Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1996–1997
24 036
Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit
Nr. 62
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 14 juni 1997 In de nota «Naar minder administratieve lasten» van juni 1995 (24 036, nr. 5) heeft het kabinet een groot aantal maatregelen en initiatieven aangekondigd die zijn gericht op het zoveel mogelijk terugdringen van de administratieve lasten. In de zomer van 1996 is voor het eerst gerapporteerd over de voortgang van deze plannen. Bijgaande notitie geeft een actueel en systematisch beeld van de huidige stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de plannen. De Staatssecretaris van Economische Zaken, A. van Dok-van Weele
7K2613 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 1997
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
1
VOORTGANG VERMINDERING ADMINISTRATIEVE LASTEN Kiezelstenen blijven rapen
1. Inleiding In de nota «Naar minder administratieve lasten» van juni 1995 heeft het kabinet een groot aantal maatregelen en initiatieven aangekondigd die zijn gericht op het zoveel mogelijk terugdringen van de administratieve lasten. Vorig jaar zomer is gerapporteerd over de voortgang van deze plannen. Deze notitie doet verslag van de stand van zaken op dit moment. De conclusie is dat de doelstelling van 10% minder verplichtingen van de genoemde regels, aan het eind van deze kabinetsperiode zal zijn gerealiseerd. De hoofdtekst van deze notitie bevat de grote lijnen van de voortgang. In een bijlage wordt systematisch aangegeven wat de stand van zaken is met de voornemens die in de genoemde nota staan vermeld. Verder komen nieuwe activiteiten ter vermindering van de administratieve lasten aan de orde, evenals wat er in het buitenland op dit terrein gebeurt.
2. Uitvoering van de voornemens Het verminderen van de administratieve lasten gaat over het opruimen van onnodige bureaucratie, over meer ruimte geven aan ondernemers om te ondernemen en over het vrijmaken van waardevolle tijd. De nota «Naar minder administratieve lasten» uit 1995 bevat tientallen voornemens van de verschillende departementen die moeten leiden tot een flinke vermindering van de administratieve lasten. Natuurlijk kunnen niet alle administratieve verplichtingen voor bedrijven worden weggenomen, wel kunnen overtollige lasten worden weggesneden. De veelvormigheid van de plannen maken het onmogelijk de reductie in één getal samen te vatten. De voornemens waren concreet en bij veel van de genoemde regelingen zou het kabinet de vereiste inspanningen voor het bedrijfsleven, al dan niet in geld waardeerbaar, met rond de 10% verminderen. Dit kabinet is een offensief gestart tegen de administratieve lasten die de overheid veroorzaakt. Deze lasten zijn niet alleen een bron van ergernis voor het bedrijfsleven maar houden ondernemers ook «van het werk». Juist op het midden- en kleinbedrijf drukken de administratieve verplichtingen zwaar: per werknemer drukken de administratieve lasten in het kleinbedrijf zeker vijfmaal zo zwaar als in het grootbedrijf. Doelstelling wordt gehaald Het hele kabinet is zich er van bewust dat administratieve lasten waar dat maar enigszins kan, moeten worden beperkt. Dit heeft geresulteerd in een geconcentreerde inspanning. Hiermee is bereikt dat, aan het eind van deze kabinetsperiode, het streven om te komen tot een reductie van 10% van de verplichtingen zal zijn gehaald. Daarmee is een eerste belangrijke stap gezet in het terugdringen van de rompslomp voor ondernemers. Het neemt vaak wel wat tijd om de voornemens in de praktijk gerealiseerd te krijgen. Ook blijkt bij nader inzien niet op alle in de brief uit 1995 genoemde terreinen een echte vermindering mogelijk. Daar staat tegenover dat in aanvulling op de genoemde plannen nog andere maatregelen zijn genomen en dat bij sommige van de genoemde regelingen meer dan een 10% reductie is gerealiseerd. De conclusie is dat
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
2
de doelstelling zeker wordt gehaald. Bijlage 1 gaat systematisch in op de voortgang van de realisatie van alle plannen. Dit alles neemt niet weg dat er nog veel meer kan en moet gebeuren om ondernemers van overtollige administratieve ballast te bevrijden. In het vervolg van deze notitie zal bijvoorbeeld blijken dat op sommige terreinen de voortgang groter is geweest dan op andere terreinen. Het kabinet zal zich daarom blijven inzetten voor een verdere reductie van alle overbodige lasten. Reeds in de praktijk gebracht Extra inspanning is gezet op het snel realiseren van verminderingen op terreinen waar het bedrijfsleven in de volle breedte last van heeft en die aanleiding geven tot veel ergenis: het fiscaal gebied en de statistiekverplichtingen. Dit zijn tegelijk ook de terreinen waar de grootste verminderingen van de administratieve lasten nu al zijn gerealiseerd. De commissie-Van Lunteren heeft omvangrijke voorstellen gedaan die de administratieve lasten van de belastingwetgeving met in totaal bijna f 750 mln. per jaar reduceren. Als zou worden uitgegaan van een eerdere, zeer globale schatting van het EIM dat de totale administratieve lasten op fiscaal gebied rond de f 5 mld. bedragen, betekent dit een vermindering met rond de 15%. Nog anders gezegd, het bedrijfsleven bespaart jaarlijks enkele duizenden arbeidsjaren plus een paar honderd miljoen aan kosten voor uitbesteed werk. Het kabinet heeft deze voorstellen overgenomen en een flink deel is ook al uitgevoerd zodat begin volgend jaar ruim 80% van deze besparing zal zijn gerealiseerd. Alle noodzakelijke besluiten zijn genomen en er wordt hard gewerkt aan het daadwerkelijk uitvoeren van de maatregelen. Enquêtedruk CBS met 15% omlaag De enquêtedruk van het CBS is gedaald ten opzichte van 1994 met zo’n 15%. Om de gedachten te bepalen: dat betekent een vermindering met zeker meer dan de in 1995 genoemde 100 000 uur. Voor de «zware»statistieken is dat gerealiseerd door minder gegevens te verzamelen (b.v. bij de internationale handelsstatistiek: Intrastat), door makkelijker gegevens te verzamelen (langs elektronische weg) en door bestaande gegevens beter te benutten (o.a. voor de statistiek werkgelegenheid en lonen). Ook zijn er maatregelen getroffen om te voorkomen dat er onnodige enquêtedruk bij komt. Paragraaf 6 komt daarop terug. Verder heeft het CBS nog tal van andere maatregelen genomen die de «klantvriendelijkheid» vergroten. Drie voorbeelden. 1. Jaarlijks actualiseren de Kamers van Koophandel hun databanken door de ingeschreven bedrijven te enquêteren. Tegelijk benadert het CBS elk jaar een (ander) deel van het Nederlandse bedrijfsleven voor zijn permanente bedrijfstelling met een basisenquête. Door deze twee enquêtes in elkaar te schuiven verminderen het CBS en de Kamers van Koophandel de jaarlijkse enquêtedruk met 50 000 formulieren. 2. Bij de statistiek Financiën van Ondernemingen heeft het CBS twee maatregelen getroffen die gezamenlijk de enquêtedruk voor die statistiek gehalveerd hebben. De statistiek wordt gebaseerd op een lange vragenlijst (voor de grotere ondernemingen) en een korte vragenlijst (voor een steekproef van kleinere ondernemingen). In de eerste plaats is de grens tussen groot en klein opgetrokken. En voor de kleinere ondernemingen is vervolgens de CBS enquêtering geheel afgeschaft en vervangen door gebruik van gegevens uit het Vennootschapsbelasting Informatie Systeem
