Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2005–2006
29 515
Kabinetsplan aanpak administratieve lasten
Nr. 130
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 1 maart 2006 In de voortgangsrapportage over vermindering van administratieve lasten voor het bedrijfsleven die de Minister van Financiën op 3 oktober 2005 aan uw Kamer zond (Kamerstukken II 2005/06, 29 515, nr. 94), is aangegeven dat in het eerste kwartaal van 2006 uitsluitsel gegeven zou worden over de planning van de realisatie van het voorstel voor samenval van vennootschappelijke jaarrekening en jaarrekening op fiscale grondslag voor kleine rechtspersonen. Deze brief strekt daartoe. Daarnaast maak ik van de gelegenheid gebruik om uw Kamer in te lichten over de stand van zaken van het Nederlandse Taxonomie Project (NTP), dat op initiatief en onder verantwoordelijkheid van de Ministeries van Justitie en van Financiën, de invoering van XBRL (eXtensible Business Reporting Language) in onder meer het jaarrekeningrecht faciliteert, en van enkele aanpalende activiteiten. 1. Samenval van de jaarrekening op commerciële en fiscale grondslag Vennootschappen maken op dit moment in de meeste gevallen twee verschillende jaarrekeningen op. Er wordt een vennootschappelijke (ook wel: commerciële) jaarrekening opgesteld op grond van Titel 9, Boek 2 BW. De vennootschappelijke jaarrekening dient in beginsel binnen 13 maanden na het einde van het boekjaar te worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en dient voor verantwoording aan handelspartners, aandeelhouders, kredietverstrekkers en andere belanghebbenden. Daarnaast wordt de fiscale jaarrekening verstrekt aan de Belastingdienst in de vorm van de verplichte elektronische aangifte vennootschapsbelasting op grond van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.1
In de praktijk worden de jaarrekeningen in de meeste gevallen voor de onderneming opgesteld door een accountant of belastingconsulent.
De verschillen tussen deze vennootschappelijke en de fiscale jaarrekening vloeien voort uit de gehanteerde waarderingsgrondslagen. Zo wordt voor de vennootschappelijke jaarrekening in het algemeen uitgegaan van de actuele waarde van de activa van de onderneming, terwijl als
KST95264 0506tkkst29515-130 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2006
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 515, nr. 130
1
1
waarderingsgrondslag voor de fiscale winstaangifte de historische kostprijs van de activa wordt gehanteerd. Voor kleine vennootschappen1 stelt het BW echter niet verplicht dat de activa in de jaarrekening op actuele waarde worden gewaardeerd. Het BW biedt voor deze vennootschappen – in het verlengde van de Europese richtlijnen die aan deze regels ten grondslag liggen – evenzeer ruimte voor een waardering op grond van historische kostprijs. In het licht van het streven de administratieve lasten voor de ondernemer te verlagen is daarom als voorstel geformuleerd dat kleine en economisch niet-actieve vennootschappen bij het opstellen van hun commerciële jaarrekening voortaan volstaan met waardering van hun activa op basis van historische kostprijs. Concreet betekent dit dat zij bij het opstellen van de vennootschappelijke jaarrekening gebruik kunnen maken van informatie die veelal al voorhanden is met het oog op het doen van aangifte bij de Belastingdienst voor de vennootschapsbelasting. De aldus verzamelde jaarrekeninggegevens moeten vervolgens ten behoeve van het deponeren van de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel worden aangevuld met een beperkt aantal voor de vennootschappelijke jaarrekening verplichte elementen. Het gaat daarbij om een toelichting op de toegepaste waarderingsgrondslag, een toelichting op de bestemming van de behaalde winst, aantal werknemers en een ondertekening door een bevoegde bestuurder. Voorts bestaan nog enige inhoudelijke verschilpunten tussen de vennootschappelijke en de fiscale waarderingsgrondslagen. Deze verschillen vloeien voort uit de uitwerking van de commerciële grondslagen in de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) voor MKB-ondernemingen. Op dit moment wordt in een werkgroep waarin naast de Ministeries van Justitie en van Financiën, onder meer MKB Nederland, Nivra, Novaa en enkele accountantskantoren participeren, een analyse gemaakt van deze verschillen. Het lijkt erop dat het voor het merendeel verschillen betreft waarbij de RJ-richtlijnen voor de commerciële jaarrekening ruimer zijn dan of overlappen met de fiscale beginselen. Dat biedt dus de ruimte voor het toepassen van de fiscale beginselen voor de commerciële jaarrekening. Er resteert echter nog een tiental inhoudelijke verschilpunten waarbij geen sprake is van overlap. De werkgroep zal voorstellen doen om deze verschillen weg te nemen. Omdat deze harmonisatieslag mede bijdraagt aan de vervolmaking van de XBRL-taxonomie die door het NTP wordt gerealiseerd (zie paragraaf 2), is de werkgroep bij het NTP ondergebracht. Voor zover de MKB-ondernemer wil volstaan met het deponeren van een verkorte balans moeten de fiscale gegevens nog worden geclusterd tot het beperkte aantal posten dat op de verkorte balans zichtbaar is. Indien de ondernemer of zijn intermediair werkt met een pakket dat door XBRL ondersteund wordt, is er echter in voorzien dat dit nagenoeg automatisch gebeurt.
