niet o p g e n o m e n is het secretariaat v a n de Nationale Raad v o o r L a n d b o u w k u n d i g Onderzoek (NRLO). Verspreid over de vier directoraten-generaal en de centrale afdeling FinancieelEconomische Zaken. Verspreid over de directoraten-generaal, de directie Bijstandszaken en de centrale directie Planning e n coördinatie, verspreid over beide directoraten-generaal en de centrale onderzoekcoördinatie-afdeling.
O p g e m e r k t dient te w o r d e n , dat onder de personen die d o o r de departem e n t e n zijn o p g e g e v e n er vele zijn, die naast h u n wetenschappelijke onderzoektaak ook zijn belast met taken v a n beleidsvoorbereidende en -uitvoerende aard. Indien de grens v o o r de telling niet bij halve dagtaak, maar bij voorbeeld bij een kwart dagtaak zou zijn gesteld, dan zou het aantal hiervoor gen o e m d e personen waarschijnlijk aanmerkelijk groter zijn. Voor w a t betreft de g e w e n s t e o n t w i k k e l i n g w o r d t bij een g r o o t aantal d e p a r t e m e n t e n een v e r r u i m i n g v a n het aanwezige potentieel noodzakelijk geacht. Ten opzichte van de huidige capaciteit bij de d e p a r t e m e n t e n (excl. Wetenschapsbeleid) van r o n d 200 personen valt over een periode van 5 a 10 jaar een t o e n e m i n g in de o r d e van g r o o t t e van één derde te v o o r z i e n . De relatief grootste uitbreiding w o r d e n bij de Departementen van Binnenlandse Zaken, Volkshuisvest i n g en Ruimtelijke O r d e n i n g , Economische Zaken, Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en Volksgezondheid en M i l i e u h y g i ë n e wenselijk geacht. Met betrekking tot de ambtelijke o n d e r s t e u n i n g v a n de Minister v o o r Wetenschapsbeleid w o r d t een uitbreiding v a n 25 t o t r u i m 50 personen voorzien. 72. De wijze w a a r o p bij de verschillende departementen de coördinatie van het onderzoekbeleid is gestructureerd v e r t o o n t nogal w a t verschillen. Derhalve kan niet m e t één algemeen a n t w o o r d w o r d e n volstaan en w o r d t hieronder per d e p a r t e m e n t een korte schets gegeven van de bestaande situatie en mogelijke v o o r g e n o m e n w i j z i g i n g e n daarin. Algemene Zaken Geen bijzonderheden.
Tweede K a m e r z i t t i n g 1977-1978, 14 623, nr. 7
2
Buitenlandse Zaken Gezien de omvang van het momenteel ten behoeve van het departement uitgevoerde onderzoek is het niet noodzakelijk gebleken een onderzoekcoördinator aan te stellen. Een aanstelling op korte termijn wordt evenmin overwogen. Ontwikkelingssamenwerking Bij het Directoraat-Generaal Internationale Samenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Internationale Technische Hulp, is thans in oprichting de Afdeling Onderwijs en Onderzoek, welke onder meer het onderzoeksbeleid in het kader van de Ontwikkelingssamenwerking alsmede de beleidsvoering, het beheer en de realisatie van het Researchprogramma tot werkterrein zal hebben. De functie van onderzoekcoördinator zal worden vervuld door het hoofd van bovengenoemde afdeling, in nauw overleg met de Raadadviseur/Chef van het Bureau Beleidsvoorbereiding van het Directoraat-Generaal Internationale Samenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Laatstgenoemde is belast met het voorzitterschap van de Voorlopige Sectorraad, de Raad van Advies voor het Wetenschappelijk 0 n derzoek in het kader van de Ontwikkelingssamenwerking (RAWOO). Justitie Als Algemeen Adviseur Wetenschappelijk Werk (AAWW) kan worden beschouwd als onderzoekcoördinator in de zin van de Nota Wetenschapsbeleid. Het ligt in de bedoeling deze functie samen te voegen met die van hoofd van het Wetenschappelijk en Documentatiecentrum (WODC), die in de toekomst zou moeten worden bijgestaan door een aantal adviseurs voor de verschillende onderzoekaspecten in het justitiële veld. Binnenlandse Zaken. Binnenlandse Zaken is voornemens een adviseur wetenschappelijk onderzoek aan te trekken voor de vervulling van de functie van