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
3
(VIS), dat zij samen met de Belastingdienst tot stand heeft gebracht. Resultaat: van 18 500 enquêtes vóór 1995 naar 2 500 enquêtes vanaf dat jaar. 3. De informatie die het CBS bij energiedistributiebedrijven verzamelt, is vergeleken met de informatie waar de vereniging EnergieNed naar vraagt. Zo bleek dat iedere organisatie naar dezelfde soort gegevens vroeg. Samenwerking bij enquêtering zou dus voor de betrokken bedrijven tot een aanzienlijke vermindering van de administratieve lastendruk leiden. Alleen het CBS stelt nu nog de ontbrekende vragen. De leden van EnergieNed hebben verklaard geen bezwaar te hebben tegen doorlevering van deze informatie aan de onderzoekers van hun eigen vereniging. Nog in het verschiet In een aantal gevallen heeft realisatie nog niet daadwerkelijk plaatsgevonden maar ligt dit wel binnen handbereik. Een goed voorbeeld zijn de maatregelen die worden genomen als uitvloeisel van het MDW-project Inrichtingen- en vergunningenbesluit van de Wet Milieubeheer. Een van de belangrijkste gevolgen van de voorstellen is het wijzigen van 19 AMVB’s, een juridisch lastige en arbeidsintensieve aangelegenheid. De eerste drie gewijzigde AMVB’s1 zullen uiterlijk in maart 1998 in werking treden. De administratieve lasten voor het bedrijfsleven zullen door deze drie AMVB’s met, ruwweg berekend, f 100 mln dalen. In de eerste helft van 1999 zal het project van wijzigen van de AmvB’s zijn afgerond waardoor de administratieve lasten nog verder afnemen. Concreet betekent het dat uiteindelijk van de ongeveer 170 000 gevallen waar nu de gemeente als bevoegd gezag een vergunning moet afgeven er uiteindelijk nog slechts zo’n 60 000 vergunningplichtig blijven. Een ander voorbeeld van een aanpassing die op kortere termijn zal zijn gerealiseerd, betreft de Wet Bevordering Evenredige Arbeidsdeelname Allochtone werknemers (WBEAA). Deze wet is vorig jaar geëvalueerd waarbij ook de administratieve lasten zijn onderzocht. Op grond van deze evaluatie wordt een nieuwe wet gemaakt die eenvoudiger en effectiever is en meer op de praktijk is afgestemd. De administratieve lasten voor werkgevers zullen met tientallen miljoenen guldens dalen. Zo hoeft in de toekomst jaarlijks nog slechts één schriftelijk stuk te worden gemaakt. Het voorstel tot aanpassing van de WBEAA, nu de Wet stimuleringsmaatregelen arbeidsdeelname minderheden (SAMEN) geheten, is bij de Tweede Kamer ingediend. Beoogde inwerkingtreding is 1-1-’98. Scherper beeld van omvang administratieve lasten op milieugebied De ministeries van VROM en EZ werken aan het nog scherper zicht krijgen op de aard en omvang van de administratieve lasten van milieuregelgeving. Meer inzicht betekent meer houvast bij het zoeken naar mogelijkheden om de lasten te verminderen en daardoor tegelijk de effectiviteit van de regels te verhogen. Nog voor het eind van deze kabinetsperiode zijn de resultaten van een praktijkonderzoek naar frequenties, doorlooptijden, onderzoeksverplichtingen en procedurele lasten van vergunningen en meldingen beschikbaar. 1
Betrekking hebbend op de detailhandel en ambachtsbedrijven, op de horeca-, sport- en recreatiesector en op woonen verblijfsgebouwen.
Soms geen mogelijkheden op korte termijn Een derde «categorie» van voornemens leidt bij nader inzien niet tot vermindering van administratieve lasten. Daar zijn verschillende oorzaken
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
4
voor. Soms gaat het om moeilijk aan te passen EU-regels, soms blijkt iets simpelweg niet eenvoudiger te regelen. Een voorbeeld. In de brief «Naar minder administratieve lasten» is aangekondigd dat het ministerie van LNV ook onderzoek zou doen naar de administratieve lasten van de Veewet en de Bestrijdingsmiddelenwet. Deze regelgeving blijkt echter bijna geheel voort te vloeien uit Brusselse voorschriften. De mogelijkheden om op korte termijn op deze gebieden tot een belangrijke verandering te komen zijn daardoor zeer beperkt. Toch blijft het kabinet ook hier kritisch naar kijken. Waar dat maar mogelijk is wordt ook in Brussel gepleit voor vermindering van de administratieve lasten. Dat heeft o.a. geleid tot het SLIM initiatief (Simpler Legislation for the Internal Market, zie paragraaf 7).
3. Nieuwe activiteiten Naast het uitvoeren van de voornemens uit de brief van juli 1995 worden er ook nieuwe activiteiten ontplooid. Zowel vanuit de departementen zelf als in het kader van het MDW-project zijn voorstellen in voorbereiding die leiden tot lagere administratieve lasten. Drie voorbeelden. Ministerie van LNV In opdracht van de minister van LNV is een onderzoek uitgevoerd naar de administratieve lastendruk in de land- en tuinbouw. Tevens is een onderzoek uitgevoerd naar knellende regelgeving voor de agrarische sector. De Tweede Kamer is vorig jaar op de hoogte gebracht van de resultaten van beide onderzoeken. Bij brief van 7 oktober 1996 heeft de minister van LNV de Tweede Kamer laten weten welke maatregelen hij naar aanleiding van het onderzoek neemt. Zo wordt onder andere nagegaan hoe knelpunten kunnen worden weggenomen met betrekking tot asbestverwijdering, aanvraag schone grond-verklaring, bufferbeleid natuurgebieden, medicijnlogboek en gelegenheidsarbeid. De minister van LNV zal de Tweede Kamer begin 1998 over de concrete resultaten hiervan informeren. Wet Melding buitenlandse boycotmaatregelen Een andere voorbeeld betreft de Wet melding buitenlandse Boycotmaatregelen. Deze wet liep per 1-1-’97 af. De doelstelling van de wet is bereikt. Het voortbestaan van de wet zou leiden tot onnodige administratieve lasten. Daarom is besloten de wet niet te verlengen. Dit ontslaat bedrijven van een zij het niet omvangrijke, maar door hen wel als ergerlijk ervaren meldingsplicht. MDW-werkgroepen In verschillende MDW-werkgroepen zijn voorstellen ontwikkeld om de administratieve lasten te verlagen. Realisatie van de voorstellen die zijn gedaan in het MDW-project Wet verontreiniging oppervlaktewater zullen tot verminderingen in administratieve lasten leiden. Hetzelfde geldt voor het MDW-project Bouwregelgeving. Het is moeilijk om nu een precieze kwantificering te geven maar de besparing kan in de miljoenen guldens lopen. Bijlage twee geeft een overzicht.