1
Onder kleine vennootschappen worden verstaan de vennootschappen waarvan op twee voorgaande en twee opeenvolgende balansdata twee van de drie parameters nettoomzet, balanstotaal en aantal werknemers blijven onder de daarvoor in artikel 2:396 BW genoemde grenswaarden.
Naar de huidige stand van zaken is de administratieve lastenverlichting die voortvloeit uit het gebruik van op fiscale grondslag gewaardeerde gegevens voor de vennootschappelijke jaarrekening in de boeken opgenomen voor 2006. Geconstateerd kan echter worden dat de toepassing van XBRL een omgeving schept waarbij deze samenval pas echt goed functioneert. Voorts zijn nog technische maatregelen nodig voor operationalisering van de maatregel, met name om het berichtenverkeer tussen ondernemer, KvK en Belastingdienst te ondersteunen. Hierop wordt in paragraaf 2 van deze brief nader ingegaan. Tot slot is in december in Brussel een wijziging van de vierde en zevende richtlijn vennootschapsrecht aangenomen, waarin een verhoging van de
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 515, nr. 130
2
grenswaarden in het jaarrekeningrecht met 20% is opgenomen. Deze verhoging kan door middel van een amvb nog in 2006 worden geïmplementeerd. Dit leidt onder meer tot een verschuiving van het aantal ondernemingen in de categorie middelgroot naar de categorie klein, waardoor het aantal ondernemingen dat kan profiteren van de samenvalmogelijkheid, groter wordt. Deze drie factoren zijn van invloed op het totaal reductiepotentieel van de verschillende maatregelen in het domein van het jaarrekeningrecht en op de planning van de realisatie daarvan. In paragraaf 3 zijn de planning en reductiecijfers uitgewerkt. 2. Stand van zaken van het Nederlandse Taxonomie Project
a. XBRL-taxonomie Het NTP is in 2004 in nauwe samenwerking met de accountants- en softwarebranche gestart met ontwikkeling van de Nederlandse XBRLtaxonomie. Deze taxonomie is een gegevenswoordenboek waarin alle gegevens uit de belangrijkste financiële verantwoordingsketens (jaarrekening-, fiscaal en statistiekdomein) en hun onderlinge samenhang zijn vastgelegd. Bij het opstellen van de taxonomie is ernaar gestreefd de gegevenselementen uit de verschillende domeinen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen en dubbelingen weg te halen. Dat levert een aanzienlijke harmonisatie en vereenvoudiging op zonder dat daarvoor aanpassingen in wet- en regelgeving nodig zijn. Doordat de overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor uitvoering van en toezicht op de desbetreffende wetgeving direct betrokken zijn bij de bouw van de taxonomie, is deze taxonomie gezaghebbend. Dat betekent dat gebruikers van de taxonomie ervan kunnen uitgaan van de volledigheid en juistheid van deze gegevensset in het licht van de onderliggende wetgeving. Door middel van het inlezen van de taxonomie in software die geschikt is gemaakt voor XBRL, wordt het verzamelen van gegevens voor en het verstrekken van financiële rapportages aan zowel overheid als derden sterk vereenvoudigd. Dat leidt tot kostenbesparingen bij ondernemer en intermediair. In juni 2005 heeft het NTP de eerste testversie van de Nederlandse XBRLtaxonomie opgeleverd. Verschillende samenwerkingsverbanden van softwareleveranciers en gebruikers hebben de taxonomie de afgelopen maanden intensief getest in reële praktijkcasus en -situaties. Dit betrof niet alleen gegevensverzameling enuitwisseling tussen ondernemingen en overheid (KvK, Belastingdienst en CBS), maar ook tussen ondernemingen en banken in het kader van kredietverlening, en tussen instellingen en overheid (bijvoorbeeld tussen het Ministerie van OCW en onderwijsinstellingen in verband met verantwoording over de bekostiging). Deze testen hebben geleid tot verbeteringen en verdergaande stroomlijning van de