Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1999–2000
26 930
Werkbezoek van een delegatie uit de algemene commissie voor Europese Zaken en de vaste commissie voor Justitie aan Athene (8–9 november 1999)
Nr. 1
VERSLAG VAN EEN DELEGATIEREIS Vastgesteld 23 november 1999 Een delegatie uit de algemene commissie voor Europese Zaken en de vaste commissie voor Justitie heeft op 8 en 9 november 1999 een werkbezoek gebracht aan Athene. Dit bezoek was tot stand gekomen op uitnodiging van de commissie voor Europese Zaken van het Grieks parlement. De delegatie bestond uit de leden Van Oven (PvdA), O.P.G. Vos (VVD) en Scheltema-de Nie (D66), en werd begeleid door de griffier van de algemene commissie voor Europese Zaken, Van Overbeeke. Tijdens het bezoek, dat in het teken stond van de Griekse aanvraag voor volledige deelname aan de Schengen Uitvoeringsovereenkomst, zijn gesprekken gevoerd met leden van de commissies voor Openbare Orde en Veiligheid en voor Europese Zaken van het Griekse parlement, met de Voorzitter van het parlement, met de minister voor Openbare Orde en Veiligheid en met de Secretaris-Generaal voor Europese Zaken. Tevens zijn bezoeken gebracht aan de internationale luchthaven van Athene en aan de haven van Piraeus. De delegatie is de Griekse collega’s dankbaar voor de gastvrije ontvangst en voor de geboden gelegenheid tot intensieve gedachtewisseling. Tevens dankt zij de Nederlandse ambassadeur in Athene, mr. P.R. Brouwer en ambassaderaad Overvloed voor de ondersteuning bij de voorbereiding en uitvoering van het programma. De delegatie brengt hierbij verslag uit van haar bevindingen. De voorzitter van de delegatie, Van Oven De griffier van de delegatie, Van Overbeeke
KST42311 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 1999
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 26 930, nr. 1
1
1. Achtergrond van het werkbezoek Eind 1999 zal in de JBZ-raad de besluitvorming plaatsvinden over de volledige deelname van Griekenland aan de Schengen Uitvoeringsovereenkomst. Deze besluitvorming vloeit voort uit een eerdere procedure, uit 1997, waarbij voor Griekenland in een gedeeltelijke inwerkingstelling van de Uitvoeringsovereenkomst (UO) werd voorzien. Met name Nederland had bij de besluitvorming hierover een kritische houding aangenomen. De Tweede Kamer heeft voor de volledige inwerkingstelling van de UO voor Griekenland als voorwaarde gesteld dat de controle op de buitengrenzen van Griekenland verbeterd zou moeten zijn. Op basis van een rapportage door een commissie van deskundigen zou vastgesteld moeten worden dat sprake is van een adequate controle aan de buitengrenzen voordat overgegaan kan worden tot volledige afschaffing van de binnengrenscontrole tussen Griekenland en de overige Schengenlanden. Inmiddels heeft deze commissie van deskundigen in oktober 1999 een onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken betreffende de uitvoering van de voorwaarden voor de volledige inwerking stelling van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst voor Griekenland: versterking van de buitengrenscontrole en aanpassing van de lucht- en zeehavens. Ten tijde van het delegatiebezoek was het rapport van de commissie van deskundigen nog niet beschikbaar. De delegatie baseert haar oordeel op de inhoud van de gesprekken met collega-parlementariers en regeringsvertegenwoordigers, en op de eigen indrukken die zijn opgedaan tijdens de bezoeken aan de internationale luchthaven van Athene en de haven van Piraeus. 2. Samenvatting van de gevoerde gesprekken