4. Elektronische hulpmiddelen Informatietechnologie maakt nakomen verplichtingen eenvoudiger Steeds vaker bewijst het gebruik van de elektronische snelweg nuttige
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
5
diensten in het effiiciënter laten verlopen van het informatieverkeer tussen overheid en bedrijfsleven. Toepassing van informatie- en communicatietechnologie (ICT) kan een flinke bijdrage leveren aan de vermindering van de administratieve lasten. ICT maakt een tijdsbesparing mogelijk, zeker bij verplichtingen die vaak terugkeren zoals een maandelijkse opgave voor de inhouding van loonheffiing. ICT vergemakkelijkt de uitvoering van administratieve verplichtingen, onder andere door de mogelijkheid van directe koppeling met aanwezige gegevens in (geautomatiseerde) bedrijfsadministraties. Gecoördineerde actie Door verschillende ministeries en het CBS is de afgelopen tijd de nodige aandacht en inspanning geschonken aan stimulering van toepassing van ICT in het kader van vermindering van de administratieve lasten. Vaak gaat het om activiteiten die voor een specifiiek beleidsterrein worden ondernomen (denk aan statistiek, belastingen, sociale zekerheid). Omdat het kabinet een afstemming van de verschillende activiteiten op deze beleidsterreinen noodzakelijk achtte, is in 1995 bij de organisatie EDIFORUM met fiinanciering vanuit de overheid, het zogeheten Centrum voor Bestuurlijke Telematica ingericht. Het centrum dient als actief informatiepunt voor ontwikkellingen in de toepassing van ICT voor vermindering van administratieve lasten en het onderneemt zelf initiatieven voor domeinoverschrijdende afstemming. Eind 1997 zal het functioneren van het centrum worden geëvalueerd. Onderstaande voorbeelden laten zien wat ICT concreet kan betekenen. Digitale belastingdienst Burgers en consulenten kunnen aangifte doen met behulp van een modem of een diskette. Op die manier worden aangiften sneller verwerkt en is de kans op fouten kleiner. Ook is een elektronisch informatieloket ontwikkeld waarmee informatie en voorlichtingsmateriaal elektronisch beschikbaar is op een voor belastingplichtigen toegankelijke manier. Dit loket zal in 1998 nog een speciale versie voor ondernemers krijgen. RouteringsInstituut voor (inter-)Nationale Informatiestromen (RINIS) Het project RINIS beoogt de gegevensuitwisseling tussen uitvoeringsorganisaties in de sociale verzekeringssector beter te laten plaatsvinden. Voor dat doel is speciale software ontwikkeld. Hierbij zijn onder andere betrokken de Sociale Verzekeringsbank, het Lisv en de uitvoeringsinstellingen, de ARBO-instellingen, de Gemeentelijke Sociale Diensten, de Belastingdienst en de Gemeentelijke Basisadministratie. Toepassing van het RINIS-concept vermindert de administratieve lasten van werkgevers en reduceert de kosten van de uitvoeringsorganisaties. Senternet Senter is een aan het ministerie van Economische Zaken gelieerde organisatie met als opdracht het aanjagen van technologische innovatie, kennisintensiteit, duurzaamheidsbevordering en concurrentiekracht van de Nederlandse economie. Senternet is een bundeling van diensten op Internet. Het gaat om een informatieaanbod van persberichten, artikelen, brochures en antwoorden op de meest gestelde vragen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om elektronische aanvragen in te dienen voor stimuleringsregelingen en de voortgang van de behandeling van die aanvraag te volgen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
6
5. Administratieve lasten en andere overheden Ook gemeenten en provincies veroorzaken administratieve lasten Ook regelgeving van gemeenten en provincies brengen de nodige administratieve verplichtingen voor ondernemers met zich mee. Bij gemeentelijke regelgeving gaat het hier vooral om de bouwregelgeving, milieuvergunningen, de parkeervergunning en de drank- en horecaregelgeving. Uit eerder onderzoek is naar voren gekomen dat de administratieve lasten van deze regelgeving (exclusief de milieuwetgeving), zo’n f 360 mln. beloopt. Ruim 90% hiervan komt voor rekening van de aanvraagprocedure voor de bouwvergunning. Administratieve lasten van provinciale regelgeving vloeien vooral voort uit milieuregels. Acties om gemeentelijke administratieve lasten te verminderen Ook de gemeenten willen de administratieve lasten die voortkomt uit de eigen regelgeving verminderen. Daarom vindt momenteel, op gezamenlijk initiatief van EZ en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, een pilotstudie plaats om mogelijkheden daartoe in beeld te brengen. Het onderzoek heeft betrekking op de gemeentelijke milieuvergunningen, de parkeervergunning en de drank- en horecaregelgeving. Het pilotonderzoek zal dit najaar worden afgerond. Het is de bedoeling de resultaten te verwerken tot aanbevelingen waarmee alle gemeenten de eigen regelgeving kunnen doorlichten op vermijdbare administratieve lasten. De VNG en het ministerie van EZ zullen hier een stimulerende rol in blijven spelen. Aan de grootste veroorzaker van rompslomp op gemeentelijk terrein, de aanvraagprocedure voor de bouwvergunning, is aparte aandacht geschonken in het MDW-project Bouwregelgeving. Zie voor de resultaten bijlage 2. Provincies zien ook mogelijkheden De staatssecretaris van EZ heeft samen met het Interprovinciaal Overleg het initiatief genomen te bezien welke mogelijkheden er zijn om de administratieve lasten van provinciale regels te verminderen. Het overgrote deel van de provinciale regelgeving die leidt tot administratieve verplichtingen voor het bedrijfsleven ligt op het terrein van het milieubeleid. Eind 1996 hebben EZ en IPO daarom een onderzoek gestart met betrekking tot de Provinciale Milieuverordening en de door de provincies verleende milieuvergunningen (aanvraagprocedure en rapportageverplichtingen). Bij het onderzoek zijn vier provincies betrokken; de uitkomsten zullen toepasbaar zijn in alle provincies. Het onderzoek zal omstreeks september 1997 zijn afgerond. Uit de inmiddels afgeronde analysefase blijkt dat er winst te behalen is door bepaalde processen te verbeteren. Op dit moment wordt nagegaan wat de precieze aard van de aanpassingen zou kunnen zijn en wat de daarmee te boeken winst is.
6. Komen er nog administratieve lasten bij? Bij verandering van bestaande of introductie van nieuwe wetgeving, gaat het steeds om de afweging tussen het doel en de effectiviteit van de maatregel enerzijds, en de daarmee gepaard gaande (neven-)effecten anderzijds. Daarom is het onvermijdelijk dat zolang er regelgeving
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
7
verandert of nieuwe regelgeving wordt geïntroduceerd, er administratieve lasten bijkomen. Bedrijfseffectentoets helpt bij preventie In de «Bedrijfseffectentoets» als onderdeel van de beoordeling van voorgenomen regelgeving, wordt speciale aandacht gegeven aan het aspect van de administratieve lasten. Dit blijkt te werken. In een aantal gevallen heeft het in kaart brengen van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven geleid tot het aanpassen van de voorgenomen regels. Twee voorbeelden waar de Bedrijfseffectentoets heeft geleid tot het voorkomen van onbedoelde lastenstijging: • bij de uitbreiding van de Wet milieubeheer (milieujaarverslag) bracht de Bedrijfseffectentoets aan het licht dat een aanzienlijk groter aantal bedrijven dan de beoogde circa 300 (namelijk ruim 500) onder de verplichting zou gaan vallen om jaarlijks een milieujaarverslag op te stellen. Het aantal bedrijven is daarop in het wetsvoorstel scherper gedefinieerd zodat het aantal bedrijven dat uiteindelijk onder de verplichting valt, rond de eerder beoogde 300 ligt. • bij het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen is naar aanleiding van de Bedrijfseffectentoets expliciet in het Besluit aangegeven dat dagelijkse inspecties niet in het logboek behoeven te worden aangetekend. Regels voor zo laag mogelijke groei enquêtedruk De per 1 juli 1996 in werking getreden Wet op het Centraal bureau en de Centrale commissie voor de statistiek bevat bepalingen die beogen dat het CBS er voor zorgt «dat de verwerving van gegevens op zodanige wijze geschiedt dat de daaruit voortvloeiende administratieve lasten voor ondernemingen en instellingen zo laag mogelijk zijn.» Ook in de verordening over de Communautaire statistiek van februari 1997 (de «statistiekwet» voor de EU) is vastgelegd dat bij ieder initiatief voor wetgeving voor een nieuwe statistiek, de Commissie informatie moet geven over de wijze waarop de last voor de respondenten zo gering mogelijk zal worden gehouden. Bij de beoordeling van de voorstellen zal de Raad hierop letten.