taxonomie. De komende maanden wordt de taxonomie nog verder vervolmaakt, zodat in april 2006 de eerste definitieve versie kan worden opgeleverd. Deze versie zal door leveranciers van financiële software in hun pakketten worden verwerkt en daarmee daadwerkelijk in 2006 beschikbaar zijn voor gebruik door ondernemers en intermediairs voor de financiële rapportages over het boekjaar 2005. Toonaangevende softwareleveranciers hebben al aangegeven dit zonder meerkosten voor hun licentiehouders te zullen doen. Overigens zal de taxonomie vrij zijn van auteursrechten. Dat maakt dat aanvullingen en wijzingen van de taxonomie ten behoeve van het actualiseren van de eigen software in de toekomst kosteloos te downloaden zijn via het Internet. Hiervoor zijn nu al werkende applicaties beschikbaar.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 515, nr. 130
3
b. Infrastructuur Om de geraamde administratievelastenverlichting te kunnen realiseren is niet alleen nodig dat ondernemers en hun intermediairs bij het verzamelen van gegevens en het genereren van rapportages gebruik maken van de XBRL-taxonomie, maar ook dat de gegevens in XBRL-formaat gemakkelijk verzonden kunnen worden en aan overheidszijde daadwerkelijk ontvangen en verwerkt worden. Aan de begroting van het Ministerie van Justitie is voor 2006 € 5 mln. toegevoegd om infrastructurele voorzieningen die daarvoor nodig zijn te realiseren. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de Ministeries van BZK en EZ, die verantwoordelijk zijn voor de generieke infrastructurele voorzieningen in het kader van de Elektronische overheid. Naar aanleiding van de goede ervaringen die in het NTP zijn opgedaan met samenwerking met marktpartijen bij het realiseren van de taxonomie en naar aanleiding van signalen uit de markt over de bereidheid en wens om bij te dragen aan realisering van de infrastructuur, is het NTP verbreed met een project Procesinfrastructuur. Dit project voorziet erin dat marktpartijen (accountantsorganisaties, softwarebedrijven) gezamenlijk voorzieningen inrichten voor het aanleveren en doorzenden van gegevens aan de overheid in XBRLformaat. Zij realiseren als serviceproviders als het ware herkenbare «loketten op maat» voor ondernemers en hun intermediairs. Via die loketten komt de informatie met gebruikmaking van generieke voorzieningen zoals de Overheidstransactiepoort (de centrale postbus voor berichtenverkeer) en DigiD voor identificatie en authenticatie, binnen bij de desbetreffende uitvragende overheidspartij. Door de gezamenlijke keuze voor een open standaard voor inrichting van het proces – naast de al eerder gemaakte keuze voor de open gegevensstandaard XBRL – wordt aansluiting tussen de loketten aan ondernemerszijde en de centrale postbus aan overheidszijde gewaarborgd. De samenwerking tussen overheid en marktpartijen bij het realiseren van de infrastructuur voor XBRL-gegevensverkeer is met name van groot belang omdat de overheid de informatie-uitwisseling van financiële verantwoordingsinformatie in XBRL-formaat niet verplicht zal stellen. Een gezamenlijk door ondernemers en overheidspartijen gedragen procesinfrastructuur, afgestemd op de wederzijdse bedrijfsprocessen, schept waarborgen voor een daadwerkelijk grootschalig gebruik ervan, en daarmee ook van de generieke voorzieningen aan overheidszijde. Op dit moment werken circa 30 marktpartijen mee aan uitwerking van de procesinfrastructuur. Daaronder zijn enkele grote (ketens van) accountantskantoren zoals KMPG, PriceWaterhouseCoopers, Deloitte, GIBO-groep en ABAB, en serviceorganisaties van accountants en -belastingadviseurs zoals SRA en NOAB. Tezamen bedienen deze organisaties enige honderdduizenden ondernemingen. Voorts neemt een groot aantal softwareleveranciers deel. Begin februari is de eerste fase van