onderzoekcoördinator. De desbetreffende functionaris zal o.m. het voorzitterschap vervullen van de Contact- en Adviesgroep Onderzoek Binnenlandse Zaken (CAOB), waarin t.b.v. de coördinatie van het onderzoekbeleid vrijwel alle beleids- en stafafdelingen zitting hebben. De CAOB komt thans maandelijks bijeen onder leiding van de plv. Secretaris-Generaal. Financiën Bij Financiën bestaat geen behoefte aan aanstelling van een onderzoekcoördinator, omdat zich tot op heden in de praktijk de noodzaak daartoe niet doet gevoelen. Defensie Bij het Departement van Defensie is reeds sinds 1970 een centrale departementale onderzoekcoördinator aangesteld, de Coördinator Wetenschappelijk Onderzoek Defensie (CWOD), die vanuit het centrale departementale apparaat de coördinatie verzorgt met de krijgsmachtdelen, in interdepartementaal verband (onder meer als lid van het IOW), en in internationaal verband. Onderwijs en Wetenschappen Het onderzoekbeleid ten aanzien van het vrije, funderende onderzoek in de universiteiten en hogescholen en in de para-universitaire instituten wordt ambtelijk voorbereid door de hoofddirectie onderzoekbeleid. De hoofddirec-
Tweede Kamer, zitting 1977-1978, 14 623, nr. 7
3
teur onderzoekbeleid van het Directoraat-Generaal voor het Hoger Onderwijs en het Wetenschappelijk Onderzoek vertegenwoordigt de minister in het IOW. Voor het overige verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 71. Voor zover het vrije sector van onderwijsresearch betreft, vindt coördinatie van onderzoek plaats door de Stichting voor Onderzoek van het onderwijs (SVO). Voor zover het de ministeriële opdrachten tot onderwijsresearch en de coördinatie van het beleid met betrekking tot onderzoek betreft, geschiedt dit in een geregeld overleg tussen de directie Verzorgingsstructuur (waaronder de onderwijsresearch ressorteert) en de directies Vernieuwingsprojecten van de directoraten-generaal voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting en bouwnijverheid De functie van onderzoekscoördinator voor de Centrale Directie van de Volkshuisvesting, de Rijksgebouwendienst en de Directie Bouwnijverheid, wordt vervuld door de Directeur Onderzoek van de Centrale Directie. Onder zijn verantwoordelijkheid ressorteert de coördinatie van onderzoeksgelden die vallen onder de begrotingsartikelen 11,12,13 en 29. Maandelijks vindt op directieniveau overleg plaats over het onderzoek. Ruimtelijke
ordening
Het ligt in de bedoeling de directie Sociale en Economische Ontwikkeling formeel te belasten met de onderzoekcoördinatie van de Rijks Planologische Dienst. Informeel wordt deze coördinatiefunctie overigens reeds door deze directeur vervuld. De directeur Sociale en Economische Ontwikkeling wordt hierin bijgestaan door het z.g. Onderzoekberaad dat door hem - of zover mogelijk door de directeur-generaal - wordt voorgezeten en dat verder bestaat uit vertegenwoordigers op directieniveau van de andere directies, de hoofden van de onderzoekafdelingen en enkele adviseurs. Verkeer en Waterstaat De taak, zoals in de Nota Wetenschapsbeleid omschreven, voor een centrale onderzoekcoördinator is bij Verkeer en Waterstaat opgesplitst per dienstonderdeel en valt voor het voornaamste deel toe aan dienstonderzoekcoördinatoren. Een centrale coördinator treedt intern coördinerend op en verzorgt de externe vertegenwoordigingen voor aangelegenheden die meerdere dienstonderdelen of het gehele ministerie betreffen. Economische Zaken De directie Research en Ontwikkeling van het DG-Industrie heefteen speciale verantwoordelijkheid voor de departementale coördinatie van het researchbeleid en de presentatie daarvan. Dit geschiedt door bilateraal overleg met de andere daarbij betrokken departementsonderdelen en in het kader van het Comité Coördinatie Researchbeleid, een werkgroep waarin alle relevante beleidsonderdelen zijn vertegenwoordigd. Landbouw en Visserij De algemeen directeur Landbouwkundig Onderzoek heeft tot taak zorg te dragen voor algemene planning en coördinatie van het onderzoek bij de 34 onder het Ministerie van Landbouw en Visserij ressorterende onderzoekinstellingen. Deze instellingen vallen in meerderheid onder de directie Landbouwkundig Onderzoek en zijn voor het overige over een aantal directies verdeeld. Een gezamenlijke besluitvorming over het te volgen beleid geschiedt door het College van Overleg inzake het Landbouwkundig Onderzoek, waaraan alle betrokken beleidsdirecties deelnemen.