7. Internationaal Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) In tal van andere landen zijn er programma’s en activiteiten gericht op het verbeteren van de regelgeving. Ook in het uitgebreide OESO-progranima «Regulatory Reform» hebben activiteiten gericht op het verminderen van het «papierwerk» en administratieve formaliteiten een prominente plaats. In dit programma worden vele aspecten van verbetering van de regelgeving belicht en kijkt men kritisch naar de activiteiten die de aangesloten landen op dit terrein ontplooien. De systematische aanpak van verbetering van de regelgeving via het project Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit in Nederland heeft grote waardering gekregen. Europese Unie: het SLIM-project Mede op aandringen van Nederland vindt ook op Europees niveau een vereenvoudigingsoperatie plaats: Simpler Legislation for the Internal Market (SLIM). Onder leiding van de Europese Commissie bekijken gebruikers en wetgevers uit verschillende lidstaten de Europese regel-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
8
geving per sector met als doel mogelijke vereenvoudigingen en verduidelijkingen van de desbetreffende Europese regelgeving. Een eerste pilot-fase van dit project is reeds afgesloten. Vier projectgroepen hebben aan de Commissie gerapporteerd over regelgeving inzake bouwmaterialen, Intrastat, sierplanten en erkenning van diploma’s. Concrete voorstellen nog dit jaar te verwachten Onder het Nederlands voorzitterschap heeft de Commissie in haar rapport aan de Interne Marktraad van 21 mei 1997 toegezegd met voorstellen te komen over Intrastat (vereenvoudiging van de nomenclatuur: september 1997) en over diploma’s (vereenvoudiging procedure automatische erkenning diploma’s: eind 1997). Voor wat betreft de onderwerpen bouwmaterialen en sierplanten heeft de Commissie nog geen specifieke maatregelen voorgesteld. De Commissie heeft aangekondigd de SLIM-operatie voort te zullen zetten. Als nieuwe onderwerpen heeft zij voorgesteld de communautaire regelgeving op het gebied van de BTW, de financiële diensten, de gecombineerde nomenclatuur voor externe handel en kunstmest. Actieplan voor de Interne Markt Ook in het Actieplan voor de Interne Markt, dat is voorgelegd aan de Europese Raad van Amsterdam, neemt vereenvoudiging van regelgeving een vooraanstaande plaats in. Voorgesteld is onder andere de SLIM-operatie als een structureel programma prioriteit te geven onder de opeenvolgende Voorzitterschappen. Scheveningen conferentie Eind april is in Scheveningen de conferentie «The Quality of European and national legislation and the internal market» gehouden. De conferentie is georganiseerd door het ministerie van Economische Zaken samen met het ministerie van Justitie, de Europese Commissie en het T.M.C. Asser-instituut. Tijdens de conferentie zijn ervaringen met activiteiten van nationale overheden en Europese instellingen op het gebied van (verbetering van) regelgeving uitgewisseld. Ook het aspect van de administratieve belasting die regelgeving – onder andere op het terrein van belastingen en statistieken – kan veroorzaken is uitgebreid aan de orde geweest. De conferentie heeft onder andere geleid tot de aanbeveling om het beleid gericht op verbetering van de regelgeving een vast onderdeel van het juridische én economische beleid te maken. Zowel de lidstaten als de communautaire instellingen worden aangemoedigd scherp te letten op neveneffecten (zoals administratieve lasten) van bestaande én voorgenomen regelgeving. Europese Raad spreekt zicht uit voor verdere vereenvoudiging De Europese Raad heeft opnieuw uitgesproken het heel belangrijk te vinden de bestaande en de nieuwe wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften te vereenvoudigen. Dit om de kwaliteit van de communautaire wetgeving te verbeteren en de administratieve lasten voor het bedrijfsleven, met name het MKB, te verlichten. De Commissie wordt verzocht voor dat doel een task force op te zetten. Verder roept de Europese Raad de Commissie op haar lopende vereenvoudigingsprogramma in overleg met alle betrokken partijen uit te breiden. De lidstaten zouden op nationaal nivean een vergelijkbare vereenvoudiging na moeten streven.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
9
8. Ondernemerspanel en branche-organisaties Ondernemerspanel: direct contact met ondernemers Zoals in het voortgangsverslag over de vermindering van de administratieve lasten dat in juli 1996 naar de Tweede Kamer is gezonden is gemeld, heeft de staatssecretaris van Economische Zaken een ondernemerspanel georganiseerd (zie bijlage 3 voor de deelnemers). Dit panel, bestaande uit zo’n twintig ondernemers, is nu viermaal bijeen geweest. Tijdens deze bijeenkomsten hebben ondernemers specifiieke onderdelen van regelgeving aangegeven waar in hun beleving sprake is van een buitensporige administratieve last. Van de kant van de overheid zijn de maatregelen die worden genomen om de administratieve lasten op het terrein van de milieuregelgeving, de sociale zekerheid, de belastingen en de statistiek, in te tomen, toegelicht. Administratieve lasten: bron van ergenis Uit het ondernemerspanel zijn twee specifiieke zaken heel helder naar voren gekomen. Ten eerste is niet zozeer de omvang van de administratieve verplichting van betekenis maar de ergenis die deze bij de ondernemer opwekt. Naarmate ondernemers meer het nut en de noodzaak van de gevraagde informatie of de te volgen procedure zien, is er minder sprake van ergenis. Zo ziet bijvoorbeeld (bijna) iedereen het nut ervan in dat grotere ondernemingen een financieel jaarverslag opstellen. Een dergelijk beeld komt ook naar voren uit het genoemde door het ministerie van LNV ingestelde onderzoek in de agrarische sector. Aansluiting verplichtingen op bedrijfsadministratie helpt Als administratieve verplichtingen beter aansluiten bij de eigen bedrijfsadministratie en procesvoering (dat wil zeggen de momenten waarop bijvoorbeeld een meting of rapportage wordt verlangd), kunnen ondernemers daar makkelijker aan voldoen en scheelt dat een aanzienlijke hoeveelheid ergenis. Genoemde faktoren bieden aanknopingspunten om de ergenis die administratieve lasten bij ondernemers veroorzaken te verminderen. Bij de verdere activiteiten gericht op het terugdringen van de papieren rompslomp zal op deze aspecten worden gelet. Moeilijk onderscheid administratieve lasten en overige nalevingskosten Een tweede punt dat duidelijk in het ondernemerspanel aan het licht is gekomen, is het feit dat ondernemers geen onderscheid maken tussen administratieve lasten en andere zogenoemde materiële nalevingskosten die regelgeving met zich meebrengt. Bij deze laatste categorie gaat het om kosten die een onderneming moet maken om te voldoen aan eisen die wet- en regelgeving stelt aan het produkt of het produktieproces. Denk hierbij aan de verplichting daglicht te hebben op de werkplek uit hoofde van ARBO-regelgeving, aan filters die verplicht zijn op grond van milieuwetgeving om de uitstoot van bepaalde stoffen te verminderen etc. In veel andere landen wordt om dit soms lastige onderscheid tusssen administratieve lasten en overige nalevingskosten te vermijden een breder begrip gebruikt. Zo is het in het Verenigd Koninkrijk en in de VS gehanteerde «red tape» uitgebreider dan alleen administratieve lasten. Ook andere bureaucratische belemmeringen en kosten van regelgeving vallen er onder. Er is een onderzoek gestart naar de wijze waarop deze nalevingskosten het best in kaart gebracht kunnen worden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
10
Branche-organisaties: nieuwe ideeën Om meer zicht te krijgen op specifieke sectorale wetgeving is, mede als uitvloeisel van het ondernemerspanel, vanuit het ministerie van Economische Zaken het contact geïntensiveerd met een aantal grotere brancheorganisaties. Doel van deze gesprekken is nog beter zicht te krijgen op de reële problemen die ondernemers in de betreffende bedrijfstak ervaren op het gebied van de administratieve verplichtingen. Wat is de aard van de problemen, is er een directe oorzaak aan te wijzen en hebben de ondernemers misschien zelf ideeën om de situatie te verbeteren. Dit in aanvulling op de nuttige suggesties die uit het ondernemerspanel naar voren komen. Een voorbeeld is het gesprek dat een vertegenwoordiging van het ministerie van Economische Zaken met Transport en Logistiek Nederland (TLN) heeft gevoerd. Uit dit gesprek is een aantal concrete knelpunten naar voren gekomen. Zo is er een veelheid aan meldingen van (bijna) ongevallen aan overheidsinstanties. Het departement van Verkeer en Waterstaat onderzoekt, in samenwerking met EZ, of dit niet eenvoudiger kan. Alle betrokken partijen zullen rond de tafel worden gebracht.
9. Kiezelstenen blijven rapen In de notitie «Naar minder administratieve lasten» zijn deze lasten wel vergeleken met grotere en kleinere kiezelstenen in de rugzak van een ondernemer. Ieder steentje is op zich best te dragen maar samen hebben ze een heel gewicht. Deze kabinetsperiode worden er heel wat steentjes uit de rugzak van de ondernemer gehaald. Onvermijdelijk komen er ook enkele bij. Het kabinet is van mening dat het noodzakelijk is te blijven streven naar een verdere verlichting van de last. Dat zal ook gebeuren. Samen met andere overheden en samen met ondernemers zal, gecoördineerd door de staatssecretaris van Economische Zaken, het kabinet de strijd voortzetten tegen alle overbodige, zichtbare en verborgen, belastende effecten van regelgeving.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
11
BIJLAGE 1
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Veiligheidsrapportages
Stroomlijnen extern veiligheidsrapport en arbeidsveiligheidsrapportages
Het geïntegreerde besluit Risico’s zware ongevallen is in concept gereed
Binnenkort adviesaanvraag aan Raad van State over de voor het BRZO benodigde wetgeving (implementatie SEVESO 2-richtlijn)
eind 1998
Stroomlijnen van de rapportageverplichtingen
CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Inwerkingtreding
Effecten
Volgende stappen?