a. bijeenkomst met leden van de commissies voor Europese Zaken en voor Openbare Orde, Binnenlands Bestuur en Justitie van het Grieks Parlement De voorzitter van de commissie voor Europese Zaken, de heer Apostolides, had voor de bijeenkomst eveneens minister Chrisokoides van Openbare Orde en Veiligheid uitgenodigd. De heer Apostolides benadrukte dat door de Griekse regering inmiddels alle maatregelen zijn genomen om aan de tekorten die tijdens de vorige beoordeling waren geconstateerd, tegemoet te komen. Hij hoopte dat de delegatie tot dezelfde conclusie zou komen. De heer van Oven bracht als delegatieleider naar voren dat in het Nederlandse parlement in 1997 een uitvoerige discussie heeft plaatsgevonden over de toetreding van Griekenland tot de Schengen Uitvoeringsovereenkomst. Bij de komende besluitvorming, die naar verwachting eind dit jaar zal plaatsvinden, zal opnieuw kritisch gekeken worden naar de bevindingen van de commissie van deskundigen. Bij afschaffing van de binnengrenscontrole wordt de buitengrens van Griekenland immers ook de buitengrens van Nederland. Minister Chrisokoides schetste vervolgens de op dit moment gerealiseerde situatie en de inmiddels getroffen maatregelen voor verbetering van de controle van zee- en landgrenzen. Door de veelheid aan grenzen en haar geografische ligging staat Griekenland permanent bloot aan pogingen tot illegale immigratie. Met name de zeegrens met Turkije is lastig te controleren, maar ook de grens met Albanië staat onder druk. De minister benadrukte dat het bij de meeste illegale immigranten gaat om het vinden van werk in Griekenland zelf en niet om een doorreis naar
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 26 930, nr. 1
2
andere landen. Slechts 10% zou vanuit Griekenland willen doorreizen naar andere landen. Dit jaar zijn 1000 grenswachten toegevoegd aan de bewaking van de grens met Albanië Dit heeft de illegale immigratie sterk teruggedrongen. Per 1 januari 2000 worden nog eens 1050 toegevoegd voor bewaking van de landgrenzen. Tevens is overgegaan tot een grootschalige legalisatie van illegale werkers die reeds langere tijd in Griekenland verblijven. De problemen met criminaliteit betreffen niet zozeer de harde internationale criminaliteit – dat is eerder een probleem in Italië met de Albanese maffia – maar wel de drugssmokkel vanuit Albanië. Hiertegen moet vooral de versterkte controle aan de grens met Albanië uitkomst bieden. Het tegengaan van de internationale criminaliteit vereist een internationale aanpak waar Griekenland graag aan mee wil werken. De overeenkomst met Albanië voor politiesamenwerking voorziet ook in een terugzendrecht. Hiervan wordt goed gebruik gemaakt, en hetzelfde geldt voor de overeenkomsten met andere buurlanden. Zo heeft Albanië een lijst overhandigd met 900 ontsnapte gevangenen. Een groot probleem is nog de weigering van Turkije om een overeenkomst voor politiesamenwerking te sluiten inclusief een volledig terugzendrecht. De solidariteit met de bevolking van Turkije is sinds de aardbeving weliswaar verbeterd, maar op het politieke niveau is hiervan niet veel te merken. Zo claimt Turkije nog steeds enkele rotseilanden voor de kust. Griekenland staat op het standpunt dat Turkije aan dezelfde voorwaarden voor toetreding tot de EU moet voldoen als alle andere kandidaten. Op een vraag naar de controle bij de zeegrenzen antwoordde de heer Apostolides dat de commissie van deskundigen 9 zeehavens heeft bezocht en daarbij geconstateerd heeft dat hier een strikte controle plaatsvindt. Er is op dit punt veel geïnvesteerd in extra personeel en equipement. Uit de verdere discussies met andere leden van de commissies bleek dat niet alle partijen voorstander zijn van de toetreding van Griekenland tot Schengen. Tegenstanders van toetreding tot Schengen zijn voorts ook te vinden in andere partijen die wel formeel voorstander van toetreding zijn. Zij vrezen onder meer inbreuk op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer door centrale registratie van verdachte personen via het Schengen Informatie Systeem.