Tweede Kamer, zitting 1977-1978,14 623, nr. 7
4
Sociale Zaken De functie van onderzoekcoördinator bestaat officieel niet op het departement van Sociale Zaken. Wel kan gesteld worden dat de coördinatie van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek in belangrijke mate is opgedragen aan de Directie Algemene Sociale Aangelegenheden van het Directoraat-Generaal Algemene Beleidsaangelegenheden. Deze directie is onder meer belast met het beheer van het begrotingsartikel voor beleidsonderbouwend sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Bij deze coördinatie zijn mede betrokken de directie Algemene Economische Aangelegenheden, alsmede de op specifieke beleidsterreinen gerichte beleidssectoren van Sociale Zaken, elk voor wat hun terrein betreft. Naast het hierboven besproken onderzoek wordt er op het beleidsterrein van het directoraat-generaal van de Arbeid technisch onderzoek uitgevoerd. De programmering van dit soort onderzoek en het beheer over de desbetreffende begrotingsartikelen zijn een verantwoordelijkheid van dit directoraatgeneraal. Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk Het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk kent tot op heden niet de functie van onderzoekcoördinator. Het beleid inzake het beleidsonderbouwend onderzoek wordt gecoördineerd door de Werkgroep Informatie Beleidsvoorbereiding (WIB), bestaande uit de hoofden van de stafafdelingen beleidsvoorbereiding van de drie directoraten-generaal, alsmede vertegenwoordigers van de directie Bijstandszaken en de centrale directie Planning en Coördinatie, onder voorzitterschap van de plv. Secretaris-Generaal. Een van de leden van de WIB, t.w. het hoofd van de stafafdeling beleidsvoorbereiding van het DG Natuurbehoud, Recreatia en Media, vertegenwoordigt CRM in het interdepartementaal overleg op het terrein van het wetenschapsbeleid. Hij wordt daarin bijgestaan door de WIB-werkgroep Wetenschapsbeleid, waarin eerdergenoemde stafafdelingen en directies zijn vertegenwoordigd. Volksgezondheid en Milieuhygiëne Bij het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne is zowel ten behoeve van het onderzoek op het gebied van de volksgezondheid als ten behoeve van het onderzoek op het gebied van de milieuhygiëne een afdeling met de voorbereiding, coördinatie en planning van onderzoekactiviteiten belast. Het Directoraat-Generaal voor de Volksgezondheid kent als onderdeel van het stafbureau Beleidsontwikkeling een afdeling Coördinatie Onderzoekbeleid; bij het Directoraat-Generaal voor de Milieuhygiëne is een afdeling onderzoek en ontwikkeling. De onderzoekscoördinatie op centraal niveau richt zich in nauw overleg met deze afdelingen op de meer algemene aspecten van het onderzoekbeleid, in het bijzonder met het oog op de organisatorische aspecten van het wetenschapsbeleid en de daarmee samenhangende departementale inbreng in besturen en overlegorganen van algemene aard; ook een aantal administratieveen financiële aspecten worden centraal beheerd. 92. Achtereenvolgens worden hieronder met betrekking tot de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek (NRLO), de Voorlopige Raad van Advies voor het Onderzoek betreffende de Gebouwde Omgeving (VRAOGO) en de Voorlopige Raad van Advies voor het Wetenschappelijk Onderzoek in het kader van de ontwikkelingssamenwerking (VRAWOO) gegevens vermeld met betrekking tot de personele en materiële kosten, de personele bezetting van het secretariaat en het aantal bij de werkzaamheden van deze raden betrokken personen.