Internationale handel
Waarnemingsdrempel verhogen, gebruik van ICT en gebruik informatie van anderen. Enquêtedruk –30%
Verhoging van waarnemingsdrempel; tot f 500 000 en aantal vragen vervallen. Eén op de drie bedrijven gebruikt de CBS-IRIS software voor berichtgeving, twee op de vijf bedrijven gebruiken andere software. De rest levert nog aan op papier.
Gerealiseerd per 1-1-’97, verdere acties in onderzoek.
Aantal opgavenplichtige bedrijven daalt met 33% van 30 000 tot 20 000. Deze enquête neemt het merendeel van de CBS enquêtedruk voor zijn rekening.
Verdere vereenvoudigingen (minder variabelen, eenzijdige waarneming, afstemming met andere nomenclaturen en statistieken) i.h.k. van het SLIMproject.
Verdere afstemming van jaar-, kwartaalen maandwaarneming. Meer elektronische berichtgeving. Bezien of gegevens uit andere bronnen kunnen komen. Andere efficiencywinsten. Enquêtedruk –10%
• productspecificatie niet meer 13 maal per jaar vragen, maar vier maal • kortere en eenvoudiger vragenlijsten • betere afstemming vragen op berichtgevers • kleinere steekproeven • meer gebruik van elektronische berichten
Gerealiseerd, edificering blijkt vruchtbaar en wordt nog verder aan gewerkt.
Reductie enquêtedruk, terugleveringen relevante statistieken aan bedrijven.
Verdere flinke vergroting elektronisch verkeer; Zo mogelijk nog meer gebruik maken van bestanden van fiscus.
Vooral door meer elektronische datauitwisseling flinke besparingen. Enquêtedruk –30%
Integratie onderzoeken door herontwerp, enquêtes, betere afstemming formulieren op berichtgevers, mogelijk maken digitale gegevensverstrekking door gebruik van de Verzekerdenadministratie en administratiekantoren, computerservicebureaus, e.d. kan bepaalde enquêtering vervallen.
Gerealiseerd
flinke vermindering van enquêtedruk, teruglevering relevante statistieken aan berichtgevers
• verdere uitbreiding elektronische berichtgeving • Verder onderzoek naar grootschalige koppeling van bestanden
Industriële produktie • Jaarlijks • Kwartaalbasis • Maandelijks
Arbeid en lonen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
12
Langetermijnmaatregelen
Stand van zaken
Effecten
Integratieproject bedrijfsstatistieken
Krijgt gestalte via de installatie van software bij de berichtgevers en via internationaal overleg (afstemmen classificaties)
Uiteindelijk minder enquêtes.
Samenwerking KvK en fiscus tbv het Algemeen bedrijfsregister
Overleg is gaande over integratie CBS bedrijfstelling met zogenaamde omgekeerde enquête KvK Samenwerking met fiscus, KvK en LISV Verschillende projecten, uiteenlopende looptijd, resultaat komende jaren merkbaar
50 000 minder enquêteformulieren instanties kunnen gebruik gaan maken van sommige van elkaars gegevensbestanden.
Samenwerking met branche-organisaties
Samenwerking is er onder andere al met Horeca Nederland en Rabobank (publicatie Cijfers en Trends). Gesprekken met andere branche-organisaties lopen.
Kan «dubbele bevraging» over zelfde onderwerp bij ondernemers helpen voorkomen. Ook nuttig omdat CBS op branches toegesneden cijfers kan terugleveren.
Standaardisatie definities
Continu proces, zowel in Europees verband als nationaal.
Voorbeeld concreet resultaat is de zgn EU-Prodcom verordening: afstemming van verschillen begrippen rond industriële produktie.
Coördinatie overheidsenquêtes
Coördinatiepunt CERO (Coördinatie Eenheid Reductie Overheids- en andere enquêtes) is in oprichting.
Voorafgaand aan overheidsonderzoek bezien of benodigde informatie niet reeds aanwezig is of met combinatie van een bestaande enquêtes mogelijk is.
Beteugelen groei enquêtedruk
In 1996 zijn er geen voorstellen gedaan tot noemenswaardige uitbreiding van het enquêtepakket
Beperken aanwas van vragen of enquêtes.
MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Vestigingswet
Nieuw Vestigingsbesluit met daarin lichtere vergunningvereisten en minder vergunningplichtigen
In werking getreden per 1 januari 1996
Mijnwetgeving
Arbo-deel overhevelen van Mijnwet naar generieke wetgeving
Herziene Arbowet ter behandeling bij Tweede Kamer; herziene Mijnwet in voorbereiding
Handelsregisterwet
Nieuwe wet; koppeling gegevensbestanden
Wet op het Consumentenkrediet
Lichtere vorm van toezicht
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Gerealiseerd
Veel minder starters vergunningplichtig (besparing diplomakosten meer dan f 100 mln); Mogelijkheid om met één vergunning verschillende bedrijven uit te oefenen. Forse daling aantal vergunningen.
herziene Arbo-wet: behandeling Tweede Kamer; herziene Mijnwet naar MR
Arbowet: 1998 Mijnwet: 1999
Meer dan 10% verlichting in administratieve lasten
Nieuwe wet per 1-11996 ingevoerd; AMvB bij Raad van State
Advies van RvS over AMvB; vervolgens brief aan Tweede Kamer
1 oktober 1997
Alleen nog enkelvoudige inschrijving nodig ook in geval van nevenvestigingen; Vermindering publicatieplicht. Lastenverlichting enkele tientallen miljoenen guldens.
Voorstellen besproken met vergunninghouders en Consumentenbond
Aanpassing ministeriële regeling WCK
1998
Voor kredietverstrekkers dalen de toezichtkosten met minstens éénderde.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
13
Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Winkelsluitingswet
Nieuwe Winkeltijdenwet
in werking getreden per 1 juni 1996
Waarborgwet
Aanpassing aan toekomstige EU-richtlijn
Richtlijn in voorbereiding
IJkwet
In buitenland gekeurde apparatuur zonder meer toelaten
Internationale handel
Invoerquota van bepaalde textielwaren afbouwen
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Gerealiseerd
Geen vergunning meer nodig voor extra koopavonden; registratiekaart openingstijden winkel vervallen. Er zijn ca. 90.000 winkels.
Afhankelijk van EU-besluitvorming
Door minder gedetailleerd systeem ca. 20% lagere lasten
Genoemde wijziging doorvoeren bij wijziging van nog resterende ijkregelingen.
Gedeeltelijk ingevoerd
Vermindering van adm. lasten met circa 5%
Najaar 1996 Besluitvorming in EG; genotificeerd aan WTO
Tweede fase 1 januari 1998
Vermindering van het aantal verguningen met 17%, uiteindelijk per 2005 volldige vrijmaking
Implementatie als richtlijn er is
MINISTERIE VAN FINANCIËN Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Inwerking treding
Effecten
Volgende stap
Niet fiscale wetgeving
Onderzoek naar mogelijkheden om op dit terrein tot vermindering van administratieve lasten te komen
TK is per brief van 12-10-’95 (PFC 95/1927M) geïnformeerd dat er op dit terrein geen mogelijkheden zijn. E.e.a. is resultaat overleg van Financiën met de toezichthoudende autoriteiten en representatieve organisaties in de branche.
nvt
nvt
nvt
Fiscale wetgeving
De commissie Van Lunteren heeft mogelijkheden onderzocht om op fiscaal terrein te komen tot verlaging van administratieve lasten
Commissie heeft twee maal gerapporteerd en het Kabinet heeft de voorstellen overgenomen. Zie ook de brief aan de Tweede Kamer van 12-10-’95.
Gerealiseerd voor het grootste deel van de voorstellen, de rest volgt op korte termijn.
Uiteindelijk kunnen de administratieve lasten op fiscaal terrein met in totaal circa f 750 mln. worden verlicht. Zie onder deze tabel voor enkele concrete voorbeelden.