het project Procesinfrastructuur afgerond met concrete voorstellen voor keuze van de processtandaard, de technische inrichting van de faciliteiten en juridische vormgeving. In de volgende fase komt het dan aan op daadwerkelijke realisering van de procesinfrastructuur door de deelnemende marktpartijen. Met de Gemeenschappelijke Beheerorganistie Overheid (GBO) die ressorteert onder de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken, zijn afspraken gemaakt over realisering van de genoemde generieke voorzieningen aan overheidszijde. Deze zullen voor het XBRL-berichtenverkeer in juli 2006 operationeel zijn. De uitvragende partijen (Kamers van Koophandel, Belastingdienst en CBS) treffen parallel hieraan de nodige voorzieningen zodat zij op dat moment
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 515, nr. 130
4
ook in staat te zijn om gegevens in XBRL-formaat te ontvangen en verwerken. In 2006 kan dan een start worden gemaakt met uitwisseling van gegevens in XBRL-formaat, ter voorbereiding op grootschalig gebruik van XBRL en de bijbehorende infrastructuur vanaf 2007. Overigens zullen in de infrastructuur ook technische voorzieningen worden getroffen om de samenval van fiscale en vennootschappelijke jaarrekening te faciliteren. In de praktijk wordt in dit verband al gesproken van een «vinkje» in de fiscale winstaangifte waarmee kan worden aangeduid dat de cijfers tevens gedeponeerd kunnen worden als vennootschappelijke jaarrekening. 3. Bijgestelde raming en planning Zoals in paragraaf 1 al werd aangegeven, leidt aanneming van het voorstel voor verhoging van de grensbedragen in het jaarrekeningrecht met 20% tot wijzigingen in de tot nu toe voor de maatregelen in het domein van het jaarrekeningrecht geraamde AL-reducties. De maatregel heeft een verschuiving tot gevolg binnen de drie categorieën ondernemingen die het jaarrekeningrecht kent. Het aantal grote ondernemingen neemt met 13,6% af (van 2560 tot 2212), het aantal middelgrote met 12,8% (van 7690 tot 6706) en het aantal kleine ondernemingen neemt toe met 0,55% (van 246 000 tot 247 332)1. Op basis van de in de nulmeting gehanteerde tarieven en aantallen bedrijven leidt dit tot een besparing van € 70 mln. Implementatie van de verhoging van de grenswaarden kan, als gezegd, bij amvb geschieden. Deze amvb zal op korte termijn in procedure worden gebracht, zodat de nieuwe grensbedragen over het boekjaar 2006 gehanteerd kunnen worden en de besparing dus ook vanaf 2006 gerealiseerd wordt. Aanvankelijk was een eventuele verhoging van de grensbedragen voor een bedrag van € 86 mln in de ramingen opgenomen, uitgaande van een verhoging van 25% vanaf 2007. Er treedt hier dus een besparingsverlies op, dat echter deels gecompenseerd wordt door het feit dat de maatregel al een jaar eerder gerealiseerd kan worden. Voorts zal de maatregel naar verwachting positieve effecten zal hebben op de andere maatregelen in het jaarrekeningrecht. Door de verhoging van de grensbedragen kunnen immers meer kleine ondernemingen van XBRL en het voorstel voor samenval van fiscale en vennootschappelijke jaarrekening profiteren. De realisering van het samenvalvoorstel was in het voorjaar van 2005 voorzien vanaf 2006. Gezien de in paragraaf 1 al beschreven samenhang met XBRL en de voorzieningen die nog nodig zijn voor implementatie ervan, wordt de realisering doorgeschoven naar 2007. De wijzigingen die dit alles oplevert in de geraamde reducties worden op dit moment nog uitgewerkt. In een van de volgende voortgangsrapportages over de administratieve lastenverlichting zal het definitieve cijferbeeld op het terrein van het jaarrekeningrecht worden opgenomen. 4. Waarborgen voor daadwerkelijke realisering van de lastenverlichting
1
In de nulmeting is uitgegaan van de aantallen bedrijven per 31 december 2002.