Tweede Kamer, zitting 1977-1978,14 623, nr. 7
5
NRLO a. De personele kosten van het NRLO-secretariaat bedragen in 1978 ca. f 1,4 min. De materiële f 300 000. b. De personele bezetting medio 1978 is als volgt: 1 secretaris raad 4 secretarissen afdelingen (onderraden); w.v. 3 met een onderzoekpakket boven f 50 min. en 1 boven f 100 min. 2 onderzoekevaluatoren 1 planningsbegeleider 2 projectadministratie en publicaties 3 administratieve krachten c. Ruw geschat nemen een 500 personen deel aan het werk van de raad en de commissies. Het aantal manjaren valt moeilijk te schatten. Te vermelden valt dat, zie ook het antwoord op vraag 91, de NRLO voor in-en externe democratie een uitgebreide onderbouw heeft, maar dat deze systematische overlegstructuur een kleiner aantal commissies oplevert dan de bestaande situatie inhield. Het is dus niet zo dat er met sectorraden een bepaald aantal commissies is en zonder sectorraden niets. In hoofdstuk 5 van het Wetenschapsbudget 1979 zal in het kader van een beschouwing over het landbouwkundig onderzoek nader worden ingegaan op de ontwikkelingen met betrekking tot de NRLO. VRA-OGO a. De personele kosten van het secretariaat van de VRA-OGO bedragen in 1978 ca. f 230 000. Door de onderbrenging van het secretariaat bij het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zijn de materiële kosten niet zichtbaar, geschat wordt dat deze rond f 100 000 belopen. b. Het secretariaat bestaat op dit moment uit een secretaris en een adjunct-secretaris en één administratieve kracht. c. De VRA-OGO bestaat uit 15 leden, waarvan 1 lid-voorzitter en 3 ambtshalve leden. Het voorzitterschap is een parttime-functie, die 2 dagen per week vraagt. Op dit moment functioneren er nog geen (vaste) commissies onder de VRA-OGO. Dergelijke commissies zijn wel in voorbereiding. VRAWOO a. De personele kosten van het VRAWOO-secretariaat bedragen in 1978 ca. f 240 000, de materiële ca. f 110 000. b. Het secretariaat bestaat uit één secretaris en één administratieve kracht, bijgestaan door beleidsmedewerkers en administratieve medewer kers van de NUFFIC, waar het secretariaat is ondergebracht. c. De Raad bestaat uit 20 leden (exclusief de secretaris) en één waarnemend lid alsmede enkele plaatsvervangende leden. Er zijn nog geen aparte commissies ingesteld, wel worden er voorbesprekingen gehouden in de vorm van werkgroepjes-ad hoc. Zonder voorbereidings- en reistijd mee te rekenen worden aan de VRAWOO ongeveer 700 manuren per jaar besteed door de leden.
Tweede Kamer, zitting 1977-1978,14 623, nr. 7
6