Nieuwe onderwerpen zijn onder andere: • deelname ondernemersorganisaties in programma digitale belastingdienst; • standaardisering en stroomlijning gegevens inzake jaarstukken; • verblijfkosten buitenland; • uitvoerings-/ implementatieproblemen recent ingevoerde regelgeving
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
14
Enkele voorbeelden op fiscaal terrein Op fiscaal terrein is een zeer groot aantal maatregelen getroffen. Zie voor een compleet overzicht het persbericht van 12-10-’95 (Financiën, nr. 95/165). In onderstaande enkele voorbeelden van dergelijke maatregelen ter verlichting van de administratieve lasten op fiscaal terrein. Alle genoemde maatregelen zijn reeds in werking. Tussen haken de resulterende vermindering in miljoenen guldens. • wetgeving over gemengde kosten per 1-1-’97 in werking getreden (f 150 mln.) • wijziging heffings- en invorderingsrente (inclusief voorlopige aanslagregeling f 41,5 mln.) • verkorting bewaartermijn voor belastingen van 10 jaar tot 7 jaar (f 140 mln.) • gegevensreductie loonheffing (f 190 mln.) • grens voor jaaraangevers OB verhoogd van f 1000 naar f 2000 (f 23 mln.) • vereenvoudiging inhouding loonbelasting (f 30 mln.)
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ Onderwerp*
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Diergeneesmiddelenwet
Wet vraagt gedetaileerde medicijnboekhouding van veehouders en dierenartsen.
Eind ’96 heeft minister LNV besloten tot het terugbrengen van de diergeneesmiddelenboekhouding tot de Europese norm. Bedrijfsleven komt op verzoek van minister met voorstel voor praktische invulling
LTO-Nederland komt met voorstel waarbij rekening gehouden wordt met EU-basisvoorschriften.
Voorstel van LTO is eind 1997 beschikbaar, daarna aanpassing wetgeving.
Er hoeft niet meer geadministreerd te worden dan strikt noodzakelijk. Regelgeving zal beter aansluiten bij doelgrepen. Administratie kan ook voor meer doeleinden (bv fiscus) worden gebruikt.
Veewet
Gaat om identificatie- en registratieverplichtingen van dieren.
Onderzoek wijst uit dat geldende EU-regelgeving geen ruimte geeft voor verlaging administratieve lasten
nvt
nvt
nvt
Meststoffenwet
Op grond van deze wet zijn veehouders verplicht een mestboekhouding bij te houden
Wetsvoorstel MINAS (mineralenaangiftesysteem) is door TK goedgekeurd. Treedt 1-1-98 in werking. Bij de uitwerking is de voortdurende inzet de administratieve lasten zoveel mogelijk te beperken.
Evaluatie van het mestbeleid zal plaatsvinden in 2000.
Nieuwe wet in werking 1998, evaluatie mestbeleid in 2000.
nvt
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
15
Onderwerp*
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Visserijwet
Administratieve lasten vooral door verplichte jaarlijkse registratie van vissersvaartuigen.
Gerealiseerd is de lastenvermindering van de Zeedagenregeling. Ook gerealiseerd is de vereenvoudiging vangstopgaveverplichting (mosselen en kokkels). De lastenvermindering van de registratie van ondernemers zal begin 1998 worden gerealiseerd.
Implementatie van de aanpassing van de registratie van ondernemers.
Gerealiseerd: vereenvoudigen van: zeedagenregeling; Gerealiseerd is ook de vangstopgave; Realisatie eenvoudiger registratie ondernemers: planning per 1-1-’98
Ondernemers hoeven geen ontheffingsformulieren (om af te wijken van het standaard aantal zeedagen) meer op te sturen. Vangstopgave: kan nu via gezamenlijke opgave door de producentenorganisaties. Ondernemers waarvan vangstgegevens al in bepaalde systemen geregistreerd staan, hoeven geen accountantsverklaring meer in te dienen ter controle op het bedrijfsmatig werken
Pachtwet
Deze wet verplicht dat elke pachtovereenkomst schriftelijk wordt vastgelegd.
Vermindering van lasten is inmiddels gerealiseerd. Wijziging van de pachtprijs en pachtovereenkomsten voor percelen kleiner dan 1 hectare hoeven niet meer aan de Grondkamer te worden voorgelegd.
Bij evaluatie van pachtwet in 1999 zal ook worden gekeken naar aanvullende mogelijkheden voor vermindering. In 1998 wordt begonnen met voorbereiden evaluatie.
Gerealiseerd, eind 1995 is pachtwet gewijzigd.
Wijzigingen van Pachtnormenbesluit werkt nu rechtstreeks door in tussen partijen geldenden pachtprijs. Pachtovereenkomsten m.b.t. oppervlakte < 1 hectare hoeft niet meer aan Grondkamer ter toetsing te worden voorgelegd
Landbouwwet
Jaarlijkse landbouwtelling in mei waar agrariërs moeten verschijnen.
In 1996 heeft op proef een schriftelijke telling plaatsgevonden i.p.v. de zgn. zitdagen. Resultaat: telling m.i.v. 1997 per post uitvoeren.
nvt
Gerealiseerd per 1997
Agrariërs hoeven niet meer op de «zitdagen» te verschijnen. Kan nu per post. Formulier is ook eenvoudiger en klantvriendelijker.
Bestrijdingsmiddelenwet Hierbij gaat het om de toelating én het gebruik van grondontsmettingsmiddelen.
Het kader wordt grotendeels door EU-regels bepaald. Dit, samen met i.h.k.v. het Meerenjarenplan Glastuinbouw gemaakte afspraken, is vermindering lasten niet mogelijk.
nvt
nvt
nvt
Boswet
Gaat om meldingsplicht voor het kappen van bomen door boseigenaren.
Vermindering van de administratieve laten is gerealiseerd. Vereenvoudiging betreft vrijstelling van herplantplicht in specifieke gebieden.
nvt
Gerealiseerd begin 1997
Er hoeft nu geen ontheffing meer te worden aangevraagd. Er geldt een generieke vrijstelling.
Levensmiddelenwetgeving
Zie de beschrijving bij het departement van VWS
* De Minister van LNV heeft in de brief «Naar minder administratieve lasten» uit 1995 toegezegd te onderzoeken of op de hieronder genoemde terreinen een vermindering van administratieve lasten mogelijk is.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
16
MINISTERIE VAN JUSTITIE Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Jaarrekeningvoorschriften
Verhoging grensbedragen
Ingevoerd per januari 1995
nvt
Gerealiseerd per 1-1’95
Totale verlichting van de administratieve lasten van ca. f 100 mln.
Preventief toezicht Vennootschappen
Vereenvoudiging van het preventief toezicht voor de oprichting van BV’s en NV’s
Een MDWwerkgroep heeft de regelgeving en procedures rond preventief toezicht vennootschappen doorgelicht. In juni 1996 is de TK geïnformeerd over de voorstellen en het kabinetsstandpunt.
Notariaat gaat samenhang en consistentie van akten bewaken. Indiening wetsvoorstel bij Tweede Kamer nog in 1997. Verdere terugdringing wachttijd in 1997. Uiteindelijk wachttijd 48 uur, te realiseren in 1998.
Gerealiseerd is een deel van de voorstellen die de doorlooptijd terugdringen. Verdere terugdringing wachttijd nog in 1997. Realisatie 48 uur termijn wachttijd in 1998.
Verlening van verklaring van geen bezwaar wordt sterk versneld; effecten voor ca. 40 000 aanvragers per jaar.
Knelpunten BV-recht
Versoepeling van voorschriften
Onderzoek gaande of in het bijzonder in joint-ventureverhoudingen van dwingend recht naar regelend recht kan worden gegaan.
Wijziging wetgeving.
Volgende kabinetsperiode.
Meer flexibiliteit: bepaalde artikelen van dwingend recht worden aanvullend gemaakt.
Auteursrecht
Betere samenwerking incassobureaus en toezichtsstructuur
Er is een onderzoek uitgevoerd naar incassostructuur met bedoeling samenwerking te verbeteren met het oog op vermindering van lasten. Tevens plannen voor concentratie van toezicht.
MDW-project gaat zomer 1997 van start en moet in februari 1998 komen met concrete voorstellen ter verlaging van de administratieve lasten en nieuwe toezichtsstructuur.
Afhankelijk van de voorstellen van de MDW-werkgroep en de daaruit voortvloeiende wijzigingen van regelgeving.
Heldere incasso en toezichtsstructuur. Bedrijven (en andere afdrachtplichtigen) hebben straks nog meer met één incassobureau te doen.