Gebruik van XBRL in de financiële verantwoordingsketen leidt als gezegd tot aanzienlijke kostenbesparingen. Het zijn juist de kosten voor het inschakelen van accountant of belastingconsulent bij het voldoen aan jaarrekeningen aangifteverplichtingen die de adminstratieve lasten van deze wetgevingscomplexen bepalen. Naar schatting meer dan 90% van de ondernemers maakt gebruik van de diensten van zo’n intermediair bij het voldoen aan deze verplichtingen. Essentieel voor het realiseren van de
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 515, nr. 130
5
administratieve lastenverlichting is dan ook dat deze tussenpersonen hun efficiencywinst door het gebruik van XBRL doorgeven aan de klant, in de vorm van lagere rekeningen voor geleverde diensten. Anderzijds moeten alle betrokken marktpartijen ervan op aan kunnen dat de overheid zowel het technisch als inhoudelijk beheer van de taxonomie als van de generieke infrastructuur voor gegevensuitwisseling waarborgt. Door de actieve betrokkenheid van marktpartijen bij het NTP, zowel bij de ontwikkeling van de taxonomie als bij het realiseren van de procesinfrastructuur, wordt al draagvlak gecreëerd voor daadwerkelijke realisering van de lastenverlichting. Dit voorjaar zal dit draagvlak echter geëxpliciteerd worden in een convenant tussen overheid (in de persoon van de Ministers van Justitie en van Financiën en de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties) en alle betrokken marktpartijen, waarbij de wederzijdse verplichtingen worden vastgelegd. Voor de overheid betekent dit dat zij zich verplicht tot beheer en onderhoud van de taxonomie en de infrastructuurvoorzieningen aan overheidszijde. Voor betrokken marktpartijen betekent dit dat zij op zich nemen om hun deel van de procesinfrastructuur te realiseren en exploiteren en de kostenbesparingen daadwerkelijk door te geven aan hun klanten. Op dit moment wordt de bereidheid tot het ondertekenen van zo’n convenant bij alle betrokken partijen gepeild. De reacties daarop zijn positief. 5. Internationale ontwikkelingen XBRL is een open standaard die door de markt, waaronder enkele van de grootste internationale accountantsorganisaties, is ontwikkeld, in het verlengde van de totstandkoming van internationale regels voor financiële rapportages, de International Financial Reporting Standards (IFRS). In veel landen zijn en worden door het bedrijfsleven al XBRL-taxonomieën ontwikkeld op basis van nationale en internationale rapportageregels. Nederland is echter het eerste land waar de centrale overheid verantwoordelijkheid heeft genomen om in samenwerking met het bedrijfsleven een gezaghebbende taxonomie tot stand te brengen. Het grote voordeel hiervan is dat alle gebruikers de zekerheid hebben dat zij de juiste gegevens gebruiken in de juiste context. Dat is een belangrijke randvoorwaarde voor het echt realiseren van de beoogde vereenvoudiging en lastenverlichting voor het bedrijfsleven. Een ander positief effect is de efficiencyverbetering die gebruik van één gegevensstandaard bij de uitvoerende overheidsinstanties oplevert. De Nederlandse aanpak om grootschalig gebruik van XBRL te faciliteren en stimuleren en zo administratieve lastenverlichting voor het bedrijfsleven te bereiken wordt in internationaal verband dan ook zeer gewaardeerd. De Amerikaanse, Australische, Belgische, Deense, Engelse, Japanse, Nieuwzeelandse, Spaanse en Zweedse overheid hebben inmiddels interesse getoond in de Nederlandse aanpak. In Australië, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten zijn inmiddels op gelijke leest geschoeide projecten in voorbereiding. Delen van de Nederlandse taxonomie zijn overigens – nu daaraan internationale regels ten grondslag liggen – direct te gebruiken in deze landen. Het voornemen bestaat om de Nederlandse aanpak ook in de OESO voor het voetlicht te brengen, zowel in het Forum on Tax Administration als in de Regulatory Reform Committee van deze organisatie. Laatstgenoemde commissie heeft ten algemene belangstelling getoond voor de aanpak van administratieve lastenverlichting in Nederland. Het NTP geeft een fraaie illustratie van de mogelijkheden die publiek-private samenwerking op ICT-gebied kan bewerkstelligen in een concreet dossier. De Minister van Justitie, J. P. H. Donner
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 515, nr. 130
6