b. Gesprek met de Secretaris-Generaal voor Europese Zaken, de heer Perrakis De heer Perrakis zei in zijn welkomstwoord waardering te hebben voor de contacten met de Nederlandse regering, en ook het parlementaire contact erg op prijs te stellen. De heer Perrakis verwees naar de discussie die in het Grieks parlement is gevoerd over de wenselijkheid tot toetreding van Griekenland tot de Schengen Uitvoeringsovereenkomst. Zo was er angst bij linkse partijen dat onder de Schengen-regels personen zouden kunnen worden opgepakt vanwege communistische sympathieën Ook was er discussie over de wenselijkheid van de invoering van een identiteitskaart. Inmiddels is een grote meerderheid voorstander van toetreding. De regering heeft op dit moment als naast een spoedige toetreding tot de EMU als belangrijkste doelstelling een spoedige volledige participatie in van Griekenland in de Schengen-overeenkomst. Inmiddels is veel gedaan aan de verbetering van de grenssituatie, niet alleen op de vliegvelden maar ook aan de zee- en landgrenzen. De illegale binnenkomst via de zeegrens met Turkije wordt met behulp van de kustwacht zoveel mogelijk tegengegaan, maar hier wreekt zich het ontbreken van een overeenkomst met Turkije voor terugzending. Zonder
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 26 930, nr. 1
3
terugzendovereenkomsten met derde landen is het moeilijk om een samenhangend beleid te voeren. Op de vraag hoe wordt omgegaan met illegalen die via Turkije proberen binnen te komen – het betreft hier vooral Koerden uit Irak – antwoordde de heer Perrakis dat formele asielzoekers van de gebruikelijke procedure gebruik kunnen maken, en dat overigen zondermeer worden verwijderd. Informatie dat de commissie van deskundigen toegang tot de haven van Herclion was geweigerd repliceerde de secretaris-generaal met de stellingname dat de commissie in haar programma een bezoek aan Oost-Kreta had opgenomen, en op het laatste moment ook Heraclion wilde bezoeken. Dit paste niet in de eerdere afspraken. Overigens zijn wel 9 andere havens bezocht, en kan het totaaloordeel niet afhangen van dit ene bezoek.
c. Gesprek met de heer Kaklamanis, Voorzitter van het Grieks parlement De Voorzitter zei het bezoek van de delegatie erg op prijs te stellen en hoopte dat dit zou leiden tot nauwere samenwerking tussen de beide parlementen. Met betrekking tot de volledige toetreding tot de Schengen-overeenkomst merkte de Voorzitter op dat de noodzakelijke technische aanpassingen inmiddels zijn aangebracht, en dat nu nog een politiek besluit nodig is. Voorts ging hij nog nader in op de relatie met Turkije. Hij wees erop dat Turkije Griekenland in het verleden heeft gedwongen tot hoge defensieuitgaven: 7% van het BNP wordt hieraan besteed. Hierdoor kan Griekenland moeilijk voldoen aan de criteria die zijn gesteld voor de toetreding tot de EMU. Ook op het punt van de samenwerking bij de terugzending van illegalen valt met Turkije niet te onderhandelen. Dit belemmert een adequaat beleid ter bescherming van de zeegrens met Turkije. Op voorstellen van Griekse zijde, onder andere door de Voorzitter zelf, voor gezamenlijke initiatieven, bijvoorbeeld op het punt van drugsbestrijding, wordt van Turkse zijde niet gereageerd. 