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Arbeidsomstandigheden
Vereenvoudiging Arbo-wet en arbobeleid, aanpassen Arbo-besluit en Arbo-regeling
SER-advies d.d. februari ’97 over arbobeleid en arbowet
Wetsvoorstellen dit jaar naar Tweede Kamer
Arbobesluit en arboregeling 1 juli 1997
Door doelvoorschriften meer ruimte voor maatwerk; door betere afstemming minder administratieve lasten. Tezamen lastenvermindering met enkele tientallen miljoenen.
Premieheffing werknemersverzekering
Vereenvoudiging premieheffing; harmonisatie en standaardisatie van grondslagen.
Er is advies gevraagd aan Lisv.
Lisv adviseert uiterlijk eind oktober 1997.
1 januari 1999.
Besparing administratieve lasten ca. 180 mln.
Wet op de identificatieplicht
Evaluatie bewaarplicht.
Onderzoek Arbeidsinspectie gereed.
Bezien of aanvullende acties mogelijk zijn.
1998.
Hangt af van aard aanvullende acties.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
17
Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Informatievoorziening sociale zekerheidsuitkeringen
Aanleveren gegevens concentreren; koppeling gegevensbestanden standaardisatie berichtenverkeer met werkgevers; vernieuwing verzekerdenadministratie (VZA), bevorderen elektronische gegevensuitwisseling tussen bestuursorganen.
Organisatiewet sociale verzekeringen per 1-3-1997 ingegaan. Projectplan vernieuwing VZA voorjaar ’97 gepresenteerd.
Beleidsstandpunt elektronische gegevensuitwisseling 2e helft 1997.
Op deelterreinen inmiddels ingevoerd; afronding omstreeks 2000.
Omvang besparing nog niet te becijferen, wel aanzienlijk.
Informatievoorziening over arbeidsverhouding aan werknemer
Onderzoek naar kosten en naleving.
Onderzoeksrapport in 1996 uitgebracht.
Geen aanleiding tot actie.
n.v.t.
n.v.t.
WAGW
Heroverweging registratieplicht.
Besluiten genomen (1996): registratieplicht niet nader invullen; gebruikmaken van andere gegevensbestanden.
Geen verdere actie nodig.
Uitkomst besluitvorming reeds doorgevoerd (1996).
Lastenverzwaring van ca. 10 mln. voorkomen.
WBEAA
Evaluatie van de wet.
Evaluatie afgerond 1996.
Aangepast wetsvoorstel (wetSamen) zomer 1997 naar Tweede Kamer.
1998.
Door stroomlijning procedures minder administratieve lasten (omvang nog niet bekend).
Wet arbeid vreemdelingen
Evaluatie.
Evaluatie in voorbereiding.
Evaluatie najaar 1997.
p.m.
p.m.
MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Luchtvaartwetgeving
Vermindering aantal brevetten;
Vermindering aantal brevetten inmiddels tot wet verheven.
Bekendmaking in Staatsblad.
Realisatie per 1 januari 1998.
Nog niet exact aan te geven; hangt af van uitvoeringsregelgeving
Certificering luchtvaartterreinen
Item certificering luchtvaartterreinen leidt niet tot administratieve lastenvermindering. Zeevaartbemanningwet
Vermindering aantal vaarbevoegdheden; meer vrijheid voor samenstelling bemanning.
Wetsvoorstel in behandeling bij TK.
Plenaire behandeling in TK.
Realisatie in 1998.
Keuzevrijheid bemanningssamenstelling; minder complexe rapportage over de verschillende vaarbevoegdheden.
Schepenwet en Wet voorkoming verontreiniging door schepen
Stroomlijning procedures, bundeling informatieverstrekking aan overheid.
AMvB voorkoming verontreiniging per 1 maart 1997 in werking getreden. AMvRB wijziging Schepenwet gereed.
Inwerkingtreding AMvRB.
Gerealiseerd is de AMvB voorkoming verontreiniging. Realisatie AMvRB Schepenwet naar verwachting najaar 1997.
Bedrijven zijn minder tijd kwijt om certificaat te verkrijgen. Vereenvoudiging systeem van onderzoek en certificering.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
18
Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Ontgrondingenwet
Coördinatie procedures.
In werking getreden per januari 1997.
n.v.t.
Gerealiseerd.
Tijdwinst door betere coördinatie van vergunningprocedures. Voorts minder administratieve lasten in beroepsprocedures.
WVO
Voor aantal categorieën veel voorkomende lozingen vervanging van vergunningplicht door algemene regels.
AMvB’s inzake huishoudelijk afvalwater, bodemsanering en proefbronnering in werking sinds 1 maart 1997.
Behandeling in Ministerraad AMvB conservering vaste objecten. Verdere vermindering administratieve lasten door voorstelen MDW-werkgroep.
Gerealiseerd AMvB inzake bodemsanering en proefbronnering. AMvB vaste objecten naar verwachting in maart 1998.
Door voor groot aantal gevallen geheel vervallen vergunningplicht een aanzienlijke vermindering van de verstrekken gegevens.
Wet goederenvervoer over de weg
Evaluatie van de wet
Evaluatierapportage 1996 naar Tweede Kamer gezonden; wetswijziging niet nodig.
Geen
n.v.t.
Bij nader onderzoek bleken geen mogelijkheden voor vermindering van lasten.
Rijtijdenbesluit
In MDW-project de mogelijkheden tot vereenvoudiging bezien.
Naar aanleiding van behandeling in Tweede Kamer in december ’96 is nader overleg geweest. Kamer wordt voor de zomer geïnformeerd over aangepast voorstel.
Toezending aangepast voorstel naar de Tweede Kamer. Nieuwe regeling aan Raad van State voorleggen.
Verwachte inwerkingtreding: 1 april 1998.
Nieuwe systematiek; de materiële normen worden herzien. Omvang administratieve lastenvermindering nog niet in te schatten.
Taxivervoer
In MDW-project evalueren van de regelgeving.
December 1996 kabinetsstandpunt aangeboden aan Tweede Kamer.
Bespreking met Tweede Kamer, daarna indiening bij Raad van State.
1 januari 1998.
Ruwe schatting in MDW-rapport: per bedrijf ca. 60% minder administratieve lasten van deze regels.
Ontheffingen B-wegen
Uitbreiding aantal gemeenten dat ontheffing mandateert aan RDW.
Overleg met gemeenten is gaande.
Geen wetswijzigingen nodig.
n.v.t.
Zoveel mogelijk voor transportondernemers één loket voor ontheffing gebruik B-wegen.
MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Ziekenfondswet
VWS zal samen met Ziekenfondsen en uitvoeringsinstellingen sociale zekerheid bezien of meldingen terzake van het begin en einde van een dienstverband van een werknemer kunnen worden geïntegreerd.
Resultaten onderzoek: – integratie is technisch te realiseren; – vereist wel een enorme bekorting van verwerkingstijd gegevens bij bedrijfsverenigingen; – werkgevers wel positief maar winst is bescheiden; – ziekenfondsen willen contact houden met werkgever.
n.v.t.
Geen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
Effecten
19
Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Levensmiddelenwetgeving
Bestaande regelgeving zal worden doorgelicht in MDWproject. Moet leiden tot vereenvoudigen en opschonen van voorschriften.
MDW-project heeft geleid tot tal van voorstellen voor het eenvoudiger en transparanter maken van de regelgeving. Ook kunnen bepaalde regels vervallen.
De Tweede Kamer wordt nog voor de zomer geïnformeerd over de voortgang met de realisatie van de voorstellen.
De vereenvoudiging van de levensmiddelenwetgeving zal leiden tot een zekere vermindering van de verplichtingen voor het bedrijfsleven. Een kwantificering van de omvang van de reductie is op dit moment niet te geven.
(zie ook departement van LNV)
Effecten
MINISTERIE VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Onderwerp
Voorgenomen actie
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Wet milieubeheer: Inrichtingen- en vergunningenbesluit
Herziening; halvering aantal vergunningplichtige bedrijven
3 zogeheten 8.40AMvB’s in ontwerp gepubliceerd, waarvan 1 thans bij Raad van State. Ontwerpwijzigingsbesluit IVB voor advies bij Raad van State.
Herziening overige 8.40 AMvB’s;
Eerste 3 AMvB’s 1e kwartaal 1998; afronding project medio 1999.
Halvering administratieve lasten, ruwweg berekend f 100 mln.
Advies Raad van State.
Beoogd in 1998.
Hogere ondergrenzen aangewezen categorieën; vermindering aan te leveren gegevens bij vergunningaanvraag.
Wetsvoorstel meldingen Wet milieubeheer
Verruiming categorie meldingen ten koste van categorie vergunningen.
Informeel voorgelegd aan betrokkenen.
Herziening oorspronkelijke voorstellen n.a.v. ingebracht commentaar.
Volgende kabinetsperiode.
Verruiming mogelijkheid vergunningvrije wijziging van inrichtingen; mogelijk opheffing meldingsplicht.
Rapportageverplichtingen
Stroomlijnen
Wet milieubeheer per april 1997 gewijzigd: verplichting jaarlijks publieksverslag en overheidsverslag.
n.v.t.
Medio 1998 (hangt af van AMvB)
Na aanloopfase lastenvermindering bij overheidsverslag.
Regelgeving ten aanzien van stoffen
Overheveling artikelen van Wet milieugevaarlijke stoffen naar Wet Milieubeheer; inperking verplichtingen.
Bouwregelgeving
Evaluatie en MDWproject
Meldingsplicht nieuwe kennis en toepassingen vervalt evenals vaststellen aandachtsstoffenlijst.
Rapport MDWwerkgroep bouwregelgeving gereed. Wetsvoorstel wijziging Woningwet (bouwen op verontreinigde grond) bij Tweede Kamer in behandeling. Afstemming normbladen (Bouwbesluit) inhoudelijk afgerond.
Kabinetsstandpunt
?
Openbare behandeling.
1998
Inwerkingtreding.
Oktober 1997
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
Zie bijlage 2 voor de voorstellen van de MDW-werkgroep Minder vaak bodemonderzoek vereist
Grote vereenvoudiging toepassing bouwvoorschriften
20
Onderwerp
Instrumentarium Geluidbeleid
Voorgenomen actie
Herziening
Stand van Zaken
Volgende stap
Inwerkingtreding
Effecten
Ontwerp tot wijziging Bouwbesluit inzake afschaffing van enige inrichtingsvoorschriften.
Behandeling in Ministerraad
Beoogd in 1998
Vereenvoudiging bouwaanvraag en over te leggen stukken
Advies MDWwerkgroep door kabinet overgenomen en besproken in Tweede Kamer
Ontwikkelen nieuw instrumentarium; voorjaar 1998 in Tweede Kamer
Volgende kabinetsperiode
Lagere administratieve lasten door stroomlijning procedures.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
21
BIJLAGE 2
ENKELE VOORSTELLEN VOORTVLOEIEND UIT DERDE RONDE MDW-PROJECTEN De twee projecten uit de derde ronde van de MDW-operatie die kunnen leiden tot belangrijke verminderingen in de administratieve lasten gaan over de bouwregelgeving en de Wet verontreiniging oppervlaktewater. Voor een volledig overzicht van de voorstellen zij verwezen naar de rapporten die begin juli naar de Tweede Kamer zijn gezonden en de daarbij behorende kabinetsstandpunten. Voorstellen verlaging administratieve lasten uit MDW-project bouwregelgeving De administratieve lasten die gepaard gaan met de bouwregelgeving hebben betrekking op de aanvraag van een bouwvergunning. In eerder onderzoek wordt de gemiddelde administratieve last per aanvraag voor een onderneming geschat op f 2900,–. De belangrijkste voordelen van de werkgroep ter beperking van de administratieve lasten zijn hier vermeld. Het kabinet zal in augustus van dit jaar het parlement informeren over haar visie op deze voorstellen. – De categorie meldingplichtige bouwwerken en de categorie vergunningvrije bouwwerken wordt verruimd. Dit betekent veel minder vergunningen. – De werkgroep stelt voor bij de vergunningaanvrager de keuze neer te leggen of deze een vergunningaanvraag op hoofdlijnen of gelijk de volledige vergunningaanvraag wil indienen. Dit betekent minder scheiden indienen. – De werkgroep stelt voor de in te dienen bescheiden voor een meldingplichtig bouwwerk en een vergunningplichtig bouwwerk in de Woningwet landelijk te uniformeren. Hierdoor zullen onder andere de huidige «uitwassen» bij gemeenten worden voorkomen (voorbeeld: in een bepaalde gemeente moeten de bescheiden nu in 13-voud worden aangeleverd). – De werkgroep doet voorstellen om het aantal gevallen waarin bodemonderzoek moet worden gedaan verder terug te brengen. – De werkgroep doet voorstellen om meer duidelijkheid te creëren naar de vergunningaanvrager toe over welstand en de toetsing sneller te laten verlopen. Dit betekent in praktijk tijdwinst. – De werkgroep doet voorstellen om de afstemming tussen de bouwen milieuvergunning te verbeteren. – De vergunningvrije bouwwerken moeten preventief worden getoetst aan de technische bouwregelgeving (het Bouwbesluit). De werkgroep beveelt aan dat in de Woningwet verschillende opties van certificering worden opgenomen. Voorstellen verlaging administratieve lasten uit MDW-project WVO Het aantal WVO-vergunninghoudende bedrijven bedraagt tussen de 30 000 en 40 000. Hier tegenover staan ruim 250 000 lozingsituaties die onder algemene regels zullen vallen. De belangrijkste aanbevelingen van de MDW-werkgroep met gevolgen voor de administratieve lastendruk zijn: – Algemene regels voor tijdelijke lozingen worden uitgebreid. Na inventarisatie van de categorieën wordt bekend om hoeveel vergunningplichtigen dit gaat. – Er wordt een onderzoek gestart om te bezien op welke punten de administratieve verplichtingen voor bedrijven teruggebracht kunnen worden, beter aan kunnen sluiten bij bedrijfregistraties en rapportageverplichtingen beter afgestemd kunnen worden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
22
– Zo’n 5000 to 6000 bij AMvB aangewezen bedrijven hebben thans bij lozing op het riool een WVO-vergunning nodig. In de komende evaluatie worden deze categorieën worden geactualiseerd en opgeschoond. Tevens wordt daarbij de mogelijkheid bezien voor het opstellen van algemene regels voor de zeefdrukkerijen-branche, hetgeen het aantal vergunningplichtige bedrijven met naar schatting 1000 zou kunnen terugbrengen. Dit alles kan leiden tot een vermindering van de administratieve lasten. – Waar voor lozers van «zwarte-lijst-stoffen» een vergunning nodig blijft, wordt de geldigheidsduur van deze vergunning zoveel mogelijk verlengd. – De werkgroep beveelt aan een systematiek op te zetten die het aanleveren van informatie over grond- en hulpstoffen bij de vergunningaanvraag vereenvoudigd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
23
BIJLAGE 3
DEELNEMERSLIJST ONDERNEMERSPANEL Dhr. mr. B. J. D. ten Doeschate – Zwolle Mw. L. L. Donk – Lopik Dhr. L. Eringa – Groningen Mw. W. H. van Gardingen-v.d. Elzen – Grubbenvorst Dhr. A. Th. Harmsen AA – Vleuten Dhr. P. Hoogeboom – Bunnik Mw. dr. J. W. Kersten – Amsterdam Dhr. J. Los AA – Amersfoort Dhr. ir. W. F. L. G. Mesman – Geldrop Dhr. C. H. M. van Osnabrug – De Meern Dhr. drs. K. B. van Popta – Delft Dhr. J. Ravesloot – Rijssenhout Dhr. drs. P. J. J. M. Swinkels – Lieshout Dhr. W. E. Veeneman – Rotterdam Dhr. W. Versteeg – Den Haag Dhr. drs. A. B. Volkers – Den Haag Dhr. drs. J. G. H. Vreeman – Veenendaal Dhr. H. L. J. H. Vullers – Neer
Schaepman’s Lakfabrieken BV Donk Lopik BV Eringa Media Techniek BV Fainox BV NOVAA Bovag St. Adm. Lastenverlichting Coopers & Lybrand Van Stratum Electrotechniek BV Ver. Vifka MKB Nederland NVOB Bavaria BV Polyplastic BV Wittebrug BV VNO-NCW Corpeq BV Brasserie Aan ’t Veer
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 24 036, nr. 62
24