3. Bezoek aan luchthaven en zeehaven De delegatie is haar werkbezoek begonnen met een bezoek aan de internationale luchthaven van Athene. Hier is gesproken met de luchthavenautoriteiten en zijn de verschillende aankomstpunten van internationale vluchten en de daarbij behorende grensafhandeling bezocht. In maart 2001 wordt een nieuwe internationale luchthaven geopend. De nieuwe luchthaven zal naar verluidt geheel aan de Schengen-vereisten voldoen, maar inmiddels zijn ook in de bestaande luchthaven aanpassingen ten behoeve van Schengen aangebracht. De luchthaven verwerkt nu 11 miljoen passagiers per jaar, waarvan 4 miljoen in het kader van binnenlandse vluchten. De afhandeling van de paspoortcontrole wordt verzorgd door de politie. In totaal werken 200 politieambtenaren aan de afhandeling van de paspoortcontrole, met behulp van 31 pc-terminals die zijn verbonden met het ministerie van Binnenlandse Zaken, en aangesloten zijn op het (Schengen Informatie Systeem). In 1999 is aan 2200 vreemdelingen de toegang geweigerd en zijn 500 reizigers met valse paspoorten aangehouden. De binnenkomende reizigers worden via aparte loketten gescheiden op grond van het al of niet onderdaan zijn van een EU-lidstaat. Wat betreft de aantallen asielzoekers die zich hebben gemeld wordt onderscheid gemaakt tussen asielzoekers in het kader van de Dublinconventie (46 sinds juni 1999) en asielzoekers die zich voor het eerst melden (12 sinds juni 1999). De asielzoekers die op basis van de Dublin-overeenkomst geregistreerd
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 26 930, nr. 1
4
worden, worden met een beperkte verblijfsvergunning vrijgelaten, na afhandeling van de vereiste documenten. Zij moeten een uiteindelijke beslissing verder afwachten. De andere asielzoekers worden in een aparte ruimte op de luchthaven vastgezet voor de duur van de beslissing, die ten hoogste 1 maand duurt. Daarna wordt de asielzoeker ofwel met een beperkte verblijfsvergunning toegelaten ofwel, bij niet-erkenning, zo mogelijk gerepatrieerd. Op de belangrijkste 5 andere internationale vliegvelden worden de EU-onderdanen gescheiden van andere nationaliteiten. Bij de andere vliegvelden wordt nog gewerkt aan het aanbrengen van een scheiding. Gesteld werd dat, mocht eind 1999 een positief besluit genomen worden voor de volledige toetreding van Griekenland tot Schengen, de luchthavens met het begin van het toeristenseizoen (eind maart 2000) gereed zullen zijn voor een gescheiden afhandeling conform de Schengencriteria. Uit het bezoek aan de locaties voor afhandeling van de binnengekomen passagiers bleek dat inderdaad een onderscheid gemaakt wordt tussen al of niet EU-onderdanen. Voor de Schengen-afhandeling is echter van belang of vluchten uit Schengen-landen gescheiden van andere internationale vluchten kunnen worden afgehandeld. Hiervoor zijn de voorzieningen zichtbaar aangebracht. Of hierbij sprake is van een volledig sluitend systeem kon niet worden vastgesteld. De eerste scheiding bij aankomst wordt slechts gecontroleerd door de dienstdoende politieagent. Op het ministerie van Koopvaardij is gesproken met het hoofd van de Havenautoriteiten van Piraeus. Daarna is een bezoek gebracht aan de terminal waar binnenkomende internationale veerboten worden afgehandeld. Bij het ministerie berust de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de controle bij de zeehavens en de zeegrens, met inbegrip van de controle op illegale binnenkomst. De controle aan de zeegrens met Turkije maar ook aan de zeegrens met Albanie is een ernstig probleem. Met de versterking van het materieel middels extra vaartuigen, vliegtuigen en helikopters is de illegale immigratie evenwel afgenomen. Uit overgelegde gegevens blijkt dat het aantal opgepakte illegale immigranten van 4545 in 1997 is afgenomen tot 3657 in 1998 en tot 1104 in 1999. Het aantal gearresteerde vervoerders is opgelopen van 49 in 1997 tot 80 in 1998 en 88 in 1999. Met de veelheid aan eilanden is een sluitende controle echter onmogelijk, ondanks de permanente, ook nachtelijke controles. De 200 beschikbare patrouilleboten zijn verdeeld over verschillende regio’s die onder gezag staan van de lokale havenautoriteiten. De centrale coördinatie vindt plaats vanuit het ministerie voor Koopvaardij, waar een controlekamer is ingericht die contacten onderhoudt met de verschillende regionale steunpunten. Vanaf begin 2000 worden extra vliegtuigen, schepen en helikopters ingezet. In de havens waar internationale passagiersschepen aanmeren zijn naar verluidt interventies gemaakt voor scheiding tussen schepen met een Schengen en een niet-Schengen herkomst. Met name in havens die dichtbij Turkije zijn gelegen is de controle streng. De zeeverbinding met Albanië wordt eveneens streng gecontroleerd met verschillende patrouilleboten.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 26 930, nr. 1
5
In de haven van Piraeus is de aangebrachte scheiding bekeken, maar deze functioneert nog niet aangezien hier alleen schepen met herkomst Cyprus aanmeren. 4. Bevindingen en conclusies Een bezoek van twee dagen is uiteraard tekort om een oordeel te kunnen uitspreken over de deugdelijkheid van de aanpassingen die bij de internationale luchthavens en zeehavens zijn aangebracht. Hiervoor is dan ook de commissie van deskundigen samengesteld, die haar werkzaamheden inmiddels heeft afgerond. De conclusies uit het rapport van de commissie worden dan ook met belangstelling afgewacht. Wel meent de delegatie een aantal conclusies te kunnen geven: –
–
–
–
–
–
de Griekse regering heeft in de afgelopen periode veel geïnvesteerd in personeel en materieel om de grenscontrole aan de land- en zeegrenzen te verbeteren. hieruit blijkt dat een serieuze inspanning wordt gedaan om aan de Schengen-criteria te kunnen voldoen; in de verschillende gesprekken is de wens om zo snel mogelijk volledig toe te kunnen treden tot de Schengen Uitvoeringsovereenkomst bevestigd. de inspanningen zijn primair gericht op het voorkomen van illegale immigratie, en in mindere mate op het tot stand brengen van een vrij personenverkeer met Schengen-landen. De scheiding op de luchthaven van Athene is in dit opzicht niet waterdicht. de controle aan de landgrenzen met Albanië en Bulgarije lijkt goed georganiseerd en effectief; de geografische omstandigheden maken een sluitende controle aan de oostelijke zeegrens echter vrijwel niet mogelijk. in alle gesprekken is het ontbreken van een terugzendregeling met Turkije als belangrijk knelpunt genoemd. De praktijk is dat illegalen zonder pardon worden verwijderd en dat mensensmokkelaars worden opgepakt en berecht. de illegale immigranten vanuit Albanië zijn kennelijk voor namelijk op zoek naar werk in Griekenland. De Griekse economie maakt hier dankbaar gebruik van. Inmiddels is overgegaan tot grootschalige legalisatie.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 26 930, nr. 1
6
Programma van het werkbezoek: Zondag 7 november: 19.15 uur:
aankomst Athene aansluitend briefing op de ambassade
Maandag 8 november: 09.30 uur:
aankomst Internationale Luchthaven Athene gesprek met luchthavenautoriteiten; rondleiding
12.15 uur:
aankomst haven Piraeus gesprek op ministerie van Koopvaardij en met de havenautoriteiten; rondleiding
13.45 uur:
lunch met de gesprekspartners
18.30 uur:
gesprek met de commissies voor Europese Zaken en voor Openbare Orde, Publiek Bestuur en Justitie van het Grieks parlement
21.00 uur:
diner aangeboden door de voorzitter van de commissie voor Europese Zaken
Dinsdag 9 november: 10.00 uur:
gesprek met de secretaris-generaal voor Europese Zaken, de heer Perrakis
11.00 uur:
ontmoeting met de Voorzitter van het Grieks parlement, de heer Kaklamanis
12.30 uur:
lunch bij de ambassadeur
17.25 uur:
vertrek Athene
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 26 930, nr. 1
7